Samenzwering in vier dimensies Deel 1
Het script is voor u uitgeschreven door Marc en Herman Van Cauwenberghe.
AVRO zondag 02-10-1977 [22.50-23.20] Samenzwering in vier dimensies, 1. De onverdachte verdachten (Stewart Farrar - Hero Muller) Vertaling: Thomas Uhlrich. Een stewardess: Joke van den Berg Douglas Cameron: Cor Witschge Harvey Grant: Gees Linnebank Rex Mortimer: Ad van Kempen Joop van Maas: Pieter Lutz Wanda Noorddijk: Petra Dumas Hans ten Bosch: Pollo Hamburger Een Nederlandse minister: Ab Abspoel Een Britse minister: Tim Beekman Erik Stellaard: Wim Hoddes Sir Thomas Jameson: Jules Croiset Vera van Maas: Els Buitendijk Hoofdinspecteur Harvey Grant van de Engelse Special Branch en hoofdinspecteur Joop van Maas van de Nederlandse Rijkspolitie leiden het onderzoek naar het ontstaan van het uitlekken van geheime gegevens over een Engels-Nederlandse atoomovereenkomst. Gewapend met voortijdige kennis heeft iemand zijn slag kunnen slaan op de beurzen van London en Amsterdam. Slechts twee mensen kunnen de details geweten hebben: een Nederlandse en een Engelse minister. Hoewel het onmogelijk is dat zij de schuldigen zijn, lijkt er geen andere oplossing mogelijk. Naar aanleiding van een vaag spoor brengen van Maas en zijn assistente, inspectrice Wanda Noorddijk, een onofficieel bezoek aan een fotostudio in den Haag en daar treffen ze uiterst vreemde apparatuur aan, verborgen in een paar studiolampen…
(in het vliegtuig) Stewardess: Dames en heren, over enkele minuten zullen wij landen op Schiphol, de luchthaven van Amsterdam. Wilt u uw stoelleuningen weer rechtop zetten, uw riemen vastmaken, niet meer roken, en blijven zitten tot het vliegtuig volledig tot stilstand is gekomen. Douglas: En welkom in zonnig Amsterdam. Ja… Altijd neem ik me voor hier ‘ns op vakantie te gaan. En als het dan zover is, moet ik verdomme werken. Harvey: Zo erg is ‘t nou ook weer niet, Douglas. Een paar uurtjes om een rondvaart door de grachten te maken, zullen d’r heus wel overschieten. Douglas: Mijn ervaring met dit soort internationale zaakjes zegt me anders dat er niet veel zal van komen. Maar dat kan jou natuurlijk niks schelen, jij kent het land en je spreekt de taal. Rex: Jullie Special Branch jongens doen niks anders dan heen en weer vliegen. Douglas: Derde keer in een half jaar. Rex: Nou, da’s dan nog altijd tweemaal zoveel als ik. Maar ja, ik ben maar een doodgewone smeris. Douglas: En dat is dan de eerste keer dat ik een inspecteur van Scotland Yard zichzelf een smeris heb horen noemen. Harvey: (lacht) Hou nou ‘ns op met dat gezeur. We moeten een zaak klaren in Nederland, meer is er niet aan de hand. Douglas: Ik weet niet precies wat er aan de hand is, maar het moet wel knap belangrijk zijn. Belangrijk genoeg in ieder geval om een hoofdinspecteur en twee inspecteurs uit hun bed te sleuren en hier zo te rijden, zonder ontbijt. Harvey: Ontbijt heb je tenminste nog in het vliegtuig gehad! Douglas: Daar heb jij weer gelijk in. En degene die ons hier naartoe heeft laten komen, heeft in ieder geval helemaal niet geslapen. (in de luchthaven) Joop van Maas: Harvey! Harvey! Harvey: Zo! Wat geweldig! Jij bent er dus ook bij betrokken, wat het dan ook zijn mag? Joop: (lacht) Dat schijnt zo. Prettige vlucht gehad? Harvey: Ik zou het je niet kunnen zeggen, ik sliep nog. Heren, dit is hoofdinspecteur Joop van Maas van de Rijkspolitie. Joop: Goeiedag. Harvey: We hebben samen in Utrecht gestudeerd. Joop, dit is mijn assistent, inspecteur Douglas Cameron… Douglas: Hoe maakt u het? Harvey: …en dit is eh… inspecteur Rex Mortimer van de CID. Joop: Welkom in Holland, heren! Rex: Prettig kennis te maken. Joop: (lachje) En dit is mijn assistente, inspectrice Wanda Noorddijk. Harvey: Mm. Wanda: Prettig kennis met u te maken. Harvey/Rex: Hoe maakt u het? Joop: En eh… inspecteur Hans ten Bosch. Ik weet nog niet precies hoe de zaak opgezet wordt, maar ik neem aan dat u nauw met hem zult samenwerken, meneer Mortimer. Hans: Hallo, hoe maakt u het?
Joop: Ik heb de wagen bij me, en voor jullie bagage wordt gezorgd. We gaan meteen naar Den Haag. De minister verwacht ons om 12 uur. Harvey: De minister, hè? Dan is het dus toch een belangrijke zaak. (in de auto) Joop: En nu, de zaak zelf. Ja, details weet ik nog niet. Maar ‘k neem aan dat het iets te maken heeft met de Jameson-Stellaard- overeenkomst. Harvey: Met het Engels-Nederlands atoomverdrag? Joop: Juist, ja. Harvey: Mm, dat heeft gisteren in ieder geval de voorpagina’s gehaald. Rex: Kun je me wat details geven? Ik zat gisteren nog tot over m’n oren in de Stephen Hawk-zaak. ‘k Heb geen krant gezien. Harvey: Nou, in het kort gaat het hier om. De Jameson-Stellaard-overeenkomst, dat is een reusachtig project, dat is opgezet om de Nederlandse en de Engelse nucleaire activiteiten te bundelen. D’r zal een samenwerking tussen de verschillende atoomcentrales opgezet worden, waardoor d’r beter en vooral effectiever gewerkt kan worden. Nou, gisterochtend werd het plan in openbaarheid gebracht. Tot op dat ogenblik waren alle voorbereidingen in het diepste geheim afgehandeld. Maar, ‘t is uitgelekt. Want… iemand heeft een paar uur voor de openbaarmaking z’n slag geslagen op de beurs. Op het moment dat het plan wereldkundig gemaakt werd, vlogen de aandelen van de betrokken fabrieken de hoogte in, maar de dag tevoren had iemand die aandelen opgekocht en heeft op die manier een vermogen verdiend. Douglas: En nu het kalf verdronken is, mogen wij de put dempen. Joop: Ja, zoiets zal het wel zijn. In ieder geval zit dit hele zaakje onze regeringen niet lekker. Ja, ‘k zei wel dat wij de minister zouden ontmoeten, maar eigenlijk gaan we onze opwachting maken bij twéé ministers: die van Nederland én die van Engeland. Harvey: Allemachtig... Joop: Ja, zeg dat wel. Nederlandse minister: Ik moet benadrukken, mevrouw, mijne heren, dat alles wat hier besproken wordt als volstrekt geheim beschouwd moet worden. Ik hoop dat de heren Mortimer en ten Bosch zich niet beledigd zullen voelen wanneer ik hen betitel als "gewone" politiefunctionarissen van onze beide landen? Als ik tenminste ook namens mijn Britse collega mag spreken. Engelse minister: Natuurlijk, beste kerel, ga je gang. Nederlandse minister: Dank je. De gewone politie zal die kant van de zaak onderzoeken die algemeen bekend is. Dat wil dus zeggen, men zal proberen er achter te komen wie verantwoordelijk zijn geweest voor de beursmanipulaties. Maar ik ben bang dat er nog een veel ernstiger kant aan deze zaak zit die, koste wat het kost, voor het publiek verborgen moet blijven. En met dat aspect van de zaak zullen de heren van Bosch [van Maas!] en Grant en hun twee assistenten zich bezig gaan houden. Het is duidelijk dat ze een behoorlijke verbinding moeten hebben met de gewone politie. Ik haast me mijn verontschuldigingen voor deze aanduiding aan te bieden, maar goed, dat zal dus het werk zijn van de heren Mortimer en ten Bosch. U zult voortdurend in contact staat met de heren van Maas en Grant, maar de aard van hun operaties zult u ten allen tijde geheim houden, ook waar het uw collega’s betreft. Ben ik duidelijk geweest? Hans: Volledig, meneer de Minister. Rex: Ik begrijp het. Nederlandse minister: Goed, goed. Om nu het binationale karakter van deze operatie nog ‘ns te onderstrepen, wil ik mijn Britse collega verzoeken verder te gaan. Engelse minister: Zoals je wilt, eh… beste kerel, goed. De zaak is dat de aard van de informatie die uitgelekt is heeft onze beide regeringen tot een zeer onaangename gevolgtrekking gedwongen. Om de kans op een gebeurtenis zoals die heeft plaatsgevonden zo klein mogelijk te maken, was de complete lijst van meewerkende fabrieken slechts bekend aan twee mensen, te weten de twee betrokken ministers, de heer Erik Stellaard als vertegenwoordiger van de Nederlandse regering, en Sir Thomas Jameson, als representant van het Engelse gouvernement. En natuurlijk waren de beide premiers van alles op de hoogte. Harvey: Allemachtig... Engelse minister: Mm, uw verbazing is alleszins begrijpelijk, hoofdinspecteur. En gelooft u me: ze wordt gedeeld door beide regeringen. Op het eerste gezicht kan het lek alleen maar ontstaan zijn bij één van de betrokken ministers. Zoiets is natuurlijk onvoorstelbaar, maar wij kunnen op dit ogenblik nauwelijks een andere conclusie trekken. Het onderzoek naar die mogelijkheid vertrouwen wij toe aan u en aan de heer van Maas. Harvey: Mm. Engelse minister: Ik mag aannemen dat u meer samengewerkt hebt? Harvey: Ja, ja zeker meneer, wij zijn ouwe vrienden. Engelse minister: Goed goed goed, maar u begrijpt natuurlijk dat, wanneer het publiek ook maar vermoedde dat één van de twee ministers persoonlijk verantwoordelijk geweest zou zijn, de internationale repercussies desastreus zouden zijn. Harvey: Ja, inderdaad. Engelse minister: Dat kan natuurlijk onvermijdelijk zijn als de waarheid eenmaal is komen vast te staan. Het is uw taak die vast te stellen. Als u nog vragen hebt...? Harvey: Nou nee, ik eh...
Vera van Maas: Nog wat koffie, meneer Cameron? Douglas: Alstublieft, mevrouw van Maas. Vera: Dan zet ik even wat verse. Wanda: Kan ik je soms helpen, Vera? Vera: Niet nodig, blijf maar lekker zitten. Douglas: Ik wou dat alle vergaderingen op deze manier gehouden werden. Ik heb verrukkelijk gegeten. Harvey: (lacht) Ja, het is geweldig vriendelijk van jou en Vera om ons zo gastvrij te onthalen. Hoewel, de Yard kan zich een hotel veroorloven. Joop: We hebben bedden genoeg. En Wanda woont hier om de hoek. ‘t Is veel eenvoudiger om bij elkaar in de buurt te zitten. En eh… een hotelrekening versier ik wel voor je. Harvey: Zo? Hoe dan wel? Joop: (lacht) We hebben zo onze contacten. Harvey: (lacht) Ja ja… Joop: En als Wanda en ik in London zijn, reken ik op jouw gastvrijheid. Dit gaat ongetwijfeld een forensenzaak worden. Harvey: Ik heb maar één bed over... Joop: Voor Wanda. Ik heb wel ‘ns meer op de grond geslapen. En het is maar goed dat Vera me vertrouwt. Harvey: (lacht) Vera: Hou jij jezelf maar niet voor de mal. Ik vertrouw Wanda! (gelach) Harvey: Ja, neemt u mij niet kwalijk, eh… ja, we vinden het natuurlijk prettig om met u samen te werken, eh… maar… Wanda: …maar u vraagt zich af waarom nou uitgerekend een vrouw moet meewerken? Harvey: Tja, ja, inderdaad. Wanda: Nou, dat is heel simpel, meneer Grant. Mijn vader en mijn twee broers werken op het ministerie van Buitenlandse Zaken. En daarom is iemand kennelijk op het idee gekomen dat mijn contacten wel ‘ns nuttig zouden kunnen zijn. Harvey: Mm. Ja, ‘t zou inderdaad kunnen. Nou, op de goede samenwerking dan maar. En laten we elkaar alsjeblief tutoyeren. Wanda: Heel graag. Joop: Ter zake dan, hè? Vera: Zal ik gaan? Joop: Nee, blijf alsjeblieft zitten. Ik wil een vertrouwd telefooncontact, en dat moet jij zijn. Mortimer en ten Bosch moeten weten hoe en waar ze ons kunnen bereiken. Maar de hele zaak is zo geheim dat je er zelfs in je slaap niet over mag praten. Goed? Vera: Mm. Goed. Joop: Om jullie de waarheid te zeggen: de zaak staat me helemaal niet aan. We zullen moeten beginnen Stellaard en Sir Thomas te ondervragen. Dat is duidelijk. Wij weten dat ze ons allebei verwachten, dus hoe eerder hoe beter. Nou ja, ik zou echt niet weten wat wij bij hen zullen bereiken. Mensen in zo’n positie zijn bepaald geen dwazen, en als één van hen schuldig is… Harvey: Of allebei… Joop: Of allebei, dan zullen ze heel voorzichtig te werk zijn gegaan en op alle vragen een plausibel antwoord kunnen geven. Erik Stellaard: Ik verzeker u, heren, dat ik alles zal doen wat in m’n vermogen ligt om u bij uw onderzoek van dienst te zijn. Joop: Dank u, meneer Stellaard. Stellaard: Al mijn papieren zijn te uwer beschikking, en u kunt natuurlijk vrijelijk mijn medewerkers ondervragen. Maar, en ik weet dat dit mijzelf in een moeilijke situatie brengt, u kunt hén uitsluiten. Joop: Waarom zegt u dat, meneer? Stellaard: Omdat geen van hen de volledige lijst van de samenwerkende fabrieken kende. Er zijn een groot aantal firma’s die wel ingeschreven hebben, maar aan wie niets gegund is. Alleen de minister-president en ikzelf wisten wie er uiteindelijk uitgekozen zijn. Dat wil natuurlijk zeggen, voor wat de Nederlandse kant betreft. De Engelse contractanten vielen buiten mijn competentie. Daarvoor moet u zich tot Sir Thomas wenden. We hebben natuurlijk wel van gedachten gewisseld over de diverse firma’s op ons beide lijsten, maar zelfs daaruit waren tal van eindcombinaties mogelijk. Ja, en toch hebben die beursspeculanten de juiste combinaties gevonden. Joop: Een goeie gok! Stellaard: (lachje) Hoofdinspecteur, als je zo kon gokken, dan zou je de uitslag van alle cupwedstrijden kunnen voorspellen voordat het seizoen begonnen was. Nee, daar hoeft u niet aan te denken. Harvey: Meneer de minister… Stellaard: Mm. Harvey: U zei net dat u de lijst met Engelse firma’s niet kende. De echte lijst, bedoel ik. Dat alleen Londen die kende. Stellaard: Ja, tot een paar uur voor onze gemeenschappelijke verklaring aan de pers. Maar op dat moment was de beursspeculatie al bijna beëindigd. Harvey: En dat geldt evenzo voor de Nederlandse lijst? Stellaard: Jazeker, ja, toen mijn koerier arriveerde, was Sir Thomas in een kabinetsvergadering. Hij kon mijn lijst dus pas enkele uren later bestuderen.
Joop: De koeriers…? Stellaard: Zelfs al hadden ze de lijsten gelezen, dan nog zouden ze d’r niet wijzer van geworden zijn. Wij maakten namelijk gebruik van een code die alleen aan Sir Thomas en mij bekend was. Heren, wij waren zeer goed op de hoogte van de risico’s die een voortijdig bekend worden van onze beslissing met zich meebrachten. Vandaar al die uitgebreide voorzorgsmaatregelen. Joop: Die dan toch niks uitgehaald hebben. Stellaard: Ja, helaas, net wat u zegt, ja. Heren, ik ben volkomen openhartig tegen u. Het is duidelijk dat men u gezegd heeft dat of Sir Thomas of ikzelf verantwoordelijk moeten zijn voor het lek. Is dat juist? Joop: Onze opdracht is het vaststellen en onderzoeken van feiten, meneer de Minister. Stellaard: Ja, laten we alsjeblieft geen spelletje spelen, hoofdinspecteur. D’r kunnen maar twee verdachten zijn: Sir Thomas en ikzelf. Niemand anders kan het geweten hebben. Maar het absurde van deze hele zaak is, en u bent kennelijk niet volledig ingelicht, dat er twéé lijsten waren, en de speculanten kenden die lijsten nog voordat wijzelf ze kenden. Het gevolg daarvan is dat wij alle twéé schuldig moeten zijn. Da’s toch een logische conclusie, nietwaar? Goed, u hoeft niet te antwoorden, want het is duidelijk. En toch weet ik dat ik niét schuldig ben. En Sir Thomas zal u ongetwijfeld hetzelfde zeggen, wat hemzelf betreft natuurlijk. Nou, de hele zaak is onmogelijk. Absoluut onmogelijk. En toch... Sir Thomas Jameson: De hele zaak is te belachelijk voor woorden, het kon onmogelijk gebeuren en toch is het gebeurd. En de heer Stellaard heeft natuurlijk volkomen gelijk: alleen hij en ik én onze eerste ministers kenden beide lijsten. En bovendien werden ze pas gecombineerd nadat de beursmanipulaties begonnen waren. Ik kan alleen maar met nadruk stellen dat ik onschuldig ben, en ik geloof dat mijn lange politieke carrière in deze voor zichzelf spreekt. Maar u heeft natuurlijk gelijk wanneer u stelt dat op het eerste gezicht collega Stellaard en ik de indruk maken een misdadig verbond gesloten te hebben. Maar voordat deze onderhandelingen begonnen, kenden wij elkaar nauwelijks. Tot oktober jongstleden was ik ambassadeur in Washington, terwijl de heer Stellaard vrijwel uitsluitend in Europa is geweest. Uw onderzoekingen zullen dit bevestigen. Hij en ik hebben maar heel weinig contact gehad. Zelfs als wij misdadigers zouden zijn, zouden wij elkaar toch heel goed hebben moeten kennen om een complot als dit op touw te zetten. Het is, en dat heb ik al gezegd, heren, te belachelijk voor woorden. Harvey: Die hele zaak klopt niet, Joop. Wanda: Als je dat nog een keer zegt, dan ga ik gillen. Vera: Hier, koffie. Dat is de derde pot al. Weet je wat het kost vandaag de dag? Joop: Ja, jij wordt geacht de telefoon in de gaten te houden, niet op te treden als criticus. Maar hoe dan ook, Harvey heeft gelijk. Vera: O, neem me niet kwalijk, hoofdinspecteur… ’k Begrijp niet hoe je ‘t met hém als baas uithoudt, Wanda. Wanda: (lacht) Door zwarte koffie te drinken in grote hoeveelheden. Joop: Is Douglas net zo brutaal, Harvey? Harvey: O ja, maar minder charmant. Douglas: Ik?... Harvey: Ja...! Het spijt me, Vera, maar het is nou eenmaal de waarheid: de hele zaak klopt niet. We hebben maar twee mogelijke verdachten, en beiden zijn zo onschuldig als pasgeboren baby’s. Op grond van de gegevens kunnen ze de schuldigen niet eens zijn. Maar ja, de feiten wijzen in hun richting. Heb ik gelijk? Vera: Dan moet er dus iets anders aan de hand zijn. Zou het chantage kunnen zijn? Joop: Allebei? Ja, we hebben d’r natuurlijk wel aan gedacht, maar ik geloof dat ik een chantageslachtoffer meteen zou herkennen, en geen van beiden vertoonden de bekende verschijnselen. Harvey: Ja, je hebt gelijk. Vera: Dat is het dus niet. Ik heb altijd gezegd dat jij veel gevoeliger bent dan je zelf wilt toegeven. Joop: Ha, alsjeblieft hè, nou niet, hè? Harvey: (lacht) Douglas: Wat is daar grappig aan? Harvey: Vera zegt paranormaal begaafd te zijn, en ze zegt dat haar man dat ook is, maar die wil d’r natuurlijk niks van weten. Joop: Hè, spoken, dansende tafels en de hele santemekraam, Douglas. Als m’n vrouw d’r zin kreeg, zou ik d’r een medium in vaste dienst bij krijgen, compleet met kristallen bol. Douglas: Voor deze zaak zou het nog helemaal niet zo gek zijn. Zoals de zaken nu liggen kon men alleen door middel van telepathie die twee lijsten in handen krijgen. Vera: Dat begin ik zo langzamerhand zelf ook te geloven. Joop: Ontsla die vent, Harvey, Vera alleen is al erg genoeg, met bondgenoten wordt ze helemaal onuitstaanbaar. (gelach) Harvey: Ach, goed… goed… aan de slag. Ik vraag me af hoever het routineonderzoek gevorderd is. Ik geloof dat we de meeste kans hebben de zaak op te lossen als we van de beurskant uit gaan. Joop: Hè, jammer genoeg heb je waarschijnlijk gelijk. Hans: We gaan natuurlijk door, maar het is alsof je in een dikke mist loopt. Ik heb het idee dat het de best gecamoufleerde handel van de laatste jaren is: stromannen van stromannen van stromannen van stro… Rex: Dat geldt ook voor de Londense beurs. Onze beste beursspecialisten zijn er dag en nacht mee bezig geweest en hebben absoluut niks kunnen vinden! Een half dozijn manipulaties zonder enig aanwijsbaar verband. Ja, en toch moeten ze dezelfde lijst gebruikt hebben.
Hans: In Amsterdam ziet het er precies zo uit. Wie deze zaak ook heeft opgezet, het is een genie met een perfect netwerk van contactmannen. Ik geloof dat we ‘t beter van jullie kant kunnen proberen. Joop: En wij vonden jullie kant zo hoopgevend. Want wij zijn tegen een blinde muur gelopen. Hans: Twéé blinde muren dan: één in Den Haag en één in London. Ja… Nou, dan zullen we maar weer aan het werk gaan. Harvey: Wat mij nou nog het meeste bezighoudt, dat is de snelheid van die hele operatie. Joop: Ja... Harvey: Kijk, om die beursspeculatie op touw te zetten, moet meneer X de inhoud van beide lijsten gekend hebben op het moment dat ze bij elkaar gevoegd werden. Joop: Ja, hetgeen weer wijst in de richting van Stellaard en Jameson. Ja, en toch, ik kan dat niet geloven, Harvey. Harvey: Ja, misschien heeft Vera toch gelijk: telepathie of iets dergelijks. Joop: Ja, begin jij nou ook nog ‘ns? Harvey: (lacht) Nou ja, als al het andere onmogelijk is, moet je gaan zoeken naar het onwaarschijnlijke… Pas op!! (geluid van gierende autobanden) Joop: Verdomme nog aan toe! Harvey: Gewond? Joop: Nee. Hij heeft me gemist. Als jij niet achterom gekeken had… Harvey: Ik heb z’n nummer. Joop: Nou, we zullen het nagaan. Maar het zal wel vals zijn, of het is een gestolen wagen. Dat was opzet, goeie vriend. Ze wilden mij uit de weg ruimen, of ons allebei. Harvey: Joop… Joop: Ja? Harvey: Dat betekent dat ze weten dat wij achter ze aan zitten. Het kan niet met één van je andere zaken te maken hebben? Joop: Lijkt me niet. Ik heb me de afgelopen weken alleen maar met routinekarweitjes beziggehouden. Mm, zeg maar niks tegen Vera. Harvey: Goed... goed... Nou, als het meneer X is, dan heeft ie een verdomd goed spionagenet. Joop: Precies wat je zegt. Joop: Alsjeblieft. Alles wat wij over Stellaard te pakken hebben kunnen krijgen, en alles wat Scotland Yard over Jameson weet, vanaf het moment van hun geboorte. Douglas, jij en Wanda gaan de eerste periode van hun leven na, Harvey en ik nemen de latere. Alles kan belangrijk zijn. Jullie moeten vooral zoeken naar mogelijke schakels tussen die twee. Harvey: Ja, zelfs als ze allebei postzegels zouden verzamelen. Joop: Of hetzelfde merk sigaretten roken, dezelfde liedjes zingen, of allebei naar hetzelfde vakantieoord gaan, of allebei een voorkeur hebben voor slanke dames met lang haar. Wanda: Ik dacht dat ze allebei keurige huisvaders waren. Joop: Tot vervelens toe zelfs. En dit karwei is ook knap vervelend. Nou, laten we maar beginnen. Harvey: Nou, dat is het wel zo’n beetje, dacht ik. Twee dagen werk en helemaal niks. Wanda: Nou, dat zou ik niet zeggen. Ze zijn bijvoorbeeld allebei te zwaar en hebben allebei een gezondheidskuur gedaan. Douglas: Maar niet tegelijkertijd. Wanda: En ze hebben allebei dochters die sociologie studeren. Harvey: Ja, maar de ene aan de Sorbonne, en de andere in Birmingham. Joop: Kijk nou ‘ns naar die zelfingenomen smoelen! Waarom kijken alle politici toch altijd hetzelfde op hun statiefoto’s! Deugdzaam, goed verzorgd, en vertrouwen wekkend. Wanda: Tja. ‘k Begrijp wat je bedoelt. Douglas: Misschien hebben ze allemaal dezelfde fotograaf? Joop: Huh, deze twee in ieder geval niet. De foto van Stellaard is in Den Haag gemaakt, en ik mag niet aannemen dat Sir Thomas het kanaal oversteekt om daar z’n foto te laten maken. Harvey: Nee, nee, dat heeft ie inderdaad niet gedaan. "Nelson en Beekman, London." Joop: Wat! Laat ‘ns kijken?... Allemachtig! Harvey: Wat? Wat? Wat allemachtig? Joop: De foto van Stellaard: "Nelson en Beekman, Den Haag"! Harvey: Ik mag doodvallen. Zelfde bedrijf, verschillende studio’s... Wanda: Ja, het kan een samenloop van omstandigheden zijn. Joop: Als politieman geloof ik niet in samenloop van omstandigheden! Harvey: Hè, ja, nou ga je toch wat te ver, Joop. Als we ‘t natrekken, dan zal blijken dat die firma, hoe heette die ook weer, eh… Wanda: Nelson en Beekman. Harvey: Ja, precies, ja… gedreven wordt door een Nederlander en een Engelsman, en dat ze zich hebben gespecialiseerd in het fotograferen van politici. Waarschijnlijk hebben ze ons hele parlement in hun archief. Joop: Misschien. Maar nagaan zullen we ’t. Verrek, ‘k weet best dat het niet veel is, maar het is alles wat we hebben. Harvey: Okay! ga je gang...
Joop: Gerald Nelson, 47, Engelsman, en Frank Beekman, 44, Nederlander. Openden portretstudio in London, 1969. Openden vervolgens een tweede studio in Den Haag, in 1971. Gespecialiseerd op conventioneel portretwerk. Duur. Concentreren zich op een cliënteel uit de hogere kringen: bekende acteurs en actrices, bekende kunstenaars, leden van het parlement... Nou, niet veel bijzonders. Geen strafblad, allebei vrijgezel, hebben allebei een buitenhuis. Harvey: Zo. En dat kan je bekostigen met het maken van portretfoto’s? Wanda: Tja, als je ‘t tij méé hebt wel. Joop: Ja, dat blijkt. Nou, we kunnen nog wel iets dieper graven, en kijken of ze soms meer uitgeven dan ze verdienen… Als je dat zou willen. Harvey: ‘t Zou iets op kunnen leveren. Joop: Nou, okay. Harvey: En ondertussen moeten Wanda en Douglas hun portret maar ‘ns laten maken. Wanda: O? Zo... Harvey: In den Haag én in London. Joop: Ja, da’s een goed idee. Valse namen natuurlijk. Harvey: Ja, je zorgt er wel voor er een beetje behoorlijk uit te zien, hè Douglas? Douglas: (lacht) Harvey: Kijk, aan Wanda hoef ik dat natuurlijk niet te vragen. Wanda: Zeer vereerd, meneer Grant. Harvey: O ja... (gelach) Joop: Die foto ziet er helemaal niet slecht uit! Helemaal niet! Douglas lijkt wat op een aankomend kamerlid. Rechts, natuurlijk. Douglas: Moet dat? Joop: Nou, ik heb zo’n idee dat de foto van Wanda in het privé-archief van Harvey verdwijnt. Wanda: Nou, ‘t is maar goed dat politieambtenaren niet verlegen zijn. Joop: Maar hij dan toch wel. Ha, kijk ‘m ‘ns blozen? Harvey: Nou ja, zeg eh… kom. Joop: Goed goed, ik hou m’n mond al. Nou, ik neem aan dat jullie je ogen de kost gegeven hebben? Nog iets bijzonders opgevallen, Wanda? Wanda: Nee. Niets bijzonders. Glad, professioneel, nogal ouwerwets. Foto’s van beroemde klanten in de wachtkamer. Hier, wacht, een lijstje voor jou. Joop: Ah, dank je... Hé!... Bart van der Veght! Ik zou verwacht hebben dat ze die een tijdje uit het zicht gehangen zouden hebben. Harvey: Waarom? Wie is dat? Wanda: Ja, waarom? Joop: Was. Hij heeft onlangs zelfmoord gepleegd. Populaire zanger. Hij had geen enkele aanwijsbare reden. We zijn ermee bezig. Douglas: Vreemd. In de wachtkamer van de Londense studio hing een foto van Stephen Hawk. Harvey: Allemachtig! Dat is hetzelfde patroon!! Een bekend auteur, onverwachte zelfmoord. Rex Mortimer was ermee bezig. Hij had zwaar de smoor in toen ie zich met onze zaak moest gaan bezighouden. Joop: Wacht ‘ns even! Er begint zich iets af te tekenen... Chantage kan een hele lucratieve bijverdienste zijn voor een fotograaf. Hier hebben we de foto’s van twee zelfmoordgevallen, én van twee ministers die onder verdenking staan. Harvey: Ja. Joop: Ik geloof dat wij de heren Nelson en Beekman maar ‘ns aan de tand moeten gaan voelen. Douglas: Huiszoeking? Joop: Nee. Dan zouden we onze bedoelingen verraden. Douglas, we zullen dat wat minder officieel aan moeten pakken. Vera… Vera: Wat is er? Joop: Probeer Hans ten Bosch ‘ns te pakken te krijgen. (in de auto) Joop: Wij vertrouwen op jullie, Hans. Wanda en ik zullen ons in die studio helemaal concentreren op de huiszoeking. Jij waarschuwt ons via de walkietalkie als er iemand aan komt. Onder geen beding mogen we betrapt worden. Niet alleen omdat we geen bevel tot huiszoeking hebben, maar vooral omdat Beekman niet mag weten dat we erg veel belangstelling hebben voor zijn doen en laten. De man die Beekman schaduwt, is ie goed? Hans: Ja, prima. Joop: Mooi. Hans: Luister. Beekman is nu aan het eten. Zelfs als ie naar de studio zou gaan, heb je nog een minuut of tien de tijd. Ik heb vier man in de buurt van de studio gezet voor het geval dat iemand anders komt opdagen, en dat is eigenlijk het grootste gevaar, omdat we die dan pas zien als ie al bij de deur is. Maar de straat is doodstil om deze tijd en ik neem niet aan dat z’n assistenten zo ijverig zijn dat ze ’s avonds doorwerken. Joop: Nou, laten we hopen van niet. Hans: Waarom neem je niet één van mijn mensen mee, in plaats van Wanda? Het is toch geen klus voor een vrouw? Wanda: Ja, daar zal je toch aan moeten wennen, Hans. Joop: Ja, afgezien daarvan, Wanda weet alles van fotografie, en ik niet. En zij is er overdag geweest. Ja, zet ons d’r hier maar uit.
(geluid van sleutel in deurslot) Wanda: Lukt het? Joop: Ja, deze zal het wel doen… (opent de deur) Alsjeblieft... Dat is dat... (ze gaan binnen en sluiten de deur) Wanda, jij neemt het kaartsysteem voor je rekening, ik zal ervoor zorgen dat de achterdeur open is voor het geval we snel weg moeten. Ik kom dadelijk weer bij je. Wanda: Goed. Joop: Tot straks. (gaat de achterdeur openen en keert terug) Al iets gevonden? Wanda: Niets. De boeken schijnen te kloppen. Nergens geheime laden. Ja, eigenlijk zouden we ’n lijst moeten maken van alle klanten. Joop: (zucht) Andere keer. Nou, ik eh… zal me ‘ns met het bureau gaan bezighouden. Wanda: Arme Harvey Grant. Hij was woedend dat ie d’r niet bij mocht zijn. Joop: Ja, ‘t is al erg genoeg als twee Hollandse politiemensen betrapt zouden worden bij een onwettige huiszoeking, maar als er een buitenlander bij zou zijn, hadden we de poppen helemaal aan het dansen. Wanda: Ja, je hebt gelijk… Zeg, hier is niks te vinden. Zullen we de donkere kamer even proberen? Joop: Ja, okay. (ze gaan erheen) Wat vind je d’r van? Wanda: Ja... dure spullen. Maar verder helemaal in orde. Joop: Ja... Verborgen bergplaatsen? Wanda: Ja, als… als ik iets zou moeten verbergen, dan zou ik het wel weten. Joop: En waar dan? Wanda: Nou, daar, in die dozen met onbelicht vergrotingspapier. Dan zou je meteen weten of d’r iemand naar gezocht had, omdat het onbelichte papier dan belicht zou zijn. Joop: Nou ja... dan kunnen we hier niks meer doen. Nou, laten we de studio maar gaan bekijken. Wanda: Okay. (ze gaan erheen) Lampen, achtergronddoeken, alles volgens ‘t boekje. Joop: Ja, ik had ook niks anders verwacht. Nou, we zijn niet veel wijzer geworden. Wanda: Wacht ‘ns even... Joop: Wat? Wanda: Die twee lampen daar… Joop: Wat is daarmee? Wanda: Die zijn veel te groot! In een filmstudio, ja, maar niet in een portretstudio. Licht ‘ns even bij. Joop: Ja, dat eh… dat lampenglas is ook een beetje donker, hè? Wanda: Donker? ‘t Is bijna zwart. Kom, laten we dat glas d’r ‘ns afhalen... Joop: Ja, okay. Voorzichtig, voorzichtig.. Nee, nee, mijn kant op... Ja, laat maar zakken. Wanda: Okay... okay... Joop: Oh... Wanda: Prima. Joop: Zo, ja... Wacht, wacht. Allemachtig! Wanda: Maar dat is geen studiolamp, ‘t lijkt meer op een soort televisiecamera met extra computertoestanden. Wat is dat in ‘s hemelsnaam voor een ding? Joop: Hou vast, ga ‘ns een beetje opzij. Hans: Hallo Tijger, hallo Tijger, hier Luipaard. Over. Joop: Tijger hier. Over. Hans: Verdachte heeft het restaurant verlaten en heeft een taxi in jullie richting genomen. Onze man hoorde hem een adres opgeven. Jullie hebben nog 7 minuten. Over. Joop: Over en uit. Verdomme! Vlug! Wanda: Ja. Joop: Dat glas op z’n plaats. Hier met die lamp. Ja, waar is die verdomde moer nou? Ja… ja, die moer lag hiér. Kom, licht ‘ns bij. Wanda: Hier. Hier. Joop: Waar is dat ding nou verdomme? Wanda: Hier, ‘k heb ‘m, hier, alsjeblieft. Alsjeblieft. Joop: Heb jij ‘m? Kom… ja, zo… draai ‘m d’r in, draai ‘m d’r in. Wanda: Ja. Joop: Ja, we mogen geen sporen achterlaten, hè. Ja, voorzichtig. Til op, ja. Wanda: Nog even… even die... Joop: Ja... Wanda: (zucht) Dat scheelde niet veel. Joop: Ik dacht niet dat we ’t zouden halen. Wij gingen net de achterdeur uit toen hij de voordeur openmaakte. Wanda: Zeg, heb je de deur op slot gedaan? Joop: Ja. Ik geloof ook niet dat we sporen achtergelaten hebben. Wanda: Die toestand in die lamp!... ‘k Begrijp er niks van. Ja, ik heb tenminste nog nooit zulke lampen gezien. Joop: Ik geloof dat ik weet wat het is, hè. Wanda: O ja? Joop: De projector van een laserstraal. Wanda: Een laserstraal? Ben je daar zeker van? Joop: Ik… ik heb ‘ns een demonstratie meegemaakt. De projector daar leek erg veel op deze. Hoewel deze heel wat
ingewikkelder is. Ik zou er alles onder durven verwedden dat het een laserstraalprojector is. Ja, vertel mij nou ‘ns, Wanda, wat hebben portretfotografie en laserstralen met elkaar te maken?