MILIEUVERKLARING 2004
Sappi Nijmegen Mill • Nederland
3
Inhoudsopgave Voorwoord
5
Samenvatting
7
1. 1.1. 1.2. 1.3.
BESCHRIJVING VAN DE BEDRIJFSACTIVITEITEN Organisatie Beschrijving van het bedrijfsproces Ondersteunende diensten
9 9 11 12
2. 2.1. 2.2. 2.3.
MILIEUZORG ACTIVITEITEN, VERGUNNINGEN EN CONVENANTEN Structuur en status van het milieuzorgsysteem Overzicht aanwezige milieuvergunningen Convenanten
13 13 18 20
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.7. 3.8. 3.9. 3.10. 3.11. 3.12. 3.13.
DOELSTELLINGEN MILIEUBELEID: REALISATIE EN MAATREGELEN Inleiding Lucht Water Afvalstoffen Bodem Geluid Energie Brandveiligheid, externe veiligheid en calamiteiten Verkeer en vervoer Indirecte milieueffecten Effecten op de biodiversiteit Opleidingen Toetsing aan BAT-Bref
23 23 24 26 28 32 33 34 35 35 37 38 39 39
4.
GEGEVENS VAN DE MILIEUVERIFICATEUR
41
5.
VOLGENDE MILIEUVERKLARING
41
Bijlagen 1. Overzicht en verantwoording van de gepresenteerde gegevens 2. Verklarende begrippenlijst 3. Toelichting op het cijfermatige deel (uitvouwblad) 4. Overzicht van door Sappi Nijmegen geregistreerde klachten en gedane meldingen
sappi
4
sappi
5
Voorwoord Geachte lezer, Voor U ligt alweer de achtste milieuverklaring van Sappi Nijmegen B.V., een beschrijving van de inspanningen op het gebied van milieuzorg en de bijbehorende resultaten over het kalenderjaar 2004. Ofschoon er met ingang van dit jaar geen wettelijke verplichting meer is om een publieksmilieuverslag uit te brengen, ben ik van mening dat het afschaffen hiervan niet zou passen binnen ons pro-actieve milieubeleid en de daarbij horende houding naar onze omgeving. De inspanningen die wij ons getroosten om de milieubelasting tot een minimum te beperken willen we dan ook zo compleet mogelijk naar onze belanghebbenden communiceren. In het afgelopen jaar is ons duidelijk geworden dat we daar niet altijd even goed in geslaagd zijn. Pas dit jaar mag er voor het eerst gesproken worden van een echte dialoog met één van onze belangrijkste belanghebbenden, de omwonenden. Ik ben de betreffende Nijmeegse milieugroepering erkentelijk voor het op gang brengen van deze dialoog en betreur het dat we hier niet eerder toe gekomen zijn. In de aangename en verhelderende gesprekken hebben we toegelicht welke inspanningen gedaan zijn om overlast te minimaliseren. De meest voorkomende klacht uit het verleden betrof het afblazen van stoom door onze Warmtekrachtcentrale. Door genomen maatregelen lijkt hier duidelijk sprake van een verbetering. Het is dan ook vermeldenswaard dat er in het afgelopen jaar geen enkele milieuklacht voor ons bedrijf is geregistreerd, terwijl onze omgeving in genoemde dialoog juist is aangespoord om toch vooral te melden wanneer er hinder ondervonden werd. Hoe dan ook, wij zullen ernaar streven om deze dialoog in stand te houden en hierover zijn ook concrete afspraken gemaakt. Het jaar 2004 werd tevens gekenmerkt door het onherroepelijk worden van onze, in 2002 door de Provincie Gelderland verleende, vergunning in het kader van de Wet milieubeheer. Dit is gebeurd na uitvoerig en constructief overleg met de Provincie Gelderland, de Gemeente Nijmegen en de Milieugroepering MOB. Deze laatste partij heeft haar bezwaren ingetrokken, omdat er een aantal aanvullende voorschriften in onze vergunning zijn opgenomen. Hiermee is een einde gekomen aan een zeer lange periode van onduidelijkheid en onzekerheid. Tevens is ons in het afgelopen jaar een nieuwe vergunning verleend in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo). Door deelname van twee van onze medewerkers in een projectgroep samen met Rijkswaterstaat, RIZA en enkele vertegenwoordigers van de papierindustrie en de grondstoffenleveranciers, is een standaardmodel uitgewerkt voor nieuwe Wvo-vergunningen (binnen de werkgroep bekend als het “Sappi-model”). Belangrijkste wijziging betreft de implementatie van de nieuwe Algemene Beoordelings Methodiek voor grond- en hulpstoffen (ABM), die als doel heeft het voorkomen van emissies van schadelijke stoffen naar het oppervlaktewater. Sappi Nijmegen is hiermee het eerste bedrijf in de papier- en kartonindustrie dat deze ABM in haar vergunning heeft verwerkt. Ik wil dit voorwoord wederom afsluiten door te benadrukken dat Sappi Nijmegen B.V. streeft naar een volledige bezetting van haar productiecapaciteit, als inzet voor een kwalitatief hoogwaardig eindproduct, met continue aandacht voor onze omgeving. Ik ben van mening dat de vervaardiging van dit prachtige product, waarvan u een voorbeeld voor u heeft liggen, mogelijk is met inachtneming van de effecten op het milieu en ik zet mij persoonlijk in om deze effecten tot een minimum te beperken. Ik voel mij hierbij volledig gesteund en gestimuleerd door de directies binnen het Sappi-concern en verwijs graag naar onze website www.sappi.com, waar u onder andere terechtkunt voor ons duurzaamheidsverslag (sustainability report). Deze milieuverklaring is opgesteld aan de hand van de EMAS-verordening van de Europese Unie en de richtlijnen uit het EMAS Verificatiesysteem van de Stichting Coördinatie Certificatie Milieuzorgsystemen (SCCM). De verklaring is geverifieerd door DNV Certification BV. Ik hoop dat u, net als ikzelf, met voldoening zult lezen wat de resultaten zijn van onze inspanningen op milieugebied.
Mat J.H. Quaedvlieg Mill Director
sappi
6
sappi
7
Samenvatting Organisatie Sappi Nijmegen B.V. (Sappi) is onderdeel van het Zuid-Afrikaanse Sappi-concern en produceert jaarlijks met 275 medewerkers circa 200.000 – 250.000 ton gestreken papier op rollen. Bedrijfsproces Grond- en hulpstoffen worden grotendeels per schip aangevoerd. De grond- en hulpstoffen worden intern of extern opgeslagen op diverse locaties conform wet- en regelgeving. Het papierproductieproces bestaat uit de stofvoorbereiding, de productie op de papiermachine van gestreken papier op rollen en de nabewerking van de papierrollen. Tevens zijn er niet-procesgebonden activiteiten zoals de warmte/krachtcentrale (WKC), technische dienst, behandeling van het grondwater, intern transport en de brandbestrijding/bedrijfshulpverlening. Afvoer van gereed product vindt plaats per vrachtwagen. Milieuzorgsysteem en vergunningen Bij Sappi is een gecertificeerd milieuzorgsysteem (ISO 14001) in werking. In het milieuzorgsysteem is geborgd dat wordt voldaan aan eisen in vergunningen, overige wet- en regelgeving en convenanten middels de operationele beheersing van de (significante) milieuaspecten. Vierjaarlijks worden milieudoelstellingen opgesteld. Hierbij zijn meerjaren- en jaarplannen instrumenten voor het behalen van de doelstellingen. Hiervan wordt jaarlijks verslag gedaan in de gevalideerde milieuverklaring (EMAS). Er worden metingen, registraties, milieu-inspecties en audits uitgevoerd. Afwijkingen, tekortkomingen en klachten worden bijgestuurd door corrigerende maatregelen. De effectieve werking van het milieuzorgsysteem wordt beoordeeld door het uitvoeren van een management review. Realisatie doelstellingen en maatregelen De doelstellingen beslaan de periode 2000 tot en met 2004, ze worden per compartiment beschreven en zijn geïndexeerd naar de hoeveelheid emissie per ton product. Geconcludeerd kan worden dat alle doelstellingen zijn gerealiseerd met uitzondering van gevaarlijk afval. Lucht De emissie doelstelling voor NOx door de WKC/STEG was reeds in 2002 behaald. De reductie van de NOx- emissie van de WKC vanaf 2003 is het gevolg van de continu meting en het in werking zijn van de WKC conform het rekenmodel waarbij wordt geborgd dat wordt voldaan aan de emissienorm die voortkomt uit het BEES A. De ammoniak-emissie is zeer sterk gereduceerd. De emissie vanaf 2002 is het gevolg van het feit dat de gebruikte grondstoffen een klein percentage ammoniak bevatten. In 2004 zijn geen klachten aangaande geur ontvangen. Tijdens een VROM-inspectie in 2004 is vastgesteld dat er geen halonbrandblussystemen meer in werking zijn en dat er overeenkomstig de vigerende wet- en regelgeving is gehandeld. Water Het grondwaterverbruik is in 2004 verder gedaald tot circa 12 m3 per ton eindproduct, dit voldoet aan de internationale standaard voor de papierindustrie (BAT/Bref). Het waterverbruik is in 2004 verminderd als gevolg van de start van een groot waterbesparingsproject. Dit project zal doorlopen in 2005. De doelstelling ter vermindering van de vervuiling in het afvalwater (effluent) is ruim behaald door optimalisatie van de werking van de AWZ. In 2003 is in overleg met Rijkswaterstaat een praktijkproef voorbeluchten gestart. De proef is in maart 2004 beëindigd omdat het voorbeluchten wel zorg draagt voor een beter beheersbaar en stabieler proces, maar een negatief effect heeft ten aanzien van de hoeveelheid vervuilingseenheden. Afvalstoffen Er wordt gewerkt volgens een afvalstoffenmanagementsysteem. Afvalstoffen worden gescheiden ingezameld volgens het afvalstoffenplan en worden afgevoerd door een erkend inzamelaar. Van het afval wordt 98% hergebruikt en 2% verbrand. De hoeveelheid zuiveringsslib is als gevolg van enkele maatregelen wederom gedaald.
sappi
8 Bodem De opslag locaties bij Sappi zijn voorzien van adequate voorzieningen. Er is een bodemrisicodocument waarvan de (corrigerende) maatregelen zijn uitgevoerd. Er is een bodemmonitoringplan met hierin de te monitoren locaties gekoppeld aan de frequentie en fasering. Sappi Nijmegen B.V. voert dit monitoring-plan uit. Er zijn 2 locaties waar sprake is van bodemverontreiniging in het kader van de Wet Bodembescherming. De urgentie en eventueel te nemen maatregelen worden vastgesteld volgens de saneringsurgentiesystematiek. Sappi Nijmegen zal de voorgestelde benodigde maatregelen uitvoeren. Geluid De dienst Milieu en Water van de Provincie Gelderland heeft in 2003 een controlemeting uitgevoerd. Vastgesteld is een overschrijding van 4 dB(A). Sappi Nijmegen heeft in het eerste kwartaal van 2004 deze meting geverifieerd en de oorzaak in kaart gebracht. Vervolgens is een plan van aanpak aan de provincie voorgelegd, goedgekeurd en door Sappi Nijmegen uitgevoerd. In het eerste kwartaal van 2005 wordt door Sappi Nijmegen een controlemeting uitgevoerd op overschrijding van het vergunningvoorschrift en tevens wordt een toetsing uitgevoerd aan het zonemodel van de Gemeente Nijmegen, dit in het kader van het aanvullende voorschift Wm-vergunning (2004). Energie Op basis van de resultaten uit de Benchmarking Energie-efficiency blijkt Sappi te behoren tot de wereldtop en zelfs beter te zijn dan de “best practice reference mill”. De overheid gaat met ingang van 2005 werken met twee systemen voor emissiehandel voor bedrijven in Nederland: NOx- en CO2-emissiehandel. Ten behoeve van deze emissiehandel heeft Sappi Nijmegen in 2004 een CO2-en NOx-monitoringsprotocol opgesteld en ingediend bij het hiervoor bevoegde gezag (NEA: Nederlandse Emissie Autoriteit). De verdere werkwijze en uitwerking zal worden beschreven in de Milieuverklaring 2005. Brandveiligheid, externe veiligheid, calamiteiten, verkeer en vervoer en de indirecte milieueffecten Deze onderwerpen zijn onderdeel van het milieuzorgsysteem. Jaarlijks vindt een (risico) analyse plaats en worden maatregelen genomen zoals opleiding, training en/of de aanpassing van werkwijzen, apparatuur en voorzieningen.
sappi
9
1. Beschrijving van de bedrijfsactiviteiten 1.1.
ORGANISATIE
1.1.1.
De plaats binnen het concern Sappi Nijmegen B.V. maakt deel uit van Sappi Europe. Sappi Europe is een onderdeel van Sappi Fine Paper (Brussel), wat op zijn beurt weer onderdeel is van het Zuid-Afrikaanse Sappi-concern. Het hoofdkantoor van het Sappi-concern is gevestigd in Johannesburg.
ORGANISATIESTRUCTUUR SAPPI NIJMEGEN B.V.
Mill Director
Controlling
Human Resources
Operations
Logistics
Process & Quality Management
Controller
Personnel Manager
Operations Manager
Logistics Manager
Process and Quality Manager
1.1.2.
Algemene bedrijfsgegevens Sappi Nijmegen B.V. is gelegen aan de Ambachtsweg 2 te Nijmegen, op het industrieterrein Oostkanaalhaven. Sappi Nijmegen B.V. produceert gestreken papier op rollen. Het type papier wordt vooral toegepast voor het produceren van tijdschriften van hoge kwaliteit. Het afzetgebied van de eindproducten is de wereldmarkt. Bij Sappi Nijmegen zijn circa 275 (december 2004) medewerkers (FTE) in dienst. De maximale papierproductiecapaciteit van de inrichting bedraagt circa 300.000 ton papier per jaar. Er wordt gewerkt in dagdienst en meerploegendiensten (o.a. vijfploegendienst).
sappi
10
Papierproductie
Ondersteunende diensten WKC/STEG installatie
aanvoer grond- en hulpstoffen
Grondwater- en afvalwaterzuivering opslag Technische dienst stofvoorbereiding (pulpen) Kantoren, personeelsruimten, onderzoeksruimten
opslag papierproductie - malen - mengen - verdunnen - reinigen - opslag - zeven - persen - drogen - precoaten - drogen - coaten - drogen - kalanderen - opwikkelen
Intern transport
Bedrijfshulpverlening (BHV)
nabewerking - omrollen (indien noodzakelijk) - superkalanderen - snijden rollen - verpakken
opslag
afvoer eindproducten
Chemische vezels
2de maalbewer e king
Hydrapulpers w zel zwelt door wa
ster karakter
Opslagtanks w waar in
mechanische pulpen an papier met elkaar gemengd worden
Centrifugaal zw
Zeefreiniging voor afscheiding grotere deeltjes
Stoff
zorgt
Droogpartij. r . Droging van a an stoomver v war
z v van de vezelmassa gecombineerd de uiteindelijke k dikte v uitgedr
sappi
Perspartij
m2
,
s
Rolco de eerst aan
oater die te strijklaag nbrengt
11 1.2.
BESCHRIJVING VAN HET BEDRIJFSPROCES
1.2.2.
Aanvoer grond- en hulpstoffen Het merendeel van de grond- en hulpstoffen wordt per schip aangevoerd. Enkele hulpstoffen worden per vrachtwagen of trein aangevoerd.
1.2.3.
Opslag grond- en hulpstoffen De grond- en hulpstoffen worden opgeslagen op diverse locaties. Het overgrote deel van de grond- en hulpstoffen, welke zijn geclassificeerd volgens de Wet milieugevaarlijke stoffen (Wms), wordt door een ISO 14001 gecertificeerde externe firma opgeslagen. Deze firma brengt op afroep werkvoorraden naar de betreffende werklocaties (afdelingen) van Sappi Nijmegen B.V. Het overige gedeelte van de grond- en hulpstoffen wordt op diverse locaties op het bedrijfsterrein opgeslagen. Deze opslagen voldoen aan de vereisten gesteld in van toepassing zijn de wet- en regelgeving.
1.2.4.
Beschrijving van het papierproductieproces Het papierproductieproces is onder te verdelen in de stofvoorbereiding, de productie van gestreken papier op rollen op de papiermachine en de nabewerking van de papierrollen. Stofvoorbereiding De grondstoffen (cellulose en hulpstoffen) worden in de stofvoorbereiding volgens een bepaalde receptuur in een pulper gesuspendeerd in water. De pulpmassa wordt vervolgens in een tussenopslag gebracht. Productie papier Het papier wordt geproduceerd met behulp van één papiermachine. Na de tussenop-slag wordt de pulp gemalen en gemengd. Om de gewenste kwaliteit papier te maken is het noodzakelijk dat er cassé bij het pulpmengsel wordt vermengd. Cassé is een pulpmengsel dat is gemaakt van water en papieruitval. Na het mengen wordt de pulp verdund tot dunstof en gereinigd. Vanuit de machinevoorraadkuip wordt de papierstof naar de oploopkast gebracht. Vanuit deze kast wordt de papierstof op het zeefdoek gebracht. Hierbij wordt het blad gevormd (het zogenaamde formeren) en wordt circa 95% water uit de papierbaan gehaald. Vervolgens wordt het materiaal geperst. Vanaf de perspartij komt de papierbaan in de drooggroepen terecht. In de drooggroepen wordt het nog overtollige water verdampt. Na het eerste gedeelte van de drooggroep wordt op de papierbaan een precoating aangebracht. Daarna komt het papier in het tweede gedeelte van de drooggroep. Achter deze drooggroep staat een fountaincoater. Het papier wordt door deze fountaincoater geleid om een strijklaag op de papierbaan aan te brengen. Hierna wordt het papier opnieuw gedroogd. Vervolgens wordt de papierbaan opgerold op een tamboer. De rollen worden tijdelijk opgeslagen waarna een nabewerking plaatsvindt. Nabewerking De rollen papier worden als nabewerking door een superkalander geleid die de gladheid en de glans van het papier verzorgt. Daarna volgt de bobineuse die uit de grote tamboer kleinere rollen snijdt. Hierna volgt de rolleninpakmachine die de rollen verpakt.
1.2.5.
Afvoer eindproducten De eindproducten worden intern opgeslagen, een klein gedeelte wordt naar een externe opslagplaats getransporteerd. Vanuit de opslagplaats wordt het eindproduct door middel van vrachtwagens naar de afnemer getransporteerd.
Rollenopslag Nadroging
2de nadroging
Oproller
Verzending
Omroller Superkalanders voor het satineren van het papier
Mescoaters v an ijklaag
Rollensnijmachines voor het snijden van v de rollen op de juiste specificaties e
sappi
12 1.3.
ONDERSTEUNENDE DIENSTEN Naast de procesgebonden activiteiten vinden op het terrein van de inrichting activiteiten plaats die niet direct deel uitmaken van het productieproces. Ook bij deze niet-procesgebonden activiteiten treden milieueffecten op. Er is hierbij onderscheid gemaakt in de onderstaande activiteiten. Warmte/krachtcentrale (WKC) In 1987 is een warmte/krachtinstallatie (STEG) in bedrijf gesteld bestaande uit een gasturbine welke een generator aandrijft. De gasturbine is voorzien van een bypass stack. De hogedruk stoom wordt geleverd door de afgassenketel (ketel 6) en wordt via een tegendruk stoomturbine tot een lagere druk gereduceerd en naar het interne distributienet gevoerd. De afgassenketel is voorzien van een bijstookinrichting en tevens van een 'koud-lucht' systeem waarmee de volledige stoomproductie kan worden bereikt indien de gasturbine buiten bedrijf is. Tevens zijn er 3 lagedrukstoomketels aanwezig (ketel 5, 7 en 8). Het bedrijf voorziet grotendeels in de eigen elektriciteitsbehoefte door middel van de (STEG) warmte/krachtinstallatie. Er wordt afhankelijk van de omstandigheden een gedeelte (elektra) ingekocht van de NUON of teruggeleverd aan het net. Ingenomen en ontijzerd grondwater ten behoeve van ketelvoedingwater wordt onthard. Vervolgens worden enkele chemicaliën toegevoegd ter bescherming van de ketel. Behandeling van het grondwater en afvalwater Het bedrijf gebruikt grondwater voor proceswater en ketelvoedingwater. Ingenomen grondwater wordt voor gebruik ontijzerd. Regeneratiewater gaat met het procesafvalwater naar de afvalwaterzuivering. Proceswater dat vrijkomt bij de papierproductie wordt hergebruikt in de stofbereiding voor de aanmaak van de pulpsuspensie. Het resterende proceswater doorloopt een groffilter, een zandvanger, een pH-regelaar en een buffertank. Vervolgens wordt het neutrale procesafvalwater door een persleiding verpompt naar de afvalwaterzuivering van Sappi in Weurt. Na zuivering wordt het water geloosd op de Waal. Technische dienst In de werkplaats van de technische dienst (TD) vinden kleine reparaties plaats ten behoeve van de installaties, machines en gebouwen. Olie voor het smeren en verversen van machines wordt opgeslagen in vaten in een aparte ruimte (olie- en vetopslag). Voor onderhoudswerkzaamheden zijn op diverse locaties werkvoorraden olie en vet aanwezig. Kantoren, personeels- en onderzoeksruimten Voor de commerciële en administratieve taken zijn kantoren aanwezig. Voor het personeel is een kantine, kleed- en wasgelegenheid aanwezig. Het bedrijf heeft 2 onderzoeksruimten: een ingangscontrole- en kwaliteitsonderzoeksruimte en een procesontwikkelingsonderzoeksruimte. In de 2 onderzoeksruimten worden hoofdzakelijk fysische bepalingen verricht en slechts incidenteel natchemische analyses uitgevoerd. Intern transport Ten behoeve van intern transport zijn LPG- en elektroheftrucks aanwezig. Brandbestrijding/bedrijfshulpverlening Voor brandbestrijding en bedrijfshulpverlening zijn op strategische plaatsen brandblussers en blusinstallaties aanwezig. Er is een aparte machinekamer voor de sprinklerinstallatie. Tevens bezit Sappi Nijmegen B.V. een interne brandwacht-/bedrijfshulpverlenings-organisatie en zijn er voorzieningen ten behoeve van deze organisatie (EHBO-artikelen e.d.).
sappi
13
2. Milieuzorg activiteiten, vergunningen en convenanten 2.1.
STRUCTUUR EN STATUS VAN HET MILIEUZORGSYSTEEM
2.1.1.
Algemeen In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de structuur en de status van het milieuzorgsysteem zoals dat bij Sappi Nijmegen B.V. operationeel is. Tevens wordt de huidige stand van zaken ten aanzien van vergunningen en convenanten beschreven en toegelicht. Sinds een aantal jaren heeft het bedrijf een milieuzorgsysteem geïmplementeerd. Vanaf maart 1998 is het milieuzorgsysteem gecertificeerd volgens de norm NEN-EN-ISO 14001. Op 1 december 1998 is het bedrijf tevens geregistreerd door de SCCM als EMAS deelnemer onder nummer NL-S-0000024. Vervolgens is deze registratie telkens met één jaar verlengd nadat de jaarlijkse milieuverklaring was geverifieerd en goedgekeurd door DNV. Met ingang van 2004 heeft Sappi Nijmegen zijn zorgsystemen op het gebied van veiligheid & gezondheid, milieu en kwaliteit, met name ten aanzien van het gedocumenteerde deel, geïntegreerd. In het milieudeel van het zorgsysteem is geborgd dat de vergunning door het bedrijf wordt vertaald naar procedures en werkinstructies. Door koppelingen te leggen tussen aanvraag, vergunning en het milieuzorgsysteem wordt de vergunning overzichtelijk en controleerbaar voor bevoegd gezag en derde belanghebbenden. In de onderstaande paragrafen wordt op hoofdzaken, volgens het Plan-Do-Check-Act-principe (Deming-circle), de structuur en werkwijze van het milieudeel van het geïntegreerde zorgsysteem van Sappi Nijmegen beschreven. In 2005 zal worden beoordeeld wat de effecten zijn van de actualisatie van de ISO14001:2004. Het (milieu)zorgsysteem zal hierop worden aangepast/aangevuld, naar verwachting zal de benodigde aanpassing/aanvulling minimaal zijn.
4.6
4.2 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4
Directiebeoordeling
ACT CHECK 4.5 4.5.1 4.5.2 4.5.3 4.5.4
Controle/corrigeren Monitoring en metingen Afwijkingen/corrigeren/preventie Registraties Milieuzorgsysteem- audits
Milieubeleid Planning Milieu-analyse Wettelijke vereisten Doel- en taakstellingen Milieuprogramma(s)
PLAN DO 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.4.5 4.4.6 4.4.7
Implementatie/uitvoering Structuur en verantwoordelijkheid Bewustwording/bekwaamheid Communicatie (intern/extern) Documentatie milieuzorgsysteem Documentbeheersing Beheersing werkzaamheden Voorbereid zijn op calamiteiten
sappi
Beleidsverklaring : De Directie van Sappi Nijmegen B.V. is ervan overtuigd dat verantwoord ondernemen in belangrijke mate bijdraagt aan duurzaamheid, continuïteit, winst, werkgelegenheid, tevreden klanten, een verantwoorde manier van omgaan met het milieu en een zo groot mogelijke mate van veiligheid, gezondheid en welzijn voor haar medewerkers. Daarbij past een actieve houding richting de overheid en klanten, een open dialoog met de medewerkers en de omgeving en het streven om onze prestaties op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu en kwaliteit binnen bedrijfseconomische randvoorwaarden continue te verbeteren. Het concernbeleid op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu en kwaliteit vormt een belangrijk toetsingskader voor Sappi Nijmegen B.V. Daarnaast wordt rekening gehouden met (inter)nationale normen, (inter)nationale wet- en regelgeving en onderschrijven wij branche-richtlijnen en convenanten. Kerndoelstellingen op het gebied van veiligheid en gezondheid zijn: -
-
Voor zover gevaren onvermijdelijk zijn, richt het bedrijf zich op een organisatie en wijze van produceren waarbij alle onaanvaardbare risico’s worden uitgesloten. Het zover mogelijk terugdringen van nog aanwezige risico’s en alle medewerkers leren verantwoord om te gaan met de nog aanwezige risico’s om zo letsels en ziekten te voorkomen en materiële en procesuitval te beperken. Medewerkers van buitenfirma’s en bezoekers dienen zich te houden aan veiligheidsvoorschriften en normen van Sappi Nijmegen B.V.
Kerndoelstellingen op het gebied van milieu zijn: -
Overlast en emissies naar lucht, bodem en water voorkomen en een verantwoord / duurzaam gebruik van water, energie en grond- en hulpstoffen vormen de belangrijkste speerpunten van ons milieubeleid. Afspraken zoals gemaakt in de convenanten loyaal nakomen.
Kerndoelstellingen op het gebied van kwaliteit zijn: -
Een beheerste en reproduceerbare wijze van produceren. Afspraken met de klant t.a.v. kwaliteit, leverbetrouwbaarheid en service nakomen. Constantheid van producteigenschappen waarborgen. Continue optimalisatie van onze producten, processen, systemen en menselijke vaardigheden
Hoe wij meten en bijsturen: de uitwerking van het beleid is terug te vinden in diverse jaarplannen. Het beleid van Sappi Nijmegen B.V. wordt periodiek geëvalueerd en bijgesteld indien in- en externe ontwikkelingen daartoe aanleiding geven. Op het gebied van milieu is de EMAS -verklaring die jaarlijks wordt uitgebracht een belangrijk communicatiemiddel. In de verklaring leggen wij verantwoording af over de geleverde milieuprestaties van het afgelopen jaar en geven wij onze intenties voor het komende jaar weer.
Nijmegen, 15 december 2004
sappi M.J.H. Quaedvlieg Mill Director
The word for fine paper
15 2.1.3.
Plan Jaarlijks wordt door Sappi Nijmegen een milieuanalyse uitgevoerd van de milieuaspecten welke optreden als gevolg van de bedrijfsvoering. Om de milieuaspecten te beoordelen heeft Sappi Nijmegen een milieu-analyse methodiek: EcoSig. Door middel van de milieu-analyse wordt invulling gegeven aan alle Plan-elementen van de norm ISO 14001, namelijk: • milieuaspecten; • wettelijke en andere eisen; • doel- en taakstellingen; • milieuzorgprogramma's. De volgende algemene criteria worden bij de milieuanalyse onderscheiden: • Overschrijding van wet- en regelgeving? • Afstand tot / overschrijding van algemene doelstellingen? (Stand der techniek, ALARA, BUT, BAT) • De mate van milieuschadelijkheid? • Toename van de emissie bij afwijkende / bijzondere bedrijfsvoering? • Toename van de emissie bij ongevallen, incidenten of noodsituaties? • Bezorgdheid en/of belangstelling door derden? • Wat is de betrouwbaarheid van de (kwantitatieve) gegevens? Ten opzichte van het vorige verslagjaar 2003 hebben zich geen proceswijzigingen voorgedaan met gevolgen voor de milieuaspecten. Als gevolg van gewijzigde wet- en regelgeving en uitkomsten van bodemmonitoring en geluidsmetingen hebben enkele aspecten ten aanzien van bodem en geluid een hogere score gekregen en zijn hiermee prioritair geworden. Derhalve zijn voor deze onderwerpen (corrigerende en/of verbeter) maatregelen in werking gezet of al uitgevoerd. Zie hiervoor de paragrafen 3.5 en 3.6. In het vierjaarlijks op te stellen Bedrijfsmilieuplan en de jaarplanning uit het management report worden maatregelen opgenomen op het gebied van milieuzorg. De maatregelen zijn per milieuaspect weergegeven in hoofdstuk 3. Tevens zijn in dit hoofdstuk de doelstellingen en het behalen van de doelstellingen weergegeven. Samenvatting belangrijkste milieudoelen 2005 • Vervanging opslagvoorziening Klein Gevaarlijk Afval (volgens CPR15.1/PGS15) • Terugdringen stofverliezen • Terugdringen waterverbruik • Opstellen Bedrijfsmilieuplan (BMP-3)
2.1.4.
Do Zorgsysteemvertegenwoordigers en auditors Bij Sappi Nijmegen is binnen het zorgsysteem (veiligheid & gezondheid, milieu en kwaliteit) een belangrijke rol weggelegd voor de zorgsysteemvertegenwoordigers (per afdeling) en auditors. De zorgsysteemvertegenwoordigers verzorgen in belangrijke mate de uitvoerende aspecten van het zorgsysteem zoals interne communicatie, voorlichting en de uitvoering van corrigerende maatregelen. De getrainde auditors verzorgen het uitvoeren van de interne audits. Mede dankzij de inbreng en betrokkenheid van de zorgsysteemvertegenwoordigers en auditors is Sappi Nijmegen in staat om het hoge niveau van het zorgsysteem vast te houden en de ambitieuze doelstellingen te realiseren. Opleiding/training Daar waar nodig ontvangen medewerkers gericht informatie om activiteiten waarbij milieuaspecten een rol spelen beter te kunnen beoordelen. De vorm waarin deze informatie wordt verstrekt is functie afhankelijk. Te volgen opleidingen zijn opgenomen in het opleidingsplan van de afdeling Personeel & Organisatie. Medewerkers betrokkenheid Door middel van een dagelijkse publicatie worden medewerkers geïnformeerd over allerhande thema’s, waaronder milieu en veiligheidszaken. Via de ideeënbus komen met enige regelmaat verbetervoorstellen. Ook worden verbetervoorstellen geïnitieerd volgens de CoQ-methodiek (Cost of Quality). Dit is een gestructureerde methodiek voor het initiëren en uitvoeren van kostenbesparende ideeën. In brainstormsessies worden eerst ideeën gegenereerd. Kansrijke ideeën worden vervolgens door een werkgroep uitgewerkt en, na goedkeuring door het management, uitgevoerd. Na implementatie van de maatregelen worden de besparingen van het project nog een jaar gevolgd. Via deze methodiek worden ook veel ideeën met milieu- en veiligheidsaspecten geïnitieerd en uitgevoerd, denk hierbij onder andere aan water- en energiebesparing en afvalreductie.
sappi
16 Documentenbeheer Zoals reeds vermeld zijn in 2004 de zorgsystemen op het gebied van veiligheid & gezondheid, milieu en kwaliteit ten aanzien van documentatie (procedures, instructies en formulieren) geïntegreerd. Via intranet zijn alle documenten van het geïntegreerde zorgsysteem beschikbaar op de werkplekken binnen het bedrijf. Beheersing De mate van beheersing van de milieuaspecten wordt vastgesteld en vastgelegd in EcoSig. Hierbij worden de kenmerken van het proces en het type beheersing vastgesteld en wordt het totale beheersingsniveau bepaald. Beheersing van de significante milieuaspecten (en milieueffecten) is een belangrijk doel van het milieuzorgsysteem. Per milieucompartiment zijn borgingen aangebracht teneinde deze beheersing te bewerkstelligen. Deze beheersing is vastgelegd in procedures, instructies en overige vastgelegde werkwijzen binnen het zorgsysteem. Calamiteiten (organisatie en preventie) In het zorgsysteem is een procedure opgenomen die erin voorziet dat de organisatie is voorbereid op calamiteiten en incidenten. Dit is afgestemd (en beoefend) met de interne brandweer en het bevoegd gezag. De overheid is in het bezit van dit calamiteitenplan. De gevaarlijke stoffen welke bij Sappi Nijmegen B.V. aanwezig zijn, worden opgeslagen overeenkomstig de van toepassing zijnde wet- en regelgeving (gevaarlijke stoffen: CPR 15-1). 2.1.5.
Check Registraties, metingen en inspecties Door of in opdracht van Sappi Nijmegen B.V. worden metingen met betrekking tot emissies naar het milieu verricht. De per afdeling uit te voeren metingen en registraties zijn opgenomen in een meet- en registratieprogramma. In dit programma zijn alle in het kader van wettelijke voorschriften verplichte metingen opgenomen alsmede de metingen die op initiatief van de afdeling of het bedrijf zelf plaatsvinden. Alle metingen en inspecties worden geregistreerd. Deze registratie is altijd op het bedrijf aanwezig. De metingen en registraties worden vastgelegd op grond van de procedures en werkvoorschriften die onderdeel uitmaken van het milieuzorgsysteem. De registraties zijn decentraal opgeslagen. De coördinatie met betrekking tot de beschikbaarheid van de gegevens wordt uitgevoerd door de afdeling Veiligheid en Milieu. De meet- en registratie gegevens zijn beschikbaar voor het bevoegd gezag. Er worden conform de procedures en instructies van het milieuzorgsysteem dagelijkse, maandelijkse en tweemaandelijkse milieu-inspecties uitgevoerd. De bevindingen (en bij afwijkingen de getroffen maatregelen) zijn beschikbaar voor het bevoegd gezag. Afwijkingen Geconstateerde afwijkingen / tekortkomingen worden schriftelijk vastgelegd en de werkwijze beschreven in het milieuzorgsysteem wordt bijgestuurd door het vastleggen en uitvoeren van corrigerende maatregelen. Dit heeft tot doel te voorkomen dat de tekortkoming zich herhaalt en dat eventuele gevolgen van de tekortkoming ingeperkt of weggenomen worden. Preventieve maatregelen worden genomen om toekomstige mogelijke tekortkomingen te voorkomen. De geconstateerde afwijkingen bij toetsing van de waarden voortkomend uit de uitvoering van de keuringen, metingen en registraties worden geëvalueerd en daar waar noodzakelijk worden corrigerende en/of preventieve maatregelen getroffen. Klachten en meldingen In het milieuzorgsysteem is een procedure en een instructie opgenomen die voorschrijft hoe moet worden omgegaan met het aannemen, behandelen, administreren, rapporteren en intern en extern melden van klachten. Tevens is vastgelegd de werkwijze met betrekking tot wettelijk verplichte meldingen met betrekking tot (tijdelijke) procesaanpassingen aan het bevoegd gezag. In 2004 zijn bij Sappi Nijmegen geen klachten ontvangen. Er zijn 13 wettelijk verplichte of preventieve meldingen gedaan aan het bevoegd gezag. Het overzicht van door Sappi Nijmegen geregistreerde klachten en gedane meldingen is weergegeven in bijlage 4.
sappi
17 Audits De borging van de elementen van het milieuzorgsysteem volgens de norm ISO 14001 wordt uitgevoerd door middel van interne en externe audits en het uitvoeren van een management review. Bij een (interne en externe) audit worden periodiek alle elementen, aspecten en onderdelen van het milieuzorgsysteem doorgelicht en geëvalueerd om te beoordelen of het hoofddoel, het beheersen en verminderen van de milieubelasting, daadwerkelijk wordt verwezenlijkt via het milieuzorgsysteem en of de gemaakte afspraken in de praktijk ook worden nagekomen. Naar aanleiding van de bevindingen worden zonodig preventieve actie formulieren (PAF) opgesteld en vinden aanpassingen en/of corrigerende maatregelen plaats binnen de bedrijfsvoering of het milieuzorgsysteem. De overheid heeft de mogelijkheid de inhoud van de stukken te bestuderen en na te gaan op welke wijze het bedrijf opvolging heeft gegeven aan de interne en externe controles. In de periode maart tot en met december 2004 zijn interne audits uitgevoerd. Aan de hand van de bevindingen zijn er corrigerende en/of preventieve acties geformuleerd. Deze acties zijn vastgelegd in een voortgangscontrolesysteem welke weer onderdeel uitmaakt van: • de audits in 2005; • de management reviews in 2005; Eveneens zullen in 2005 weer de jaarlijkse milieuanalyse en de beoordeling van de voortgang van het behalen van de doelstellingen worden uitgevoerd. Dit door te toetsen aan het document Doelstellingen Arbo- en Milieubeleid Sappi Nijmegen B.V. Bevindingen interne audits in 2004 In 2004 zijn in alle afdelingen van Sappi Nijmegen geïntegreerde interne Arbo & Milieu audits uitgevoerd in het kader van het zorgsysteem. De audits zijn uitgevoerd door interne auditors. Om de objectiviteit te waarborgen auditeert een auditor nooit zijn eigen afdeling. De directie en de afdeling Safety and Environment zijn geauditeerd door de Corporate Lead Auditor van Sappi Fine Paper Europe. Uit de audits kan worden geconcludeerd dat zowel de Arbo- en de milieuzorgsysteemaspecten in het management proces en het operarationele proces geïntegreerd zijn en dat de bekendheid en betrokkenheid in de gehele organisatie groot zijn. In 2004 zijn er in totaal 31 verbeteracties opgesteld, waarvan 17 voor milieu (ISO14001) en 14 voor Arbo (OHSAS 18001). Een deel van de (ISO14001) verbeteracties betrof afwijkingen in documenten, zoals verwijzingen naar oude procedures. De overige afwijkingen betroffen ‘kleine operationele/good housekeeping afwijkingen’ zoals invullen spoellijsten van nooddouches en afwijkingen met betrekking tot orde en netheid. Voor al de verbeteracties zijn corrigerende maatregelen en een tijdsplanning opgesteld. Met ingang van 2005 worden geïntegreerde interne Kwaliteit, Arbo & Milieu audits uitgevoerd Bevindingen externe audits in 2004 Er zijn in 2004 geen externe audits aangaande het zorgsysteem bij Sappi Nijmegen uitgevoerd.
sappi
18 2.1.6.
Act Management review Het doel van de management review (directie beoordeling) is te controleren of de doel- en taakstellingen zijn gehaald en de effectiviteit van het (milieu)zorgsysteem vast te stellen. Het milieubeleid kan op grond van deze beoordeling worden aangepast, dit om een continue verbetering van de milieuprestaties en het milieuzorg systeem te waarborgen. Aanpassingen kunnen ook worden ingegeven door wijzigende omstandigheden en wetgeving. Samenvatting management review Er zijn twee management reviews geweest in 2004, in mei en november. Naar aanleiding van de review in mei (gecombineerde arbo en milieu review) is geconstateerd dat het managementsysteem (milieu) goed voldoet, inclusief naleving wet- en regelgeving. Voor de geconstateerde overschrijding op het gebied van geluid (zie Milieuverklaring 2003) zijn, in overleg met het bevoegd gezag, de benodigde acties in gang gezet. Ten aanzien van de onttrekking van grondwater is in 2004 door het bevoegd gezag geconstateerd dat er voor de nauwkeurigheid van de meting van het debiet drie meters bijgeplaatst moeten worden. Deze meters zijn reeds geplaatst, beoordeeld door de provincie (en de belastingdienst) en akkoord bevonden. De interne audits en de gemaakte afspraken rondom de uitvoeringsdata van de auditplanning worden regelmatig verplaatst. Dit onderwerp verdient extra aandacht en er zal worden toegezien op verbetering in 2005. Tijdens de review van november was de conclusie dat het milieuzorgsysteem effectief en onder controle in werking is. Ten aanzien van wet- en regelgeving is er een toename geconstateerd in controle (bevoegd gezag) sinds de vergunningen (Wm en Wvo) definitief zijn verleend en als toetsingskader wordt gebruikt door het bevoegd gezag.
2.2. OVERZICHT AANWEZIGE MILIEUVERGUNNINGEN 2.2.1.
Wet milieubeheer (Wm-vergunning) Sappi Nijmegen B.V. is in het bezit van een Wm-vergunning verleend door de Provincie Gelderland in mei 2002. Het betreft een vergunning op hoofdzaken, wat betekent dat de vergunning niet meer in detail regelt hoe milieurelevante activiteiten behoren te worden uitgevoerd maar dat de vergunning kaders zet (hoofdzakelijk door middel van doelvoorschriften) waarbinnen het bedrijf de vrijheid heeft om te handelen. Tegen de beschikking was beroep aangetekend. In april 2004, een dag voor de zitting bij de Raad van State, is het beroep ingetrokken. Na uitvoerig overleg met de indieners van het beroep en overige belanghebbenden is in juni 2004 besloten tot een ambtshalve wijziging van de voorschiften van de Wm-vergunning. Er zijn drie voorschriften aan de Wm-vergunning toegevoegd. Het betreft voorschriften op het gebied van productievolume, geluid en meetprotocol voor de ammoniakemissie. De afvalwaterzuivering van Sappi in Weurt is in het bezit van een eigen Wm-vergunning (revisievergunning), verleend door Gemeente Beuningen in december 1995. Meldingen en controlebezoeken in het kader van de Wet milieubeheer In 2004 zijn geen wijzigingen in de bedrijfsvoering aan de Provincie Gelderland gemeld via een zogeheten melding volgens artikel 8.19 van de Wet milieubeheer. Op 16 maart 2004 heeft de Provincie Gelderland een controlebezoek uitgevoerd. Het doel van de controle was om een indruk te krijgen van de wijze waarop de voorschriften, zoals gesteld in de Wet Milieubeheer, worden nageleefd. Bij deze controle is, als onderdeel van het project “Luchtemissies in Nijmegen West/Weurt”, de aandacht met name gericht op inspectie en onderhoud van de stoomketels en gasturbine. Er werden geen overtredingen van de voorschriften vastgesteld. Op 13 juli en op 18 oktober 2004 zijn controlebezoeken door het bevoegd gezag uitgevoerd op respectievelijk de afvalwaterzuivering en de papierfabriek. Tijdens deze bezoeken is bekeken of de milieuvoorschiften en overige van toepassing zijnde wet- en regelgeving worden nageleefd. Er werd geconcludeerd dat ‘het bedrijf geheel volgens de voorschriften in werking is’.
sappi
19 2.2.2.
Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo-vergunning) De Wvo-vergunning regelt door middel van voorschriften de lozing van afvalwater op het oppervlaktewater. Rijkswaterstaat is hiervoor het bevoegde gezag. De voorschriften schrijven voor welke stoffen mogen worden geloosd, de maximale hoeveelheid per tijdseenheid, de maximale concentraties, etc. Sappi Nijmegen B.V. loost procesafvalwater (nadat het is hergebruikt in het proces) na zuivering via het effluentgemaal van Waterschap Rivierenland op de Waal. Het bevoegd gezag heeft in 2002 verzocht de vergunning te actualiseren. De aanvraag is ingediend bij Rijkswaterstaat en de vergunning is verleend op 24 mei 2004. Jaarlijks worden aan Rijkswaterstaat de vereiste gegevens gerapporteerd betreffende het geloosde afvalwater. Een kleine hoeveelheid huishoudelijk afvalwater van de kantoren wordt geloosd op de gemeentelijke riolering. Wvo vergunning overstort op gemeenteriool De vergunning voor de calamiteitenoverstort op het gemeenteriool is per 30 december 2003 verleend en van kracht geworden.
2.2.3.
Grondwateronttrekkingsvergunning Het bedrijf onttrekt circa 2.500.000 m3 grondwater per jaar. Ingenomen grondwater wordt gebruikt in het productieproces, leidingwater wordt gebruikt ten behoeve van sanitair water. Het bedrijf heeft een ongeschreven vergunning op grond van de overgangsregeling uit de provinciale grondwaterverordening van 1974, ter grootte van het hoogste kwartaalverbruik in 1972. Dit was 1.160.000 m3 per kwartaal (4.640.000 m3 per jaar). Het bedrijf voldoet aan deze voorwaarden en is niet gelegen in een verdroginggevoelig gebied (bron: Provinciale milieuverordening). Op 2 februari 2004 heeft de inspecteur Grondwaterwet van Provincie Gelderland een controle uitgevoerd. Naar aanleiding van dit bezoek zijn afspraken gemaakt met betrekking tot het aanpassen van de meting van de grondwateronttrekking. Hiertoe is een plan van aanpak ingediend en reeds uitgevoerd (zie ook management review).
2.2.4.
Kernenergiewet (Kew) De Kernenergiewet regelt het gebruik van alle ioniserende stralingsbronnen. Voor de in gebruik zijnde massameters (diktemeters) heeft Sappi Nijmegen B.V. in augustus 1998 een aanvraag ingediend voor een zogenaamde inrichtingsvergunning ter vervanging (revisie) van de huidige vergunning. Deze revisievergunning in het kader van de Kernenergiewet is afgegeven door het Ministerie van VROM in november 1998. Aan deze vergunning zijn voorschriften verbonden. Dit zijn voorschriften betreffende het vervoer, gebruik, controle, kalibratie, onderhoud, etc. Onderhoud moet uitgevoerd worden door hiertoe bevoegd personeel. Sappi Nijmegen B.V. voldoet aan de gestelde eisen in de voorschriften en de eisen ten aanzien van onderhoud. Op 11 mei 2004 is een controle geweest door de RTD. De bevindingen zijn gerapporteerd waarbij de gemaakte afspraken en opmerkingen zijn vastgelegd. De afspraken en opmerkingen zijn toegewezen aan de betrokkenen binnen Sappi Nijmegen. De S&E Supervisor zal voortgang op opvolging hiervan controleren.
sappi
20 2.3.
CONVENANTEN Een (milieu) convenant is een (vrijwillige) afspraak tussen de overheid (Rijk, Provincies, Gemeenten en Waterschappen) en een groep bedrijven (branche), dit in het kader van het doelgroepenbeleid industrie. Het heeft als doel een gecoördineerde en gestructureerde aanpak van milieuproblemen, met een fasering van maatregelen, zodanig dat aan individuele bedrijven zekerheden worden gegeven over een langere periode.
2.3.1.
Convenant Integrale Milieutaakstelling (IMT) Sappi Nijmegen B.V. valt onder de bedrijfsgroep Papier- en kartonindustrie (brancheorganisatie VNP). De overheid heeft met de VNP een ‘Intentieverklaring Uitvoering Milieubeleid Papier- en kartonindustrie” opgesteld en ondertekend (8 maart 1996). In deze intentieverklaring is een Integrale Milieu Taakstelling (IMT) opgenomen waarin de doelstellingen van het milieubeleid zijn verwoord. De bedrijven die de Intentieverklaring ondertekenen, waaronder Sappi Nijmegen B.V., geven via het opstellen van een bedrijfsmilieuplan (BMP) invulling aan de taakstelling uit het IMT. Het eerste BMP is opgesteld in 1996 en had een looptijd tot en met 1999. Het tweede bedrijfsmilieuplan (BMP-2) had een looptijd tot en met 2003. Alle maatregelen van het BMP-2 zijn uitgevoerd. De doelstellingen zijn grotendeels behaald (zie hiervoor hoofdstuk 3). Ten aanzien van de IMT (+BMP) was 2004 een overgangsjaar. De doelstellingen van IMT worden niet aangepast. In 2005 zal Sappi Nijmegen een BMP-3 opstellen. Het BMP-3 beslaat een planperiode van vijf jaar (2005 tot en met 2010) en omvat de uit te voeren maatregelen op milieugebied gedurende deze periode. Naast de maatregelen op vestigings- c.q. inrichtingsniveau worden ook projecten op brancheniveau geïnitieerd.
2.3.2.
Convenant Meerjarenafspraak (MJA) en convenant benchmarking energie-efficiency Verbetering van de energie-efficiency is één van de belangrijkste instrumenten om de CO2-emissie te beperken. Om invulling te geven aan de verbetering van de energie-efficiency heeft Sappi Nijmegen B.V. zich aangesloten bij het Convenant benchmarking energie-efficiency. Door middel van het Convenant Benchmarking energieefficiency, waaraan alle Nederlandse Papier- en kartonbedrijven deelnemen, beogen bedrijfsleven en overheid een belangrijke bijdrage te leveren aan het realiseren van de nationale CO2-doelstellingen. Door deelname aan benchmarking beogen de genoemde ondernemingen op het gebied van energie-efficiency blijvend tot de wereldtop te behoren en daarmee een maximale bijdrage te leveren aan het realiseren van de nationale CO2doelstellingen. Inmiddels werkt de overheid aan twee systemen voor emissiehandel voor bedrijven in Nederland: NOx- en CO2-emissiehandel. Sappi Nijmegen heeft in 2004 een CO2-en NOx-monitoringsprotocol opgesteld en ingediend bij het hiervoor bevoegde gezag (NEA: Nederlandse Emissie Autoriteit), zie ook paragraaf 3.7.
2.3.3.
Convenant Verpakkingen III Sappi Nijmegen B.V. heeft het Convenant Verpakkingen III (CV-III) ondertekend. In dit convenant (en de bijbehorende deelconvenanten) zijn afspraken gemaakt met betrekking tot doelstellingen op het gebied van preventie, producthergebruik en materiaalhergebruik én met betrekking tot een aantal algemene onderwerpen. Bij het treffen van milieumaatregelen voor verpakkingen dient rekening gehouden te worden met de overige doelstellingen van het milieubeleid van de overheid en dat de realisatie in principe geschiedt door middel van marktwerking. In navolging op de Milieuverklaring 2003 is de situatie niet gewijzigd, dit betekent dat een voldoende beheersniveau is gewaarborgd middels de hierna beschreven werkwijze. De verpakking van Sappi Nijmegen B.V. betreft de rolverpakking. Deze verpakking bestaat uit papier en heeft continu aandacht omdat deze moet voldoen aan strenge kwaliteits- en veiligheidseisen, met name tijdens de handling, waardoor Sappi geen/minimale mogelijkheden heeft de hoeveelheid en aard van de verpakking te beïnvloeden. Wel vindt continu afweging en periodieke beoordeling plaats van de hoeveelheid en het type verpakkingsmateriaal. Jaarlijks wordt door de VNP, volgens de vereisten vanuit het convenant, een enquête gehouden bij de deelnemende bedrijven. Het verbruik aan verpakkingen ligt voor Sappi op beheersbaar niveau.
sappi
21 2.3.4.
Arbo-convenant In een Arbo-convenant worden afspraken gemaakt tussen de overheid, werkgevers- en werknemersorganisaties binnen een bepaalde branche. Dit om te komen tot een verbetering van de arbeidsomstandigheden en het terugdringen van zaken zoals ziekteverzuim, werkdruk en arbeidsongevallen. In november 2001 heeft Sappi Nijmegen dit Arbo-convenant ondertekend. Hierbij zijn de vijf hoofdthema’s machine- en arbeidsveiligheid, geluid, klimaat, reïntegratie en werkdruk. Sappi Nijmegen geeft invulling aan het Arbo-convenant, mede door het opzetten en implementeren van een arbozorg systeem volgens de norm OHSAS18001. Hiermee is in 2002 gestart en in 2004 is het arbozorgsysteem op certificeerbaar niveau (OHSAS 18001) gebracht. Het Arbo-convenant is uitgebreid met het ArboPlus-convenant papier- en kartonindustrie. Hierin zijn extra onderwerpen opgenomen met betrekking tot verzuimreductie en verbetering van reïntegratie. Sappi Nijmegen heeft dit convenant op 30 november 2004 ondertekend.
2.3.5.
Wettelijke verplichting milieuverslaglegging In 1998 is het Besluit milieuverslaglegging in werking getreden. Als gevolg van dit besluit zijn ongeveer 250 bedrijven in Nederland verplicht om vanaf 1 januari 2000 jaarlijks verantwoording af te leggen naar de omgeving over de geleverde milieuprestaties. Bedrijven dienen elk jaar vóór 1 april een overheidsverslag op te stellen en ter beoordeling en goedkeuring voor te leggen aan het bevoegde gezag. Ook Sappi Nijmegen B.V. valt onder deze wettelijke verplichting. De verplichting tot het opstellen van een publieksverslag is met ingang van 2005 vervallen. Tussen de overheid en de industrie is afgesproken dat bedrijven die deelnemen aan de EMAS Verordening, en in dit kader ieder jaar een milieuverklaring opstellen, voldoen aan de wettelijke verplichting voor milieuverslaglegging. De Milieuverklaring van Sappi Nijmegen B.V. zal tevens dienen als (vrijwillig) publieksverslag.
sappi
22
sappi
23
3. Doelstellingen milieubeleid: realisatie en maatregelen 3.1.
INLEIDING Realisatie doelstellingen De doelstellingen beslaan de periode 2000 tot en met 2003 (BMP-2). Omdat 2004 voor het IMT (+BMP) een overgangsjaar was zijn de doelstellingen ook met een jaar verlengd om niet uit de pas te gaan lopen met het BMP. Deze Milieuverklaring vermeldt het reductiepercentage dat is gerealiseerd in 2004 ten opzichte van 1998. In het onderstaande totaaloverzicht is het behalen van de doelstellingen in 2004 ten opzichte van 1998 weergegeven. Reductie < > Toename -100%
-80%
-60%
-40%
-20%
NOx (totaal) CO NH3
0%
20%
40%
60%
80%
100%
0%
- 14 %
0%
- 8 1%
0%
-89% - 10 0 %
Formaldehyde - 10 0 %
0%
Waterverbruik V.E.
- 18 % - 5%
- 6 7%
Fosfor (P)
0%
-24%
Zuiveringsslib
-20%
- 4 7%
Afval (algemeen)
- 5%
-38%
Papier/karton/kokers
- 5%
- 58 % -20%
Coating afval - 10 0 %
0%
Oud ijzer Gevaarlijk afval + KGA
- 16 % - 5%
Afgew erkte olie
- 5%
-42%
Doel
19 1%
Resultaat
In de hiernavolgende paragrafen is per emissie de doelstelling en de detailinformatie weergegeven. Hierbij zijn de doelstellingen geïndexeerd naar de hoeveelheid emissie per ton product in de betreffende jaren (= NPV). Waar doelstellingen op ‘nul’ staan wordt gestreefd naar handhaving van de prestatie van 1998 (geïndexeerd) en de handhaving van het beheersniveau. Verder is aangegeven welke maatregelen reeds zijn genomen en welke (zekere) maatregelen zullen worden genomen om de belasting van het milieu zoveel mogelijk te beperken alsmede de status van de huidige en verwachte toekomstige realisering van de doelstellingen. Cijfermatig deel De emissiepunten en het cijfermatig deel van de bedrijfsvrachten op jaarbasis van de emissies zijn op het uitvouwblad van de achterpagina weergegeven. Concrete acties: jaarplanning voor arbo, veiligheid en milieu De operationele uitwerking van de maatregelen uit het BMP en andere uit te voeren activiteiten op het gebied van arbo, veiligheid en milieu (bijvoorbeeld naar aanleiding van interne audits, controles door de overheid of suggesties van medewerkers) vindt plaats in de vorm van een jaarplanning, vastgelegd in het management report (Sappi-jaar, oktober t/m september), waarbij maandelijkse voortgangscontrole door het management plaatsvindt. Toetsing aan BAT/Bref In de laatste paragraaf van dit hoofdstuk wordt voor een aantal emissies, welke zijn weergegeven in de voorgaande paragrafen, het emissieniveau getoetst aan het emissieniveau bij gebruik van best beschikbare technieken (op basis van IPPC-referentiedocumenten).
sappi
24 3.2.
LUCHT De voornaamste emissies naar de lucht betreffen de uitstoot van NOx, CO2 en CO door de WKC/STEG en in mindere mate door de infraroodstralers en mengluchtverhitters van de papiermachine PM 7. Daarnaast vindt emissie van ammoniak en stof plaats. Formaldehyde kwam vrij bij het toevoegen van afharder aan het product. De doelstelling van 100% reductie van de formaldehyde emissie is na uitvoerig onderzoek en het uitvoeren van proeven per 2000 gerealiseerd door de (stapsgewijze) overgang op een formaldehydevrije afharder.
3.2.1.
NOx (WKC/STEG)
0,6 0,5 0,4 kg per ton 0,3 eindproduct 0,2 0,1 0
0,458
1998
0,510
1999
0,451
0,511
2000
2001
NOx WKC
0,395
0,362
0,381
2002
2003
2004
Doelstelling 0%
Reeds genomen maatregelen / status / maatregelen De reductie van de NOx -emissie van de Warmtekrachtcentrale (WKC) vanaf 2003 is het gevolg van het in werking zijn van de installatie conform het rekenmodel. Dit rekenmodel is opgesteld aan de hand van metingen in 2002 en berekent de NOx -emissie bij de verschillende afname belastingen van de installatie zodat wordt voldaan aan de emissienorm die voortkomt uit het BEES A. Dit betekent afregelen / sturen van de WKC zodra de norm dreigt te worden overschreden en heeft tot gevolg dat energie moet worden ingekocht. De berekeningen van de emissie van NOx van de WKC zijn uitgevoerd met de nieuwe berekende waarden. Na uitvoering van NOx emissiemetingen, uitgevoerd door de provincie van 15 tot 18 maart 2004, is geconcludeerd dat het gehanteerde rekenmodel, binnen het gebied waarin de contouren van het rekenmodel zijn opgesteld, voldoet. 3.2.2.
NOx (ketels 5, 7, en 8, IR-stralers, mengluchtverhitters)
0,040 0,032
0,026
kg per ton 0,024 eindproduct 0,016
0,022
0,022
0,024
1999
2000
2001
0,032
0,033
0,034
2002
2003
2004
0,008 0,000 1998
NOx overig
Doelstelling 0%
Reeds genomen maatregelen / status / maatregelen Reeds genomen maatregelen zijn: de branders van de lagedruk ketels zijn zodanig aangepast dat er een betere menging van gas en lucht plaatsvindt, waardoor een lagere NOx -emissie optreedt. Ook de branders van de IRen luchtdrogers worden periodiek afgesteld. In 2003 zijn BEES-B metingen uitgevoerd aan de ketels 7 en 8. Conclusie van de metingen is dat beide ketels, rekening houdend met de meetonnauwkeurigheid, voldoen aan BEES-B. De berekeningen van 2004 van de emissie van NOx van ketel 7 en 8 zijn uitgevoerd met de nieuwe gemeten waarden.
sappi
25 3.2.3.
Koolmonoxide (CO)
0,300 0,250 0,200 kg per ton 0,150 eindproduct 0,100 0,050 0,000
0,246 0,206 0,144
1998
1999
2000 CO
0,169
2001
0,182
2002
0,060
0,046
2003
2004
Doelstelling 0%
Reeds genomen maatregelen / uit te voeren maatregelen /status Door het periodiek afstellen van de branders van de stoomketels wordt de emissie van koolmonoxide beheerst en geminimaliseerd. De sterke daling vanaf 2003 is het gevolg van de nieuwe gemeten CO waarden van ketel 7 en 8 waarmee de berekeningen zijn uitgevoerd. 3.2.4.
Ammoniak (NH3)
0,400
0,326
0,345
0,337
0,320
0,275
kg per ton 0,240 eindproduct 0,160 0,080
0,044
0,037
0,036
2002
2003
2004
0,000 1998
1999
2000 NH3
2001
Doelstelling 0%
Status Om de pH van de coating op de gewenste waarde te brengen werd ammonia toegevoegd. Sappi Nijmegen heeft zeer veel tijd en aandacht besteed aan onderzoek en proeven om de ammoniak toevoeging te reduceren. Vanaf september 2001 wordt de pH op een aangepaste wijze beïnvloed waardoor er geen ammonia meer toegevoegd wordt aan de coating. Hierdoor is de ammoniak emissie (per september 2001) zeer sterk gereduceerd. De emissie vanaf 2002 is het gevolg van het feit dat de gebruikte grondstoffen nog een klein percentage aan ammoniak bevatten. De weergave van de emissie vindt plaats op basis van de massabalans: het aandeel ammoniak van de ingezette ammoniakhoudende latices (in 2004 was dit 7,6 ton, dit is de weergegeven waarde). Vervolgens wordt als controle hierop gemeten middels Drägerbuisjes (in 2004 was dit 4,9 ton). Deze werkwijze is conform de aanvullende voorschiften van de Wm-vergunning (2004). In 2002 en 2003 is gerapporteerd op basis van de meetwaarde verkregen met Drägerbuisjes.
sappi
26 3.2.5.
CFK's Doelstelling vervangen CFK's
Realisatie Zie tekst
Reeds genomen / uit te voeren maatregelen / status In de blusgasinstallaties was voorheen circa 655 kg halon 1301 aanwezig. Vanaf 1999 tot en met 2003 zijn deze installaties gesaneerd en vervangen door alternatieven (blusgas, sprinkler of watermistinstallatie). Tijdens een controlebezoek van de VROM-inspectie op 3 maart 2004 is vastgesteld dat er geen halonbrandblussystemen meer in werking zijn en deze systemen zijn afgevoerd. Geconstateerd is dat er overeenkomstig de vigerende wet- en regelgeving is gehandeld. Op het bedrijf is circa 210 kg R22 (HCFK: freonen) aanwezig in airconditioning apparatuur. Het onderhoud aan de installaties vindt alleen plaats door een gekwalificeerd installatiebedrijf (STEK-bedrijf). In 2004 is er 14 kg R-22 bijgevuld. 3.2.6.
Geur Doelstelling geen geuremissie
Realisatie geen geuremissie in 2004
Reeds genomen / uit te voeren maatregelen / status De emissie van stoffen bij Sappi Nijmegen B.V. geeft geen aanleiding tot waarneembare geurhinder buiten de inrichting. In 2004 zijn geen klachten aangaande geur ontvangen. 3.2.7.
Stof Doelstelling geen stofoverlast
Realisatie geen stofoverlast in 2004
Reeds genomen / uit te voeren maatregelen / status De stofemissie is het gevolg van het periodiek vullen van de zetmeelsilo’s. Op de ontluchting van de tanks is een doekfilter geplaatst waardoor de emissie minimaal is (< 10 mg/Nm3). De emissie is circa 35 kg op jaarbasis. 3.3.
WATER Ingenomen grondwater wordt gebruikt in het productieproces. Het spui- en regeneratiewater van de WKC/stoomketelapparatuur gaat met het afvalwater naar de afvalwaterzuivering van Sappi in Weurt. Afvalwater van de onderzoeksruimten gaat deels met het afvalwater naar de afvalwaterzuivering en deels naar het gemeenteriool. Huishoudelijk afvalwater van kantoren en dergelijke gaat naar het gemeenteriool.
3.3.1.
Proceswater (grondwater)
20,0 16,0
14,762
14,066
13,843
1999
2000
15,872
15,189
14,750 12,160
m per ton 12,0 eindproduct 8,0 3
4,0 0,0 1998
2001
Waterverbruik
2002
2003
2004
Doelstelling 0%
Reeds genomen maatregelen In 2001 is een studie uitgevoerd waarin de afvalwaterzuivering in een integraal kader is bekeken. In de studie werd onder andere aandacht besteed aan alternatieven voor grondwater, zoals oppervlaktewater en hergebruik van effluent, de huidige (technische) staat van de afvalwaterzuivering en het eventueel bouwen van een voorbeluchting. De uitkomsten van de studie dienen als basis voor het beleid ten aanzien van watergebruik en de positie van de afvalwaterzuivering in de toekomst.
sappi
27 De vermindering van het waterverbruik vanaf 2003 is onder andere het gevolg van good housekeeping tijdens de stopperiodes. Status/uit te voeren maatregelen In 2004 is in het kader van Cost of Quality (CoQ) een groot waterbesparingsproject gestart. De volgende maatregelen zijn uitgevoerd/ingang gezet: • Actualiseren van de waterbalans van de papiermachine. • Optimalisatie van condensors en koelers. • Reduceren en uiteindelijk afschakelen van de zogenaamde ‘breedbekspuiten’. Deze ‘breedbekspuiten’ heb ben als doel het voorkomen dat de natte papierbaan meeloopt met de doekrand. • Afsluiten van de waterspoeling op één van de leidingen. • Een aantal tappunten voorzien van drukknoppen. Tevens zijn er diverse vervolgprojecten benoemd zoals reductie van pakkingwater op pompen en reductie verdunningswater chemicaliën. De projecten zullen doorlopen in 2005. 3.3.2.
Vervuilingseenheden (v.e.)
0,020 0,016
0,016
0,014
v.e. per ton 0,012 eindproduct 0,008
0,006
0,007
0,008
2000
2001
2002
0,010 0,005
0,004 0,000 1998
1999
V.E.
2003
2004
Doelstelling - 5%
Reeds genomen maatregelen / status Reeds genomen maatregelen: • Op de afvalwaterzuivering is een proef uitgevoerd met het voorbeluchten van afvalwater. • De optimalisatie van de werking van de AWZ door dosering van nutriënten (ureum) waardoor een betere omzetting plaatsvindt. • Plaatsen van de coating-dumptank waardoor de vuillast naar de AWZ is verminderd. In 2002 zijn ten gevolge van toepassing van een ander type zetmeel in het productieproces, ook veranderingen opgetreden op de waterzuivering. Groei van draadvormers, met alle problemen van dien, stak weer de kop op. Het nieuwe type zetmeel is noodzakelijk in verband met productverbetering. Ter bestrijding van draadvormers zijn er proeven uitgevoerd met het voorbeluchten van afvalwater. De proef is in maart 2004 beëindigd. Het voorbeluchten in de huidige installatie draagt wel zorg voor een beter beheersbaar en stabieler proces op de waterzuivering, maar heeft een negatief effect ten aanzien van de hoeveelheid vervuilingseenheden. Als gevolg van de vermindering van het waterverbruik heeft de terugkeer van draadvormers na het afbreken van de proef nooit tot problemen geleid m.n. doordat de verblijftijd in de nabezinking langer is geworden. Uit te voeren (zekere) maatregelen Vervolgprojecten waterbesparing uitvoeren (zie 3.3.1: proceswater)
sappi
28 3.3.3.
Fosfor (P) in afvalwater
0,020 0,016 kg per ton 0,012 eindproduct 0,008
0,012
0,012
0,013
0,013 0,008
0,009
0,009
0,004 0,000 1998
1999
2000
2001
Fosfor (P)
2002
2003
2004
Doelstelling 0%
Reeds genomen / uit te voeren maatregelen / status Fosfor, in de vorm van fosforzuur, wordt aan het afvalwater toegevoegd als nutriënt in het zuiveringsproces. Door dagelijkse monitoring en sturing aan de hand van de uitkomsten van deze monitoring op de dosering van fosfor zuur, is het mogelijk gebleken de emissie te reduceren. Het is de verwachting dat een verdere verlaging in de praktijk niet mogelijk zal blijken te zijn omdat dit het zuiveringsrendement nadelig zal beïnvloeden. 3.3.4.
Chemisch zuurstof verbruik (CZV), chloride, zwevend stof, sulfaat in afvalwater Doelstelling (reductie in %) Handhaven prestatie 1998
Realisatie Zie toelichting
Reeds genomen maatregelen / status De specifieke CZV-emissie in 2004 is 49% lager ten opzichte van 1998. Reden voor deze vermindering is een verdere optimalisering van het afvalwaterzuiveringsproces en de ombouw van de applicator coater naar een Jet coater. Door de Jet Coater wordt er een lagere vuillast naar de afvalwaterzuivering gezonden. De chloride-emissie vertoont een stabiele tendens, relatief gezien komt deze overeen met de stijging en daling van de productiehoeveelheid. De hoeveelheid zwevend stof blijft redelijk constant. Er zijn geen overschrijdingen van de lozingseisen. De sulfaatemissie is circa 25% lager. De oorzaak is dat de meting voorheen door Sappi Nijmegen zelf werd uit gevoerd op basis van indicatieve metingen en nu plaatsvindt bij een extern laboratorium met STERLABaccreditatie waardoor de sulfaatemissie circa 25% lager wordt vastgesteld. 3.4.
AFVALSTOFFEN Afvalstoffen worden gescheiden ingezameld volgens het afvalstoffenplan. Maandelijks worden de afvalstoffengegevens (kwantitatief en kwalitatief) vermeld in het Management Report. Deze maandrapportage is zo verfijnd dat dit ook inzicht geeft in de plaatsen waar het afval vrijkomt. De bestemming van het afval is weergegeven in de onderstaande tabel. Hierbij is onderscheid gemaakt naar hergebruik (extern), verbranding en stort. Hergebruik
Ton
Verbranding
Ton
Stort
Papier/karton/kokers
405
Algemeen bedrijfsafval
111
Coating afval
0
Metaal
416
Hout (in container)
17
Puin/diversen
0
Zuiveringslib
7.455
KGA
8
Hout (pallets)
15
Olie
12
Totaal
8,291
148
0
% van totaal afval 2004
98,25
1,75
0,00
% van totaal afval 2003
97,86
2,14
0,00
Alle niet gevaarlijke en gevaarlijke afvalstoffen worden afgevoerd door een erkend inzamelaar.
sappi
Ton
29 3.4.1.
Zuiveringsslib
100 80
67 53
kg per ton 60 eindproduct 40
56
66 54 41
35
2003
2004
20 0 1998
1999
2000
2001
Zuiveringsslib
2002
Doelstelling - 20%
Reeds genomen maatregelen / uit te voeren maatregelen / status In de Milieuverklaringen 2002 en 2003 is een uitgebreid overzicht opgenomen van alle maatregelen welke bij Sappi Nijmegen zijn genomen in de periode 1995 tot en met 2003. De maatregelen zijn doorgezet in 2004. De daling in 2004 is het gevolg van de in gang gezette maatregelen in 2003. In december 2004 is een zeefbocht in het watercircuit van de perspartij geïnstalleerd. Het perspartijwater bevat vilthaartjes van de droogvilten, die nu met behulp van de zeefbocht worden verwijderd. Het gereinigde water, waarin zich nog pigmenten en vulstoffen bevinden, wordt over het poly-diskfilter geleid. In het filter worden deze stoffen afgescheiden en weer in het systeem toegepast. 3.4.2.
Afval algemeen/huish. 1,500
1,301
1,200
kg per ton eindproduct
0,900
0,837
0,926 0,826
0,850
0,726 0,527
0,600 0,300 0,000 1998
1999
2000
2001
Afval alg./huish.
2002
2003
2004
Doelstelling - 5%
Reeds genomen / uit te voeren maatregelen / status In 2003 is het afvalmanagementsysteem opgezet en geïmplementeerd De reductie van het algemeen/huishoudelijk afval in 2004 is niet eenduidig te verklaren. Een bijdrage in de reductie is dat er geen grote projecten in 2004 zijn uitgevoerd (veel extern personeel).
sappi
30 3.4.3.
Papier/karton/kokers
15,000
13,27
12,000 kg per ton 9,000 eindproduct 6,000
11,53
10,49
4,57
3,000
2,19
1,99
1,92
2002
2003
2004
0,000 1998
1999
2000
2001
Papier/Karton/Kokers
Doelstelling - 5%
Reeds genomen / uit te voeren maatregelen / status De reductie van de hoeveelheid papier/karton/kokers vanaf 2002 is sterk beïnvloed door de sluiting van de papierverwerkingsafdeling. Tevens heeft de bouw van een pulper onder de precoater een forse reductie van deze afvalstroom tot gevolg gehad. 3.4.4.
Oud ijzer (metaal)
3,600 3,000 2,400 kg per ton 1,800 eindproduct 1,200 0,600 0,000
3,000 1,706
1998
1,995
1999
2,618
2,209
1,976
2003
2004
1,657
2000
2001
Oud ijzer
2002
Doelstelling 0%
Reeds genomen / uit te voeren maatregelen /status De overschrijding van de doelstelling in de afgelopen jaren was het gevolg van het Royal Roto Upgrade project en de bouw van de rolleninpakmachine. Hierbij is veel ijzer als eenmalige afvalstroom vrijgekomen. In 2004 is de oude rolleninpakmachine gesloopt en afgevoerd, ook hierbij is veel ijzer als eenmalige afvalstroom vrijgekomen.aanzien van de handling (heftruck en transportbanden) waardoor de proef niet is doorgezet. 3.4.5.
Coating afval
0,200
0,170
0,160 kg per ton 0,120 eindproduct 0,080
0,086 0,040
0,040
0,039 0,000
0,000 1998
1999
2000 Coating afval
2001
2002
0,000
0,000
2003
2004
Doelstelling - 20%
Reeds genomen / uit te voeren maatregelen / status Door vervanging van de applicator roll coater door een Jet-coater, deels in 1999 en 2000, is de hoeveelheid van deze afvalstroom gereduceerd. In 2001 is geen coating afval meer afgevoerd. In 2002 betrof het een incidentele afvalstroom van coating afval. In 2003 is een viertal coatingpompen vervangen en voorzien van mechanical seals, waardoor minder coating verliezen optreden. Vanaf 2003 is geen coating afval afgevoerd.
sappi
31 3.4.6.
Divers gevaarlijk afval en KGA
0,060 0,050 0,040 kg per ton 0,030 eindproduct 0,020
0,044 0,038 0,029 0,013
0,010
0,008
0,010
1999
2000
0,013
0,000 1998
2001
Gev.afval + KGA
2002
2003
2004
Doelstelling - 5%
Reeds genomen / uit te voeren maatregelen /status De hoeveelheid KGA is grotendeels onafhankelijk van de hoeveelheid papierproductie. De hoeveelheid proces gerelateerd gevaarlijk afval is stabiel. In 2004 is er de normale hoeveelheid proces gerelateerd gevaarlijk afval afgevoerd, alsmede een eenmalige partij KGA. Dit bedroeg 6.518 kg afgekeurde binder welke zodanig was ingedikt dat dit als gevaarlijk afval moest worden afgevoerd. 3.4.7.
Afgewerkte olie/olie-watermengsel/vast oliehoudend afval
0,360 0,300 0,240 kg per ton 0,180 eindproduct 0,120 0,060 0,000
0,288
0,088
1998
0,148
0,116 0,056
1999
2000 Afgew. Olie
2001
0,056
0,055
2003
2004
2002 Doelstelling - 5%
Reeds genomen / uit te voeren maatregelen / status In 2002 werd een olie/waterscheider geplaatst op de AWZ. Hierbij wordt bij een olielekkage de olie en water gescheiden in een tank. Alleen de oliefractie wordt als gevaarlijk afval afgevoerd. Deze reductie heeft zich vanaf 2003 positief doorgezet.
sappi
32 3.5.
BODEM
3.5.1.
Bodembescherming Binnen het bedrijf is een aantal mogelijke bronnen aanwezig die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken. Op deze locaties zijn vloeren vloeistofkerend uitgevoerd welke bestand zijn tegen de gebruikte chemicaliën. Het betreft: • bedrijfsvloeren; • opslag chemicaliën en oliën; • ketelhuis. Doelstelling geen emissie naar de bodem
Realisatie geen emissie naar de bodem
Alle opslag locaties bij Sappi Nijmegen zijn voorzien van adequate voorzieningen waardoor de kans op bodemverontreiniging is geminimaliseerd. Dit is beoordeeld middels het opstellen van het bodemrisicodocument (BRD), volgens de NRB-methodiek. De maatregelen van het BRD zijn uitgevoerd. In 2006 zal Sappi Nijmegen het BRD actualiseren en zullen de maatregelen naar aanleiding van deze actualisatie worden gepland en uitgevoerd. De locatie van de opslag van LPG cilinders en het verwisselen van lege voor volle cilinders van heftrucks, zijn zodanig geplaatst dat geen ontploffingsgevaar kan optreden en er geen bedreiging naar de bodem bestaat. 3.5.2.
Bodemsanering Huidige situatie bodemsanering Ten behoeve van de controle van bodemvervuiling van het naastliggende bedrijf is in 1988 een inventariserend bodemonderzoek uitgevoerd. Het saneringsvoorstel van dit bedrijf is in 2002 door de Provincie goedgekeurd. In het kader van BSB is in 1996 een verkennend onderzoek uitgevoerd op het bedrijfsterrein van Sappi Nijmegen. Naar aanleiding van dit verkennend onderzoek is op een aantal locaties een aanvullend onderzoek verricht. Vervolgens heeft het externe adviesbureau aanbevelingen geformuleerd in de vorm van een monitoring-plan. Het plan is goedgekeurd door de BSB. Dit monitoring-plan geeft de te monitoren locaties aan, gekoppeld aan de frequentie en fasering. Sappi Nijmegen B.V. voert dit monitoring-plan uit. Doelstelling geen verspreiding
Realisatie geen verspreiding
Reeds genomen / uit te voeren maatregelen / status Op basis van de bemonsteringsgegevens van juni en november 2004 en de gegevens van eerdere bemonsteringen kan voor de deellocaties het volgende worden geconcludeerd: Er zijn 2 locaties waar sprake is van bodemverontreiniging in het kader van de Wet Bodembescherming. De urgentie en eventueel te nemen maatregelen worden vastgesteld volgens de saneringsurgentiesystematiek. Sappi Nijmegen zal de voorgestelde benodigde maatregelen uitvoeren.
sappi
33 3.6.
GELUID Doelstelling (blijven) voldoen aan normen
Realisatie voldoen aan normen
Sappi Nijmegen heeft in 2002 een akoestisch onderzoek laten uitvoeren, hieruit bleek dat het bedrijf voldoet aan de gestelde geluidseisen in het kader van de vergunning Wm. In de nacht van 2 op 3 september 2003 heeft de dienst Milieu en Water van de Provincie Gelderland een uitgevoerd. Hierbij is vastgesteld dat de noordzijde van de Ambachtsweg ter hoogte van nummer 9 (referentiepunt 4) er een overschrijding is van het vergunningvoorschrift van 4 dB(A). Deze overschrijding wordt aangemerkt als een overtreding en is door de Provincie aan Sappi Nijmegen kenbaar gemaakt bij brief op 27 november 2003. Sappi Nijmegen heeft in het eerste kwartaal van 2004 deze meting geverifieerd en de oorzaak in kaart gebracht. Vervolgens is een plan van aanpak aan de provincie voorgelegd, goedgekeurd en door Sappi Nijmegen uitgevoerd. In het eerste kwartaal van 2005 wordt door Sappi Nijmegen een controlemeting uitgevoerd op overschrijding van het vergunningvoorschrift en tevens wordt een toetsing uitgevoerd aan het zonemodel van de Gemeente Nijmegen, dit in het kader van het aanvullende voorschift Wm-vergunning (2004).
sappi
34 3.7.
ENERGIE Doelstelling Behoren tot de wereldtop op het gebied van energie efficiency De MJA-1 periode is afgesloten. De MJA energie-efficiencyindex (EEI) is gedaald van 100% in 1989 (referentiejaar) tot 88,7% in 2000. Sappi Nijmegen neemt niet deel aan het MJA-2 maar is toegetreden tot het Convenant benchmarking energie-efficiency. Voor de Nederlandse papierindustrie is in opdracht van VNP door KPMG en Jaakko Pöyry Consulting (JP) de wereldtop vastgesteld. De Nederlandse bedrijven zijn hiervoor in groepen vergelijkbare bedrijven ingedeeld. Met behulp van een database van JP met daarin gegevens van meer dan 4000 papierfabrieken in de hele wereld, zijn per groep vergelijkbare bedrijven geselecteerd. Binnen elke groep zijn referentiebedrijven vastgesteld, bedrijven die qua energie-efficiency het beste presteren en die qua productie en omvang vergelijkbaar zijn met de Nederlandse bedrijven. Van de referentiebedrijven is per groep, voor de belangrijkste procesinstallaties, de best practice bepaald. De wereldtop is gedefinieerd als 10% lager dan de energie-efficiency van deze Best Practice. Op basis van de resultaten uit de benchmark blijkt Sappi Nijmegen in 1998 (= referentiejaar; EEI vastgesteld op 100 %) te behoren tot de wereldtop en zelfs beter te zijn dan de “best practice reference mill”. Er is voor Sappi Nijmegen geen sprake van een afstand tot de wereldtop. Sappi Nijmegen zal jaarlijks de energiesituatie monitoren en vierjaarlijks een Energie Efficiency Plan (EEP) opstellen. Het jaar waarover gerapporteerd wordt en waar de benchmark voor is bepaald is 1998. Het convenant en dit bijbehorende energie-efficiency plan hebben een looptijd tot 31 december 2004. Sappi Nijmegen zal gedurende deze looptijd het EEP jaarlijks monitoren en de resultaten rapporteren aan het Verificatiebureau Benchmarking Energie-efficiency (VBE) en het bevoegd gezag. In 2001 heeft Sappi Nijmegen invulling gegeven aan het energie efficiency plan (EEP) en in 2003 heeft Sappi Nijmegen B.V. een definitief EEP ingediend. Eind 2003 heeft de provincie dit EEP goedgekeurd. De EEI is voor 2004 uitgekomen op 94,4%. De overheid werkt met ingang van 2005 met twee systemen voor emissiehandel voor bedrijven in Nederland: NOx- en CO2-emissiehandel. Emissiehandel is de handel in emissierechten. Emissierechten geven landen of bedrijven het recht om bepaalde broeikasgassen of andere schadelijke gassen uit te stoten. Het gaat daarbij om de uitstoot van bijvoorbeeld kooldioxide (CO2), methaan (CH4), lachgas (N2O), gehalogeneerde koolwaterstoffen (HFK's) en stikstofoxiden (NOx). Er is dus onderscheid tussen emissierechten en de feitelijke uitstoot of emissie. In emissierechten kan worden gehandeld. Bij emissiehandel moeten emissies door emissierechten worden gedekt: een land of bedrijf moet voldoende rechten hebben voor zijn uitstoot. Het systeem is flexibel: landen en bedrijven kunnen emissierechten kopen of verkopen. Ten behoeve van deze emissiehandel heeft Sappi Nijmegen in 2004 een CO2-en NOx-monitoringsprotocol opgesteld en ingediend bij het hiervoor bevoegde gezag (NEA: Nederlandse Emissie Autoriteit). De verdere werkwijze en uitwerking zal worden beschreven in de Milieuverklaring 2005. Energiezorg In het kader van de energiezorg is een energieregistratiesysteem (PEMS Gasunie) geïmplementeerd. De gegevens uit dit systeem zullen bijdragen aan de totstandkoming van energiezorg, welke in 2004 geïntegreerd is in het bestaande zorgsysteem.
sappi
35 3.8.
BRANDVEILIGHEID, EXTERNE VEILIGHEID EN CALAMITEITEN Er zijn weer herhalingscursussen- en oefeningen gegeven aan de interne brandwachten, waarbij ook de (mogelijke) gevolgen voor het milieu (milieucalamiteiten) worden meegenomen. De gehele BHV-organisatie is in 2001 opnieuw opgezet. Hierbij zijn de ervaringen, opgedaan tijdens een oefening van het calamiteitenteam, meegenomen. Er bleek behoefte te zijn aan een BHV-coördinator, die tijdens een calamiteit de communicatie verzorgt tussen het calamiteitenteam en de ongevalsplek. De BHV-coördinatoren hebben in 2001 en 2002 hiertoe een opleiding genoten. Ook is er een calamiteitenruimte aangewezen en zijn communicatiemiddelen aangeschaft. Binnen het bedrijf is op een aantal strategische plaatsen brandblussers aanwezig en is een gedeelte van een blusinstallatie (sprinkler) voorzien. In 2003 zijn nog twee hallen voorzien van een sprinkler installatie, namelijk de afdelingen expeditie en de rollen inpakhal. De brandblussers worden jaarlijks gecontroleerd. De sprinklerinstallatie wordt twee keer per jaar gekeurd. Voor diverse elektrische ruimten, zoals de computerruimte, zijn blusgasinstallaties aanwezig. In samenwerking met de brandweer is een aanvalsplan opgesteld. Wanneer er veranderingen bij het bedrijf optreden die van invloed kunnen zijn op de brandveiligheid, wordt het aanvalsplan aangepast. Het calamiteiten plan is in 2004 beoefend en er is een ontruimingsoefening gehouden. De opslag van gevaarlijke stoffen (minder dan 10 ton in emballage) vindt plaats conform het beschermingsniveau van de CPR 15.1. In 2005 wordt de opslag van klein gevaarlijk afval (KGA) vervangen en zal worden uitgevoerd volgens het beschermingsniveau van de CPR 15.1, rekening houdend met relevante wijzigingen van de PGS 15. Een externe firma verzorgt de opslag van grond- en hulpstoffen (meer dan 10 ton in emballage) volgens de CPR 15.2-richtlijn. Deze firma is ISO-14001 gecertificeerd. In 2000 is geïnventariseerd of Sappi Nijmegen valt onder de regelgeving van het Besluit Risico Zware Ongevallen 1999 (BRZO’99). Dit is niet het geval.
3.9.
VERKEER EN VERVOER Logistiek blijft een cruciale rol spelen binnen Sappi Fine Paper Europe, jaarlijks wordt vanuit strategisch, economisch en milieutechnisch oogpunt bekeken wat de optimale vervoersmodaliteiten zijn. Voor de aanvoer van grond- en hulpstoffen en verzending van het gerede product wordt regelmatig nagegaan op welke wijze het transport zodanig kan worden gepland dat het zo efficiënt mogelijk kan plaats vinden. De invoering van de “maut”, de kilometerheffing, in Duitsland per 1 januari 2005, de lokale visie op het gebruik van spoor en de nog steeds toenemende congestie op het wegennet blijft het continu afwegen van transportmiddelen noodzakelijk. overleg met vervoerders, planning en klanten worden maatregelen getroffen. Tevens is er een continue monitoring op het gebied van leverbetrouwbaarheid om zodoende verkeersproblemen naar bepaalde gebieden te kunnen signaleren (bijvoorbeeld Spanje en Italië). Verder maatregelen om de beladingsgraad te verhogen is de vervoerder verantwoordelijk te maken voor de transportplanning waarbij prijsafspraken gemaakt zijn op basis van een maximale beladingsgraad.
sappi
36 Ongeveer 75 % van de gebruikte grondstoffen wordt per schip aangevoerd, zo’n 23% per wegvervoer en de resterende 2 % per trein. Voor de aanvoer van grondstoffen zijn inmiddels grotere schepen ingezet om nog beter van deze modaliteit gebruik te maken. Van de geproduceerde rollen gaat 94% via wegvervoer en de resterende 6% via binnenvaart/schip. De huidige, goede Modal Split wordt jaarlijks gemonitoord waarbij wordt gekeken of verdere optimalisatie mogelijk is. De beladingsgraad van het wegvervoer wordt continu gemonitoord en in overleg met vervoerders, planning en klanten worden maatregelen getroffen. Tevens is er een continue monitoring op het gebied van leverbetrouwbaarheid (d.m.v. een in 2004 ingevoerd track&tracé systeem) om zodoende verkeersproblemen naar bepaalde gebieden te kunnen signaleren. Het afgelopen jaar is de verantwoordelijkheid van de transportplanning nog verder bij de vervoerders neergelegd waardoor de beladingsgraad verder is gestegen (prijsafspraken zijn gemaakt op basis van een maximale beladingsgraad). Het afgelopen jaar is bij Sappi Nijmegen de verschuiving van externe opslag naar interne opslag verder doorgevoerd waardoor inmiddels > 80% intern wordt opgeslagen. Hierdoor wordt een groot aantal wegkilometers bespaard aangezien transport naar externe opslagfaciliteiten niet meer noodzakelijk is. Ten aanzien van de medewerkers en verkeer en vervoer is in het eerste kwartaal in 2001 een fietsenplan opgezet en uitgewerkt. Reden hiervoor is dat Sappi het gebruik van de fiets in het woon-werkverkverkeer, als alternatief voor de auto, wil stimuleren. Fietsen is namelijk niet alleen milieuvriendelijk, het is ook goed voor de gezondheid. In 2004 hebben 41 medewerkers via Sappi een fiets aangeschaft. Sinds de invoering van het fietsenplan hebben nu reeds 123 personen een fiets aangeschaft.
sappi
37 3.10.
INDIRECTE MILIEUEFFECTEN
3.10.1.
Grond- en hulpstoffen De inkoop van de grond- en hulpstoffen verloopt sinds 1998 grotendeels op Corporate niveau via de Centrale Inkoop van Sappi Europe in Brussel. Daar waar goederen door het (gehele) concern gebruikt worden vindt inkoop plaats door middel van contracten met Sappi Europe. Op afroep worden deze goederen geleverd aan de vestigingen. Dat de impact op het milieu hierbij volop aandacht krijgt mag blijken uit navolgende tekst uit een onlangs uitgegeven brochure: “Als marktleider in de pulp- en papierindustrie proberen we zo milieuvriendelijk mogelijk te produceren. Geïnspireerd door de beginselen van duurzame ontwikkeling, is Sappi geen volger, maar voert het een pro-actief beleid: • We zijn de eerste papierfabrikant in Europa die een geïntegreerd certificaat behaalde voor ISO 9001 (kwaliteit) en ISO 14001 (zorg voor het milieu) voor de gehele organisatie. • Al onze Europese fabrieken zijn EMAS-gecertificeerd. • Al onze Europese pulpfabrieken gebruiken chloorvrije bleekprocessen. • We verbeteren voortdurend het afvalstoffenbeleid, de lucht- en wateruitstoot, geur- en geluidshinder en energieverbruik. • Onze eigen bossen in Zuid-Afrika zijn ISO 14001 en FSC-gecertificeerd. • We blijven investeren in projecten voor milieubehoud en we zijn een van de meest actief betrokken bedrijven bij het Wereld Natuur Fonds. Om te verifiëren of en hoe onze toeleveranciers voldoen aan de door Sappi gestelde eisen, worden regelmatig leveranciers-audits uitgevoerd door gespecialiseerde audit-teams. Goederen die uniek zijn voor de vestiging Nijmegen worden door Sappi Nijmegen zelf besteld (zie ook par. 3.10.3 Diensten).
3.10.2.
Producten (gebruiks- en afvalfase) en productrange samenstelling Sappi Nijmegen heeft een inventarisatie uitgevoerd van de milieuaspecten van haar producten in de gebruiks- en afvalfase. Deze milieuaspecten betreffen in hoofdzaak transport in de gebruiksfase en hergebruik van papier in de afvalfase. Transport wordt beoordeeld en zo mogelijk beïnvloed door middel van een transport- en logistieke planning. In de afvalfase is oud papier veruit de belangrijkste grondstof voor nieuw papier in Nederland: 75 % oud papier en 25 % houtvezels (bron Informatiecentrum Papier en Karton, papier.pagina.nl). Dit is voor Sappi Nijmegen aanleiding hier (op korte termijn) geen verdere aandacht aan te besteden.
3.10.3.
Diensten Inkoop van diensten en aannemen van werk (contractors) verloopt via de afdeling Procurement van Sappi Nijmegen. Beïnvloeding van de milieuaspecten van de inkoop van diensten gebeurt door het stellen van voorwaarden in de contracten. Deze voorwaarden betreffen regels binnen het milieuzorgsysteem. De verantwoordelijkheid voor de naleving van deze voorwaarden ligt bij de leveranciers van de diensten. Periodiek zal Sappi Nijmegen B.V. hierop toezien. Sappi Nijmegen stelt elk jaar een milieuanalyse op. In 2004 is een drietal bedrijven bezocht. Bij alle drie bedrijven werden geen feiten geconstateerd die een continuering van de relatie in de weg staan.
3.10.4.
Veiligheid In 2000 is binnen het gehele bedrijf gestart met "samen veilig werken" (SVW), welk programma gebaseerd is op het DuPont veiligheidssysteem, waarbij met name gelet wordt op onveilige handelingen. Het middel om onveilige handelingen te signaleren en te verminderen is het uitvoeren van veiligheidsaudits op iedere afdeling. In Sappijaar 2004 zijn totaal ruim 300 SVW-audits uitgevoerd op alle afdelingen binnen het bedrijf. De nadruk tijdens deze audits ligt natuurlijk sterk op veiligheid, maar er is toch ook een zekere relatie tot milieuaspecten, zoals het omgaan met gevaarlijke stoffen.
3.10.5.
Ontwerp, ontwikkeling en kapitaal investeringen Volgens de vastgelegde werkwijze (procedure) van het milieu- en kwaliteitszorgsysteem wordt bij het ontwerp en ontwikkelen van producten en processen, in de vorm van projecten en kapitaal investeringen, in een vroegtijdig stadium rekening gehouden met de mogelijk optredende milieubelasting. Dit om te borgen dat veiligheid en milieu een integrale plaats hebben in de besluitvorming. Een voorbeeld hiervan is de aanpassing van het afrogneren (afsnijden van de coatingvrije rand van de papierrollen), waarbij het uitgangspunt is geweest dat dit geen negatieve milieuaspecten tot gevolg mocht hebben (preventie onderkenning milieuaspecten geluid en stof).
sappi
38 3.11.
EFFECTEN OP DE BIODIVERSITEIT Er is een nieuwe vergunning verleend in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo). Door deelname van twee van onze medewerkers in een projectgroep samen met Rijkswaterstaat, RIZA en enkele vertegenwoordigers van de papierindustrie en de grondstoffenleveranciers, is een standaardmodel uitgewerkt voor nieuwe Wvo-vergunningen (binnen de werkgroep bekend als het ‘Sappi-model’). Belangrijkste wijziging betreft de implementatie van de nieuwe Algemene Beoordelings Methodiek voor grond- en hulpstoffen (ABM), die als doel heeft het voorkomen van emissies van schadelijke stoffen naar het oppervlaktewater. Sappi Nijmegen is hiermee het eerste bedrijf in de papier- en kartonindustrie dat deze ABM in haar vergunning en werkwijzen (zorgsysteem) heeft verwerkt. Sappi Nijmegen heeft een toets uitgevoerd op het van toepassing zijn van de Habitat- en vogelrichtlijn in het kader van BMP-3. Er is sprake van een afstand tot een beschermd gebied binnen een straal van 10 km rondom het bedrijf (Ooijpolder, ten oosten Nijmegen). In samenspraak met het bevoegd gezag is vastgesteld dat gezien de stedelijke en industriële ligging (Sappi Nijmegen ligt ten Westen van Nijmegen) de Habitat- en vogelrichtlijn niet van toepassing is en er derhalve geen consequenties zijn.
3.12.
OPLEIDINGEN In 2004 heeft onze zorgsysteem verantwoordelijke een cursus interne auditing zorgsystemen gevolgd (ISO 9001, 14001 en OHSAS 18001). Verder zijn de standaard trainingen uitgevoerd in het kader van bedrijfshulpverlening (BHV).
3.13.
TOETSING AAN BAT-BREF In de onderstaande tabel is de toetsing van Sappi Nijmegen aan de beste beschikbare technieken in de pulp- en papierindustrie weergegeven. Dit op basis van IPPC-referentiedocumenten. Deze referentiedocumenten beschrijven de beste beschikbare technieken in de pulp- en papierindustrie op basis van informatie uitwisseling binnen de EG volgens de Richtlijn 96/61/EG. Uit de toetsing blijkt dat Sappi Nijmegen voldoet aan het emissieniveau wat behoort bij het gebruik van de best beschikbare technieken binnen de EG.
sappi
39 Toetsing aan BAT-Bref: gecoat fijn papier Parameter
Eenheid
Emissieniveau bij gebruik van best beschikbare technieken
Emissieniveau Sappi Nijmegen 2003
Emissieniveau Sappi Nijmegen 2004
Zie paragraaf
BZV 5
kg/t papier
0,15 - 0,25
0,09
0,05
3.3.4
CZV
kg/t papier
0,5 - 1,5
0,5
0,4
3.3.4
TSS (total kg/t papier suspended solids)
0,2 -0,4
0,17
0,11
3.3.4
totaal P
0,003 – 0,01
0,013
0,009
3.3.3
totaal N
0,05 – 0,2
0,05
0,02
3.3.2 + Uitvouwblad
debiet
m3/t papier
10,0 - 15,0
14,6
12,2
3.3.1
elektriciteit
MWh/t papier
0,7 -0,9
0,6
0,5
Uitvouwblad
proceswarmte
GJ/t papier
7,0 - 8,0
8,0
8,0
Uitvouwblad
gastoevoer
mg NOx/MJ
30,0 - 60,0
49
50
3.2.1 3.2.2
Toelichting hogere waarden (t.o.v. BAT-Bref) Geen
sappi
40
sappi
41
4. Gegevens van de milieuverificateur Deze milieuverklaring, welke betrekking heeft op de milieueffecten van 2004 is aan een verificatie onderzoek onderworpen door DNV Certification B.V. Op basis van de documenten, de gegevens en de informatie, die gedurende het verificatieproces voortkwamen uit het onderzoek naar de interne procedures van Sappi Nijmegen B.V. verklaart de heer Drs. D. A. Laske namens DNV Certification B.V. dat het milieumanagementsysteem, inclusief het milieubeleid, programma en milieuverklaring voldoet aan de vereisten van de EMAS Verordening (EEC no. 761/2001 van 19 maart 2001).
Naam:
Datum:
Plaats:
5. Volgende milieuverklaring Sappi Nijmegen B.V. streeft ernaar om voor 1 juli 2006 de EMAS verklaring over 2005 te publiceren.
sappi
sappi
Bijlagen
Bijlagen Overzicht en verantwoording van de gepresenteerde gegevens
44
Bijlage 1 Overzicht en verantwoording van de gepresenteerde gegevens
Omschrijving
Verantwoording d.m.v.
Lucht Ammoniak NOx, CO2 ,CO
meetrapporten en registratie verbruiken ammoniakgrondstoffen meetrapporten, berekeningen, registraties, ijkrapporten en registratie gasverbruik
Water Grondwater Afvalwater AWZ (na reiniging, lozing op de Waal)
registraties, rapportages registraties, ijkrapporten, rapportages
Emissies in het water Fosfor (P) Chloride (Cl-) Zwevend stof (suspended solids) Sulfaat (SO4) CZV Vervuiling (v.e.)
registraties, analysegegevens, contrabemonstering, berekening registraties, analysegegevens, contrabemonstering, berekening registraties, analysegegevens, contrabemonstering, berekening registraties, analysegegevens, contrabemonstering, berekening registraties, analysegegevens, contrabemonstering, berekening registraties, analysegegevens, contrabemonstering, berekening
Afvalstoffen Algemeen bedrijfsafval ongesorteerd Coating afval Metaal Hout (incl. pallets) Puin Folie (CCN) Zuiveringsslib (40% ds) Papier/karton/kokers Afgewerkte olie Divers gevaarlijk afval (KGA)
registraties, ijkrapporten (weging), rapportages registraties, ijkrapporten (weging), rapportages registraties, ijkrapporten (weging), rapportages registraties, ijkrapporten (weging), rapportages registraties, ijkrapporten (weging), rapportages registraties, ijkrapporten (weging), rapportages registraties, ijkrapporten (weging), rapportages registraties, ijkrapporten (weging), rapportages registraties, ijkrapporten (weging), rapportages registraties, ijkrapporten (weging), rapportages
Eindproducten PM 7 (papier op rol) CCN
registratie, weging, ijkrapporten (weging) registratie, weging, ijkrapporten (weging)
Energie Ingekocht aardgas Elektriciteit (zelfopgewekt/teruggeleverd/ Ingekocht)
sappi
registraties, ijkrapporten, rapportages registraties, ijkrapporten, rapportages
45
Bijlage 2 Verklarende begrippenlijst ALARA, BUT, BAT : As Low As Reasonably Achievable, Best Uitvoerbare Techniek, Best Available Technology (Stand der techniek) AWZ : Afvalwaterzuivering BAT/Bref : referentiedocument van de Europese commissie waarin de best beschikbare technieken in de pulp- en papierindustrie staan vermeld BEES : Besluit Emissie Eisen Stookinstallaties BHV : Bedrijfshulpverlening BMP : Bedrijfs Milieu Plan BOOT : Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks BSB : Commissie Bodemsanering in gebruik zijnde Bedrijfsterreinen Bodemrisicodocument : Een analyse van de risico's voor bodemverontreini-ging van de verschillende installaties binnen de inrichting BZV : Biologisch zuurstofverbruik Bypass stack : Er is sprake van bypass stack als de rookgassen van de gasturbine rechtstreeks naar de schoorsteen worden geleid en niet via de ketel. Dit is energetisch gezien een ongunstige situatie en wordt derhalve alleen in geval van storingen toegepast CO en CO2 : Koolmonoxide en kooldioxide, verbrandingsproducten die ontstaan bij onvolledige resp. volledige verbranding van fossiele brandstoffen. CO2 draagt bij aan de opwarming van de aardatmosfeer CPR 9-6 : Richtlijn voor de opslag van aardolieproducten in bovengrondse installaties CPR 15-1 : Richtlijn voor de opslag van gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (Wms stoffen, van 0 tot 10 ton) CPR 15-2 : Richtlijn voor de opslag van gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (Wms stoffen, >10 ton) dB(A) : Decibel, maat voor de geluidssterkte EEI : Energie Efficiency Index EMAS : Eco Management and Audit Scheme, een Europese richtlijn inzake een milieubeheer en mileuauditsysteem KGA : Klein Gevaarlijk Afval IMT : Integrale Milieu Taakstelling IPPC : Europese commissie ten aanzien van geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging IR-droger : infrarood droger MJA : Meerjarenafspraak MTR : Maximaal Toelaatbaar Risico NeR : Nederlandse Emissie Richtlijnen NMP : Nationaal Milieubeleidsplan NOx : Stikstofoxiden, ontstaan bij verbranding van fossiele brandstoffen. NOx dragen bij aan de verzuring van ons klimaat NPV : Netto product(ie) verkoopbaar NRB : Nederlandse Richtlijn Bodembescherming. Handleiding om te komen tot de optimale keuze van bodembeschermende voorzieningen en maatregelen. OHSAS : Occupational Health and Safety assesment series, internationale norm met betrekking tot arbozorgmanagementsystemen PGS15 : Publicatie gevaarlijke stoffen. Richtlijn opslag van verpakte gevaarlijke stoffen (richtlijn voor brandveiligheid, arbeidsveiligheid en milieuveiligheid) Pulper : Stofbereidingstank Precoating : De eerste strijklaag die op het papier wordt aangebracht. Deze dient om de grootste oneffenheden in het basispapier weg te nemen. Hier overheen komt nog de topcoating PQM : Proces quality management Runnability : Overall term voor alle componenten die het productieproces negatief of positief kunnen beïnvloeden RRU : Royal Roto Upgrade, het eind 2001 uitgevoerd project om een betere kwaliteit van het papier (Royal Roto) te realiseren SMART : Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realiseerbaar, Tijdgebonden SCCM : Stichting Coördinatie Certificatie Milieuzorgsystemen, deze stichting borgt o.a. de uitvoering van de EMAS richtlijn STEG : Steam and gasturbine (gecombineerde warmte kracht installatie) STEK : Stichting Erkenningsregeling voor de uitvoering van het koeltechnische installatie bedrijf SVB : Stofvoorbereiding SVW : Samen Veilig Werken. Programma gericht op signaleren onveilige handelingen. Tamboer : Metalen as waarop het papier gewikkeld wordt VNP : Vereniging van Nederlandse Papier- en kartonfabrieken Viltreiniging : Reiniging van transport-/droogband van de papiermachine
sappi
46
Bijlage 3 Toelichting op het cijfermatige deel (uitvouwblad)
Productie
•
Eindproduct papier op rol op basis van Sappi maanden 2004.
Energie
• • • •
Basisdocument voor de gegevensverstrekking is het door de afdeling WKC jaarlijks op te stellen overzicht "Monitoring Papier- en Kartonindustrie”. Het stoomverbruik betreft de totale hoeveelheid geproduceerde stoom (bruto stoomproductie). De stoommeting geschiedt op basis van het rendement en verbruik. In 2002 is een fout opgetreden ten gevolge van een onjuiste meting van de lagedruk ketels (20.000 ton stoom). E.E.I. op basis van Sappi maanden 2004 en ten opzichte van het benchmarking energie-efficiency basisjaar 1998.
Lucht
• • •
NOx Overig: stoomketels 5, 7 en 8 infraroodstralers mengluchtverhitters
•
Fijn stof is op basis van berekening.
Water
• • •
Grondwaterverbruik op basis van Sappi maanden (2004). De hoeveelheid vervuiling (v.e.) over 2002 was op basis van eigen berekening (AWZ). De hoeveelheid v.e's over 2002 is door het Waterschap Rivierenland vastgesteld op 1415. De hoeveelheid vervuiling (v.e.) over 2003 en 2004 was op basis van eigen berekening (AWZ), beiden zijn nog niet definitief vastgesteld.
Afval (niet gevaarlijk) Algemeen bedrijfsafval bestaat uit de afvoer van rolcontainers, afzetcontainers en diversen. Tot en met 1999 werd ook ‘blauwpapiercontainers’ hierbij meegenomen. Met ingang van 2000 is deze afvalstroom meegenomen bij ‘papier/karton/kokers’. Papier/karton/kokers bestaat uit vuil wit, hulzen, emballage, blauwpapiercontainers en papier CCN (t/m 2001). • Metaal bestaat uit oud ijzer, rvs, draad, kabel en aluminium (aluminium wordt met ingang van 2000 gescheiden • ingezameld en afgevoerd). In 2000 was het slib gedurende een korte periode te nat voor hergebruik, in beide situaties is gekozen om het • slib te storten. Met ingang van 2001 wordt het rioolslib wat vrijkomt bij de periodieke reiniging van het riool van Sappi Nijmegen • apart geregistreerd en meegenomen in het afvaloverzicht. Verpakkingen zoals vaten, big-bags en pallets zijn niet meegenomen (i.v.m. het retour systeem). • Als gevolg van het project ‘Rolleninpak’ is in 2002 554 ton grond (BOOM, Cat. I) afgevoerd. • De werkelijke hoeveelheid afgewerkte olie was in de Sappi Nijmegen EMAS verklaring tot en met 2002 weerge • geven in liters maar de eenheid stond weergegeven als kg. De hoeveelheden afgewerkte olie blijven weergegeven worden in kg en zijn hiernaar teruggerekend: afgewerkte olie (kg) x soortelijke massa (0,9).
•
sappi
Bijlage 4 Overzicht van door Sappi Nijmegen geregistreerde klachten en gedane meldingen (2004) Overzicht van door Sappi Nijmegen in 2004 geregistreerde klachten Er zijn in 2004 geen klachten ontvangen Overzicht van in 2004 gedane (milieu)meldingen aan het bevoegd gezag door Sappi Nijmegen 16-01-04 Emissie NOx. Ten gevolge van een storing aan de afgassenketel, waardoor alleen kon worden gedraaid met de gasturbine, is de NOx-emissie-eis overschreden. De norm is gedurende 27 uur overschreden (max. 96,7 gr/GJ). 04-04-04 Afvalwater. Ten gevolge van een lokale stroomstoring in het openbare net is het gehele bedrijf, waaronder de afvalwaterpompen naar de waterzuivering, uitgevallen, Hierdoor is er circa 250 m3 water overgestort op het gemeenteriool. 19-04-04 Afvalwater. Tijdens een poetsstop van de papiermachine is er, ondanks deskundige begeleiding, 18 m3 water overgestort op het gemeenteriool. 07-05-04 Emissie NOx. Aan de provincie is gemeld dat in verband met de verplichte ketelkeuring de NOx-emissie-eis zal worden overschreden. De keuring duurde 5 dagen. Om de gevolgen voor het milieu tot een minimum te beperken is de keuring gepland tijdens een tweedaagse stop van de papiermachine. De norm is gedurende 130 uur overschreden (max. 145,4 gr/GJ). 30-05-04 Calamiteit. Scheur in persleiding van het Sappi terrein naar de afvalwaterzuivering, waarschijnlijk als gevolg van een nieuwe pompregeling, waardoor grote drukstoten optraden. De reserveleiding was niet bij te zetten doordat een afsluiter op de waterzuivering niet gangbaar was. Hierdoor is langer overgestort dan gewenst. De pompregeling is hierna aangepast, afsluiters zijn ingebouwd in de kelder en opgenomen in het periodiek onderhoudsysteem. 16-06-04 Afvalwater. Op verzoek van het Waterschap Rivierenland is er afvalwater overgestort (1944 m3) op het gemeenteriool in verband met voorbereidende werkzaamheden voor de ombouw van het effluentgemaal op de rioolwaterzuiveringsinstallatie Nijmegen. 20-06-04 Afvalwater. Tijdens een poetsstop van de papiermachine is er, ondanks deskundige begeleiding, 90 m3 water overgestort op het gemeenteriool. Interne instructies zijn aangescherpt. 06-09-04 Geluid. Preventieve melding in verband met mogelijke geluidsoverlast als gevolg van sloopwerkzaamheden. 07-09-04 Afvalwater. In de periode 6 t/m 10 september is er op verzoek van het waterschap Rivierenland 33.687 m3 afvalwater overgestort op het gemeenteriool in verband met plaatsing van een debietmeter in de de bietmeterput van de RWZI Nijmegen. 02-12-04 Geluid. Preventieve melding in verband met mogelijke geluidsoverlast als gevolg van een defect lager van een ventilator. Het was niet mogelijk het lager direct te vervangen, dit is gebeurd op 06-12-04. Externe hinder werd als minimaal ingeschat. 05-12-04 Brandmelding. Als gevolg van een lekkage in een sprinklerleiding is er een brandalarm gegenereerd, waarna de brandweer is gewaarschuwd. De lekkage is de volgende dag verholpen, tot deze tijd zijn er extra controlerondes gelopen door de brandwacht. 21-12-04 Brandmelding. Als gevolg van laswerkzaamheden nabij de Warmtekrachtcentrale is er een melder in het gebouw aangesproken. Dit was niet te voorzien. Wel zijn er verbetermaatregelen uitgevoerd ten aanzien van de interne brandweer. 23-12-04 Emissie. Door een niet goed vastzittende flens is tijdens de lossing van een schip met pigmentslurry circa 25 liter product in het Maas-Waalkanaal terechtgekomen. Bij het starten van de pomp werd het lek snel gesignaleerd, waarna de pomp werd gestopt en de flens aangedraaid.
Cijfermatig deel EMAS 2004
CIJFERMATIG DEEL EMAS 2004 SAPPI NIJMEGEN Omschrijving
Eenheid
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
ton ton ton
211.346 37.196 248.542
218.376 24.720 243.096
229.404 22.832 252.236
168.206 12.945 181.151
186.559 0 186.559
184.814 0 184.814
210.599 0 210.599
1.000m3 55.066 MWh 87.034 MWh 742 MWh 25.493 MWh 111.785 Ton 453.762 100
59.076 100.208 947 13.515 112.776 472.774 98
57.917 106.874 1.247 9.847 114.633 474.842 89,3
46.836 84.450 1.168 12.067 95.349 382.207 100,7
49.755 85.449 385 19.402 104.466 402.387 100
46.829 79.191 62 24.369 103.498 384.628 98,8
53.141 91.210 93 21.804 112.921 433.467 92,4
75,3 2,3 111,3 4,9 116,2 104.562 45 0,03
77,2 0 103,5 5,0 108,5 102.514 33 0,03
46,2 0 81,9 4,1 86,0 82.900 28,4 0,02
8,3 0 67,8 5,9 73,7 87.651 33,9 0,03
6,9 0 66,9 6,1 73,0 82.887 11,1 0,03
7,6 0 80,3 7,2 87,5 93.907 9,7 0,035
Productie Eindproduct papier op rol (NPV) Eindproduct CCN Totaal
Energie Ingekocht aardgas Elektriciteit: zelfopgewekt* Elektriciteit: teruggeleverd Elektriciteit: ingekocht Elektriciteit: totaal eigen verbruik Stoomverbruik (bruto) E.E.I. (energie efficiency index) Lucht Afzuiging PM 7 - Ammoniak Formaldehyde NOx WKC NOx overig NOx totaal CO2 totaal CO totaal Fijn stof
Ton Ton Ton Ton Ton Ton Ton Ton
69 2,1 96,8 5,5 102,3 97.467 52 0,02
Water Grondwater* Afvalwater AWZ (na reiniging, lozing op de Waal) Fosfor (P) Chloride (Cl-)* Zwevend stof (suspended solids) Sulfaat (SO4)* CZV Vervuiling (gebaseerd op BZV en stikstof)
m3
3.119.822 3.071.750 3.175.699 2.669.690 2.833.570 2.693.416
2.560.912
m3 ton ton ton ton ton v.e.
3.086.965 3.072.638 3.244.020 2.773.848 2.875.802 2.834.867 2,6 2,7 3,0 1,4 1,6 2,4 547 553 638 471 520 445 36 38 25 37 26 32 249 271 264 224 232 216 182 168 86 92 116 100 3.616 3.116 1.266 1.155 1.415 1.908
2.547.882 2,0 443 23 162 92 1.140
Afval Algemeen bedrijfsafval Coating afval Metaal Hout (incl. pallets) Puin Folie (CCN) Zuiveringsslib (45% ds) Zuiveringsslib gestort Rioolslib Papier/karton/kokers Afgewerkte olie, olie/water mengsel en vast oliehoudend afval Divers gevaarlijk afval + klein gevaarlijk afval
ton ton ton ton ton ton ton ton ton ton
208 36 424 44 2 14.158 0 1.136
225 21 485 54 1 21 11.510 0 3.225
183 10 418 58 3 33 12.916 25 2.646
236 0 544 79 98 24 11.142 0 43 2.089
154 7,2 489 43 766 0 10.084 0 0 409
157 0 408 38 0 0 7.673 0 0 368
111 0 416 31 0 0 7.455 0 0 405
kg
21.880
28.200
14.060
52.161
27.654
10.343
11.620
kg
3.259
2.061
2.497
5.235
8.126
2.449
8.048
* Meetgegevens op basis van niet gekalibreerde meters
sappi
Gedrukt op Magno Satin 250 g/m2 en Magno Satin 135 g/m2, 2005 Sappi Europe SA
www.sappi.com Nijmegen Mill Sappi Nijmegen B.V. Ambachtsweg 2 6541 DB Nijmegen Nederland Tel + 31 (0) 24 371 09 11 Fax + 31 (0) 24 371 07 46
Sappi Fine Paper Europe Sappi Europe SA 154 Chaussée de la Hulpe B-1170 Brussels Belgium Tel +32 (0) 2 676 97 00 Fax +32 (0) 2 676 96 65
Sappi Limited 48 Ameshoff Street 2001 Braamfontein South Africa Tel +27 (0)11 407 8111 Fax +27 (0)11 407 1493
sappi The word for fine paper