Algemeen gedeelte PTA Leerwegen VMBOVMBO-T Schooljaar 201 2015-201 2016
Vestiging Horn uitgave september 20 201 15
PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING VMBO-T Scholengemeenschap Sint Ursula vestiging Horn
Algemeen gedeelte. Directeur en examinatoren van de Scholengemeenschap Sint Ursula, daartoe gemachtigd door het Bevoegd Gezag van deze Scholengemeenschap, overwegende, dat ter uitvoering van Artikel 31 van het Eindexamenbesluit VWO-HAVO-MAVO-VBO en Artikel 31 van het Examenreglement van Scholengemeenschap Sint Ursula*, vestiging Horn, het PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING VMBO-T moet worden vastgesteld, besluiten, dat met ingang van 1 september 2015 het PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING VOOR HET VMBO-T als volgt wordt vastgesteld: *Het Examenreglement van Scholengemeenschap Sint Ursula, vestiging Horn, kan worden geraadpleegd op INTERNET/INTRANET. (www.ursula.nl ) Op aanvraag wordt een gedrukt exemplaar verstrekt via de administratie. Het examenreglement ligt bovendien ter inzage in de mediatheek, bij de administratie en de secretaris van het eindexamen. Artikel 1:
begripsbepalingen
a. b. c. d.
directeur : kandidaat : examinator: bijlage :
de voorzitter van de Centrale Directie of zijn plaatsvervanger; ieder die tot de VMBO-T wordt toegelaten; degene die belast is met het afnemen van het examen; de bij dit PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING VMBO-T gevoegde en daarmee een geheel vormende bijlage "regeling Schoolexamen per vak", waarbij, indien van toepassing, voor elk vak afzonderlijk opgenomen is:
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
uit welke onderdelen het Schoolexamen bestaat; uit hoeveel onderdelen het Schoolexamen bestaat; gedurende welke periode elk der onderdelen wordt afgenomen; of een onderdeel mondeling, schriftelijk of anderszins wordt afgenomen; of een toets herkanst mag worden, indien het behaalde cijfer lager is dan 6 (zie artikel 8 lid 2); de duur van de onderdelen van het onderzoek; de omschrijving van de stof waarvan de beheersing wordt onderzocht; het gewicht dat aan elk van de onderdelen van het Schoolexamen wordt toegekend voor de bepaling van het eindcijfer/eindbeoordeling.
Artikel 2:
algemene bepalingen
1.
a.
Het Schoolexamen strekt zich uit over alle afzonderlijke vakken die de kandidaat in zijn sector heeft opgenomen.
b.
Het Schoolexamen omvat mede het sectorwerkstuk. Hierin worden vaardigheden gecombineerd met kennis van en inzicht in de leerstof van de gekozen sector.
2.
Het Schoolexamen in een vak wordt in leerjaar 3,in leerjaar 3 en 4 of in leerjaar 4 afgenomen. De vakken waarover geen Centraal Examen wordt afgenomen zijn: Maatschappijleer, CKV en Lichamelijke Opvoeding. Maatschappijleer en CKV worden in leerjaar 3 afgesloten met een schoolexamen en LO in leerjaar 4. Tenminste een week voor het Centraal Examen dienen de Schoolexamens in de vakken met een Centraal Examen afgerond te zijn.
3.
De directeur heeft steeds het recht een Schoolexamen bij te wonen.
4.
Het Schoolexamen in een vak kan bestaan uit: a. Een of meer schriftelijke dan wel mondelinge toetsen. b. Een of meer praktische opdrachten.
5.
De onder 4. genoemde elementen beslaan de stof waarover het Schoolexamen zich uitstrekt.
6.
Alle schriftelijke toetsen dienen door de kandidaten met pen te worden geschreven, tenzij door de examinator anders is aangegeven.
7.
Het Schoolexamen in de afzonderlijke vakken wordt ingesteld met inachtneming van het gestelde in de bijlage van deze regeling (regeling Schoolexamen per vak).
8.
In afwijking van het gestelde onder lid 7 kan de directeur, de desbetreffende vaksectie gehoord hebbend, van de regeling afwijken; de kandidaten dienen hiervan tijdig op de hoogte te worden gesteld.
Artikel 3:
het sectorwerkstuk
1.
In het sectorwerkstuk worden vaardigheden gecombineerd met kennis van en inzicht in de leerstof van de gekozen sector.
2.
Het sectorwerkstuk mag door maximaal drie leerlingen samen gemaakt worden. Zij hoeven in een dergelijk geval niet dezelfde beoordeling te krijgen.
3.
De begeleider(s) van het sectorwerkstuk behoeft(behoeven) niet de vakdocent(en) van de betreffende kandidaat te zijn. De eindverantwoordelijkheid voor het begeleidingsproces en de beoordeling ligt bij de teamleider.
4.
Om te mogen deelnemen aan het Centraal Examen moet de beoordeling van het sectorwerkstuk “voldoende” of “goed” zijn. Een in eerste instantie als “nietvoldoende” beoordeeld sectorwerkstuk kan geheel of gedeeltelijk worden overgedaan. De verbetering is een onderdeel van het leerproces.
5.
De leerling kan op twee manieren voldoen aan de eisen ten aanzien van het sectorwerkstuk. 1. De leerling gaat als onderdeel van het project Verbindend Leren T4 op stage. Het stageverslag vormt het sectorwerkstuk. 2. De leerling neemt geen deel aan het project Verbindend Leren T4. De leerling krijgt alternatieve opdrachten die gebundeld samen het sectorwerkstuk vormen. Ad 1. De leerling gaat gedurende de stageweek vier dagen op beroepsoriëntatie, daarnaast neemt de leerling een dag actief deel aan reflectieactiviteiten. De leerling maakt gedurende de stage en na afloop van de reflectiedag zijn stagewerkboek compleet. Alleen een volledig ingevuld stagewerkboek kan ter beoordeelding aan de vakdocent Nederlands aangeboden worden. Dit stagewerkboek zal beoordeeld worden met een kwalificatie (onvoldoende, voldoende of goed). Bij onvoldoende beoordeling dient de leerling het stagewerkboek dusdanig (met behulp van de gegeven feedback) aan te passen totdat minimaal een voldoende beoordeling door de vakdocent Nederlands gegeven wordt.
Ad 2. De leerling werkt gedurende 5 lesdagen (gelijktijdig met de leerlingen die deelnemen aan het project Verbindend Leren T4) op school aan de opdrachten die de leerling van de vakdocent Nederlands ontvangt. De bundeling van deze opdrachten vormt het sectorwerkstuk. Deze opdrachten worden beoordeeld met een kwalificatie (onvoldoende, voldoende of goed). 6.
Een sectorwerkstuk dat na 1 januari van het examenjaar wordt ingeleverd kan ten hoogste de kwalificatie “voldoende” krijgen. Dit geldt ook ten aanzien van een sectorwerkstuk dat opnieuw ter eindbeoordeling wordt voorgelegd na noodzakelijk geachte verbeteringen.
7
Indien een kandidaat uiterlijk 1 maart van het examenjaar nog geen sectorwerkstuk ter eindbeoordeling heeft voorgelegd of voor zijn sectorwerkstuk niet minimaal de kwalificatie “voldoende” heeft behaald, is de teamleider gerechtigd passende maatregelen te nemen. De maatregelen zijn er op gericht om, binnen een door de teamleider vast te stellen termijn, alsnog een voldoende resultaat te behalen.
8.
Een kandidaat die geen sectorwerkstuk heeft ingeleverd of van wie het sectorwerkstuk niet minimaal de kwalificatie “voldoende” heeft gekregen, kan niet slagen voor het eindexamen.
9.
Het is de verantwoordelijkheid van de kandidaat om het sectorwerkstuk binnen de genoemde termijnen ter beoordeling voor te leggen. Kortstondige ziekte/verhindering is geen reden voor het overschrijden van genoemde termijnen. Indien er sprake is van langdurige ziekte of een andere zwaarwegende reden voor een (dreigend) overschrijden van genoemde termijnen, dient door een van de ouders/verzorgers een getekende schriftelijke verklaring te worden overgelegd aan de directeur waaruit de reden van een (dreigend) overschrijden blijkt.
10.
Op grond van de schriftelijke verklaring zoals bedoeld in lid 9 bepaalt de directeur of, en zo ja, in welke mate overschrijding van de uiterste inleverdatum is toegestaan.
Artikel 4: 1. 2.
Het examendossier omvat de documentatie van het geheel der onderdelen waaruit het schoolexamen bestaat. In het examendossier wordt bijgehouden en vastgelegd: a. welke onderdelen van het schoolexamen de kandidaat heeft afgerond; b. de beoordelingen die daarvoor zijn gegeven; c. de leraren/examinatoren die de beoordeling hebben verzorgd; d. welke onderdelen van het schoolexamen door een kandidaat herkanst zijn; e. voor welk schoolexamen, in een vak waarvoor geen Centraal Examen wordt afgenomen, een herexamen heeft plaatsgevonden (zie artikel 9).
Artikel 5: 1.
het examendossier
bewaartermijnen
Indien en voor zover het Schoolexamen in een vak op schriftelijke wijze plaatsvindt, worden de opgaven, het werk van de kandidaten, de beoordelingsnormen en de voor elk werk toegekende cijfers van een bepaald schooljaar door de leraar/examinator bewaard, minimaal tot en met oktober van het volgend schooljaar. Voornoemde regeling is van overeenkomstige toepassing op een kopie van de schriftelijke neerslag van het sectorwerkstuk, inclusief illustraties. Indien er sprake is van ruimtelijke elementen (onder andere modellen, proefopstellingen en dergelijke) die deel uitmaken van het sectorwerkstuk, dan worden een of meerdere afbeeldingen daarvan aan de kopie toegevoegd.
2.
Het sectorwerkstuk wordt door de kandidaat beschikbaar gehouden, minimaal tot en met de dag van de uitslag van het eindexamen. De kandidaat moet het sectorwerkstuk kunnen overleggen, of demonstreren, wanneer ernaar gevraagd wordt.
3.
Het examendossier wordt door de school bewaard tot minimaal zes maanden na afsluiting van het Centraal Examen.
Artikel 6a: 1.
cijfergeving/beoordeling
Voor ieder onderdeel van het Schoolexamen kan de examinator zijn oordeel over kennis, inzicht en/of vaardigheden uitdrukken in een cijfer . Daarbij gebruikt hij een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers met 1 decimaal. In deze schaal van cijfers komt aan de gehele cijfers de volgende betekenis toe: 1 = zeer slecht 2 = slecht 3 = zeer onvoldoende
4 = onvoldoende 5 = bijna voldoende 6 = voldoende
7 = ruim voldoende 8 = goed 9 = zeer goed 10 = uitmuntend
2.
Het eindcijfer van het Schoolexamen per vak wordt vastgesteld op basis van de voor de diverse onderdelen van het schoolexamen behaalde cijfers, volgens de weging opgenomen in de regeling schoolexamen per vak.
3.
In afwijking van het tweede lid worden de vakken Kunstvakken I en Lichamelijke Opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van elke sector beoordeeld met “voldoende“ of “goed”. Deze beoordeling gaat uit van de mogelijkheden van de leerling en geschiedt op grondslag van het genoegzaam afsluiten van de desbetreffende vakken, zoals blijkt uit het examendossier.
4.
In afwijking van het tweede lid, wordt het sectorwerkstuk beoordeeld met “voldoende” of “goed”. Deze beoordeling geschiedt op grondslag van het genoegzaam voltooien van het sectorwerkstuk, zoals blijkt uit het examendossier.
5.
Voor het geven en afronden van cijfers bij vakken met een Centraal Examen gelden de volgende regels: a. b. c.
6.
het cijfer voor een onderdeel van het schoolexamen is een cijfer met 1 decimaal. het eindcijfer van het schoolexamen wordt afgerond tot op 1 decimaal. afrondingen geschieden volgens de regel, dat de eerste decimaal met één (1) wordt verhoogd, indien de tweede decimaal zonder afronding 5 of hoger is.
Voor het geven en afronden van cijfers bij vakken en elementen uit het Schoolexamen zonder een Centraal Examen gelden de volgende regels: De leraar/examinator bepaalt het eindcijfer op basis van het rekenkundig gemiddelde van de behaalde cijfers voor de onderdelen van het Schoolexamen. a. b. c.
eerst wordt het eindcijfer van het schoolexamen afgerond tot op 1 decimaal. deze afronding geschiedt volgens de regel, dat de eerste decimaal met één (1) wordt verhoogd, indien de tweede decimaal zonder afronding 5 of hoger is. daarna wordt het eindcijfer uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10.
d.
afrondingen geschieden volgens de regel, dat het cijfer met één (1) wordt verhoogd, indien de eerste decimaal na de eerste afronding 5 of hoger is. Voorbeeld: eerst 5,450 wordt 5,5 daarna 5,5 wordt6 eerst 5,449 wordt 5,4 daarna 5,4 wordt5
Artikel 6b:
Vaststelling en mededeling cijfers/beoordelingen schoolexamen.
1. De examinator stelt de kandidaat in kennis van het cijfer behaald voor een onderdeel van het Schoolexamen. Conform artikel 9 lid 6 van het leerlingenstatuut. 2. Een kandidaat kan tegen een hem toegekend cijfer of beoordeling van een onderdeel van het schoolexamen bezwaar maken bij de betreffende leraar/ examinator. Dit bezwaar dient binnen twee lesdagen na mededeling van een hem toegekend cijfer of beoordeling plaats te vinden. 3. Uitsluitend na indiening van bezwaar kan een kandidaat tegen een hem toegekend cijfer of beoordeling schriftelijk beroep aantekenen. Dit beroep dient binnen twee lesdagen na de mededeling van de uitkomst van het bezwaar tegen een hem toegekend cijfer of beoordeling bij de directeur en/of bij de Commissie van Beroep plaats te vinden. 4. Uiterlijk in oktober worden de leerlingen van 4 VMBO-T schriftelijk in kennis gesteld van de in het voorafgaande schooljaar behaalde cijfers en andere beoordelingen. Vóór een in het schrijven genoemde datum in oktober dient de leerling de cijfers/beoordelingen op hun juistheid te controleren. Na deze datum kunnen de cijfers/beoordelingen niet meer worden gewijzigd, ook al blijkt achteraf dat ergens een vergissing is gemaakt. 5. Voor de aanvang van het Centraal Examen wordt de kandidaat schriftelijk in kennis gesteld van de eindcijfers/beoordelingen behaald voor het Schoolexamen. Vóór een door de directeur te bepalen tijdstip dient de kandidaat de eindcijfers/beoordelingen op hun juistheid te controleren. Na deze datum kunnen de cijfers niet meer worden gewijzigd, ook al blijkt achteraf dat ergens een vergissing is gemaakt. Artikel 7:
perioden van toetsing
De perioden van toetsing zijn per vak aangegeven in de regeling schoolexamen per vak. De perioden gelden onder voorbehoud, dat het roostertechnisch mogelijk is om alle kandidaten, speciaal voor mondelinge proeven en practica, in te plannen. Artikel 8:
herkansingsregeling voor VMBO-T
1.
Op basis van het gestelde in artikel 12, (ziekte, overmacht), kan aan een kandidaat toegestaan worden een toets van het schoolexamen in te halen. In overleg met de betrokken docent wordt dan een nieuw moment van toetsing bepaald.
2.
a.
b. c.
Behoudens het onder artikel 8 lid 1 genoemde, heeft een kandidaat het recht om over het examenjaar twee onderdelen van het Schoolexamen (niet zijnde het sectorwerkstuk) te herkansen, ongeacht de hoogte van het behaalde cijfer, indien in “de regeling Schoolexamen per vak” is aangegeven, dat er voor de betreffende toets een herkansingsmogelijkheid bestaat. De SE-toetsen op T3 zijn niet herkansbaar, met uitzondering van één herkansing voor het vak maatschappijleer. De herkansing vindt plaats aan het begin van het 4e leerjaar. De onder artikel 8 lid 2a genoemde herkansingen vinden plaats uiterlijk twee weken voor het Centraal Examen, indien betrekking hebbend op het 4e leerjaar. De aanvraag van een herkansing dient te geschieden bij de teamleider.
3.
Bij een herkansing volgens artikel 8 lid 2 geldt het hoogst behaalde cijfer als definitief cijfer voor die toets.
Artikel 9:
herexamen in een vak met alleen een schoolexamen
1.
Onverminderd artikel 8, kan de kandidaat die Eindexamen aflegt, voor een vak waarin alleen een Schoolexamen wordt afgelegd, dat Schoolexamen opnieuw afleggen, indien hij voor dat vak een eindcijfer heeft behaald lager dan 6. Het herexamen omvat door de teamleider in samenspraak met de vakdocent aangegeven onderdelen van het examenprogramma.
2.
Een kandidaat kan herexamen doen aan het begin van het 4e leerjaar voor het vak maatschappijleer.
3.
De teamleider stelt vast hoe het cijfer van het Eindexamen wordt bepaald, waarbij de cijfers van die toetsen van het eerder afgelegde examen worden betrokken, die betrekking hadden op niet tot het herexamen behorende onderdelen van het examenprogramma.
4.
Het hoogste van de cijfers behaald bij het herexamen in een vak en bij het eerder afgelegde Schoolexamen in dat vak geldt als eindcijfer voor dat vak.
5.
Een herexamen in een vak kan eerst worden afgenomen, indien alle onderdelen van het Schoolexamen van het betreffende vak zijn afgerond.
Artikel 10:
doubleren
Indien een kandidaat doubleert, dan vervallen de behaalde Schoolexamenresultaten van het voorbije schooljaar. Artikel 11:
onregelmatigheden
1.
Wanneer een kandidaat zich aan het Schoolexamen onttrekt of zich ten aanzien van het Schoolexamen of een deel daarvan aan enige onregelmatigheid schuldig maakt, is het gestelde in Artikel 5 van het Examenreglement van Scholengemeenschap Sint Ursula, van overeenkomstige toepassing.
2.
Ten aanzien van een werkstuk of een verslag in het kader van het Schoolexamen geldt: Indien een kandidaat fraude pleegt door een individueel te maken werkstuk of verslag over te nemen van een andere bron en dit werkstuk of verslag aan de docent overlegt als zijnde de eigen prestatie, dan wordt voor het werkstuk of verslag het cijfer 1 toegekend. De kandidaat heeft in dit geval geen recht op een herkansing. Indien de auteur van het oorspronkelijke verslag of werkstuk leerling is van de Scholengemeenschap St Ursula, dan wordt deze door de directeur of zijn plaatsvervanger ter verantwoording geroepen. De directeur of zijn plaatsvervanger bepaalt of er een sanctie opgelegd dient te worden. Indien een sanctie wordt opgelegd, mag deze niet gerelateerd zijn aan het oorspronkelijke verslag of werkstuk. De hierboven vermelde sancties zijn van overeenkomstige toepassing indien de te leveren prestatie groepswerk betreft.
Artikel 12: 1.
verhindering
Indien een kandidaat wegens ziekte of een andere zwaarwegende reden een bepaald onderdeel van het Schoolexamen niet kan meemaken, dient binnen 24 uur door een van de ou-
2.
ders/verzorgers een getekende schriftelijke verklaring te worden overgelegd aan de directeur of diens plaatsvervanger, waaruit de reden van verhindering blijkt. Op grond van de schriftelijke verklaring zoals bedoeld in het eerste lid bepaalt de directeur of, en zo ja, wanneer en op welke wijze het gemiste onderdeel van het Schoolexamen alsnog zal worden opgenomen.
3.
Wanneer afwezigheid dreigt wegens oproepen voor een toelatingstest voor een vervolgopleiding, rij-examen, artsenbezoek e.d., moet de teamleider hierover tijdig ingelicht worden. De kandidaat dient zijn medewerking te verlenen om voor de genoemde oproep andere data toegewezen te krijgen.
4.
Indien een kandidaat kan voorzien dat hij op enig moment niet kan deelnemen aan een geplande of nog te plannen toets, dan dient hij de docent van het betreffende vak daarvan op de hoogte te stellen.
Artikel 13a:
Te laat verschijnen bij de afname van een toets.
1.
a. Een leerling die zonder reden* te laat komt voor een schriftelijke toets mag worden toegelaten, maar krijgt geen extra tijd. b. Een leerling die met reden* te laat komt voor een schriftelijke toets, mag worden toegelaten en krijgt indien mogelijk compensatie in tijd of anders de gelegenheid om de toets later in te halen.
2.
a. Een leerling die zonder reden* te laat komt voor een mondelinge toets van het schoolexamen mag deze toets inhalen. De examinator bepaalt, in samenspraak met de teamleider, wanneer de toets wordt ingehaald. Deze inhaalmogelijkheid gaat ten koste van de herkansingsmogelijkheid na afsluiting van het schooljaar b. Een leerling die met reden* te laat komt voor een mondelinge toets van het schoolexamen mag deze toets inhalen. De examinator bepaalt, in samenspraak met de teamleiderr, wanneer de toets wordt ingehaald. Deze inhaalmogelijkheid gaat niet ten koste van de herkansingsmogelijkheid na afsluiting van het schooljaar.
Artkel 13b:
Niet verschijnen bij de afname van een toets.
1.
Een leerling die met reden* niet heeft kunnen deelnemen aan een toets(zie artikel 12), mag deze toets inhalen. Deze inhaalmogelijkheid gaat, in geval van een schoolexamen, niet ten koste van de herkansingsmogelijkheid na afsluiting van het schooljaar.
2.
Een leerling die aan de teamleider te kennen geeft** dat hij/zij er voor kiest om de school te verlaten óf te doubleren en toestemming krijgt van de teamleider om niet deel te nemen aan een of meerdere toetsen, krijgt op het rapport voor deze toets(en) geen beoordeling. De leerling krijgt voor het betreffende vak geen rapportcijfer. Het rapport is onvolledig.
3.
In alle overige gevallen krijgt de leerling voor deze toets een 1,0. In geval van een schoolexamen is deze toets niet meer herkansbaar. Dit cijfer is mede bepalend voor het rapportcijfer. De teamleider neemt over het voorval contact op met de ouders/verzorgers. Voor het verzuim van onderwijstijd krijgt de leerling een door de teamleider te bepalen sanctie opgelegd.
* **
Dit ter beoordeling aan de teamleider . Schriftelijk, voorzien van de handtekening van de leerling én de ouders/verzorgers.
Artikel 13:
slotbepalingen
1.
Iedere kandidaat wordt geacht bekend te zijn met de inhoud van dit PTA. Indien ouders en/of kandidaten zich met de voorwaarden c.q. omschrijvingen, zoals opgenomen in dit PTA niet kunnen verenigen, dienen zij dit uiterlijk 1 oktober 2015 te melden aan de directie van de school.
2.
In gevallen waarin dit PTA niet of niet naar billijkheid voorziet, beslist de directeur.
3.
De directeur kan zich laten vervangen door een plaatsvervanger.
4.
Het algemeen gedeelte van het Programma van Toetsing en Afsluiting VMBO-T en de bijlage “regeling schoolexamen per vak” is ter inzage op internet www.ursula.nl ).
5.
Een digitaal exemplaar van het Programma van Toetsing en Afsluiting VMBO-T én de volledige bijlage “regeling schoolexamen per vak” voor elk cohort leerlingen dat in het VMBO-T zit, wordt vóór 1 oktober van elk examenjaar aan de Inspecteur verzonden.
Horn, september 2015