Schoolgids. Algemeen gedeelte. De Basis voor Passend Onderwijs

Schoolgids

Algemeen gedeelte

De Basis voor Passend Onderwijs www.debasisheerenveen.nl

Scholennetwerk De Basis Iepenlaan 2 8441 BT Heerenveen 0513 – 656 656 versie juli 2014

Algemeen gedeelte schoolgids De Basis Heerenveen 2014-2015

Inhoud algemeen gedeelte 1. Voorwoord van het bestuur ....................................................................... 3 2. Om te beginnen ......................................................................................... 4 2.1 ‘De Basis’ ............................................................................................... 4 2.2 Waarom een schoolgids? .......................................................................... 4 2.3 Van wie is de schoolgids .......................................................................... 4 2.4 Verkrijgbaarheid schoolgids ...................................................................... 4 2.5 Verzoek om te reageren ........................................................................... 5 3. Ons profiel ................................................................................................ 5 3.1 Het openbaar onderwijs ........................................................................... 5 3.2 De kwaliteit; onze missie en visie .............................................................. 5 3.3 Onze scholen .......................................................................................... 6 4. Bestuur en organisatie .............................................................................. 7 4.1 Stichting openbaar onderwijs.................................................................... 7 4.2 Raad van Toezicht. .................................................................................. 8 4.3 Het bestuur & het bestuursbureau. ............................................................ 8 4.4 Medezeggenschap ................................................................................... 9 4.5 De Scholen ............................................................................................. 9 5. Ouders en leerlingen ................................................................................ 10 5.1 Algemeen.............................................................................................. 10 5.2 Leerplicht en toelaten van leerlingen ........................................................ 10 5.3 Naar school ........................................................................................... 11 5.4 Verlof ................................................................................................... 11 5.5 Verwijsindex .......................................................................................... 12 5.6 Meld code Kindermishandeling ................................................................. 12 5.7. Verlaten schoolterrein onder schooltijd ..................................................... 12 5.8. Verzekeringen ....................................................................................... 12 5.9. Informatie ouders en school .................................................................... 13 5.10. Ouderbijdragen, sponsoren en fotoregeling ............................................. 14 5.11. Medicijn verstrekking / medische handelingen ......................................... 14 6. Onderwijs, opbrengsten en begeleiding ................................................... 14 6.1 Algemeen.............................................................................................. 14 6.2 Vak en vormingsgebieden ....................................................................... 15 6.3 Sociale integratie en burgerschap ............................................................ 15 6.4 Het resultaat van ons onderwijs ............................................................... 16 6.5 Invallers ............................................................................................... 17 6.6 De begeleiding van leerlingen .................................................................. 18 7. Naar het voortgezet onderwijs ................................................................. 21 7.1 Algemeen.............................................................................................. 21 7.2 Overleg met het voortgezet onderwijs ...................................................... 21 8. School en veiligheid ................................................................................. 21 8.1 Veiligheidsbeleid .................................................................................... 21 8.2 Klachten ............................................................................................... 22 8.3. Klokkenluidersregeling en vertrouwens adviescommissie............................. 24 8.4. Dieren in school ..................................................................................... 25 8.5 Rookverbod ........................................................................................... 25 9. School en andere organisatie ................................................................... 25

Bijlagen:

-

informatie gescheiden ouders multi disciplinair overleg (MDO) protocol medicijnverstrekking en medisch handelen GGD afkortinglijst

2


1.

Voorwoord van het bestuur

Beste ouders,

Hartelijk welkom op een school van scholennetwerk De Basis te Heerenveen. De Basis is het enige scholennetwerk in de regio die integraal passend onderwijs biedt aan ieder kind. Ongeveer 70 % van alle leerlingen in deze categorie bezoekt onze scholen. De Basis is een goede en een grote werkgever in Heerenveen met ruim 300 personeelsleden en een omzet van 18 miljoen euro. Fijn dat u vertrouwen hebt in onze collega’s en ons onderwijs. De Basis staat voor goed en passend onderwijs met oog voor ieder kind. U heeft een belangrijke inbreng in het onderwijs dat wij bieden.

Deze schoolgids geeft u informatie over het scholennetwerk als geheel en over de school van uw kind in het bijzonder. Informatie over ons scholennetwerk en de scholen vindt u ook op www.debasisheerenveen.nl.

Vanaf 1 januari 2006 zijn de 18 Basisscholen, de Speciale Basisschool en de scholen voor (Voortgezet) Speciaal Onderwijs verenigd in de ‘Stichting Openbaar Onderwijs De Basis’ te Heerenveen.

In de volgende hoofdstukken vertellen we meer over onze visie op onderwijs en op welke wijze die visie werkelijkheid wordt.

Veel leesplezier.

Met vriendelijke groet,

Teunis Wagenaar, directeur-bestuurder a.i. Iepenlaan 2 8441 BT Heerenveen 0513 – 656 656

Pagina 3 van 25


2. 2.1

Om te beginnen ‘De Basis’

Wij bieden uw kind ‘De Basis’ voor hun verdere leven. Uw kind vormt zich het sterkst in de eerste levensjaren. Vanaf de leeftijd van vier jaar vertrouwt u uw kind aan onze scholen toe. Dat is voor ons een eer en een opdracht. Op onze scholen leren kinderen met hun hoofd (lezen, taal, rekenen en wiskunde, informatie verwerken, zaakvakken en meer), met hun hart (omgaan met elkaar en duurzaam omgaan met de wereld) en met hun handen (het creëren van iets nieuws). De collega’s van De Basis gaan daarbij uit van de mogelijkheden van uw kind, daar ligt de kracht. ‘De Basis’ is het scholennetwerk voor Primair en (voortgezet) Speciaal Onderwijs in de gemeente Heerenveen. De scholen leren van elkaar en versterken gezamenlijk de kwaliteit van het onderwijs. De Raad van Toezicht van ‘De Basis’ wordt gevormd door zes onafhankelijke, deskundige en betrokken personen. De Basis wordt bestuurd door een directeurbestuurder en hij wordt ondersteund door leden van het bestuursbureau. De directeuren van de scholen hebben een belangrijke stem in het bestuur van De Basis. 2.2

Waarom een schoolgids?

Wij informeren u graag over het scholennetwerk en de scholen. Daarnaast is het onze wettelijke plicht de schoolgids uit te geven (zie Wet op het Primair Onderwijs artikel 13 en de Wet op de Expertise Centra artikel 22). Via deze gids komt u te weten wat onze school uw kind biedt. Naast algemene onderwerpen die voor onze scholen in Heerenveen gelden, geeft iedere school een eigen omschrijving van de manier van werken. 2.3

Van wie is de schoolgids

De schoolgids is een gemeenschappelijk product van het bestuur en de scholen. De teksten van het algemeen gedeelte zijn door het bestuur geschreven; die over de scholen door de directeuren. Na beoordeling door de medezeggenschapsraden heeft het bestuur de gids goedgekeurd. 2.4

Verkrijgbaarheid schoolgids

Steeds meer scholen plaatsen de schoolgids op de website, hier kunt u te allen tijde de inhoud raadplegen. Stelt u prijs op een gedrukt exemplaar dan kunt u dat aangeven. Aan het begin van elk nieuw cursusjaar zal u die keuze worden voorgelegd. Ditzelfde geldt voor nieuwe ouders die hun kind laten inschrijven.

Pagina 4 van 25


2.5

Verzoek om te reageren

Deze schoolgids is met de nodige zorg samengesteld. Toch is het mogelijk dat u opmerkingen en reacties heeft. We verzoeken u uw aanbevelingen door te geven aan de school of aan het bestuur: [email protected]

3. 3.1

Ons profiel Het openbaar onderwijs

De scholen van De Basis bieden openbaar onderwijs. Zij stellen daarmee de scholen open voor alle kinderen, ongeacht hun godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of wat dan ook. Ieder kind is van harte welkom om kennis te maken en te leren met andere kinderen in een ontmoetingsplaats van verschillende culturen, denkbeelden en zienswijzen. Openbaar onderwijs draagt actief en nadrukkelijk bij aan de vorming en ontwikkeling van de samenleving. Leerlingen leren vanuit de dagelijkse praktijk respect te hebben voor andere geloven, levensovertuigingen en culturen. Ze leren ongedwongen ervaringen en ideeën uit te wisselen om zo een samenleving te ontwikkelen die is gebaseerd op wederzijds vertrouwen en samenwerking. In het openbaar onderwijs heerst een klimaat van tolerantie en democratie. Leerlingen, ouders, leerkrachten, directies en bestuursleden zijn gewend open met elkaar te communiceren op basis gelijkwaardigheid en respect voor elkaar. 3.2

De kwaliteit; onze missie en visie

Missie (waar staat De Basis voor) De Basis biedt openbaar Primair en (Voortgezet) Speciaal Onderwijs in de gemeente Heerenveen. Het onderwijs is kindgericht, toegankelijk, en hoogwaardig. Er is tevredenheid bij ouders, kinderen en personeel. Om dit te kunnen realiseren: a.

is het onderwijsaanbod goed gespreid en voor alle burgers bereikbaar;

b.

worden mensen en middelen zo ingezet dat daarmee maximale opbrengsten worden behaald;

c.

wordt structureel geïnvesteerd in personeelsontwikkeling en (digitale) onderwijsinnovatie;

d.

levert het netwerk van actief samenwerkende scholen méér dan de som der afzonderlijke delen.

Pagina 5 van 25


Visie(wat bereikt De Basis over 5 jaar) De Basis biedt aantrekkelijk, hoogwaardig en passend onderwijs voor ieder kind. De onderwijs opbrengsten zijn structureel op of boven de norm van de onderwijsinspectie. Daarnaast biedt De Basis dagarrangementen welke kwalitatief voldoen aan de inspectienorm. De Basis staat voor goede opbrengsten door aantoonbaar effectief en eigentijds onderwijs. Dit onderwijs wordt gegeven door bekwaam personeel. Er is degelijk financieel/materieel beleid (waaronder adequate huisvesting). De belanghebbenden zijn tevreden over ons onderwijs, de opvang van de kinderen, de ondersteuning voor de ouders en de wijze van communiceren. Motto: Wij halen het beste uit ieder kind. 3.3

Onze scholen

Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs op haar scholen. Met de directeuren van de scholen maakt het bestuur afspraken over wat de scholen willen bereiken. Elke school bepaalt, in samenspraak met het bestuur en andere scholen, hoe zij kwalitatief goed onderwijs geeft. Hierbij worden de ouders nauw betrokken. In het schoolplan, het schooljaarplan en de schoolgids geven de scholen aan hoe zij hun onderwijs vormgeven en wat daarvan het resultaat is. Basisonderwijs De Basis bestuurt 18 scholen voor basisonderwijs, met vanaf 1 augustus 2014 ook de scholen voor openbaar onderwijs in Akkrum en Oldeboorn. Het regulier basisonderwijs is bedoeld voor kinderen vanaf 4 jaar en bereidt de leerlingen voor op het voortgezet onderwijs. Er wordt aandacht besteed aan leer- en vormingsgebieden zoals rekenen, taal (w.o. lezen), aardrijkskunde, geschiedenis, natuur, tekenen, muziek, lichamelijke oefening, spel en beweging, sociale redzaamheid en bevordering van gezond gedrag. Het onderwijs wordt zo goed mogelijk afgestemd op de ontwikkeling van de kinderen. Er is niet alleen aandacht voor kennis, maar ook voor de creatieve, emotionele, sociale en lichamelijke ontwikkeling. Natuurlijk wordt aandacht besteed aan de multiculturele samenleving. Kinderen die extra zorg nodig hebben, ontvangen een meer individuele begeleiding. Geen school gelijk aan de ander. Niet alleen worden er verschillende accenten geplaatst op leer- en ontwikkelingsdoelen, ook heeft iedere school een eigen werkwijze (soms op basis van een onderwijsfilosofie zoals Daltononderwijs).

Pagina 6 van 25


Speciaal Basisonderwijs Naast de reguliere basisscholen heeft De Basis één school voor speciaal basisonderwijs: It Oerset. De leerlingen op deze school hebben een beschikking van de permanente commissie leerlingenzorg (vanaf 1 augustus 2014 een beschikking van de commissie van toelaatbaarheid). Deze school ondersteunt de basisscholen bij bijzondere ondersteuningsvragen van leerlingen en heeft dan ook een functie als expertisecentrum voor het basisonderwijs. De basisscholen en de speciale school voor basisonderwijs worden gezamenlijk primair onderwijs genoemd. (Voortgezet) Speciaal Onderwijs Naast het primair onderwijs heeft De Basis een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs: Meester Duisterhoutschool, voor zeer moeilijk lerende kinderen (cluster 3). Voor deze kinderen zoekt de school samen met ouders en betrokken instanties naar zo optimaal mogelijke ontwikkelingsmogelijkheden. Hierbij is het uiteindelijke doel de leerlingen voor te bereiden op een zo zelfstandig mogelijke deelname aan de maatschappij. Leerlingen kunnen tot hun twintigste jaar naar het (voortgezet) speciaal onderwijs. Het (voortgezet) speciaal onderwijs valt onder de Wet op de Expertise Centra (WEC). Ouders kunnen hun kind aanmelden op de Meester Duisterhoutschool als deze een indicatie (REC cluster 3) via de ‘Commissie van Indicatiestelling’ (CvI) heeft ontvangen. Vanaf 1 augustus 2014 maken It Oerset en de Meester Duisterhoutschool deel uit van het Expertise Centrum Primair Onderwijs (ECPO). Vanuit hier, samen met de collega’s van Weer Samen Naar School (WSNS), wordt inhoud en vorm gegeven aan het Passend Onderwijs dat per 1 augustus 2014 start.

4. 4.1

Bestuur en organisatie Stichting openbaar onderwijs

Alle scholen vallen onder de ‘Stichting Openbaar Scholennetwerk De Basis Heerenveen’. De Stichting is wettelijk verankerd in de Wet op het Primair Onderwijs artikel 48 en de Wet op de Expertise Centra artikel 50. De Stichting wordt bestuurd door een directeur-bestuurder. Een Raad bestaande uit 6 onafhankelijke leden houdt toezicht. De gemeenteraad van Heerenveen heeft het recht de leden van de Raad van Toezicht te benoemen en te ontslaan. Verder stelt de gemeenteraad de begroting en de jaarrekening/jaarverslag vast. Tot slot kan de gemeenteraad besluiten een openbare school te sluiten.

Pagina 7 van 25


4.2

Raad van Toezicht.

De Raad van Toezicht van de ‘Stichting Openbaar Scholennetwerk De Basis Heerenveen’ bestaat uit de volgende leden: De heer A. Zandstra

Voorzitter

Mevrouw N. Zijlstra

Vicevoorzitter/secretaris(voordracht bij de gemeenteraad)

De heer B. van den Berg

Penningmeester & Financiën

Mevrouw M. Huisman

Onderwijs en kwaliteitszorg (voordracht bij de gemeenteraad)

De heer W. Baron van Boetzelaer

Huisvesting

De heer R. Veldhuis

Politiek en maatschappelijk bestuurlijke omgeving

Vacature

De Stichting voldoet in 2011 aan de wet ‘Goed Onderwijs, goed bestuur’ welke in 2010 door de Eerste Kamer is aangenomen. Dit houdt in dat er een scheiding is tussen toezien en besturen. Het intern toezicht ligt bij bovenstaande leden van de Raad van Toezicht. Naast dit intern toezicht is er extern toezicht op de scholen door Auditing (extern deskundigen op verzoek van het bestuur), Visitatie (onderzoek door collega’s werkzaam bij andere schoolbesturen) en Inspectie door de onderwijsinspectie. Ook de raad van de gemeente houdt toezicht op de financiën, de wijze van besturen en het naleven van wet en regelgeving. De Raad van Toezicht legt rekening af naar de intern belanghebbenden, dit zijn de ouders en personeelsleden. Zij legt ook rekening af naar de extern belanghebbenden. Dit zijn de leden van de gemeenteraad, de onderwijsinspectie, het ministerie van OC&W en anderen. Het bestuur ontwikkelt een gedragscode, welke aangeeft op welke wijze het bestuur moreel met de belanghebbenden om wil gaan. Het bestuur is lid van de sector organisatie PO-Raad. Daarnaast is de Raad van Toezicht lid van de Nederlandse Vereniging voor Toezichthouders in Onderwijsinstellingen (Vtoi). 4.3

Het bestuur & het bestuursbureau

Het bestuur van de ‘Stichting Openbaar Scholennetwerk De Basis Heerenveen’ is in handen van de heer Teunis Wagenaar. Hij wordt ondersteund door de stafleden: Peter Kootstra

financiën

en verantwoordelijk voor het

bestuursbureau Tom Dolleman

personeel en organisatie

Pagina 8 van 25


Sijbrand Dijkstra

ICT, facilitaire diensten en huisvesting

Joke Dijk

bestuurssecretaresse

Het bestuur heeft een eigen vervangingsbureau en een eigen administratiekantoor. 4.4

Medezeggenschap

In de Wet Medezeggenschap Scholen is de medezeggenschap van personeelsleden en ouders geregeld. Elke school heeft een medezeggenschapsraad. Deze raad bestaat uit evenveel ouders als personeelsleden. De medezeggenschapsraad van de scholen adviseert en stemt in over onderwerpen als het onderwijs en de organisatie van de school. Het Scholennetwerk heeft een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Deze raad, waarin alle scholen van De Basis zijn vertegenwoordigd, bestaat uit 20 personen, die gelijkelijk zijn verdeeld over drie themaraden. De raad bestaat uit evenveel ouders als personeelsleden. Door en uit de drie themaraden wordt een kerngroep van vier personen samengesteld. De raad adviseert en stemt in over schoolbestuurlijke zaken als personeelsbeleid en financieel beleid”. 4.5

De Scholen

Het scholennetwerk De Basis telt 20 scholen waaronder basisscholen, een speciale basisschool en een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Via onze website www.debasisheerenveen.nl vindt u onze scholen en hun website. Onderstaande tabel geeft de kerngegevens van de scholen weer.

School 13 YG De Letterbeam

Adres C. van Scheltingaweg 100

Pc/Woonplaats 8442 GB Heerenveen

Telefoon 0513-622512

e-mail letterbeam @debasisheerenveen.nl

Directeur Moniek Bergsma

14 BO Van Kleffensschool

Postbus 56 Barten 11

8440 AB Heerenveen

0513-627552

kleffensschool @debasisheerenveen.nl

Piet Gorter (a.i.) Janet Weima

14 EP Van Maasdijkschool

Van B. thoe Kingmaweg 1

8441 CP Heerenveen

0513-653721

vanmaasdijkschool @debasisheerenveen.nl

Jan Koopmans

14 JW Ekke de Haan

Zegge 2

8446 CL Heerenveen

0513-624386

ekkedehaan @debasisheerenveen.nl

Jan Sjoerd Pool

14 ML De Ljepper/Atlas

Tureluurstraat 20

8446 HM Heerenveen

0513-628930

ljepper @debasisheerenveen.nl

vacature

14 YF De Commanderije

Sallandlaan 18

8443 BC Heerenveen

0513-631948

decommanderije @debasisheerenveen.nl

Moniek Bergsma

15 ET Skoatterwiss

Van Leeuwenhoekweg 8

8451CN Oudeschoot

0513-632400

skoatterwiis @debasisheerenveen.nl

vacature

15GC

Tsjerkebuorren

8495 KH

0566-631285

[email protected]

Tineke de Jong

Pagina 9 van 25


De Boarne 15 IB Op ‘e Grins 15 KU De Feart 15 NI Mr. JB Kanschool 15 PW Compagnonsschool 15 OK Obs Akkrum 15 SG Tjongerschool

10 A. Bruggenswei 2 Wolfsklauw 26

Aldeboarn 8412 SW Hoornsterzwaag 8411 RC Jubbega Gorredijksterweg 8411 KD 16a Jubbega Ds. Veenweg 10a 8456 HR De Knipe De Stringen 1 8491 HA Akkrum Schoterlandse8454 KD weg 95 Mildam

15 UN Sevenaerschool 15 WU A. Agnesschool 15YX De Streek

Schoterlandseweg 103 Pr. Bernhardweg 33 Aengwirderweg 284

27 RK Het Slingertouw

0516-462415

[email protected]

Jan Russchen

0516-461753

[email protected]

Jouke Jansma

0516-462400

kanschool @debasisheerenveen.nl compagnonsschool @debasisheerenveen.nl [email protected]

Rina Zwierink

0513-633100

tjongerschool @debasisheerenveen.nl

vacature

8414 LR Nieuwehorne 8453 XC Oranjewoud 8458 BJ Tjalleberd

0513-541308

[email protected]

Thys Wadman

0513-636476

[email protected] Lysbeth Wind

0513-529348

obsdestreek @debasisheerenveen.nl

Gauke Zijlstra

Schoterplein 29

8448 RP Heerenveen

0513-633140

obshetslingertouw @debasisheerenveen.nl

Keimpe Strikwerda

19 QV SBO It Oerset 19TX VSO en SO Mr. Duisterhoutschool

Domela Nieuwenhuisweg 7 Domela Nieuwenhuisweg 5

8448 GK Heerenveen 8448 GK Heerenveen

0513-622642

[email protected]

Bennie Bouma

0513-631748

duisterhout @debasisheerenveen.nl

Bennie van der Schaaf

Locatie Oosterwolde

Boekhorsterweg 15

8431 CW Oosterwolde

0516-521165

duisterhout @debasisheerenveen.nl

5. 5.1

0513-688766 0566-651687

Henk Soeten Herman Gebben

Bennie van der Schaaf

Ouders en leerlingen Algemeen

De meeste leerlingen binnen ons Scholennetwerk zijn 4 – 12 jaar. Daarom bepalen ouders voor een groot deel wat goed onderwijs voor hun kind is. Voor de leerlingen op het Voortgezet Speciaal Onderwijs ligt dit iets genuanceerder. Omdat een goede relatie het begin is van samenwerking, staat de goede verhouding met ouders en leerlingen voor ons centraal. 5.2

Leerplicht en toelaten van leerlingen

Kinderen kunnen vanaf 4 jaar naar school. Vanaf hun 5e jaar volgen ze verplicht onderwijs op school. De directeur van de school bepaalt namens het bestuur of leerlingen worden toegelaten of verwijderd. Alle leerlingen zijn welkom op het openbaar onderwijs in de gemeente Heerenveen! 1.

De vrije schoolkeuze voor ouders staat voorop.

Pagina 10 van 25


2.

Kinderen vanaf 3 ½ jaar kunnen worden ingeschreven.

3.

Op de speciale basisschool worden alleen leerlingen toegelaten met een beschikking van de Commissie van Toelating(CvT).

4.

Op het (Voortgezet) Speciaal Onderwijs worden alleen leerlingen toegelaten met een beschikking van de Commissie voor Advies(CvA).

5.

Als de school in redelijkheid en billijkheid niet het onderwijsarrangement kan bieden waar de leerling behoefte aan heeft, dan zoekt de school samen met de ouders van een leerling voor een herplaatsing bij een andere school onder het bestuur of bij een school van een ander bestuur. Zie hiervoor ook de nieuwe regels die gelden voor passend onderwijs. Voor de uitgebreide procedure van toelating en zorg en begeleiding zie bijlage MDO (multidisciplinair overleg).

6.

Leerlingen die verhuizen worden pas ingeschreven als het uitschrijfbewijs van de vorige school is ontvangen. Inschrijven en uitschrijven kan alleen met toestemming van de ouders.

Op onze website staat het beleid ‘Toelaten en verwijderen’. 5.3

Naar school

Tijdens hun basisschooltijd krijgen leerlingen minimaal 7520 uur onderwijs. Hoe de school haar onderwijstijd over de jaren en de week indeelt is verschillend. De medezeggenschapsraad heeft hierover instemmingsrecht. De school zorgt voor de buitenschoolse opvang. Ook hier zijn de regelingen per school verschillend. Vrijwel alle vakanties zijn landelijk en gemeentelijk afgesproken. Dit geldt voor de herfstvakantie, kerstvakantie, voorjaarsvakantie, meivakantie en zomervakantie. Per school kunnen nuanceverschillen in de overige vakantiedagen voorkomen. Voor schooltijden, buitenschoolse opvang en de vakanties verwijs ik u graag naar de schoolgids van de school of de website van de school. 5.4

Verlof

Het volledig en goed benutten van de schooltijd is een belangrijke voorwaarde voor kwaliteit van het onderwijs. Er bestaat leerplicht, dus is schoolverzuim alleen toegestaan als er sprake is van ziekte of bijzondere omstandigheden. Ongeoorloofd schoolverzuim wordt gemeld bij de afdeling leerplicht van de gemeente Heerenveen en kan bij gebleken onrechtmatig handelen van de ouder(s) leiden tot hoge boetes. Voor de regeling verlof verwijzen wij u naar het beleid ‘Toelaten en verwijderen’ op onze website. Ook bij de leerplichtambtenaar van de gemeente Heerenveen kunt u informatie opvragen (zie hoofdstuk 9).

Pagina 11 van 25


5.5 Alle

Verwijsindex scholen

in

Heerenveen

doen

mee

aan

de

verwijsindex.

www.heerenveen.nl/Zorg_en_Welzijn/Verwijsindex. Een verwijsindex is een informatiesysteem, waarin professionals zoals leerkrachten, hulpverleners en begeleiders hun zorgen over kinderen en jongeren tot 23 jaar kunnen registreren. Als de school een kind meldt, gaan ze tegelijkertijd het gesprek met de ouders aan waarin dit wordt verteld. Doelen van de verwijsindex: a.

het vroegtijdig opsporen van risico’s bij jeugdigen;

b.

potentiële partners weten snel van elkaar dat het opgroeien van een jongere risicovol verloopt;

c.

op eenvoudige wijze contact leggen met overige partners;

d.

sneller en adequater tot (gecoördineerde) hulp en zorg komen.

5.6

Meld code Kindermishandeling

Alle scholen maken gebruik van de verplichte meld code kindermishandeling. De scholen volgen bij verdenking van geestelijke of lichamelijke mishandeling de vijf verplichte stappen (en het stappenplan) van de meld code huiselijk geweld en kindermishandeling: 1.

in kaart brengen van signalen;

2.

overleggen met een collega en eventueel raadplegen Advies- en Meld punt Kindermishandeling of Steunpunt Huiselijk geweld;

3.

gesprek met de ouder-verzorgende;

4.

wegen van het geweld of de kindermishandeling;

5.

beslissen: hulp organiseren of melden.

5.7.

Verlaten schoolterrein onder schooltijd

Leerlingen mogen onder schooltijd niet alleen het schoolterrein verlaten. Als leerlingen naar huis moeten onder schooltijd, mag dit alleen onder begeleiding van een volwassene. Zelfs op verzoek van de ouders / verzorgers is het niet toegestaan dat leerlingen onder schooltijd, zonder begeleiding van een volwassene, het schoolterrein verlaten. 5.8.

Verzekeringen

Scholennetwerk De Basis heeft voor al haar werknemers een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten bij Aon verzekeringen. Verzekerd is de aansprakelijkheid voor door derden geleden schade, inclusief op geld waardeerbare gevolgschade en smartengeld. In de polis worden de volgende groepen en personen als verzekerden genoemd: a.

Bestuur en haar bestuursleden;

Pagina 12 van 25


b.

Directie en personeel;

c.

Vrijwilligers en ouderparticipanten;

d.

Andere instellingen en stichtingen (zoals ouderraad, activiteitencommissie en medezeggenschapsraad) en haar bestuursleden;

e.

Leerlingen;

f.

Stagiaires (inkomend en uitgaand) en gasten; etc. zoals nader in de polisvoorwaarden omschreven.

Per aanspraak geldt een eigen risico, te weten: a.

Voor zaakschade € 500;

b.

Voor personenschade niet-ondergeschikten € 5.000;

c.

Voor personenschade ondergeschikten € 10.000.

Het polisblad met de daarbij behorende verzekeringsvoorwaarden is op de school aanwezig. De bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering sluit ongevallen met een motorrijtuig uit. Scholennetwerk De Basis kan aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen van schade en/of letsel die het personeel oploopt als zij in opdracht met een motorrijtuig op pad gaan. Denk bijvoorbeeld aan schade tijdens een dienstrit. Scholennetwerk De Basis heeft hiervoor een collectieve werkgeversaansprakelijkheidsverzekering voor bestuurders van motorrijtuigen (WEGAM) afgesloten. Deze verzekering geeft dekking tijdens deelname aan het verkeer door werknemers, uitzendkrachten, oproepkrachten, stagiaires en gedetacheerden. De genoemde personen zijn automatisch verzekerd als zij voor De Basis een zakelijke rit maken. Verzekerd is onze aansprakelijkheid als werkgever voortvloeiend uit het “Arena Arrest”. Deze omvat alleen de door verzekerde personen geleden letselschade, ziektekosten en materiële schade aan persoonlijke eigendommen. Tevens is er dekking voor cascoschade aan het motorrijtuig van de verzekerden of het verlies van korting voor schadevrij rijden, alsmede een voor zijn/haar rekening komend eigen risico. De ouders vallen onder de categorie ‘oproepkrachten’. Voor de scholen houdt dat in, dat ze niet een aparte verzekering hoeven af te sluiten als zij de hulp inroepen van ouders om te rijden voor georganiseerde schoolreisjes. 5.9.

Informatie ouders en school

Goede communicatie tussen de school en ouders is van belang voor de ontwikkeling van uw kind. Mocht u vragen of opmerkingen hebben, aarzel dan niet contact op te nemen met uw school. De scholen willen u graag goed en geregeld informeren. Ga daarom in op alle verzoeken van de school om langs te komen

Pagina 13 van 25


voor een informatie avond, ouderavond etc. Voor de leerkrachten is uw betrokkenheid een stimulans in hun werk. Volgens het burgerlijk wetboek hebben scholen een informatieplicht. De school is verplicht om beide ouders te informeren over belangrijke feiten en omstandigheden van het kind. In de bijlage vindt u informatie hoe de scholen van De Basis zullen handelen als zich een scheiding tussen ouders voordoet. 5.10. a.

Ouderbijdragen, sponsoren en fotoregeling Ouderbijdragen. De bekostiging van feesten en activiteiten als excursies en projecten kunnen niet altijd vanuit het gewone schoolbudget worden betaald. Daarom wordt van de ouders een vrijwillige bijdrage gevraagd. De schooldirectie mag deze bijdrage niet verplichten.

b.

Sponsoring. Via sponsoring kan extra geld worden verkregen. Een sponsor verlangt meestal een tegenprestatie (en dus is er geen sprake van een ‘schenking’), maar hij mag daarmee geen invloed uitoefenen op het onderwijs. De medezeggenschapsraad dient bij elk sponsorvoorstel te worden betrokken in de besluitvorming. Schenkingen vallen niet onder het begrip sponsoring.

c.

Fotoregeling. Ouders die bezwaar hebben tegen plaatsing van foto’s waarop hun kind(eren) staan, kunnen dit kenbaar maken bij de schoolleiding.

5.11.

Medicijn verstrekking / medische handelingen

Op onze scholen worden we (regelmatig) geconfronteerd met: 1.

leerlingen die klagen over hoofdpijn, buikpijn, oorpijn, enz.;

2.

verzoeken van ouders om door een arts voorgeschreven medicijnen te verstrekken;

3.

verzoeken van ouders tot het verrichten van werkelijk medisch handelen.

Met het oog op de gezondheid van de kinderen, maar ook in verband met de aansprakelijkheid is het van belang dat er in dergelijke situaties zorgvuldig wordt gehandeld door ouders en het onderwijzend personeel. De scholen van De Basis werken volgens het protocol medicijnverstrekking en medisch handelen op de school van de GGD Fryslân. Dit protocol is bijgevoegd.

6. 6.1

Onderwijs, opbrengsten en begeleiding Algemeen

Het onderwijs van onze scholen voldoet aan alle weten regelgeving. Binnen het scholennetwerk wordt niet alleen passend onderwijs aan alle leerlingen gegeven,

Pagina 14 van 25


maar halen we ook het beste uit uw kind, waaronder het hoogste leerrendement. 6.2

Vak en vormingsgebieden

In artikel 9 van de Wet op het Primair Onderwijs en artikel 13 van de Wet Op de Expertisecentra wordt aangegeven wat de inhoud van het onderwijs moet zijn. Uw kind kan op de school van uw keuze ook les krijgen over andere onderwerpen. Dit is voor elke school verschillend. Een voorbeeld van onderwijs dat niet wettelijk verplicht is, is het godsdienstonderwijs of het levensbeschouwelijk vormingsonderwijs. Over de keuzes van dergelijke vak- en vormingsgebieden kunnen ouders meepraten via de medezeggenschapsraad. Op school gaat het niet alleen om het leren van feiten. Ook sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden worden ontwikkeld. Uw kind leert bijvoorbeeld voor de eigen mening uit te komen, een goede werkhouding te ontwikkelen, feiten en meningen van elkaar te leren onderscheiden, respectvol om te gaan met anderen, zelfvertrouwen te ontwikkelen, zorg en waardering te hebben voor de leefomgeving, zelfstandig te werken, informatie te verwerven, zelf problemen op te lossen en samen met anderen resultaten te boeken. Hoé de scholen dat doen, bepalen ze in overleg met de ouders. Elke school krijgt binnen de wettelijke mogelijkheden een zekere ruimte om eigen accenten aan te brengen in het onderwijsaanbod. Kerndoelen. Wat moet een leerling aan het einde van de (speciale) basisschool kennen en kunnen? Hiervoor zijn de kerndoelen (speciaal) basisonderwijs ontwikkeld. Die zorgen ook voor een betere aansluiting met het voortgezet onderwijs en maken het (speciaal) basisonderwijs beter en doelgerichter. De onderwijsinspectie – die scholen controleert op de naleving van weten regelgeving – ziet toe op het hanteren van de voorgeschreven doelen. Alle scholen die onder de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) vallen, hebben dezelfde kerndoelen. Voor scholen die onder de Wet op de Expertisecentra (WEC) vallen, ligt dit anders. Voor deze scholen voor gehandicapte kinderen ontwikkelt OCW aparte kerndoelen. Voor taal en rekenen wordt komend schooljaar het referentiekader taal en rekenen ingevoerd. Met dit referentiekader is exact bekend wat leerlingen aan het eind van het primair onderwijs moeten kunnen en kennen. 6.3

Sociale integratie en burgerschap

De kern van ons onderwijs is dat wij onze leerlingen goed voorbereiden op het leven in een pluriforme samenleving. Leerlingen, ongeacht hun religieuze, maatschappelijke of culturele achtergrond zijn welkom binnen het openbaar onder-

Pagina 15 van 25


wijs. De bevordering van sociale integratie en burgerschap is in de missie en visie van onze organisatie gewaarborgd: 'De ontmoeting staat centraal met aandacht en respect voor verschillen tussen kinderen, ouders en medewerkers. Ieder ontdekt in een veilige en uitdagende omgeving kwaliteiten en talenten. Competente medewerkers helpen kinderen en elkaar deze te ontwikkelen vanuit het perspectief van zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid.' We vinden het van groot belang dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met de verschillende achtergronden en culturen van elkaar. De invulling van dit onderwerp laten wij aan de scholen over. Hoe zij invulling geven aan dit onderwerp, beschrijven zij in hun schoolgids. 6.4

Het resultaat van ons onderwijs

Voor De Basis is het van groot belang dat er goede schoolresultaten worden behaald. Deze 'output' (wat de leerlingen meenemen van alle lessen) wordt vooral bepaald door de kenmerken van de leerling-populatie en de mate van doelmatigheid van de school. De schoolkwaliteit is af te meten aan de toegevoegde waarde van de school op de basiskwaliteiten van iedere leerling (leerrendement). We vinden het belangrijk de effecten van ons onderwijs in kwalitatieve en kwantitatieve zin te meten, analyseren en diagnosticeren. De scholen verzamelen frequent gegevens om het eigen handelen en de eigen prestaties te kunnen evalueren. Het stelt ze in staat verbeteringen aan te brengen in het onderwijsproces. Informatie over de schoolkwaliteit komt op de volgende manieren binnen; a.

Via de school. Naast de regelmatige observaties van het werk van de kinderen vormen de scholen zich ook via de afname van toetsen een beeld van het leerlingenniveau en de onderwijskwaliteit in ruimere zin. De leerling-gegevens worden besproken in een overleg tussen de intern begeleider en de groepsleerkracht. Waar nodig worden er individuele of groepsplannen opgesteld (binnen speciale basisschool en (Voortgezet) Speciaal Onderwijs zijn handelingsplannen verplicht en leidend voor het onderwijsaanbod). De toetsresultaten worden ook gebruikt om de prestaties van een hele groep te bekijken. Deze gegevens worden vergeleken met scores van leeftijdsgenoten in het land (benchmarking) om de schoolscore te 'ijken'. De directeur-bestuurder bespreekt meerdere keren per jaar de onderwijskwaliteit en de onderwijsresultaten met de schooldirecteuren.

b.

Via ouders en leerlingen. Omdat we het ook belangrijk vinden om te weten hoe u en uw kind tegen onze scholen aankijken, houdt iedere school

Pagina 16 van 25


minstens eens in de twee jaar tevredenheidonderzoeken. Aan de hand van resultaten kan worden bekeken welke zaken tot meer tevredenheid zouden moeten leiden. De school zal op grond van de bevindingen verbeterdoelen formuleren. c.

Via het personeel. Ook onder het personeel wordt eens per twee jaar een tevredenheidsonderzoek gehouden.

d.

Via de onderwijsinspectie. De onderwijsinspectie speelt in het kader van het scholentoezicht ook een rol door regelmatig iedere school te bezoeken en een oordeel uit te spreken over een aantal kwaliteitsaspecten. De geconstateerde verbeterpunten worden vervolgens door de school als actiepunten opgenomen in volgende ontwikkelplannen. Er vindt ten minste eens per jaar een gesprek tussen het bestuur en de onderwijsinspectie plaats over alle scholen. Bij de gesprekken zijn de schooldirecteuren aanwezig.

e.

Via het voortgezet onderwijs. De scholen van voortgezet onderwijs houden de (speciale)basisscholen op de hoogte van de vorderingen van onze oud-leerlingen door het toesturen van rapportcijfers. Deze informatie levert opnieuw gegevens over het niveau van de leerlingen en de aansluiting van het schoolniveau op de wensen en eisen van het voortgezet onderwijs. Het (Voortgezet) Speciaal Onderwijs regelt dit voor een groot deel intern en via uitstroomgegevens.

De resultaten van uw school vindt u in de schoolgids van uw school en op de website van de school. 6.5

Invallers

Wanneer de groepsleerkracht afwezig is, zal de leerkracht zo mogelijk vervangen worden door een andere bevoegde (inval)leerkracht. De inzet van de invallers wordt bestuurlijk geregeld. Bij de vervanging wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van dezelfde personen. Dit is echter niet altijd mogelijk. Mocht er geen invaller beschikbaar zijn dan zoekt de school naar andere opvangmogelijkheden op school. In uiterste noodzaak en bij hoge uitzondering bestaat de mogelijkheid dat een groep naar huis wordt gestuurd als geen vervanging beschikbaar is en intern op school geen andere oplossing wordt gevonden. Dit gebeurt echter nooit de eerste dag van afwezigheid van de leerkracht. Ouders worden hiervan vooraf schriftelijk op de hoogte gesteld door de school.

Pagina 17 van 25


6.6

De begeleiding van leerlingen en de nieuwe ontwikkelingen van Passend

Onderwijs Per 1 augustus 2014 wordt Weer samen Naar School vervangen door Passend Onderwijs. Het motto is: ‘Iedere leerling succesvol en thuisnabij naar school’. De grote verandering is de ondersteuningsplicht van scholen. Scholen nemen bij aanmelding altijd de leerling aan. Kan de school geen passend onderwijsarrangement bieden, zorgt zij samen met de ouders voor een school waar dit wel kan. Belangrijk hierbij is het schoolondersteuningsprofiel waarin in beeld is gebracht welke (extra) ondersteuning de leerlingen worden geboden. In de tekst van de schoolgids wordt per school aangegeven welke basisondersteuning, deskundigheid en eventueel extra voorzieningen kunnen worden gegeven. Onderliggend is het ondersteuningsprofiel dat is vastgesteld door het nieuwe Samenwerkingsverband Friesland. Dit profiel is vastgesteld en mee ingestemd door de Ondersteuningsplanraad (een soort van medezeggenschapsraad voor de zorg). De schoolondersteuningsprofielen zijn in de medezeggenschapsraden van de scholen besproken.

Het zorgbeleid beschrijft hoe de school omgaat met leerlingen die extra aandacht/zorg nodig hebben. Iedere school heeft het zorgbeleid beschreven in de schoolgids. Bij de uitvoering van de leerlingenzorg zijn er per school accentverschillen. In ieder geval komen de volgende begrippen op elke school terug: a.

Leerling dossier. Van elke leerling wordt een dossier opgebouwd. In dit dossier worden o.a. de observatieverslagen, toetsuitslagen, handelingsplannen en de evaluaties van de handelingsplannen bewaard. Ouders hebben recht op inzage en mogen een kopie van dit dossier bij de schooldirectie opvragen.

b.

De intern begeleider (IB-‘er) is een leerkracht die zich heeft gespecialiseerd in het adviseren, begeleiden en ondersteunen van collega’s bij het bieden van (extra) hulp aan kinderen met leer- of gedragsproblemen. Daarnaast coördineert de IB-‘er de zorgtrajecten binnen de school.

c.

Het leerlingvolgsysteem. De ontwikkeling van een leerling wordt op alle scholen in kaart gebracht d.m.v. een leerlingvolgsysteem. Het leerlingvolgsysteem wordt ‘gevuld’ met de resultaten van observaties en toetsen. Naast het bijhouden van de vorderingen bij de cognitieve (kennis)vakken brengt het leerlingvolgsysteem de sociaal-emotionele ontwikkeling in kaart. De gegevens uit het leerlingvolgsysteem worden tevens gebruikt bij de overdracht (van gegevens) naar het voortgezet onderwijs.

Pagina 18 van 25


d.

(Groeps) handelingsplan en leerlijnen. Voor kinderen die extra hulp nodig hebben, wordt in overleg met de ouders een handelingsplan opgesteld door de leerkracht en de intern begeleider. Gedurende een bepaalde periode wordt volgens dit plan extra ondersteuning gegeven. Na deze periode (van zes weken) wordt gekeken of de beoogde effecten zijn gerealiseerd. Soms is het nodig een test af te nemen om precies te weten te komen, waar het aan schort. Hierover worden de ouders tijdig op de hoogte gesteld. Indien dit door iemand van buiten de school wordt gedaan, vraagt de school vooraf (schriftelijk) toestemming aan de ouders. De groep wordt zoveel mogelijk bij elkaar gehouden, daarom werken de meeste scholen met groepshandelingplannen. Leerlingen die op een bepaald onderdeel structureel hulp nodig hebben werken met een eigen leerlijn. Voor het speciale basisschool en het (Voortgezet) Speciaal Onderwijs wordt gewerkt met profielen en eigen leerlijnen.

e.

De Speciale school voor Basisonderwijs. Soms is de hulpvraag van een kind zo specifiek dat met ouders wordt besloten een andere weg te gaan. Voordat een ouder zijn kind bij het speciaal basisonderwijs kan aanmelden, wordt de aanvraag van de ouder getoetst door de Commissie van Toelaatbaarheid (CvT). De basisschool levert hiervoor een onderwijskundig rapport aan.

f.

Gezondheidsonderzoeken. Jaarlijks worden de leerlingen uit de kleutergroepen uitgenodigd voor een preventief gezondheidsonderzoek door de jeugdarts en een assistente van de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD.

g.

Logopedie. Op alle scholen worden de leerlingen in de kleuterafdeling door een logopediste onderzocht op spraakproblemen. Kinderen kunnen problemen hebben door het verkeerd uitspreken van bepaalde letters, stotteren of een verkeerde ademhalingstechniek. Samen met de ouders wordt besproken hoe en wanneer het beste hulp kan worden gegeven.

h.

Schoolmaatschappelijk werk. Scholen kunnen een beroep doen op de deskundigheid van het schoolmaatschappelijk werk. Het schoolmaatschappelijk werk kan worden ingezet voor informatie en advies aan leerlingen, ouders, IB-‘ers en leerkrachten. Daarnaast kan zij ondersteuning bieden in het traject rond zorgleerlingen (kortdurende hulpverlening, verrichten van onderzoek en incidenteel participeren in het zorgteam).

i.

Het speciaal onderwijs (indicatiestelling). Voor leerlingen met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke handicap en leerlingen met gedrags-

Pagina 19 van 25


stoornissen zijn er in de regio scholen voor speciaal onderwijs. Om een leerling te kunnen inschrijven op een dergelijk school moet de leerling geindiceerd worden. De indicatiestelling wordt uitgevoerd door een Commissie van Advies (CvA) die is verbonden aan een Regionaal Expertisecentrum (REC). j.

De twee clusters voor speciaal onderwijs. Met ingang van 1 augustus 2014 is het aantal clusters voor speciaal onderwijs teruggebracht naar twee clusters nl. 1. Cluster 1: scholen voor visueel gehandicapte kinderen, of meervoudig gehandicapte kinderen met deze handicap; 2. Cluster 2: scholen voor dove kinderen, slechthorende kinderen en kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden dan wel of meervoudig gehandicapte kinderen met één van deze handicaps. De clusters 3 (scholen voor kinderen met lichamelijk gehandicapte kinderen, zeer moeilijk lerende kinderen en langdurig zieke kinderen) en 4 (scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen) worden niet meer apart als clusters erkend. De leerlingen zijn er natuurlijk nog wel en via de nieuwe samenwerkingsverbanden voor de zorg (SWV) en de bijhorende scholen wordt inhoud gegeven aan het onderwijs aan deze leerlingen.

k.

De leerlinggebonden financiering (het ‘rugzakje’) Per 1 augustus 2003 is het door de Wet op de Expertisecentra mogelijk geworden om kinderen, die aangewezen zijn op extra voorzieningen (het ‘rugzakje’) onder voorwaarden te plaatsen op een basisschool in de buurt. Het betreft kinderen die extra voorzieningen nodig hebben voor hun ontwikkeling en vallen binnen de clusters 1 – 4. In het kader van de nieuwe wet Passend Onderwijs vervallen de ‘rugzakjes’ en is er voor de schooljaren 2014-2015 en 2015-2016 een overgangsregeling. Kern hiervan is dat de leerlingen die voor 1 augustus 2014 een ‘rugzakje’ hebben ook voor de jaren daarna op een adequate manier ondersteuning krijgen. Van het beleid na de overgangsjaren worden de ouders en leerlingen op de hoogte gehouden. Per 1 augustus 2014 worden er geen nieuwe ‘rugzakjes’ meer uitgedeeld. De besturen van de basisscholen waar deze kinderen met een rugzak naar school gingen kunnen beschikken over de “oude” rugzakgelden. Bij De Basis hebben wij gemeend al dit geld ten goede te laten komen aan deze kinderen. Dat betekent dat voor het schooljaar 2014-2015 de betreffende basisscholen dezelfde middelen hebben gekregen om op een adequate

Pagina 20 van 25


manier tegemoet te komen aan de specifieke onderwijsbehoeften van deze leerlingen. l.

AWBZ. Aanvullende financiering voor zorg in het onderwijs (niet betref fende onderwijszaken) is beschikbaar via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).

7. 7.1

Naar het voortgezet onderwijs Algemeen

Welke vorm van voortgezet onderwijs is na de (speciaal) basisschool voor uw kind het meest geschikt? Alle scholen volgen dezelfde zorgvuldige procedure om tot een afgewogen oordeel te komen over de beste vervolgstap voor uw kind. Hierbij wordt de Friese Plaatsingswijzer gebruikt1. Uitgangspunt is dat u met de schooldirectie bepaalt welke school het beste is voor uw kind. Daarbij is niet alleen de eindtoets, maar vooral het schoolverloop van belang. De CITO eindtoets wordt met ingang van april 2015 vervangen door een centrale eindtoets voor het Basisonderwijs. In die zin zal deze toets niet meer bepalen waar uw kind het onderwijs vervolgt. In maart –april bepaalt u met de schooldirectie naar welke school uw kind gaat en dan aan de hand van het cito leerlingvolgsysteem over meerdere jaren. De ouder meldt zijn eigen kind aan. 7.2

Overleg met het voortgezet onderwijs

Met OSG Sevenwolden heeft De Basis een intensieve onderwijskundige samenwerking, met als doel het creëren van een ononderbroken ontwikkeling. Ook met de overige vormen van voortgezet onderwijs vindt afstemming plaats op gemeentelijk niveau.

8. 8.1

School en veiligheid Veiligheidsbeleid

Het veiligheidsbeleid is per school vastgelegd in een ARBO- en veiligheidsbeleidsplan. Daarin staat de ontwikkeling van het veiligheidsbeleid voor de komende jaren beschreven. Op elke school is een personeelslid belast met de taken van preventiemedewerker. Deze medewerker denkt mee over het veiligheidsbeleid, signaleert trends in de sociale veiligheid en coördineert de bedrijfshulpverlening binnen de school. Bovendien draagt deze persoon zorg voor de coördinatie en uitvoering van het veiligheidsbeleid op de school. Ook is hij/zij belast met

1

http://frieseplaatsingswijzer.nl/

Pagina 21 van 25


de registratie en evaluatie van ongelukken, bijna-ongelukken, incidenten en onveilige situaties. Alle ongevallen worden bij de algemene directie gemeld. Verder heeft elke school een aantal personeelsleden opgeleid als bedrijfshulpverleners. Zij volgen jaarlijks een opleiding om bij te blijven t.a.v. de nieuwste ontwikkelingen op dit gebied. Zij zijn tevens verantwoordelijk voor het bijstellen en regelmatig oefenen van het ontruimingsplan binnen de school. De bovenschoolse arbo coördinator initieert en bewaakt het beleid. 8.2

Klachten

Als ouders bezwaren of klachten hebben, moeten zij niet aarzelen deze door te geven. De school zal de klacht of het bezwaar serieus nemen. Voor een uitgebreide procedure verwijzen we naar onze website. Bezwaren: de gang van zaken Een bezwaar heeft altijd betrekking op de vastgestelde gang van zaken op school, zoals de schooltijden of de planning en de vormgeving van het onderwijs. Zulke bezwaren kunnen ouders inbrengen bij de directeur en/of de medezeggenschapsraad van de school. Klachten: de gang van zaken Aspect Ouders

Stappen Actie hebben

een Stap 1

Termijn

Bespreek de klacht met de klassenleerkracht.

klacht over de behande- Stap 2

Leidt dit niet tot een goed resultaat, neem con-

ling van hun kind door

tact op met de directeur.

een leerkracht.

Stap 3

Zijn beide acties niet succesvol, neem contact Er volgt een mededeling naar klager en aangeop met het bestuursbureau.

Stap 4

klaagde binnen 5 werkdagen.

Het bestuursbureau biedt de mogelijkheid tot Aanvang mediation binnen 2 weken. mediation.

Stap 5

Als mediation geen optie is of geen oplossing Op basis van hoor- en wederhoor neemt bebiedt, dan wordt de directeur-bestuurder bij de voegd gezag binnen 4 weken een besluit. klacht betrokken.

Stap 6

Indien dit niet tot een oplossing leidt, dan contact opnemen met de landelijke klachtencommissie.

Ouders

hebben

een Stap 1

klacht over de directie.

Stap 2

Bespreek de klacht met de directeur. Leidt dit niet tot een goed resultaat, neem con- Er volgt een mededeling naar klager en aangetact op met het bestuursbureau.

Stap 3

klaagde binnen 5 werkdagen.

Het bestuursbureau biedt de mogelijkheid tot mediation.

Stap 4

Als mediation geen optie is of geen oplossing Op basis van hoor- en wederhoor neemt be-

Pagina 22 van 25


biedt, dan wordt de directeur-bestuurder bij de voegd gezag binnen 4 weken een besluit klacht betrokken.

Stap 5

Indien dit niet tot een oplossing leidt, dan contact opnemen met de klachtencommissie.

Ongewenst gedrag Op iedere school is een exemplaar aanwezig van het Schoolveiligheidsplan. In dat plan staat o.a. dat ongewenst seksueel getinte aandacht in woord en gebaar en handelingen niet is toegestaan. Wat te doen bij ongewenst gedrag / machtsmisbruik? Aspect

Stappen

Actie

School constateert ongewenst seksueel ge-

De school zoekt contact met de ouders.

drag bij een leerling.

Algemene gevallen komen in een les of tijdens een klassen- of ouderavond aan de orde

Ouders constateren dat hun kind slachtoffer Stap 1

Ouders zoeken contact met de directeur.

is van ongewenst seksueel gedrag.

Ouders nemen contact op met de directeur-

Stap 2

bestuurder indien stap 1 niet goed gaat. Stap 3

Indien stappen 1 en/of 2 niet goed gaan, zoeken de ouders contact met de vertrouwenscommissie.

Ouders constateren ongewenst seksueel ge- Stap 1

Ouders zoeken contact met de directie.

drag bij een leerkracht.

Stap 2

Directeur meldt bij de directeur-bestuurder.

Stap 3

Bestuur schakelt vertrouwenscommissie en/of inspecteur in.

Ouders constateren ongewenst seksueel ge- Stap 1

Ouders zoeken contact met de directeur-

drag bij de directeur.

bestuurder. Stap 2

Bestuur schakelt vertrouwenscommissie en/of inspecteur in.

Wat gebeurt er met uw klacht? Degene die de klacht ontvangt, zorgt er voor dat de juiste procedure wordt gestart. Dit gebeurt vertrouwelijk. Op deze manier is de privacy van de klager en degene over wie een klacht wordt ingediend gewaarborgd. In de algemene klachtenprocedure is aangegeven op welke termijn u een antwoord kunt verwachten. Het schoolbestuur wordt jaarlijks op de hoogte gebracht van de manier waarop de klachten zijn behandeld. De namen van de klagers staan niet in het rapport aan het bestuur. Mediation

Pagina 23 van 25


Bij deze vorm van bemiddeling nemen beide partijen zich vrijwillig voor om tot een wederzijds bevredigende oplossing van een conflict te komen, zich samen voor het geschil verantwoordelijk te voelen en met elkaar de beslissing te dragen die het conflict uit de wereld helpt. Bij mediation wordt dit proces in gang gezet en van begin tot eind begeleid door een mediator. Deze bemiddelaar is onderhandelingsvaardig en helpt u bij de oplossing van uw klacht/conflict. De mediator blijft steeds neutraal en beslist niet over de uitkomst van het geschil. Op onze website vindt u meer informatie over mediaton in school. Vertrouwenscommissie Voor alle scholen is een vertrouwenscommissie ingesteld. Deze commissie is bereikbaar per email: [email protected]. De commissie neemt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk op de zesde werkdag na melding, contact met u op. U kunt ook contact zoeken met een vertrouwensarts. Deze deskundige op het gebied van seksuele intimidatie en/of ongewenst seksueel gedrag, is verbonden aan het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. http://www.huiselijkgeweld.nl Verder kunt u terecht bij de onderwijsinspectie, vertrouwensinspecteurs. http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/Vertrouwensinspecteurs Landelijke Klachten Commissie (LKC) Als u het niet eens bent met de manier waarop uw klacht is behandeld, kunt u (rechtstreeks) in beroep gaan bij de landelijke klachtencommissie. Tegen de uitspraak

van

de

LKC

kunt

u

bij

een

rechtbank

in

beroep

gaan.

www.onderwijsgeschillen.nl Belangenverenigingen voor ouders. Voor de ouders zijn diverse belangenverenigingen opgericht. Voor informatie over deze verenigingen verwijzen we u naar de website: Vereniging Openbaar Onderwijs 8.3.

Klokkenluidersregeling en vertrouwenscommissie

De Basis heeft een ‘regeling melden van vermoeden van een misstand voor het primair en (voortgezet) speciaal onderwijs (klokkenluidersregeling). Met deze regeling beoogt onze organisatie het veilig kunnen melden van vermeende misstanden door iedereen. De vertrouwenscommissie kan u helpen bij het melden van de misstand. De commissie ondersteunt uw melding en kan aangeven bij welke instantie uw melding kan worden gedaan. U kunt de commissie bereiken via het mailadres [email protected]

Pagina 24 van 25


8.4.

Dieren in school

Het is i.v.m. aandoeningen als cara niet toegestaan dieren in de school te houden, m.u.v. vissen, schildpadden e.d. 8.5

Rookverbod

In de schoolgebouwen en op het schoolterrein mag niet worden gerookt.

9.

School en andere organisatie

Hieronder vindt u gegevens van organisaties die door hun werkterrein en specialisme nauw zijn verbonden aan De Basis. Instantie Bureau Jeugdzorg

Landelijk meldpunt vertrouwensinspecteurs Leerplichtzaken Gemeentehuis Heerenveen Onderwijsinspectie

Contactgegevens Postadres: Postbus 312, 8901 BC Leeuwarden Tel.nr. 058-2333777 www.bjzfriesland.nl Telefoon: (0900) 1113111 www.heerenveen.nl/jeugd-en-onderwijs/leerplicht. Tel.nr. 14 0513 Tel.nr. 1400 (bereikbaar op werkdagen tussen 8.00 en 20.00 uur) www.onderwijsinspectie.nl/contact

Landelijke klachtencommissie

Arrangeur ECPO Scholennetwerk De Basis Verwante instanties PO Raad Werkgevers in het onderwijs Vereniging Toezichthouders in het onderwijs Vereniging openbaar onderwijs Medezeggenschap Ouderraad Ministerie Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Gemeente Heerenveen De Basis

Pagina 25 van 25

Postbus 85191 3508 AD Utrecht 030 280 95 90 www.onderwijsgeschillen.nl vacature Link www.poraad.nl www.vtoi.nl www.voo.nl www.infowms.nl www.ouderraad.net www.minocw.nl www.heerenveen.nl www.debasisheerenveen.nl

Bijlage schoolgids 2014-2015 algemeen gedeelte

Informatie gescheiden ouders Een scheiding van ouders heeft voor alle betrokkenen grote gevolgen. Om aan te geven hoe de scholen van De Basis zullen handelen als zich een scheiding tussen ouders voordoet, zetten wij hier een aantal onderwerpen op een rijtje.

INFORMATIEVERSTREKKING AAN GESCHEIDEN OUDERS Ouders hebben het recht om door de school geïnformeerd te worden over de vorderingen van hun kind op school. Dit recht is neergelegd in artikel 11 van de Wet op het primair onderwijs. Soms ontstaan problemen met de informatieverschaffing aan gescheiden ouders, met name als de niet met het gezag belaste ouder geïnformeerd wil worden, terwijl de wel met het gezag belaste ouder dit niet wil. Na de scheiding zijn in principe beide ouders met het gezag over het kind belast (het zogenaamde

co-ouderschap).

In

die

gevallen

hebben

beide

ouders

wat

betreft

de

informatievoorziening over hun kind gelijke rechten. Soms bepaalt de rechter op verzoek van één van de ouders dat het gezag niet aan beide ouders maar slechts aan één van hen wordt toegekend. De ouder die alleen met het gezag is belast, is verplicht om de andere ouder op de hoogte te stellen over belangrijke aangelegenheden met betrekking tot het kind. De rechter kan deze bepaling buiten toepassing laten als het belang van het kind dat vereist. Onverminderd deze bepaling wordt de niet met het gezag belaste ouder op zijn verzoek door derden, die beroepshalve beschikken over informatie inzake belangrijke feiten en omstandigheden, die de persoon van het kind of diens verzorging en opvoeding treffen, daarvan op de hoogte gesteld, zo bepaalt artikel 377 c van het Burgerlijk Wetboek. Zo'n derde, zoveel zal duidelijk zijn, is de school waar het kind onderwijs volgt. De school is niet verplicht die informatie te verschaffen, indien deze informatie ook niet aan de met het gezag belaste ouder zou worden verschaft of het belang van het kind zich tegen het verschaffen van informatie verzet. In met name het laatste geval zal een school soms een lastige beslissing moeten nemen en ingeklemd raken tussen de ene ouder die de informatie wenst en de andere ouder, die deze informatieverstrekking in strijd met het belang van het kind acht. Indien de school besluit om de gevraagde informatie te weigeren, kan de rechter op verzoek van de niet met het gezag belaste ouder bepalen, dat de informatie door de school moet worden verstrekt. De rechter wijst het verzoek in ieder geval af als het belang van het kind zich tegen het verschaffen van de informatie verzet. POSITIE VRIEND(IN) NA EEN SCHEIDING MET BETREKKING TOT IN-/UITSCHRIJVEN EN/OF OPHALEN VAN EEN LEERPLICHTIG KIND Het antwoord op deze vraag is te vinden in artikel 2 van de Leerplichtwet (Verantwoordelijke personen). Degene die het gezag over een jongere uitoefent, en degene die zich met de feitelijke verzorging van een jongere heeft belast, zijn verplicht overeenkomstig de bepalingen van deze wet te zorgen, dat de jongere als leerling van een school is ingeschreven en deze school na inschrijving geregeld bezoekt. Kortom: De vriend(in) dient zelf te zorgen voor de inschrijving (als hij/zij zich met de verzorging van het kind heeft belast). De school is niet gehouden om na te gaan of hij dat

wel rechtmatig doet en of de ouder daar al dan niet toe in staat is. Als de school dat wel zou moeten doen, zou dat het gevaar met zich kunnen meebrengen dat een leerplichtige leerling niet naar school kan. HANDELSWIJZE SCHOOL BIJ STRIJDENDE OUDERS OM RECHTEN VAN HUN KIND Onderstaande richtlijnen zijn bedoeld om ouders die niet meer met elkaar in gesprek zijn en die strijden om rechten van hun kind(-eren) met een eenduidig en duidelijk schoolbeleid te benaderen en te behandelen. •

Als een leerkracht weet dat ouders met elkaar en omtrent hun kind(-eren) een conflict hebben, wordt dit ogenblikkelijk gemeld bij de directie van de school;

•

Er wordt op verzoek gezamenlijk of apart een afspraak gemaakt met beide ouders om de situatie te kunnen beoordelen en het schoolbeleid toe te lichten;

•

Bij dat gesprek is de groepsleerkracht, schoolleiding en/of interne begeleider aanwezig;

•

Van dat gesprek wordt door de leerkracht een verslag gemaakt;

•

Dat verslag (met afspraken) wordt aan schoolleiding, interne begeleiding en beide ouders gegeven. Een kopie van dat verslag is in het logboek aanwezig;

Bijlage Schoolgids 2014-2015 algemeen gedeelte Multidisciplinair Overleg (MDO)

1.

Wanneer wordt een kind in het MDO besproken?

De school schakelt in ieder geval het MDO in, wanneer er sprake is van een aanmelding van een leerling komende vanuit een speciale setting of dat er sprake is van kinderen die in een bijzondere context opgroeien en waar eventueel externe zorg in het gezin aanwezig is. Daarnaast kan een school voorafgaand aan een verwijzing naar het speciaal (basis) onderwijs een beroep doen op het MDO.

Er is sprake van het gebruik van een MDO bij onderwijs- (of zorg-) behoeften bij het kind,

enerzijds, zowel op sociaal emotioneel als cognitief vlak en bij handelingsvragen of – verlegenheid van de school anderzijds. Daarbij heeft men de verwachting dat de expertise van de externe partners een meerwaarde biedt om tot een (kansrijke) oplossingen te komen. De beleving en inschatting van de situatie door eerst de leerkracht en vervolgens de intern begeleider en HGPD begeleider spelen een belangrijke rol; een situatie die voor de ene leerkracht of school nog prima te hanteren is, kan op een andere school zorgen voor handelingsverlegenheid. Het is onder meer afhankelijk van de specifieke populatie kinderen en hoe de interne zorg is geregeld.

Redenerend vanuit het handelingsgericht werken, dat principieel oog heeft voor de balans tussen belastende én beschermende factoren bij het kind, de school en het gezin zijn de volgende richtlijnen te formuleren. Er is sprake van: •

Een hulpvraag

•

Zorgen om of vragen bij een leerling. Dat kan variëren van een licht ‘niet-pluis’ gevoel tot min of meer ernstige en al langer spelende zorgen

•

De leerkracht heeft op groepsniveau van alles ingezet, maar het resultaat is onvoldoende

•

een bilateraal overleg tussen leerkracht en intern begeleider en HGPD begeleider heeft onvoldoende opgeleverd

•

Het contact met de ouders is goed maar men houdt (gedeelde) zorgen

•

Het contact met de ouders is moeizaam; het lukt niet om op dezelfde golflengte te komen

•

Men krijgt als school onvoldoende zicht op wat er speelt

•

Men heeft vragen ‘wat nu wijs is’ naar het kind (en eventueel het gezin) om hen verder te helpen

•

Vanuit de gedachte: ‘zo vroeg mogelijk erbij zijn’ is het wenselijk dat men ook al bij twijfels, aarzelingen of (lichte) dilemma’s het MDO preventief in te schakelen

•

Er zijn vermoedens van of signalen van gedrags- of ontwikkelingsproblemen

•

Men heeft vermoedens van belemmeringen in de gezinssituatie

In bovenstaande voorbeelden gaat het initiatief om een kind in het MDO te bespreken uit van de school. Ook de jeugdarts / jeugdverpleegkundige (bijvoorbeeld vanuit het Preventief Gezondheids Onderzoek) of het schoolmaatschappelijk werk, op basis van hun contacten met het kind of ouders, of de HGPD er kan initiatief nemen om een kind in het MDO te bespreken. Deze leerling wordt dan 2 weken van te voren aangemeld bij de IB’er, zodat die er in de agendaplanning rekening mee kan houden.

1

2.

Deelnemers

De vaste deelnemers in het MDO zijn in ieder geval de directeur, de leerkracht, de intern begeleider, de HGPD-er, de ouders en waar nodig de schoolmaatschappelijk werker, de jeugdarts/jeugdverpleegkundige. Verder kunnen er deelnemers plaats nemen op uitnodiging, wanneer de ondersteuningsvraag door hen mede beantwoord kan worden. De directeur is de voorzitterschap van het MDO.

3.

De taken en verantwoordelijkheden van de deelnemers aan een MDO

De voorzitter De voorzitter van het MDO heeft kennis en kunde voor het voorzitten van een multidisciplinair casuïstiekoverleg. De voorzitter weet openheid en een taakgerichte sfeer te bewerkstelligen. De voorzitter heeft inzicht in de ondersteunings-(on)mogelijkheden van de school/ scholen en van de organisaties die deelnemen in het MDO. De taken van de voorzitter MDO zijn: •

de voorzitter leidt de vergadering en draagt zorg voor de vastleggen van afspraken;

•

organiseert de bijeenkomsten en bereidt deze voor, samen met de IB-er;

•

draagt zorg voor een optimale inbreng van een casus;

•

bewaakt de gesprekscyclus van vraag-analyse-plan-actie-evaluatie;

•

neemt besluiten ten behoeve van het realiseren van afspraken;

•

ziet er op toe dat vanuit het MDO teruggekoppeld wordt naar leerkrachten en ouders;

•

bewaking van afspraken met betrekking tot verwerking van persoonsgegevens;

•

verzorgt periodieke evaluatie van het MDO.

De leerkracht Leidend voor de bespreking in het MDO zijn de onderwijsbehoeften van de leerling enerzijds, en de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht. Daarbij geldt het principe: hoe korter de lijnen, hoe minder ruis er in de boodschap kan komen. Om die reden heeft de persoonlijke deelname van de leerkracht aan het MDO-overleg een duidelijke meerwaarde. Vanuit de dagelijkse ervaringen van de leerkracht met het kind, kan hij/zij namelijk: •

het MDO informeren over het kind in de groep. Dit als aanvulling op de informatie die in het aanmeldformulier staat;

•

de handelingsverlegenheid toelichten;

•

een actieve bijdrage leveren aan de analyse en het verhelderen van de situatie;

•

actief meedenken over het formuleren van de mogelijke en haalbare aanpak (wat is lastig, waar liggen kansen), vooral wat betreft concrete handelingsadviezen voor in de klas en daarnaast de afspraken over de afstemming met eventuele externe hulp.

Interne begeleider De taak van de intern begeleider is om, in samenwerking met de directeur, voor te zorgen dat de bovenschoolse ondersteuningsmogelijkheden van het MDO in aansluiting op de ondersteuning van 2

de school optimaal benut worden om voor elk kind passende ondersteuning te kunnen bieden en leerkrachten in staat te stellen elk kind passend onderwijs te kunnen geven.

Taken ter voorbereiding van de bespreking in MDO: •

samen met de leerkracht de aanmeldingen voor MDO voorbereiden;

•

aanmelding bij het MDO bespreken met de ouders;

•

met ouders het ouderformulier invullen;

•

erop toezien dat ouders het toestemmingsformulier ondertekenen;

•

bij inbreng zonder toe- of instemming argumenten beschrijven waarom aanmelding op naam volgens de school toch nodig is.

Taken bij deelname aan de bespreking in een MDO: •

de hulpvraag toelichten op basis van het bespreekformulier;

•

aangeven wat de school al gedaan heeft;

•

bijdrage

leveren

aan

de

multidisciplinaire

bespreking

en

vaststellen

van

de

oplossingsrichting en de mogelijkheden van school aangeven; •

regelmatig evalueren van de acties en bijstellen;

•

zorgdragen voor eventuele verwijzing naar CVT.

HGPD De HGPD-er is een orthopedagoog- generalist of en heeft een goed beeld van de ondersteunings(on)mogelijkheden van de scholen. Er zijn regelmatige contacten met IB-ers en schoolleiders om de ondersteuning in de scholen en in het samenwerkingsverband waar nodig te versterken.

Taken HGPD •

Adviseert, ondersteunt en begeleidt de intern begeleider bij risicoleerlingen mbt het formuleren van de handelingsgerichte hulpvraag.

•

Voert waar nodig een onderzoek uit of zorgt dat dit wordt uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.

•

Is op de hoogte van de nieuwe ontwikkelingen mbt de ondersteuningsstructuur en informeert over ortho-didactische materialen en instrumenten.

•

Draagt zorg voor verslaglegging en dossiervorming mbt het uitvoeren van de eigen taken.

•

Adviseert, denkt mee en ondersteunt bij de te bespreken kinddossiers.

•

Verklaart, interpreteert en licht het uitgevoerd onderzoek toe aan betrokkenen.

•

Adviseert handelingsgericht n.a.v een uitgevoerd onderzoek.

•

Voert (waar nodig) gesprekken met ouders e.d. onder verantwoordelijkheid van de intern begeleider.

•

Is

betrokken

bij

de

ontwikkeling

van

de

verder

te

ontwikkelen

bovenschoolse

ondersteuningsstructuur en vervult hierin een brugfunctie. •

Stemt af op de behoefte van de leerkracht en de intern begeleider.

•

Houdt belang van onderwijs in het oog.

•

Focust zich op welbevinden van leerlingen en leerkracht.

3

Schoolmaatschappelijk werk Scholen worden geconfronteerd met gezinsproblematiek en opvoedingsonmacht bij ouders, waar de kinderen onder te lijden hebben. Ook armoede- en schuldproblematiek kunnen een rol spelen bij complexe vraagstukken rond een kind of gezin. Het SMW is actief in de driehoek school - kind – ouder.

Taken •

Levert binnen het MDO bijdragen aan de multidisciplinaire oordeelsvorming vanuit specifieke kennis van het maatschappelijk werk.

•

Inbrengen van relevante informatie uit het SMW –dossier.

•

Bieden van gerichte handelingsadviezen voor de school met betrekking tot de besproken cases.

•

Het

bieden

van

kortdurende

hulpverlening

en

opvoedingsondersteuning

aan

leerlingen/ouders. Per casus kan maximaal 12 uur ingezet worden en kunnen maximaal 5 gesprekken gevoerd worden. •

Consultatie bieden aan scholen ten behoeve van vroeg signalering van psychosociale problemen, onveilige of belemmerende factoren.

•

Consultatie en deskundigheidsbevordering bieden aan de school met betrekking tot het communiceren met ouders.

•

Zo nodig doen van aanvullend onderzoek. De vraagstelling van de school aan de SMW is altijd hulpvraag gerelateerd en wordt minimaal 2 weken voor bespreking in MDO gesteld.

•

Verwijzen of toeleiden naar maatschappelijke dienstverlening, opvoedingsondersteuning en andere lokale zorgen welzijnsvoorzieningen.

•

Schakelt, op advies van het MDO en in overleg met de intern begeleider, het AMK in bij vermoedens van kindermishandeling, waaronder ook verwaarlozing wordt begrepen.

•

Signaleert problemen of lacunes in de hulpverleningsketen bij de betreffende leerling.

•

Opstellen van sociale rapportage ten behoeve van de voorbereiding van indicatiestelling voor jeugdzorg en speciaal onderwijs.

Jeugdgezondheidszorg / GGD Van oudsher heeft de Jeugdgezondheidszorg van de GGD een (preventieve) taak binnen het onderwijs. Het betreft zowel individuele als collectieve preventie door het uitvoeren van: 1. contactmomenten met alle kinderen op school op wettelijk vastgestelde leeftijden: -

in groep 2 van het PO: het preventief gezondheidsonderzoek / PGO

-

in groep 7 van het PO: het preventief gezondheidsonderzoek / PGO

2. Vraaggerichte spreekuren van de jeugdarts / jeugdverpleegkundige. Wanneer er zorgen zijn over de gezondheidstoestand van een kind, kan de school altijd een extra ‘onderzoek op indicatie’ aanvragen.

De informatie uit de screening en, de onderzoeken op indicatie, en de informatie van het consultatiebureau uit de voorschoolse periode, komt in het dossier van het kind. Omdat de JGZ longitudinale dossiers heeft van alle kinderen, maakt dit hen tot een belangrijke partner voor het onderwijs en voor hulp instellingen. 4

De jeugdarts beschikt over expertise inzake het signaleren, beoordelen en verwijzen in geval van sociaal-medische vragen in de fysieke en psychosociale ontwikkeling. Indien, in het kader van het MDO, onderzoek bij een leerling moet plaatsvinden is dat gericht op het in kaart brengen en zo nodig toegankelijk maken van de diagnose zoals die is gesteld door de huisarts of specialist, van de klachten of vragen of ondersteuningsbehoefte die de leerling heeft, de beperkingen die de leerling daarbij heeft in de relatie tot de schoolomgeving waarin de leerling verkeert, en de belemmeringen die de leerling als gevolg van de beperkingen in die omgeving ondervindt.

Taken JGZ •

Levert binnen het MDO bijdragen aan de multidisciplinaire oordeelsvorming vanuit de specifieke expertise van de jeugdgezondheidszorg.

•

Verricht onderzoek op indicatie van het MDO.

•

Realiseert zo nodig verwijzingen op sociaal-medisch terrein.

•

Draagt bij aan gerichte handelingsadviezen aan de school met betrekking tot de besproken casussen.

•

Brengt actief informatie in over de casus, vanuit de contactmomenten uit het betreffende JGZ-dossier in het MDO.

•

Vraagt eventueel medische gegevens op bij huisartsen en/of specialisten, een en ander met toestemming van de ouders en eventueel de leerling.

•

Levert, vanuit de specifieke expertise, bijdragen aan vroegtijdige signalering van risicofactoren en van problemen in de ontwikkeling van de gezondheid van de leerling, en in de thuissituatie van de leerling.

•

Schakelt, op advies van het MDO en in overleg met de intern begeleider, het AMK in bij vermoedens van kindermishandeling, waaronder ook verwaarlozing wordt begrepen.

•

Signaleert problemen of lacunes in de hulpverleningsketen bij de betreffende leerling.

•

Koppelt de relevante informatie vanuit het casusoverleg terug naar de eigen organisatie en legt die vast in het dossier.

•

Geeft adviezen, op basis van het casusoverleg, voor collectieve preventietaken op de school.

•

Geeft zo nodig consultatie aan leerkrachten en andere hulpverleners in de school ten aanzien van sociaal-medische zaken.

4.

De samenwerking met ouders

Dit is een belangrijke pijler binnen het (handelingsgericht) werken met kinderen binnen de school. Een goed contact tussen school en ouders is daarom van belang voor álle kinderen vanaf de eerste dag dat ze de school bezoeken.

Een intensivering van de samenwerking met ouders wordt

noodzakelijk, wanneer er signalen zijn dat het niet goed gaat met het kind en extra aandacht en ondersteuning nodig zijn. Dan is het belangrijk helder te hebben welke stappen de school neemt in het ondersteuningstraject voor het kind, en hoe deze te communiceren met de ouders. Wanneer de school de ouders bij alle stappen in het ondersteuningstraject heeft betrokken en de stap naar het MDO wordt gemaakt, dan worden de ouders hierbij betrokken: zij brengen hun informatie in en nemen deel aan verheldering, analyse en oplossingsfase gedurende het overleg.

5

5.

Wet op de privacy en de toestemming van ouders

Als een kind in een MDO besproken wordt moeten de ouders daarover vooraf geïnformeerd worden en toestemming verlenen. Die plicht komt voort uit artikel 10 van de Grondwet: iedereen heeft het grondrecht

op

bescherming

van

de

persoonlijke

levenssfeer.

De

Wet

bescherming

persoonsgegevens geeft vervolgens uitwerking aan dit grondrecht. Het is van belang kennis te nemen van dit privacyreglement, dat in de bijlagen is opgenomen. De school, in de persoon van de IB -er is verantwoordelijk voor het informeren van de ouders en voor het vragen van toestemming om het kind in het MDO te kunnen bespreken. De IB-er vult samen met de ouders het toestemmingsformulier in.

Schriftelijke toestemming moet het mogelijk maken om het kind te bespreken met anderen en dat deze professionals met een beroepsgeheim gegevens uit het dossier kunnen inbrengen in de bespreking. Met het uitwisselen van gegevens moet zorgvuldig worden omgegaan en er moeten niet meer gegevens worden vastgelegd en uitgewisseld dan noodzakelijk. Het privacyreglement stelt dat dit getoetst moet worden aan de eisen van subsidiariteit, proportionaliteit en doelmatigheid. Subsidiariteit:

het gaat er om dat het minst ingrijpende besluit wordt genomen (“kan het een tandje minder?”);

Proportionaliteit

het gaat er om dat het genomen besluit in verhouding staat tot het doel;

Doelmatigheid

het gaat er om dat het genomen besluit de meest geschikte handelwijze is.

Het recht op informatie en instemming kan (tijdelijk) worden beperkt voor zover dit noodzakelijk is in het belang van het kind of van anderen. Te denken valt hierbij bij voorbeeld aan kindermishandeling of verwaarlozing. Een beslissing om ouders niet vooraf te informeren en niet om toestemming te vragen mag niet licht genomen worden en de argumenten voor dit besluit moeten in het dossier goed gedocumenteerd worden. Indien een school besluit ouders niet te informeren en geen toestemming te vragen dient dit besluit door de directeur van de school genomen te worden en daaruit voortvloeiende acties uitzetten.

Dossier De inhoud van de geboden ondersteuning of hulpverlening maakt onderdeel uit van het dossier van de school en valt onder het privacyreglement van de school of instelling. Ouders hebben in principe recht op inzage in het dossier. Medische en psychologische gegevens vallen onder het beroepsgeheim en kunnen alleen door de betrokken professional (of diens collega) met de ouders besproken worden.

6.

Gedragsregels

Om zorgvuldig te handelen is het goed om de volgende gedragsregels te hanteren: •

het belang van het kind weegt altijd het zwaarst;

•

ouders vertegenwoordigen het kind en hebben daarbij een eigen beoordelingsvrijheid, tenzij het belang van het kind hierdoor wordt geschaad;

6

•

informatie over het kind en de ouders is in vertrouwen meegedeeld. Ga hier zorgvuldig mee om. Neem alleen toegang tot een dossier indien dat noodzakelijk is en uitsluitend tot die gegevens die voor het beantwoorden van de hulpvraag noodzakelijk zijn;

•

wees transparant over de wijze waarop gegevens in het dossier worden vastgelegd en mogelijk kunnen worden gedeeld met anderen;

•

registreer gegevens in het dossier alsof de ouders over de schouder meekijken: objectief, feitelijk en waardevrij, zonder etikettering.

7

Afkortinglijst behorende bij schoolgids 2014-2015 algemeen gedeelte

AMK

Advies- en Meldpunt Kindermishandeling

CvA

Commissie van Advies

CvT

Commissie van Toelaatbaarheid

CvI

Commissie van Indicatie

ECPO

Expertise Centrum Passend Onderwijs

GGD

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst

HGPD

Handelings Gerichte Proces Diagnostiek

IB-er

Intern begeleider

JGZ

Jeugdgezondheidszorg

LKC

Landelijke Klachten Commissie

MDO

Multi Disciplinair Onderzoek

PGO

Preventie gezondheidsonderzoek

REC

Regionale Expertise Centra

SMW

School Maatschappelijk Werk

SWV

Samenwerkingsverband

VTOI

Vereniging voor Toezichthouders in Onderwijsinstellingen

WEC

Wet op de Expertisecentra

WMS

Wet op de Medezeggenschap Scholen

WPO

Wet op Primair Onderwijs

WSNS

Weer Samen Naar School

Protocol Medicijnverstrekking en Medisch handelen op school

GGD Fryslân afdeling Jeugdgezondheidszorg september 2006

Inhoudsopgave

1

Inleiding over medicijnverstrekking en medisch handelen ………………………… …. 3

2.

Het kind wordt ziek op school …………………………………………………………….. 4

3.

Het verstrekken van medicijnen op verzoek ……………………………………………. 5

4.

Medische handelingen ………………………………………………………………….…. 6

Bijlagen 1. Het kind wordt ziek op school Toestemmingsformulier 2. Het verstrekken van medicijnen op verzoek. Toestemmingsformulier 3. Het uitvoeren van medische handelingen Toestemmingsformulier 4. Het uitvoeren van medische handelingen Bekwaamheidsverklaring 5. Hoe te handelen bij een calamiteit Richtlijnen Algemene opmerkingen • • • • •

Met school wordt bedoeld: alle scholen voor (speciaal) basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Met ‘leraar’ wordt ook ‘docent’ bedoeld. Overal waar ‘het kind’ staat wordt ook ‘de leerling’ bedoeld. Voor de leesbaarheid van het stuk wordt over ouders gesproken wanneer wij ouder(s)/verzorger(s) bedoelen. Overal waar ‘hij’ wordt vermeld, wordt ook ‘zij’ bedoeld.

Een deel van de tekst van dit protocol is overgenomen uit het protocol van de HVD/GGD Groningen. De HVD/ GGD Groningen heeft hiervoor toestemming verleend.

ggd fryslân medicijnverstrekking en medisch handelen

2

1.

Inleiding over medicijnverstrekking en medisch handelen

Leraren worden op school regelmatig geconfronteerd met leerlingen die klagen over pijn die meestal met eenvoudige middelen te verhelpen is zoals hoofdpijn, buikpijn, oorpijn of pijn ten gevolge van een insectenbeet. Ook krijgt de schoolleiding steeds vaker het verzoek van ouders(s)/verzorger(s) om hun kinderen de door een arts voorgeschreven medicijnen toe te dienen. Een enkele keer wordt werkelijk medisch handelen van leraren gevraagd zoals het geven van sondevoeding, het toedienen van een zetpil of het geven van een injectie. De schoolleiding aanvaardt met het verrichten van dergelijke handelingen een aantal verantwoordelijkheden. Leraren begeven zich dan op een terrein waarvoor zij niet gekwalificeerd zijn. Met het oog op de gezondheid van kinderen is het van groot belang dat zij in dergelijke situaties zorgvuldig handelen. Zij moeten daarbij over de vereiste bekwaamheid beschikken. Leraren en schoolleiding moeten zich realiseren dat wanneer zij fouten maken of zich vergissen zij voor deze handelingen aansprakelijk gesteld kunnen worden. Daarom wil GGD Fryslân door middel van dit protocol scholen een handreiking geven over hoe in deze situaties te handelen. De drie te onderscheiden situaties zijn: • Het kind wordt ziek op school • Het verstrekken van medicijnen op verzoek • Medische handelingen De eerste situatie laat de school en leraar geen keus. De leerling wordt ziek of krijgt een ongeluk en de leraar moet direct bepalen hoe hij moet handelen. Bij de tweede en de derde situatie kan de schoolleiding kiezen of zij wel of geen medewerking verleent aan het geven van medicijnen of het uitvoeren van een medische handeling. Voor de individuele leraar geldt dat hij mag weigeren handelingen uit te voeren waarvoor hij zich niet bekwaam acht. Op de volgende pagina’s wordt elk onderdeel beschreven. In de bijlagen vindt u het betreffende toestemmingsformulier en/of bekwaamheidsverklaring. Wij adviseren u die formulieren te gebruiken. Heeft u naar aanleiding van dit protocol nog vragen dan kunt u zich wenden tot de jeugdarts of sociaal verpleegkundige van GGD Fryslân.


3

2.

Het kind wordt ziek op school

Wat gebeurt met enige regelmaat: een kind komt ’s morgens gezond op school en krijgt tijdens de schooluren last van hoofd- of buikpijn of een andere pijn. Ook kan het bijvoorbeeld door een insect worden geprikt. Een leraar verstrekt dan vaak - zonder toestemming of medeweten van ouders - een ‘paracetamolletje’ of wrijft een zalfje op de plaats van een insectenbeet. In zijn algemeenheid is een leraar niet deskundig om een juiste diagnose te stellen. De grootst mogelijke terughoudendheid is hier dan ook geboden. Uitgangspunt moet zijn dat een kind dat ziek is, naar huis moet. Wanneer moeten de ouders worden gewaarschuwd? Als een kind duidelijk ziek is en niet meer met de les kan meedoen, neemt de school contact op met de ouders met het verzoek om het kind op te halen. Belangrijk is om te melden waarom het kind niet kan blijven en af te spreken hoe laat de ouders komen en wat er tot die tijd met het kind gebeurt. Om in geval van nood de ouders snel te kunnen bereiken, moet zijn vastgelegd waar en hoe zij bereikbaar zijn. Het kan ook voorkomen dat een leerkracht bij een kind bepaalde ziekteverschijnselen opmerkt die extra aandacht of medische behandeling vragen. Dit kan de leerkracht bespreken als de ouders het kind komen ophalen. Ook kan de leerkracht de ouders bellen of het kind een briefje meegeven. Wanneer een leraar inschat dat het kind bij een eenvoudig middel is gebaat, dan is het toch gewenst om altijd eerst contact te op te nemen met de ouders. Wij adviseren u, indien mogelijk, het kind zelf met de ouders te laten bellen. Vraag daarna toestemming aan de ouders om een bepaald middel te verstrekken (zie bijlage 1). Wanneer wordt een huisarts gewaarschuwd? In principe zijn bij ziekte van een kind de ouders degenen die bepalen wat er moet gebeuren. Zij nemen de beslissing om al dan niet een arts te raadplegen. Alleen als er acuut gevaar dreigt schakelt de school direct een arts in. Voorbeelden van dergelijke gevallen zijn: • Een kind dat het plotseling benauwd krijgt • Een kind dat bewusteloos raakt of niet meer op aanspreken reageert • Een kind met plotselinge hoge koorts • Een kind dat plotseling ernstig ziek lijkt • Ernstige ongevallen


4

2.

Het verstrekken van medicijnen op verzoek

Als een kind medicijnen nodig heeft gedurende het verblijf op school zullen de ouders hun zeggenschap over de toediening van de geneesmiddelen moeten overdragen aan de school/leerkracht. Om de gezondheid van kinderen te waarborgen is het van groot belang dat de geneesmiddelen op een juiste wijze worden verstrekt. Kinderen krijgen soms medicijnen of andere middelen voorgeschreven die zij een aantal malen per dag moeten gebruiken, dus ook tijdens schooluren. Te denken valt bijvoorbeeld aan pufjes voor astma, antibiotica of zetpillen bij toevallen. Ouders vragen dan aan de schoolleiding of een leraar om deze middelen te verstrekken. Het is in dit geval van belang deze toestemming schriftelijk vast te leggen (zie bijlage 2). Meestal gaat het niet alleen om eenvoudige middelen, maar ook om middelen die bij onjuist gebruik tot schade van de gezondheid van het kind kunnen leiden. Leg de volgende zaken schriftelijk vast: • Om welke medicijnen het gaat • Hoe vaak het gegeven moet worden • In welke hoeveelheden (dosering) • Op welke manier het geneesmiddel moet worden gebruikt • De periode waarin de geneesmiddelen worden verstrekt • De wijze van bewaren en opbergen • De wijze van controle op de vervaldatum In bijlage 2 staat een voorbeeld van een medicijninstructie. Door het vastleggen van deze gegevens geven ouders duidelijk aan wat zij van de school verwachten en weet de school op haar beurt precies wat zij moet doen en waar zij verantwoordelijk voor is. Wanneer het gaat om het verstrekken van medicijnen gedurende een lange periode moet regelmatig met ouders worden overlegd over de ziekte en het daarbij behorende medicijngebruik op school. Een goed moment om te overleggen is wanneer ouders een nieuwe voorraad medicijnen komen brengen. Enkele praktische adviezen: • Neem de geneesmiddelen alleen in ontvangst wanneer ze in de originele verpakking zitten en uitgeschreven zijn op naam van het kind. • Controleer de uiterste gebruiksdatum voor toediening. • Laat de ouders een nieuw geneesmiddel altijd eerst thuis toepassen. • Lees goed de bijsluiter zodat u op de hoogte bent van eventuele bijwerkingen. • Bewaar het geneesmiddel indien nodig in de koelkast (in een goed afgesloten bewaardoos), of in een afgesloten kast, buiten het bereik van kinderen en/of onbevoegden. Mocht de situatie zich voordoen dat een kind niet goed op een medicijn reageert of dat er onverhoopt toch een fout gemaakt wordt bij de toediening van een medicijn, bel dan direct met de huisarts of specialist in het ziekenhuis. Bel bij een ernstige situatie direct het landelijke alarmnummer 112. Zorg in alle gevallen dat u duidelijk alle relevante gegevens bij de hand hebt, zoals: naam, geboortedatum, adres, huisarts en /of specialist van het kind, het medicijn dat is toegediend, welke reacties het kind vertoont en eventueel welke fout is gemaakt (zie bijlage 5: Hoe te handelen bij een calamiteit). ggd fryslân medicijnverstrekking en medisch handelen

5

3.

Medische handelingen

Het is van groot belang dat een langdurig ziek kind of een kind met een bepaalde handicap zoveel mogelijk gewoon naar school gaat. Het kind heeft contact met leeftijdsgenootjes, neemt deel aan het normale leven op school en wordt daardoor niet de hele dag herinnerd aan zijn handicap of ziek zijn. Gelukkig zien steeds meer scholen in hoe belangrijk het is voor het psychosociaal welbevinden van het langdurig zieke kind om zoveel mogelijk naar school te gaan. In uitzonderlijke gevallen zullen ouders aan de schoolleiding en/of leraren vragen handelingen te verrichten die vallen onder medisch handelen. Te denken valt daarbij aan het geven van sondevoeding of het meten van de bloedsuikerspiegel bij suikerpatiënten door middel van een vingerprikje. Normaal gesproken worden deze handelingen door de ouders zelf verricht. In uitzonderlijke situaties, vooral als er sprake is van een situatie die al langer bestaat, wordt door de ouders wel eens een beroep op de schoolleiding en de leraren gedaan. Bij voorkeur zouden scholen een vaste ruimte moeten hebben waar leerlingen zelf kunnen prikken, bijvoorbeeld bij diabetes. Schoolbesturen moeten zich, wanneer wordt overgaan tot het uitvoeren van een medische handeling door een leraar, wel realiseren dat zij daarmee bepaalde verantwoordelijkheden op zich nemen. Dit hoeft niet onoverkomelijk te zijn, maar het is goed zich te realiseren wat hiervan de consequenties kunnen zijn. Het zal duidelijk zijn dat de ouders voor dergelijke ingrijpende handelingen hun toestemming moeten geven. Zonder toestemming van de ouders kan de schoolleiding of leraar helemaal niets doen. Gezien de ingrijpendheid van de handelingen moet de schoolleiding schriftelijke toestemming van de ouders vragen (zie bijlage 3).

Wettelijke regels Voor de hierboven genoemde medische handelingen heeft de wetgever een aparte regeling gemaakt. De wet ‘Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg’ (wet BIG) regelt wie wat mag doen in de gezondheidszorg. De wet BIG is bedoeld voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en geldt als zodanig niet voor onderwijzend personeel. Dat neemt niet weg dat in deze wet een aantal waarborgen wordt gegeven voor een goede uitoefening van de beroepspraktijk aan de hand waarvan ook een aantal regels is te geven voor schoolbesturen en leraren als het gaat om in de wet BIG genoemde medische handelingen. Bepaalde handelingen – de zogenaamde voorgehouden handelingen – mogen alleen worden verricht door artsen. Anderen dan artsen mogen medische handelingen alleen verrichten in opdracht van een arts. De betreffende arts moet zich er dan van vergewissen dat degene die niet is bevoegd, wel de bekwaamheid bezit om die handelingen te verrichten. Aansprakelijkheid Vorenstaande is ook van toepassing wanneer een leraar bij een leerling een medische handeling verricht. Technisch gezien vallen leraren niet onder de wet BIG. Deze geldt alleen voor medische en paramedische beroepen. Soms worden leraren betrokken bij de zorg rond een ziek kind en worden daarmee partners in zorg. In zo’n geval kan het voorkomen dat leraren gevraagd wordt om een medische handeling bij een kind uit te voeren. Deze, niet alledaagse, positie van de leraar moet hierbij serieus worden genomen. Daarom moet een leraar een gedegen instructie krijgen hoe hij de handeling moet uitvoeren.


6

Het naar tevredenheid uitvoeren van deze handeling wordt schriftelijk vastgelegd in een bekwaamheidsverklaring (zie bijlage 3). Zodoende wordt een optimaal mogelijke zekerheid aan kind, ouders, leraar en schoolleiding gewaarborgd. Ook voor de verzekeraar van de school zal duidelijk zijn dat er zo zorgvuldig mogelijk is gehandeld. Dit betekent dat een leraar in opdracht van een arts moet handelen die hem bekwaam heeft verklaard voor het uitvoeren van die medische handeling. Binnen organisaties in de gezondheidszorg is het gebruikelijk dat een arts, of een door hem aangewezen en geïnstrueerde vertegenwoordiger, een bekwaamheidsverklaring afgeeft met het oog op eventuele aansprakelijkheden. Heeft een leraar geen bekwaamheidverklaring dan kan hij bij onoordeelkundig handelen aangesproken worden voor de aangerichte schade. Het schoolbestuur is echter weer verantwoordelijk voor datgene wat de leraar doet. Kan een schoolbestuur een bekwaamheidsverklaring van een arts overleggen, dan kan niet bij voorbaat worden aangenomen dat de schoolleiding onzorgvuldig heeft gehandeld. Een schoolbestuur dat niet kan bewijzen dat een leraar voor een bepaalde handeling bekwaam is, raden wij aan de medische handelingen niet te laten uitvoeren. Een leraar die wel een bekwaamheidsverklaring heeft, maar zich niet bekwaam acht bijvoorbeeld omdat hij deze handeling al een hele tijd niet heeft verricht - zou de medische handeling eveneens niet mogen uitvoeren. Een leraar die onbekwaam en/of zonder opdracht van een arts deze handeling verricht is niet alleen civielrechtelijk aansprakelijk (betalen van schadevergoeding), maar ook strafrechtelijk (mishandeling). Het schoolbestuur kan op zijn beurt als werkgever eveneens civiel- en strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld. Om zeker te zijn dat de civielrechtelijke aansprakelijkheid is gedekt, is het raadzaam om, voordat er wordt overgegaan tot medisch handelen, contact op te nemen met de verzekeraar van de school. Het kan zijn dat bij de beroepsaansprakelijkheid de risico’s die zijn verbonden aan deze medische handelingen niet zijn meeverzekerd. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn, omdat, wanneer de verzekeraar van een en ander op de hoogte wordt gesteld, hij deze risico’s kan meeverzekeren, eventueel tegen een hogere premie en onder bepaalde voorwaarden (bijvoorbeeld een bekwaamheidsverklaring). Mocht zich onverhoopt ten gevolge van een medische handeling een calamiteit voordoen, stel u dan direct in verbinding met de huisarts en/of specialist van het kind. Bel bij een ernstige situatie direct het landelijke alarmnummer 112. Zorg ervoor dat u alle relevante gegevens van het kind bij de hand heeft. Geef verder door naar aanleiding van welke handeling de calamiteit zich heeft voorgedaan en welke verschijnselen bij het kind waarneembaar zijn.


7

Bijlage 1 Het kind wordt ziek op school Toestemmingsformulier


8

Toestemmingsformulier

Toestemming tot handelwijze voor als het kind ziek wordt op school (Eventueel te gebruiken als bijlage bij het inschrijfformulier van de school)

Het kan voorkomen dat uw kind gezond naar school gaat en tijdens de schooluren ziek wordt, zich verwondt, door een insect wordt geprikt of iets dergelijks. In zo’n geval zal de school altijd contact opnemen met de ouders. Het kan een enkele keer voorkomen dat de ouders (of een ander door hen aangewezen persoon) niet te bereiken zijn. Als deze situatie zich voordoet, dan zal de leraar een zorgvuldige afweging maken of uw kind gebaat is met een eenvoudige pijnstiller of dat een arts moet worden geconsulteerd. Als u met bovenstaande akkoord bent, wilt u dan dit formulier invullen.

Ondergetekende gaat akkoord met bovengenoemde handelwijze ten behoeve van: Naam leerling

: ______________________________________________________

Geboortedatum

: ______________________________________________________

Wanneer onderstaande gegevens reeds op het inschrijfformulier zijn vermeld, dan kunt u verdergaan op de volgende pagina.

Adres

: _______________________________________________________

Postcode

: _______________ Plaats: __________________________________

Naam ouder(s)/verzorger(s) : __________________________________________________ Telefoon thuis mobiel Naam huisarts

: _____________________ werk: __________________________ : _____________________ : _____________________ telefoon: ________________________

Te waarschuwen persoon, indien de ouders niet te bereiken zijn: Naam

: _______________________________________________________

Telefoon

: _____________________ mobiel: ________________________

►


9

Mijn kind is overgevoelig voor de volgende zaken: •

Medicijnen: _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________

•

Ontsmettingsmiddelen: ______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________

•

Smeerseltjes/zalfjes tegen bijvoorbeeld insectenbeten ______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________

•

Pleisters: _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________

•

Overig: _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________

Wilt u veranderingen zo spoedig mogelijk doorgeven aan de directie. Het is zeer belangrijk dat deze gegevens actueel zijn.

Naam

: _____________________________________________________________

Ouder/verzorger van

: _____________________________________________________________

Plaats

: _____________________________________________________________

Datum

: ____________________________________________________________

Handtekening

: _____________________________________________________________


10

Bijlage 2 Het verstrekken van medicijnen op verzoek Toestemmingsformulier


11


Toestemming ouder/verzorger tot het verstrekken van medicijnen op verzoek Ondergetekende geeft toestemming voor het toedienen van de hieronder omschreven medicijn(en) aan: naam leerling

: _________________________________________________

geboortedatum

: _________________________________________________

adres

: _________________________________________________

postcode en plaats

: _________________________________________________

naam ouder(s)/verzorger(s): ____________________________________________ telefoon thuis:

_____________________

mobiel: _____________________

telefoon werk:

__________________________________________________

naam huisarts:

______________________ telefoon: _____________________

naam specialist:

______________________ telefoon: _____________________

De medicijnen zijn nodig voor onderstaande ziekte: ____________________________________________________________________ Naam van het medicijn: ____________________________________________________________________

Medicijn dient dagelijks te worden toegediend op onderstaande tijden: ___________________________

uur

___________________________

uur

___________________________

uur

Medicijnen mogen alleen worden toegediend in de volgende situatie(s): ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________

Dosering van het medicijn: ____________________________________________________________________

Wijze van toediening: ____________________________________________________________________

► ggd fryslân medicijnverstrekking en medisch handelen

12

Wijze van bewaren: ____________________________________________________________________

Controle op vervaldatum door: naam : _____________________________________________________________ functie : _____________________________________________________________

Bij een verandering van medicatie of dosering van bestaande medicatie, informeert de ouder/verzorger schriftelijk de schoolleiding c.q. de leerkracht die de medicijninstructie heeft gehad.

Ondergetekende, ouder/verzorger van genoemde leerling, geeft hiermee aan de school c.q. de hieronder genoemde leraar, die daarvoor een medicijninstructie heeft gehad, toestemming voor het toedienen van de bovengenoemde medicijnen: Naam

: ______________________________________________________

Ouder/verzorger van : ______________________________________________________ Plaats

: ______________________________________________________

Datum

: ______________________________________________________

Handtekening

: ______________________________________________________

Medicijninstructie Er is instructie gegeven over het toedienen van de medicijnen op: datum: _________________________________________ Door: Naam

: _____________________________________________

Functie

: _____________________________________________

Van

: _____________________________________________ (instelling)

Aan: Naam

: _____________________________________________

Functie

: _____________________________________________

Van

: _____________________________________________ (naam school en plaats)


13

Persoonlijke afspraken epilepsie

Naam

: ___________________________________________________ ____

Geboortedatum

: _______________________________________________________

Adres

: _______________________________________________________

Telefoon

: _______________________________________________________

Huisarts

: _______________________ telefoon: ________________________

Specialist:

: _______________________

Omschrijving aanvallen: __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________

Medicatie

: _______________________________________________________

Medicatie bij aanval : _______________________________________________________

Plaats waar medicijnen worden bewaard: __________________________________________________________________________

Bijzondere afspraken: __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________

Datum: ________________________________

Handtekening ouder: ______________________________

Handtekening leerling (vanaf 12 jaar): ___________________________________


14

Bijlage 3 Het uitvoeren van medische handelingen Toestemmingsformulier


15


Toestemming tot het uitvoeren van medische handelingen Ondergetekende geeft toestemming voor uitvoering van de zogenaamde ‘medische handeling’ op school bij: naam leerling

: _________________________________________________

geboortedatum

: _________________________________________________

adres

: _________________________________________________

postcode en plaats

: _________________________________________________

naam ouder(s)/verzorger(s): ____________________________________________ telefoon thuis:

_____________________

telefoon werk:

__________________________________________________

naam huisarts:

______________________ telefoon: _____________________

naam specialist:

______________________ telefoon: _____________________

naam medisch contactpersoon telefoon

mobiel: _____________________

: ______________________________________ : ______________________________________

Beschrijving van de ziekte waarvoor de medische handeling op school bij de leerling nodig is: ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________

Omschrijving van de uit te voeren medische handeling: ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________

De medische handeling moet dagelijks worden uitgevoerd op onderstaande tijden: ___________________________

uur

___________________________

uur

___________________________

uur

___________________________

uur

► ggd fryslân medicijnverstrekking en medisch handelen

16

De medische handeling mag alleen worden uitgevoerd in de hieronder nader omschreven situatie: ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________

Manier waarop de medische handeling moet worden uitgevoerd: ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________

Eventuele extra opmerkingen: ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________

Bekwaamheidsverklaring aanwezig:

ja/nee

Instructie medisch handelen Er is instructie gegeven over de juiste uitvoering van medisch handelen + controle op

: ____________________________________________ (datum)

Door: Naam

: _____________________________________________

Functie

: _____________________________________________

Van

: _____________________________________________ (instelling)

Aan: Naam

: _____________________________________________

Functie

: _____________________________________________

Van

: _____________________________________________ (naam school en plaats)

Naam

:_______________________________________________________

Ouder/verzorger

: _______________________________________________________

Plaats

: _______________________________________________________

Datum

: _______________________________________________________

Handtekening

: _______________________________________________________


17

Bijlage 4 Bekwaamheidsverklaring


18

Bekwaamheidsverklaring

Bekwaamheidsverklaring voor het uitvoeren van medische handelingen Ondergetekende, bevoegd tot het uitvoeren van de hieronder beschreven handeling: _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________

verklaart dat, naam werknemer

: ______________________________________________________

functie

: ______________________________________________________

werkzaam bij

: ______________________________________________________

na instructie door ondergetekende, in staat is bovengenoemde handelingen bekwaam uit te voeren. De handeling moet worden uitgevoerd ten behoeve van: naam leerling

: ______________________________________________________

geboortedatum

: ______________________________________________________

Het uitvoeren van bovengenoemde handeling is voor de leerling noodzakelijk wegens: _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________

De hierboven beschreven handeling mag alleen worden uitgevoerd op de tijdstippen waarop de leerling op school aanwezig is. De hierboven beschreven handeling moet worden uitgevoerd gedurende de periode: __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________

Ondergetekende: Naam

: _____________________________________________________________

Functie

: _____________________________________________________________

Werkzaam bij :______________________________________________________________ Plaats

: _____________________________________________________________

Datum

: _____________________________________________________________

Handtekening : _____________________________________________________________


19

Bijlage 5 Hoe te handelen bij een calamiteit Richtlijnen


20

Richtlijnen

Hoe te handelen bij een calamiteit ten gevolge van: • •

het toedienen van medicijnen aan een kind het uitvoeren van een medische handeling •

Laat het kind niet alleen. Probeer rustig te blijven. Observeer het kind goed en probeer het gerust te stellen.

•

Waarschuw een volwassene voor bijstand of laat één van de kinderen een volwassene ophalen waarbij u duidelijk instrueert wat het kind tegen de volwassene moet zeggen.

•

Bel direct de huisarts en/of de specialist van het kind.

•

Bel bij een ernstige situatie direct het landelijk alarmnummer 112.

•

Geef door naar aanleiding van welk medicijn of medische handeling de calamiteit zich heeft voorgedaan en eventueel welke fout is gemaakt.

•

Zorg ervoor dat u alle relevante gegevens van het kind bij de hand hebt of laat ze direct door iemand opzoeken, zoals: 1. Naam van het kind 2. Geboortedatum 3. Adres 4. Telefoonnummer van ouders en/of andere, door de ouders aangewezen, persoon 5. Naam + telefoonnummer van huisarts/specialist 6. Ziektebeeld waarvoor medicijn of medische handeling nodig is.

•

Bel de ouders: bij geen gehoor een andere, door de ouders aangewezen persoon. 1. Leg duidelijk uit wat er is gebeurd. 2. Vertel, indien bekend, wat de arts heeft gedaan/gezegd. 3. In geval van ziekenhuisopname, geef door naar welk ziekenhuis het kind is gegaan.


21

Schoolgids. Algemeen gedeelte. De Basis voor Passend Onderwijs

Recommend Documents