Jeska Verstegen
Keteltje
Prinses op les
Leopold / Amsterdam
Eerste druk 2013
© Jeska Verstegen 2013/ www.jeskaverstegen.nl
Vormgeving: Annemieke Groenhuijzen / www.aggv.nl Uitgeverij Leopold, Amsterdam / www.leopold.nl ISBN 978 90 258 6203 9 / NUR 272
Inhoud Keteltje leert zwaaien 6 Keteltje is jarig 10 Keteltje krijgt hoog bezoek 15 Keteltje redt biggen 19 Keteltje gaat op de foto 24 Keteltje krijgt hulp 28 Keteltje is ziek 32 Keteltje gaat spoorzoeken 36 Keteltje krijgt een kaart uit Afrika 41 Keteltje gaat racen 44 Keteltje leert koninklijk telefoneren 47 Keteltje en de bloemenwedstrijd 52 Keteltje knipt lintjes 57 Keteltje komt op tv 61 Keteltje zoekt een huisje 66 Keteltje viert feest 70 Keteltje gaat met pensioen 74 Keteltje bedenkt een wet 78 Keteltje volgt een spoor 82 De toespraak van Keteltje 86
Daghallo! Even iedereen voorstellen!
ft hee a Om heim! s e ns ge Pri een
er. uk. d e r Mo rg d n i e ng d oni altij K is het Dit eeft h Zij
Generaal Vader is groot en sterk.
ma Met P ak ik mrins O alle pa pre t.
Dit is de Minister Presid Hij is een betweter ent. .
e Kok Sjef d er koken. kk kan le Dit ben ik. Ket Tenminste… m eltje. ijn voeten.
Sneeuwbal, de witte kat.
Beppie, het varkentje.
Keteltje leert zwaaien
P
rinses Keteltje zit aan de grote eettafel in het koninklijk paleis. Ze neemt een hap uit haar boterham met hagelslag. De korreltjes springen weg en tikken op haar ontbijtbord. De prinses drukt haar wijsvinger op de ont snapte hagelkorrels en likt haar vingertop af. ‘Mmmm.’ Haar moeder, de koningin, zucht. ‘Keteltje, dat doet een prinses niet!’ ‘O,’ zegt Keteltje. Ze buigt voorover en likt de overgebleven chocolade hageltjes van haar bord. Koningin Moeder perst haar mond tot een streep en snijdt netjes een stukje van haar gebakken ei. Keteltjes vader zit kaarsrecht aan de eettafel. Zijn scherpe generaalsblik ontgaat niets. Hij wijst Keteltje op een ontsnapte hagelkorrel. Daarna kauwt Generaal Vader precies tweeëndertig keer op zijn hap brood met kaas. Prinses Keteltje werd zes jaar geleden geboren. Ze kreeg de naam Kathelijne Catherijne Josefien. Een naam voor een keurige prinses. Maar iedereen noemt haar Keteltje, omdat ze bijna altijd vrolijk is en dan opge wekt zingt als een fluitend fluitketeltje. En omdat ze soms zo boos wordt dat er stoom uit haar oren komt. ‘Vanavond is er feest,’ zegt Koningin Moeder. ‘Er komen honderd gasten en ik verwacht dat je netjes en lief bent. Daarom zul je vandaag koninklijk leren zwaaien.’ ‘Zwaaien? Dat kan ik al!’ roept Keteltje. Ze steekt haar hand in de lucht en zwaait wild heen en weer. Koningin Moeder schudt haar hoofd. ‘Lieve kind, dat is niet zwaaien, dat is maaien. Je hebt absoluut zwaailes nodig.’
6
’s Middags wacht Keteltje in de bibliotheek van het paleis. Ze kijkt boos. Zwaailes? Onzin! Daghallo roepen en met je arm zwaaien. Daar is niks aan. Dat kan ze best. ‘Hm hm,’ kucht iemand in de deuropening. ‘Gegroet, prinses. Ik ben de Groetmeester.’ ‘Daghallo,’ mompelt Keteltje. De Groetmeester duwt zijn bril recht op zijn neus en zegt: ‘We beginnen de les met het losmaken van de polsen.’ ‘Dat kan ik goed,’ zegt de prinses. Ze zwiept met haar handen. ‘Nee, rústig draaien,’ zegt de Groetmeester streng. ‘Kijk, zo.’ Keteltje doet hem na. ‘Goed,’ zegt de Groetmeester. ‘Het zwaaien. Een prinses zwaait zo...’ Hij doet het voor. ‘Het is als het uitpersen van een sinaasappel, maar dan in de lucht.’ De prinses probeert het. De Groetmeester duwt zijn bril recht op zijn neus en zucht. ‘Dan komen we bij het begroeten.’ ‘Dat is gemakkelijk,’ zegt Keteltje en ze roept hard: ‘Daghallo!’ De Groetmeester schudt zijn hoofd. ‘Daghallo roepen is niet juist. Als u iemand begroet, zegt u ‘‘welkom’’. Daarna geeft u een hand.’
De les gaat buiten verder. Ze staan in het prieel midden in de paleistuin. Een oud open gebouwtje met mooie versieringen. ‘Beeldt u zich in dat dit prieel de gouden koets is, en wuif naar de mensen op straat,’ zegt de Groetmeester.
7
Keteltje doet haar best. Ze sinaasappelzwaait naar mussen en eksters en ze zegt netjes ‘welkom’ tegen een witte poes die voorbij loopt. ‘De les is nu voorbij,’ bromt de Groetmeester. ‘Maar u moet veel oefenen, Prinses Keteltje. Denk aan de sinaasappels.’
Na de zwaailes huppelt Keteltje naar de paleiskeuken. Ze roept tegen de kok: ‘Daghallo! Mag ik sinaasappels hebben? Ik moet oefenen met zwaaien.’ ‘Sinaasappels?’ vraagt Sjef de Kok verbaasd. ‘Ja,’ zegt Keteltje. Aarzelend wijst Sjef de Kok naar de grote schaal op de keukentafel. ‘Prinses Keteltje, we hebben veel werk te doen voor het feest van van avond. Er komen honderd gasten en…’ Maar de prinses is al begonnen met het persen van de sinaasappels. Op de tafel groeit een hoge berg uitgeperste sinaasappelschillen. Wel honderd! Wat is dat sinaasappelzwaaioefenen vermoeiend, denkt Keteltje en ze schudt wild haar armen los. Als ze haar beide handen naar achteren gooit, raakt ze een bediende die juist voorbij loopt. Hij draagt een hoge, wiebe lige stapel soepborden. De toren schudt en beeft... De bediende probeert wanhopig de stapel borden te redden, maar het is te laat. Alle honderd borden zeilen door de lucht en vallen in duizend stukken op de grond. ‘Keteltje!’ roept Sjef de Kok boos en hij zwaait met zijn pollepel. ‘O,’ roept Keteltje geschrokken, ‘pardon!’ De scherven kraken onder haar voeten als ze haastig de keuken uit holt. ’s Avonds is het paleis versierd voor het feest. Overal branden de kroon luchters en kaarsen. Voor de gasten is de rode loper uitgerold. Keteltje heeft haar mooiste jurk aan. Als eerste komt de Minister van Verkeer binnen. Keteltje schudt hem netjes de hand. Koningin Moeder knikt goedkeurend.
8
Keteltje heet iedereen keurig welkom. Ze verspreekt zich maar één keer, maar de Minister van Landbouw zegt gewoon ‘daghallo’ terug. Als alle honderd gasten aan de lange eettafel zitten, roept de hoofdlakei: ‘Dames en heren, nu komt het voorgerecht: een warme koninginnen soep.’ Een rij lakeien wandelt binnen met dienbladen vol ronde oranje kommetjes. ‘Wat keurig en kleurig,’ zegt de vrouw van de Minister van Verkeer. ‘Kunstig, zo’n sinaasappelschil als soepkom,’ zegt de Minister President oplettend. ‘We hebben een knappe kok,’ vertelt de koningin, ‘hij verzint altijd iets nieuws.’ Sjef de Kok kijkt net bezorgd de feestzaal in. Keteltje wuift lachend haar sinaasappelgroet. Het gaat goed! Dan geeft de hoofdlakei het sein dat de volgende gang binnen mag komen: vis met sinaasappelsaus. En als toetje is er sinaasappelijs van verse sinaasappelsap. De gasten smullen. De Minister van Landbouw veegt stiekem met zijn vinger zijn bord schoon en likt hem af. Gelukkig ziet Koningin Moeder het niet. Keteltje knipoogt en de Minister van Landbouw knipoogt terug. Zo fruitig hebben de gasten nog nooit gegeten. Ze juichen: ‘Oranje boven!’ Keteltje juicht het hardst van allemaal.
9
Keteltje is jarig
P
rinses Keteltje danst door de gang. ‘Ik ben jarig!’ roept ze. Koningin Moeder komt haar tegemoet en zegt: ‘Lieve kind, zo mal doet een prinses niet.’ Keteltje zet haar dansende voeten keurig naast elkaar. Koningin Moeder glimlacht tevreden en zegt: ‘Wel gefeliciteerd.’ Samen lopen ze naar de eetzaal om te ontbijten. Keteltje loopt heel netjes. Maar vanbinnen danst ze nog steeds. Zouden er cadeautjes zijn? denkt Keteltje. Voorzichtig duwt ze de deur open en kijkt naar binnen. ‘Hoera!’ roepen Generaal Vader en Prins Opa tegelijk. ‘Daghallo!’ roept Keteltje vrolijk en ze huppelt de eetzaal in. De lange eettafel voor honderd gasten is feestelijk gedekt voor vier. Op de tafel staan twee cadeaus. Keteltje holt om de tafel heen. Ze wijst opgewonden. ‘Wat een groot cadeau! Mag ik het meteen openmaken?’ ‘Ja, natuurlijk,’ zegt Prins Opa lachend. Keteltje klimt op tafel. Koningin Moeder kijkt boos en wappert met haar handen. ‘Jakkes, niet met je schoenen op tafel!’ ‘Voor een keer mag dat best,’ zegt Prins Opa. Keteltje scheurt cadeaupapier. Rats! ‘Lieve kind,’ zucht Koningin Moeder, ‘een prinses scheurt niet. Ze blijft altijd geduldig.’ Keteltje knikt en scheurt verder. Grote repen inpakpapier vallen van het cadeau af. ‘O,’ jubelt Keteltje, ‘een helikopter!’ Op de eettafel staat een felroze helikopter. ‘Ik heb de helikopter voor je uitgezocht,’ zegt Prins Opa glunderend.
10
Keteltje rent naar hem toe en geeft hem een zoen. ‘Ik heb hem ingepakt!’ roept Generaal Vader. Keteltje springt naar hem toe en geeft hem een knuffel. ‘En ik gaf toestemming dat het vliegding op tafel mocht staan,’ zegt Koningin Moeder. Keteltje danst naar haar toe en geeft haar een kus. ‘Er ligt nog een pakje,’ zegt Prins Opa. Keteltje maakt het haastig open. ‘Sokken!’ roept Keteltje verheugd. Prins Opa zegt: ‘Na het ontbijt gaan we vliegen.’ Keteltje wipt ongeduldig op haar stoel. ‘Gaan we niet meteen vliegen?’ vraagt ze. ‘Eet eerst je bord leeg,’ zegt Generaal Vader. ‘Vliegen gaat niet op een lege maag.’ Keteltje propt met moeite een boterham naar binnen.
11
Eindelijk is het zover. Keteltje en Prins Opa gaan vliegen. Prins Opa loopt naar de grote ramen in de eetzaal en zet ze open. ‘Zo kunnen we van de eettafel recht naar buiten vliegen,’ zegt Prins Opa. Keteltje popelt van verlangen. ‘Poeh,’ puft Prins Opa als hij stram op de tafel klimt. Hij houdt de deur van de roze helikopter open en roept vrolijk: ‘Dames eerst!’ Hij steekt zijn hand uit en helpt Keteltje de cockpit in. Keteltje gaat zitten. Wat een hoop knopjes, denkt ze. Prins Opa ploft in de bestuurdersstoel naast haar en zegt: ‘Het besturen van de helikopter is simpel. Zie je deze pijltjes? De pijl omhoog laat de he likopter stijgen. Met de pijl naar beneden daal je. De knop met het pijltje naar links is links, de knop met het pijltje naar rechts is rechts. Heel een voudig. Je start de motor door de sleutel om te draaien.’ ‘Ik begrijp het,’ zegt Keteltje.
12
13