Schoolgids 2015-2016
Schooladres: Sint Jozefweg 28 5953 JN REUVER Telefoon: 077-4740140 Postadres: Postbus 4787 5953 ZK REUVER E-mailadres:
[email protected] Website: www.meander.kerobei.nl Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
1
1 Onze school 1.1 Meander 1.2 Schoolgrootte 1.3 Situering 1.4 Grondslag 1.5 Brede schoolconcept 2 Waar onze school voor staat 2.1 Missie en visie van onze school 3 De organisatie van ons onderwijs 3.1 De directie 3.2 De groepsindeling 3.3 Taken buiten de groep 4 Activiteiten voor de kinderen 4.1 Activiteiten binnen de peuterspeelzaal 4.2 Taal- en leesactiviteiten 4.3 Rekenactiviteiten 4.4 Wereldoriëntatie 4.5 Godsdienstonderwijs 4.6 Expressieve vakken 4.7 Lichamelijke opvoeding 5 De zorg voor onze kinderen 5.1 De aanmelding van nieuwe leerlingen 5.2 Voor- en vroegschoolse educatie 5.3 Leerlingvolgsysteem 5.4 Toetsing door de school 5.5 Niveaus van zorg 5.6 BCO-Onderwijsadvies 5.7 De zorgplicht in het kader van Passend Onderwijs 5.8 Jeugdgezondheidszorg 5.9 Schoolverlaters 5.10 Kindermishandeling 5.11 Zorg- en Adviestrajecten en Bureau Jeugdzorg 5.12 Pedagogisch spreekuur 5.13 Gezinscoaches in de gemeente Beesel 6 De ouders 6.1 Het contact tussen ouders en leerkrachten 6.2 Ouderavonden 6.3 Huisbezoek 6.4 Oudernieuwsbrief 6.5 Ouderbetrokkenheid 6.6 Verkeersouders 6.7 Hoofdluisscreeningsteam 6.8 Contactouders 6.9 Digitale schoolkrant 6.10 Medezeggenschapsraad 6.11 Ouderraad Basisschool Meander (OBM) 6.12 Ouderbijdrage
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
2
6.13 Kindercentrum ’t Rovertje TSO/ BSO en dagarrangementen 6.14 Schoolverzekering voor leerlingen 6.15 Sponsoring 6.16 Klachtenprocedure 6.17 Buitenschoolse activiteiten 6.18 Padxpress 6.19 De bibliotheek 7 De ontwikkeling van het onderwijs binnen onze school 7.1 Schoolplan voor vier jaar 7.2 Speerpunten jaarplan 2014-2015 7.3 Resultaten van ons onderwijs 7.4 Uitstroom schoolverlaters 8 Regeling school- en vakantietijden 8.1 Schooltijden 8.2 Schoolverzuim 8.3 Leerrecht en leerplicht 8.4 Vakantie en vrije dagen 8.5 Verwijdering en schorsing van leerlingen 9 Het schoolbestuur 9.1 Kerobei 9.2 College van Bestuur 9.3 Raad van toezicht 9.4 GMR 9.5 Externe vertrouwenspersonen 10 met plezier ontmoeten 10.1 Actief burgerschap 10.2 Schoolregels 10.3 Veiligheid 11 Praktische zaken 11.1 Verkeersveiligheid rondom de brede school 11.2 Eten en drinken 11.3 Verjaardagen 11.4 Verspreiden kaarten en uitnodigingen 11.5 Gevonden voorwerpen 11.6 Fotograferen/filmen
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
3
Voorwoord Voor u ligt de schoolgids van basisschool (BS) Meander, een brede school die in het gebouw Multi Functioneel Centrum (MFC) Meander is gehuisvest. Naast onze basisschool en peuterspeelzaal ’t Kwetternest, zijn Kindercentrum ’t Rovertje en de JGZ, jeugdgezondheidszorg (GGD) en centrum voor Jeugd en Gezin een onderdeel van MFC Meander. Samen streven we een optimale ontwikkeling voor ieder kind na. Door de intensieve samenwerking kunnen we een doorgaande lijn bewerkstelligen. Vanaf de geboorte bezoekt uw kind MFC Meander met regelmaat. Het begint bij het consultatiebureau, vervolgens de peuterspeelzaal en/of het kinderdagverblijf en vanaf het 4e jaar kan uw kind onze basisschool bezoeken. Basisschool Meander is een school waar ontmoeten centraal staat. Onze missie luidt immers: ‘met plezier ontmoeten, groeien en ontwikkelen’. Het is fijn om te zien dat kinderen iedere dag weer graag naar school komen. Ze ontmoeten andere kinderen en ze ontmoeten leerkrachten die hen begeleiden op hun weg naar volwassenheid. Deze professionele ontmoetingen geven een kind de kans zich te ontwikkelen. Aangezien ieder kind uniek is, zal dit ontwikkelproces niet voor ieder kind hetzelfde zijn. We vinden het van groot belang dat een kind graag naar school komt. Het zoeken naar een goede balans is soms lastig. We willen dat een kind optimaal leert, ook willen we dat een kind plezier beleeft aan het leren aangezien dit het beste resultaat oplevert. In dit proces heeft de leerkracht een belangrijke taak. Steeds weer zal de leerkracht goed moeten kijken naar een kind om van daaruit te bekijken wat een goede volgende stap is. Iedere dag het volgende lesje uit de methode geven aan de hele groep is er niet meer bij. Kortom, de ontwikkelingen binnen het onderwijs bieden veel kansen voor kinderen. Voor de leerkrachten betekent dit een verandering. Door middel van teamleren streven we er naar samen de kwaliteit van ons onderwijs te verbeteren. Zo krijgt thematisch werken veel aandacht binnen ons teamleren. Ontmoeten staat dus ook centraal binnen ons lerarenteam. Zo zijn er wekelijks professionele bijeenkomsten in de vorm van workshops, leerwerkgroepen en teambijeenkomsten. Het managementteam (MT) is een belangrijke spil binnen deze ontmoetingen. Zij bewaken de processen en bekijken steeds opnieuw wat een goede volgende stap kan zijn. We hechten veel waarde aan de ontmoetingen met u als ouder. Immers, u bent verantwoordelijk voor de opvoeding van uw kind. Wij brengen veel tijd met uw kind door en voelen ook een verantwoordelijkheid ten aanzien van de ontwikkeling van uw kind. We streven een gezamenlijk doel na. Een voorwaarde om dit te kunnen realiseren is een goede samenwerking. We gaan graag met u in gesprek over uw kind. Immers, u kunt ons veel informatie verschaffen die van belang kan zijn in de omgang met uw kind. Wij vinden het fijn onze ervaringen met u te delen. Het is natuurlijk altijd prettig als we elkaar begrijpen en op één lijn zitten. Toch kan het ook voorkomen dat we heel verschillend denken over wat het goede is voor uw kind. Als dit zich voordoet blijft het van belang te blijven communiceren en op zoek te gaan naar datgene waar uw kind het meeste bij gebaat is. Moeilijke processen, waarbij goed luisteren naar elkaar van groot belang is. Het is fijn dat we u als ouder ook op een andere manier ontmoeten binnen onze school. Zo zijn er 4 ouders die binnen de MR (medezeggenschapsraad) meepraten, advies uitbrengen of mogen instemmen wat betreft beleidszaken. Een grote groep ouders maakt deel uit van de ouderraad. Deze ouders verzorgen vele leuke activiteiten binnen onze school. Er is een ouderpanel, waarin school en ouders praten over onderwerpen die te maken hebben met de schoolontwikkeling. Daarnaast hebben we ook nog ouders voor luizenscreening, biebouders, overblijfouders, ouders die de school een aantal keren per jaar versieren, en vele ouders die regelmatig helpen in de klas, met het vervoeren van kinderen, poetsen van materialen en nog vele andere activiteiten. Al deze ontmoetingen maken dat we samen ergens voor staan! Al deze ontmoetingen brengen een fijne
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
4
sfeer en houden onze school bruisend! Ook deze schoolgids is een vorm van ontmoeten! Hij is met veel zorg samengesteld. In deze schoolgids vindt u allerlei inhoudelijke informatie over onze school en over datgene wat MFC Meander voor u kan betekenen. ‘Waard om te weten!’ Deze schoolgids is te vinden op onze website. Indien gewenst kan hij voor u uitgeprint worden. Als bijlage bij deze schoolgids ontvangt u ieder schooljaar een jaarkalender. In deze jaarkalender staat alle informatie die u regelmatig nodig kunt hebben. Zo kunt u hierin alle data vinden van de tot nu toe geplande activiteiten. Ook kunt u hierin allerlei adressen en telefoonnummers vinden die u mogelijk nodig hebt gedurende het schooljaar. We hopen dat de schoolgids samen met de jaarkalender u voldoende inzicht geeft in het reilen en zeilen op onze school. Heeft u toch nog vragen, schroom dan niet om de ontmoeting met ons op te zoeken! Ieder lid van ons team staat u graag te woord! Roy Linssen Directeur BS Meander
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
5
1 Onze school
1.1 Meander Basisschool Meander is een brede school. MFC Meander bestaat uit BS Meander, PSZ (Peuterspeelzaal) ’t Kwetternest, Kindercentrum ’t Rovertje, Centrum voor jeugd en gezin (CJG) en de JGZ voor 0 -19. Daarnaast is er vanaf augustus 2012 een bibliotheek in school gevestigd. Deze is toegankelijk voor alle kinderen die MFC Meander bezoeken. Al deze instanties bevinden zich in hetzelfde gebouw. We proberen een samenwerking te creëren, zodat we het kind in zijn ontwikkeling kunnen volgen.
1.2 Schoolgrootte Op 1 oktober 2014 waren er ongeveer 357 leerlingen binnen onze school. Er waren ongeveer 35 kinderen die de peuterspeelzaal bezochten.
1.3 Situering Basisschool Meander is gelegen in Offenbeek, een naoorlogse arbeiderswijk van Reuver. Door recente nieuwbouw neemt het aantal leerlingen uit het middenkader toe. De schoolpopulatie bestaat voor 94% uit autochtone en voor 6 % uit allochtone leerlingen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar.
1.4 Grondslag Binnen stichting Kerobei hebben alle scholen en peuterspeelzalen hetzelfde fundament, de katholiek -christelijke grondslag. Elke school geeft hier invulling aan op een manier die past bij de situatie van de school. Basisschool Meander is een katholieke basisschool met een eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van geloof en godsdienst. Er is plaats voor iedereen zonder dat verlangd wordt dat iedereen hetzelfde denkt en voelt. Ingaan op wat kinderen bezig houdt neemt een belangrijke plaats in. Ook zijn belangrijke kerkelijke feesten zoals Pasen en Kerstmis uitgangspunt van catecheseactiviteiten. We hebben aandacht voor ieders “doortocht”. Dat betekent dat we onze ogen niet sluiten voor leed, verdriet, pijn en gevoelens waar kinderen, ouders en collega’s mee geconfronteerd worden. Vertrouwen in ieder van onszelf is daarbij een sleutelwoord. Vertrouwen in onszelf, vertrouwen in onze kinderen, onze leerkrachten en in onze ouders. Openheid is hierbij van groot belang. Ieder kind is uniek. Ieder mens is uniek. Het is een uitdaging om met alle betrokkenen binnen BS Meander een sfeer te creëren waarin iedereen zich prettig voelt. Waarin iedereen zichzelf mag zijn, geaccepteerd wordt met al zijn aardigheden en eigenaardigheden. En waarin iedereen, kinderen en volwassenen, de kans krijgt zich binnen zijn/haar eigen tempo te ontwikkelen. Respect en openheid zijn hierbij van groot belang. Hoewel de school haar eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid heeft, streeft zij een goede verstandhouding na met de plaatselijke parochie.
1.5 Brede schoolconcept De Brede School helpt om de ontwikkelingskansen van kinderen te vergroten, om het voor ouders makkelijker te maken werk en zorg te combineren en om de sociale samenhang in de buurt te vergroten. Meander is een centrum voor het jonge kind. Elk kind is uniek en elke leerling telt. Elk kind
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
6
moet de kans krijgen om zich zo goed mogelijk te ontplooien. Dit betekent dat er niet alleen op school, maar ook vóór en ná schooltijd een mooi en gevarieerd aanbod voor kinderen moet zijn, waarin professionals met elkaar en met de ouders samenwerken. Binnen onze Brede School komen de kinderen al op het consultatiebureau voor het eerst binnen. Verder verloop richting peuterspeelzaal en/of kinderdagverblijf zou een volgende stap kunnen zijn en van daaruit doorgaan op BS Meander en eventueel naar de buitenschoolse opvang.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
7
2 Waar onze school voor staat
2.1 Missie en visie van onze school Met plezier ontmoeten, groeien en ontwikkelen Met plezier naar school komen, elkaar ontmoeten, leren van en met elkaar, is wat wij, voor iedereen die deelneemt aan de activiteiten op Meander, nastreven. Plezier houdt in dat je open en betrokken kunt deelnemen aan de leeractiviteiten, waardoor je in ontwikkeling komt en blijft. Groeien in je ontwikkeling, cognitief en sociaal emotioneel op de manier die bij je past willen we voor iedereen nastreven. Vanaf het moment dat kinderen binnenkomen in de peuterspeelzaal totdat ze in groep 8 Meander verlaten willen we dat kinderen met plezier naar school komen. Toch is er het besef dat ontmoetingen niet altijd plezierig zijn. Wij vinden het belangrijk ruimte te geven aan verdriet, conflicten of andere tegenslagen in het leven. Vanuit openheid en respect voor elkaar willen we ook hierin samen groeien en ontwikkelen. Onze missie willen we de komende jaren uitdragen door middel van onderstaande visie. Onderstaande visie wordt vooral beschreven vanuit het kind. Hij is echter bedoeld voor iedereen die deelneemt aan activiteiten op Meander. Waar kind geschreven staat, kan dus ook leerkracht of ouder gelezen worden.
Worden wie je bent Elk mens is uniek, anders. Iedereen heeft zijn eigen talenten, karakter en achtergrond. Vanuit het gegeven dat we in een multiculturele samenleving leven, willen we dat kinderen, zichzelf kunnen zijn. Veiligheid en geborgenheid vormen de basis voor passend onderwijs van waaruit je kunt ontwikkelen. Dit geven we vorm vanuit de katholieke identiteit van onze school: je openstellen, met respect voor elkaar, vanuit vertrouwen kun je worden wie je bent. Dit kun je nooit alleen, hier heb je anderen, kinderen en volwassenen, voor nodig. Vanuit gezamenlijkheid en gelijkwaardigheid, vol vertrouwen ga je op zoek naar jezelf. Wij willen kinderen helpen het beste uit zichzelf te halen, wij willen maatwerk leveren. Dit willen we samen met ouders, zij kennen hun kind immers het beste en zijn de eerst verantwoordelijke. We zien ouders als partners: vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid het beste uit het kind halen en begeleiden in de groei naar volwassenheid. We willen onze kinderen leren zich verantwoordelijk te voelen voor de maatschappij. We willen dat kinderen kritische burgers worden, die zich verantwoordelijk voelen voor hun aandeel in de samenleving. Actief burgerschap en sociale integratie maken onderdeel uit van onze ontwikkelingsgerichte visie op leren. In ons onderwijs wordt er daarom veel thematisch gewerkt. Tijdens de thema’s zijn er sociale en culturele activiteiten die de werkelijkheid nabootsen. Immers onze school is een samenleving in het klein en kan om die reden ook niet los gezien worden van de samenleving. Activiteiten dienen zinvol te zijn voor ieder individu en voor de samenleving. Kinderen praten, discussiëren en werken zoals het er in de wereld om ons heen ook aan toe gaat. Bij worden wie je bent, staat de totale ontwikkeling van het kind centraal. Worden wie je bent, kun je alleen als je eigenaarschap voelt bij alles wat je doet en wat je leert. We leren kinderen eigen leerplannen te maken waar ze zich verantwoordelijk voor voelen en waar ze voor willen gaan. Leerkrachten en ouders zijn hierbij onmisbaar. Zij zorgen er voor dat de motor voor de ontwikkelingskracht van kinderen blijft branden.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
8
Motiverende mensen Betrokken en gemotiveerd raak je als je mag meedenken en meedoen en kansen krijgt om keuzes te mogen maken. Vanuit nieuwsgierigheid en interesse aan de slag met leervragen. Activiteiten ontwerpen vanuit een cultureel-maatschappelijke context, die passen bij leeftijd en interesse. Er ontstaat hierdoor een wisselwerking tussen school en thuis. Kinderen vertellen wat ze gedaan hebben en gaan er ook thuis mee aan de slag. School is zo onderdeel van de totale leef- en belevingswereld. Het is van belang dat leerkrachten, ouders en klasgenoten elkaar stimuleren, aanmoedigen en motiveren. Oprechte belangstelling voor elkaar en betrokkenheid op elkaar maakt dat je serieus genomen wordt. Kinderen zijn vanuit zichzelf nieuwsgierig, willen graag leren. Dit moet wel passen, uitdagend zijn. Ontwikkeling vindt plaats in de zône van de naaste ontwikkeling, daar zit de meeste motivatie om te leren. De leerkracht motiveert door te inspireren, een voorbeeld te zijn, te differentiëren, mee te doen tijdens spelmomenten en activiteiten. Kijken naar wat een kind kan en het kansen geven om zich optimaal te ontwikkelen, zichzelf te worden i.p.v. aan te sluiten bij wat het niet kan. In gesprek gaan over je eigen kennen en kunnen bevordert kennis over je zelf en je manier van leren. Je voelt je dan eigenaar van je eigen leerproces. Dit werkt sterk motiverend. Je krijgt inzicht in waarom je iets doet en met welk doel. Door over het geleerde in gesprek te gaan wordt het van jezelf. Je kunt dan op het geleerde reflecteren.
Inspirerende leeromgeving Om motiverend te kunnen zijn, is het wezenlijk dat je inspiratie kunt halen uit je omgeving. Leidinggevende hebben de taak om in een professionele cultuur inspirerend te zijn voor leerkrachten. Door leerkrachten en kinderen de kans te geven hun eigen leeromgeving te creëren ontstaat er een dynamisch proces. Deze leeromgeving verandert steeds, kinderen veranderen hun leerruimte door deze in hun thema op te nemen en te laten groeien. Hiervoor zullen voldoende uitdagende materialen en middelen aanwezig moeten zijn. Leerkrachten halen inspiratie uit de interactie met kinderen. Daarnaast vormen studiemomenten, teamontwikkeling, maatjeswerk, het geven en ontvangen van feedback inspirerende impulsen. Een krachtige leeromgeving bevordert de ontwikkeling van iedereen binnen de Meander. Binnen Meander is er veel aandacht voor vieringen en tradities. We hechten veel waarden aan het samen vieren van kerstmis, sinterklaas en andere feesten. Ouders, kinderen en leerkrachten maken van de vieringen een feest, dit levert een wijgevoel op!
Betekenisvol en doelgericht Binnen Meander willen we leren vanuit een betekenisvolle context. Ontwikkelingsgericht leren bevordert dit. Leren krijgt betekenis als het plaatsvindt in de zône van de naaste ontwikkeling. We willen echter niet zomaar iets leren. Al het leren gebeurt vanuit van te voren opgezette plannen en doelen. Leerkrachten geven samen met kinderen betekenis aan de doelen die passen bij leeftijd en interesse. De doelen zijn afgeleid van de kerndoelen. De doelen krijgen betekenis in de vorm van activiteiten. In een inspirerende leeromgeving wordt er samen vormgegeven aan die activiteiten. De wereld om ons heen, krijgt hierdoor een plek binnen het ontwikkelingsgericht onderwijs. In de onderbouw zijn thema’s betekenisvol als die heel dicht bij de belevingswereld van de kleuters liggen. Vanaf groep 3 geven we de wereld om ons heen betekenis door de nadruk te leggen “op lezer en schrijver worden”. Kinderen leren hun eigen teksten, verhalen te schrijven aan de hand van thema’s die hun boeien, bezig houden, kortom betekenis geven aan het leren. De sociaal-culturele context wordt in de bovenbouw uitgebreid door te thematiseren binnen de wereldoriënterende vakken. Naast geschiedenis, cultuur, natuur en aardrijkskunde zijn lezen, eigen teksten schrijven, presenteren, dit alles ondersteund door ICT, middelen om de belevingswereld van kinderen uit te breiden.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
9
Op vaste momenten willen we toetsen of de gestelde doelen bereikt zijn. Dit op alle niveaus. We willen kinderen leren evalueren en reflecteren op hun eigen werk en ontwikkeling. Dit kan onder andere door toetsing. Dit kan middels werkstukken, presentaties en methode afhankelijke toetsen. Mede aan de hand van de resultaten hiervan wordt gekeken wat de goede volgende stap is in ons activiteiten aanbod. Ook methode onafhankelijke toetsen kunnen ons helpen bij het bepalen van de volgende stap. Omdat we weten dat ontwikkeling niet altijd vanzelf loopt en om het beste uit ieder kind te halen, wordt de ontwikkeling van alle kinderen geregeld besproken met de teamleider. Uit toetsen en observaties van de leerkracht en de teamleider kan blijken dat het nodig is dat een kind handelingsgericht besproken wordt. Ook kan een externe meekijken naar de ontwikkeling van een kind. Op deze manier gaan we doelgericht aan de slag om de ontwikkeling van elk kind optimaal te laten verlopen.
Samen-Leren-Werken Samen leren, samen werken en samen leren werken. Kinderen komen op school als individu en ervaren al gauw dat ze bij een groep horen. Individueel, maar ook in groepsverband willen we betekenis geven aan de ontwikkeling van kinderen. Een goede sfeer en positief schoolklimaat bevorderen het samen leren werken. We hechten daarbij veel aan normen en waarden. We willen openheid en ruimte voor elkaar waardoor iedereen zich veilig en vertrouwd voelt. Hierdoor krijgt het samen leren optimale kansen en wordt de sociaal-emotionele ontwikkeling versterkt.. Bij jonge kinderen liggen de wortels van het samen leren werken vooral in het “samen spelen, samen delen”. Langzamerhand wordt het “samen spelen” uitgebreid met “samenwerken” en “samen leren.”. Processen die met deze manier van leren te maken hebben zijn: samen plannen maken, overleggen, compromissen sluiten, elkaar complimenten geven en praten over wat goed ging en niet. Elkaar feedback geven en feedback ontvangen, maakt dat je als individu groeit. Kinderen leren elkaars sterke en minder sterke kanten kennen, hier begrip voor te hebben. Echt naar elkaar leren luisteren, elkaar willen begrijpen, maakt je een rijker mens. Dit past ook bij onze katholieke identiteit. Door samen te werken ontdekken kinderen dat ze elkaar nodig hebben om op te bouwen. Samen werken willen we bevorderen door het inzetten van coöperatief leren, teambouwers en klassenbouwers. Samen werken met ouders is voor ons ook samen leren. Ouders kennen hun kind het beste en hebben het beste voor met hun kind. We betrekken ouders bij activiteiten in school en bij schoolontwikkelactiviteiten. Een ouderpanel dat feedback geeft en meedenkt over het onderwijs op Meander, maakt het samen-leren-werken sterker.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
10
3 De organisatie van ons onderwijs
3.1 De directie Onze directie bestaat uit een drietal personen: de teamleider onderbouw (groep 1 t/m 4), de teamleider bovenbouw (groep 5 t/m 8) en de directeur. Voor de teamleiders ligt de belangrijkste essentie bij de leerlingenzorg. Alles wat te maken heeft met de leerlingen, komt bij de teamleider. Zijn er problemen waar een leerkracht hulp bij nodig heeft, gaat deze naar de teamleider. De teamleider gaat verder ook over de inhoudelijke en onderwijskundige kant van het onderwijs. Het ondersteunen, begeleiden en coachen van leerkrachten m.b.t. het onderwijs is een belangrijke taak. De directeur daarentegen heeft te maken met de beleids- en bestuurlijke zaken op school- en bovenschools niveau. Ook de contacten met de andere participanten binnen het gebouw en contacten met derden (bijv. gemeente), horen bij het takenpakket. De algemene leiding en de eindverantwoordelijkheid liggen bij de directeur. De directieleden hebben niet alleen verplichtingen die ze binnen de school kunnen uitvoeren. Overleg binnen het samenwerkingsverband, management overleg, overleg met directies en teamleiders op stichtingsniveau en de ambulante begeleiding zullen dikwijls op een andere locatie plaatsvinden. Het kan dus wel eens voorkomen dat de directeur en/of de teamleiders niet aanwezig zijn.
3.2 De groepsindeling De kinderen van ruim 2 tot 4 jaar kunnen de peuterspeelzaal bezoeken. De peuterspeelzaal is 6 dagdelen per week open. Elke morgen/ middag werken er 2 geschoolde krachten en enkele vrijwilligers samen aan optimale begeleiding voor onze peuters. Als ze 4 jaar worden stromen ze onze basisschool in. De kinderen op onze basisschool zijn verdeeld over verschillende groepen. De jongste kinderen van 4, 5 en 6 jaar zitten in de groepen 1 en 2 bij elkaar. Deze gemengde (heterogene) groepen geven extra mogelijkheden voor de sociaal/emotionele ontwikkeling. Kinderen kunnen elkaar helpen, van elkaar leren, makkelijker verschillen accepteren en rekening houden met elkaar. Vanaf groep 3 zitten de kinderen in homogene groepen, d.w.z. dat alleen de kinderen van die groep bij elkaar zitten, bijv. groep 3, groep 4 enz. Om organisatorische redenen kan hiervan afgeweken worden. Indien nodig worden de groepen in de loop van de basisschool opnieuw samengesteld. Dit omdat we streven naar een zo evenwichtig mogelijke samenstelling van groepen. Bij het samenstellen van groepen houden we rekening met de verdeling jongens, meisjes en kinderen die in meer of mindere mate zorg nodig hebben. Dit kan zijn op het gebied van gedrag, leerproblemen of kinderen die juist extra uitdaging nodig hebben. Evenwichtig samengestelde groepen bevorderen de sfeer en sociaal klimaat in de groep, evenals het samen leren werken. Kinderen krijgen in de groep niet meer te maken met het feit dat er nog maar een leerkracht voor de groep staat. Vaak zijn er twee leerkrachten die samen de verantwoordelijkheid voor één groep hebben. In sommige gevallen, bijv. ziekte, kan het voorkomen dat er een vervanger in de groep komt.
3.3 Taken buiten de groep Kinderen krijgen binnen de school niet alleen te maken met de groepsleerkrachten. Binnen de school zijn er ook verschillende personen die taken buiten de groep uitvoeren. Teamleiders, onderwijsassistent, ambulant begeleider, co-teachers en stagiaires. Verder werkt er nog onderwijsondersteunend personeel, bijvoorbeeld de administratief
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
11
medewerkster, de conciërges en het schoonmaakpersoneel. Al deze mensen proberen het onderwijs op de school zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Voor verdere namen van al deze mensen, verwijzen we u naar de jaarkalender.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
12
4 Activiteiten voor de kinderen
4.1 Activiteiten binnen de peuterspeelzaal Wat zijn de belangrijke doelen bij de ontwikkeling van het jonge kind? Basiskenmerken: versterken van welbevinden, zelfvertrouwen en nieuwsgierigheid; het bevorderen van actieve en betrokken deelname aan gezamenlijke activiteiten. Sociale ontwikkeling: bevorderen dat kinderen geïnteresseerd raken in anderen, dat ze samen spelen en samen gebruik maken van het beschikbare speelgoed. Dat ze met elkaar om kunnen gaan (sociale competentie). Ook zelfredzaamheid is hierbij van belang. Communicatieve competentie: bevorderen dat kinderen in staat zijn contact te leggen met anderen en over vaardigheden beschikken die contact en interactie mogelijk maken (gelaatsuitdrukkingen, gebaren, lichamelijk contact en taal). Taal: bevorderen dat kinderen hun taal steeds meer willen en kunnen inzetten als communicatiemiddel, dat zij de taal steeds beter gaan gebruiken. Al deze ontwikkelingen zijn verweven in het spel. Het zgn. bewegingsspel, manipulerend spel (= spelen met voorwerpen), eenvoudig rollenspel (bijv. vadertje en moedertje of winkeltje), en constructief spel (bouwen). Daarnaast zijn activiteiten met verhalen, boeken, versjes en liedjes van groot belang.
4.2 Taal- en leesactiviteiten Het taalgebruik wordt bevorderd door situaties te scheppen die uitnodigen tot spreken, luisteren, schrijven (schriftelijk uitdrukken en foutloos schrijven) en lezen (technisch, expressief, begrijpend en studerend). Vanaf de peuterspeelzaal wordt er veel voorgelezen en verteld in de groep. Er zijn verschillende activiteiten en werkjes die kinderen uitdagen tot taal- en leesontwikkeling. In groep 3 en 4 wordt het accent gelegd op het zelf leren lezen en schrijven vanuit thema’s en/of verhalend ontwerp. Vanaf groep 3 wordt de leesontwikkeling gevolgd aan de hand van de AVI- toetsen (technisch leestoetsen). Er zijn activiteiten die gericht zijn op de verschillende niveaus van de kinderen. Deze lijn wordt vervolgd in groep 4. Vanaf groep 5 wordt er gewerkt met de methode Taal in Beeld en Spelling in Beeld. Beide methodes worden in groep 4 gebruikt als bronnenboek. Voor begrijpend lezen wordt Lezen in Beeld ingezet. Daarnaast worden verschillende activiteiten gedaan waarin taal en lezen een belangrijke rol spelen. Een voorbeeld is het tutor- ,duo- en instructielezen. Twee maal per week lezen alle kinderen van BS Meander op hetzelfde tijdstip. Dan wordt het tutorlezen ingezet. In de groepen 1-2 gaan de leestutors met groepjes kleuters voorleesactiviteiten doen. Zij lezen voor uit een prentenboek en gaan in gesprek met de kinderen over de inhoud van het boek, de plaatjes, wat er gebeurde etc. (het interactieve voorlezen). In de overige groepen, vooral de groepen 3, 4 en 5 gaan de leestutors met bepaalde individuele kinderen lezen. Deze kinderen hebben veel instructie nodig bij het lezen, zij maken zich het lezen stap voor stap eigen, zij zijn instructie afhankelijk. Zij oefenen tijdens deze twee leesmomenten specifieke leesmoeilijkheden en lezen samen met de tutor in een zelfgekozen boek dat past bij hun niveau. Kinderen die zich als leestutor opgeven hebben in de regel zelf geen oefening meer nodig in het technisch lezen, zij beheersen het hoogste AVI niveau. Zij krijgen specifieke aanwijzingen hoe ze het tutorlezen moeten aanpakken. Duolezen, of maatjes/vriendjes lezen is een manier om kinderen samen in boekjes te laten lezen met de bedoeling de leesmotivatie te verhogen, meer leesplezier te krijgen, succeservaringen te hebben. Duo lezen kan in de eigen klas georganiseerd worden, of gekoppeld aan een andere groep.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
13
In de leesduo’s zijn de kinderen partners van elkaar: ze hebben een bijna gelijk leesniveau en hun rol wisselt steeds. Deze manier van lezen is vooral geschikt voor de kinderen die instructiegevoelig zijn en die nog bezig zijn met het aanvankelijk leesproces. (AVI 1 t/m 4). De instructie-onafhankelijke kinderen, zij die zich het lezen meest zelf eigen maken, lezen tijdens de leesmomenten individueel in een zelf gekozen boek, passend bij hun lees- en belevingsniveau. Geregeld vinden er in de groepen boekenkringen of boekpresentaties plaats, waar de leerlingen vertellen over hun gelezen boek en er vragen over beantwoorden. Dit stimuleert hun leesmotivatie en leesplezier. Naast deze vormen van lezen geeft de leerkracht in de eigen groep aan instructiegevoelige en instructie- afhankelijke kinderen gerichte leesinstructie.
4.3 Rekenactiviteiten Al verkennend en oefenend wordt inzicht verworven in getallen, rekenvaardigheden en oplossingsmethoden. Vanaf de groepen 1 en 2 krijgen de kinderen diverse activiteiten aangeboden om het rekenonderwijs te beginnen. Daarbij wordt veelvuldig gebruik gemaakt van verschillende ontwikkelingsmaterialen. Dit gaat spelenderwijs en de activiteiten krijgen een plek in de diverse thema's. Vanaf groep 3 wordt er gewerkt met de rekenmethode Wereld in Getallen. Deze wordt ondersteund door computerprogramma 's, waar de leerlingen op een uitdagende manier geprikkeld worden in het rekenonderwijs. De leerlingen krijgen instructie in drie niveaus. Elk kind is immers verschillend en we willen het onderwijs aanbod zo optimaal mogelijk afstemmen op wat kinderen nodig hebben. Er zijn instructieafhankelijke, instructiegevoelige en instructie-onafhankelijke kinderen. In 3 rondes krijgt elk groepje kinderen instructie op maat. Voor de kinderen die extra rekenuitdaging nodig hebben, is dit in de vorm van “Kien”, “Somplextra” of “Rekentoppers”
4.4 Wereldoriëntatie Binnen BS Meander werken we schoolbreed met thema’s. Al op de PSZ worden de peuters in situaties gebracht en krijgen materialen aangeboden, waardoor ze worden uitgedaagd tot taal en spel. Dit krijgt een vervolg binnen het thematisch en ontwikkelingsgericht werken in de groepen 1 en 2. Kinderen zijn veel met hun omgeving bezig. Naarmate een kind ouder wordt, breidt die interesse zich uit. Kinderen krijgen meer aandacht voor de wereld om hen heen. In elke groep willen we aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen. We proberen de interesse te stimuleren en de kinderen begrip en inzicht bij te brengen. Dit gebeurt in thema's. Kerndoelen en tussendoelen vormen mede uitgangspunt bij de planning van activiteiten. De betrokkenheid van kinderen wordt vergroot door hun inbreng te verwerken binnen het thematisch werken. Op deze manier werken we ontwikkelingsgericht en sluiten we aan bij de belevingswereld van kinderen en de steeds groter wordende wereld om hen heen. Bij het plannen van wereldoriënterende activiteiten (geschiedenis, aardrijkskunde, kennis van de natuur en techniek) heeft ook burgerschap een belangrijke rol. De kinderen leren een aantal begrippen die voor het functioneren in de maatschappij van belang zijn. We proberen de wereld om ons heen ook binnen school te halen door gastsprekers uit te nodigen of we gaan op excursie. De kinderen maken dit alles zichtbaar in hoeken of presentaties. Bij dit alles is er ruim aandacht voor lees- en taalactiviteiten. Naast websites en boeken worden de methodes voor wereldoriëntatie De Blauwe Planeet, Tijdstip en In Vogelvlucht daarbij ingezet als bronnenboeken.
4.5 Godsdienstonderwijs Godsdienstonderwijs speelt een rol in de omgang met elkaar. Kinderen worden zich ervan bewust dat er binnen onze samenleving verschillende godsdiensten en levensvisies zijn. Binnen BS Meander
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
14
wordt er aandacht besteed aan de katholieke feesten. We besteden aandacht aan o.a. Kerstmis en Pasen. Ook andere godsdiensten komen aan bod. In groep 4 worden kinderen in de gelegenheid gesteld om de 1e H. Communie te ontvangen en in groep 8 kunnen de kinderen aan het H. Vormsel deelnemen. De kinderen bereiden zich buiten schooltijd voor op de 1e H. Communie en het H. Vormsel. Dit o.l.v. meneer pastoor en een ouderwerkgroep.
4.6 Expressieve vakken Kinderen krijgen door het jaar heen verschillende expressieactiviteiten. Dit varieert van tekenen en handvaardigheid tot drama, dans en muziek. Per groep wordt hier een verschillende invulling aan gegeven. Bij de peuterspeelzaal staat het ontdekken van materiaal en het ontdekken van zichzelf centraal. Op een speelse manier zijn de kinderen bezig met het ontdekken van het hele lichaam en hun omgeving. Bij de groepen 1 t/m 4 komen deze vakgebieden aan bod binnen de thema’s waar ze op dat moment mee bezig zijn. Deze worden ingebouwd in de werkles. Bij de groepen 5 t/m 8 staan tekenen en handvaardigheid elke week op het programma. De overige vakken komen aan bod als het past binnen de lessen die op dat moment gegeven worden of het thema dat op dat moment actueel is in de groep.
4.7 Lichamelijke opvoeding De peuterspeelzaal heeft een grof motorische ruimte waarin kinderen op een speelse manier uitgedaagd worden tot bewegen door bijv. spel, klimmen en klauteren. In de groepen 1 en 2 worden er gymlessen gegeven die variëren van zang- en tikspelen tot klimmen en klauteren en het werken met groot en/of klein ontwikkelingsmateriaal. Deze lessen worden gegeven in de speelzaal. Voor deze kinderen is het fijn als ze een gymbroekje en makkelijk schoeisel (bijv. pantoffels om naar en van de speelzaal te lopen) op school hebben. Vanaf groep 3 gaan de kinderen twee keer in de week gymmen in de gymzaal naast de school. De ene keer wordt er gewerkt met groot en/of klein materiaal en weer een andere keer is de gymles in de vorm van een spel. In de groepen 3 t/m 8 wordt er verwacht dat de kinderen gymschoenen dragen die niet buiten gedragen worden en een korte broek met een T-shirt. Een handdoek om zich evt. te verfrissen zou kunnen, maar er wordt niet gedoucht i.v.m. de beperkte tijd. Verder geldt dat kinderen in verband met veiligheid geen sieraden, horloges, petten of hoofddoek mogen dragen tijdens de gymles.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
15
5 De zorg voor onze kinderen
5.1 De aanmelding van nieuwe leerlingen Aanmelden van kinderen vanaf 2 jaar en 4 maanden voor de peuterspeelzaal kan 3 keer per jaar, nl. de laatste dinsdag van januari, mei en september. Dit wordt bekend gemaakt via 't Gazetje en pamfletten. De data staan ook in onze kalender vermeld. Peuters krijgen vervolgens van de speelzaal bericht als ze mogen komen spelen. Als de peuter geplaatst is, krijgen de ouders een uitnodiging om een informatiebijeenkomst bij te wonen. Op een later tijdstip mag een van de ouders op een morgen een kijkje komen nemen en meespelen in de groep van hun kind. Voor leerlingen die in het volgende schooljaar vier jaar worden is er een centrale aanmelding voor alle basisscholen. Daar nemen alle basisscholen in de gemeente Beesel aan deel. Met deze aanmelding geven ouders te kennen dat ze voornemens zijn hun kind op onze school te laten inschrijven. Ouders waarvan kinderen zijn aangemeld ontvangen een uitnodiging voor een intakegesprek met de teamleider onderbouw. Tijdens dit gesprek wordt de onderwijsbehoefte van het kind besproken. Bovendien vindt er een overdrachtsgesprek plaats met de leidsters van het KDV en/of PSZ. Op basis van de verkregen informatie uit overdracht en intake wordt het kind in de groep geplaatst door de teamleider onderbouw. Kinderen kunnen voor hun eerste echte schooldag binnen Meander al eens komen kennismaken met de groep en de leerkracht. Voor nieuwe vierjarigen zijn er drie kennismakingsmomenten, nl. een ochtend en een middag op school in de maand voorafgaand aan de vierde verjaardag. Tevens vindt er een huisbezoek plaats. Aanmeldingsformulieren zijn op school verkrijgbaar. Nieuwe leerlingen vanaf 4 jaar kunnen gedurende het hele schooljaar worden aangemeld. We vinden het van belang dat ouders een weloverwogen keuze maken en zich goed informeren en oriënteren over de mogelijkheden van onze school en die van andere scholen in Reuver en/of in de regio. Er bestaat altijd de mogelijkheid om van tevoren een kijkje te nemen op school of een gesprek te voeren met de directeur van de school. Voor tussentijdse instromers is er één kennismakingsmoment. De datum wordt door de leerkracht in samenspraak met de ouders bepaald.
5.2 Voor- en vroeg schoolse educatie. Met ingang van 1 januari 2011 is er in Nederland een nieuwe wet ingevoerd die betrekking heeft op voor- en vroegschoolse educatie (VVE) VVE is bedoeld voor jonge kinderen die een extra duwtje in de rug kunnen gebruiken. Bijvoorbeeld omdat er thuis geen of weinig Nederlands wordt gesproken. Ook kunnen kinderen van ouders met een laag opleidingsniveau een extra impuls nodig hebben om zich verder te ontwikkelen. Verder behoren ook tot de VVE kinderen, de peuters die op een of meerder ontwikkelingsgebied(-en) achterstand hebben. Op deze manier wil het ministerie voorkomen dat kinderen met een onnodige achterstand aan het basisonderwijs beginnen. Het ministerie heeft dan ook extra geld beschikbaar gesteld voor alle VVE kinderen die een peuterspeelzaal bezoeken. De gemeente Beesel zet die gelden onder andere in door alle kinderen die daarvoor in aanmerking komen naast de twee reguliere dagdelen, twee extra dagdelen te laten deelnemen aan het peuterspeelzaalwerk. Dit tegen geringe vergoeding. Door deze kinderen 4 dagdelen naar de peuterspeelzaal te laten gaan, kunnen de leidsters het kind nog beter volgen in zijn/haar ontwikkeling. De peuterleidster zal middels observatie en gesprekken met de consultatiebureau-arts kijken welke kinderen voor 4 dagdelen in aanmerking komen.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
16
5.3 Leerlingvolgsysteem Binnen de peuterspeelzalen wordt er gewerkt volgens het programma Startblokken. Startblokken is een ontwikkelingsgericht pedagogisch plan voor leidsters die met peuters werken. Een essentieel uitgangspunt is dat de ontwikkeling geen spontaan of natuurlijk proces is, ook niet bij het jonge kind. Zij zijn in de ontwikkeling afhankelijk van de invloed die de sociale omgeving uitoefent, met name de volwassenen in de omgeving. Dit betekent dat volwassenen zich opzettelijk en doelbewust inspannen om sociaal-culturele activiteiten met kinderen verder tot ontwikkeling te brengen. Samen met kinderen creëren ze betekenisvolle activiteiten en inhouden. Binnen die activiteiten lokken ze belangrijke leerprocessen uit en helpen ze kinderen om essentiële leerervaringen op te doen. Vervolgens begeleiden en leiden de leidsters activiteiten op zo'n manier dat kinderen er verder mee komen, ze voegen steeds wat toe aan de activiteiten van de kinderen zelf. Dit toevoegen heeft in de peutergroepen altijd te maken met bevorderen van taal, spel en sociale contacten. Hierdoor krijgen we een goed beeld van de ontwikkeling van het jonge kind. Dit beeld wordt vanaf schooljaar 2014-2015 vastgelegd in het digitale volgsysteem HOREB (Handelingsgericht Observeren, Registreren en Evalueren binnen Basisontwikkeling). Door al vroegtijdig de ontwikkeling van het kind centraal te stellen, kan dit voor het jonge kind een doorgaande lijn naar de basisschool waarborgen. Samenwerken met de basisschool speelt dan ook een steeds grotere rol. Wij vinden het van belang om informatie over de ontwikkeling van het kind door te geven naar de basisschool. Hiervoor is in samenwerking met de basisscholen een overdrachtsformulier ontwikkeld. Dit is een formulier waarin staat hoe de peuter op de peuterspeelzaal gefunctioneerd heeft. Dit formulier wordt ingevuld door de peuterleidsters als de peuter vier jaar oud is. Dit formulier wordt door de leidster met het kind naar de basisschool gebracht. Op de basisschool tracht de leraar door observatie, verzameling van oefenresultaten en toetsing van belangrijke basisvaardigheden, de ontwikkeling van het kind te volgen. De toetsen zijn gemaakt bij de methodeboeken die wij gebruiken. We hanteren ook toetsen die methode-onafhankelijk en landelijk genormeerd zijn (bijv. van CITO). Deze worden vanaf groep 1 afgenomen en elk jaar wordt de ontwikkeling op deze manier gevolgd. Het is mogelijk dat een kind op onderdelen een versnelde of een vertraagde ontwikkeling doormaakt. De begeleiding wordt daarop afgestemd. De groepsleraar bespreekt met de ouders en met de teamleider de ontwikkelingen. Indien nodig wordt er een speciaal plan opgesteld voor uitvoering binnen de eigen groep of buiten de groep. Wij hanteren daarbij een aanpak, genaamd: handelingsgerichte procesdiagnostiek (HGPD). Deze aanpak zal geleidelijk ook binnen de peuterspeelzaal, dagopvang en buitenschoolse opvang worden ingevoerd. Daarin is belangrijk dat, in samenspraak met ouders, gezocht wordt naar risico’s en belemmerende factoren bij de ontwikkeling van de kinderen. Maar we zoeken ook naar de beschermende en compenserende factoren, die het kind helpen om vooruit te kunnen. We zoeken dus vooral naar positieve bouwstenen om het kind te helpen als de ontwikkeling vertraagt of stagneert. De hulpverlening vindt incidenteel buiten het klaslokaal plaats. Het geheel wordt in de administratie van de groepsleraar verwerkt en opgeslagen. De directie beheert het algemene leerlingdossier. In oudergesprekken worden de ouders op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. Onderwijs vergt een constante aandacht voor taakwerkhouding, sociaal emotioneel gedrag en (leer)prestaties. Kinderen verschillen onderling bij de start van de basisschool in ontwikkelingsniveau, ontplooiingskansen en in wat optimaal in aanleg aanwezig is. De school kan pas tevreden zijn als wat
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
17
haalbaar is bij elk individueel kind zo dicht mogelijk benaderd wordt. De school probeert dit te doen door veiligheid te bieden en een goede structuur (regels, afspraken, duidelijkheid) en een goede afwisseling in inspannende en ontspannende activiteiten.
5.4 Toetsing door de school Onze school gebruikt verschillende methodes om het onderwijs vulling te geven. Elk leerjaar behoort aan een aantal kerndoelen te voldoen. Door het jaar heen worden er verschillende methode gebonden toetsen afgenomen, zodat de leerkracht het niveau van de leerling kan blijven volgen. Verder worden er toetsen afgenomen om de leerling gedurende de hele school te kunnen volgen. Deze horen bij het CITO-leerlingvolgsysteem. Dit volgsysteem start in groep 1. Zowel op de peuterspeelzaal als op de basisschool worden de kinderen gevolgd volgens de observatiepunten vanuit de HOREB. Aan het einde van groep 8 wordt er een eindtoets afgenomen. Daarin wordt de opgedane kennis getoetst.
5.5 Niveaus van zorg Iedere leerling verdient die zorg die hij/zij nodig heeft. Vanwege specifieke pedagogisch-didactische behoeften heeft het ene kind echter meer zorg nodig dan het andere. We spreken dan ook van verschillende niveaus van zorg. Het is de leerkracht die deze verschillende niveaus van zorg voornamelijk moet realiseren. De verschillende te onderhouden niveaus van zorg dienen met elkaar verbonden te zijn, op elkaar aan te sluiten. Het continuüm van zorg beschrijft de verschillende niveaus van zorg in hun onderlinge samenhang en plaatst de zorgniveaus op een lijn, een continuüm oplopend van algemene zorg naar zeer specifieke zorg. Niet alleen kindfactoren zijn van belang bij het bepalen van het zorgniveau waarin een kind wordt ingedeeld. Het is vooral de mate waarin de leraar (school) in staat is om zelf de zorg op maat te bieden die bepaalt in welk zorgniveau een kind zit. En wellicht ten overvloede: dat geldt voor kinderen met relatieve achterstanden én voor kinderen die meer aankunnen dan hun leeftijdsgenoten. Rol van de groepsleerkrachten: De groepsleerkracht blijft in alle gevallen verantwoordelijk voor de leerling. De groepsleerkracht zorgt in overleg met de teamleider dat er altijd voldoende materiaal aanwezig is voor zorgleerlingen. De groepsleerkracht dient derden te informeren over extra hulpactiviteiten: welk doel, welke activiteiten, hoe is het verlopen, wat is het resultaat, etc. Aan het einde van het schooljaar draagt de groepsleerkracht de zorgleerlingen met materialen en up-to-date dossier over aan de nieuwe leerkracht, zodat deze niet de eerste weken hoeft te ‘dobberen’, maar direct aan de slag kan en op het niveau van de leerling verder kan aansluiten.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
18
Niveau 1 (onderdeel van de basisondersteuning)
Omschrijving Het kind krijgt ondersteuning binnen de groep of samenwerkende groepen die door (samenwerkende) leraren zijn ingericht. De leerkracht biedt onderwijs op maat, gebruik makend van de mogelijkheden die reguliere middelen, methodieken en activiteiten bieden. De leerkracht(en) beslist (beslissen) zelf of er aanpassingen in het programma nodig zijn en hoe deze het beste kunnen worden uitgevoerd. De leerkracht(en) kan (kunnen) hiervoor consultatief collega’s raadplegen.
2 (onderdeel van de basisondersteuning)
Na overleg tussen leerkracht en teamleider wordt ondersteuning geboden door medewerkers van de basisschool (binnen of buiten de groep). De algemene ondersteuning door de eigen leerkracht (zoals in niveau 1) is niet voldoende. De benodigde gegevens worden door de school zelf verzameld en bieden voldoende basis voor handelingsgerichte interventies. Waar nodig kan ook een buitenschools hulpverlener (uit ondersteuningsniveau 3) kortdurend consultatief worden geraadpleegd.
3 (onderdeel van de extra ondersteuning)
Een medewerker van de basisschool (leraar, teamleider) voert regelmatig overleg met een buitenschools hulpverlener (bijv. BCO, co-teacher, bovenschoolse ondersteuningscommissie, gezinscoach Jeugdzorg) om handelingsgerichte adviezen te verkrijgen. Deze adviezen worden beoordeeld, in activiteiten vertaald en uitgevoerd door medewerkers van de school of door de buitenschools hulpverlener zelf. Hieruit volgt dat kinderen die extra ondersteuning ontvangen (dus uit middelen van het samenwerkingsverband) in dit ondersteuningsniveau worden ondergebracht.
4 (onderdeel van de extra ondersteuning) 5 (onderdeel van de speciale ondersteuning)
Na afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring (via de bovenschoolse ondersteuningscommissie) is het kind geplaatst in het Speciaal Basisonderwijs.
Na afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring (via de bovenschoolse ondersteuningscommissie) is het kind geplaatst in het Speciaal Onderwijs.
Hoe gaan we verder als ouders niet akkoord gaan met het advies van school (advies doubleren, aanmelding BCO en Commissie Leerlingenzorg en/of verwijzing SO/ SBO) Stap 1. In een gezamenlijk overleg tussen de teamleider, leerkracht en de ouders wordt het gegeven advies zorgvuldig toegelicht. Indien het gegeven advies door de ouders genegeerd wordt, zal aan de ouders nogmaals in een gesprek duidelijk gemaakt worden wat de mogelijke onderwijskundige en organisatorische consequenties voor de begeleiding van het kind kunnen zijn. Deze consequenties kunnen gevolgen hebben voor een ononderbroken ontwikkeling van het kind. Stap 2. Mogelijke onderwijskundige en organisatorische consequenties worden schriftelijk vastgelegd en door een lid van de directie, leerkracht en ouders ondertekend. Stap 3. In onderling overleg tussen lid van de directie, leerkracht en ouders zullen gemaakte afspraken over de begeleiding en ondersteuning van het kind regelmatig geëvalueerd en schriftelijk worden vastgelegd.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
19
5.6 BCO- onderwijsadvies Onze school wordt in haar onderwijstaak ondersteund door het BCO- onderwijsadvies te Venlo. De ondersteuning is op onderwijsinhoudelijk gebied, als ook op het gebied van de leerlingenzorg. Bij bepaalde onderwijskundige veranderingen worden medewerkers van BCO- onderwijsadvies Venlo ingeschakeld. Te denken valt bijv. aan het invoeren van het thematisch werken. Zij begeleiden schoolleiding, onderwijsteam en/of individuele leerkrachten bij het ontwikkelen en invoeren van onderwijskundige plannen. Basisschool Meander heeft twee medewerkers van het BCOonderwijsadvies voor deze vorm van begeleiding. Daarnaast krijgt de school ondersteuning bij de leerlingenzorg. Voor leerlingen die extra zorg nodig hebben, kunnen we een orthopedagoog van het BCO- onderwijsadvies inschakelen. Deze adviseert en ondersteunt school en ouders bij het opzetten en uitvoeren van handelingsplannen voor deze kinderen. Indien nodig wordt er door deze orthopedagoog individueel onderzoek bij een kind verricht. Daarvoor is echter altijd toestemming van de ouders nodig. Voor verdere gegevens van het BCOonderwijsadvies zie de jaarkalender.
5.7 De zorgplicht in het kader van Passend Onderwijs Elke school is verplicht binnen 6 tot 10 weken nadat de ouders hun kind hebben aangemeld, een aanbod te doen aan ouders voor een passende plek voor hun kind in het onderwijs. Deze passende plek kan zijn op de eigen reguliere basisschool, op een andere reguliere basisschool of op een speciale (basis-)school binnen de regio. Als het kind op een school is of wordt geplaatst, regelt die school dus ook de nodige extra ondersteuning of, als de school niet langer aan de onderwijsbehoefte van het kind kan voldoen, regelt de school een passend alternatief. Een veelvoorkomend misverstand is, dat elke basisschool aan alle kinderen passend onderwijs moet kunnen bieden, ongeacht hun ondersteuningsbehoefte. Elke school moet wel regelen dat er een passend aanbod aan ouders wordt gedaan, ook al is dat op een andere school. Na aanmelding door de ouders zal de school samen met de ouders onderzoeken of de leerling specifieke ondersteuningsbehoeften heeft en of de school de nodige ondersteuning kan bieden. Een gesprek met de ouders (uiterlijk 10 weken voorafgaande aan de beoogde plaatsingsdatum of anders z.s.m.) en het opvragen van gegevens bij peuterspeelzaal, bij de vorige school en/of instanties maakt onderdeel uit van het onderzoek. Als duidelijk is dat de school het kind kan begeleiden, kan het kind worden ingeschreven. Als dat niet kan of men is onzeker, dan kan een stappenplan in werking worden gezet om in beeld te krijgen van wat het kind nodig heeft en welke onderwijsvorm daar het beste bij past. Dit stappenplan maakt deel uit het bestuursondersteuningsprofiel en is op te vragen bij school. Leerlingenondersteuning binnen Kerobei Onze school volgt systematisch de ontwikkeling van alle kinderen, in elk geval op het gebied van rekenen en wiskunde, technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, sociaal-emotionele ontwikkeling (gedrag). Sommige scholen hanteren ook een zorgcyclus woordenschat. De ontwikkeling van kleuters wordt op een speciale manier gevolgd. Onze school heeft een teamleider die leerkrachten ondersteunt bij het bieden van ondersteuning op maat. De teamleider heeft speciale aandacht voor de ontwikkeling van de leerkracht en voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Daarnaast onderhoudt de teamleider contacten met externe hulpverleners, instanties en adviseurs die bij de ontwikkeling van het kind en/of de school belangrijk zijn. De leerkracht is voor u het eerste aanspreekpunt. Als deze u niet verder kan helpen, dan kunt u uiteraard ook zelf contact opnemen met de teamleider. als school hebben we een aantal mogelijkheden om extern advies in te winnen, bijvoorbeeld:
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
20
o de adviseur (orthopedagoog) van BCO-Onderwijsadvies (kortweg BCO) is regelmatig bij ons op school om te praten over leerlingen en leerlingenondersteuning. o de GGD (schoolarts) en de gezinscoach zijn belangrijke partners in het bieden van ondersteuning op maat voor alle kinderen. Deze externe hulpverleners zijn regelmatig op onze school aanwezig om de school te adviseren over zaken die van belang zijn voor de ontwikkeling van het kind, waarbij ook zaken buiten school een belangrijke rol (lijken te) spelen. Hiermee wordt onderwijs en jeugdzorg meer op elkaar afgestemd, een belangrijk onderdeel van landelijk beleid. De betreffende medewerker biedt ondersteuning aan school en, als dat nodig is, kortdurend binnen de opvoedingssituatie, als blijkt dat het kind er op school ook onder lijdt. Indien nodig kan het deze medewerker u doorverwijzen naar overige instanties en kan tevens samen met u de aanmelding bij een instantie oppakken. Deze personen kunnen zonder meer door school worden geraadpleegd en/of betrokken bij overleg over uw kind, desnoods anoniem. Hoewel deze medewerkers in dienst kunnen zijn bij verschillende instellingen (denk aan de gemeente, Bureau Jeugdzorg, MEE, Wel.kom, Synthese) is er nooit sprake van aanmelding van uw kind bij de betreffende instantie. U legt dus gewoon contact via de teamleider van de school en beslist altijd zelf als u bij een van die instanties zou willen aanmelden. o een co-teacher is regelmatig op de scholen in ons scholencluster aanwezig. De coteacher is een speciale leerkracht, in dienst van Kerobei of van het speciaal onderwijs, en goed op de hoogte van ondersteuning aan kinderen die zeer moeilijk leren, lichamelijke en/of motorische problemen hebben en kinderen met gedrags- en omgangsproblemen (bijv. vanwege ADHD of een vorm van autisme). Daarnaast is er een co-teacher die scholen adviseert over onderwijs aan meer- en hoogbegaafde kinderen. De co-teacher is betrokken bij kinderen aan wie extra ondersteuning is toegewezen (voormalige rugzakmiddelen), maar kan incidenteel ook om advies worden gevraagd over andere kinderen. Voordat een co-teacher voor een leerling in actie kan komen moet een speciaal toewijzingstraject worden doorlopen. Dit traject staat elders in deze schoolgids vermeld. Als u vragen heeft, dan neem gerust contact op met de leerkracht of de teamleider. o de commissie bovenschoolse ondersteuning adviseert namens het bestuur de scholen (op afroep) bij het bieden van ondersteuning op maat. De school kan de commissie bovenschoolse ondersteuning inschakelen voor advies over de ontwikkeling van een kind, met name als de grenzen van de zorg (dreigen te) worden bereikt. Als de school er voor kiest om uw kind aan te melden bij de commissie bovenschoolse ondersteuning, dan zal aan de ouders om medewerking worden gevraagd. Ook u als ouder kunt de commissie bovenschoolse ondersteuning inschakelen. School en ouders hebben in principe van elkaar geen toestemming nodig om de commissie bovenschoolse ondersteuning in te schakelen, maar het beste is natuurlijk als de aanmelding in gezamenlijk overleg gebeurt. Zie verder de paragraaf over de commissie bovenschoolse ondersteuning. wanneer de basisschool speciaal onderzoek (bijvoorbeeld intelligentieonderzoek, persoonlijkheidsonderzoek, dyslexieonderzoek, dyscalculieonderzoek) nodig vindt om te kunnen blijven aansluiten bij de mogelijkheden van uw kind, kan de basisschool dit onderzoek laten uitvoeren door een extern bureau, meestal BCO-Onderwijsadvies. De kosten voor dit onderzoek worden dan door de school betaald. Als u zelf wilt dat speciaal onderzoek wordt uitgevoerd, maar de school vindt dit niet nodig, dan kan de school u adviseren waar u dit onderzoek kunt laten uitvoeren, maar draagt u als ouder de kosten. Onder voorwaarden wordt dyslexieonderzoek en –behandeling door de gemeente betaald. Ook hier kan de school u nader over informeren. als ouders en school samen het belang zien van verwijzing naar een externe deskundige (denk aan GGZ-instelling, onderzoek en behandeling, verwijzing naar een kinderarts), dan zal school deze aanmelding ook schriftelijk inhoudelijk ondersteunen. Hiervoor zijn afspraken gemaakt tussen scholen en zorgverleners, vastgelegd in een “Leidraad verwijzingen”. Deze leidraad is op te vragen bij
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
21
de school of via de stafmedewerker bovenschoolse ondersteuning, Frank Evers (
[email protected] of 077-3968888) We zullen u als school op de hoogte stellen als we extern advies denken nodig te hebben, of als uw kind met externe hulpverleners of adviseurs wordt besproken. Bij de voorbereiding van een gesprek met de adviseurs zullen we meestal onze hulpvraag en een samenvatting van de reeds uitgevoerde ondersteuning voor uw kind aan hem/haar overhandigen. In de regel is dit het “Journaal” van uw kind of een handelingsplan (HGA of OPP). Als het nodig is dat de adviseur inzage krijgt in het dossier van het kind, zullen we u als ouder daarvan vooraf op de hoogte stellen. Natuurlijk zullen we u informeren over wat er besproken is. Het komt ook regelmatig voor, dat u als ouder bij een overleg met externen wordt uitgenodigd. Dit is afhankelijk van welke vraag de school en u als ouder heeft. Soms heeft een kind een ouder zonder formeel gezag over het kind. Deze “niet-gezaghebbende ouder” heeft het recht op feitelijke informatie over de ontwikkeling van het kind, maar heeft niet zonder meer het recht om mee te praten of mee te beslissen over het onderwijs voor het kind. De ouder die wel het gezag heeft, heeft de plicht om de niet-gezaghebbende ouder te informeren. Deze ouder moet er dus voor zorgen dat de andere ouder zich een beeld kan vormen van de ontwikkeling van het kind. Die informatieplicht ligt dus niet bij de school. We zullen bij een verzoek om informatie van een niet-gezaghebbende ouder altijd eerst de mogelijkheden bekijken of de wel-gezaghebbende ouder die informatie heeft en deze ook kan verstrekken. Echter, de ene ouder kan wettelijk de school niet verbieden om feitelijke informatie over de schoolvorderingen van een kind (zoals vermeld in het rapport van de leerling) door te geven aan de niet-gezaghebbende ouder. Zo nodig nemen we met beide ouders contact op en geven we beide ouders dezelfde informatie. Echter, we zullen als school altijd proberen te voorkomen dat we tussen de beide ouders in komen te staan. In ons handelen naar de ene en/of de andere ouder zullen we daarom nadrukkelijk onze inschatting van het belang van het kind voorop stellen. Een uitzondering op deze werkwijze wordt gemaakt als er sprake is van vermoedens van kindermishandeling. Dan geldt de wettelijke meldplicht van beroepskrachten, zoals de medewerkers van onze school. Daarvoor is geen toestemming van de ouders nodig. Om zorgvuldig om te kunnen gaan met vermoedens van kindermishandeling, hanteert elke school een Protocol Kindermishandeling. In dit protocol is vastgelegd hoe de school omgaat met vermoedens van kindermishandeling. U kunt het opvragen bij de school. We hopen natuurlijk dat er nooit aanleiding zal zijn om dit protocol te gaan gebruiken. Uitgangspunten van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Noord-Limburg (http://www.passendonderwijsnoordlimburg.nl/) Extra ondersteuning (inzet van expertise) is nodig als de basisschool met reguliere mogelijkheden (basisondersteuning) niet in staat is op een verantwoorde manier passend onderwijs aan de leerling te bieden. De behoefte aan inzet van extra ondersteuning is dus mede afhankelijk van de kwaliteit van het onderwijs en de basisondersteuning van de (samenwerkende) leraar, in de context van de school en de omgeving (gezin) van het kind. Elke school zal zich daarom maximaal moeten inspannen om de persoonlijke ontwikkeling en het vakmanschap van elke leraar te vergroten en maximaal in te zetten t.b.v. signalering, analyse, (evt. diagnose), handelen, evalueren en reflecteren. In eerste instantie maakt dit onderdeel uit van het professionele handelen van de leraar, waar nodig in samenwerking met collega’s en de teamleider van de school. Dit alles maakt onderdeel uit van het schoolondersteuningsprofiel van elke school. Tot het direct voor school toegankelijke aanbod behoren tenminste : - ondersteuning van kind en leerkracht t.b.v. kinderen met cluster 3 en 4-problematiek. - ondersteuning van school en ouders op het gebied van opvoeding in relatie tot het functioneren van het kind in het onderwijs. - het incidenteel “invliegen” van speciale expertise wanneer de stoornis of handicap van een kind het aanbod of kennis van de school overstijgt. Dit is met name aan de orde bij stoornissen of Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
22
handicaps die een zodanig specifieke aanpak vergen dat redelijkerwijs niet mag worden verwacht dat het regulier onderwijs hiermee ervaring heeft kunnen opdoen. Het (samenwerkend) schoolbestuur waarborgt daarbij het behoud, verdieping en verbreding van expertise op de diverse begeleidingsniveaus door de inrichting van persoonlijke leer- en ontwikkeltrajecten, leren van en met elkaar (binnen het bestuur), samenwerking met gespecialiseerde instellingen (bijv. het SO) en regelmatige uitwisseling van expertise en ervaringen met collega’s van andere besturen. Positie van de ouders Afspraken over de extra ondersteuning in ondersteuningsniveau 3 moeten altijd tot stand komen in overleg met relevante inhoudsdeskundigen en in afstemming met de ouders. Ouders worden dus altijd betrokken bij het interdisciplinair overleg, het formuleren van doelen en activiteiten en bij het formuleren van het ontwikkelingsperspectief als dit van toepassing is van de leerling. De afspraken worden omschreven in een individueel handelingsplan (HGA resp. OPP) of in een (sub-)groepsplan. Tenminste twee keer per jaar worden de ouders uitgenodigd voor een evaluatief gesprek in aanwezigheid van de bij de extra ondersteuning betrokken medewerkers. Toewijzing van extra ondersteuning: het interdisciplinair overleg Als de behoefte aan extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband blijkt (cluster 3 en 4), zal bovenstaande proces worden versterkt door inbreng van extra expertise in een interdisciplinair overleg met ouders. De inhoudelijke afweging geschiedt op basis van HGPD. De teamleider van de school is initiatiefnemer voor dit overleg en zorgt voor organisatie ervan. De samenstelling van dat interdisciplinair overleg is flexibel, waarbij ook de potentiële uitvoerder van de extra ondersteuning wordt betrokken (bijv. de co-teacher, zie hierna). Voorafgaande aan het interdisciplinair overleg stuurt de teamleider een zo volledig mogelijk HGPD ter voorbereiding aan alle deelnemers toe. Hiermee wordt beoogd dat het overleg zich vooraf overzicht kan verschaffen en zich in het overleg zelf primair kan richten op het concretiseren van de ondersteuningsbehoefte van kind en leraar. Als dan blijkt dat extra ondersteuning nodig is, dan zal deze door het betreffende overleg worden toegewezen en in de regel op het niveau van het scholencluster worden gerealiseerd. Cluster 1 (blind, slechtziend) en cluster 2 (doof, slechthorend en ernstige spraak-taal-moeilijkheden) behoren feitelijk niet tot Passend Onderwijs. Voor extra ondersteuning vanuit cluster 1 en 2 geldt daarom een enigszins afwijkende procedure. Bij cluster 1 ligt het initiatief vaak bij de begeleidende instelling (Visio) in samenspraak met de ouders. Bij cluster 2 zal een trajectbegeleider in het interdisciplinaire overleg met school en ouders een ondersteuningsarrangement formuleren en dat als advies via een Multidisciplinair team van de samenwerkende cluster-2-besturen voorleggen aan een Commissie van Onderzoek (CvO). Na accorderen wordt de inzet vanuit cluster 2 toegankelijk. De organisatie van de praktische inzet van de begeleiding voor deze leerlingen is ter uitwerking in een overleg tussen school, ouders en de expert (ambulante begeleider) van cluster 1 resp. cluster 2. Begeleiding geschiedt door iemand van cluster 1 of iemand van school resp. bestuur (bijv. een extra leerkracht of onderwijsassistente). Per 1-8-2015 is losgelaten dat kinderen van cluster 1 en 2 tot de doelgroep behoren van de co-teacher. De co-teachers zullen de begeleiding van deze kinderen dus niet meer uitvoeren. Waar strikt noodzakelijk kan hier in 2015-2016 nog van worden afgeweken. De co-teacher Tot en met het schooljaar 2013-2014 is de begeleiding van rugzakleerlingen (en hun leerkrachten) voor een belangrijk deel uitgevoerd door ambulante begeleiders (van het Speciaal onderwijs) en
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
23
intern ambulant begeleiders (van Kerobei). Met ingang van 2014-2015 (start passend onderwijs) wordt een volgende stap gezet: de co-teacher. Samenvatting Co-teachers zijn deskundige generalisten op het gebied van begeleiding van doelgroepleerlingen (en hun leerkrachten): kinderen met spraaktaalstoornis, doofheid of slechthorendheid, van zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK), van kinderen met een ernstige lichamelijke beperking, kinderen met ernstige gedrags- en omgangsproblemen en hoogbegaafde kinderen1. De gespecialiseerde leraren (of specialisten met relevante opleiding en ervaring) die deze taak uitvoeren worden vooralsnog “coteacher” genoemd. De inzet van co-teachers wordt gezien als het logische antwoord op het verdwijnen van de rugzakjes per 1-8-2014. De co-teachers werken met en voor kinderen (en hun leerkrachten) aan wie via de elders in dit bestuursondersteuningsprofiel geschetste procedure extra ondersteuning is toegewezen. Bij kortdurende consultatieve trajecten is die toewijzing niet nodig. Co-teachers zijn in dienst bij Kerobei of stichting Buitengewoon (speciaal onderwijs) en worden in principe evenredig over de scholenclusters verdeeld (op basis van aantal leerlingen in het scholencluster). Een co-teacher met aantoonbaar meer expertise (erkende ongelijkheid) binnen een van de genoemde gebieden, waarbij die expertise ook aantoonbaar breed wordt gevraagd (in meerdere scholenclusters), zal ook meer vragen buiten het eigen scholencluster oppakken. Werkzaamheden voor andere leerlingen dan doelgroepleerlingen zijn alleen mogelijk als alle doelgroepleerlingen binnen Kerobei passende ondersteuning krijgen. Uitwerking Co-teachers hebben per definitie veel contact met kinderen voor wie zij ondersteuning bieden en met hun leerkrachten. Ze zijn veel aanwezig in de praktijk van het betreffende kind en de leerkracht, De co-teacher draagt persoonlijk bij aan de groei van kind èn leerkracht. Binnen die context laat de co-teacher professionele flexibiliteit zien; de co-teacher heeft immers indirect ook te maken met de context van de groep, de school, met teamleiders, ouders en andere deskundigen die actief zijn rondom de leerling. Kern daarbij is erkende ongelijkheid; de co-teacher is vanwege een hoog niveau van kennis en vaardigheden, gekoppeld aan relevante persoonlijke kwaliteiten (zie passage hierna over thermometers), van meerwaarde voor kind, leerkracht en omgeving. De co-teacher is in staat om vanuit het HGPD-gedachtegoed bij te dragen aan overzicht, inzicht en uitzicht voor leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeftes. Daarnaast draagt de co-teacher bij aan het formuleren van een scherpe hulpvraag van kind, leerkracht en (zo nodig en waar mogelijk) school. De co-teacher is zichtbaar en bereikbaar voor in eerste instantie de teamleider en na toewijzing van de extra ondersteuning, voor kind, leerkracht en omgeving, waar onder ouders. Zowel kind als leraar moeten kunnen leren van de inbreng van de co-teacher. Daarom is de coteacher met zijn/haar speciale ogen en handen regelmatig in de klas aanwezig. De co-teacher ondersteunt de leerkracht bij het uitvoeren van de begeleiding van kinderen met speciale vragen, zowel uitvoerend (werken met het kind) als begeleidend (de leraar in staat te stellen zelf verantwoord met het kind te werken). Het OPP van de leerling is hierin leidend. De co-teacher draagt dus persoonlijk bij aan de groei van het kind en de leerkracht. Hoewel het zeker denkbaar is dat de co-teacher op momenten ook de begeleiding van het kind overneemt, is de kern van de begeleiding gericht op versterking van de vaardigheden van zowel het kind als van de leerkracht binnen de groepssetting. Daarbij blijft de leerkracht eigenaar van de ontwikkeling van het kind. Binnen de beschikbare uren van een co-teacher(s) in het scholencluster zijn de scholen (via de teamleider) vrij om te bepalen aan welke kinderen resp. leerkrachten de diensten van de co-teacher worden toegewezen, mits dit gebeurt aan doelgroepleerlingen en binnen de afspraken van het
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
24
samenwerkingsverband over de toewijzing van extra ondersteuning (zie de betreffende paragraaf). Co-teachers kunnen, naar keuze van het scholencluster, ook worden ingezet t.b.v. gezamenlijke tussenvoorziening(en), zowel in adviserende als in uitvoerende zin. Aan de inzet van de co-teacher zal een gedegen afweging voorafgaan, al is het maar vanwege een gelimiteerd totaal aantal beschikbare uren. Scholen zullen dus telkens moeten afwegen (op basis van HGPD) of de inzet van de co-teacher noodzakelijk is. Daarnaast wordt voorzien dat het breed inzetten van de co-teacher, anders dan aan doelgroepleerlingen, niet of nauwelijks mogelijk is. Hierdoor is er ook een gezamenlijke prikkel voor elke individuele school om zich te blijven ontwikkelen en zo de aanspraak op de co-teacher binnen de beschikbare mogelijkheden te kunnen houden. De co-teacher kan dus geen buffer zijn voor taken die school (teamleider) zelf zou moeten kunnen oppakken maar daar geen tijd voor heeft. Voor de omschrijving van de competenties van de co-teacher is een thermometer in ontwikkeling (er wordt ervaring opgedaan met een conceptversie). De co-teachers die werkzaam zijn binnen hetzelfde scholencluster hebben regelmatig afstemming met elkaar. Daarnaast is er een werkplaats voor alle co-teachers die binnen Kerobei werkzaam zijn. Hierdoor draagt elke co-teacher bij aan het vermenigvuldigen van elkaars expertise. De werkplaatsinhoud is daarom primair gericht op leren van en met elkaar vanuit de praktijk. Co-teachers met een duidelijke specialisatie op een van de genoemde begeleidingsgebieden dragen een extra steentje bij aan het verhogen van de deskundigheid van elke co-teacher, waarvoor ook extra tijd kan worden vrijgemaakt. Ook hier is dus sprake van erkende ongelijkheid. Waar nodig wordt scholing ook extern ingekocht. Hoewel op functionele momenten (bijv. in de werkplaats en binnen de bekostigingssystematiek) de gezamenlijke co-teachers als groep worden benaderd, is een co-teacher in grote mate zelfstandig. Er kan maar tot op zeker hoogte sprake zijn van teamvorming met andere co-teachers; een co-teacher heeft vooral binding met het team van de school resp. scholencluster waarbinnen hij/zij werkzaam is. Het is nu eenmaal een kenmerk van het co-teacherschap dat het dagelijks werk zich afspeelt buiten het zicht van de meeste andere co-teachers, dat de co-teacher regelmatig van context (school, scholencluster) wisselt, dat een school het ene jaar meer vragen heeft dan het andere, dat er jaarlijks wisselingen kunnen plaatsvinden in de verdeling van co-teachers over de scholenclusters en dat de individuele co-teacher kortdurend wel eens op een andere plek nodig kan zijn dan binnen het vertrouwde scholencluster, bijvoorbeeld vanwege specifieke expertise. Daarbij zal uiteraard altijd rekening worden gehouden met het belang van de kinderen die de co-teacher op dat moment in de begeleiding heeft. Professioneel leiderschap, waaronder de gesprekkencyclus, wordt uitgevoerd door een van de directeuren van Kerobei. De stafmedewerker bovenschoolse ondersteuning coördineert de inzet van de co-teachers, waar onder de verdeling van de co-teachers over de diverse scholenclusters. Positioneel leiderschap (beoordelen om te beslissen) moet nog worden ontwikkeld. Zeer specifiek specialisme Voor kinderen die vanwege zeldzame ziektes of handicaps zeer specifieke en specialistische begeleiding nodig hebben, die wel binnen het regulier onderwijs kunnen worden begeleid maar waarbij van school noch co-teachers kan worden verwacht hier kennis en ervaring in hebben kunnen opbouwen, is zeer specifiek specialisme op afroep inzetbaar. Kerobei maakt hierbij afspraken met (met name) Stichting Buitengewoon, incidenteel ook met zorginstellingen als kinderrevalidatie, Kempenhaege/Berkenschutse (epilepsie; ambulante begeleiding is voor de afnemende school gratis), etc.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
25
De stafmedewerker bovenschoolse ondersteuning en de commissie bovenschoolse ondersteuning van Kerobei Voor ouders, scholen en externe instanties is het vaak een hele zoektocht om de goede ondersteuning voor hun kind te realiseren. Binnen het Passend Onderwijs in Noord-Limburg wordt er naar gestreefd om de toegang tot alle speciale vormen van onderwijs en de daarnaast noodzakelijke ondersteuning, onder te brengen bij één aanspreekpunt per bevoegd gezag. Daarvoor heeft elk schoolbestuur in Noord-Limburg een bovenschoolse ondersteuningscoördinator. Binnen Kerobei is dit deze taak ondergebracht bij de stafmedewerker bovenschoolse ondersteuning, dhr. Frank Evers. Kerobei heeft er daarnaast voor gekozen om een commissie bovenschoolse ondersteuning in te richten, onder voorzitterschap van de stafmedewerker bovenschoolse ondersteuning. Zowel de ouders als de school kunnen een kind aanmelden bij de commissie bovenschoolse ondersteuning. Het is natuurlijk het beste, als de aanmelding van een kind bij de commissie bovenschoolse ondersteuning in gezamenlijkheid door school en ouders gebeurt. Aanmelding bij de commissie bovenschoolse ondersteuning is in elk geval nodig voor het verkrijgen van een toelaatbaarheidsverklaring voor speciaal basisonderwijs (de Schans en De Lings), voor Extralent (de school voor onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen) en het speciaal onderwijs. Een aanmeldingsformulier met daarin een uitgebreide toelichting over de commissie bovenschoolse ondersteuning is via school verkrijgbaar of op te vragen bij de commissie bovenschoolse ondersteuning, dhr. Frank Evers (077-3968888 of
[email protected]). Plaatsing in het speciaal (basis-)onderwijs Voor kinderen die niet binnen regulier basisonderwijs passend onderwijs kunnen krijgen, is het speciaal basisonderwijs (Sbo) resp. het speciaal onderwijs (SO) beschikbaar. Kerobei voegt daar de school voor onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen toe als zijnde een school met een specifiek schoolondersteuningsprofiel. Voor toelating tot deze speciale vormen van onderwijs is een toelaatbaarheidsverklaring nodig. Voor SO cluster 1 (blind, slechtziend) en 2 (doof, slechthorend, ernstige spraak- en taalmoeilijkheden) geldt een andere procedure dan voor cluster 3 (ZMLK, lichamelijke problemen en meervoudige handicaps) en 4 (gedrags- en omgangsproblemen), Sbo en de school voor hoogbegaafde leerlingen; Extralent. Sbo De Lings en Sbo De Schans De Sbo-scholen binnen Kerobei kenmerken zich door kleinschaligheid en geborgenheid en zijn in principe gericht op begeleiding van kinderen met specifieke leerproblemen en kinderen die moeilijker dan gemiddeld leren vanwege uiteenlopende factoren, niet behorend tot ernstige problemen in andere categorieën zoals in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband genoemd, beredeneerde afwijkingen daargelaten (op basis van HGPD). Daarbij moet de noodzaak voor plaatsing worden aangetoond (zie ook paragraaf over afgifte toelaatbaarheidsverklaringen). Vanuit het perspectief van Passend Onderwijs (zie bijv. de inrichting van scholenclusters), is het goed denkbaar dat er meer kinderen verantwoord op de reguliere basisschool kunnen worden begeleid die nu nog aangewezen zijn op speciaal basisonderwijs. Kerobei wil meer kinderen uit het voedingsgebied die nu nog buiten de stichting onderwijs ontvangen (m.n. in het speciaal onderwijs), binnen de eigen stichting passend onderwijs bieden. Daarom is het idee opgevat dat elke Sbo-school zich verder ontwikkelt in het begeleiden van kinderen met gedrags- en omgangsproblemen (incl. kinderen met een psychopathologisch beeld), voor zover die niet binnen het reguliere basisonderwijs kunnen worden begeleid. Daarnaast ligt verdere samenwerking tussen de beide scholen voor de hand. Aan de beide scholen is gevraagd om het gesprek hierover op te starten en de mogelijkheden hiervoor in beeld te brengen.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
26
Bij dit alles moet worden aangetekend dat vergaande verandering alleen kan worden gerealiseerd in de context van de samenwerkende schoolbesturen Akkoord! en Kerobei en daarnaast het samenwerkingsverband. Afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring voor Sbo en SO cluster 1 en 2 Over de toelaatbaarheid voor cluster 1 en cluster 2 beslist een daartoe bevoegde landelijke commissie. Voor procedures en criteria wordt verwezen naar de betreffende sites: - www.visio.org. (cluster 1) - www.taalbrug.nl (cluster 2) Afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring voor Sbo en SO cluster 3 en 4 Een besluit over de noodzaak voor plaatsing in Sbo en SO cluster 3 en 4 (hierna: SO) wordt genomen door de commissie bovenschoolse ondersteuning in een interdisciplinair overleg van inhoudsdeskundigen die kennis van zaken hebben over de ontwikkelings- en/of opvoedingsvragen van de leerling, over de context (school en verdere omgeving), over de ondersteuningsbehoefte van leerlingen in het Speciaal (basis-)onderwijs en over de gevraagde (mogelijke) oplossing. Gezamenlijk zijn ze dus in staat om het beoogde onderwijsondersteuningsarrangement te definiëren. Ouders worden uitgenodigd om aan dit overleg deel te nemen. Als blijkt dat een kind is aangewezen op speciaal basisonderwijs of op speciaal onderwijs, zal er een toelaatbaarheidsverklaring worden afgegeven. De eerder genoemde termijn van 6 – 10 weken is ook op dit traject van toepassing. Voorzitter van het overleg is de stafmedewerker onderwijsondersteuning van Kerobei, tevens voorzitter van de commissie bovenschoolse ondersteuning. Ouders en/of school (liefst in gezamenlijkheid) melden hun kind aan bij de commissie bovenschoolse ondersteuning. De procedure is uitgewerkt in het aanmeldingsformulier van de commissie bovenschoolse ondersteuning, maar kortweg is het overleg (en de voorbereiding daarvan) er op gericht om het functioneren van de leerling in de bestaande context en de belangrijkste ondersteuningsbehoeften van het kind en de school van herkomst eenduidig in beeld te brengen. Dan kan het benodigde ondersteuningsarrangement worden gedefinieerd, waaruit al dan niet de noodzaak voor plaatsing in het Sbo resp. SO kan worden afgeleid. De in beeld gebrachte ondersteuningsbehoeften van de leerling vormen de basis voor de verdere begeleiding binnen de (toekomstige) school van de leerling. Hierdoor kan er direct na plaatsing in een nieuwe schoolsetting gericht met de leerling gewerkt worden. Zo nodig wordt in dit verband tevens geadviseerd over aanvullende interventies die ten dienste staan van het kind en zijn/haar omgeving (school en thuis). Hierbij valt te denken aan vormen van jeugdzorg. Aanvullend onderzoek kan worden aangeleverd of worden uitgevoerd door school, de commissie bovenschoolse ondersteuning en/of (externe) inhoudsdeskundigen. Onderzoek dat vooraf al heeft plaatsgevonden wordt meegenomen in de voorbereiding en de afwegingen die tot besluitvorming moeten leiden. Als de commissie bovenschoolse ondersteuning (via het interdisciplinair overleg) uiteindelijk geen unaniem besluit kan nemen, wordt een door het samenwerkingsverband aangewezen persoon aan de commissie toegevoegd die een bindend advies geeft. Een besluit is niet eerder definitief dan wanneer ouders in de gelegenheid zijn gesteld hierop te reageren waarbij hun inbreng is meegenomen in de afweging. De ouders kunnen bezwaar aantekenen tegen dit besluit bij een door het samenwerkingsverband aangewezen commissie die een bindend advies geeft. Als ouders het daarmee niet eens zijn kunnen de ouders het besluit voorleggen aan de rechter.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
27
Formeel wordt er niet meer gesproken over cluster 3 en 4 als er sprake is van een toelaatbaarheidsverklaring. Een leerling krijgt een toelaatbaarheidsverklaring voor speciaal onderwijs in een bepaalde bekostigingscategorie (categorie 1 t/m 3), oplopend in hoogte van de bekostiging en daarmee in intensiteit van het noodzakelijke onderwijsaanbod. Extralent, school voor voltijds onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen Het aanbod van Extralent is in feite regulier basisonderwijs met een speciaal schoolondersteuningsprofiel. Extralent is toegankelijk voor leerlingen waarvoor de commissie bovenschoolse ondersteuning van Kerobei een toelaatbaarheidsverklaring heeft afgegeven. Extralent is in principe gericht op begeleiding van kinderen met specifieke problemen die primair voortkomen uit de hoge intelligentie (IQ 130+) en waarop de school van herkomst onvoldoende kan afstemmen. Eventueel ontstaan die problemen ook vanwege, naast het IQ, aanvullende factoren, niet behorend tot ernstige problemen in andere categorieën zoals in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband genoemd. Het voortbestaan van Extralent is vooralsnog gegarandeerd voor 4 groepen van maximaal 20 leerlingen. Naast inhoudelijke afweging zijn zowel een structurele en dekkende bekostiging als ook besluitvorming over dit onderwijstype binnen het Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Limburg van belang. Dit thema staat dan ook inmiddels op de agenda van het samenwerkingsverband.
5.8 Jeugdgezondheidszorg
WEGWIJZER JEUGDGEZONDHEIDSZORG 0-18 JAAR Jeugdgezondheidszorg (JGZ) in Nederland bestaat al meer dan 100 jaar, is uniek in de wereld en biedt basiszorg aan alle kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar. Zo ook in de regio Noord- en MiddenLimburg, waar de JGZ door de GGD Limburg-Noord, als onderdeel van de Veiligheidsregio, wordt aangeboden. WAARVOOR KUNT U BIJ ONS TERECHT? In het wettelijk vastgelegd Basispakket JGZ 0-18 staat welke zorg er op welke momenten aan kinderen in Nederland moet worden geboden. De JGZ biedt deze basiszorg en richt zich op het bevorderen van een gezonde groei en ontwikkeling van kinderen vanaf de zwangerschap tot de leeftijd van 18 jaar. Naast het kind staat de opvoeder centraal en wordt rekening gehouden met de omgeving waarin het opgroeit. Extra aandacht gaat uit naar kinderen en gezinnen waar gezond en veilig opgroeien niet vanzelfsprekend is. Jeudgezondheidszorg voor aanstaande ouders, zuigelingen en kleuters Al tijdens de zwangerschap kan de JGZ ondersteuning bieden. Tot 4 jaar bezoekt uw kind regelmatig het consultatiebureau waar de groei en ontwikkeling wordt gevolgd en waar u terecht kunt met vragen. Ook kunt u uw kind laten vaccineren tegen een aantal kinderziekten. Als vragen op het consultatiebureau onbeantwoord blijven, dan kan de verpleegkundige u ook thuis bezoeken.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
28
Jeugdgezondheidszorg voor kinderen in het reguliere en speciale basis- en voortgezet onderwijs Om de groei en ontwikkeling van uw kind goed te kunnen volgen, is de JGZ regelmatig op school om uw kind te onderzoeken/screenen. Daarnaast wordt uw kind in deze periode op bepaalde leeftijden gevaccineerd. HOE GAAN WE TE WERK? Vaste contactmomenten Tijdens de wettelijke contactmomenten, volgen we samen met u het gezond en veilig opgroeien van uw kind. Spreekuren Ook buiten de contactmomenten kunnen er vragen of problemen zijn op het gebied van gezond en veilig opgroeien. Ouders of jongeren kunnen zelf een gesprek of onderzoek vragen op het spreekuur bij het team JGZ. Ook kunnen ouders van kinderen tot 4 jaar gebruik maken van het inloopspreekuur op het consultatiebureau. Pedagogisch spreekuur Opvoeden roept soms vragen, zorgen en twijfels op. Het pedagogisch spreekuur is bedoeld als kortdurende opvoedingsondersteuning. Ook hiervoor kunt u bij ons terecht. Logopedie Om te zorgen dat kinderen zonder spraak/taalproblemen het basisonderwijs instromen, wordt in een vroeg stadium, op het consultatiebureau logopedie ingezet. Op de basisschool wordt uw kind uitsluitend door de logopedist gezien als er (mogelijk) spraak- en/of taalproblemen zijn. MET WIE WERKEN WE SAMEN? Als uw kind of gezin met meerdere problemen kampt, zijn er doorgaans ook meerdere hulpverleners in beeld. Om kinderen beter te kunnen helpen moet er goed met elkaar worden samengewerkt. Daarom zijn er netwerken’, gericht op het uitwisselen van informatie. De JGZ maakt deel uit van die netwerken. Indien er informatie met andere hulpverleners wordt uitgewisseld gebeurt dit met toestemming van ouders. Als uit gesprekken of onderzoeken blijkt dat uw kind hulp of zorg nodig heeft, dan zoeken wij samen met u naar een oplossing. Soms kunnen wij die zorg of hulp zelf bieden, maar het kan ook zijn dat we u voor verder onderzoek, advies of hulp verwijzen naar één van onze partners op het gebied van gezond en veilig opgroeien. WAT DOEN WIJ NOG MEER? Cursussen De JGZ heeft een cursusaanbod op het gebied van gezond en veilig opgroeien. De Gezonde en Veilige School Ook achter de schermen wordt er hard gewerkt aan de gezondheid van uw kind. Door de school te stimuleren de schoolomgeving gezonder en veiliger te maken helpt de GGD mee aan een gezonder leefklimaat voor uw kind. De meeste scholen besteden al aandacht aan gezondheid, welzijn en veiligheid door lessen te geven over thema’s als gezonde voeding, maar ook door te praten over bijvoorbeeld een pestprotocol. De Gezonde en Veilige School-methodiek is dé praktische werkwijze om scholen daarbij te ondersteunen.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
29
Gezondheidsbevordering Consulenten gezondheidsbevordering bieden scholen ondersteuning bij programma’s over gezondheid. Deze ondersteuning kan onder andere bestaan uit hulp bij het maken van keuzes voor projecten, teamtrainingen of oudervoorlichtingen. Wet KinderOpvang De GGD Limburg-Noord voert inspecties uit in het kader van de WetKinderOpvang (WKO). Deze inspecties worden uitgevoerd op peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureau’s en gastouders.
Uw privacy, onze zorg De GGD Limburg-Noord verwerkt persoonsgegevens om u van dienst te kunnen zijn. Hierbij Digitaal dossier Signaleringssysteem wordt de Wet Bescherming De GGD Limburg-Noord De GGD Limburg-Noord, Persoonsgegevens in acht genomen. is wettelijk verplicht om van afdeling JGZ is aangesloten op Gegevens worden bewaard in het elk kind een digitaal dossier het signaleringssysteem: digitaal dossier JGZ en alleen aan te leggen. Onze Verwijsindex Noord- en gebruikt voor JGZ. De toegang tot medewerkers noteren Midden-Limburg. Een gegevens is beveiligd en beperkt tot hierin belangrijke zaken elektronisch systeem, waarin daartoe aangewezen medewerkers over uw kind. U mag altijd hulpverleners kunnen aangeven die een geheimhoudingsplicht vragen vertrouwelijke als zij zich zorgen maken over hebben. Zonder uw toestemming zaken, niet in het dossier op een kind of jongere. De worden gegevens niet aan derden te nemen. Ook kunt u het verwijsindex zorgt ervoor dat verstrekt. De GGD Limburg-Noord is dossier inzien. Gaat u de betrokken hulpverleners een gemeentelijke dienst met een verhuizen, dan stuurt de eerder met elkaar in contact dagelijks bestuur dat GGD Limburg-Noord het komen om de hulp beter op eindverantwoordelijk is. De GGD dossier, met uw elkaar af te stemmen. Het Limburg-Noord heeft de regels toestemming, door naar de gebruik ervan gebeurt met vastgelegd in een Privacy Reglement GGD van uw nieuwe kennisgeving aan de ouders dat bestuurlijk is goedgekeurd. woonplaats. en/of de jongere. HOE ZIJN WIJ TE BEREIKEN? Voor uitgebreide informatie, (inhoudelijke) vragen en het maken en/of verzetten van een afspraak kunt u op verschillende manieren contact met ons opnemen. Klachtenreglement Adresgegevens, hoofdkantoor De medewerkers GGD Limburg-Noord, onderdeel van de Veiligheidsregio van de GGD Limburg Noord proberen Bezoekadres: iedereen zo goed Drie Decembersingel 50 mogelijk van dienst te 5921 AC Venlo-Blerick zijn. Toch kan het gebeuren dat u vindt Postadres: dat u niet correct bent Postbus 1150 behandeld. Neemt u 5900 BD VENLO dan contact op met de GGD Limburg Noord. Telefoon Wij nemen uw klacht Voor aanstaande ouders en ouders van kinderen in de leeftijd tot 4 jaar: 088 -serieus. 61 08 861. Op maandag t/m vrijdag van 08.30 - 17.00 uur. Voor ouders en/of kinderen/jongeren in de leeftijd van 4-18 jaar: 088 - 11 91 111.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
30
Op maandag t/m donderdag van 08.30 - 17.00 uur en op vrijdag van 08.30 - 14.00 uur. Website www.ggdlimburgnoord.nl
5.9 Schoolverlaters In groep 8 wordt er extra zorg besteed aan de overgang naar het voortgezet onderwijs. Het is tenslotte het laatste jaar van de basisschool waar kinderen een fijne afsluiting moeten krijgen. Ze moeten met plezier kunnen terugkijken op de basisschoolperiode. Informatieavond Door de organisatie van speciale klassenavonden worden de ouders/verzorgers algemeen geïnformeerd over de verschillende mogelijkheden wat betreft de scholen voor voortgezet onderwijs. Tijdens deze bijeenkomst ontvangen ouders nadere informatie over de structuur van het vervolgonderwijs en over de diverse V.O.- scholen in de regio. Adviesgesprekken De leerkrachten van groep 8 voeren adviesgesprekken waarin de voortgang naar het voortgezet onderwijs besproken wordt. Door deze oudergesprekken zijn de ouders in groep 8 goed op de hoogte van de ontwikkeling en de mogelijkheden van hun kind. De ouders ontvangen bij het adviesgesprek een schriftelijk verslag. Dit gebeurt aan de hand van een formulier dat voor het voortgezet onderwijs in de regio Noord- Limburg is vastgesteld. Eindtoets In groep 8 nemen we een eindtoets af. De advisering naar kinderen en ouders vindt plaats voorafgaand aan de eindtoets. Het voortgezet onderwijs beslist over aanname. Aanmelding V.O. scholen De data voor deze aanmeldingen staan vermeld op de jaarkalender. Schoolverlaterskamp Aan het eind van het schooljaar gaan de leerlingen van de groepen 8 ter afsluiting van hun basisschoolperiode op kamp. Het schoolverlaterskamp vindt plaats in Noordwijk, vlakbij het NoordHollandse strand. Van daaruit worden allerlei activiteiten ondernomen, waaronder een bezoek aan Den Haag en musea daar. Schoolverlatersavond De definitieve afsluiting van de basisschoolperiode vindt plaats tijdens de schoolverlatersavond. Dan voeren de leerlingen van de beide groepen 8 een musical op voor ouders en leerkrachten en wordt van hen officieel afscheid als leerling van onze school genomen.
5.10 Kindermishandeling De school heeft een taak in het preventief signaleren van vermoedens van kindermishandeling in een vroeg stadium. Onder kindermishandeling kan worden verstaan: verwaarlozing, onthouden van de juiste zorg voor het kind, huiselijk geweld, seksuele intimidatie, seksueel misbruik en lichamelijk en verbaal geweld. Kinderen zijn helaas veel te vaak het slachtoffer van huiselijk geweld. Per jaar zijn meer dan 100.000 kinderen getuige van huiselijk geweld. Ze voelen de spanning, horen de kreten en zien de
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
31
verwondingen. Kinderen die thuis getuige zijn van huiselijk geweld lopen ernstige psychische schade op. De school is bij uitstek een plaats waar (een vermoeden van) huiselijk geweld en kindermishandeling gesignaleerd kan worden. Leerkrachten brengen immers veel tijd met de kinderen door, hebben een vertrouwensrelatie met hen opgebouwd en kunnen een belangrijke signaalfunctie vervullen. Mocht de leerkracht zich zorgen maken, zal hij of zij dit altijd bespreekbaar maken met de ouders, in het belang van het kind. Indien uit dit gesprek te weinig vooruitgang zichtbaar is, kan de school besluiten tot een zorgmelding bij het Veilig thuis Noord- en Midden-Limburg
5.11 Zorg en Advies Trajecten en Bureau Jeugdzorg Al langer wordt er intensief samengewerkt in onze regio als het gaat om leerlingenzorg. Een goed voorbeeld daarvan zijn de Zorg- en Adviestrajecten. Hierin werken onder andere de school en/of peuterspeelzaal, bureau Jeugdzorg, jeugdartsen en de leerplichtconsulent van de gemeente samen. De zorg voor leerlingen wordt zo verbeterd en hulp kan zo nodig sneller tot stand komen. Tot nu toe hebben de ZAT- teams in het voortgezet onderwijs hun succes bewezen. Leerkrachten, leerlingen en hun ouders worden sneller en op maat geholpen en zo worden veel problemen voorkomen. Sinds 2005 is deze vorm van samenwerking ook voor alle basisscholen in de regio’s Venlo en Helden beschikbaar. Sinds 2008 neemt ook de kinderopvang deel aan deze samenwerking. Waar gaat het om? De school wil de zorg voor de leerling nog meer verbeteren en sneller de zorg kunnen inroepen die nodig is. Daarvoor is nu ook Bureau Jeugdzorg beschikbaar. Als er vragen of zorgen zijn over de leerling, dan doen we ons best om daar een passend antwoord of passende hulp op te vinden. Samen weten en kunnen we meer. Uiteraard bent u als ouder de eerste met wie we overleggen. Veel vragen en problemen kunnen we als school zelf beantwoorden. Waar ons dat niet voldoende lukt omdat er bijvoorbeeld vragen zijn over de ontwikkeling van het kind, vragen over gedrag, emotionele problemen enzovoort, dan kan de school in overleg met u als ouders snel gebruik maken van de adviezen of de hulp van Bureau Jeugdzorg. Elke school heeft een vaste contactpersoon die een aantal malen per jaar naar de school toekomt om met ons mee te denken. Is er snel hulp of advies van Bureau Jeugdzorg nodig, dan kan de school de medewerker oproepen. Er worden afspraken gemaakt die met u besproken worden. Dit kan leiden tot een gesprek met u als ouder/opvoeder als u dat wenst. Zo kan ook hulp, als dat wenselijk is, zonder veel “drempels” opgestart worden. Wat is en wat doet Bureau Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg is er voor vragen en problemen bij opvoeden en opgroeien. Jeugdigen van 0 tot 18 jaar en hun ouders/opvoeders kunnen er terecht voor informatie en advies en voor hulp. Opvoeden en opgroeien valt soms niet mee. Elke ontwikkelingsfase van kinderen en jeugdigen gaat immers gepaard met specifieke problemen en zorgen. Vaak weet u zelf de oplossing, vaak kunt u ook op school terecht, maar soms kan hulp en ondersteuning van een deskundige uitkomst bieden. Misschien wil uw kind niet luisteren, of maakt u zich zorgen omdat uw kind negatief gedrag vertoont en angstig is. Daarnaast kunnen ook omstandigheden als ziekte, echtscheiding of alleenstaand ouderschap de opvoeding bemoeilijken. Wat de vraag of wat uw probleem ook is, u kunt er mee terecht bij Bureau Jeugdzorg. Sinds 2005 komt indien nodig een medewerker van Bureau Jeugdzorg naar de school voor informatie, advies of hulp. De eerste contacten lopen dan via het ZAT- overleg op de school. Voor verdere informatie over Bureau Jeugdzorg Limburg in het algemeen en Bureau Jeugdzorg Venlo in het bijzonder, zie: www.bjzlimburg.nl. Voor verdere informatie/ adressen, verwijzen we u naar de jaarkalender.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
32
5.12 Pedagogisch spreekuur (GGD) Het pedagogisch spreekuur is een kortdurende opvoedingsondersteuning voor alle ouders van kinderen tussen de 0 en 12 jaar die problemen ondervinden in de opvoeding van hun kind(eren). Opvoeden roept soms vragen, zorgen en twijfels op. Vaak helpt het u als ouder er met iemand over kunt praten. In maximaal drie gesprekken van een uur zoekt de pedagogisch medewerker met u naar een oplossing. De hulp kan bestaan uit praktische adviezen, ondersteuning en/of doorverwijzing. Het Pedagogisch Spreekuur wordt door de gemeente gefinancierd en is voor u als ouders gratis. De leerkrachten en/of de teamleiders kunnen u verder helpen.
5.13 Gezinscoaches in de gemeente Beesel Vanaf 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulpverlening. In elke gemeente kan dat anders geregeld zijn. Maar hoe is het in onze gemeente geregeld? De gezinscoaches van de gemeente Beesel geven ondersteuning en hulp aan ouders/verzorgers en jeugdigen met vragen over opvoeden en opgroeien. Het is een team van jeugdhulpverleners met verschillende expertises en veel ervaring, zodat bijna elke vorm van hulp ingezet kan worden. Het team pakt ondersteunings- en hulpvragen van ouders/verzorgers en jeugdigen op. Hoe kun je hen bereiken? In het samenlevingsloket: Heb je een vraag over opvoeden en/of opgroeien? Wil je informatie, advies of ondersteuning? Dan kun je naar het Samenlevingsloket in Pro Vita. Hier kun je elke werkdag van 9.00 uur tot 10.30 uur terecht Op school: Zij komt regelmatig op school. Ouders/verzorgers kunnen samen met de coördinator leerlingenzorg en de gezinscoach de zorgen die op school en thuis leven bespreken en verdere afspraken maken. Door samen te werken willen we zo snel en passend mogelijk de juiste ondersteuning bieden. Zo zijn er ook gezinscoaches die contactpersoon zijn voor peuterspeelzalen, kinderopvang, consultatie bureau en verenigingen. De gezinscoach van onze school is: Daisy Tijssen Een hulpvraag, en dan? Wanneer advies niet genoeg is en er ondersteuning nodig blijkt, wordt de vraag besproken in het gezinscoachteam. De gezinscoach wiens expertise het meest aansluit bij de hulpvraag maakt dan zo snel mogelijk een afspraak met u. Hij of zij komt voor een kennismakingsgesprek bij u thuis en samen bespreken jullie wat er goed gaat en wat er minder goed gaat. Waar kan de omgeving u mee helpen en waar kan de gezinscoach u mee ondersteunen? Daar waar nodig zal er ook specialistische hulp ingezet worden. Contact; Heeft u een vraag? Wilt u informatie, advies of hulp? Neem dan contact op met het Samenlevingsloket: elke ochtend van 9.00 uur tot 10.30 uur bij Pro Vita, Broeklaan 4. Telefonisch bereikbaar van 8.30uur tot 16.30 uur: 077 474 92 92. Via de mail:
[email protected] Meer informatie: www.samenmetbeesel.nl
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
33
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
34
6 De ouders Een goed en regelmatig contact tussen ouders en leerkrachten vinden wij van groot belang. We streven ernaar om elkaar goed op de hoogte te houden van al hetgeen van belang is bij een zo goed mogelijke opvang en begeleiding van uw kind. Zijn er problemen, ga altijd naar de leerkracht. Hij of zij staat op dat moment het dichtste bij het kind.
6.1 Het contact tussen ouders en leerkrachten Binnen onze school vinden wij het van groot belang dat ouders op de hoogte blijven van de ontwikkelingen van hun kind. Bij de peuterspeelzaal is er geregeld contact bij het brengen en halen van de kinderen. Indien nodig vindt er een gesprek plaats. Gegevens worden middels een overdrachtsformulier doorgegeven aan de basisschool. De kleuters maken gedurende het schooljaar tekeningen en/of werkjes. Aan het eind van het schooljaar gaan deze werkjes gebundeld mee naar huis. Vanaf groep 1 krijgt elk kind twee maal per jaar een rapport. In dit rapport staan de ontwikkelingen van het kind beschreven. De rapporten worden bewaard in een portfolio map. Hierdoor wordt de ontwikkeling van elk kind zichtbaar gedurende acht jaren basisschool. Twee maal per jaar vinden er ontwikkelgesprekken plaats. Deze staan los van de rapportagemomenten. Op deze manier zijn er minimaal vier momenten gedurende een schooljaar dat ouders de ontwikkeling van hun kind mee kunnen volgen. Naast deze gesprekken kunt u op alle andere momenten met de leerkracht een afspraak maken.
6.2 Ouderavonden Aan het begin van elk schooljaar vinden er voor alle groepen kennismakings- en informatiebijeenkomsten voor de ouders plaats. U kunt in het groepslokaal, nader kennismaken met de leerkracht van uw kind. De leerkracht geeft informatie over de dagelijkse gang van zaken in zijn of haar groep. Er zal onder andere verteld worden over de verschillende onderwijsactiviteiten en de materialen en methoden die daar bij gebruikt worden. Gedurende het schooljaar kan het voorkomen dat er nog andere informatiebijeenkomsten worden gehouden. Deze staan niet in de jaarkalender opgenomen, maar worden tijdig in de nieuwsbrief aangekondigd. Het kan per schooljaar verschillen of en hoeveel extra ouderavonden gehouden worden. Dat heeft te maken met de ontwikkelingen die zich in en rondom de school voordoen.
6.3 Huisbezoek De leerkracht van uw kind in groep 1 zal, voor dat uw kind naar school komt, op huisbezoek komen. Dit is een informele kennismaking met de ouders en het kind. Dit geeft de kinderen vaak een veiliger gevoel omdat dit in de eigen vertrouwde omgeving is.
6.4 Oudernieuwsbrief Wekelijks komt er een (digitale) nieuwsbrief uit. De nieuwsbrief wordt per email verzonden. Daarin staan nieuwe ontwikkelingen en mededelingen betreffende het school- en groepsgebeuren. De oudernieuwsbrief wordt ook op onze website geplaatst.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
35
6.5 Ouderbetrokkenheid Ouderbetrokkenheid vinden wij heel belangrijk. We zien ouders graag als partners. Immers school en ouders willen het beste voor de kinderen. Een aantal keer per jaar is er een bijeenkomst van het ouderpanel. Iedereen is welkom. Tijdens het ouderpanel worden actuele onderwerpen besproken. Deze horen meestal bij de schoolontwikkeling. De input van het ouderpanel gebruiken wij om ons onderwijs te versterken. De school maakt veelvuldig gebruik van de vrijwillige hulp van ouders.
6.6 Verkeersouders Sinds 2002 nemen we deel aan het V.E.B.O overleg. Samen met alle basisscholen uit de gemeente Beesel, de politie, medewerker van de gemeente, B.C.O. en verkeersouders, organiseert deze werkgroep diverse verkeersactiviteiten, zoals: Verkeersdoedag Eén keer in de twee jaar wordt deze gemeentebreed georganiseerd. Alle kinderen zijn een dag(deel) bezig met verkeer. Bijv. een verkeersspeurtocht, kennismaken met de verschillende hulpdiensten, dode hoek problematiek. Praktisch verkeersexamen De leerlingen uit groep 7 nemen deel aan het landelijk verkeersexamen, theoretisch (landelijk) en praktisch (door gemeente georganiseerd). Fietsroute voortgezet onderwijs Onder begeleiding van ouders verkennen de kinderen de route naar hun school voor voortgezet onderwijs. Verkeersbrigadiers Een aantal kinderen uit groep 8 helpt met het veilig oversteken bij de school.
6.7 Hoofdluisscreeningsteam Na een vakantie worden de kinderen op de peuterspeelzaal en de school gecontroleerd op hoofdluis (vier keer per schooljaar). Binnen onze school is een team van vrijwilligers actief, het screeningsteam hoofdluis, dat op de eerste dag na een vakantie alle kinderen controleert op hoofdluis. Dit screeningsteam heeft van de GGD instructie gekregen. Deze ouders hebben een privacycontract ondertekend. We kunnen altijd nieuwe ouders voor het screeningsteam gebruiken. Ook de zelfcontrole thuis is erg belangrijk.
6.8 Contactouders De contactouder overlegt met de groepsleerkracht om bepaalde activiteiten ten behoeve van de groep goed te laten uitvoeren. Het is dus: meedenken en organiseren. Het is niet de bedoeling dat alle werkzaamheden door de contactouder zelf worden uitgevoerd. Elke groep van 1 tot en met 8 heeft twee contactouders nodig. Onder de taken van deze ouders vallen: Ouders benaderen die mee willen helpen bij activiteiten, zoals: vervoeren van kinderen bij excursies; begeleiden van kinderen bij activiteiten; hulp bij schoonmaken van materialen;
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
36
voorbereiden van werkjes; in elkaar zetten van werkjes.
6.9 Digitale schoolkrant De belevenissen in de groep worden door kinderen op de website gezet. In elke groep zijn twee journalisten die verhalen en foto’s op de website zetten. Dit zijn steeds andere kinderen. Op deze manier kunt u mee volgen wat er allemaal gebeurt op school. De kinderen leren verhalen en artikelen te schrijven en die samen met foto’s op de website plaatsen.
6.10 Medezeggenschapsraad Elke basisschool is verplicht om een Medezeggenschapsraad te hebben. Basisschool Meander heeft een Medezeggenschapsraad die bestaat uit 8 personen. Dit zijn 4 ouders en 4 personeelsleden. De ouders worden gekozen uit en door ouders, de personeelsleden worden gekozen uit en door het personeel. De MR vergadert 6 á 8 keer per jaar. De MR heeft inzage en inspraak in het beleid van basisschool Meander. Bijvoorbeeld hoe de school haar organisatie en onderwijs inricht, de financiën regelt en het gebouw in stand houdt. De MR heeft het recht en de plicht om mee te denken en beslissen over een aantal schoolzaken of bestuurlijke zaken. Te denken valt aan de ouderbijdrage, vakantierooster, formatie enz. Dit alles is vastgelegd in de Wet Medezeggenschap Scholen en het daaruit voortvloeiende medezeggenschapsreglement. De MR krijgt informatie van de school, zodat ze weten wat er op school speelt. Voor sommige zaken heeft de MR de bevoegdheid advies te geven, het zogenaamde adviesrecht, terwijl de MR voor andere zaken instemming moet geven, het zogenaamde instemmingsrecht. Vergaderingen van de MR zijn altijd openbaar. Een agenda en verslag zijn te vinden op de website. Verder maakt de MR elk jaar een jaarverslag van hun activiteiten. Vergaderdata en bezetting van de MR staan vermeld op de schoolkalender.
6.11 Ouderraad Basisschool Meander (OBM) De ouderraad bestaat uit een aantal ouders van leerlingen van basisschool Meander. Het doel van de ouderraad is het bevorderen van de contacten tussen ouders en school en het ondersteunen van de school bij diverse activiteiten. Te denken valt aan de organisatie van het Sinterklaasfeest, Carnaval, picknick, schoolreisjes en sportdag. De ouderraad vergadert 4 keer per schooljaar gezamenlijk en daarnaast bestaan er werkgroepen waar ouderraadleden aan deelnemen. Inkomsten krijgt de ouderraad met name via de ouderbijdragen. De OBM organiseert enkele malen per schooljaar een inzamelactie van kleding, schoenen e.d. Alle inkomsten worden besteed ten behoeve van de school en de leerlingen. Nadere informatie en correspondentiegegevens staan vermeld op de schoolkalender.
6.12 Ouderbijdrage Elk schooljaar wordt de ouders vriendelijk verzocht om de vrijwillige ouderbijdrage te betalen. Van deze ouderbijdragen worden diverse activiteiten in school betaald. Dit zijn bijvoorbeeld de sinterklaasviering, kerstviering, sportdag enz. Verder worden er excursies georganiseerd in het kader van de thema’s die in de groepen aan de orde komen, bijv. naar musea, bijzondere gebouwen en instellingen. Zo worden er ook gastvertellers uitgenodigd. Met name dit laatste willen we meer gaan benutten. Het onderwijs wordt op die manier meer levensecht en betekenisvol voor de leerlingen. De schoolreis wordt voor een deel betaald uit de ouderbijdrage. Tevens wordt er een extra bijdrage van de betreffende ouders gevraagd. Verder wordt ook de verjaardag traktatie in alle groepen uit de
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
37
ouderbijdrage betaald. Jarige kinderen nemen geen eigen traktatie van thuis mee, maar mogen met een snoeppot, gevuld door school, alle groepsgenootjes trakteren. De vrijwillige ouderbijdrage voor het schooljaar 2015-2016 is vastgesteld op € 15,00 per kind per schooljaar. Aan het begin van het schooljaar ontvangt u hiervoor een brief. De penningmeester van de ouderraad voert het beheer over de rekening en de ingebrachte gelden. De ouderraad is zich er terdege van bewust dat de ouderbijdrage uw geld is. Er zal dan ook op een verantwoorde manier mee worden omgesprongen. Jaarlijks legt de penningmeester verantwoording af over de besteding van de gelden en wordt de hoogte van de ouderbijdrage vastgesteld. De vrijwillige ouderbijdrage kan worden overgemaakt op rekening 1505.79.632 (IBAN: NL12RABO0150579632) ten name van Ouderraad BS Meander o.v.v. naam en klas van uw kind(eren).
6.13 Kindercentrum ‘t Rovertje
6.13
In het kindercentrum worden kinderen vanaf 6 weken tot ongeveer 13 jaar opgevangen, verzorgd, begeleid en in hun ontwikkeling gestimuleerd. In de dagopvang kunnen kinderen van 0-4 jaar hele of halve dagen terecht, desgewenst flexibel met een minimum van gemiddeld 2 dagdelen per week. De kinderen vanaf 4 jaar kunnen na school terecht in onze naschoolse opvang (bso). Desgewenst kunnen ouders opvang afnemen tijdens studiedagen van school en vakanties met een minimum van 6 dagen op jaarbasis. Tijdens vakanties wordt een scala van activiteiten ondernomen en kunnen kinderen kiezen uit thema’s. Kinderopvang biedt ouders de mogelijkheid te werken en/of te studeren terwijl hun kinderen in een veilige en vertrouwde omgeving door professionals worden opgevangen. Het aanbod in onze dagopvang is gericht op de ontwikkeling en in het aanbod en onze pedagogische benadering wordt specifiek rekening gehouden met het ontwikkelingsniveau van het kind. We vinden het belangrijk dat kinderen zich op sociaal-emotioneel, (senso)motorisch en creatief gebied volop kunnen ontwikkelen. Spelend leren staat centraal bij de peuterleeftijd waarbij we net als in de peuterspeelzalen volgens de methode Startblokken themagericht werken. Onze pedagogisch medewerkers zijn hiervoor opgeleid. Binnen onze locatie Meander hebben we een aparte baby/dreumesgroep en een aparte peutergroep. Op loopafstand bevindt zich locatie ’t Roversnest waar we kleinschalige opvang bieden in een groepje waar kinderen van 0-4 jaar bij elkaar verblijven. Ouders hebben dus diverse keuzemogelijkheden. Bij de BSO vinden kinderen in de basisschoolleeftijd een plek waar ze op een leuke en veilige manier hun vrije tijd kunnen doorbrengen. Hierbij staat het aanbieden van onderdak, zorg, bescherming, gezelligheid en persoonlijke aandacht centraal. De pedagogisch medewerkers zorgen voor voldoende uitdagend speelmateriaal en een stimulerende begeleiding. Ook regels en afspraken horen hier bij,
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
38
dit is immers een belangrijk deel van de opvoeding. We gaan op een respectvolle manier om met groot en klein! Ook binnen de BSO zoeken we naar een verantwoord evenwicht tussen veiligheid enerzijds en ontwikkelingsstimulering anderzijds. Toenemende zelfstandigheid en verantwoordelijkheid gaan daarbij hand in hand. We werken samen met scholen en peuterspeelzalen en gemeentebreed worden afspraken gemaakt over hoe we voorzien in een kwalitatief goed aanbod aan opvang en daarbij de doorgaande lijn naar de basisscholen. We volgen kinderen in hun ontwikkeling via een digitaal kind-volgsysteem (HOREB) waardoor de ontwikkeling van het kind vanaf groep 1 weer verder opgepakt kan worden door de leerkracht. Uiteraard in nauw overleg met ouders want ouders zijn en blijven verantwoordelijk voor de opvoeding. Dagarrangementen Elke school moet voorzien in een aanbod van voorschoolse, tussenschoolse en naschoolse opvang. Alle vormen van opvang en activiteiten buiten schooltijd vatten we samen onder de noemer dagarrangement. Binnen de Meander is kindercentrum ’t Rovertje de aanbieder van het dagarrangement. De tussenschoolse opvang wordt verzorgd door het kindercentrum. Voorschoolse opvang (VSO) Op schooldagen kunt u vervroegde opvang afnemen van 7.30-8.30 uur voor uw kind(eren). Binnen Meander is het mogelijk om vanaf 6.30/6.45 vervroegde opvang af te nemen. Tussenschoolse opvang (TSO) Op schooldagen kunnen kinderen op maandag, dinsdag en donderdag van 12.00 tot 13.00 uur overblijven in de tussenschoolse opvang. De TSO wordt uitgevoerd door vrijwilligers en gecoördineerd door ’t Rovertje. Ook de TSO-administratie wordt door ’t Rovertje gedaan. Ouders kunnen TSO afnemen d.m.v. strippenkaarten of een abonnement. Naschoolse opvang (NSO/BSO) Op schooldagen kunnen kinderen terecht in onze naschoolse opvang tot 18.00 uur. Verlengde opvang is mogelijk tot 18.30 uur. Vakantieopvang (VAKO) Tijdens studiedagen en schoolvakanties zijn kinderen van 7.30-18.00 uur welkom in de vakantieopvang. Ook hier is het mogelijk vervroegde of verlengde opvang af te nemen. We bieden opvang op maat aan vanaf 6 dagen op jaarbasis. Kosten Alle vormen van opvang met uitzondering van de TSO vallen onder de Wet Kinderopvang. De kosten zijn afhankelijk van wat u wenst af te nemen, uw gezinsinkomen en de uurprijs van het kindercentrum. Ouders hebben recht op kinderopvangtoeslag. Voor een groot deel van ouders geldt dat zij door de kinderopvangtoeslag een groot deel van de kosten terugkrijgen. Hoe meer inkomen, hoe groter de eigen bijdrage. Via de website van de belastingdienst kunt u uw eigen bijdrage berekenen. Als kindercentrum bieden wij de service om u hier mee te helpen. Onze plaatsingsmedewerker Christel van de Ham zoekt samen met u naar een aanbod dat aansluit bij uw wensen en helpt u desgewenst bij de berekening van de kosten. U kunt via e-mail
[email protected] of telefonisch via 077-4746223 contact opnemen. In de Meander bieden we in de naschoolse opvang plek aan 30 kinderen. Op loopafstand in BSO Big Ones bij de kerk is plek voor 20 kinderen. In de dagopvang is binnen Meander plek voor 32 kinderen verdeeld over twee groepen.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
39
Daarnaast is er een ontwikkelingsgroepje voor kinderen die extra zorg, begeleiding en ondersteuning nodig hebben vanwege een ontwikkelingsachterstand in groep DOLfijn. Op loopafstand is groep Kiekeboe in ’t Roversnest bij de kerk voor maximaal 12 kinderen geopend. Afspraken over de overdracht van kinderen tussen ouders, leerkrachten en pedagogisch medewerkers. Om de opvang en overdracht van kinderen van deze school die gebruik maken van opvang voor of na school goed te laten verlopen zijn afspraken gemaakt: de NSO levert elke maand een actuele lijst van kinderen aan die gebruik maakt van de opvang en de school verspreidt deze over de groepen zodat leerkrachten geïnformeerd zijn. De leerkrachten zorgen ervoor dat kinderen tijdig op de afgesproken plaats aanwezig zijn Ouders zijn verantwoordelijk voor het doorgeven van wijzigingen aan zowel school als de NSO Wanneer een kind incidenteel niet naar de NSO gaat, melden ouders dit mondeling, telefonisch of per e-mail bij de leerkracht en bij de NSO. Alleen wanneer een ouder het kind heeft afgemeld, laat de leerkracht een kind naar huis gaan. In alle andere gevallen blijft het kind op school en neemt de leerkracht contact op met de NSO. Een pedagogisch medewerker van het kindercentrum is indien niet bekend bij de leerkracht herkenbaar aan het logo van het kindercentrum. Dit logo staat op het poloshirt, bodywarmer of sleutelkoord. Is dit niet het geval dan mag school het kind niet meegeven en wordt contact opgenomen met de NSO. Wilt u een indruk van ons aanbod krijgen bezoek dan onze facebookpagina of website. Hier staan regelmatig foto’s op van activiteiten!
6.14 Schoolverzekering voor leerlingen Door het schoolbestuur is een schoolongevallenverzekering afgesloten t.b.v. onze leerlingen, gedurende de schooltijd of tijdens activiteiten, die onder verantwoordelijkheid van de school vallen. Daarnaast heeft de school een WA-verzekering voor het personeel en de vrijwilligers die onder verantwoordelijkheid van de school ingezet zijn. Hiermee zijn alleen risico’s verzekerd waarvoor de school aansprakelijk kan worden gesteld. Mocht er met uw kind iets gebeuren en denkt u aanspraak te kunnen maken op de verzekering, neem dan contact op met de directie.
6.15 Sponsoring Binnen onze school vinden sporadisch sponsoractiviteiten plaats. Alleen tijdens grote projecten benaderen we bedrijven voor een bijdrage. Wel zijn er acties waarbij we geld binnenhalen zoals de sponsorloop en verkoopacties. De opbrengsten hiervan komen ten goede aan het goede doel, schoolkamp en de speelplaats. Iedere vorm van sponsoring dient te gebeuren in overleg met de directie.
6.16 Klachtenprocedure Kerobei is een organisatie die nadrukkelijk streeft naar kwaliteit en vernieuwing, waarbij veel ruimte wordt geboden aan professionals en de omgeving. Professionals krijgen de ruimte om kwalitatief goed onderwijs te leveren en doen dit in de meeste gevallen in een succesvol samenspel met ouders/verzorgers. Waar mensen werken kunnen echter ook misverstanden ontstaan, fouten worden gemaakt of de communicatie faalt. Dat geldt ook voor het onderwijs op school en kan soms leiden tot een klacht. Een klacht dwingt ons weer eens kritisch naar processen te kijken en daar waar nodig te verbeteren. De klacht is in onze visie daarmee een krachtig instrument voor
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
40
kwaliteitsverbetering. Het College van Bestuur neemt de verantwoordelijkheid om klachten op een professionele en zorgvuldige wijze te behandelen. Daarom is er een “Klachtenregeling”. Informatie daarover treft u aan op de website van Kerobei (www.kerobei.nl) onder het hoofdstuk “organisatie”.
6.17 Buitenschoolse activiteiten onder schooltijd Voor de verschillende groepen vinden door het schooljaar heen verschillende activiteiten plaats. Schoolreisje groep 1-2 De kinderen van de groepen 1 en 2 gaan een keer per jaar met de bus naar de Witte Stein. Picknick De groepen 3 en 4 gaan eenmaal per jaar picknicken bij de Walsberg. Dit is in het begin van het schooljaar. Kinderen komen vaak voor de eerste keer bij elkaar in de groep. De picknick is dan ook een kennismakingsactiviteit. Enkele dagen van tevoren krijgen de kinderen daar een briefje van mee naar huis. Schoolreis 3 t/m 7 Deze groepen gaan tegen het einde van het schooljaar op schoolreis. Dit wordt georganiseerd door ouderraad. Van ouders wordt hiervoor een bijdrage gevraagd. Met uitzondering van groep 1 en 2. Schoolkamp De leerlingen van groep 8 gaan enkele dagen op kamp. Ieder jaar is het kamp een geweldige belevenis en een mooie afsluiting van de basisschoolperiode. Een gedeelte van het kamp wordt gefinancierd door acties en er wordt een eigen bijdrage gevraagd. Het schoolkamp is een verplichte onderwijsactiviteit. Leerlingen die om welke reden dan ook toch niet kunnen of mogen deelnemen, moeten de kampdagen dan ook gewoon naar school en worden elders binnen de school opgevangen. Excursies In de loop van het schooljaar worden enkele excursies gehouden. Dit zijn bijvoorbeeld de kinderboerderij, musea, natuurwandeling. Dit is niet elk schooljaar hetzelfde, het wordt binnen de thema’s ingezet. Vooraf wordt u nader geïnformeerd. Er wordt meestal een beroep gedaan op ouders m.b.t. het vervoer. Gastlessen Jaarlijks worden door buitenstaanders een aantal gastlessen gegeven. Ook deze variëren per schooljaar. Sport en spel In samenwerking met de ouderraad wordt aan het einde van het schooljaar voor alle kinderen een dag besteed aan sport en spel. De datum staat aangegeven in de jaarkalender. Buitenschoolse sportontmoetingen en dagarrangementen Onze school neemt jaarlijks deel aan verschillende buitenschoolse sportactiviteiten. Daaronder valt bijv. KNVB schoolvoetbal. In het kader van het project de Sportieve School kunnen kinderen na schooltijd geheel vrijwillig deel nemen aan kennismakingslessen bij sportverenigingen. Ook worden er diverse naschoolse activiteiten gegeven door andere verenigingen. Dit in samenwerking met de andere Reuverse scholen en ’t Rovertje. De kinderen krijgen van dit aanbod steeds opgave formulieren mee, die na invulling op school ingeleverd kunnen worden. Ouders zorgen daarbij steeds zelf voor vervoer.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
41
Kunsteducatie We willen kinderen in contact brengen met alle vormen van kunst en met kunstenaars. Zo kunnen ze ontdekken voor welke kunstuitingen ze voorkeur hebben en zullen gestimuleerd worden om er meer van te gaan zien of te horen of zelfs actief kunst te gaan beoefenen. Elke groep heeft jaarlijks minimaal 1 activiteit, binnen of buiten het schoolgebouw. Vooraf worden de ouders geïnformeerd over de plaats en het tijdstip.
6.18 Padxpress Stichting Cultuurpad is in de gemeente Beesel de organisator van het naschools sport- en cultuuraanbod. Het faciliteert en is de verbinding tussen aanbieders en de deelnemers. Dit naschools aanbod is bij Cultuurpad ondergebracht onder de naam: Padxpress. De Padxpress is dan ook de plek waar je moet zijn voor bruisende activiteiten na schooltijd! Met de Padxpress biedt Cultuurpad alle kinderen een unieke mogelijkheid om tegen een aantrekkelijk tarief workshops, lessen en/of activiteiten te volgen op het terrein van sport en spel, theater, dans, muziek, media, techniek, kunst, natuur, erfgoed en literatuur. Waarom? Naschoolse activiteiten bieden veel mogelijkheden voor kinderen. Met het realiseren van een breed aanbod van naschoolse activiteiten: bieden we kinderen optimale ontwikkelingskansen binnen de 8 intelligenties (theorie Gardner van meervoudige intelligentie!) bieden we kinderen de mogelijkheid om in hun vrije tijd zich verder te ontwikkelen of te ontdekken wat ze leuk vinden en waar ze goed in zijn slaan we een brug tussen het kind en zijn of haar omgeving; in die omgeving fungeert de school als vindplaats voor talent en wegwijzer voor verdere ontwikkeling leggen we een verbinding tussen school en de omgeving versterken we de leefbaarheid in de kernen Kijk voor verdere informatie en het naschools aanbod op de site: www.padxpress.nl, of wordt vrienden op Facebook of Twitter.
6.19 De bibliotheek De bibliotheek, gevestigd aan de Pastoor Vranckenlaan, speelt een belangrijke rol bij de taal- en leesontwikkeling van kinderen en natuurlijk het stimuleren van het leesplezier. Samenwerking met de bibliotheek krijgt een steeds grotere rol. Taal is een van de belangrijkste ontwikkelingen van het kind. Dit bieden we bij de peuterspeelzaal aan door activiteiten met verhalen, boeken, versjes en liedjes. Boeken en cd’s die betrekking hebben op een thema, bijv. de boerderij, worden door de bibliotheek aan ons geleend. Ook brengen we geregeld een bezoek aan de bibliotheek of zij komen bij de peuterspeelzaal voorlezen. Regelmatig wordt er door school een beroep gedaan op de mensen van de bibliotheek, bijv. voor het zoeken van boeken bij een bepaald thema of voorlezen. Ook wordt er geregeld een bezoek gebracht aan de bibliotheek. De bibliotheek is voor kinderen gratis. Men kan er terecht voor het lenen van o.a. leesboeken, informatieve boeken, tijdschriften, Cd’s en DVD’s. Vanaf 2012-2013 is er ook een bibliotheek in Meander. In nauwe samenwerking met de bibliotheek Maas en Peel wordt deze bibliotheek opgezet en onderhouden. Kinderen van Meander kunnen er boeken lenen. Het uitlenen zal gebeuren door ouders die vrijwillig een bijdrage leveren aan dit mooie project.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
42
7 De ontwikkeling van het onderwijs binnen onze school.
7.1 Schoolplan voor vier jaar In doorgaande lijn van het schoolplan 2011-2015 is er in samenwerking met het team een nieuw schoolplan gemaakt voor de jaren 2015-2019. Het schoolplan 2015-2019 bestaat op hoofdlijnen uit drie (strategische) vraagstukken: 1. Hoe komen wij tot duurzame opbrengsten? 2. Hoe komen we tot meer samen leren werken (intern en extern)? 3. Hoe komen wij tot betekenisvol en doelgericht onderwijs dat aansluit bij de veranderende maatschappij? Bovenstaande vraagstukken kennen verschillende deelvragen waarbij we onderscheid maken tussen de ‘staande’ en ‘lerende’ organisatie. Onder de ‘staande’ organisatie verstaan we aspecten die vragen om borging, onderhoud of een (kleine) verbetering. Onder de ‘lerende’ organisatie verstaan we aspecten die vragen om vernieuwing of verandering. Hieronder volgt een overzicht van speerpunten voor het eerste jaar.
7.2 speerpunten jaarplan 2015-2016 Implementatie nieuwe rekenmethode In het schooljaar 2014-2015 is, na een zorgvuldig keuzetraject, een nieuwe rekenmethode aangeschaft (Wereld in Getallen). In het schooljaar 2015-2016 wordt deze rekenmethode geïmplementeerd in de groepen 3 t/m 8. Diverse aspecten zullen aan de orde komen tijdens dit implementatietraject, waaronder het rekenen in rondes, het gebruik in een heterogene groep en de toepassing van ICT. Nieuwe Eindtoets groep 8 Vanaf schooljaar 2014-2015 is het voor alle leerlingen van groep 8 in het reguliere basisonderwijs verplicht om een eindtoets te maken. Met deze Eindtoets kunnen leerlingen laten zien wat ze in acht jaar basisonderwijs hebben geleerd. De eindtoets meet in welke mate de leerling de referentieniveaus voor taal en rekenen beheerst en geeft een advies over welk type vervolgonderwijs het beste bij de leerling past. De overheid stelt hiervoor aan scholen de Centrale Eindtoets beschikbaar. Er zijn echter meer toetsen beschikbaar die als eindtoets gebruikt mogen worden. In het schooljaar 2015-2016 onderzoeken wij welke toets het beste aansluit bij de uitgangspunten van onze school. De toets zal in april 2016 voor het eerst worden afgenomen. Afstemmen binnen een korte cyclus We kunnen ons onderwijs nog verder verbeteren door het effectief afstemmen binnen een korte cyclus, ofwel het verder vormgeven van het diagnosticerend onderwijs in de dagelijkse praktijk. Daarbij speelt continu de vraag wat de reacties van de leerlingen in de lessen van vandaag betekenen voor het onderwijs van morgen. Dit kan bijvoorbeeld worden versterkt door de ruimte die de dag- en weekplanning hiervoor biedt bewuster te gebruiken.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
43
Taal en lezen. Dit schooljaar ligt de focus op de doorgaande lijn wat betreft de aanpak van de leerkracht bij begrijpend lezen om hogere opbrengsten te creëren. Betekenisvol en doelgericht onderwijs In de groepen 1 t/m 4 werken wij volgens de principes van ontwikkelingsgericht onderwijs, waarbij in de groepen 3 en 4 middels thema’s het ‘lezer en schrijver’ met name centraal staat. Komend schooljaar staat een herijking van de visie op lees- en taalonderwijs en de werkwijze van betekenisvol en doelgericht werken in groep 3 en 4 gericht op lezen, schrijven en taal centraal. Muziek. In het schooljaar 2014-2015 heeft een externe muziekleerkracht het team begeleid in het geven van muzieklessen, waardoor de kwaliteit van ons muziekonderwijs versterkt is. In het schooljaar 20152016 willen we dit verder verdiepen en wordt er onder leiding van een externe muziekleerkracht gewerkt aan een doorgaande leerlijn muziek van groep 1 t/m 8. Brede School Meander. Binnen de brede school willen we graag samenwerken met alle participanten. De samenwerking met PSZ ’t Kwetternest en Kindercentrum ’t Rovertje wordt verder uitgebouwd om de doorgaande lijn 0 tot 12 jaar verder te versterken.
7.3 Resultaten van ons onderwijs Wij vinden het van belang dat op onze school goed onderwijs in de ruimste zin van het woord wordt gegeven. Dat noemen wij kwaliteit. De kwaliteit proberen we te bewaken door onze leerlingen zo goed mogelijk te volgen. Dat doen we door: • Observeren: Door goed naar kinderen te kijken kunnen we veel vertellen over werkhouding, luisterhouding, wat kinderen bezighoudt en wat ze nodig hebben. • Proefwerken en toetsen die bij onze methoden horen: Doorlopend proberen we te achterhalen of leerlingen de aangeboden stof beheersen en of er kinderen zijn die extra hulp of oefening nodig hebben. • Toetsen die niet bij de methode horen: We willen ook weten of het onderwijs op onze school de vergelijking met andere scholen kan doorstaan. Hiervoor gebruiken we de landelijke toetsen o.a. van Cito. Belangrijk is voor ons verder hoe onze oudleerlingen zich in het voortgezet onderwijs ontwikkelen. We hebben daarom veel contact met de vervolgscholen. Voor ons betekent het niet dat een kind een zo hoog mogelijk niveau van onderwijs moet kunnen halen. Dat is namelijk ook in sterke mate afhankelijk van de mogelijkheden van leerlingen. Wij willen graag dat het kind de benodigde kennis en kunde heeft voor de school die bij hem of haar past en daar goed presteert.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
44
7.4 Uitstroom en bereikte leeropbrengsten schoolverlaters 2014-2015 In de schoolgids staat beschreven hoe de uitstroom van onze schoolverlaters de afgelopen jaren is geweest. De uitstroom van het afgelopen schooljaar en de bijbehorende resultaten worden hieronder beschreven. De kinderen worden op BS Meander, naast observatie van de leerkracht en methodeafhankelijke toetsen, gevolgd binnen het leerlingvolgsysteem van Cito vanaf groep 1-2 t/m medio groep 8. Tijdens het schooljaar 2014-2015 is er voor gekozen om de cito M8 als verantwoordingsinstrument naar de inspectie te gebruiken. Begrijpend lezen M8
2014-2015 63,0 A+
Norm inspectie 55 (behaald)
Rekenen wiskunde M8
2014-2015
Norm inspectie
114,3 A
110 (behaald)
Daarnaast heeft het Loopbaan Advies Bureau een toets afgenomen. Deze toets bestaat uit meerdere delen. Naast de NIO (Nederlandse intelligentietest voor onderwijsniveau) is de Schoolvorderingen Index (SVI) afgenomen. Deze laatste test meet de schoolvorderingen op het gebied van tekstbegrip, spelling en rekenen. Een derde onderdeel is de Schoolvragenlijst. NIO en SVI De gemiddelde intelligentie ligt dit schooljaar hoger dan de afgelopen twee schooljaren. De gemiddelde schoolvorderingen van groep 8 liggen hoger dan de gemiddelde intelligentie (SVI 106,6 t.o.v. NIO 103). Dit betekent dat groep 8 gemiddeld hoger heeft gescoord wat betreft hun schoolvorderingen t.o.v. van hun gemiddelde gemeten intelligentie. SVL De schoolvragenlijst (SVL) meet het welbevinden, motivatie en zelfvertrouwen. De kinderen kunnen tussen scores tussen 1 en 9 behalen. Een score tussen 5 en 6 is gemiddeld. Schoolmotivatie (prestatiemotivatie, concentratie en huiswerkattitude) scoort gemiddeld 5,5. Welbevinden (plezier op school, sociaal aanvaard voelen en relatie met leerkracht) scoort gemiddeld 6,1. Zelfvertrouwen (uitdrukkingsvaardigheid, zelfvertrouwen bij proefwerken en sociale vaardigheid) scoort gemiddeld 5,5. De gemiddelde score van alle leerlingen bij de SVL is 5,8. Uitstroom 2014-2015 Praktijkonderwijs VMBO basis VMBO kader VMBO gemengd VMBO theoretisch HAVO VWO VWO TTO LWOO aangevraagd
0% 6,1% 16,3% 14,3% 12,2% 32,7% 10,2% 8,2% 6x
Aantal leerlingen
49
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
45
8 Regeling school- en vakantietijden
8.1 Schooltijden De openingstijden van de peuterspeelzaal zijn: 's ochtends van 8.30 uur tot 11.45 uur en 's middags van 13.00 uur tot 15.00 uur. Onze school hanteert de volgende schooltijden: Groep 1 t/m 6 en 8: Maandag, dinsdag en donderdag: van 8.30 uur tot 12.00 uur en van 13.00 uur tot 15.00 uur. Woensdag en vrijdag: van 8.30 uur tot 12.30 uur Groep 7 Maandag, dinsdag en donderdag: van 8.30 uur tot 12.00 uur en van 13.00 uur tot 15.00 uur. Woensdag en vrijdag ochtend: van 8.30 uur tot 12.30 uur Vrijdagmiddag: 13.30-15.00 uur Inlooptijd: 10 minuten voor aanvang van de lessen mogen kinderen naar binnen. Het is de bedoeling dat de lessen ook echt om half 9 kunnen starten. U wordt dan ook vriendelijk, maar dringend verzocht het lokaal op tijd te verlaten en er op toe te zien dat uw kind telkens op tijd op school is. Er is surveillance voor schooltijd.
8.2 Schoolverzuim Kan uw kind niet naar school of de peuterspeelzaal komen, door bijv. ziekte, gelieve dit vóór schooltijd telefonisch of schriftelijk door te geven aan de school of aan de peuterspeelzaal. Doe dit a.u.b. zelf en niet via iemand anders. Indien een leerling afwezig is en er is geen bericht van verhindering ontvangen, dan zal telefonisch contact worden opgenomen met de ouders. De school is verplicht van elk kind verzuim te noteren en ongeoorloofd verzuim te melden aan de leerplichtambtenaar. Bezoek aan tandarts of dokter dient zoveel mogelijk buiten schooltijd gepland te worden.
8.3 Leerrecht en leerplicht Ieder kind heeft recht op onderwijs. Aan dit recht op onderwijs zijn ook plichten verbonden. Ouders/verzorgers zijn verplicht hun kind in te schrijven op een school en moeten ervoor zorgen dat hun kind naar school gaat. Bijna alle kinderen gaan voor het eerst naar school als ze vier jaar zijn. De kleuter is met vier jaar nog niet leerplichtig, maar toch is het goed voor zijn ontwikkeling om al naar school te gaan. De leerplicht begint zodra uw kind 5 jaar wordt, hij of zij moet op de eerste dag van de volgende maand naar school. Het is positief voor de ontwikkeling van kinderen als ze altijd aanwezig zijn op school. Als een kind vaak te laat komt of regelmatig afwezig is zonder reden, is de directeur van school verplicht dit te melden bij de leerplichtconsulent van de gemeente. De leerplichtconsulent stelt een onderzoek in, gaat in gesprek met ouders/verzorgers, school en andere betrokken partners en maakt afspraken
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
46
hoe uw kind de school weer elke dag kan bezoeken. In de schoolgids is de verzuimkaart te vinden die door de gemeente samen met de schoolarts en de basisscholen is opgesteld. Extra vakantieverlof buiten de schoolvakanties is niet mogelijk. Alleen in uitzonderlijke gevallen kunt u bij de schooldirectie een verzoek indienen voor verlof buiten de schoolvakanties. Dit kan slechts 1 keer per schooljaar en voor een periode van maximaal 10 schooldagen. Bijvoorbeeld wanneer vanwege de specifieke aard van het beroep van de ouders/verzorgers de vakantie kan niet plaatsvinden in de vastgestelde schoolvakanties (echter nooit aan het begin van het schooljaar). Hiervoor moet u een werkgeversverklaring overleggen, waaruit blijkt dat geen verlof binnen schoolvakanties mogelijk is. Andere omstandigheden die in aanmerking kunnen komen voor verlof zijn: a. Bruiloften en jubilea van bloedverwanten tot en met de derde graad b. Vervullen van godsdienstige of levensbeschouwelijke verplichtingen c. Ernstige ziekte of overlijden van bloedverwanten tot en met de vierde graad d. Verhuizing e. Andere gewichtige omstandigheden (buiten de wil van ouders gelegen) De schooldirecteur neemt zelf, binnen de kaders van de leerplichtwet, een besluit over de verlofaanvraag en worden altijd individueel beoordeeld. Wordt verlof aangevraagd voor meer dan 10 dagen dan neemt de leerplichtconsulent een besluit. Deze zal hierin eerst de mening van de schooldirecteur vragen.
8.4 Vakantie en vrije dagen Alle vakantie- en vrije dagen staan vermeld in de jaarkalender.
8.5 Verwijdering van leerlingen Hoewel we als school er alles aan zullen doen om het te voorkomen, kan het toch zijn dat een leerling zich zodanig ontwikkelt dat we als school niet meer in staat zijn om het kind die zorg en begeleiding te bieden die het kind nodig heeft. Soms is die ontwikkeling zo ernstig dat we als school tot verwijdering van een leerlingen denken te moeten overgaan. In grote lijnen kan dit in twee gevallen voorkomen: 1. Als sanctie bij ernstig wangedrag van het kind en/of de ouders, of ernstig gedrag dat in strijd is met de grondslag van onze school. 2. Als onderwijskundige maatregel wanneer onze school niet meer kan voldoen aan de zorgbehoefte van het kind en dit voor het kind ernstige sociaal-emotionele gevolgen heeft. Dit kan zich uiten in het gedrag van de leerling (wangedrag of juist erg in zichzelf gekeerd). We zullen uiteraard niet zo maar tot verwijdering over gaan. Dit gebeurt alleen in ernstige gevallen (ter beoordeling aan de directie en het bevoegd gezag). In de regel zullen we een aantal stappen doorlopen: Preventief: We blijven in overleg met de ouders over de ontwikkeling van het kind, zeker als de school denkt niet langer te kunnen voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van het kind. Daarbij kan een afweging worden gemaakt of een vorm van speciaal (basis-) onderwijs beter zal kunnen aansluiten. Als de grenzen van wat de school kan bieden (dreigen te) worden bereikt, kunnen ouders en/of school de commissie bovenschoolse ondersteuning van Kerobei inschakelen, om samen te kunnen bekijken welke (extra) mogelijkheden er eventueel nog zijn. We streven naar goed inhoudelijk overleg met de ouders. Meestal komen we er in dit stadium samen wel uit.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
47
Een (ernstig) incident kan in eerste instantie leiden tot een “time-out” met onmiddellijke ingang. Dit betekent dat de leerling voor de rest van de dag de toegang tot de school wordt ontzegd, de ouders worden vooraf telefonisch geïnformeerd. De ouders worden uitgenodigd voor een gesprek. Hierbij is ten minste een lid van het managementteam aanwezig. Het incident en de inhoud van het gesprek met de ouders worden schriftelijk vastgelegd; dit verslag wordt in het leerling-dossier opgeslagen en de ouders ontvangen een kopie. De time-out maatregel wordt alleen toegepast na goedkeuring van de directie van de school; deze rapporteert de genomen maatregel schriftelijk (per e-mail) aan het bevoegd gezag (via de stafmedewerker bovenschoolse ondersteuning), met vermelding van de reden. Als dit in het voortraject nog niet is gebeurd, zal de school met de ouders nadrukkelijk afwegen of een aanmelding bij de commissie bovenschoolse ondersteuning moet worden gedaan met het oog op advisering over de mogelijkheden voor verdere begeleiding. Dit is niet nodig als ouders en school inschatten dat het wangedrag niet meer zal voorkomen omdat de situatie van voor de time-out wezenlijk is veranderd, bijvoorbeeld omdat de begeleiding resp. ondersteuning van de leerling vanaf dat moment wezenlijk anders verloopt. Formeel: 1. Overleg met de ouders over de zorgen die de school heeft over de ontwikkeling die kan leiden tot schorsing. Hierbij horen ook afspraken over maatregelen die de dreigende schorsing kunnen voorkomen. De school informeert de ouders dat dit de eerste stap is van dit formele traject. Van het overleg wordt schriftelijk verslag opgemaakt. De ouders krijgen een kopie van dit document en het verslag wordt onderdeel van het leerlingdossier. We hopen natuurlijk dat het hier bij zal kunnen blijven! 2. Schorsing van het kind voor bepaalde tijd, als uiterste maatregel om aan te geven dat een grens is bereikt. Dit besluit zal door de schoolleiding worden genomen, de schoolleiding neemt vooraf contact op met het bevoegd gezag (via de stafmedewerker bovenschoolse ondersteuning). Een schorsing duurt zo kort mogelijk, met een wettelijk maximum van één week. Bij schorsing langer dan één dag zal ook de onderwijsinspectie (via het internet schooldossier, ISD) en de ambtenaar leerplicht op de hoogte worden gesteld. Op de eerste schorsingsdag zal er een gesprek plaatsvinden met de ouders en een lid van het managementteam (directie) van de school. Van het overleg wordt schriftelijk verslag opgemaakt. De ouders krijgen een kopie van dit document en het verslag wordt onderdeel van het leerlingdossier. 3. Als bovenstaande niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd, zal de schoolleiding het bevoegd gezag vragen om een afweging te maken en een besluit te nemen. Daarbij maakt het bevoegd gezag een afweging tussen het belang van de school bij verwijdering en het belang van het kind om op school te blijven. Voor school kan bijvoorbeeld van belang zijn dat zonder verwijdering de rust en veiligheid op school niet langer gegarandeerd kunnen worden. Op basis van deze afweging zal het bevoegd gezag een voorgenomen besluit nemen over het al dan niet verwijderen. 4. Als het voornemen tot verwijdering definitief is zullen de ouders (schriftelijk) worden uitgenodigd voor een gesprek. In dit gesprek wordt aan de ouders medegedeeld dat het bevoegd gezag van onze school niet langer bereid is een oplossing binnen de school te zoeken. Daarbij wordt de ouders aangegeven waarom het belang van het kind moet wijken voor het belang van de school. Na schriftelijke mededeling kunnen de ouders schriftelijk bezwaar maken, waarna het bevoegd gezag een definitief besluit ook weer schriftelijk zal versturen aan de ouders. Formeel kunnen de ouders hier tegen in beroep gaan. Indien nodig wordt het kind vanaf stap 3 t/m 5 geschorst, in afwachting van het aanbod aan de ouders voor passend onderwijs op een andere school. In elk van bovenstaande stappen, doch liefst nog tijdens de preventieve fase, kan zowel door school als door ouders het kind worden aangemeld bij de commissie bovenschoolse ondersteuning van
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
48
Kerobei (voorzitter Frank Evers, 077-3968888,
[email protected]). De commissie bovenschoolse ondersteuning kan dan met zowel ouders als school meedenken over een passende oplossing en waar nodig extra maatregelen treffen. Aanmelding is in elk geval nodig als de school en/of de ouders denken dat plaatsing in een vorm van speciaal basisonderwijs beter aansluit bij de ondersteuningsbehoefte van het kind. Nogmaals: wij zullen er als school alles aan doen om te voorkomen dat het doorlopen van bovenstaande procedure noodzakelijk wordt.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
49
9 Het schoolbestuur
9.1 Kerobei Kerobei is een stichting die katholiek primair onderwijs verzorgt in Baarlo, Beesel, Belfeld, VenloBlerick, Maasbree, Reuver en Steyl-Tegelen. Tot deze stichting behoren in totaal 21 katholieke basisscholen, waaronder 2 scholen voor speciaal basisonderwijs. Missie De stichting realiseert hoogwaardig passend onderwijs en betekenisvolle kinderopvang op levensbeschouwelijke grondslag voor ieder kind van 0 – 14 jaar. Visie De Stichting kiest voor één kernwaarde: eigenaarschap. Onder ‘eigenaarschap’ verstaan we: - eigenaar van de grondslag - eigenaar van de missie - eigenaar van de relatie met de doelgroepen - eigenaar van eigen ontwikkeling Eigenaarschap impliceert o.a.: verantwoordelijkheid nemen en dragen – aanspreekbaar zijn op het eigen handelen en resultaten – mee ontwikkelen en innoveren – open staan voor anderen en hen erbij betrekken –optimist zijn (denken en handelen vanuit kansen en mogelijkheden) – oog hebben voor de eigen uniciteit en die van anderen - eigenaar zijn houdt ook in: anderen eigenaar laten zijn.
9.2 Het college van bestuur Het College van Bestuur bestaat uit de volgende personen: Naam: H. Soentjens H. Hovens
Functie: Voorzitter Lid
Het bestuurskantoor van Kerobei is gevestigd aan de Wylrehofweg 11, 5912 PM Venlo. Telefoon: 077-3968888 E-mail:
[email protected] Website: www.kerobei.nl
9.3 Raad van toezicht De Raad van Toezicht bestaat uit de volgende personen: Naam: R. den Dekker H. Palmen S. Canjels H. Jacobs J.H. de Wit
Functie: Voorzitter Vice-voorzitter Lid Lid Lid
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
50
9.4 De GMR (gemeenschappelijke medezeggenschapsraad) Voor de stichting Kerobei, met meer dan één school onder haar beheer, geldt een verplichte GMR. De verplichte GMR heeft een eigen taak, positie en wettelijk toegekende bevoegdheden. In de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) is bepaald dat de GMR in de plaats treedt van de MR’ en van de scholen “indien het aangelegenheden betreft die van gemeenschappelijk belang zijn voor alle scholen of voor de meerderheid van de scholen”. In de GMR wordt op bovenschools niveau schooloverstijgend en kaderstellend beleid aan de orde gesteld. Dat geeft de ruimte aan de directeuren van de individuele scholen om dat beleid concreet op schoolniveau verder in te vullen in samenspraak met de MR van die school. Daardoor kan de MR zich toeleggen op schoolspecifieke aangelegenheden. Met deze systematiek is een tweedeling gelegd: schooloverstijgend en op schoolniveau. Dit is bepalend voor de (inhoud van de) documenten en gespreksonderwerpen in zowel de GMR als de MR’ en. De informatie- overdracht en communicatie tussen GMR en MR’ en zijn belangrijke aandachtspunten. GMR-leden hoeven geen lid te zijn van een MR. GMR-leden worden uit de ouders en de leerkrachten gekozen, door de leden van de afzonderlijke MR’ en. De vergaderingen van de GMR zijn openbaar. Voor namen van de leden zie: www.kerobei.nl Aanvullende informatie over de WMS, MR en GMR is beschikbaar op de internetsite www.infowms.nl. Dagelijks bestuur: Voorzitter: Vice-voorzitter/secretaris: E:
[email protected] T: 077-8880643 Leden:
Dhr. Christian Eulenpesch Dhr. Bart Klerken
Mevr. Juliette Benders Dhr. Roel Ewals Mevr. Jeannette van Heugten Mevr. Gertia Knorr Dhr. Martien Lenders Mevr. Ine Lücker Mevr. Hanneke Suilen Dhr. Marcel Willems
(ouder Titus Brandsmaschool) (leerkracht ’t Palet)
(orthopedagoog) (ouder Passepartout) (leerkracht De Bolleberg) (ouder De Springbeek) (leerkracht De Springbeek) (co-teacher interne ambulante dienst) (coördinatie & Coaching Kerobei (auditor) (ouder Titus Brandsmaschool)
9.5 Externe vertrouwenspersonen Dhr. B.J.M. Woltering Weselseweg 97 5916 RD Venlo T. 06-53840383
[email protected]
Dhr. F.T.M. Heldens Hoogstraat 48 5954 AD Beesel T. 077 474 2463
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
Mw. M.A. van Megen-Driessen Pastoor Vranckenlaan 50 5953 CR Reuver T. 077 474 1106
51
10 met plezier ontmoeten
10.1 Actief Burgerschap In de wet is opgenomen, dat scholen actief bezig moeten zijn met “burgerschapszin”. In de wet op het primair onderwijs staat, dat het onderwijs er van uitgaat dat leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving; gericht is op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie; gericht is op het kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten. Wat is actief burgerschap? Het zelfstandig verantwoordelijkheid nemen door leerlingen voor gemeenschapsbelangen binnen of buiten de school. Actief burgerschap krijgt pas vorm, wanneer leerlingen en leerkrachten de verantwoordelijkheid voor (belangen van) de gemeenschap gaan delen. Actief burgerschap moedigt leerlingen aan meer verantwoordelijkheid te nemen in hun omgeving (iets doen; niet consumeren, maar produceren, initiatieven nemen, zelf keuzes maken en consequenties trekken). De ervaring leert, dat leerlingen deze verantwoordelijkheid graag nemen, zeker waar het gaat om activiteiten, die aansluiten bij hun eigen interesses. Zo worden leerlingen mondiger, actiever en meer betrokken bij het hele gebeuren op school. Het toerusten tot participatie in de samenleving is een centrale doelstelling. BS Meander heeft burgerschap actief opgepakt en zichtbaar gemaakt binnen het onderwijs. Op school is een beleidsplan.
10.2 schoolregels De schoolregels zijn ontstaan vanuit de keuze die we gemaakt hebben om samen te bouwen aan een veilige school. Dit met kinderen, leerkrachten en ouders. In het leerlingpanel is samen met de werkgroep SEO gewerkt om te komen tot onderstaande schoolregels. Deze vormen de leidraad van ons handelen en passen bij de visie van BS Meander. Samen spelen, delen, werken, helpen: Je bent een kampioen, als je het samen kunt doen! Plagen/pesten/vechten/ruzie: Stop is stop, dus hou nu op! Omgaan met elkaar (lief, aardig, eerlijk): Op Meander zijn we aardig voor de ander! Luisteren en praten: Ik ben blij, jij luistert naar mij! Zorgen voor de spullen en de omgeving: Houd alles netjes en schoon, dat is toch heel gewoon! Veiligheid: Binnen is een wandelgebied, buiten hoeft dat lekker niet!
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
52
We werken met een Pestprotocol. Deze is te vinden op onze website of via de teamleiders verkrijgbaar op school. Naast het pestprotocol is er ook een gedragsprotocol en een internetprotocol te vinden op onze website. Dit alles draagt bij aan een veilige school.
10.3 Veiligheid Scholen worden in toenemende mate geconfronteerd met incidenten op het gebied van agressie, geweld en seksuele intimidatie (AG&SI). Ook neemt het gevoel van onveiligheid bij het onderwijspersoneel toe. AG&SI zijn arbeidsrisico’s in een school en worden specifiek in de Arbo-wet (artikel 1, lid e en f; artikel 4, lid 2) genoemd. Door de Arbeidsinspectie wordt op de naleving van deze wet toegezien. Bij haar inspecties op scholen is AG&SI één van de aandachtspunten. Ook de Onderwijsinspectie controleert als onderdeel van het schoolklimaat of scholen een veiligheidsbeleid voeren om leerlingen en personeel zoveel mogelijk te vrijwaren van veiligheidsrisico’s als letsel, diefstal, agressie en geweld. In de Wet op het primair onderwijs (artikel 4a en 5a) zijn passages opgenomen, die de werkgever verplichten om overleg te voeren of aangifte te doen betreffende zedenmisdrijven. Dit alles noodzaakt scholen om gericht beleid te voeren op het terrein van AG&SI. Veiligheidsplan Dit veiligheidsplan kun je in 3 stukken verdelen. 1. ARBO 2. BHV 3. Brandmeldinstallatie/ alarm installatie. Om aan de ARBO-wetgeving te voldoen moet je om de 5 jaar een RI&E ( Risico inventarisatie en evaluatie) houden. Deze is in 2014 uitgevoerd door de Arbodienst. De resultaten zijn besproken en indien nodig verbeterd. In schooljaar 2014-2015 wordt er een Quick-scan uitgevoerd. Dit is een verkorte versie om een tussentijdse toets te doen. Deze is niet zo uitgebreid als de RI&E. Onze BHV organisatie bestaat uit 8 opgeleide personen. Tevens is er 1 ploegleider. 2 maal per jaar wordt de school ontruimd om te controleren of het ontruimingsplan werkt. Doordat het gebouw in brandwerende compartimenten is verdeeld hoeft bij een ontruiming niet het gehele gebouw te worden ontruimd. De brandmeldinstallatie wordt 1 keer per jaar door een extern bedrijf gecontroleerd. 2 Maandelijks worden brand- en rookmelders gecontroleerd door de opgeleide personen. De alarminstallatie is aangesloten bij de SMC centrale. Bij alarm buiten schooltijden komt een beveiligingsbedrijf controleren wat de oorzaak van het alarm is.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
53
11 Praktische zaken
11.1 Verkeersveiligheid rondom de brede school Kinderen krijgen al vroeg met het verkeer te maken. Alle ouders zijn medeverantwoordelijk voor de verkeersveiligheid bij de school. Al treft de overheid nog zoveel maatregelen, als ouders en andere volwassenen door hun opvoeding en gedrag niet het goede voorbeeld geven, blijven we nergens. De verkeersveiligheid rondom onze school wordt regelmatig bekeken en daar waar verbeteringen mogelijk zijn, worden deze met de gemeente en politie besproken. Iedereen van basisschool Meander wordt verzocht zich aan bestaande afspraken te houden. Zorg voor een goede verkeersopvoeding en geef zelf altijd het goede voorbeeld. Maak gebruik van de voetgangersoversteekplaatsen en verplicht uw kinderen om daar ook gebruik van te maken. Blokkeer bij het brengen en halen van de kinderen niet de wegen of uitgangen met fietsen en/ of auto’s. Er is een gele streep op de stoeprand, dus stop niet voor de school. Pas uw snelheid aan op plaatsen waar kinderen verwacht kunnen worden. Roep nooit vanaf de overkant van de straat. Kinderen letten dan niet meer op het verkeer. Fiets niet op plaatsen waar het niet verantwoord is. Fiets niet op de speelplaats of bij het fietsenrek. Kinderen stallen hun fiets in het daarvoor bestemde fietsenrek. De fiets afsluiten. Stalling in het fietsenrek geschiedt op eigen risico. Ouders zetten hun fiets niet voor het hek om de school, maar kunnen deze neerzetten op het lege stuk stoep vooraan de straat. Blijf niet voor aan de straat wachten op uw kind, maar kom gerust op de speelplaats wachten.
11.2 Gezond en verantwoord eten en drinken Op school zijn kinderen de hele dag in de weer. Ravotten op de speelplaats, bewegen in de gymles of speellokaal en opletten in de klas. Dat vraagt heel wat energie! Daarom is het zo belangrijk dat kinderen ’s morgens goed uitgerust op school komen en een gezond en verantwoord ontbijt genuttigd hebben. ’s Morgens rond 10.00 uur, mogen de kinderen iets eten en drinken in de klas. Want een hapje en drankje tussendoor houdt kinderen fit en geconcentreerd. Goed gekozen dranken en tussendoortjes kunnen de voeding aanvullen en zorgen dat uw kind alles binnenkrijgt wat het nodig heeft. We vertellen u graag welke afspraken we hierover hebben op school en in de klas: Gezond is de norm! Kinderen brengen alléén fruit of groente mee en/of een (gezonde) boterham; Vers fruit is hét tussendoortje bij uitstek. Kinderen eten er doorgaans te weinig van. Stimuleer uw kind om minstens 1 x per dag een stuk fruit te eten en varieer met verschillende soorten. Een appel, banaan, mandarijn, aardbeien, kiwi etc. Groenten zoals tomaatjes, radijsjes, paprika, komkommer, worteltjes of een (gezonde) boterham kunnen ook. Voor de kinderen in groep 1-2 is het fijn als het fruit (of groente) thuis geschild is en evt. al in stukjes of partjes is verdeeld. Kinderen brengen een beker/flesje met water mee om te drinken; Kinderen die de peuterspeelzaal bezoeken, hoeven geen eten en/of drinken mee te nemen. Dit wordt verzorgd door de peuterspeelzaal.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
54
11.3 Verjaardagen Als een peuter jarig is, wordt de verjaardag op het einde van de morgen of middag gevierd. De ouders van het jarige kind zijn daarbij van harte welkom. Er wordt vanuit de peuterspeelzaal voor een traktatie gezorgd, dus dat hoeft u niet zelf te doen. Op school hebben we de regel dat een jarige geen traktatie mee naar school neemt. Bij het vieren van de verjaardag in de groep, wordt er getrakteerd uit de dropjespot in de klas. Dit wordt betaald van de ouderbijdrage. Wordt de verjaardag van de leerkracht gevierd, zorgt de leerkracht zelf voor een traktatie. Meestal wordt deze verjaardag niet op de dag zelf gevierd, maar op een willekeurige dag in het schooljaar. Het is overigens niet de bedoeling dat kinderen grote cadeaus meebrengen en elkaar proberen te overtreffen.
11.4 Verspreiden kaarten en uitnodigingen Wij willen ouders en kinderen vriendelijk verzoeken géén (kerst)kaarten en uitnodigingen voor kinderfeestjes te verspreiden op school. Wanneer kinderen elkaar een kaart willen sturen, dan is dat natuurlijk prima, maar we vragen u dan om de kaarten buiten school, dus ook niet op de speelplaats, te verspreiden. Tijdens de kerstperiode levert dit veel onrust op in de groepen. Ook zien we geregeld teleurgestelde kinderen, die geen uitnodiging of kaartje ontvangen hebben en andere klasgenoten wel.
11.5 Gevonden voorwerpen Spullen die gevonden worden, worden in bewaring gehouden bij de conciërge. Hebt u iets gevonden, kunt u dit aan de balie afgeven, zowel voor de school als ook voor de peuterspeelzaal.
11.6 Fotograferen/filmen Bij het aanmelden van uw kind kunt u op het aanmeldingsformulier wel of geen toestemming geven voor het fotograferen en filmen van uw kind, dit in het kader van de Wet op privacy. Foto of filmmateriaal kan o.a. gebruikt worden voor de website/ facebook of onderwijskundige doeleinden. Uiteraard wordt er zorgvuldig met het materiaal omgegaan. Tussentijdse veranderingen graag melden bij de directie.
Schoolgids Basisschool Meander 2015-2016
55