Cappella Amsterdam & Amsterdam Sinfonietta olv. Daniel Reuss
wo 5 nov 2014 Blauwe zaal Grote podia 20 uur 22 uur pauze ± 20.35 uur
inleiding 19.15 uur Francis Maes Blauwe foyer
internationaal symfonisch Budapest Festival Orchestra olv. Iván Fischer vr 10 okt 2014 Cappella Amsterdam & Amsterdam Sinfonietta olv. Daniel Reuss wo 5 nov 2014 Les Siècles olv François-Xavier Roth wo 11 feb 2015 Anima Eterna Brugge olv. Jos van Immerseel vr 20 mrt 2015
teksten programmaboekje Francis Maes coördinatie programmaboekje deSingel
3
Gelieve uw GSM uit te schakelen. De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/ concert/tentoonstelling van uw keuze. Reageer en win Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/ concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Grand café deSingel open alle dagen 9 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen Bij onze concerten worden occasioneel cd’s te koop aangeboden door La Boite à Musique Coudenberg 74 | Brussel +32 (0)2 513 09 65 www.classicalmusic.be Met bijzondere dank aan Jacek Bielat voor het stemmen en het onderhoud van de concertvleugels van deSingel Piano's Jacek & Svetlo Land Van Waaslaan 150 | Gent +32 (0)9 227 77 37 | www.jspiano.be
Cappella Amsterdam & Amsterdam Sinfonietta
Daniel Reuss muzikale leiding Carolyn Sampson sopraan Anna Stéphany mezzo Thomas Walker tenor Roderick Williams bas Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) Adagio en fuga in c, KV546 (1788)
10’
Arvo Pärt (°1935) uit: Kanon Pokajanen (1997) voor koor a cappella
20’
Ode VI - Kontakion - Ikos Ode IX [= Nïnye k vam, 1989] opgedragen aan Archimandrite Sophrony Sacharov
pauze Wolfgang Amadeus Mozart / Franz Xaver Süssmayer (1766-1803) Requiem in d, KV626 (1791) I. Introitus II. Kyrie III. Sequentia IV. Offertorium V. Sanctus VI. Benedictus VII. Agnus Dei VIII. Communio
4
60’
5
Wolfgang Amadeus Mozart Adagio en Fuga in c, KV546 Mozart schreef in 1783 een Fuga in c-klein voor twee piano’s (KV426). In 1788 gaf hij het stuk uit onder zijn pas verworven titel van kamermusicus aan het Weense hof. Kort nadien herschreef hij de fuga voor strijkkwartet of strijkorkest en voegde er een kort Adagio aan toe. Die omwerking maakte de compositie geschikt voor kerkelijk gebruik. In Wenen bestond een traditie van tweedelige kerksonates.
Arvo Pärt Kanon Pokajanen (1997) ‘Kanon Pokajanen’ - kanon van berouw - is een tekst uit het orthodoxe gebedenboek. Een kanon is een gestructureerde hymne die is samengesteld uit negen oden. De oden zijn gebaseerd op parafrasen van negen gezangen uit de bijbel, allemaal beroemde passages waarin bekende personages Gods lof zingen. De bekendste van die gezangen zijn het Magnificat van Maria en het lied van Zacharias uit het begin van het evangelie van Lucas. Ook in het Oude Testament komen beroemde liederen voor. De selectie die Cappella Amsterdam vanavond zingt uit de ‘Kanon Pokajanen’ is gebaseerd op het lied van Jonas (Ode VI) en het Magnificat (Ode IX). Elke ode is op dezelfde wijze gestructureerd. De tekst begint met een ‘heirmos’, een strofe die het onderwerp voorstelt en de toon zet. Nadien volgen vier strofen of ‘troparia’. De laatste van die troparia is gericht aan de Moeder Gods. Elke strofe van de ode wordt afgewisseld met een refrein. In de ‘Kanon Pokajanen’ is dat de formule “ontferm u over mij, God, ontferm u over mij”, gevolgd door de kleine doxologie of lofprijzing aan de Drievuldigheid. De basisstructuur wordt nog verrijkt met extra hymnen, zoals het ‘sedalen’ tussen de Oden III en IV en het ‘kontakion’ met ‘oikos’ tussen Oden VI en VII. Een ‘sedalen’ is een hymne die zittend wordt voorgedragen - de naam komt van het Latijnse ‘sedere’ of ‘neerzitten’. Een ‘kontakion’ is in oorsprong een uitgebreide poëtische vorm, maar wordt in de context van de kanon gereduceerd tot de aanhef (kontakion) en de eerste strofe of ‘oikos’. De totale structuur wordt afgesloten met een gebed na de kanon. In de orthodoxe praktijk wordt de ‘Kanon Pokajanen’ gezongen in de traditionele kerkmodi. In de compositie van Arvo Pärt is dit niet het geval. Het gaat om een vrije compositie, die toch erg orthodox klinkt dankzij het exclusieve gebruik van het koor a cappella en de volle akkoordstijl.
6
Arvo Pärt © Jaqueline Salmon
7
Pärt maakte twee korte zettingen van fragmenten in 1990 en 1994, maar besloot tenslotte om de hele tekst te componeren. De gelegenheid om de Kanon uit te werken werd geboden door een compositieopdracht ter gelegenheid van de viering van de 750ste verjaardag van de bouw van de kathedraal van Keulen. De compositie was voltooid in 1997 en beleefde zijn première in Keulen op 17 maart 1998. De uitvoerders waren het Ests Filharmonisch Kamerkoor onder leiding van Tonu Kaljuste. Zoals gebruikelijk voor zijn muziek sedert de jaren zeventig ging Pärt erg minimalistisch te werk. De hele toonzetting is bewust statisch gehouden. De basistoonaard d-klein wordt slechts zelden verlaten. Pärt verklaarde dat de muziek nauw geënt is op het woord. In de orthodoxe visie is het woord meer dan een verwijzing naar een betekenis. Het is de weg waarlangs het goddelijke zich openbaart aan de mens. In de orthodoxe theologie vormen klank en betekenis van het voorgedragen woord een ondeelbaar geheel. Arvo Pärt sloot zich aan bij de orthodoxe kerk in 1972.
Wolfgang Amadeus Mozart Requiem in d, KV626 Mozart kreeg een opdracht voor een requiem in de zomer van 1791. De vraag kwam van Franz, Graaf von Walseg, die resideerde in Schloss Stuppach am Semmering. Hij wilde zijn overleden vrouw Anna Flammberg, gestorven toen ze nauwelijks twintig was, eren met een grafmonument en een requiem. Het grafmonument bestelde hij bij de beeldhouwer Johann Martin Fischer. Voor het requiem liet hij Mozart contacteren via een tussenpersoon, waarschijnlijk zijn advocaat Johann Sortschan. De graaf wenste zelf anoniem te blijven. Hij had de gewoonte om muziek van anderen onder zijn eigen naam uit te voeren in private gelegenheden. Die eigenaardigheid in zijn gedrag verklaart de sfeer van geheimzinnigheid rond de opdracht. Mozart had werk genoeg. Hij had maar liefst twee operaprojecten op stapel, ‘Die Zauberflöte’ voor het Freihaus-Theater auf der Wieden, en ‘La Clemenza di Tito’ voor de kroning van Leopold II tot koning van Bohemen in Praag. Toch was hij enthousiast over de nieuwe opdracht. Uit een getuigenis van zijn vrouw Constanze weten we dat hij een grote interesse had in kerkmuziek, een vak waarvoor hij een bijzondere aanleg meende te bezitten. Er was echter nog een tweede reden waarom Mozart de opdracht toejuichte. In mei 1791 was hij aangesteld tot vicekapelmeester van de Stephansdom. De functie hield weinig meer in dan onbezoldigde assistentie bij het werk van de kapelmeester Leopold Hofmann. Het voordeel voor Mozart was echter het recht op opvolging. Indien
8
de kapelmeester zou overlijden, zou de post naar hem gaan. Uit de sollicitatie die Mozart in april 1791 indiende maken we op dat Mozart meende dat hij in kerkmuziek het verschil kon maken met zijn tijdgenoten. Hij spreekt over “diensten waarvoor ik mezelf meer gekwalificeerd acht dan anderen, op grond van mijn ervaring in de kerkstijl.” Het vooruitzicht om kerkmuziek te moeten schrijven voor de Stephansdom heeft Mozarts interesse in de compositie van een requiem zeker aangewakkerd. Het is best denkbaar dat hij de compositie opvatte als een stimulans om een persoonlijk repertoire te ontwikkelen voor de Weense kathedraal. Zo ver is het echter nooit gekomen. Toen Leopold Hofmann in 1793 overleed en de functie vacant werd, was Mozart niet meer in leven. Op 20 november 1791 werd hij ernstig ziek. Op 4 december zong hij met drie zangers uit de cast van ‘Die Zauberflöte’ de afgewerkte delen van het requiem door. Mozart zong bij die gelegenheid de altpartij. De anderen waren Josepha Hofer (de eerste Koningin van de Nacht), Benedikt Schack (Tamino) en Franz Xaver Gerl (Sarastro). In de nacht van 5 december overleed hij. Conform de reguleringen van de stad werd de componist op 6 december begraven na een private ceremonie in de Kapel van het Heilige Kruis in de Stephansdom. Op 10 december organiseerden Emanuel Schikaneder en Joseph von Bauernfeld een passend eerbetoon in de Michaelerkirche. Uit krantenberichten weten we op dat het requiem bij die gelegenheid werd uitgevoerd. Aangezien slechts twee onderdelen volledig door Mozart waren afgewerkt, bleef de uitvoering vermoedelijk beperkt tot het Introïtus en het Kyrie. Voltooiing en controverse Na Mozarts overlijden bleef Constanze achter met de verplichting om Graaf von Walsegg een afgewerkte compositie te bezorgen. Ze vroeg hulp aan enkele vertrouwenspersonen. Maximilian Stadler en Joseph Eybler bogen zich over de taak, maar gaven het spoedig op. Mozart had enkel het Introitus en het Kyrie afgewerkt. Van de Sequens en het Offertorium had hij de vocale partijen met becijferde bas neergeschreven, aangevuld met onvolledige aanduidingen voor de instrumenten. Joseph Eybler orkestreerde een deel van de Sequens, maar staakte zijn werk om een onbekende reden. Constanze richtte zich dan tot Franz Xaver Süssmayr. Hij voltooide het werk in februari 1792. Toen hem later om uitleg werd gevraagd, verklaarde hij dat Mozart de delen Introitus en Kyrie zelf had afgewerkt. Van de Sequens en het Offertorium had Süssmayr de instrumentale partijen aangevuld en de ontbrekende muziek van het Lacrimosa gecomponeerd.
9
Autograaf van Mozarts Requiem, Lacrimosa. De eerste acht maten zijn van Mozart zelf,de twee (omcirkelde) maten in de sopraanpartij zijn van Eybler.
10
Sanctus, Benedictus en Agnus Dei waren volledig het werk van Süssmayr. Voor het Lux Aeterna en de slotfuga hernam Süssmayr de muziek van het Introitus en het Kyrie. In de afgewerkte partituur die Constanze bij Von Walsegg liet bezorgen poogde Süssmayr zelfs het handschrift van de meester na te bootsen. Hij ging zover als zijn handtekening te vervalsen en de aanduiding "manu propria 1792" toe te voegen: "eigenhandig geschreven, 1792". De controverse rond de echtheid van het requiem barstte los in 1825. Jacob Gottfried Weber, een jurist met muzikale interesse, publiceerde een artikel waarin hij de echtheid in vraag stelde. Ondertussen was het requiem al een bekend en geliefd repertoirestuk dankzij de publicatie bij Breitkopf & Härtel. Voor die uitgave was uitvoeringsmateriaal uit Leipzig gebruikt. Constanze had kopieën van de partituur verkocht aan Friedrich Wilhelm II van Pruisen en aan de keurvorst van Saksen. Contractueel had ze daartoe het recht. Langs die weg raakte het werk bekend. De partituur die was afgeleverd bij Von Walsegg was niet beschikbaar voor de muziekwereld. Webers artikel zette een moeizaam proces van verificatie in gang, dat een einde kende toen alle bronnen in 1738 verzameld waren in de Weense Hofbibliotheek. Johannes Brahms duidde in de uitgave die hij redigeerde voor het Verzameld Werk de twee handen aan met de letters M (Mozart) en S (Süssmayr). De requiemstrijd barstte echter opnieuw los in de laatste decennia van de twintigste eeuw. Als bijproduct van de authenticiteitbeweging in de uitvoeringspraktijk gingen opnieuw stemmen op om de tekst te ontdoen van zijn onzuiverheden. Süssmayrs bijdrage werd ontoereikend geacht om zich te meten met het genie van Mozart. De bekendste pogingen tot reconstructie zijn die van Franz Beyer (1971), Richard Maunder (1988), Robert Levin (1994) en recent nog Clemens Kemme (2013). Ondanks alle goede bedoelingen van de restaurateurs blijkt de versie van Süssmayr vandaag het pleit te winnen. Ook vanavond kiest Cappella Amsterdam voor zijn editie. De grootste specialisten mogen dan wel beweren dat zij Mozarts stijl beter kennen dan zijn slechtste leerling. Toch blijft het een feit dat Süssmayr nu eenmaal dichter bij de meester stond dan zij ooit zouden kunnen komen. De vraag of Süssmayr nog laatste instructies of schetsen heeft ontvangen, zal wellicht altijd onopgelost blijven. Süssmayrs versie is vertrouwd en geliefd bij het muzikale publiek. Wetenschappelijk gestuurde pogingen om muziek te reconstrueren of te voltooien worden zelden door het muziekminnende publiek aanvaard. Vaak gaat het maar om details waarover enkel specialisten zich ergeren. Bovendien gaan er nu ook stemmen op die Süssmayrs versie op zijn eigen merites beoordelen en pleiten voor eerherstel. Süssmayr heeft ervoor gezorgd dat Mozarts requiem kon overleven. Daarvoor alleen al verdient hij erkenning.
11
De hogere, pathetische stijl Mozart schreef zijn requiem in een stijl die hij zelf omschreef als “der höhere pathetische Stil der Kirchenmusik”, letterlijk: de hogere pathetische stijl van de kerkmuziek. Om te begrijpen wat hij hieronder verstond, zijn de beide termen belangrijk. In de achttiende eeuw werden muzikale stijlen nog onderverdeeld in een hoge, midden en lage stijl. De indeling stamt nog uit de antieke retorica. De hoge stijl is voorbehouden voor de representatie van de top van de maatschappij en wordt geassocieerd met koningen en de hoge aristocratie. De hoge stijl komt bijvoorbeeld tot uiting in het genre van de opera seria. De kerkmuziek maakt ook gebruik van de hoge stijl. Niemand staat immers hoger dan God en de Kerk die Hem vertegenwoordigt. De hoge stijl slaat ook op autoriteit – ‘auctoritas’. Die autoriteit komt enerzijds tot uiting in het gebruik van instrumenten die geassocieerd zijn met machthebbers, zoals pauken en trompetten. Anderzijds schuilt autoriteit ook in het gebruik van oude stijlen. De stile antico – de oude stijl van de kerkmuziek, ook wel geleerde stijl genoemd – staat voor de ernst van een eerbiedwaardige traditie. Beide elementen, representatieve instrumenten en stile antico, vinden we terug in Mozarts requiem. De tweede term in de definitie is moeilijker te omschrijven. Pathetische stijl stond voor een muziek die diepgaande gevoelens vertolkt: gevoelens van ontzag, ontreddering, huiver, emoties die het dagdagelijkse overstijgen. De emoties van een requiemdienst zijn per definitie diepgaand. Het gaat immers om de grote vragen van leven en dood, het passionele gebed voor het zielenheil van de gestorvenen, en de huiver voor het Oordeel dat in de katholieke traditie de tekst van de requiemmis beheerst. De pathetische stijl is in de eerste plaats aanwezig in de keuze van de toonaard van d-klein, de toonaard waarin Don Giovanni zijn noodlot ontmoet of waarin Beethoven zijn Negende Symfonie zou schrijven. De uitwerking van de pathetische stijl blijkt vooral uit de dynamische en retorische dimensie die Mozart aan de stile antico toevoegt. Het Introitus is een duidelijk voorbeeld. Mozart begint zijn requiem met het stile antico type van het ‘insinuatio ricercar’. Dit is een type dat de thema’s van een compositie haast geruisloos aanbrengt in imitatie tussen instrumentale stemmen. Mozart heeft de compositie gebaseerd op een duidelijk model, de ‘Anthem for the Funeral of Queen Caroline’ van G.F. Händel. De gelijkenissen zijn even opvallend als de verschillen. Wat Mozart aan Händels model toevoegt, is een dynamische, emotionele en retorische opbouw. In een korte tijdsspanne leidt de muziek van een fluisterend begin naar een retorische aankondiging van de koorinzet. Nadien worden de vocale stemmen voortgestuwd door hardnekkig herhaalde gesyncopeerde
12
figuren in de violen. Händels compositie mist het pathos van Mozart. Zijn ‘Funeral Anthem’ schildert het beeld van een rouwende menigte rondom het lichaam van de overledene. Mozarts Introitus is een passioneel gebed, een roep om verlossing en om een antwoord op de dood. Mozart brengt het donkere pathos van d-klein in balans met twee verwante majeur toonaarden: Bes-groot en F-groot. Niet toevallig zijn dit allebei toonaarden die in Mozarts tijd werden geassocieerd met de pastorale. Mozart zet Bes-groot in op het beeld van het hemelse Jeruzalem. De toonaard van F-groot is voorbehouden voor het Recordare, het onderdeel in het Laatste Oordeel tafereel van het Dies Irae waarin de individuele ziel zich rechtstreeks richt tot Christus. In vele details karakteriseerde Mozart het Recordare als pastoraal. De muziek schildert als het ware een geïdealiseerd landschap, dat symbool staat voor de hoop op verlossing en het verlangen naar eeuwig geluk. De donkere accenten in de tekst zijn opgenomen in het pastorale beeld en werken als schaduwen in het muzikale landschap.
13
Arvo Pärt Kanon Pokajanen
14
Ode VI
Ode VI
Zhityeyskoye morye, vozdvizayemoye zrya napastey bureyu, k tihomu pristanishchu Tvoyemu prityek vopiyu Ti: vozvyedi ot tli zhivot moy, mnogomilostivye.
Bij het zien van de hoge golven der verzoekingen op de levenszee, vlucht ik tot Uw veilige haven en roep tot U, o Barmhartige: leid mij omhoog uit de vergankelijkheid.
Pomiluy mya Bozhe, pomiluy mya.
Ontferm U over mij, o God, ontferm U over mij.
Zhitiye na zyemli bludno pozhih idushu votmu predah, nïnye ubo molyu Tya, milostivïy Vladïko: Svobodi mya ot rabotï syeya vrazhiya, I dazhd mi razum tvoriti volyu Tvoyu.
Losbandig heb ik in de wereld geleefd en mijn ziel aan de duisternis uitgeleverd, maar nu smeek ik U, barmhartige Heer: verlos mij van de werken des vijands en geef mij inzicht zodat ik Uw wil kan doen.
Pomiluy mya Bozhe, pomiluy mya.
Ontferm U over mij, o God, ontferm U over mij.
Kto tvorit takovaya, yakozhe az? Yakozhe bosviniya lezhit v kalu, tako I az grehu sluzhu. No Tï, Gospodi, istorgni mya ot gnusa syego I dazhd mi syerdtse tvoriti zapovyedi Tvoya.
Wie doet zulke dingen als ik? Want zoals een varken in zijn uitwerpselen neerligt, zo dien ik de zonde: maar Gij, Heer, trek mij weg uit het vuil en geef mij een hart dat zich aan Uw geboden houdt.
Slava Otsu i Sïnu i Svyatomu Duhu. I nïnye i prsisno i vo vyeki vyekov. Amin.
Ere zij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Kontakion Dushe moya, pochto grehhami bogateyeshi, pochto volyu diavolyu tvorishi, vchesom nadyezhdu polagayeshi? Prestani otsih i obratisya kBogu splachem, zovushchi: milosyerdye Gospodi, pomiluy mya greshnago.
Kontakion O, mijn ziel, waarom ben je zo rijk aan zonden, waarom doe je de wil van de duivel, waar stel je je hoop op? Laat af van dit alles en keer je met tranen tot God en roep: barmhartige Heer, ontferm U over mij, zondaar.
15
16
Ikos Pomïsli, dushe moya, gorkiy chas smyerti i strashnïy sud Tvortsa tvoyego i Boga: Angyeli bogroznii poymut tya, dushe, i vyechnïy ogn vyedut: ubo prezhdye smyerti pokaysya, vopiyushchi: Gospodi, pomiluymya greshnago.
Ikos Wees indachtig, mijn ziel, het bittere uur van de dood en het Gericht van je Schepper en God: vreeswekkende Engelen zullen je vastgrijpen en aan het eeuwige vuur overgeven: maar kom voor de dood tot inkeer en roep: Heer, ontferm U over mij, zondaar.
Ode IX (Nïnye k vam)
Ode IX
Boga chelovyekom nyevozmozhno vidyeti, na nyegozhe nye smeyut chini angelstii vzirati; Toboyu zhe, Vsyechistaya, yavisya chelovyekom Slovo voploshchenno, Yegozhe vyelichayushche, s nyebyesnïmi voi Tya ublazhyem.
Voor de mensen is het onmogelijk God te zien, Die zelfs de Koren der engelen niet durven aanschouwen. Maar door U, o Maagd, werd het Woord voor de sterfelijken zichtbaar in het Vlees. Hem verheerlijken wij, en met de hemelse heerscharen prijzen wij U zalig.
Pomiluy mya, Bozhe, pomiluy mya.
Ontferm U over mij, o God, ontferm U over mij.
Nïnye, k vam pribyegayu, angeli, arhangeli i vsya nyebyenïya silï, uprestola Bozhiya stoyashchii, molityesya ko Tvortsu svoyemu, da izbavit dushu moyu ot muki vechnïya.
Bij U zoek ik mijn toevlucht, o Engelen, Aartsengelen en alle Hemelse Machten die rondom de Troon van God staan; bid Uw Schepper mijn ziel te verlossen van de eeuwige kwellingen.
Pomiluy mya, Bozhe, pomiluy mya.
Ontferm U over mij, o God, ontferm U over mij.
Nïnye, plachusya k vam, svyatii patriasi, tsarie i prorotsï, apostoli i svyatityeliye i vsi izbrannii Hristovï: pomozitye mi na sudye, da spasyet dushu moyu ot silï vrazhiya.
Heden sta ik voor U en ween, heilige Aartsvaders, Koningen en Profeten, Apostelen en Heiligen en alle uitverkorenen van Christus: help mij in het Gericht, opdat mijn ziel gered mag worden uit de macht van de tegenstander.
Slava Otsu i Sïnu i Svyatomu Duhu.
Eer zij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Nïnye k vam vozdyezhu rutse, svyatii muchenitsï, pustïnnitsï, dyevstvyennitsï, pravyednitsï i vsi svyatii, molyashchiisya ko Gospodu za vyes mir,
Tot U hef ik mijn handen omhoog, o heilige martelaren, kluizenaars, monniken, rechtvaardigen en alle heiligen die tot de Heer bidden voor de hele wereld,
17
18
da pomiluyet mya v chas smyerti moyeya.
opdat Hij Zich over mij moge ontfermen in het uur van mijn dood.
I nïnye i prisno i vo vyekivyekov. Amin.
Nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Mati Bozhiya pomozi mi, na Tya silnye nadyeyushchemusya, umoli Sïna Svoyego, da postavit mya nyedostoynago odyesnuyu Syebye, yegda syadyet sudyay zhivïh i myertvïh. Amin.
Moeder van God, help mij die mijn hoop op U heb gesteld. Smeek Uw Zoon dat Hij mij, onwaardige, aan Zijn rechterhand laat staan, wanneer Hij zal plaatsnemen om te oordelen over de levenden en de doden. Amen.
19
20
Portret van Mozart door Joseph Lange, 1782/83
21
Wolfgang Amadeus Mozart / Franz Xaver Süssmayer Requiem in d, KV626
22
Introitus Requiem aeternam dona eis, Domine: et lux perpetua luceat eis. Te decet hymnus Deus in Sion, et tibi reddetur votum in Ierusalem: exaudi orationem meam, ad te omnis caro veniet.
Geef hen, Heer, de eeuwige rust en doe een voortdurend licht over hen schijnen. U komt een lofzang toe, Heer, in Sion en voor U wordt de gelofte in Jeruzalem vervuld: verhoor mijn gebed, tot U komt al wat leeft.
Kyrie Kyrie eleison, Christe eleison, Kyrie eleison.
Heer ontferm U, Christus ontferm U, Heer, ontferm U.
Sequentia Dies irae, dies illa, Solvet saeclum in favilla: Teste David cum Sibylla.
Dag van toorn, beruchte dag die de wereld tot as zal verteren, naar de getuigenis van David en de Sybille.
Quantus tremor est futurus, Quando iudex est venturus, Cuncta stricte discussurus!
Welk een schrik zal dan ontstaan, wanneer de Rechter zal komen om alles streng te oordelen!
Tuba mirum spargens sonum Per se pulchra regionum Coget omnes ante thronum.
De bazuin die een wonderbaarlijk signaal geeft over de graven van de wereld zal allen dagen voor de troon.
Mors stupebit et natura, Cum resurget creatura, Iudicanti responsura.
Dood en natuur zullen verbijsterd staan, wanneer elk schepsel zal herrijzen om rekenschap af te leggen aan de rechter.
Liber scriptus proferetur, In quo totum continetur, Unde mundus iudicetur.
Het geschreven boek zal tevoorschijn komen, waarin alles vervat is, waarnaar de wereld geoordeeld zal worden.
Iudex ergo cum sedebit Quidquid latet apparebit: Nil inultum remanebit.
Wanneer de rechter dan gezeten is zal alles wat verborgen is aan het licht komen: niets zal ongewroken blijven.
Quid sum miser tunc dicturus? Quem patronum rogaturus? Cum vix iustus sit securus.
Wat zal ik, ellendige, dan zeggen? Wie als voorspraak vragen? Als zelfs een rechtvaardige ternauwernood veilig is.
23
24
Rex tremendae maiestatis, Qui salvandos salvas gratis, Salva me, fons pietatis.
Koning vol angstaanjagende majesteit, die zaligen redt uit genade: red ook mij, bron van barmhartigheid.
Recordare Iesu pie, Quod sum causa tuae viae: Ne me perdas illa die.
Gedenk toch, barmhartige Jezus, dat ik de reden van Uw leven ben: laat mij niet omkomen op die dag.
Quaerens me, sedisti lassus: Redemisti crucem passus: Tantus labor non sit cassus.
Zoekend naar mij zit Gij vermoeid terneer; Gij hebt mij verlost door het kruis te lijden: laat zulk een moeite niet vergeefs zijn.
Iuste iudex ultionis, Donum fac remissionis, Ante diem rationis.
Rechtvaardige rechter der wrake, geef mij het geschenk der vrijspraak vóór de dag van vergelding.
Ingemisco, tamquam reus: Culpa rubet vultus meus Supplicanti parce Deus.
Ik zucht als een beklaagde; schaamrood kleurt mijn gelaat: spaar toch een smekeling, o God.
Qui Mariam absolvisti, Et latronem exaudisti, Mihi quoque spem dedisti.
Gij die Maria hebt vrijgesproken en de rover hebt verhoord, Gij hebt ook mij hoop gegeven.
Preces meae non sunt dignae: Sed tu bonus fac benigne, Ne perenni cremer igne.
Mijn smeekbeden zijn het niet waard, maar, goede Heer, wil er welwillend zorg voor dragen dat ik niet zal verteren in het eeuwige vuur.
Inter oves locum praesta, Et ab haedis me sequestra, Statuens in parte dextra.
Geef mij een plaats tussen de schapen en wil mij van de bokken verwijderd houden; doe mij staan aan Uw rechterhand.
Confutatis maledictis, Flammis acribus addictis: Voca me cum benedictis.
Als de gedoemden veroordeeld zijn, ten prooi aan felle vlammen, roep mij dan bij de gezegenden.
Oro supplex et acclinis Cor contritum quasi cinis: Gere curam mei finis.
Ik bid U als smekeling, terneergebogen, het hart verteerd als as: draag zorg voor mijn einde.
Lacrimosa dies illa, Qua resurget ex favilla Iudicandus homo reus:
Tranenrijk is die dag, waarop de schuldige mens uit het stof zal herrijzen om geoordeeld te worden.
Huic ergo parce Deus.
Spaar hem dan, God.
25
26
Pie Iesu Domine, Dona eis requiem. Amen.
Barmhartige Heer Jezus, geef hen rust. Amen.
Offertorium Domine, Iesu Christe, Rex gloriae, libera animas omnium fidelium defunctorum de poenis inferni, et de profundo lacu. Libera eas de ore leonis, ne absorbeat eas tartarus, ne cadant in obscurum: sed signifer sanctus Michael repraesentet eas in lucem sanctam: Quam olim Abrahae promisisti et semini eius.
Heer Jezus Christus, Koning van de heerlijkheid, verlos de zielen van alle overleden gelovigen van de pijnen van de hel en van de diepe poel: bevrijd hen uit de muil van de leeuw, opdat het dodenrijk hen niet verslinde, noch dat zij vallen in de duisternis; maar laat de banierdrager, de heilige Michael hen leiden naar het heilige licht dat Gij eertijds aan Abraham heb beloofd en aan zijn nageslacht.
Hostias et preces tibi Domine, laudis offerimus tu suscipe pro animabus illis, quarum hodie memoriam facimus: fac eas, Domine, de morte transire ad vitam. Quam olim Abrahae promisisti et semini eius.
Offergaven en lofgebeden, Heer, bieden wij U aan: aanvaard ze voor die zielen die wij heden gedenken: doe hen, Heer, van de dood overgaan naar het leven. Zoals Gij eertijds aan Abraham heb beloofd en aan zijn nageslacht.
Sanctus Sanctus, Sanctus, sanctus Dominus Deus Sabaoth. Pleni sunt caeli et terra gloria tua. Hosanna in excelsis.
Heilig, Heilig, Heilig, is de Heer, de God der Heerscharen. Vol zijn de hemel en de aarde van Uw heerlijkheid. Hosanna in den hoge.
Benedictus Benedictus qui venit in nomine Domini. Hosanna in excelsis.
Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in den hoge.
Agnus Dei Agnus Dei qui tollis peccata mundi: dona eis requiem, Agnus Dei qui tollis peccata mundi: dona eis requiem, sempiternam.
Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, geef hen rust. Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, geef hen de eeuwige rust.
Communio Lux aeterna luceat eis, Domine: Cum sanctis tuis in aeternum, quia pius es. Requiem aeternam dona eis, Domine, et lux perpetua luceat eis. Cum sanctis tuis, in aeternum, quia pius es.
Het eeuwige licht verlichte hen, Heer; samen met uw heiligen voor eeuwig, omdat Gij goed bent. Eeuwige rust geef hen, o Heer, en het eeuwige licht verlichte hen, samen met uw heiligen voor eeuwig, omdat Gij goed bent.
27
Cappella Amsterdam Met een rijkdom aan stemkleuren bereikt kamerkoor Cappella Amsterdam zijn specifieke homogene klank. Sinds 1990 staat het koor onder artistieke leiding van chef-dirigent Daniel Reuss. Al vanaf de oprichting in 1970 door Jan Boeke vormt de liefde voor muziek de leidraad voor Cappella Amsterdam. Om elke compositie te laten spreken, heeft het koor zich zowel op moderne als op oude, authentieke zangtechnieken toegelegd. De nadruk in het repertoire ligt op die twee uitersten: oude meesters en moderne muziek. Speciale aandacht schenkt het koor aan werken van Nederlandse componisten, variërend van Sweelinck tot Andriessen en Ton de Leeuw. Componisten als Robert Heppener en Jan van Vlijmen hebben diverse werken speciaal voor Cappella Amsterdam gecomponeerd. Cappella Amsterdam werkt geregeld samen met uiteenlopende gezelschappen, ook uit andere disciplines. Zo levert het koor geregeld bijdragen aan operaproducties, zoals in 2011 met Karlheinz Stockhausens ‘Sonntag aus Licht’ met de Opera van Keulen, en ‘Dionysos’ van Wolfgang Rihm tijdens het Holland Festival (2010). Naast samenwerking met Nederlandse topensembles en –orkesten, zoals het Orkest van de Achttiende Eeuw, het Koninklijk Concertgebouworkest en Asko|Schönberg, werkt het koor met de fine fleur van internationale gezelschappen zoals de Akademie für Alte Musik Berlin, het RIAS Kammerchor, musikFabrik, Il Gardellino en het Ests Philharmonisch Kamerkoor. Om kennis, repertoire en ervaring te delen, is Cappella Amsterdam mede-initiatiefnemer van Tenso, het Europees netwerk van professionele kamerkoren. Bij harmonia mundi verschijnen jaarlijks cd’s van het kamerkoor. In 2010 verscheen een opname van
28
Amsterdam Sinfonietta ‘Golgotha’ van Frank Martin, in 2011 genomineerd voor een Grammy. De cd met koorwerken van Leos Janácek onder leiding van Daniel Reuss (2012) is bekroond met de Edison Klassiek 2013. In 2014 zijn twee cd’s uitgebracht: ‘Stabat Mater’ van Francis Poulenc en ‘Warum ist das Licht gegeben dem Mühseligen?’ met bijzondere koorwerken van Johannes Brahms. www.cappellaamsterdam.nl deSingel tijdlijn wo 5 nov 2014 Cappella Amsterdam & Amsterdam Sinfonietta olv. Daniel Reuss Mozart, Pärt vr 12 sep 2014 Muziektheater Transparant & Cappella Amsterdam & Barokorkest B’Rock Arthur za 13 dec 2008 Cappella Amsterdam & Akademie für Alte Musik Berlin olv. Daniel Reuss Händel vr 20 jan 2006 Orchestra of the Age of Enlightenment & Cappella Amsterdam olv. Gustav Leonhardt Purcell
Amsterdam Sinfonietta is al 25 jaar het enige professionele strijkorkest in Nederland en treedt op over de hele wereld. De afgelopen jaren maakte Amsterdam Sinfonietta tournees door Europa, China, Amerika en Australië. Het trad op in concertzalen als Barbican Hall in Londen, Cité de la Musique in Parijs, National Centre of Performing Arts in Beijing en Konzerthaus in Berlijn. Het ensemble dat uit 22 strijkers bestaat, wordt geleid door violiste en artistiek leider Candida Thompson. Daarmee onderscheidt Amsterdam Sinfonietta zich van gangbare orkesten. Zonder dirigent spelen vergt een grote inzet en betrokkenheid van alle musici. In het orkest zitten dan ook musici die spelen op solistenniveau. Het repertoire omvat uiteenlopende muzikale stijlen, van barok tot hedendaags. Naast de uitvoeringen van bekend repertoire breekt het orkest ook een lans voor onbekend gebleven of nieuw repertoire. Zo speelde Amsterdam Sinfonietta recentelijk premières van Sofia Goebaidoelina, Michel van der Aa, Arthur Aharonian en HK Gruber. Kenmerkend voor Amsterdam Sinfonietta is de innovatieve programmering; regelmatig brengt het orkest, naast het gevestigde strijkersrepertoire, originele en spannende combinaties van muziekwerken, gaat het onverwachte samenwerkingen aan of voert grensverleggende concepten uit, met onder andere videokunst, dans en theater. Amsterdam Sinfonietta werkte samen met gerenommeerde musici zoals Sergei Khachatryan, Barbara Hannigan, Sol Gabetta, David Fray, Janine Jansen, Dejan Lazic, Isabelle van Keulen, JeanGuihen Queyras, Christianne Stotijn, Bobby McFerrin en Wende Snijders. Met de educatieve voorstelling ‘KleuterSinfonietta’ bereikt Amsterdam Sinfonietta jaarlijks duizenden
kinderen in Nederland. Daarnaast organiseert het orkest de ‘Sinfonietta Strijkersdagen’ waarin jonge strijkers deelnemen aan workshops en in speciaal geformeerde strijkorkesten optreden voor publiek. Met Candida Thompson heeft Amsterdam Sinfonietta sinds 2004 een reeks cd’s uitgebracht in samenwerking met het kwaliteitslabel Channel Classics, waaronder ‘The Mahler Album’ (2011), ‘Britten’ (2013) en ‘Sjostakovitsj & Weinberg’(2014). In oktober 2014 verschijnt ‘The Argentinian Album’. Het orkest nam recentelijk ook op voor labels als ECM, Sony Classical en Deutsche Grammophon. In de afgelopen seizoenen maakte het orkest tournees met Sol Gabetta, Patricia Kopatchinskaja en Martin Fröst. Begin 2014 reisde het ensemble met de Amerikaanse bariton Thomas Hampson langs twaalf Europese concertzalen met een bijzonder liedprogramma. Voor de toekomst staat een tournee naar Japan gepland en concerten in de Benelux, Duitsland en Oostenrijk met cellist Jean-Guihen Queyras. www.sinfonietta.nl deSingel tijdlijn wo 5 nov 2014 Cappella Amsterdam & Amsterdam Sinfonietta olv. Daniel Reuss Mozart, Pärt wo 10 okt 2012 Amsterdam Sinfonietta olv. Candida Thompson Brahms, Mendelsohn-Bartholdy
29
Daniel Reuss Daniel Reuss studeerde koordirectie aan het conservatorium van Rotterdam bij Barend Schuurman. Op zijn 21e richtte hij het Oude Muziek Koor Arnhem op. In 1990 werd Daniel Reuss artistiek leider van Cappella Amsterdam. Het ensemble heeft zich de afgelopen jaren onder zijn artistieke leiding zowel in oude muziek als in het moderne en hedendaagse repertoire in Nederland een prominente positie verworven. De cd ‘Lux Aeterna’ die hij maakte met Cappella Amsterdam ontving de Diapason d’Or 2009. Van 2003 tot 2006 was hij chef-dirigent van het RIAS Kammerchor in Berlijn. Met dit koor maakte hij een aantal succesvolle cd’s, zoals ‘Le Vin Herbé’ (Martin), Mis voor dubbelkoor (Martin), ‘Figure Humaine’ (Poulenc), ‘Solomon’ (Händel) en ‘Les Noces’ (Stravinsky). De cd’s werden onderscheiden met diverse prijzen, waaronder Preis der Deutsche Schallplattenkritik, Echo Award, Diapason d’Or en Choc du Monde de la Musique. In de zomer van 2006 was Daniel Reuss, op uitnodiging van Pierre Boulez, te gast op de Lucerne Festival Academy in Zwitserland als docent en dirigent. In februari 2007 maakte hij zijn debuut bij de English National Opera, met ‘Agrippina’ (Händel). Daniel Reuss werkt geregeld samen met ensembles en orkesten uit heel Europa, zoals Akademie für Alte Musik Berlin, MusikFabrik, Scharoun Ensemble, het Concertgebouw Kamerorkest en het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Met Collegium Vocale Gent en Pieter Wispelwey (cello) nam hij de cd ‘The Canticle of the Sun’ op, met muziek van Sofia Gubaidulina. Vanaf het najaar van 2008 combineert Daniel Reuss zijn werkzaamheden als artistiek leider van Cappella Amsterdam met het chef-dirigentschap van het Estonian Philharmonic Chamber Choir. In 2010 verscheen de cd ‘Golgotha’ in een samenwerking tussen het Estse koor
30
Daniel Reuss © Marco Borggreve
en Cappella Amsterdam. Daniel Reuss voert repertoire uit dat reikt van het jaar 1200 tot heden en toont zich daarmee een ‘overtuigd niet-specialist’. www.danielreuss.com deSingel tijdlijn (selectie) wo 5 nov 2014 Cappella Amsterdam & Amsterdam Sinfonietta olv. Daniel Reuss Mozart, Pärt vr 12 sep 2014 Muziektheater Transparant & Cappella Amsterdam & Barokorkest B’Rock Arthur wo 31 okt – do 1 nov 2012 Josse de Pauw, Collegium Vocale Gent, Muziektheater Transparant Ruhe […] di 20 dec 2005 Akademie für Alte Musik Berlin & Rias Kammerchor olv. Daniel Reuss Weihnachtsoratorium di 21 dec 2004 Akademie für Alte Musik Berlin & Rias Kammerchor olv. Daniel Reuss Händel vr 14 sep 2001 Prometheus Ensemble & Collegium Vocale olv. Daniel Reuss Kurtág, Schönberg, Gubaidulina
31
muzikale leiding Daniel Reuss Cappella Amsterdam
Amsterdam Sinfonietta
sopraan Lucie Chartin Martha Bosch Marijke van der Harst Mariëlle Kirkels Maria Köpcke Marjo van Someren Elma Timmers
1ste viool Jacobien Rozemond Nicoline van Santen Karen Segal Cecile Gouder de Beauregard Miki Tsunoda Dimiter Tchernookov
bassethoorn Frank van den Brink Jasper Grijpink
2de viool Sarah Kapustin Petra Griffioen Frances Thé Diet Tilanus Inki Varga Marit Vliegenthart
trompet Cyrille van Poucke Marc Busscher
alt Sabine van der Heyden Mieke van Laren Dorien Lievers Åsa Olsson Inga Schneider Suzanne Verburg Desirée Verlaan tenor Ross Buddie Dolf Drabbels Jon Etxabe Arzuaga William Knight Satoshi Mizukoshi Scott Mello Endrik Üksvärav bas Martijn de Graaf Bierbrauwer Kees Jan de Koning Bart Oenema Robert van der Vinne Hans Wijers Jan Douwes Nicolas Boulanger
32
altviool Rosalind Ventris Ernst Grapperhaus Anne-Bartje Fontein Roeland Jagers cello Kaori Yamagami Örs Köszeghy Michiel Weidner Ketevan Roinishvili
fagot Hajime Konoye James Aylward
trombone Sebastiaan Kemner Jeffrey Kant Marijn Migchielsen pauken Peppie Wiersma kistorgel David Jansen
contrabas Ying Lai Green Servaas Jessen
33
Carolyn Sampson
34
De Engelse sopraan Carolyn Sampson voelt zich even goed thuis op de operaals op de concertscène. Bij de English National Opera vertolkte ze onder meer de titelrol in ‘Semele’, en Pamina in ‘Die Zauberflöte’. Op het Glyndebourne Festival was ze te horen in Purcells ‘The Fairy Queen’, een productie die onlangs verscheen op dvd. In 2012 zong ze Anne Truelove in de nieuwe productie van ‘The Rake’s Progress’ van Sir David McVicar voor de Scottish Opera. Carolyn Sampson is tevens een regelmatige gast aan de Opéra de Paris, Opéra de Lille, Opéra de Montpellier en Opéra National du Rhin. Ze zong de titelrol in Lully’s ‘Psyché’ voor het Boston Early Music Festival, wat op cd is verschenen en genomineerd werd voor een Grammy in 2008. Als concertzangeres geeft Sampson regelmatig concerten op de BBC Proms en met orkesten als The Orchestra of the Age of Enlightenment, The English Concert, Bach Collegium Japan, Manchester Camerata, The Sixteen, The Hallé Orchestra, City of London Sinfonia, Scottish Chamber Orchestra, Royal Liverpool Philharmonic en City of Birmingham Symphony Orchestra. Buiten het Verenigd Koninkrijk werkte Sampson in Europa reeds samen met het Koninklijk Concertgebouw Orkest, Freiburger Barockorchester, Orchester des Bayerischen Rundfunks, WDR Symphonie Orchester, Orchestra dell’Accademia Nazionale di Santa Cecilia, Gürzenich Orchester, Rotterdam Philharmonisch en Leipzig Gewandhaus Orchester en in de Verenigde Staten met San Francisco Symphony, Boston Symphony, Detroit Symphony en St Paul Chamber Orchestra. In oktober 2013 maakte ze haar recitaldebuut in Carnegie Hall in New York. Sampson werkte samen met dirigenten als Sir Mark Elder, Markus Stenz, Ivor Bolton, Philippe Herreweghe, Harry Bicket, Trevor Pinnock, Riccardo Chailly, Louis Langrée, Harry Christophers en Robert King. Ze gaf liedrecitals in de Wigmore Hall in Londen, op de festivals
Anna Stéphany van Saintes en Aldeburgh en in het Concertgebouw Amsterdam. Haar opname van liederen van Purcell voor het label Bis werd geselecteerd voor de Editor’s Choice van Gramophone Magazine in december 2007. Sampson is te horen op een groot aantal opnamen verschenen bij Hyperion met The King’s Consort. Onder meer de Mozart-cd ‘Exsultate jubilate’ werd door BBC Music Magazine’s uitgeroepen tot ‘Record of the Month’ en won een Echo Klassik Preis. Hoogtepunten van dit seizoen zijn concerten met Philharmonia Baroque Orchestra, San Francisco Symphony, The Hallé Orchestra, Bergen Philharmonic Orchestra, Bach Collegium Japan, Freiburger Barockorchester, Rotterdam Philharmonisch Orkest, Leipzig Gewandhaus Orchester en de Wiener Symphoniker. www.carolynsampson.com deSingel tijdlijn wo 5 nov 2014 Cappella Amsterdam & Amsterdam Sinfonietta olv. Daniel Reuss Mozart, Pärt wo 18 nov 2009 Academy of Ancient Music olv. Richard Egarr Purcell, Händel za 25 feb 2006 Koor & Orkest Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe Bach, Buxtehude di 21 dec 2004 Akademie für Alte Musik Berlin & Rias Kammerchor olv. Daniel Reuss Händel zo 30 nov 2003 Koor & Orkest Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe Bach do 12 dec 2002 Koor & Orkest Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe Bach
De Frans-Engelse mezzosopraan Anna Stéphany is winnares van de Kathleen Ferrier Award en de Guildhall Gold Medal en heeft in 2009 Engeland vertegenwoordigd als BBC Cardiff Singer of the World. Ze is afgestudeerd aan het King’s College London, The Guildhall School of Music & Drama en de National Opera Studio. In de zomer van 2011 zong zij Annio in David McVicars productie van ‘La Clemenza di Tito’ op het Festival d’Aix-en-Provence. Eerder dat jaar maakte Stéphany haar debuut bij Théâtre du Châtelet in de rol van Rosina in ‘Il barbiere di Siviglia’. Ze debuteerde ook in de Verenigde Staten in de titelrol in Charpentiers ‘Medée’ met Christian Curnyn en het Chicago Opera Theater, en in het Bolshoi Theatre in Moskou als Orlovsky in ‘Die Fledermaus’. Stéphany zong met orkesten als het London Symphony Orchestra, Orchestra of the Age of Enlightenment, Radio Filharmonisch Orkest, BBC Symphony Orchestra, NDR Sinfonieorchester, London Philharmonic Orchestra en het CBSO; onder leiding van vele dirigenten, oa. Jaap van Zweden, Thomas Hengelbrock, Sir Colin Davis, Vassily Sinaisky, Andris Nelsons, Sir Charles Mackerras, Jean-Christophe Spinosi, David Zinman, Thierry Fischer, Donald Runnicles, Sir Andrew Davis en David Parry. Stéphany is verbonden aan het ensemble van Opernhaus Zürich waar zij rollen vertolkte zoals Cherubino in ‘Le nozze di Figaro’, Dorabella in ‘Cosí fan Tutte’ en Lola in ‘Cavalleria Rusticana’. Dit seizoen zingt zij Minerva in ‘Il Ritorno d’Ulisse in Patria’. Ze zal ook meezingen in Bachs ‘Hohe Messe’ met het Pygmalion Ensemble in Bordeaux, Toulouse en in Salle Pleyel, in Beethovens Negende Symfonie met het LPO in The Barbican en Théâtre des Champs Elysées, Beethovens Mis in C met het LSO en ze zal terugkeren naar het Bolshoi voor
concerten van ‘Der Rosenkavalier’. Zij zal ook optreden als Octavian in ‘Der Rosenkavalier’ voor het Royal Swedish Opera, in ‘La demoiselle élue’ met het Philharmonia Orchestra en Haydns ‘Sieben letzte Worte am Kreuz’ met Musikkollegium Winterthur. www.annastephany.com deSingeldebuut
35
Thomas Walker Thomas Walker is geboren in Glasgow en begon zijn muzikale carrière als trompettist op The Royal Scottish Academy of Music and Drama, voordat hij zang ging studeren bij Ryland Davies aan het Royal College of Music. Dit seizoen en daarna treedt hij oa. op in de titelrol in Rameau’s ‘Platée’ voor de Stuttgart Opera; aria’s in Bachs ‘Matthäus-Passion’ met het Gabrieli Consort and Players in Polen; Basilio in ‘le Nozze di Figaro’ op tournee met het Freiburg Baroque Orchestra en René Jacobs; Bachcantates met de Hamburg Symphoniker; Haydns ‘Nelsonmis’ en Brittens ‘Cantata Academica’ met de Internationale Bachakademie Stuttgart, beide concerten met Jeffrey Tate; Mendelssohns ‘Elijah’ met het Sydney Symphony Orchestra olv. Paul McCreesh en Zadok in Händels ‘Solomon’ voor de Calouste Gulbenkian Foundation, ook met McCreesh; Evangelist in Bachs ‘Johannes-Passion’ in een Europese tournee met het Dunedin Consort; Mozarts ‘Requiem’ met het City of London Sinfonia en Stephan Layton en ‘Messiah’ met het Orquestra Barroca Catalana olv. Daniel Reuss. Walker was tevens te horen in Brittens ‘Les Illuminations’ met The Scottish Ensemble; Stravinsky's ‘Pulcinella’ met het BBC SSO en Matthias Pintscher; Schumanns ‘Paradies und die Peri’ met het Estonian Philharmonic Chamber Choir olv. Daniel Reuss; Chevalier in Poulencs ‘Les Dialogues des Carmélites’ op het Edinburgh International Festival met The Royal Scottish National Orchestra; Tippetts ‘A Child of our Time’ met het Royal Philharmonic Orchestra olv. Sir Andrew Davis en Haydns ‘Schöpfung’ met het Orquestra Metropolitana de Lisboa.
36
Roderick Williams deSingel tijdlijn wo 5 nov 2014 Cappella Amsterdam & Amsterdam Sinfonietta olv. Daniel Reuss Mozart, Pärt za 13 dec 2008 Cappella Amsterdam & Akademie für Alte Musik olv. Daniel Reuss Händel
Bariton Roderick Williams is actief als opera, concert- en liedzanger. Zijn repertoire reikt van barok- tot hedendaagse muziek. Hij werkte onder meer samen met Opera North en de Scottish Opera en was te horen in de English National Opera als Papageno in ‘Die Zauberflöte’ en in het Royal Opera House Covent Garden als Schaunard in ‘La Bohème’. Voor Opera North vertolkte hij de titelrol in ‘Don Giovanni’, De Graaf in ‘Le nozze di Figaro’, Guglielmo in ‘Così fan tutte’, Figaro in ‘Il barbiere di Siviglia’ en Ned Keen in ‘Peter Grimes’. In de Scottish Opera nam hij rollen op zich als Marcello in ‘La Bohème’ en Lord Byron in de wereldpremière van Sally Beamish’ ‘Monster’. Andere wereldpremières waarin Williams een rol vertolkte, zijn David Sawyers ‘From Morning to Midnight’, Martin Butlers ‘A better Place’, Alexander Knaifels ‘Alice in Wonderland’ en Michel van de Aa’s ‘After Life’. Williams gaf concerten met Royal Liverpool Philharmonic, Manchester Camerata, BBC National Orchestra of Wales, BBC Philharmonic, BBC Symphony, Royal Scottish National Orchestra, The Hallé Orchestra, Britten Sinfonia, City of London Sinfonia, King’s College Cambridge, Goldsmiths Choral Union, Ex Cathedra, The Sixteen, The King’s Consort, New London Consort, London Philharmonic Orchestra, Le Concert Spirituel, Ensemble Orchestral de Paris, Berlin Philharmonic, Rias Kammerchor, Orquesta Sinfonica de Euskadi, het Radio Philharmonisch Orkest, Iceland Symphony, Danish National Radio Symphony, San Francisco Symphony, Utah Symphony, Music of the Baroque Chicago, Bach Collegium Japan, Pax Christi Chorale in Toronto. Hij heeft ook opgetreden in Vaughan Williams’ ‘A Sea Symphony’ bij de opening van de 2013 BBC Proms, in Brittens ‘War Requiem’ met Maggio Musicale en Semyon Bychkov in
Firenze en in de Britse première van Jonathan Harvey’s ‘Wagner Dream’ met het BBC Symphony Orchestra. Roderick Williams geeft regelmatig recitals in zalen en op festivals als Wigmore Hall, King’s Place, LSO St Luke’s, Perth Concert Hall, Oxford Lieder Festival, London Song Festival, Howard Assembly Room en Musikverein Wien. Williams is te horen op talloze cd-opnamen, oa. in opera’s van Vaughan Williams, Berkeley en Britten voor Chandos, Verdi’s ‘Don Carlos’ (olv. Bernard Haitink) voor Philips, en een uitgebreid repertoire van Engelse liederen met pianist Iain Burnside voor Naxos. Roderick Williams is ook componist en zijn werken zijn in première gegaan in de Wigmore Hall en Barbican Hall, de Purcell Room en live op de radio. deSingel tijdlijn wo 5 nov 2014 Cappella Amsterdam & Amsterdam Sinfonietta olv. Daniel Reuss Mozart, Pärt za 13 dec 2008 Cappella Amsterdam & Akademie für Alte Musik olv. Daniel Reuss Händel wo 19 dec 2007 Akademie für Alte Musik & Rias Kammerchor olv. Hans-Christoph Rademann Bach
37
Binnenkort in deSingel
Koor & Orkest van de Nederlandse Bachvereniging olv. Jos van Veldhoven Lauren Armishaw, Marjon Strijk sopraan Barnabas Hegyi contratenor Robert Buckland tenor Jelle Draijer bas
M Luther Vater unser im Himmelreich, Zahn 2562, AWAiv35a S Scheidt ‘Vater unser im Himmelreich’ uit ‘Cantiones Sacrae, SSWV32’ J H Schein Vater unser im Himmelreich: A iv, 60 (SS) H I F von Biber Requiem in f D Buxtehude Jesu, meines Lebens Leben, BuxWV62 Nimm von uns Herr, du treuer Gott, BuxWV78 J Bach Unser Leben ist ein Schatten J S Bach Komm, Jesu komm, BWV229
za 8 nov 2014 | 20 uur | Blauwe zaal € 40, 35, 30 (basis) | € 35, 30, 25 (-25/65+) | € 8 (-19 jaar) gratis inleiding Jacques Van Deun | 19.15 uur | Blauwe foyer
architectuur dans theater muziek
t +32 (0)3 248 28 28 Desguinlei 25 B-2018 Antwerpen deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Overheid
www.desingel.be f deSingelArtCity
mediasponsors