Schoolgids Algemeen gedeelte 2015-2019
Basisschool St.Jozef Beukenlaan 6 5363 RA Velp-Grave
1
Inhoudsopgave. 1.
Onze school.
3
2.
Waar onze school voor staat.
4
3.
Onze schoolorganisatie
8
3.1 De vakken nader bekeken. 3.2 Onze organisatie nader bekeken.
4. Onze leerlingen.
22
5. De ouders op onze school.
28
6. Onze school en haar omgeving.
32
7. Praktische zaken op onze school.
37
8. Afkortingen.
43
9. Trefwoordenregister.
44
2
1. Onze school. Inleiding Velp is een klein dorp met ongeveer 1000 inwoners. Het dorp bestaat uit twee kernen. Er wordt gesproken over oud en nieuw Velp. Basisschool St. Jozef is een katholieke school, vernoemd naar de patroonheilige, St. Jozef. Het gebouw De school dateert uit 1950. Sinds 2008 is de school gevestigd in het gebouw ‘De Verrekijker’, waar we een brede school vormen met kinderdagverblijf ‘Onder de Boompjes’, peuterspeelzaal ‘Ukkepuk’, dagbesteding ‘Kleur’ en stichting gemeenschapshuizen ‘Quadrant’ ‘Kleur’ is een instantie die ondersteuning biedt aan kinderen met meervoudige beperkingen. De school heeft extra werkruimte voor onderwijsondersteunende instanties als schoollogopedische dienst, schoolartsendienst e.d. Vanaf september 2013 hebben we een afdeling van BoS (Bibliotheek op School). De inpandige gymzaal wordt multifunctioneel gebruikt. In de avonduren kunnen inwoners van Velp gebruik maken van deze gymzaal. Grootte van de school We hebben de afgelopen jaren een gemiddeld leerlingenaantal van 115, verdeeld over 5 groepen. We werken met 4 combinatiegroepen: groep 1/2, groep 3/4, groep 5/6 en groep 7/8. We hebben ook een schakelklas, waarin kinderen van het asielzoekerscentrum onderwijs volgen. Het team van onze school bestaat uit ongeveer 10 leerkrachten, een directeur, een intern begeleider, 2 onderwijsassistenten en 2 conciërges en een interieurverzorgster. We zijn een jong team met overwegend vrouwelijke leerkrachten.
3
2. Waar onze school voor staat. Bs St. Jozef is een katholieke basisschool. De school is voor alle kinderen toegankelijk, ongeacht hun godsdienst of levensbeschouwing. We zijn een school waar iedereen welkom is en ‘er toe doet’. Het motto van onze school:
Ieder kind een belofte!
Essentieel leren. Op schoolniveau wordt gestreefd naar een klimaat, waarin iedereen op een positieve manier met elkaar omgaat, zich prettig voelt en werkt. Een school waar gespeeld, geleerd en gewerkt kan worden in saamhorigheid. We werken vanuit de uitgangspunten van De Vreedzame School en Critical Skills. Werkconcept Critical Skills is gebaseerd op Essentieel Leren. Essentieel leren heeft tien essenties die gebaseerd zijn op opvattingen over leren, de samenleving en de schoolpraktijk:
iedereen (h)erkent elkaar als persoon je laat zien wie je bent, wat je kent en wat je kunt je leert en werkt op basis van respect en vertrouwen je gebruikt je hersenen goed de leraar is coach en instructeur en de leerlingen werken leraren en leerlingen gebruiken allerlei bronnen voor leren en ontwikkeling de school werkt met doelen voor alle leerlingen de school stelt diepgang boven oppervlakkigheid want minder is meer ook ouders zijn bij de hele school betrokken samenwerken voor een maatschappij op basis van democratie en gelijkwaardigheid.
Wij zijn een buurtschool en geven basisonderwijs aan kinderen van 4 tot 13 jaar. Ons onderwijs wordt gekenmerkt door een open sfeer, met respect voor verschillen. Wij sluiten aan bij de verschillende onderwijsbehoeften van onze leerlingen. Wij bieden daarbij passende zorg voor alle niveaus. Wij bieden duidelijkheid en structuur.
4
Criticall Skills. We werken volgens het werkconcept Critical skills.
5
Naast een gedifferentieerd aanbod op cognitief gebied, investeren wij in de ontwikkeling van werkhouding en denkproces. Dit doen we door het aanbieden van Sleutelvaardigheden. Kinderen worden vaardiger in: communiceren, onderzoeken, oplossingsgericht denken, sociaal handelen, informatieverwerking, kritisch denken, creatief denken , leren en reflecteren. Dit doen we met name op de middagen waarbij de zaakvakken in de vorm van Kernconcepten aangeboden worden. Door samenwerking leren onze leerlingen rekening te houden met elkaar, leren ze zichzelf en anderen steeds beter kennen. Ze reflecteren op hun eigen handelen, kunnen en durven door de bril van een ander te kijken en hebben het vermogen om bronnen op waarde in te schatten. Onze leerlingen leren wat gewenst gedrag is en hebben inzicht en respect voor andere culturen.
Wij bereiken dit door: Met hulp van de sleutelvaardigheden. Samenwerking met scholen om ons heen. Mee te gaan met de ontwikkelingen op het gebied van ICT en social media. Het toepassen en verder uitbouwen van coöperatief leren. Het verder uitbouwen van onze Kernconcepten waarbij we de sleutelvaardigheden toepassen. Het bieden van Passend Onderwijs, ook voor de ‘bovenpresteerders’ Een evenredig aanbod op het gebied van cognitieve en creatieve activiteiten. Structurele investeringen in het vakmanschap van onze teamleden.
Het kind staat centraal. Uitgangspunt voor ons onderwijs is dat we accepteren dat kinderen verschillen. We gaan in op de onderwijsbehoeften van de kinderen. Dit betekent dat we gedifferentieerd en flexibel werken. Het onderwijs wordt afgestemd op de behoeften en mogelijkheden van alle kinderen. Door samen te reflecteren op het eigen leerproces en resultaat, maken we kinderen kritisch en intrinsiek gemotiveerd. De groepsleerkracht speelt de centrale rol in de leerlingenzorg. Hij is verantwoordelijk voor de kinderen in de groep. De leerkracht komt aan de verschillen tussen kinderen tegemoet door onderwijs te geven dat wat betreft vorm, inhoud en planning
6
het best bij hun mogelijkheden en behoeften aansluit. De leerkracht is eigenaar van de problemen in ontwikkeling van kinderen die zich in dit verband voordoen. Hij vraagt en regisseert de hulp die hij nodig heeft om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van het kind. Onze uitgangspunten: - We werken met het directe instructiemodel - We werken met dag- en weektaken - We begeleiden kinderen in het leren maken van keuzes - We reflecteren met kinderen op leerproces en resultaat - Met alle kinderen werken we in principe t/m groep 6 minimaal aan de minimumdoelen volgens SLO voor de vakgebieden lezen, rekenen en taal. - Het is mogelijk, dat een kind met een eigen leerlijn gaat werken voor de vakgebieden lezen, rekenen en taal. - Bij alle kinderen die een ontwikkelingsvoorsprong hebben, wordt de leerstof compact en verrijkt aangeboden.
Andere belangrijke normen en waarden voor ons zijn:
‘samen, talent, ontwikkeling en eigenaarschap’ Dit eigenaarschap zie je binnen de school o.a. terug bij het stellen van doelen waarbij leerlingen inzicht krijgen in hun eigen ontwikkelingsproces.
7
10.
Onze schoolorganisatie.
3.1 De vakken nader bekeken Lezen. In de kleutergroepen werken we o.a. met de methode ‘Schatkist’ aan voorbereidend lezen. De kleuters maken op speelse wijze kennis met letters en woorden d.m.v. versjes en prentenboeken. De volgende leerlijnen komen in ‘Schatkist’ aan bod: mondelinge taal, woordenschat, beginnende geletterdheid en sociaal-emotionele ontwikkeling. U vindt in de kleutergroepen een lettermuur, reuzenprentenboeken en andere ontwikkelingsmaterialen t.b.v. het voorbereidend lezen/taalontwikkeling. In groep 3 beginnen de kinderen met aanvankelijk leesonderwijs met de methode ‘Veilig Leren Lezen’. Wij hebben gekozen voor deze methode, omdat wij een soepele overgang van het voorbereidend leesonderwijs in de kleutergroep naar het aanvankelijk leesonderwijs van groot belang vinden voor de kinderen die starten met het leesonderwijs. Deze methode voor aanvankelijk lezen biedt voldoende mogelijkheden aandacht te schenken aan de individuele verschillen van leerlingen in een voor ieder kind uitnodigende leeromgeving, hetgeen wij als team een belangrijk uitgangspunt vinden. De methode sluit prima aan bij onze manier van werken in de onderbouw: het werken in hoeken. In de groepen 4 t/m 8 maken we gebruik van de methode ‘Estafette’ voor Voortgezet Technisch Lezen. Bij het werken met Estafette ligt het accent op het aanleren van een goede technische leesvaardigheid, waarbij onderscheid wordt gemaakt in correct lezen, vlot lezen en vloeiend lezen. Daarnaast wordt in de methode ook veel ruimte gegeven aan leesplezier. Kinderen leren allereerst een technische vaardigheid op een hoog niveau. Daardoor kunnen ze ook plezier in lezen
8
krijgen of houden, zodat ze in de toekomst gebruik blijven maken van de verworven leesvaardigheid. Estafette hanteert drie verschillende aanpakken om tegemoet te komen aan verschillende instructiebehoeften van kinderen: • Aanpak voor methodevolgers. Deze kinderen ontwikkelen hun leesvaardigheid op de gebruikelijke manier. • Aanpak voor risicolezers. Deze kinderen lopen het risico om achterop te raken in hun leesontwikkeling. • Aanpak voor vlotte lezers. Deze kinderen ontwikkelen hun leesvaardigheid opvallend snel. Naast het technisch lezen wordt er in alle groepen aandacht besteed aan het begrijpend lezen. In groep 3 zitten begrijpend leesopdrachten in de methode ‘Veilig leren lezen’. Vanaf groep 4 wordt er gewerkt met de methode ‘Nieuwsbegrip’. In groep 7 en 8 komt niet alleen begrijpend lezen aan bod, maar ook studerend lezen.
Rekenen. In de kleutergroepen wordt gewerkt met o.a. de methode ‘Schatkist Rekenen’ en ‘Rekenrijk’. Er wordt gewerkt aan hoeveelheidsbesef, rekenbegrippen en beginnende gecijferdheid. U vindt in deze groep een cijfermuur, getalkaarten en diverse andere ontwikkelingsmaterialen t.b.v. het voorbereidend rekenen. Groep 3 t/m 8 gebruiken de methode ‘Rekenrijk’. Tijdens de rekenlessen leren we de kinderen praktische problemen uit het dagelijks leven op te lossen (realistisch rekenen). De manier waarop de kinderen tot een oplossing komen mag verschillen. De kinderen leren omgaan met getallen, meten, tijd en geld. Als u met uw kind over rekenen praat, houd er dan rekening mee, dat ze het vermenigvuldigen en delen tegenwoordig anders leren dan u van vroeger gewend bent. Taal. Groep 1 en 2 werken we met de methode ‘Schatkist’ . In groep 3 wordt gewerkt met de methode ‘Veilig leren lezen’, waarin alle aspecten van taal aan bod komen. Vanaf groep 4 werken wij met de methode "Taal in Beeld". Deze methode bestaat uit een taalbeschouwend gedeelte en een spellinggedeelte: ‘Spelling in Beeld’.
9
Met taal werken we aan de volgende 4 aandachtsgebieden: Woordenschat De betekenis van woorden achterhalen en onthouden. Kinderen leren woordbetekenissen af te leiden (uit beeld, context en woordbouw), op te zoeken en na te vragen. Ze leren die woordbetekenissen te onthouden via woordschema's. En ze passen nieuwe woorden toe in teksten, raadsels en presentaties. Kinderen zijn nadrukkelijk bezig met het leren van doelwoorden en woordenschatstrategieën. Doelwoorden in Taal in beeld: • algemene dagelijkse woorden: supermarkt, herinneren • schooltaalwoorden: aanwijzing, beschrijving, conclusie • woorden om te reflecteren op taal: persoonsvorm, synoniem Woordenschatstrategieën Kinderen hebben woordenschatstrategieën nodig om de betekenis van woorden te leren of op te zoeken. In interactieve lessen oefenen kinderen de vaardigheden die ze nodig hebben. Elke groep werkt met een woordmuur. Hierbij werken we met de uitgangspunten van de viertakt van Verhallen. Voorbewerken(voorkennis wordt geactiveerd), Semantiseren (uitleg in de juiste context), Consolideren (woorden inoefenen), Controleren (terugvragen).
Taalbeschouwing
Taal in beeld werkt aan drie onderdelen: de functie, de opbouw en de betekenis van zinnen de zinsbouw: de functie, de opbouw en de betekenis van woorden taalgebruik: de opbouw van teksten en het gebruik van taal. Spelling Spelling in beeld leert kinderen de belangrijkste spellingstrategieën. Zo leren ze niet alleen zoveel mogelijk woorden correct te spellen, maar worden ze ook getraind in de juiste spellingdenkwijze. Spelling in beeld legt het accent op: * Klankstrategie: schrijven zoals je het woord hoort. De klankstrategie benadrukt dat er een vaste relatie bestaat tussen een klank en het schrijven daarvan. Het kan gaan om losse klanken (/oe/ schrijf je als oe), maar ook om clusters van klanken.
10
* Regelstrategie: het toepassen van spellingregels. De regelstrategie leert kinderen regels toe te passen om woorden goed te schrijven. Een voorbeeld is de verlengingsregel. Want waarom schrijf je het woord hond met een d aan het eind? Je kunt het horen door het woord langer te maken (honden). * Weetstrategie: het inprenten van woorden. Bij veel woorden is de koppeling tussen klanken en schrijfwijze niet eenduidig. De ei klinkt bijvoorbeeld hetzelfde als de ij. Kinderen leren dat ze deze woorden moeten onthouden door inprenting.
* Opzoekstrategie en analogieaanpak. Er blijven altijd woorden waarvan de juiste spelling voor twijfels zorgt. Daarom leren kinderen ook om woorden op te zoeken in een woordenlijst of woordenboek. En ze leren woorden te schrijven naar analogie van een voorbeeldwoord. Schrijven (stellen) Schrijven is een proces. Leerlingen gaan praktisch aan de slag met vaardigheden voor, tijdens en na het schrijven. Zo leert elk kind goede teksten schrijven. Schrijven. In groep 1 en 2 besteden we aandacht aan voorbereidend schrijven. Er wordt gewerkt met diverse materialen, die de motorische ontwikkeling bevorderen. In groep 3 t/m 8 gebruiken we de methode Pennenstreken. Op het eind van de basisschool moet een kind leesbaar en in een goed tempo kunnen schrijven. Het methodisch schrijven vindt voornamelijk plaats in de groepen 3 t/m 5; in de groepen 6 t/m 8 kennen we gevarieerde schrijfopdrachten. In groep 1, 2 en 3 krijgen alle kinderen een potlood. In groep 3 wordt de schriftelijke verwerking met potlood gedaan. In groep 4 krijgen de kinderen, die de pengreep goed beheersen, vanaf januari een vulpen. In enkele gevallen besluiten we kinderen te laten schrijven met balpen. Dit gebeurt altijd in overleg met de leerkracht van uw kind. Vanaf groep 4 wordt schriftelijke verwerking in schriften dus gedaan met vulpen. In werkboekjes wordt met potlood geschreven. De school zorgt voor alle materialen, die kinderen op school nodig hebben. Daarvoor wordt geen bijdrage gevraagd. Als het nodig is (zoals potloden, balpennen en vulpennen) wordt het een en ander door school vervangen. Kinderen mogen geen spullen meebrengen van thuis. Als materialen opzettelijk stuk worden gemaakt of zoek raken, moeten deze vergoed worden.
11
Engels. Vanaf groep 7 maken de kinderen op eenvoudige wijze kennis met Engels. Wij gebruiken hiervoor de methode ‘Groove.me’. Groove.me is een digibord lesmethode Engels voor het basisonderwijs. Een lesmethode Engels waarbij muziek de basis is van alle lessen. De muziek die gebruikt wordt is ‘echte’ muziek: bekende popsongs en eigentijdse hits in hun oorspronkelijke uitvoering. In de lessen, startniveau 3A, wordt het thema van het liedje gebruikt om leerlingen Engels te leren, daarbij komen alle vaardigheden aan bod. De lessen beperken zich niet tot alleen de woorden uit het liedje, maar worden uitgebreid met woorden passend bij het thema.
Wereldoriënterende vakken / kernconcepten. Het werken met kernconcepten is een aanpak voor wereldoriëntatie die veel ruimte laat voor leerkrachten en leerlingen, maar waarbij wel doelgericht gewerkt wordt aan het krijgen van inzichten. Deze doelen dekken samen de kerndoelen voor wereldoriëntatie en andere op inzicht gerichte kerndoelen. Op basis van deze doelen kunnen leerkrachten de leeromgeving inrichten met allerlei uitdagende werkvormen, activiteiten en leerbronnen. Bij het werken met kernconcepten worden communicatieve vaardigheden en creatieve vakken geïntegreerd en worden rekenvaardigheden toegepast. Het doel is kinderen inzichten te verschaffen in zichzelf, in hun directe schoolomgeving en in de grotere wereld. Het is een onderwijsvorm die leerlingen uitdaagt om inzicht in natuur, techniek, mens en samenleving te krijgen, te beleven en waarbij tegelijkertijd de kerndoelen worden bewaakt en de ontwikkeling van leerlingen wordt gevolgd. In elk kernconcept zijn twee of drie kernvragen voor de leerlingen opgesteld; onder elke kernvraag ligt een aantal inzichten en begrippen. Daarnaast stellen de kinderen hun eigen leervragen: Wat weet ik al van het onderwerp? Wat wil ik leren? Hoe wil ik leren? Iedere vier weken werken de leerlingen aan één kerndoel, uitgewerkt in een kernconcept. In de praktijk komt het neer op 3 weken werken aan kernvragen, input en verwerking. De vierde week wordt er invulling gegeven aan de eigen leervragen van de kinderen. Elk kernconcept komt iedere twee jaar terug, zo veel mogelijk in elke bouw, zodat er in de gehele school één thema leeft. Je voelt en ziet het kernconcept ‘leven’ in de school. De leerinhouden worden weer gegeven in een leeretalage. Hierbij wordt het kernconcept wel ieder leerjaar vanuit een andere invalshoek benaderd en wordt er aan andere subdoelen gewerkt. Elk kernconcept heeft 1 ‘challenge’.
12
Deze uitdaging vraagt een oplossingsgerichte houding van kinderen waarbij samenwerken centraal staat.
Verkeer. De kinderen maken kennis met het dagelijkse verkeer om hen heen. In de kernconcepten wordt gewerkt aan de kerndoelen. Tot en met groep 7/8 worden de kinderen opgeleid voor het verkeersexamen. In groep 7/8 maken de leerlingen om de twee jaar een theoretisch examen. Daarna wordt er in Grave een praktische verkeersproef afgelegd, waarna alle kinderen, als ze de examens voldoende afgelegd hebben, een diploma krijgen. Ter voorbereiding van dit examen werken we in groep 7 en 8 met de jeugdverkeerskrant en de proefexamens van VVN. Op ons schoolplein hebben we een verkeersplein en daarbij ook borden en stoplichten. Zo kunnen we verkeerssituaties oefenen. Expressievakken. Bij techniek en handvaardigheid laten wij kinderen kennis maken met verschillende soorten materialen en technieken. Fantasie en creativiteit worden gestimuleerd; het eindproduct is minder belangrijk dan het proces, zeker als het om jongere kinderen gaat. Binnen de muzieklessen is er aandacht voor samen zingen, ritme, muziek maken met behulp van (eenvoudige) instrumenten. Bij drama laten we kinderen vooral kennismaken met zichzelf en elkaar. Voor de expressievakken maken we, als bronnenboek, gebruik van de methode ‘Moet je doen’. Tijdens de creamiddagen maken kinderen jaarlijks, via een circuitmodel, kennis met de onderdelen: drama / muziek / techniek / handvaardigheid. Als uitbreiding op de expressievakken op school wordt de kinderen jaarlijks evenementen aangeboden. Volgens een bepaald schema krijgen de kinderen te maken met de volgende culturele activiteiten: drama, film, beeldende kunst, muziek, literatuur en dans. Deze activiteiten worden voorbereid en uitgevoerd door professionele kunstenaars. Deze kunstenaars worden benaderd door de culturele werkgroep Grave. Soms worden ouders gevraagd om mee te helpen als een project zoveel voorbereiding vereist dat extra hulp nodig is.
13
Sociaal emotionele ontwikkeling. Samen met kinderen, team en ouders willen wij werken aan een prettige sfeer op school. Wij zijn ervan overtuigd dat een kind, dat goed in z’n vel zit, beter tot ontwikkeling komt. De ‘Vreedzame School’ is het programma dat wij hiervoor gebruiken. Doelen van het programma zijn: • de schoolcultuur is een democratische gemeenschap, waarin ieder zich verantwoordelijk en betrokken voelt; • vergroting van de sociale vaardigheden, en met name van vaardigheden in het oplossen van conflicten bij kinderen, leerkrachten en ouders; • verantwoordelijkheid van kinderen voor het klimaat in school en groep; • een goed leer- en werkklimaat in de groep; • een positief groepsklimaat; goede relaties binnen de groep; respect en waardering voor verschillen. Hieraan werken we met een lessenserie in alle groepen, waarbij de verschillende thema’s op hetzelfde moment in alle groepen worden behandeld; een intensieve training van de leerkrachten, klassenbezoeken en coaching, en workshops voor ouders. Via ouderbrieven en de website wordt u op de hoogte gehouden van de inhoud van de thema’s waarmee we aan het werk zijn, zodat u hier ook thuis aandacht aan kunt besteden. Zeker voor sociaal emotionele ontwikkeling geldt: opvoeden doen we samen!
14
Catechese/sociaal emotionele ontwikkeling. Ieder jaar sluit een kernconcept aan bij onze levensbeschouwelijke uitgangspunten. Tijdens dit kernconcept en tijdens de lessen van de vreedzame school communiceren we met de kinderen over hun gevoelens, meningen en ideeën over de maatschappij. Waar hoor ik bij? Waar doe ik aan mee? Wat vind ik ervan? Deze lessen zijn gericht op de veelkleurigheid van wat betreft afkomst, traditie en geloof. Op deze manier geven wij een stem aan de eigenheid van elk kind en de diversiteit binnen onze groep en de school. De Vreedzame School is een aanpak op sociaal-emotionele ontwikkeling en burgerschapsvorming, waarbij de klas en de school beschouwd wordt als een leefgemeenschap. Kinderen worden gezien en gehoord. Ze krijgen een stem en leren een democratisch burger te zijn. Openstaan voor verschillen en deze kunnen overbruggen, conflicten op een goede manier oplossen, een bijdrage leveren aan het algemeen belang en actief verantwoordelijk zijn voor de gemeenschap staan hierbij centraal. Kinderen ervaren dat ze ertoe doen. Bijzondere aandacht is er op one school voor het kerstfeest , de kinderen uit onze schakelklas en het vastenactieproject. Er is binnen de parochie ook een groep ouders actief welke de Eerste Communie en het Vormsel voorbereiden en de projecten kiezen in overleg met de pastorale eenheid.
Bewegingsonderwijs . Kleuters gaan dagelijks op bepaalde tijden naar buiten. Er worden ook gymen spellessen gegeven in de gymzaal. De leerlingen van groep 5 t/m 8 krijgen één keer per week anderhalf uur bewegingsonderwijs. Er worden spellessen en gymlessen gegeven (lessen met toestellen) via de methode ‘Basislessen Bewegingsonderwijs”. Deze lessen dragen bij aan de motorische ontwikkeling en het algehele welzijn van de kinderen.
15
Topografie. De leerlingen van groep 6 t/m 8 krijgen topografie les. We werken met de methode: Junior bosatlas topografie. Ze krijgen regelmatig topografische kaarten mee naar huis om te leren. Computer. De leerlingen van groep 1 t/m 8 gebruiken de computer regelmatig voor: - ondersteuning bij taal/lezen - oefenen van tafels en automatiseren - remediëren binnen de groep - in bovenbouw ook tekstverwerking - opzoeken van informatie op internet. Binnen de school is een ICT leerlijn uitgezet. Eveneens is er binnen ons bestuur een internetprotocol aanwezig. We willen kinderen leren om op een veilige, sociale manier te communiceren via internet. Huiswerk. Vanaf groep 4 worden spreekbeurten en boekbesprekingen gehouden. Vanaf groep 6 beginnen de leerlingen met het thuis voorbereiden van proefwerken. In groep 7 en 8 krijgen de kinderen wekelijks huiswerk mee naar huis. Daarnaast kunnen de kinderen thuis oefenen met werkbladen voor woordenschat , rekenen en spelling. Kinderen, die extra oefenstof nodig hebben, krijgen van de groepsleerkracht oefenstof mee naar huis in overleg met de ouders.
3.2 Onze organisatie nader bekeken Groepsindeling . Elk jaar wordt er met zorg een groepsindeling gemaakt. Deze is afhankelijk van het aantal leerkrachten, dat ingezet kan worden. Het aantal leerkrachten wordt bepaald door het aantal leerlingen, dat ieder jaar variabel is. Vervolgens wordt gekeken welke groepssamenstellingen mogelijk zijn. Daarbij wordt in groep 1 / 2 rekening gehouden met instromers gedurende het jaar. Als de groepsindeling rond is, wordt deze binnen de MR besproken. Het advies van de MR wordt weer besproken binnen het team en daarna wordt de definitieve groepsindeling schriftelijk of via een algemene ouderavond medegedeeld aan de ouders.
16
U vindt de groepsindeling jaarlijks in de bijlage van de schoolgids. Schooltijden. De school begint iedere morgen om 8.30 uur en eindigt om 14.00 uur. De kinderen lunchen gezamenlijk in hun eigen groep van 12.00 uur tot 12.15 uur. Aansluitend hebben zij een kwartier pauze. Wanneer de schooltijden afwijken van de hierboven vermelde tijden zult u hiervan, middels een briefje of de maandbrief, tijdig op de hoogte worden gebracht. Kinderen, ouders, oppas kunnen zowel ’s morgens als ’s middags bij het gaan van de zoemer, 10 minuten voor schoolaanvang naar binnen. De leerkrachten zijn dan in hun groep om de kinderen welkom te heten. Ook kunt u van deze tijd gebruik maken om een korte boodschap aan de leerkracht door te geven of om een afspraak voor een gesprek te maken. In verband met de inlooptijd wordt er voor schooltijd niet gesurveilleerd op de speelplaats. Het programma in de groep begint om 8.30 uur.
Informatie vanuit school. Algemene informatie vindt u in deze gids. Jaarlijks verschijnt er een bijlage met daarin de actuele groepsindeling, lijst met namen van leerkrachten, vrije dagen, enz. Maandelijks krijgt u als ouder, via de mail, de maandbrief toegestuurd. Wij streven ernaar om alle belangrijke informatie voor de komende maand in deze brief mede te delen. Incidenteel krijgen kinderen een briefje mee, als er toch nog iets onverwachts is wat niet in de maandbrief staat. Ook worden ouders, via de mail, gevraagd voor ouderhulp of op de hoogte gebracht van belangrijke informatie met betrekking tot uw kind. Op onze website (www.jozefvelp.nl) kunt u de schoolgids, de maandbrief en de ouderbrieven nog nalezen. Verlof. Verlof kan uitsluitend verleend worden door de directie. Elk ongeoorloofd verzuim moet gemeld worden aan de leerplichtambtenaar. Wanneer u voor uw kind verlof wilt aanvragen dient u dat ruimschoots van tevoren schriftelijk te doen bij de directeur van de school. Een standaardformulier kunt u bij de directeur verkrijgen. Op de achterkant van dit formulier staan de wettelijke regels op grond waarvan u verlof kunt aanvragen. De directeur kan dan verlof geven of dit weigeren. In het laatste geval kunt u eventueel in beroep gaan bij de leerplichtambtenaar. Op school is een brochure ter inzage aanwezig: "Wegwijzer leerplicht Land van Cuijk". Hierin staat de regeling omtrent verlof en verzuim vermeld.
17
Het volgende willen wij u ter overweging geven: Regelmatig worden aanvragen ingediend voor extra verlof/vakantie, bijvoorbeeld een vrijdag en/of maandag vrij i.v.m. een lang weekend om diverse redenen óf om eerder op het besproken vakantieverblijf te arriveren. Hierover is overleg gepleegd met de leerplichtambtenaar in het Land van Cuijk. Volgens de leerplichtwet mag hiervoor geen verlof worden gegeven. De ervaring leert dat dit tot enig ongenoegen kan leiden bij ouders. Wij vragen begrip voor het feit dat wij de leerplichtwet dienen te hanteren. Wilt u a.u.b. voordat u een aanvraag voor extra verlof/vakantie indient, eerst nagaan of de leerplichtwet dit toelaat. Wij vinden het belangrijk, dat ouders bij zichzelf te rade gaan welke consequenties het verlof voor uw kind heeft. Wij rekenen op uw eigen verantwoordelijkheid, medewerking en begrip. Verzuim. De leerkracht controleert ’s ochtends of alle kinderen aanwezig zijn. Wanneer uw kind niet op school kan zijn vanwege ziekte of andere omstandigheden verwachten wij dat u dit zelf telefonisch of schriftelijk meldt op de dag van afwezigheid tussen 8.00 uur en 8.30 uur. Als uw kind zonder afmelding afwezig is, nemen wij telefonisch contact met u op. Wanneer uw kind weer beter is en zelfstandig naar school komt, is het wenselijk dat u dit meldt i.v.m. de veiligheid van uw kind. (er kan immers iets gebeuren op weg van huis naar school) Ook in geval van calamiteiten is het noodzakelijk te weten welke kinderen op dat moment op school aanwezig zijn. Ouders en school dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid in deze. Indien ouders verzuimen afwezigheid te melden, nemen wij contact met u op. Dit ook voor de veiligheid van uw kind.
Schorsing en verwijdering. Tot nu toe hebben we nog nooit het besluit hoeven nemen een leerling te schorsen of te verwijderen. Er zijn echter extreme omstandigheden denkbaar, waardoor we wel gedwongen kunnen worden tot het nemen van deze maatregelen. In dat geval handelen wij volgens de wet. Dit houdt in dat de uiteindelijke beslissing tot schorsing of verwijdering berust bij het bevoegd gezag (bestuur). De wettelijke regeling ligt op school ter inzage.
Vervanging. In geval van afwezigheid van een leerkracht zal de directie zich tot het uiterste inspannen om een vervanger voor de groep te krijgen. In eerste instantie proberen we het intern op te lossen
18
Op school is een protocol aanwezig, waarin uitvoerig beschreven staat, welke stappen wij ondernemen om een vervanger in de groep te krijgen. Dit ligt op school ter inzage. Stagiaires. Regelmatig zult u op onze school stagiaires zien. Wij bieden stageplaatsen aan, aan studenten van de Pabo uit Nijmegen. Het is soms ook mogelijk, dat een stagiaire een bepaalde tijd van de week een groep overneemt. Dit zijn de zgn. Lio-stages (leerkracht in opleiding). Een Lio-stagiaire is bezig met het laatste jaar van de Pabo en moet op deze manier afstuderen. De verantwoording blijft uiteraard bij de leerkracht van de groep. Vieringen. Jaarlijks zijn er op school allerlei vieringen/activiteiten die tevens bedoeld zijn om de goede sfeer te bevorderen. Een deel van de activiteiten wordt aangestuurd door de oudervereniging en een deel door het team. Hieronder vindt u een opsomming van terugkerende activiteiten: * herfstactiviteit * sinterklaasviering i.s.m. de intochtcommissie van Velp * de kerstviering * carnaval * St. Jozefdag * Pasen * schoolreisje * sportdag * ouderbedankmiddag * het afscheid van groep 8 Elk jaar nemen we deel aan het schoolvoetbaltoernooi, dat door de scholen in onze gemeente gezamenlijk wordt georganiseerd. Wij leggen daar met name de nadruk op sportief gedrag.
Schoolkamp en afscheid van groep 8 In groep 7/8 wordt er elke twee jaar een schoolkamp georganiseerd. De leerkracht van groep 7/8 organiseert met een of meer leerkrachten een driedaags kamp. Er wordt een accommodatie gehuurd van waaruit men verschillende activiteiten kan organiseren. Zo mogelijk worden ouders van de schoolverlaters hier bij
19
betrokken. De kosten worden grotendeels door de ouders van deze groep betaald. Ook vindt in de laatste week het afscheid van groep 8 plaats. Dan nemen we met ouders, leerkrachten en kinderen afscheid tijdens een gezellig samenzijn. Eén keer per twee jaar wordt deze avond gestart met een musical, die opgevoerd wordt door de kinderen van groep 7/8. Verjaardagen kinderen. Als uw kind jarig is, mag hij/zij in de eigen groep de verjaardag vieren. In de groepen 1 t/m 4 mag u zelf het feest meevieren. Het tijdstip wordt in overleg met de leerkracht geregeld. Wij stellen een gezonde, eenvoudige traktatie op prijs: één traktatie en geen speelgoedjes! Wilt u de traktatie dus beperkt houden! De jarigen mogen, in de pauze, met een verjaardagskaart naar alle leerkrachten. Het is niet nodig om voor alle leerkrachten een traktatie te verzorgen. Kinderen, die vier jaar worden. Op school wordt geen verjaardag meer gevierd, omdat deze kinderen vaak al een afscheidsfeestje op de peuterspeelzaal hebben gehad en de eerste dagen met zoveel nieuwe dingen te maken krijgen. Wij verzoeken u vriendelijk uitnodigingen voor kinderfeestjes na schooltijd bij de poort uit te delen. Sommige kinderen krijgen zelden een uitnodiging en voor die kinderen is het niet prettig om te zien dat andere kinderen wél uitgenodigd worden. Verjaardagen leerkrachten. De leerkracht viert zijn/haar verjaardag in de eigen groep. Als er twee leerkrachten in een groep werkzaam zijn, vieren zij samen hun verjaardag. Bij het vieren van dit feest kunnen de klassenouders betrokken worden. Maximale bijdrage hiervoor is € 1,00. Toedienen medicijnen. Zie hiervoor ons protocol medicijnverstrekking. Luizenscreening. Op de St. Jozefschool is een werkgroep bestrijding hoofdluizen. De ouders in deze werkgroep hebben instructie gehad van de sociaalverpleegkundige van de GGD. Nieuwe ouders krijgen instructie van de contactpersoon van de werkgroep.
20
Na elke vakantie van een week of langer worden alle kinderen gescreend op luizen. Als er bij een kind luizen of neten gevonden worden, neemt de schoolcoördinator contact met u op. Op school ligt een protocol ter inzage.
21
4. Onze leerlingen Aanmelding. Aanmelding vindt meestal ruim voor de vierde verjaardag van uw kind plaats. U kunt uw kind schriftelijk aanmelden. Dit kan het hele schooljaar door. De gegevens van het aanmeldingsformulier worden digitaal opgeslagen. U kunt uw kind ook aanmelden op de open dag in maart. Deze dag(en) wordt in de plaatselijke krant aangekondigd. U kunt dan samen met uw kind een kijkje nemen in de school onder of aansluitend aan schooltijd. U kunt ook een afspraak maken voor een oriëntatiebezoek. Bij een oriëntatiebezoek krijgt u informatie over de school en de werkwijze en bent u in de gelegenheid om vragen te stellen. Aansluitend krijgt u een rondleiding. Toelating en kennismakingsdagen. Om toegelaten te worden tot de basisschool moeten kinderen vier jaar oud zijn. Op of na hun vierde verjaardag kunnen kinderen dus naar school. Een kind, dat vier jaar wordt, mag de basisschool bezoeken, een kind van vijf jaar is hiertoe verplicht. Als uw kind drie jaar en tien maanden is, krijgt uw kind een uitnodiging, waarop staat vanaf wanneer uw kind mag beginnen en wie de leerkracht is. Vanaf die tijd mag uw kind vijf dagdelen naar school om alvast te wennen. Deze dagdelen zijn meestal niet aaneengesloten. De dagen worden in overleg met de leerkracht van groep 1 / 2 gepland. We kijken dan welk moment het voor het kind en de groep het geschiktst is om kennis te komen maken. Voor kinderen, die van een andere school komen, is het mogelijk (na toestemming van de school waar het kind tot op dat moment zit) een dagdeel ‘mee te draaien’ in de nieuwe groep. Gehandicapte leerling. Op onze school kunnen kinderen met een handicap toegelaten worden. Dit kan alleen, wanneer leerkrachten en ouders van mening zijn dat de plaatsing op onze school een goede kans van slagen heeft. De ontwikkeling van onze leerlingen. Onze school is klassikaal georganiseerd. De kinderen van eenzelfde leeftijd zitten meestal in dezelfde groep. De leerkrachten bieden de leerstof aan die bij uw kind past. Maar dat lukt niet altijd, omdat
22
problemen bij kinderen soms heel complex en divers zijn. Het komt voor dat een leerling de leerstof niet goed heeft opgenomen of dat het tempo te hoog of te laag ligt. De mogelijkheden van alle leerlingen zijn immers verschillend. Dat betekent dat een leerkracht goed moet kunnen omgaan met de verschillen in de groep. De leerkracht probeert tegemoet te komen aan de behoefte van het kind. Hoewel we minimaal realisatie van de kerndoelen nastreven, kan het voorkomen dat bepaalde kinderen die doelen niet bereiken of (nog niet) bereikt hebben. Ook kan een kind op sociaal-emotioneel gebied met problemen te maken krijgen. Een kind kan daardoor een achterstand ten opzichte van het jaarprogramma oplopen. Dan zijn er maatregelen nodig, zoals bijvoorbeeld: doubleren of het aanpassen van het onderwijsaanbod. Dit gebeurt altijd in overleg met ouders waarbij in elk geval zowel het welzijn van het kind als het welzijn van de groepsgenoten meetelt. Ook is het mogelijk dat een kind op een vakgebied problemen heeft. De leerling krijgt dan een eigen leerlijn. D.w.z. dat een kind b.v. op het gebied van rekenen op een hoger of lager niveau werkt dan zijn groepsgenoten. Rapporten . Op onze school zijn er meerdere momenten per jaar dat er een rapportage plaats vindt naar de ouders toe. Er vindt één keer een mondelinge rapportage plaats en twee keer krijgen de kinderen een rapport mee naar huis (in februari/maart en in juni/juli). Hieronder vindt u een overzicht wanneer de oudergesprekken gepland zijn. Data en tijden worden bekend gemaakt via de maandbrief. Door middel van een invulstrookje kunt u de tijd van uw voorkeur aangeven. 1.
2.
3.
4.
5.
in augustus/september zijn er omgekeerde oudergesprekken met de leerkracht en ouders. Ouders hebben de kans om te vertellen wie hun kind is en waar de leerkracht rekening mee kan houden. in november zijn er oudergesprekken voor alle ouders van groep 1 t/m 8 gericht op de sociaal/emotionele ontwikkeling van het kind. Hierbij zijn de ouders aanwezig met de leerkracht. in januari/februari zijn de schooladvies gesprekken voor groep 8. Hier zullen de leerkrachten, een lid van de directie, de leerlingen en de ouders aan deelnemen. in februari/maart zijn er rapportbesprekingen voor alle ouders van de groepen 1 t/m 8 n.a.v. het rapport (met uitzondering van de kinderen die later zijn ingestroomd). Hierbij zijn de ouders aanwezig met de leerkracht. in juni zijn de rapportgesprekken op aanvraag door leerkracht of door ouders n.a.v. het rapport en voor alle kinderen van groep 7 ivm het
23
voorlopig schooladvies en de uitslag van de entreetoets. Hierbij zijn de ouders, de leerkracht en de ib ‘er aanwezig. Om regelmatig van gedachten te wisselen over de ontwikkeling van uw kind verwachten wij op de geplande momenten, alle ouders op gesprek. Ouders mogen ook buiten deze vastgestelde gespreksmomenten een afspraak maken met de leerkracht, als men meer wil weten over de ontwikkeling van uw kind. De leerkracht maakt ook van de mogelijkheid gebruik om een extra gesprek met ouders in te plannen als hij/zij dit noodzakelijk acht. Naar het voorgezet onderwijs. De oriëntatie op het voortgezet onderwijs start in groep 7. Tijdens het oudergesprek in juni krijgen ouders, samen met hun kind, een voorlopig schooladvies. Uitgangspunten voor dit voorlopige advies zijn: het cito leerlingvolgsysteem, ontwikkeling van het kind tijdens de basisschooltijd met betrekking tot werkhouding en zelfstandigheid en methode-gebonden toetsen, de uitslag van de entree-toets. De ouders wordt dan geadviseerd om met de leerlingen de open dagen die voor hen het meest interessant zijn te bezoeken. Resultaten CITO-entreetoets: 2012: 280,3 2013: 293,1 2014: 292,3 2015: 301,2 De onderbouwcoördinator van het Merlet-college komt in september/oktober een ouderavond verzorgen over de opzet van het Merlet College. Hiervoor worden de ouders van groep 7 en 8 uitgenodigd. Tijdens de oudergesprekken in november wordt door de leerkracht(en) van groep 8 aan de ouders aangegeven in welke richting er wordt gedacht. In januari/februari vinden dan de adviesgesprekken plaats. De keuze van de school ligt bij de ouders. In de loop van het schooljaar is er voor de leerlingen van groep 8 een lesdag op het Merlet College in Grave. De kinderen maken een dagje kennis met de brugklas. Dit geldt voor alle leerlingen, dus niet alleen voor hen die naar het Merlet College gaan.
Belangrijk bij het bepalen van het schooladvies zijn de volgende criteria: * het advies van de school * het drempelonderzoek en/of het AOB
24
* * *
de uitslagen van de CITO-eindtoets motivatie en belangstelling van het kind de resultaten uit het Cito leerlingvolgsysteem van de gehele schoolcarrière.
Het drempelonderzoek Het voortgezet onderwijs wil middels het drempelonderzoek bekijken welke kinderen in aanmerking komen voor LWOO (leerwegondersteuning). Het drempelonderzoek wordt afgenomen voor de herfstvakantie op de eigen school. N.a.v. de uitslagen van het drempelonderzoek kan het zijn, dat de leerling verder onderzocht wordt op het voortgezet onderwijs. De CITO-eindtoets Met de CITO-eindtoets wordt de kennis en het inzicht van de leerlingen onderzocht op het gebied van taal, rekenen, informatieverwerking en wereldoriëntatie. De bedoeling ervan is om meer duidelijkheid te krijgen over het niveau van voortgezet onderwijs, dat het meest past bij de leerling. Onafhankelijk van het schooladvies geeft de CITO-eindtoets een aanwijzing over de te maken schoolkeuze. Het percentage leerlingen dat naar de verschillende niveaus van voortgezet onderwijs gaat, wisselt van jaar tot jaar. Het is afhankelijk van de samenstelling van groep 8. Resultaten CITO-eindtoets: 2011: 534,6 2012: 534,9 2013: 529,8 2014: 533,9 2015: 534,8 Uitstroom
HAVO – VWO
HAVO
VMBOt
VMBO B-K
Kadert
Kader
Basis
Totaal
Aantal Leerlingen % leerlingen
3
2
2
2
1
1
1
12
25
16,6
16,6
16,6
8,3
8,3
8,3
100%
Met de scholen van het voortgezet onderwijs bestaat een heel goed contact. Zij houden de basisscholen gedurende de brugklasperiode op de hoogte van de resultaten van de schoolverlaters.
25
Extra Zorg, zorgleerlingen. De IB-er (Intern Begeleider) coördineert de zorg voor alle leerlingen van de school. Deze bepaalt in overleg met de groepsleerkracht welke leerlingen extra zorg behoeven. De groepsleerkracht maakt 3x per jaar een groepsoverzicht voor de vakgebieden rekenen, spelling, technisch lezen (februari, juni en november) en begrijpend lezen. In deze groepsoverzichten worden toetsuitslagen en observaties meegenomen. Naar aanleiding van deze groepsoverzichten worden door de groepsleerkracht groepsplannen gemaakt. Hierin wordt beschreven hoe de begeleiding door de groepsleerkracht in de groep plaats moet vinden. Ouders worden altijd op de hoogte gesteld als er voor hun kind extra zorg nodig is. De groepsoverzichten en groepsplannen en alle kinderen worden tijdens de groepsbesprekingen door de IB’er met de groepsleerkracht besproken. De IBer bewaakt ‘het zorgstappenplan’ en ziet er op toe dat alle stappen worden genomen en worden vastgelegd in het leerling-dossier. De eindverantwoordelijkheid blijft bij de groepsleerkracht. De IB-er ondersteunt de leerkracht. Een groepsplan wordt gedurende 8-10 weken gehanteerd. Daarna wordt er geëvalueerd of de extra zorg effect gehad heeft en of het plan gecontinueerd moet worden. Als een groepsplan onvoldoende effect heeft, moet het plan bijgesteld worden. Als dit dan nog niet voldoende effect heeft op de ontwikkeling van een kind, wordt bij de groepsbespreking besproken wat de vervolgstappen zijn. Na deze bespreking kan er besloten worden met ouders te bespreken de leerling door een externe instantie te laten observeren of testen. Elke stap in het zorgtraject wordt met ouders besproken. De ouders geven, door het zetten van hun handtekening op het aanvraagformulier, toestemming voor een onderzoek. Na het invullen van de aanvraagformulieren door de leerkracht en ouders, vindt er een intakegesprek plaats. Nadat de uitslag van het onderzoek bekend is volgt er een gesprek met de externe instantie of de orthopedagoog, de ouders, de groepsleerkracht en de IB-er. Tijdens het gesprek wordt de uitslag van het onderzoek besproken en mogelijk adviezen gegeven m.b.t. de leerling. De ouders en de school krijgen hiervan een schriftelijk verslag. Ook heeft de IB-er de mogelijkheid contact op te nemen met het ondersteuningsplatform Stromenland land van Cuijk. Dit is een overlegorgaan als kinderen meer nodig hebben dan een basisarrangement.
26
Voor alle leerlingen wordt een leerlingendossier bijgehouden. Alle toetsgegevens en rapporten worden opgeslagen. Ook worden verslagen van oudergesprekken hierin opgenomen. Als er extra zorg is, staat dit ook beschreven in het leerlingendossier. Deze gegevens blijven op school. Als er, in het belang van het kind, gegevens doorgegeven worden aan derden vragen wij hiervoor altijd uw toestemming middels een handtekening. (denk aan zorgteam of externe onderzoeken) De stappen die we als school zetten om passend onderwijs te verzorgen voor elk kind zijn terug te lezen in ons zorgplan. Deze ligt op school ter inzage.
Dyslexie. Op 1 januari 2015 is er veel veranderd op het gebied van de vergoeding voor dyslexiezorg. Deze zorg is onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten gekomen. Er is in de nieuwe Jeugdwet een onderscheid gemaakt tussen lopende en nieuwe dyslexiezorgtrajecten. Gemeenten moeten allereerst zorgen voor continuïteit van dyslexiezorg. Er is in het overgangsrecht vastgelegd dat bestaande cliënten hun recht op zorg blijven houden, onder de bestaande voorwaarden. Het enige verschil is dat de gemeente vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk is en niet meer de zorgverzekeraar. De gemeente is verantwoordelijk voor het inkopen en organiseren van een passend en dekkend dyslexiezorgaanbod voor nieuwe cliënten. De gemeenten zijn hiertoe opgedeeld in zorgregio’s. Iedere regio sluit afzonderlijk contracten af met dyslexiezorginstellingen; aan deze contractering kennen zij een budget toe. Zorgregio’s vergelijken de aanbieders met elkaar om uiteindelijk tot een keuze te komen. Ouders behouden hierbij de vrijheid een zorgaanbieder te kiezen. Als een leerling 3x een V- score heeft op de technische leestoets en/of op spelling, dan kan er een onderzoek aangevraagd worden. Eerst moet school dan een aanvraag indienen bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Van daaruit wordt een aanvraag naar de gemeente gestuurd. De gemeente stuurt dan een beschikking naar de ouders. Daarna kunnen ouders een afspraak maken met een van dyslexiezorginstellingen, waar de gemeente Grave een contract mee heeft.
27
5. De ouders op onze school. Ouders. Op onze school hechten wij veel waarde aan een goed contact tussen leerkrachten en ouders. De begeleiding van kinderen is een gezamenlijke zorg en verantwoordelijkheid. U mag van ons verwachten dat wij contact met u opnemen als ons iets opvalt aan uw kind. Wij verwachten echter ook dat u met ons contact opneemt als u iets bijzonders opmerkt. Ouders worden op de hoogte gehouden door: - de maandbrief, - informatieavonden voor alle groepen, - rapportavonden, - extra overleg i.v.m. de ontwikkeling van hun kind op verzoek van de leerkracht of ouder. - brieven en mail over tussentijdse zaken of ontwikkelingen, - de heen- en weerschriften. Ouders kunnen meedenken, meepraten of meebeslissen door zich te organiseren binnen de medezeggenschapsraad. Daarnaast kunnen ouders via de Oudervereniging of als hulpouder de school helpen bij het organiseren of ondersteunen bij allerlei activiteiten.
Klassenouders. Op onze school worden jaarlijks per groep klassenouders gevraagd tijdens de informatieavonden die plaatsvinden aan het begin van het nieuwe schooljaar. De taak van de klassenouders bestaat uit het verrichten van hand- en spandiensten ter ondersteuning van de leerkracht. U kunt hierbij denken aan: het regelen van vervoer, begeleiden bij activiteiten in de klas (kerst, Sint, Pasen) begeleiden bij de schoolreis. Deze ouders worden voor hulp altijd benaderd door de groepsleerkracht. Oudervereniging. De oudervereniging (OV) is een vertegenwoordiging van ouders van leerlingen van de school. Hiermee leveren zij een bijdrage aan een positieve ontwikkeling van de school
28
en de betrokkenheid van de ouders bij de school, het schoolbestuur en het personeel. De oudervereniging is actief bij het organiseren en het uitvoeren van diverse activiteiten voor en door de leerlingen. Zij vergaderen ongeveer één keer per zes weken. De vergaderingen zijn openbaar. Het dagelijks bestuur bestaat uit een voorzitter, een penningmeester en een secretaris. Een leerkracht is contactpersoon voor de OV en het team. Tijdens OV-vergaderingen is deze contactpersoon, samen met een wisselend teamlid vertegenwoordiger vanuit het team. De ouderbijdrage. Ieder jaar wordt aan de ouders een bijdrage gevraagd om de kosten van de verschillende activiteiten te dekken. De school kan deze niet bekostigen, aangezien daar door het Rijk geen vergoeding tegenover staat en e.e.a. er zonder die activiteiten wel erg sober zou komen uit te zien. In overleg met de MR en OV is er een ouderbijdrage vastgesteld, die het mogelijk maakt op school vieringen rondom Sinterklaas, Kerstmis, Carnaval, schoolverlaters etc. te organiseren. Het geld wordt beheerd door de penningmeester van de OV. In het begin van het schooljaar krijgt u een brief, waarin u gevraagd wordt, de overigens vrijwillige, bijdrage over te maken op het bankrekeningnummer van de oudervereniging. De hoogte van de ouderbijdrage vindt u in de jaarlijkse bijlage. Werkgroepen. In het begin van het schooljaar krijgt u van de OV een brief, waarin u zich op kunt geven voor de diverse werkgroepen. U kunt o.a. denken aan: Sint, kerst, documentatie, versiercommissie enz. Een aantal activiteiten wordt door de OV aangestuurd en een deel door het team. Er wordt voor elke activiteit een stuurgroep geformeerd. Deze bestaat uit leden van de OV en het team. (als een activiteit alleen aangestuurd wordt door het team, bestaat de stuurgroep alleen uit teamleden) De stuurgroep bereidt in grote lijnen de activiteit voor. Daarna vindt in overleg met de werkgroep de uitvoering plaats.
29
Medezeggenschapsraad. Inmiddels is iedere school sinds 2006 verplicht een medezeggenschapsraad te hebben. De MR overlegt met de directie en het schoolbestuur over belangrijke schoolzaken, zoals verbeteringen in het onderwijs, het vaststellen van vakanties en vrije dagen, de keuze van een lesmethode, fuseren met een andere school en de manier waarop men ouders wil laten meehelpen in het onderwijs en bij andere activiteiten. In de medezeggenschapsraad van het basisonderwijs zitten twee vertegenwoordigers van de ouders (de oudergeleding) en twee vertegenwoordigers van de personeelsleden (de personeelsgeleding). Alle ouders en personeelsleden kunnen zich kandidaat stellen voor de medezeggenschapsraad. De MR heeft algemene en bijzondere bevoegdheden oftewel rechten. De algemene rechten zijn het informatierecht, het recht op overleg en het initiatiefrecht. De bijzondere bevoegdheden zijn het instemmingsrecht en adviesrecht. Instemmingsrecht wil zeggen dat het bestuur een voorgenomen besluit niet eerder mag uitvoeren dan nadat de medezeggenschapsraad ermee heeft ingestemd. Bij het adviesrecht geldt dat het bestuur een negatief advies van de medezeggenschapsraad beargumenteerd naast zich neer mag leggen. Elke geleding heeft instemmingsrecht over die zaken die voor haar van wezenlijk belang zijn. De andere geleding heeft dan adviesrecht. Als zaken voor beide van wezenlijk belang zijn, hebben beide geledingen instemmingsrecht. Ouders en personeel moeten bijvoorbeeld beide instemmen met het schoolplan, de schoolgids en de manier waarop ouders betrokken worden bij hulp op school. Over een aantal andere zaken heeft de medezeggenschapsraad adviesrecht, bijvoorbeeld over fusieplannen of over het aanstellen van een nieuwe directeur. De medezeggenschapsraad vergadert ongeveer eens per zes weken. Deze vergaderingen zijn openbaar. Jaarvergadering. Een keer per jaar is er een gezamenlijke vergadering van de OV en de MR, waarin verantwoording afgelegd wordt over de activiteiten en de gelden van het afgelopen jaar. Meestal is er na de vergadering een thema dat besproken wordt. Soms wordt hiervoor een gastspreker uitgenodigd. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Onder ‘Optimus’, ons bestuur, is ook een GMR actief die zaken bespreekt die voor alle medezeggenschapsraden van het bestuur van belang zijn en die de eigen school overstijgen. De GMR bestaat uit vertegenwoordigers van de personeels- en oudergeledingen van de MR van verschillende scholen binnen ‘Optimus’.
30
Schoolbestuur. Elke school heeft een schoolbestuur, ook wel bevoegd gezag genoemd. Het schoolbestuur is eindverantwoordelijke voor het beleid; de beslissingen die worden genomen voor de school. Het bestuur neemt de beslissingen niet alleen, maar in overleg met de medezeggenschapsraad (MR). Elk belangrijk besluit dat het bestuur wil nemen, moet worden voorgelegd aan de MR. Sinds 1981 bestaat er een wettelijke regeling voor de medezeggenschap in het onderwijs: de Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO). Deze wet is in 1992 geactualiseerd.
31
6. Onze school en haar omgeving. De OnderwijsBegeleidingsDienst. Er zijn externe bureaus, bv Marant en Onderwijs maak je samen, die het team begeleiden bij het professionaliseren van het onderwijs. Zij houden ons op de hoogte van de vernieuwingen en zorgen voor de nodige bijscholing. Verder kunnen zij ook hulp verlenen op het gebied van leerlingenonderzoek. Buitenschoolse Opvang Grave (BSO). In de gemeente Grave is het mogelijk uw kind aan te melden voor buitenschoolse opvang. Hieronder vindt u de gegevens van instanties die dat voor onze school verzorgen: Kinderopvang ‘onder de boompjes’ en ‘de eerste stap’. Logopedie op school. Als onderdeel van de Jeugdgezondheidszorg van de GGD Brabant-Noordoost zijn de preventief werkende logopedisten belast met het verhelpen van stoornissen op het gebied van stem, spraak, taal, luisterfunctie en eventueel gehoor, bij voornamelijk basisschoolleerlingen. Daartoe worden jaarlijks alle leerlingen van groep 1 gescreend. (het betreft de leerlingen, die voor 1 oktober 4 jaar zijn geworden.) Mocht er vanuit deze screening zorg zijn om de spraaktaalontwikkeling van uw kind, dan wordt uw kind nader onderzocht door de logopediste. Leerlingen van alle andere groepen worden op verzoek van de leerkrachten of van de ouders onderzocht. In bespreking met ouders en leerkrachten worden adviezen gegeven en wordt de eventueel logopedische begeleiding van het kind besproken. Ook kunnen diegenen, die zich ongerust maken over het spreken van hun kind kosteloos gebruik maken van het middagspreekuur en een afspraak maken voor een advies of voor een informatief gesprek. De schoollogopedische dienst van de GGD is te bereiken op: * 0412-668700
Jeugdgezondheidszorg. U wilt het beste voor uw kind: een onbezorgde jeugd en een goede gezondheid. Als ouder speelt u hierin een belangrijke rol. Maar gelukkig staat u er niet alleen voor. De GGD kijkt graag met u mee naar de ontwikkeling van uw kind. Zij geven antwoord op al uw vragen over de gezondheid, opvoeding en gedrag van uw kind. Via de maandbrief houdt school u op de hoogte van de activiteiten.
32
Jeugdgezondheidszorg op school. ‘Naar school gaan’ is een belangrijk deel van het leven van uw kind. Daarom wilt u dat de school een plek is waar uw kind in een prettige omgeving, samen met andere kinderen kan leren. Een plek waar uw kind zich veilig voelt en waar aandacht is voor welzijn en gezondheid. De GGD ondersteunt scholen in de breedste zin van het woord. Denk hierbij aan: de veiligheid op school, hulp bij incidenten, sport en beweging, het bestrijden van hoofdluis of voor de oudere kinderen: het omgaan met genotmiddelen, zoals sigaretten, alcohol en drugs. Onderzoek ontwikkeling en gezondheid. Onze jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, logopedisten, assistenten en andere professionals binnen de Jeugdgezondheidszorg, onderzoeken de ontwikkeling en gezondheid van kinderen op vaste momenten tijdens de schoolperiode. U ontvangt hiervoor een uitnodiging met uitleg thuis. Deze schoolonderzoeken dragen bij aan het vroegtijdig opsporen en aanpakken van eventuele problemen. Extra zorg als het nodig is. Niet ieder kind heeft evenveel zorg nodig. Als alles goed gaat merkt u naast de onderzoeken van uw kind, weinig van de jeugdgezondheidszorg op school. Maar als het nodig is, verwijzen we u en uw kind bijvoorbeeld naar de huisarts, het ziekenhuis, fysiotherapeut, diëtist, logopedist, psycholoog of maatschappelijk werk. Dat gebeurt altijd in overleg met u. Lees meer over de gezondheidsonderzoeken op school op www.ggdhvb.nl/mijnkind kies: ‘op school’. Samenwerking met school. We informeren ook bij de leerkracht op school naar de gezondheid en het welzijn van uw kind. We vragen bijvoorbeeld of uw kind zich goed kan concentreren en of zijn motoriek en het sociaal functioneren in orde zijn. En bij oudere kinderen informeren we bijvoorbeeld naar spijbelgedrag en/of ziekteverzuim. Uiteraard laat de schoolleiding u tijdig weten wanneer zij zich zorgen maakt over uw kind. Centrum voor Jeugd en Gezin. Het CJG is dé plek voor al je vragen over opgroeien en opvoeden. Je kunt contact opnemen met het basisteam Centrum voor Jeugd en Gezin Land van Cuijk (CJG). Stel je vraag aan Renate Eggenkamp via:
[email protected]. Of kijk voor meer informatie op www.cjglandvancuijk.
33
GGD. De GGD bewaakt, beschermt en bevordert de gezondheid van iedereen, met speciale aandacht voor risicogroepen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de GGD: 0900-4636443. Desirée’ Rikken Astrid Klomp Caren van Donzel Nancy Lepoutre
jeugdarts jeugdverpleegkundige logopedist teamassistente
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Bureau Jeugdzorg Brabant-Noordoost * 0412-644900 (bereikbaar maandag t/m vrijdag van 9.00 uur tot 17.00 uur) Adres: Raadhuislaan 4, 5341 GM Oss Bureau Jeugdzorg is een samenwerkingsverband van instanties op het gebied van de jeugdhulpverlening, de jeugd-GGZ en de jeugdbescherming. Bureau Jeugdzorg vormt de toegang tot de jeugdzorg voor alle 0- tot en met 17jarigen (en hun ouders/opvoeders) Medewerkers van Bureau Jeugdzorg verlenen zelf hulp (max. vijf gesprekken) advies en zogenaamde vrije toegankelijke hulp, of ze zorgen dat de hulpvragers zo snel mogelijk bij de juiste specialist komt. Jeugdtandverzorging Noord-Oost Noord-Brabant De Stichting Jeugdtandverzorging heeft tot doel het bevorderen van de mondgezondheid van de jeugd van 2 tot 18 jaar. Onze school maakt gebruik van hun diensten. Twee keer per jaar worden kinderen, die aangesloten zijn bij de Jeugdtandverzorging opgehaald, zodat de schooltandarts hun gebit kan nazien en zonodig behandelen. Dit gebeurt tijdens schooltijden in de schooltandartsbus, die bij school staat. Buiten deze tijden kunt U terecht in het centrum voor Jeugdtandverzorging in Cuijk, Stationsplein 8-10, tel. 0485321678. De Stichting is 24 uur per dag bereikbaar bij tussentijdse (pijn)klachten. De kinderen worden vanaf ca. 7 jaar in de gelegenheid gesteld zelfstandig te komen, indien zij en hun ouders dat wensen; zij worden dan in groepjes door de assistente uit de klas gehaald; in geval van bijzonderheden wordt alsnog contact gezocht met de ouders. Als uw kind de basisschool verlaat, kan de verzorging voortgezet worden in het centrum in Cuijk tot uw kind de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. De kosten worden door de zorgverzekering in het basispakket vergoed en komen niet ten laste van eigen risico of no-claim. U kunt uw kind aanmelden via aanmeldingsformulieren die op school aanwezig zijn of via de administratie van de Jeugdtandverzorging: Telnr. 0412-625967 of via de website downloaden.
34
Meer informatie vindt u op de website: www.jeugdtandverzorging.org GGZ. GGZ Centrum Land van Cuijk (Geestelijke GezondheidsZorg) Loerangelsestraat 1a, 5831 HA Boxmeer * 0485-847250 Klachtenregeling. Per 1 augustus ’98 zijn scholen wettelijk verplicht een klachtenregeling vast te stellen, waarin staat hoe klachten binnen de school worden afgehandeld. De regeling is bedoeld voor klachten die betrekking hebben op: A. Het gebied van machtsmisbruik: Seksuele intimidatie, discriminatie, agressie, geweld, ernstige vorm van pesten. B. Overige klachten: begeleiding en beoordeling van leerlingen, inrichting van de schoolorganisatie, het schoonhouden van het gebouw, toepassing van strafmaatregelen. e.t. ad A: klachten op het gebied van machtsmisbruik. Als ondanks alle preventieve zorg een kind toch lastig gevallen wordt, moet het kind (eventueel met de ouders) met zijn/haar verhaal bij iemand terecht kunnen. Dit kan bij de leerkracht, de directie, de interne contactpersoon van de school of de externe vertrouwenspersoon. Twee leerkrachten op onze school zijn aangewezen als interne contactpersonen: Tanja Hofmans en Will van Leeuwen. Zij zijn aangesteld voor klachten van kinderen of van ouders als spreekbuis van de kinderen. Het gaat dus om klachten van kinderen aan het adres van een volwassen medewerker (leerkracht, ondersteunend personeel) of vrijwilliger van de school of om klachten van een kind ten aanzien van een ander kind. De interne contactpersoon verzorgt de eerste opvang en brengt u desgewenst in contact met de externe vertrouwenspersoon. Desgewenst kan er ook rechtstreeks contact opgenomen worden met de externe vertrouwenspersoon. Als er officieel een klacht wordt ingediend, verwijst de interne contactpersoon de klager/klaagster door naar de externe vertrouwenspersoon, die de betrokkene kan bijstaan en van advies kan dienen. Wie dit voor onze scholen zijn, vindt u in de jaarlijkse bijlage. Hoofdkantoor GIMD telefoonnummer 058-2954777 Ten aanzien van klachten op het gebied van machtsmisbruik zijn de 32 scholen van OPTIMUS primair onderwijs aangesloten bij de:
35
Landelijke Klachtencommissie Postbus 82324 2508 EH Den Haag Tel. 070-3925508, van 09.00 uur tot 12.30 uur www.geschillencie-klachtencie.nl Ad B: Overige klachten: Bij deze klachten gaan we ervan uit dat de klager in eerste instantie naar de betrokkene gaat, bijv. de leerkracht. Komen zij er samen niet uit, dan zoekt de melder contact met de directeur. Indien de klager en de directeur niet tot een bevredigende oplossing komen, dan kan de klager een klacht indienen bij het bestuur. Het bestuur kan de klacht laten beoordelen door een onafhankelijke klachtencommissie. Ook kan het bestuur de klacht zelf proberen op te lossen, samen met de klager en de aangeklaagde. Klachtencommissie overige klachten: Zodra de klachtencommissie een klacht in behandeling neemt, verloopt de communicatie tussen de klager en aangeklaagde altijd via de commissie. Het adres van het bestuur is: OPTIMUS Primair onderwijs Postbus 315 5430 AH Cuijk Bent u niet tevreden over de interne klachtbehandeling door het bestuur, dan kunt u zich rechtstreeks wenden tot de landelijke klachtencommissie: Landelijke Klachtencommissie Postbus 82324 2508 EH Den Haag Tel. 070-3925508, van 09.00 uur tot 12.30 uur www.geschillencie-klachtencie.nl
GEGEVENS KLACHTENCOMMISSIE: Stichting KOMM Noordoost Brabant Mw. G. van Rangelrooij Postbus 32 5328 ZG Rossum e-mail:
[email protected] website : www.komm.nl tel.: 06-53107731
36
7. Praktische zaken op onze school. Zo gaan wij met elkaar om (kinderen, ouders, leerkrachten): We zorgen er samen voor, dat iedereen zich op onze school veilig, welkom en erkend kan voelen. We gaan op een respectvolle manier met elkaar om. We zijn vriendelijk en beleefd tegen elkaar. We letten op ons taalgebruik en spreken elkaar en de leerkrachten op een correcte manier aan. Schuttingtaal en pesten worden op onze school niet getolereerd. We werken en praten rustig en storen elkaar niet bij het werk. We gaan zuinig om met de spullen van anderen, van de school en van onszelf. We houden de school (de klas, gangen en speelplaats) netjes en ruimen onze eigen spullen zelf op. Afspraken en regels m.b.t. de dagelijkse gang De deuren zijn open vanaf 8.20 uur. U mag met uw kind naar binnen gaan. De leerkracht is in de groep om uw kind welkom te heten. Ook kunt u een korte boodschap bij de leerkracht afgeven of een afspraak maken. De kinderen van groep 1/2 maken gebruik van de hoofdingang. De kinderen van groep 3 t/m 8 maken gebruik van de zijingang. De lessen beginnen om 8.30 uur in alle groepen. Alle kinderen nemen fruit en drinken mee voor de 10 uur pauze. En brood/drinken voor de lunch. Alle kinderen eten hun fruit, net voor de pauze, in de groep. In de gangen en buiten mag niet gegeten worden. Afval wordt gescheiden ingezameld: fruitafval in de groenbak, restafval in de vuilnisbak en papier in de papierbak (binnen). We willen graag onze afvalberg beperken. Wilt u dus gebruik maken van bekers en bakjes.
37
-
-
-
Kinderen nemen geen geld mee naar school. (als dit toch nodig is, meld dit dan bij de leerkracht) Twee keer per jaar mogen de kinderen speelgoed mee naar school nemen: Na het sinterklaasfeest en met hun verjaardag. Het is toegestaan, dat leerlingen een MP3-speler of i-pod mee naar school brengen, mits de leerkracht dit heeft aangegeven en deze voor onderwijsdoeleinden wil gebruiken. Mobiele telefoons worden, bij aanvang van de les, uitgezet en bij de groepsleerkracht in bewaring gegeven. De groepsleerkracht is niet verantwoordelijk voor beschadiging/diefstal. Het gebruik van een mobiele telefoon, onder schooltijd, is niet toegestaan, ervan uitgaande dat onze school altijd bereikbaar is en dat onze kinderen steeds naar huis kunnen bellen als dat nodig is. Als men zich niet aan deze afspraak houdt, wordt de telefoon door de groepsleerkracht ingenomen. Ouders kunnen deze na schooltijd op komen halen. We gebruiken het pad buiten de speelplaats als fietspad. Er zijn geen fietsen op het schoolplein toegestaan. Auto’s worden geparkeerd in de daarvoor bestemde vakken. De zoef-en-zoen zone wordt gebruikt om kinderen in en uit te laten stappen.
Verzekeringen. Op bestuursniveau is er een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten bij de firma Sluijsmans Risicobeheer BV in Deurne. Ook is er een doorlopende reisverzekering en een ongevallenverzekering aanwezig.
Vervoer. Als we met auto’s ergens naar toe gaan, hanteren wij de wettelijke normen hiervoor, d.w.z. voorin mogen kinderen, die groter zijn dan 1.35 m met een gordel. Voorin mogen ook kinderen, die kleiner zijn dan 1.35m. Maar dan moet er verplicht gebruik gemaakt worden van een goedgekeurde stoelverhoger. Achterin wordt door alle kinderen gebruik gemaakt van de aanwezige autogordels.
Gebruik van schrijfmateriaal e.d. Vanaf groep 3 krijgen alle kinderen een schooletui en schrijfmateriaal. Dit etui gebruiken ze t/m groep 8. Vanaf groep 4 mogen kinderen een etui, zonder inhoud, van huis mee nemen. De leerlingen nemen zelf geen schrijfmateriaal
38
mee naar school. Hiervoor wordt door school gezorgd. Als schrijfmateriaal kwijt raakt of stuk gaat kan er, tegen een kostenvergoeding, op school nieuw materiaal gevraagd worden. In groep 1, 2 en 3 krijgen alle kinderen een potlood. In groep 3 wordt de schriftelijke verwerking met potlood gedaan. In groep 4 krijgen de kinderen, die de pengreep goed beheersen, een vulpen. Gymkleding. De kinderen van groep 1 en 2 brengen aan het begin van het schooljaar gymschoenen mee (voorzien van hun naam). Deze schoenen blijven gedurende het hele jaar op school. De kleuters gymmen in hun hemd en onderbroek. De jongens en meisjes van groep 3 t/m 8 brengen op de dagen, dat zij gymles hebben, gymschoenen mee, een gymbroek en een T-shirt of een balletpakje, dus geen lange broek of rokje. Kinderen, die hun gymspullen vergeten zijn, gaan in principe gewoon mee naar de gymzaal, maar kunnen niet deelnemen aan de les. Het is niet toegestaan om op de sokken of blote voeten te gymmen. Ouders geven aan de leerkracht door als een kind vanwege een blessure niet mee kan gymmen.
Met de fiets naar school? Er is een fietsenstalling aan de achterzijde van de school. Deze is te bereiken over de fietspaden die buiten het hek liggen. Beschadiging en diefstal zijn voor eigen risico; de school is niet aansprakelijk voor toegebrachte schade aan de fietsen. Schoolfoto’s. Een keer per jaar komt er een schoolfotograaf op school. Hij fotografeert de kinderen van groep 1 t/m 8, individueel en in groepsverband. Ook worden er broertje/zusje foto’s gemaakt. (broertjes en zusjes, die op school of op de peuterspeelzaal zitten). Afname van de foto’s is op vrijwillige basis. Beleid Foto/Film Juridisch gezien… De juridische term voor een foto of film waarop leerlingen te herkennen zijn is “portret”. De wet onderscheidt twee soorten portretten: portretten die in opdracht van de geportretteerde zijn gemaakt en portretten die niet in opdracht zijn gemaakt. Zo is de foto die door een ingehuurde fotograaf van een gelukkig bruidspaar wordt gemaakt, een in opdracht gemaakt portret. De foto die van de minister wordt gemaakt terwijl hij een interview geeft, is een voorbeeld van een portret waar geen opdracht aan ten grondslag ligt.
39
De rechten die de geportretteerde kan uitoefenen is afhankelijk van wat voor soort portret het betreft. De geportretteerde die opdracht heeft gegeven tot het maken van een portret heeft de sterkste rechten: zonder zijn toestemming mag deze foto door de maker van het portret niet openbaar worden gemaakt. Indien bijvoorbeeld het huwelijk van het genoemde bruidspaar op de klippen loopt, kunnen zij de fotograaf zonder problemen verbieden hun foto nog langer in de etalage van zijn winkel tentoon te stellen. De foto’s die zijn gemaakt tijdens bijvoorbeeld een schooluitje en waarop leerlingen te herkennen zijn, zijn niet in opdracht gemaakt van deze leerlingen. Dergelijke geportretteerden kunnen zich alleen verzetten tegen openbaarmaking als zij een ‘redelijk belang’ hebben. Van een redelijk belang zal in het geval van een foto van een schoolreis of toneelstuk niet snel sprake zijn. Wel zou sprake kunnen zijn van een redelijk belang in het geval de leerling bijvoorbeeld een kind is van een bekende Nederlander of zelf een bekende Nederlander is. Ook is het denkbaar dat een leerling een redelijk belang heeft bij niet-publicatie van een foto waar hij in een hele gênante situatie op is afgebeeld. Daarbij mag zonder toestemming van de geportretteerde geen portret voor commerciële doeleinden wordt gebruikt (zoals reclamemateriaal van de school). Een leerling heeft dus in beginsel géén recht om de publicatie van foto’s waarop hij is te herkennen tegen te houden. Toestemming voor plaatsing in de schoolkrant of op de website is dus ook niet nodig. Wel is natuurlijk goedkeuring van de maker van de foto nodig. Door: Bart Beuving (advocaat Bird & Bird en gespecialiseerd in auteursrecht) In praktijk: 1) Ouders maken op het inschrijfformulier kenbaar of ze bezwaar hebben tegen publicatie van foto en film in schoolgids of op de website van school. Indien ouders bezwaar hebben tegen plaatsing worden de foto’s en filmpjes met betreffende kinderen niet op de website geplaatst. 2) Foto’s/filmpjes van activiteiten door school georganiseerd worden door een, vooraf benaderde fotograaf gemaakt (dit kan zijn een ouder of een leerkracht). De fotograaf screent de foto’s en filmpjes op betreffende kinderen. Foto’s en filmpjes met betreffende kinderen worden gewist, voor het plaatsen op de website. Indien foto’s/filmpjes ondanks uitgebreide screening toch op site geplaatst zijn, worden deze binnen een dag na melding door ouders, verwijderd. Als er teksten bij de foto’s of filmpjes geplaatst worden, worden er geen namen van kinderen geplaatst. We vermelden de groepsnaam.
40
Foto’s van activiteiten worden in het fotoboek op de website geplaatst. Dit fotoboek is alleen toegankelijk met een wachtwoord. Jaarlijks wordt dit wachtwoord aangepast en via mail naar ouders bekend gemaakt. 3) Foto’s/filmpjes van activiteiten gemaakt door ouders/verzorgers/leerkrachten voor eigen gebruik (denk hierbij aan verjaardagen/vieringen/uitstapjes) Ouders/verzorgers/leerkrachten dragen er zorg voor dat deze foto’s/filmpjes niet op een openbare plek op internet geplaatst worden.
Ouders die foto’s of film voor eigen gebruik maken: 1) Tijdens vieringen: Maken foto’s vanaf hun stoel. Blijven op hun plek zitten gedurende de viering. Staan gedurende de viering achter in de aula. Zijpaden moeten vrij zijn in verband met brandveiligheid. 2) Tijdens activiteiten: Laten kinderen bij de activiteit/groep/leerkracht/begeleider. Zorgen er voor dat de activiteit volgens plan verloopt. School Video Interactie Begeleiding. Het kan voorkomen dat er in een groep video-opnames gemaakt worden. Deze beelden stellen de leerkracht en de begeleider in staat de onderwijsleersituatie te bekijken en waar nodig te verbeteren. Het spreekt vanzelf dat de beelden alleen voor intern gebruik zijn. We hebben op school ook een tweetal camera’s waar kinderen opnames mee maken en waarmee presentaties in de groep gefilmd worden. Deze beelden worden binnen de groep bekeken. Jeugdbladen. Uw kind kan zich via school abonneren op een aantal jeugdbladen. In het begin van het schooljaar krijgt uw kind hierover aparte folders met de benodigde informatie. Geld voor abonnementen wordt rechtstreeks afgeschreven van bank- of girorekening. De kinderen nemen dus geen geld mee naar school. Gevonden voorwerpen. Regelmatig blijven er spullen liggen op school, die ‘van niemand’ zijn. Deze spullen worden een tijd lang bewaard. Deze gevonden voorwerpen liggen in een bak in het kantoor van de conciërge. Na verloop van tijd verwijderen wij deze spullen. Het helpt natuurlijk wel, als u kleding merkt, zeker van de jongere kinderen.
41
Sponsoring. De school voert een zeer terughoudend beleid ten aanzien van de aanvaarding van materiële of geldelijke bijdragen. We doen het zeker niet wanneer daar naar de leerlingen toe bepaalde verplichtingen aan verbonden zijn.
42
Afkortingen Bouwvergadering: Overlegmomenten van leerkrachten van dezelfde bouw, b.v. leerkrachten groep 1/2/3/4 en leerkrachten groep 5/6/7/8 IB Intern Begeleider, deze coördineert alle leerlingen en in het bijzonder de zorgleerlingen RT Remedial Teacher, deze geeft individuele- of groepsinstructie aan kinderen, die extra ondersteuning behoeven. SBO Speciaal Basisonderwijs: dit zijn scholen, waar kinderen begeleid worden, die in het regulier onderwijs niet meer mee kunnen komen. B.v. kleuters, die in hun ontwikkeling achterblijven. Kinderen met leer- en/of opvoedingsmoeilijkheden. Kinderen die moeilijk leren. Kinderen die moeilijk opvoedbaar zijn. SO Speciaal Onderwijs: hieronder vallen cluster scholen. Op deze scholen krijgen kinderen met een handicap onderwijs. Cluster 1 organisatie: visueel gehandicapten Cluster 2 organisatie: kinderen met spraak- taalstoornis Cluster 3 organisatie: kinderen met chronische ziekten of lichamelijk of verstandelijke handicap Cluster 4 organisatie: kinderen met een ernstige gedragsproblemen en/of psychiatrische stoornissen
OV Oudervereniging, hierin hebben een aantal ouders zitting, die zich bezighouden met de organisatie van activiteiten voor en door de kinderen MR Medezeggenschapsraad; hierin zitten twee teamleden en twee ouders, die advies en instemmingsrecht hebben op verschillende onderwijskundige en organisatorische zaken. GMR Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad: dit is een overkoepelende organisatie op bestuursniveau BSO Buitenschoolse opvang; BSO Grave; zij verzorgen de voorschoolse-, de tussenschoolse- en de naschoolse opvang.
43
Trefwoordenregister. Aanmelding Afspraken en regels Algemene informatie Bewegingsonderwijs Buitenschoolse opvang Grave BSO Bureau Jeugdzorg Brabant Noor-Oost Catechese Cito Eindtoets Centrum Jeugd en gezin CJG Computer Criticall Skills De ouderbijdrage Drempelonderzoek Dyslexie Engels Essentieel leren Expressievakken Fiets Foto’s Gebouw Gebruik van schrijfmateriaal e.d. Gehandicapte leerling Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Kernconcepten Onderwijsbegeleidingsdienst Ontwikkeling van onze leerlingen Ouders Oudervereniging Rapporten Rekenen
44
22 37 16 15 32 34 15 25 33 16 5 29 25 27 12 4 13 39 39 3 38 22 30 13 32 22 28 28 23 9
Schooladvies Schoolbestuur Schoolkamp en afscheid groep 8 Schooltijden Schorsing en verwijdering Schrijven Sociaal emotionele ontwikkeling Sponsoring Stagiaires Taal Toedienen medicijnen Toelating en kennismakingsdagen Verjaardagen kinderen Verjaardagen leerkrachten Verkeer Verlof Vertrouwenspersoon Vervanging Vervoer Verzekeringen Verzuim Video interactie begeleiding Vieringen Wereld oriënterende vakken Werkgroepen Zorgleerlingen
45
24 31 19 17 18 11 14 42 19 9 20 22 20 20 13 17 35 18 38 38 18 41 19 13 29 26
