Praktijkvoorbeeld
School2Care - Amsterdam
School2Care geeft jongeren met zeer complexe problemen een nieuwe, laatste kans alsnog de draad op te pakken. Het zijn leerlingen die niet of nauwelijks nog naar school gaan en weinig perspectief hebben. School2Care biedt een geïntegreerd aanbod van onderwijs, (jeugd)zorg en begeleide vrijetijdsbesteding ('wrap around care'). Zo kunnen deze jongeren weer op een positieve manier participeren in de maatschappij, en wordt uithuisplaatsing voorkomen. Na een projectperiode van ruim anderhalf jaar is School2Care vanaf januari 2013 ondergebracht bij Altra Onderwijs en Jeugdhulp. Hiermee is School2Care een structurele voorziening geworden in het bovenschoolse aanbod van voortgezet onderwijs in Amsterdam. Doel Hoofddoel De jongere participeert op een positieve manier in de maatschappij; hij of zij volgt een opleiding, doet een stage of werkt. Subdoelen 1 De aanpak is primair gericht op de jongere. Subdoelen voor deze jongere zijn: 1. De (gedrags)vaardigheden en zelfsturing van de jongere zijn toegenomen. 2. De prosociale bindingen met leeftijdgenoten zijn versterkt en bindingen met een antisociale peer group zijn sterk verminderd of verbroken. 3. De jongere is gemotiveerd om naar school te gaan en weet wat hij wil qua school en werk (toekomstperspectief). 4. De jongere volgt zijn opleiding en/of stage zonder noemenswaardig verzuim. 5. De behoefte van de jongere aan onderwijsondersteuning is duidelijk en de onderwijsachterstand is zo goed mogelijk weggewerkt. 6. De jongere beoefent een sport, is lid van een vereniging of heeft een andere structurele vrijetijdsbesteding en veroorzaakt daarbij geen overlast voor de omgeving. 7. Mogelijke psychopathologie is onderkend en de jongere krijgt hierbij ondersteuning (gespecialiseerde hulpverlening is indien nodig opgestart). 2 De aanpak is daarnaast gericht op de ouders. Doelen die daarbij horen zijn: 1. De opvoedvaardigheden van ouders zijn toegenomen (ouders ondersteunen de jongere, creëren een veilige opvoedomgeving, enzovoort). 2. Indirect (inzet overige hulpverlening): de overbelasting bij ouders is afgenomen zodat zij de opvoeding (weer) beter aankunnen. Er is hulp bij problemen in de gezinssituatie (werkloosheid, financiële problemen). De vicieuze cirkel is doorbroken. 3 Subdoelen voor jongere én ouders: 1. Het vertrouwen van jongere en ouders in zichzelf en in onderwijs en zorg is toegenomen. 2. Jongere en ouders zijn gemotiveerd voor een eventueel vervolgtraject. Zij weten bij dreigende nieuwe overbelasting waar zij ondersteuning kunnen vragen. 3. Jongere en ouders hebben een steunend sociaal netwerk. 4 Langetermijndoelen voor ouders en jongere: 1. De jongere behaalt een startkwalificatie, volgt een vervolgopleiding of heeft werk. 2. De jongere blijft deelnemen aan een positieve vorm van vrijetijdsbesteding. 3. De door de jongere veroorzaakte maatschappelijke overlast is beperkt tot een minimum (het aantal
politiecontacten is afgenomen evenals de ernst en frequentie van gepleegde delicten). 4. De jongere blijft wonen binnen zijn eigen omgeving. Doelgroep School2Care richt zich op jongeren van 12 tot en met 17 jaar met dusdanige meervoudige problematiek dat zij de aansluiting met het (voortgezet) onderwijs verliezen. Daardoor dreigt verdere maatschappelijke uitval, en overlast-gevend en delinquent gedrag. Er is sprake van ernstige gedragsproblemen zoals grensoverschrijdend en risicovol gedrag, niet accepteren van gezag, of gebrek aan sociale vaardigheden. Soms gaat het juist om sociaal kwetsbare jongeren. Daarnaast zijn er problemen in de thuissituatie (overbelasting en gebrekkige opvoedvaardigheden bij ouders) en de omgeving (gebrekkig sociaal netwerk, overlast-gevend gedrag, geen baantje of een maatschappelijk geaccepteerde sport/hobby). Deze meervoudige problematiek leidt tot een impasse in zorg en onderwijs. Scholen lukt het door de ernstige gedragsproblemen niet om jongeren op school te houden. Hulpverlening is niet effectief doordat de jongere geen vaste dagbesteding heeft. Wisselen van school helpt niet, door de veelheid en ernst van de problematiek. School2Care biedt deze jongeren een alternatief waarbij zij thuis kunnen blijven wonen, in plaats van in een residentiële of justitiële voorziening. Ze worden op alle leefgebieden intensief ondersteund. Aanpak Aanleiding Scholen en jeugdzorgaanbieders constateerden dat voor een bepaalde groep jongeren met complexe problematiek bestaande onderwijs-zorgvoorzieningen niet voldoende aansluiten. Voor deze jongeren is er vaak geen ander alternatief dan de gesloten jeugdzorg of zelfs jeugddetentie. Spirit, Altra, Esprit Scholen en het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Amsterdam sloegen in 2011 de handen ineen en ontwikkelden een intensief, geïntegreerd onderwijs-zorgprogramma voor deze doelgroep, waarbij de jongere thuis kan blijven wonen. Zo is School2Care ontstaan. Vanaf januari 2013 is School2Care ondergebracht bij Altra Onderwijs en Jeugdhulp. Hiermee werd School2Care een structurele voorziening in het bovenschools aanbod voor voortgezet onderwijs in Amsterdam. Opzet Een leerling wordt door een school (gedragswetenschapper), gezinsvoogd, leerplichtambtenaar of jeugdreclasseerder aangemeld bij het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Amsterdam. De gezinsvoogd, leerplichtambtenaar of jeugdreclasseerder stelt de kaders, en maakt duidelijk dat School2Care de laatste kans is om thuis te kunnen blijven wonen. Vervolgens gaat de coach aan de slag met de jongere en het gezin. Na het intakegesprek starten jongeren direct met het totale programma van School2Care. Het programma bestaat uit: l
onderwijs (lesuren)
l
workshops
l
een avondprogramma.
Het programma vindt plaats van maandag tot en met vrijdag, van 8.00 tot 20.00 uur. Daarnaast is de coach ook in het weekend bereikbaar. De aanpak is opgebouwd in twee fasen: 1 De intensieve fase (gemiddeld 6 tot 9 maanden) De eerste zes weken (fase 1A) van de intensieve fase zijn tegelijkertijd de onderzoeksfase. In de intensieve fase wordt gewerkt aan doelen en evalueren we de voortgang. Zodra een jongere zijn doelen heeft behaald, en er plek is op een passende school, stapt hij over naar de ambulante fase. 2 De ambulante fase (gemiddeld 6 maanden) In de ambulante fase worden de jongere, de ouders en de school begeleid bij de overstap naar een nieuwe school, of de school van herkomst.
Voor alle fasen geldt: zo kort als kan, zo lang als moet. Na deze twee fasen volgt een follow-up-periode (gemiddeld 2 jaar). In de follow-up-periode houdt de coach contact. De coach is ook aanwezig bij succesmomenten, en kan tijdelijk intensiever ondersteunen als dat nodig is. De aanpak wordt vormgegeven door een team van coaches, die zowel docent als hulpverlener zijn. Zij hebben zowel 'algemene' taken voor álle jongeren (lesgeven, activiteiten tijdens pauzes, geven van workshops, geven van trainingen, surveilleren, avondprogramma vormgeven), als individueel contact met hun eigen coachleerlingen, hun ouders en omgeving. Centrale elementen die in alle fasen terugkomen zijn: l l l l l l l l l
het neerzetten van een positief groepsklimaat en leerklimaat aandacht voor groepsdynamiek een sterk didactisch aanbod het hanteren van vaste afspraken, gewoonten en rituelen heldere gedragsverwachtingen en consequenties aanleren en positief bekrachtigen van gedrag (PBS) een intensieve, persoonlijke en vasthoudende werkhouding van de coach focus op betrekken van het netwerk bij de doelen en aanpak de inzet van dwang en drang in een goede samenwerking met gezinsvoogd, leerplichtambtenaar en/of jeugdreclasseerder.
Deze elementen staan uitgebreid beschreven in de methodiekbeschrijving. Inhoud Programma Het dagprogramma (8.00-20.00) bestaat in de ochtenden uit AVO vakken (Nederlands, wiskunde, loopbaan/ burgerschap, Engels), en sociale vaardigheden. Na de lunch is er sport of keuzewerktijd (studie-uur). Iedere middag zijn er workshops (voetbal, zelfverdediging, fitness, creatieve vakken, paardrijden, muziekband, toneel etc.). Er worden drie maaltijden met de leerlingen samen bereid. Het avondprogramma heeft een huiskamerkarakter met sport/spel en film kijken, afhankelijk van de behoefte van de groep. Weer terug naar school Leerlingen starten bij aanvang in kernteam (klas) 1. Direct bij de start worden het onderwijsperspectief en de sterke kanten en ondersteuningsbehoefte van de leerling vastgesteld. Een leerling werkt aan een aantal duidelijk competenties. Als deze competenties behaald zijn, gaat de leerling naar de vo-klas (kernteam 2) of mbo/ entree klas (kernteam 3). Als de doelen behaald zijn, gaat de leerling terug naar de school van herkomst of er wordt een nieuwe bestemming gevonden. Tijdens de fase na School2Care blijft de coach begeleiding bieden. Aanmelding Scholen en jeugdzorgpartners kunnen via het onderwijsschakelloket van het samenwerkingsverband de leerlingen aanmelden. Het onderwijsschakelloket beoordeelt of plaatsing op School2Care nodig is. Om dit te bepalen, wordt ook de informatie van de hulpverlening opgevraagd. Bij de intake wordt zowel het onderwijs als de gezinsmanager van Bureau jeugdzorg betrokken. Betrokken partijen School2Care is in 2013 onderdeel van Altra Jeugdzorg geworden. De partijen die daarvoor betrokken waren bij het project School2Care nemen inmiddels deel aan een adviesraad. Dit zijn: Altra, Spirit, De Bascule (GGZ), Esprit, het samenwerkingsverband Amsterdam, Bureau Jeugdzorg, de leerplicht Amsterdam en het ROC. Randvoorwaarden Implementatie Methodisch kader en planmatig werken
De aanpak van School2Care is uitgewerkt en theoretisch onderbouwd in een methodiekhandleiding (Pronk, 2015). Deze methodiekhandleiding wordt in 2016 voorgelegd aan de Erkenningscommissie Effectieve Jeugdinterventies. School2Care gebruikt een planmatige, doelgerichte en cyclische werkwijze. Na de aanmelding en intake start een leerling direct in de intensieve fase. Hij wordt meteen van 8.00 tot 20.00 uur op school verwacht, en draait mee in alle onderdelen van het programma. De fasering (zie figuur 1) is belangrijk, om in elke fase doelen en een bijbehorende aanpak te formuleren. Ook maakt de fasering voor iedereen duidelijk dat School2Care eindig is en dat de focus steeds ligt op het doel: dat de jongere terugkeert naar onderwijs of werk. Tussen twee fasen vindt steeds een evaluatiegesprek plaats. Ook bínnen een fase wordt planmatig gewerkt. In de onderzoeksfase (1A) van de intensieve fase wordt een startplan met standaarddoelen opgesteld. Na zes weken wordt het ontwikkelperspectief vastgesteld, met daarin: · het uitstroomperspectief (bijvoorbeeld vmbo-t) · de uitstroombestemming (te verwachten einddiploma) · de doelen op onderwijs- en hulpverleningsgebied · de ondersteuning die de jongere hierbij nodig heeft. In de intensieve fase wordt gewerkt aan deze doelen en evalueren we de voortgang. Zodra een jongere zijn doelen heeft behaald, en er plek is op een passende school, stapt hij over naar de ambulante fase. Implementatie Op dit moment (eind 2015) bestaat School2Care alleen in Amsterdam. Wel hebben enkele andere gemeenten interesse om te starten met School2Care. Gedurende de projectperiode heeft de DSP-groep de ontwikkeling van School2Care vanuit een kritisch opbouwende en onafhankelijke invalshoek gevolgd, geëvalueerd en beschreven in vier rapporten (Schaafsma & Dijk van, 2012) en een boekje (Schaafsma, 2012). Die rapporten en het boekje vormen samen met de methodiekhandleiding de leidraad voor implementatie van School2Care in andere gemeenten. Daarnaast is bij implementatie minimaal een jaar begeleiding en coaching door medewerkers van School2Care noodzakelijk. Hiervoor wordt gewerkt aan een draaiboek en implementatieplan. Financiën Omdat School2Care een nieuwe aanpak is waar onderwijs en jeugdhulp geïntegreerd worden aangeboden, is het belangrijk goede afspraken te maken met samenwerkingsverbanden en gemeenten over de financiering. In Amsterdam wordt School2Care voor 40 leerlingen (uitstroom per jaar zo'n 60 leerlingen) gefinancierd door Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Amsterdam(SWV) en de Gemeente Amsterdam. Zij gebruiken daarvoor het basisbudget (basisbekostiging) en extra budget (voor aanvullende ondersteuning) vanuit de Wet passend onderwijs, en aanvullend een bedrag voor jeugdhulp en bijvoorbeeld de huisvesting. Deskundigheid School2Care wordt uitgevoerd door een team van coaches. Eén fulltime coach coacht drie á vier leerlingen in de intensieve fase, en drie leerlingen in de ambulante fase. Elke coach heeft minimaal: l
een relevante HBO- of WO-opleiding (MWD, SPH, Pedagogiek of pedagogische of psychologische wetenschappen)
l
een onderwijsbevoegdheid (PABO-opleiding of een eerste of tweedegraads docentenopleiding)
l
kennis van en ervaring met internaliserende en externaliserende gedragsproblematiek.
De coaches moeten analytisch ingesteld zijn, coachend werken kunnen combineren met casemanagement, oplossingsgericht en doelgericht werken, professioneel kunnen handelen, groepsdynamisch sterk zijn,
communicatief en sociaal vaardig zijn met een groot empathisch vermogen, humor en relativeringsvermogen bezitten en tot slot een groot reflectief vermogen hebben. Ze moeten zich lerend willen en kunnen opstellen. Het team krijgt ondersteuning van: l
l
l l l
twee pedagogisch medewerkers, met taken als managementassistent, conciërge, taken in de keuken en aanwezigheid tijdens de groepsmomenten met jongeren een gedragswetenschapper (WO orthopedagoog) voor het uitzetten van de onderwijsleerlijn en hulpverleningslijn een intern begeleider (één van de coaches) voor (ondersteuning bij) het onderwijskundige programma een supervisor met focus op de veiligheid en het groepsklimaat een schooldirecteur met verantwoordelijkheid voor het gehele proces en voor het neerzetten van de kaders
Daarnaast is er één dag per week een gz-psycholoog verbonden aan School2Care, voor diagnostiek, advies en behandeling. Alle opleidingseisen en competenties staan uitgewerkt in de methodiekhandleiding (Pronk, 2015). Draagvlak School2Care is ontwikkeld door vier samenwerkende instellingen: Spirit, Altra, Esprit en het Samenwerkingsverband. School2Care is in de praktijk ontstaan en doorontwikkeld, met gebruik van evidencebased methodieken. l
Medewerkers voelen zich erg betrokken bij de doelgroep en ontwikkelen het programma sámen. Zij zagen en zien School2Care als een belangrijk alternatief voor een internaat, en daarmee een manier om uithuisplaatsing te voorkomen. Dat zorgt al vanaf het begin voor draagvlak. Bovendien is het effectiever om jonger te behandelen en te laten leren en ontwikkelen binnen de eigen context, gezin, school en straat. Zo ontstaat geen breuk met de ouders en familie. Ook leren de jongeren sterker te staan ten opzichte van de verleidingen van de straat. Tot slot zijn de kosten voor een plaatsing op School2Care veel lager dan een gesloten of besloten plaatsing.
l
Op bestuurlijk niveau hebben de instellingen ook intensief en op nieuwe manieren samengewerkt om van School2Care een succes te maken. Zo was er een stuurgroep - bestaande uit bestuurders van betrokken organisaties - die de eerste twee jaar besluiten nam en financiële en inhoudelijke uitdagingen oploste. Een projectgroep bewaakte de inhoudelijke voortgang. Daarnaast werden op landelijk niveau gesprekken gevoerd met het ministerie van Onderwijs en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), en op gemeentelijk niveau met de Raad voor de Kinderbescherming, kinderrechters, Leerplicht Amsterdam, Bureau Jeugdzorg en bestuurders van verschillende scholen.
Evaluatie Opzet evaluatie Er is al veel onderzoek gedaan naar School2Care. De belangrijkste onderzoeken zijn: l l l l
Vier procesevaluaties (Schaafsma & van Dijk, 2012) Diverse WO-afstudeerscripties (o.a. Assema, 2012; Haarst, 2013) Maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) (LPBL, Lubbe & Larsen, 2014) Leef-, leer- werkklimaat onderzoek (Bekken, Pronk, Helm, Stams, 2015)
De belangrijkste uitkomsten zijn: l
Leerlingen van School2Care waarderen het leef- en leerklimaat als positiever dan referentiegroepen en
l
medewerkers het werkklimaat (Bekken, Pronk, Helm, Stams, 2015). Er is al na drie maanden een kleine, maar positieve verandering te zien in het gedrag van de leerling in en
l
buiten de klas, en in de schoolgang (Assema, 2012). Er is na drie tot negen maanden significante vooruitgang te zien in gedrag en vaardigheden (Haarst, 2013).
l
School2Care biedt daadwerkelijk perspectief aan een vastgelopen doelgroep: jongeren gaan terug naar onderwijs of arbeid, en uithuisplaatsing wordt voorkomen (kwalitatief evaluatie onderzoek, LPBL, Lubbe & Larsen, 2014).
In september 2015 is een grootschalig onderzoek gestart naar de effectiviteit en werkzame elementen van School2Care. Hiervoor worden jongeren gevolgd vanaf de start bij School2Care tot een jaar na School2Care, door middel van vragenlijsten en interviews met jongeren, ouders, scholen en netwerk. Wat vinden uitvoerders en doelgroep? De leerlingen vinden de dagen in eerste instantie lang: 12 uur op school roept weerstand op. Veel leerlingen geven later aan dat ze eraan wennen en het ook heel fijn en gezellig hebben. De coaches zijn aardig en persoonlijk maar ook streng. De leerlingen geven aan dit eveneens fijn te vinden. De betrokken volwassenen vinden de aanpak fijn, zeker als er resultaat is. Bij te weinig resultaat zet School2Care alle middelen in om drang toe te passen. Dat is uiteraard niet prettig maar soms wel noodzakelijk en duidelijk. Bij jongeren die zoveel zorg en structuur nodig hebben, merk je dat processen van hulpverlening regelmatig niet voldoende aansluiten. Succesfactoren Werkzame elementen vanuit de methodiekhandleiding: l
Op alle fronten tegelijk werken; onderwijs, gezin, vrije tijd met één plan en één contactpersoon en aanspreekpunt (de coach) ¡ 12-uurs programma voor jongere met geïntegreerd onderwijs en (GGZ)hulpverleningsaanbod ¡ Opvoedondersteuning voor ouders
l
Een levensbestendig netwerk opbouwen Coachende relatie als basis Heldere kaders; dwang en drang Goed didactisch programma Positief pedagogisch schoolklimaat Werken aan cognities, gedrag, vaardigheden en morele ontwikkeling Oplossingsgericht werken, handelingsgericht, opbrengstgericht Focus op toekomstperspectief en mogelijkheden
l
Competente medewerkers (leerkracht én hulpverlener in één)
¡ l l l l l l
Faalfactoren en knelpunten De medewerkers van School2Care zien in de praktijk de volgende uitdagingen: l l
l
l
Financiën: het combineren van budgetten (onderwijs en jeugdzorg). Leerlingen kunnen geen diploma halen bij School2care, dus moet er goed worden afgestemd met vervolgonderwijs. De gedragsproblemen van leerlingen zijn vaak fors. Dat maakt het lastig leerlingen voldoende gevoel van groei te laten ervaren, en voldoende leerrendement te boeken. Lessen vinden plaats in zeer gedifferentieerde groepen leerlingen (qua gedrag en leren).
Geplande vervolgstappen School2Care heeft een aantal aandachtspunten opgenomen in het schoolplan van schooljaar 2015-2016:
l
Inhoudelijke ontwikkeling: opbrengsten verzamelen en analyseren Leerrendement verhogen door leerling meer eigenaar te maken van eigen leerproces Implementatie van PBS, aandachtspunten uit het leer-leef-werkklimaat Onderzoek naar de effectiviteit van de aanpak Bestendiging: hoe gaat het met de leerlingen enkele jaren na uitstroom?
l
Methodiek overdragen aan geïnteresseerde instellingen.
l l l l
Meer info Website Altra Onderwijs & Jeugdhulp Beschikbare documentatie
Een overzicht van beschikbare rapportages over School2Care: l
l
l
l
l
l
l
l l
l
l
l
l
l l
Pronk, S.M. (2015). Time-out projecten in Amsterdam. Onderwijs en jeugdhulp verbonden. Agora, 31, 3, 41-44. Pronk S.M. (2015). Jongeren weer op de rails. Een positief leef- en leerklimaat als opstap. Pedagogiek in praktijk, 87, 34-38. Bekken, F.F., Helm, G.H.P. van der, & Stams, G.J.J.M. (2015). Onderzoeksrapport leef- en leerklimaat School2Care. Leiden: Hogeschool Leiden. Bekken, F.F., Pronk, S.M., Helm, G.H.P., van der, & Stams, G.J.J.M. (2015). Onderzoeksrapport leef- en leerklimaat School2Care; Supplement 2e meting. Leiden: Hogeschool Leiden. Inspectie van het onderwijs (2014). Rapport van bevindingen. Onderzoek naar kwaliteitsverbetering School2Care. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs. Lubbe, M. & Larsen, V. (2014). MKBA Onderwijs en jeugdwerkloosheid. Wat levert investeren op, terugkijkend (2008-2012) en vooruit (2014)? Amsterdam: LPBL Balkema, A. (2014). Van School2Care naar het ROCvA: het overdrachtstraject en de behoeften van de ROCvA mentoren. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam. Timmermans, K. (2014). Stop verzuim! Terug naar school! Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. Haarst, T. van (2013) Samenhang tussen de verandering in het gedrag en vaardigheden van de leerling en de kwaliteit van de werkrelatie tussen coach en leerling bij School2Care. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. Assema, A.J.L. (2012). Een veranderingsstudie gericht op de werkzaamheid van School2Care. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. Schaafsma, K. (2012). Hard op het gedrag, zacht op de persoon. Portret van School2 Care. Amsterdam: DSP-groep. Schaafsma, K. & Dijk, B. van (2012). Bijspijkeren. Samenvattende evaluatie van School2Care. Amsterdam: DSP-groep. Schaafsma, K. & Dijk, B. van (2012). Met het oog op de toekomst. Derde evaluatieronde School2Care. Amsterdam: DSP-groep. Schaafsma, K. & Dijk, B. van (2012). Tweede evaluatieronde School2Care. Amsterdam: DSP-groep. Schaafsma, K. & Dijk, B. van (2012). Instroom en continuïteit van onderwijs. Eerste evaluatieronde School2Care. Amsterdam: DSP-groep.
Deze publicaties kunt u opvragen bij School2Care. Laatst bewerkt: 23 december 2015
Deze informatie is op 4 juli 2016 gedownload van www.nji.nl.