Projectverslag
Wijkprofiel als basis voor wijkgerichte preventie Samenwerkingsproject Universitaire Model Praktijk Stevenshof en GGD Hollands Midden
J.S. de Kanter, huisarts Gezondheidscentrum Stevenshof Dr. N. J. Terpstra, epidemiologisch onderzoeker GGD Hollands Midden Prof. Dr. B. Middelkoop, sociaal geneeskundige en hoogleraar Public Health, afdeling PHEG LUMC augustus 2010
1
Inhoud Inleiding ..................................................................................................................... 3 Meerwaarde van een wijkprofiel voor huisartsen ............................................................... 3 Universitaire Model Praktijk ............................................................................................... 4 GGD Hollands Midden ....................................................................................................... 4
Belangrijke determinanten voor gezondheid ......................................................... 5 Aanleg voor het krijgen van een ziekte .............................................................................. 5 Leefgewoonten .................................................................................................................. 5 Fysieke en sociale omgeving ............................................................................................. 6 (Gezondheids)zorg en welzijn..................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Gegevensbronnen wijkprofiel ................................................................................. 7 Gegevensbronnen van de GGD ........................................................................................ 7 Jongerenpeiling ............................................................................................................................... 7 Registratie van Periodiek Geneeskundig Onderzoek (PGO) door JeugdGezondheidsZorg (JGZ) 8 Gezondheidsatlas ........................................................................................................................... 8
Gegevensbron van Gezondheidscentrum Stevenshof ....................................................... 8 HIS .................................................................................................................................................. 8
Gegevensbronnen van gemeente Leiden .......................................................................... 9 BOA................................................................................................................................................. 9 Communities that Care ................................................................................................................... 9
Overige gegevensbronnen ................................................................................................ 9 CBS ................................................................................................................................................. 9 SCP ................................................................................................................................................. 9 VAAM .............................................................................................................................................. 9
Resultaten Wijk en Praktijkprofiel Stevenshof Leiden ........................................ 10 De wijk ............................................................................................................................. 10 Samenstelling van de algehele bevolking .................................................................................... 10 SES gegevens van de wijk en van buurten .................................................................................. 10 De wijk in buurten ......................................................................................................................... 11
De huisartsenpraktijk ....................................................................................................... 12 Opvallende gegevens over gezondheid van jongeren ..................................................... 12 Geestelijke gezondheid................................................................................................................. 12 Leefstijl en risicofactoren .............................................................................................................. 13
Conclusies en aanbevelingen ............................................................................... 14 Bijlage 1: Handleiding wijkprofiel voor huisartsen .............................................. 16
2
Inleiding In het voorliggende projectverslag van „Wijkprofiel voor UMP Stevenshof‟ wordt beschreven welk traject de projectgroep het afgelopen jaar heeft gevolgd, welke resultaten zijn verkregen en welke vervolgstappen we nog willen nemen. Onze dank gaat uit naar Margot de Waal, die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan dit project en die de cijfers uit de huisartsenregistratie heeft geleverd. Uitgangspunt van dit project was te onderzoeken wat de meerwaarde is van het bijeenbrengen van informatie over gezondheidsproblemen en achtergrondvariabelen uit verschillende bronnen afkomstig van zowel de curatieve eerste lijn (huisartspraktijk) als de op preventie gerichte nulde lijn (GGD). De vragen die we ons hierbij hebben gesteld zijn: Leidt het bijeenbrengen van informatie van GGD, CBS en Gemeente tot een ander beeld van de gezondheidsproblematiek in een wijk vergeleken met alleen de gepresenteerde gezondheidsklachten geregistreerd in de huisartspraktijk? Biedt het resultaat aanknopingspunten voor veranderingen in het bestaande preventiebeleid vanuit de huisartspraktijk wat betreft thema, doelgroep (meer wijkgericht?) en samenwerkingspartners? Zijn er gezondheidsproblemen waarbij de samenwerking tussen nulde en eerste lijn op gebied van preventie meerwaarde heeft ten opzichte van de gebruikelijke werkwijze? Onder wijkprofiel verstaan we een beschrijving van achtergrondkenmerken, leefstijl, risicogedrag en fysieke en psychosociale gezondheid van de inwoners van een wijk. De beschrijving van de (determinanten van) gezondheid in het voorliggende projectverslag is vooralsnog beperkt tot dat van de jongeren in de Stevenshof.
Meerwaarde van een wijkprofiel voor huisartsen Welke meerwaarde heeft het opstellen van een wijkprofiel voor huisartsen? In het afgelopen jaar zijn we tot de volgende conclusies gekomen: 1. Het verdiepen in de cijfers die de eigen wijk feitelijk beschrijven leverde een sterkere betrokkenheid op van de huisarts bij de gegevens dan extrapolatie van landelijke cijfers had kunnen geven. Hier stonden “concreet over “onze”populatie” tegenover “op theoretische gronden waarschijnlijk”. 2. De informatie in dit wijkprofiel leverde een ander beeld op van de jongeren in de wijk wat betreft het opleidingsniveau en de mate waarin opleidingsniveau samenhangt met de fysieke en mentale gezondheid en met leefstijl en risicogedrag. Uit landelijke gegevens blijkt dat er een groot verschil is in levensverwachting tussen laag- en hoogopgeleiden: hoogopgeleiden leven gemiddeld zes tot 1 zeven jaar langer. Het verschil in gezonde levensverwachting is zelfs 14 jaar. Huisartsen registreren de opleiding van hun patiënten niet. De gegevens over opleiding en inkomen en de implicaties zijn dan ook nieuw voor de huisartsen en hebben geleid tot meer begrip van de praktijkpopulatie. Huisartsen kunnen uiteraard opleiding noch inkomen beïnvloeden maar zij kunnen wel oog hebben voor de samenhangende (geclusterde) gezondheidsrisico‟s. 3. Uit de bijeengebrachte gegevens blijkt dat er in de wijk Stevenshof een veelheid van gezondheidsproblematiek onder de jongeren bestaat. Deze problematiek komt ten dele onder de aandacht van de huisarts en is voor een groot deel van voorbijgaande aard. Onderwerpen die mogelijk wel (meer) preventieve aandacht verdienen zijn psychosociale problematiek, seksuele gezondheid, overgewicht, alcohol en roken. 4. De huisartsen registreren alleen gezondheidsproblematiek die door of namens de jongere actief wordt gepresenteerd. Het HIS is daarmee een onvolledige bron van informatie voor het opstellen van preventief beleid. Gegevens verzameld door de GGD zijn daarentegen verzameld met het oog op het actief in kaart brengen van de fysieke en mentale gezondheidstoestand van jongeren. Zij bieden een uitgebreidere ingang voor preventief handelen.
1
Kernrapport Van gezond naar beter, VTV 2010, RIVM
3
Uit dit project komen nog de volgende producten voort: een uitgebreid wijkprofiel van de Stevenshof met aanbevelingen voor preventiebeleid voor jongeren en volwassenen. De steekproef voor de volwassenenpeiling 2009 is opgehoogd voor de Stevenshof. Deze gegevens moeten nog worden geanalyseerd en verwerkt in het wijkprofiel een handleiding voor samenwerkingsverbanden tussen huisartspraktijken en GGD een inventarisatie van behoeften in de wijk en een aanzet tot implementatie Het preventiebeleid van Gezondheidscentrum Stevenshof is naar aanleiding van de resultaten van afgelopen jaar al aangepast. Zo waren de bevindingen met betrekking tot onveilig vrijen aanleiding voor de kaderarts urogynaecologie, gesteund door de collega huisartsen en GGD, om een projectvoorstel in te dienen binnen het ZONMW programma Op Één Lijn gericht op bevordering van veilig vrijen door jongeren in de wijk. Het bekende probleem van overgewicht onder jongeren werd door de gegevens bevestigd. Momenteel wordt al ingespeeld op volwassenen met overgewicht en één van de UMP projecten van volgend jaar zal zich richten op overgewicht bij kinderen/jongeren. Op het gebied van GGZ zijn ook ontwikkelingen mogelijk, mede doordat Gezondheidscentrum Stevenshof als één van de eerste huisartspraktijken in de regio Zuid-Holland Noord over een GGZ praktijkondersteuner beschikt. Daarnaast is meer samenwerking mogelijk met het Centrum voor Jeugd en Gezin en wellicht met Communities that Care. Komend half jaar zullen deze mogelijkheden verder worden geïnventariseerd.
Universitaire Model Praktijk De Universitaire Model Praktijk (UMP) is een samenwerking van de afdeling Public Health & Eerstelijnsgeneeskunde (PHEG) van het LUMC en de huisartspraktijk van Gezondheidscentrum (GC) Stevenshof. Vanaf 2009 wordt door de UMP jaarlijks een plan opgesteld van de projecten die worden uitgevoerd in het betreffende jaar. In het jaarplan van 2009 worden drie projecten beschreven. De plannen zijn tot stand gekomen na een uitvoerige inventarisatie van ideeën en wensen met betrekking tot projecten die in de UMP uitgevoerd kunnen worden. De inventarisatie is in de loop van 2008 uitgevoerd bij medewerkers van de verschillende afdelingen van het de afdeling Public Health & Eerstelijnsgeneeskunde en bij de huisartsen van GC Stevenshof. Uit de verzamelde wensen en ideeën is een selectie gemaakt van 3 projecten voor 2009. Eén hiervan is het opstellen van een wijkprofiel op basis van epidemiologische gegevens van de GGD en gegevens uit het Huisartsen Informatie Systeem (HIS).
GGD Hollands Midden De afkorting GGD HM staat voor Gemeenschappelijke Gezondheids Dienst Hollands Midden. In het werkgebied van de GGD Hollands Midden wonen ruim 750.000 mensen in 26 gemeenten. Dit werkgebied Hollands Midden omvat twee subregio's: Zuid-Holland Noord en Midden-Holland. De GGD HM heeft in beide subregio's een vestiging, namelijk in Leiden en Gouda. De GGD HM bewaakt, beschermt en bevorderd de gezondheid van inwoners van de regio. Hieronder valt de zorg voor kinderen, de hulp aan ouderen en beleid maken over infectieziekten. Een van de kerntaken van de GGD is het adviseren van Gemeenten inzake hun wettelijke verantwoordelijkheid voor het gezondheidsbeleid. Ondermeer in dit kader ontwikkelt de GGD preventieve maatregelen op het gebied van ziekten en welzijn en voert deze uit. De GGD HM fungeert als kenniscentrum op het gebied van de Openbare Gezondheidszorg in de regio. Zo publiceert ze periodieke publicaties over de gezondheidssituatie in de vorm van factsheets, op de website van de gezondheidsatlas en door het uitvoeren van onderzoek 'op maat'. Eind 2010 wordt een regionale VolksgezondheidsToekomstVerkenning (rVTV) uitgebracht. Hierin worden alle cijfers over gezondheid gebundeld en worden toekomstprognoses gedaan. GGD Hollands Midden ontwikkeld momenteel een visie op een wijkgerichte, integrale ketenaanpak. GGD/Hara heeft al veel ervaring met deze manier van werken in Leiden Noord en Leiden Zuid-West. De oprichting van Centra voor Jeugd en Gezin (CJG‟s) biedt ook een mooie kans om aan te haken op het netwerk/ de structuur die nodig is voor wijkgericht werken. GGD Hollands Midden en gemeenten kunnen gezondheidsverschillen niet alleen oplossen. Samenwerken met inwoners, professionals, instellingen en het bedrijfsleven is een randvoorwaarde. Het project „wijkprofiel Stevenshof‟ sluit hier op aan.
4
Belangrijke determinanten voor gezondheid Volgens de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) is gezondheid „een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekten of andere gebreken’ (Genève, 1948). Gezondheid wordt beïnvloed door omgevingsfactoren, leefstijl, biologische factoren en de beschikbaarheid, bereikbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidszorgvoorzieningen (figuur 1). Figuur 1 Determinanten van gezondheid
Aanleg voor het krijgen van een ziekte De bevolkingsopbouw van een wijk geeft belangrijke informatie over de kans op bepaalde aandoeningen. Met name de verhouding tussen de aantallen kinderen/jongeren, volwassenen en „ouderen‟ geeft veel informatie. Ook geslacht is vaak bepalend bij aanleg voor het krijgen van een ziekte. Daarnaast kan etniciteit een rol spelen in aanleg voor ziekten. De gegevens van leeftijd en geslacht in de wijk zijn bekend bij de GGD en kunnen worden vergeleken met de gegevens in het HIS.
Leefgewoonten De belangrijkste leefgewoonten waarop preventiebeleid kan aangrijpen zijn roken, overmatig alcoholgebruik, drugsgebruik, voedingsgewoonten, lichaamsbeweging en seksueel risicogedrag. Preventieve interventies op leefgewoonten zijn relevant voor allerlei aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten, COPD, artrose en depressie (figuur 2).
Figuur 2 Relevantie van beïnvloedbare leefstijl factoren voor verschillende aandoeningen
Leefgewoonten worden door de GGD nagevraagd in de wettelijk verplichte bevolkingsonderzoeken en zijn in principe op te vragen. Niet alle gegevens worden echter nagevraagd en bovendien zijn de gegevens lang niet altijd op wijkniveau te krijgen. Dit Bron: Assendelft, Van preventie verzekerd hangt namelijk af van de steekproefgrootte in de verschillende leeftijdscategorieën. De GGD HM heeft de cijfers voor jongeren uit 2008 (wel) op wijkniveau. Hierop is het jongerenwijkprofiel van de Stevenshof voornamelijk gebaseerd.
5
De huisartsenzorg is primair curatief gericht. Preventie wordt een steeds belangrijker aandachtspunt maar deze is in de huisartspraktijk vooral ziektegerelateerd (in het kader van chronische ziekten als hart- en vaatziekten, diabetes mellitus, en COPD). De aandacht gaat dus naar de verticale assen van figuur 2. Daarnaast komt er ook steeds meer aandacht voor selectieve preventie bij beginnende symptomen. Eén en ander vindt zijn weerslag in de huisartsregistratie wat betreft de soort gegevens die geregistreerd worden en de doelgroepen. Leeftstijlfactoren bijvoorbeeld worden voornamelijk geregistreerd in het kader van de hierboven vermelde chronische aandoeningen. Hoewel er dus aandacht bestaat voor groepen patiënten met dezelfde aandoening is de huisartszorg vooral gericht op individuen, dit in tegenstelling tot de publieke gezondheidszorg. . Huisartsen zouden kunnen besluiten om systematisch risicofactoren in beeld te brengen ook bij “gezonde” patiënten. Dat zou preventiebeleid vanuit de huisartspraktijk en aansluiting op het preventiebeleid van GGD en Gemeenten aanzienlijk faciliteren. ICT ten behoeve van de registratie is dan een noodzakelijk hulpmiddel. Parameters voor gezondheid en gezond gedrag zijn bijvoorbeeld: lengte en gewicht/BMI taille omvang roken ja/nee (evt hoeveel, hoe lang) bloeddruk minstens half uur per dag bewegen regelmatig 6 (man)/4 (vrouw) glazen alcohol per keer drinken depressieve stemming/vermindering van interesse/plezier opleiding bij kinderen/jongeren: opleiding van ouders De laatste factor is een voorbeeld van gezinsfactoren die van invloed kunnen zijn op de individuele gezondheid. Zulke gegevens zijn niet makkelijk te registreren in het HIS. Aanbevelingen: Tabblad risicofactoren in het HIS ook bij jongeren Tabblad gezinsfactoren Beoordeling van mogelijke risico‟s door de huisarts n.a.v. - consultvragen (pilrecept; langdurige moeheid, buikpijn, hoofdpijn) - ingrijpende gebeurtenissen (zie tabel 5) - “klinische blik” overgewicht
Fysieke en sociale omgeving De sociaaleconomische status (ses) is gebaseerd op opleidingsniveau en inkomen. Andere indicatoren voor ses zijn de gezinssamenstelling, het percentage werklozen en de verhouding tussen sociale huurwoningen en koopwoningen. Deze gegevens zijn meestal in grote lijnen wel bekend bij de huisarts. Toch kan het voor het bepalen van de doelgroep waarop preventiebeleid van het gezondheidscentrum zich gaat richten goed zijn om precieze cijfers te hebben. Voor het wijkprofiel Stevenshof zijn gegevens van beide bronnen gebruikt.
6
Gegevensbronnen wijkprofiel Gezondheidsgegevens van de bevolking zijn uit verschillende bronnen verzameld en uitgewerkt voor de Leidse wijk Stevenshof. Ze werden vergeleken met morbiditeitscijfers uit de huisartspraktijk in Gezondheidscentrum Stevenshof. De gegevensbronnen zijn schematisch weergegeven in figuur 4. In dit deel van de pilot stonden gegevens over de jeugd (12 t/m 18-jarigen) centraal, omdat er geen recente gegevens over volwassenen en ouderen beschikbaar waren; deze zullen in de tweede helft van 2010 en de eerste helft van 2011 beschikbaar komen. In dit projectverslag worden de resultaten van het wijkprofiel van de Stevenshof slechts beknopt beschreven. Figuur 4 Overzicht van gegevensbronnen voor informatie over gezondheid van jongeren in de Stevenshof die zijn gebruikt om het wijkprofiel op te stellen
GGD JGZ registratie
Gemeente Leiden/ BOA
Jongeren peiling CtC
HIS
praktijk populatie
informatie over gezondheid
wijk populatie overige bronnen
Gegevensbronnen van de GGD Jongerenpeiling De jongerenpeiling is een vragenlijstonderzoek dat door de GGD wordt uitgevoerd onder jongeren van twaalf tot en met 18 jaar. Het onderzoek vindt eenmaal in de vijf jaar plaats, nl. in 1998, 2003 en 2008. In 1998 en 2003 is met steekproeven gewerkt en werden de geselecteerde jongeren thuis aangeschreven. Bij de meest recente jongerenpeiling in 2008 werd iedere schoolgaande jongere in die leeftijdsgroep via de school benaderd. Door het grote aantal respondenten kunnen de gegevens van de jongerenpeiling uit 2008 op wijkniveau gegenereerd worden; dit is met de gegevens uit 1998 en 2003 niet mogelijk. Afhankelijk van de soort vraag representeren de percentages puntprevalenties en soms lifetime prevalenties. Voorbeeld: het antwoord op de vraag of er ooit sprake is geweest van een zwangerschap betreft een lifetime prevalentie. Gegevens van de jongerenpeiling zijn speciaal voor dit project op niveau van de wijk geanalyseerd door de GGD HM. In principe is de GGD in staat dit voor elk postcode gebied te doen. Elke GGD in Nederland is wettelijk verplicht periodiek de gezondheidssituatie van de bewoners in de regio in kaart te brengen. De onderzoeksopzet kan echter per GGD verschillen. Of de GGD analyses op wijkniveau kan uitvoeren hangt af van de onderzoeksopzet (aantallen respondenten per wijk) en van beschikbaarheid van menskracht en budget.
7
Registratie van Periodiek Geneeskundig Onderzoek (PGO) door JeugdGezondheidsZorg (JGZ) Periodiek geneeskundig onderzoek wordt door de jeugdgezondheidszorg, onderdeel van de GGD, uitgevoerd in groep twee van de lagere school en de tweede klas van de middelbare school. Enerzijds wordt er een vragenlijst afgenomen die informeert naar gezondheidsklachten, anderzijds vindt er ook lichamelijk onderzoek plaats. Onderdeel van de vragenlijsten zijn de SDQ (Strength and Difficulties Questionaire) voor groep twee en de KIPVA (Korte Indicatieve Vragenlijst Adolescenten) die vragen naar psychosociale problematiek. De genoemde percentages representeren puntprevalenties. Gegevens van de PGO‟s zijn speciaal voor dit project op wijkniveau (postcode gebied) geanalyseerd door de GGD HM. Afhankelijk van beschikbaarheid van personeel en budget kan de GGD deze analyse in principe voor elk postcode gebied maken. Momenteel gebruikt de JGZ een contactregistratie, waardoor het niet mogelijk is ontwikkelingen in bijvoorbeeld overgewicht in de tijd te analyseren. Eind 2010 wordt het Digitaal Dossier JGZ ingevoerd. Naar verwachting zal het genereren van gegevens hierdoor minder tijdsintensief worden. Bovendien ontstaat dan de mogelijkheid om gegevens in de toekomst longitudinaal te bekijken.
Gezondheidsatlas Diverse GGD-en hebben een digitale gezondheidsatlas waarin gegevens over de bevolking in de regio te vinden zijn. De gezondheidsatlas van de GGD HM staat op www.GezondheidsatlasHollandsMidden.nl.
Gegevensbron van Gezondheidscentrum Stevenshof HIS Morbiditeitsgegevens werden gehaald uit de registratie van de huisarts, het Huisarts Informatie Systeem (HIS). Hierin leggen de huisartsen van alle contacten een zogenaamde episoderegistratie aan. Elke reden van komst wordt apart geregistreerd. De evaluatieregel (werkdiagnose) van elk 2 contact wordt gecodeerd volgens the International Classification of Primary Care (ICPC-1 ). Dit codestelsel laat coderingen toe op niveau van klachten (bijvoorbeeld hoesten) maar ook op niveau van diagnosen (bijvoorbeeld astma). Er kunnen meerdere contactredenen zijn per consult. Als patiënten terugkomen op een eerder contact worden de betreffende regels bij de eerdere contactreden opgenomen. De werkdiagnose kan in de loop van de tijd veranderen (bijvoorbeeld hoesten wordt astma); de codering wordt dan aangepast. In de probleemlijst staan episodes die een specifieke status krijgen namelijk die van “probleem”; het gaat om klachten en aandoeningen die geacht worden op langere termijn invloed te kunnen uitoefenen op iemands gezondheid of functioneren of aandacht van de huisarts vragen naar diens eigen oordeel. Milde klachten (hoesten) krijgen pas een probleemstatus als ze naar het oordeel van de huisarts vaak genoeg voorkomen om bijzondere aandacht aan te besteden. Veel chronische aandoeningen krijgen al onmiddellijk de probleemstatus (Diabetes Mellitus bijvoorbeeld). Een specifiek probleem komt bij een individu maar eenmaal voor. De HIS gegevens zijn beschikbaar uit het databestand van het Registratie Netwerk van Universitaire Huisarts Praktijken Leiden en omstreken (RNUH-LEO). Het gezondheidscentrum Stevenshof is één van deze UHP‟s en levert jaarlijks geanonimiseerde gegevens aan het netwerk. Het betreft feitelijk alle informatie die zorg gerelateerd is. Alle UHP praktijken zijn geautomatiseerd met het HIS Medicom®. In dit HIS kan de gebruiker niet zelf zulke uitgebreide rapporten automatisch genereren. Er zijn wel specifieke voorgeprogrammeerde selecties mogelijk per ziektebeeld of cluster van ziekte beelden. Voor clusters van met Medicom registrerende praktijken is een webbased instrument beschikbaar (Centraal Management Informatiesysteem Zorggroepen, CMIZ) dat in principe in staat is om dezelfde gegevens te genereren als die in het wijkprofiel worden gebruikt. Er is voor het wijkprofiel voor de Stevenshof voor gekozen om alleen die gegevens te presenteren die voldoende frequent voorkomen. Arbitrair is gekozen voor een prevalentie van tenminste 5 per 100 ingeschreven jeugdigen in de verschillende leeftijdsgroepen.
2
Sinds mei 2010 is in het HIS Medicom® de ICPC-2 tabel verwerkt.
8
Gegevensbronnen van gemeente Leiden BOA De afdeling Beleidsinformatie, Onderzoek en Advies (BOA) van de gemeente Leiden verzamelt statistische gegevens over de bevolking. Via de website www.leidenincijfers.nl zijn bijvoorbeeld cijfers beschikbaar over opleidingsniveau, werkgelegenheid, allochtonen/autochtonen, leeftijdsopbouw en aantal inwoners. Tevens zijn er cijfers beschikbaar over thema‟s: bevolking en wonen, economie, werk en inkomen en leefbaarheid en veiligheid. Het betreft eveneens puntprevalenties. Deze gegevens zijn eenvoudig te raadplegen en te downloaden van de website. De meeste gemeenten hebben een vergelijkbare website die te vinden is via Google met de zoekterm [„naam gemeente‟ in cijfers].
Communities that Care Communities that Care (CtC) is een programma dat structuur wil bieden voor alle op jeugd gerichte preventieprogramma‟s in een stad of wijk. Leiden was in 2004 één van de eerste gemeenten in Zuid Holland die met deze methodiek startte, onder de naam “Veilig opgroeien”. De uitkomsten uit het scholierenonderzoek zijn in 2005 gebruikt om in de Stevenshof te starten met de werkwijze van Veilig opgroeien. In 2008 is besloten om de vragen van CtC te combineren met die van de jongerenpeiling. Het onderzoek van CtC vraagt naar probleemgedrag van jongeren en naar risicofactoren en beschermende factoren in gezin, vriendenkring, op school en in de buurt en wijk. De uitkomsten kunnen door de gemeenten worden gebruikt voor de planning en prioritering van preventiebeleid op wijkniveau. Het kernteam van CtC in de Stevenshof bestaat uit medewerkers van de GGD, Jongerenwerk, Politie, VO-scholen, Basisscholen, en maatschappelijk werk (Kwadraad). Volgens dit kernteam komen uit de gegevens van 2008 de volgende aandachtspunten voor de komende jaren naar voren: seksualiteitsproblemen (o.a. misbruik), omgang met vrienden die alcohol en drugs gebruiken en de beperkte mogelijkheden voor positieve betrokkenheid in de wijk. De gebruikte methodiek wordt niet overal in Nederland gebruikt en zal dus veelal niet beschikbaar zijn.
Overige gegevensbronnen CBS Het Centraal Bureau van de Statistiek verzamelt epidemiologische gegevens van de bevolking. Via de website www.cbsinuwbuurt.nl zijn die gegevens tot op buurtniveau inzichtelijk. Het betreft cijfers over bevolking, leeftijd geslacht, samenstelling van huishoudens, arbeid, inkomen, wonen en motorvoertuigen. Deze gegevens zijn deels indicatoren voor de Sociaal Economische Status (SES). De cijfers representeren puntprevalenties. De gegevens zijn eenvoudig te raadplegen en te downloaden van de website.
SCP Het Sociaal Cultureel Planbureau heeft zogenaamde statusscores voor sociaal economische status per postcodegebied berekend (http://www.scp.nl/content.jsp?objectid=default:20133).
VAAM De Vraag Aanbod en Analyse Monitor is een internetsite van het NIVEL (www.nivel.nl/VAAM), waarin schattingen te vinden zijn over toekomstige vraag naar zorg op basis van verwachte prevalenties. Er kan ingezoomd worden tot op wijkniveau. Deze site is nog in ontwikkeling en wordt in samenwerking met de GGD Hart voor Brabant verbeterd. De gegevens betreffen verwachte contacten met de huisartspraktijk per 1000 inwoners per jaar voor een aantal ziekte clusters, verwachte gemiddelde contactfrequentie met de huisartspraktijk per inwoner, verwacht percentage bewoners dat met huisartscontacten voor een aantal chronische aandoeningen, verwacht aantal voorschriften voor een aantal geneesmiddelgroepen per 1000 inwoners per jaar en het verwacht percentage inwoners met psychische problemen. De VAAM gegevens zijn zeer eenvoudig te downloaden van de website.
9
Resultaten Wijk en Praktijkprofiel Stevenshof Leiden De wijk Samenstelling van de algehele bevolking In dit hoofdstuk worden de achtergrondkenmerken van de inwoners van de Stevenshof beschreven. Deze gegevens worden vergeleken met die van de patiënten van de huisartspraktijk van Gezondheidscentrum Stevenshof. In de Stevenshof wonen 12.143 mensen (leidenincijfers.nl, 1 jan 2009). De Stevenshof heeft meer jongeren dan gemiddeld in Leiden en wat minder ouderen en volwassenen. Er zijn beduidend minder allochtonen dan gemiddeld in Leiden, het aantal werkzoekenden was de helft van dat in Leiden en het huishoudelijk inkomen ligt hoger. Tabel 1: Enkele kenmerken van de wijk
3
Stevenshof aantal percentage 1679 14% 1435 12% 7775 64% 1254 10%
kinderen (0 t/m 11 jr) jongeren (12 t/m 18 jr) volwassenen (19 t/m 64) ouderen (65+)
aantal 14084 8424 80168 14142
Leiden percentage 12% 7% 69% 12%
Autochtonen
86%
73%
Werkzoekenden
1,3%
2,6%
Huishoudinkomen decielgroep 1 t/m 4 4 (laag inkomen; landelijk per definitie 40%)
30%
44%
Aangezien in de Stevenshof relatief veel jongeren wonen en de GGD HM voor de jeugd over recente gegevens beschikt op wijkniveau, heeft de projectgroep besloten zich in eerste instantie op deze groep te richten.
SES gegevens van de wijk en van buurten Inkomen en opleiding Uit tabel blijkt 1 dat de laagste inkomens in de Stevenshof ondervertegenwoordigd zijn; het gemiddelde inkomen is dus hoger dan landelijk. Vaker dan gemiddeld in de stad Leiden werken beide ouders en minder vaak géén van beiden. Daarentegen blijkt uit cijfers van de Jongerenpeiling (tabel 2) dat het opleidingsniveau in de wijk beneden gemiddeld is. Er zijn minder jongeren met hoog opgeleide vaders en meer jongeren met laag opgeleide vaders in de Stevenshof vergeleken met
Figuur 5 Sociaal economische status per postcodegebied in Leiden (2006). De Stevenshof heeft postcode 2331.
3 Bron: BOA bestand 1 jan 2009 4 Bron: www.leidenincijfers.nl (meest recente gegevens uit 2006)
10
Leiden. Voor het opleidingsniveau van de moeders geldt hetzelfde maar in nog sterkere mate. Er gaan bovendien meer jongeren naar het vmbo en minder naar havo/vwo dan gemiddeld in Leiden. Dit roept het beeld op van de “selfmade man”. De sociaal-economische status (ses) van de Stevenshof (postcode 2331) is, volgens gegevens van het Sociaal en Cultureel Planbureau, gemiddeld (zie figuur 5). Vergeleken met Leiden wonen méér jongeren in de Stevenshof in een twee-oudergezin en minder kinderen in een éénoudergezin. Het Stevenshofdistrict bestaat uit ongeveer 55% koopwoningen, 5 ongeveer 10% particuliere huurwoningen en 35% sociale woningbouw. Tabel 2 Beschrijving van de respondenten van de Jongerenpeiling 2008* Stevenshof
Leiden
Zuid-Holland Noord
aantal jongeren in respons etniciteit Nederland westers niet-westers vorm onderwijs brugklas overig** lwoo/praktijkonderwijs vmbo havo/vwo mbo gezinssamenstelling twee-oudergezin éénoudergezin nieuw-/co-oudergezin arbeidssituatie ouders geen werkt één werkt beide werken opleiding vader laag middel hoog opleiding moeder laag middel hoog
486
3.375
16.178
87% 7% 7%
69% 9% 22%
82% 7% 11%
3% 5% 26% 48% 17%
3% 6% 22% 57% 12%
5% 3% 25% 52% 14%
81% 12% 7%
75% 16% 10%
80% 12% 9%
1% 13% 87%
4% 18% 78%
2% 18% 80%
31% 28% 42%
26% 25% 49%
33% 30% 37%
39% 25% 36%
30% 26% 44%
35% 33% 32%
Toelichting op tabel 2 vet: voor de kolom „Leiden‟: significant afwijkend van de overige gemeenten van Zuid-Holland Noord; voor de‟Stevenshof‟: significant afwijkend van de andere wijken in Leiden * gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en op districtniveau ** eerste of tweede klas niet gedetermineerd etniciteit westers of niet-westers: percentage personen waarvan minstens één ouder in het buitenland is geboren van de totale bevolking westers: percentage allochtonen uit Europa (excl. Turkije), Noord Amerika, Australië, Japan en Indonesië van de totale bevolking niet-westers: percentage allochtonen uit Turkije, Afrika, Latijns Amerika en Azië min Japan en Indonesië van de totale bevolking opleiding vader/moeder laag percentage personen met basisonderwijs, mavo, of vbo als hoogste onderwijsniveau middel percentage personen met mbo, havo of vwo als hoogste onderwijsniveau hoog percentage personen met opleiding op hbo of universitair niveau
De wijk in buurten De Stevenshof kan worden onderverdeeld in de volgende buurten: Dobbewijk- Noord, Dobbewijk-Zuid, Schenkwijk en Kloosterhof. Op basis van gegevens van het CBS is het mogelijk om een aantal kenmerken op buurtniveau te beschrijven. De buurtindelingen zijn echter niet ontworpen om de SES in beeld te brengen. De verschillen binnen de Stevenshof zijn behoorlijk als gekeken wordt naar bijvoorbeeld verdeling van koop- en huurwoningen. Deze verschillen zijn echter niet te vangen door op buurtniveau de kenmerken te beschrijven. Het CBS verschaft geen SES gegevens op een niveau dat relevanter is qua verdeling van SES dan het buurtniveau. Wellicht zou dit wel te achterhalen zijn via gegevens van BOA, maar de projectgroep heeft ingeschat dat deze tijdsinvestering niet opweegt tegen de te verwachten resultaten. Er is daarom voor gekozen om een wijkprofiel op te stellen voor de gehele Stevenshof.
5 Bron: bestemmingsplan Stevenshof, gemeente Leiden
11
De huisartsenpraktijk De huisartsenpraktijk van Gezondheidscentrum Stevenshof bestaat uit zes huisartsen, vier praktijkondersteuners en zes assistentes. In het Gezondheidscentrum werken ook apothekers, diëtisten, fysiotherapeuten,Cesar- en Mensendiecktherapeuten, logopedisten, verloskundigen, psychologen en centrumassistenten. Van de praktijkpopulatie van het gezondheidscentrum woont 75% in de wijk Stevenshof, namelijk ruim 5000 patiënten. In totaal heeft de Stevenshof ruim 12.000 inwoners, dus ruim 40% van de bewoners van de Stevenshof is ingeschreven bij de huisartsenpraktijk van Gezondheidscentrum Stevenshof. Tabel 3: Praktijksamenstelling naar postcode Postcode
6
aantal
2331 Stevenshofdistrict 2332 Morsdistrict 2324 Fortuinwijk/Boshuizen 2253 Voorschoten: Noord Hofland 2321 Haagweg/Gastuiswijk/Cronestein ---- overig (<1% van praktijkpopulatie per postcode) subtotaal Geen postcode totaal
5237 620 375 174 84 281 6771 112 6883
% 76,1 9,0 5,4 2,5 1,2 4,1 98,4 1,6 100,0
Missing Total
De leeftijdsopbouw van het gezondheidscentrum weerspiegelt die van de wijk (tabel 4). Tabel 4 Leeftijdsopbouw Leiden, Stevenshof en patiëntenpopulatie gezondheidscentrum Stevenshof % 0-19 jarigen % 20-64 jarigen % 65 plussers van totale van totale van totale bevolking bevolking bevolking Gemiddelde Leiden
21,1
67,1
11,8
2331 Stevenshofdistrict
28,6
62,1
9,3
Gezondheidscentrum Stevenshof
28,1
63,6
8,3
Bron: CBS 2007 en RNUH-LEO 2008 voor GC Stevenshof
Opvallende gegevens over gezondheid van jongeren Geestelijke gezondheid Uit de Jongerenpeiling van de GGD blijkt dat een vrij hoog percentage van de jongeren een risico op psychosociale problemen heeft: 13% van de jongeren in Leiden en 15% in de Stevenshof. In de huisartspraktijk komt deze problematiek bij jongeren echter nauwelijks over het voetlicht. De meest frequente psychische problemen die bij de huisarts worden gemeld bij jongens zijn specifieke leerproblemen (5% van 4-11 jarige jongens), andere zorgen om gedrag van het kind (3% van 4-11 jarige jongens), overactief zijn (2% van 12-18 jarige jongens en enuresis (2% van 4-11 jarige jongens). Bij meisjes zijn specifieke leerproblemen het meest voorkomend (3% van 4-11 jarige meisjes). Bij meisjes komt verder in geen enkele leeftijdsgroep in de huisartsregistratie een psychische klacht bij 2% of meer voor. Van de sociale problemen bij jongeren voor zover geregistreerd in de huisartspraktijk is bij jongens alleen verlies van ouders/familie (1% van 12-18 jarige jongens) te vermelden. Meest voorkomende sociale problemen bij meisjes zijn ouder-kind problemen (2% van 12-18 jarige meisjes vanuit het perspectief van de jeugdigen en 1% van de 0-3 jarige meisjes vanuit het perspectief van de ouders). Het is opvallend dat het bij “specifieke leerproblemen” vooral gaat om fysieke problemen: het gaat hierbij met name om spraakproblemen waarvoor verwijzing volgt naar logopedie. 6
Aantal en % ingeschreven patiënten in gezondheidscentrum Stevenshof naar postcode, RNUH-LEO 2008.
12
Bij het PGO van de GGD wordt aanzienlijk meer Tabel 5 Risicofactoren voor psychosociale problemen en opsporingsstrategie in de huisartspraktijk psychosociale problematiek Risicofactor Bron aangetroffen. Wanneer we Ernstige hoofdpijn of migraine Klacht op spreekuur de rubrieken psychosociaal Ernstige buikpijn Klacht op spreekuur functioneren van de Chronische vermoeidheid Klacht op spreekuur jeugdige zelf en Eigen gezondheid ervaren als niet zo best tot slecht Actief navragen psychosociaal functioneren Gepest worden en pesten Actief navragen in relatie met de omgeving Spijbelen en ziekte verzuim Via JGZ samen beschouwen komen Opleidingsniveau LWOO/praktijkonderwijs, VMBO Navragen we voor groep 2 uit op 22% Opleiding moeder laag Navragen en 1% en voor klas 2 op Opleiding vader laag Navragen 25% en 10%; deze Nieuw samengesteld gezin Bekend problemen kunnen beide Beide ouders werken niet Bekend/navragen voorkomen en de getallen Ingrijpende gebeurtenissen mogen dus niet opgeteld Psychische ziekte van ouder Bekend Psychische ziekte broer/zus Bekend worden. Waar problematiek Zelf geldproblemen Navragen op gebied van het eigen Ouders met geldproblemen Navragen psychisch functioneren in Mishandeling door een volwassene (niet –ouder) Navragen beide leeftijdsgroepen hoog Echtscheiding ouders Bekend blijft op meer dan 20%, Seksueel misbruik Navragen neemt problematiek in Etniciteit Bekend interactie tot de omgeving Suïcidale gedachten en de mate daarvan Actief navragen dus toe met een factor 10. De huisarts kan op het spoor gezet worden van psychosociale problematiek bij jongeren door gezondheidsklachten (ernsitige hoofdpijn of migriane, chronische vermoeidheid, ernstige buikpijn) maar ook door de aanwezigheid van risicofactoren. In tabel 5 staat per risicofactor vermeld of deze over het algemeen al bekend is bij de huisarts of dat deze nagevraagd zou moeten worden. Persisterende psychosociale problematiek legt de basis voor dergelijke problemen op volwassen 7 leeftijd. Uit diverse retrospectieve onderzoeken en één prospectief Rotterdams onderzoek blijkt dat kinderen die zich antisociaal gedragen, daar op latere leeftijd vaak last van houden. Een deel van hen wordt zelfs crimineel. Angstige en depressieve kinderen hebben een tweemaal zo hoge kans op angstige en depressieve problemen in volwassenheid. Ook gewelddadig gedrag is vaak blijvend. 8,9 Diverse NHG standpunten pleiten ook voor vroeg-diagnostiek op dit punt door de huisarts . Er zijn theoretisch goed onderbouwde interventies beschikbaar (www.loketgezondleven.nl en (alleen voor kinderen en jongeren): databank effectieve interventies via www.nji.nl).
Leefstijl en risicofactoren In de Stevenshof zijn, vergeleken met de andere wijken in Leiden: meer jongeren met overgewicht meer jongeren die alcohol drinken meer jongeren die ervaring hebben met geslachtsgemeenschap Dat er relatief veel jongeren met overgewicht zijn in de Stevenshof was al bekend bij de huisarts. Er loopt ook al een beweegproject i.s.m. fysiotherapie en de GGD voor volwassenen. Uit een brainstorm die gehouden is met een huisarts en medewerkers van de afdelingen JGZ en OBG van de GGD HM kwam naar voren dat (zowel huis- als JGZ) artsen niet altijd over overgewicht beginnen omdat ze niet goed weten wat ze deze jongeren kunnen bieden. Hiervoor zou een sociale kaart moeten worden opgesteld. Wanneer bekend is welke hulpverleners hulp kunnen bieden bij overgewicht en welke werkwijze deze hulpverleners, zoals diëtisten, fysiotherapeuten en psychologen, in de Stevenshof hanteren, kan een „warme‟ overdracht plaatsvinden, waardoor de kans op therapietrouw toeneemt. Daarnaast zou een integraal wijkbeleid bijdragen aan de effectiviteit van individuele interventies. Een nieuw UMP project zal in 2010/2011 dit terrein verder exploreren.
7
Joni Reef, Adult Consequences of Child Psychopathology (2010) NHG-Standpunt Toekomstvisie Huisartsenzorg. GGZ in de huisartsenzorg. NHG. Utrecht (dec 2007) 9 NHG-Standpunt Toekomstvisie Huisartsenzorg. Huisartsenzorg en jeugd. NHG. Utrecht (dec 2008) 8
13
Overmatig alcohol drinken is een fors probleem bij jongeren, maar de huisarts heeft momenteel geen aanknopingspunten om hier iets aan te doen. Jongeren in de Stevenshof hebben vaker ervaring met geslachtsgemeenschap dan gemiddeld voor de stad Leiden en de regio (tabel 6). Tabel 6 Seksuele ervaring, gebruik van voorbehoedsmiddelen en soa bij jongeren met ervaring met geslachtsgemeenschap en bij alle jongeren Ervaring met Geen anticonceptie Geen condoom Vermoeden ooit soa geslachts‘ervaren’ totale 'ervaren’ totale 'ervaren’ totale gemeenschap jongeren populatie jongeren populatie jongeren populatie regio ZHN Leiden Stevenshof 12-14 jr 15-17 jr jongen meisje
26% 27% 32% 4% 41% 27% 36%
6% 7% 3% 11% 5% 0 6%
2% 2% 1% 0 2% 0 2%
44% 45% 48% 16% 57% 32% 59%
11% 12% 15% 1% 22% 9% 21%
3% 4% 3% 0 5% 5% 2%
1% 1% 1% 0 2% 1% 1%
Meestal wordt het percentage jongeren, dat een vorm van anticonceptie gebruikt, berekend over jongeren die al ervaring hebben met geslachtsgemeenschap. In dit wijkprofiel laten we ook zien welk percentage van alle jongeren in de wijk (dus ook degenen die nog nooit geslachtsgemeenschap hebben gehad) risico loopt door geen condoom te gebruiken bij geslachtsgemeenschap. Wanneer alleen de „ervaren‟ jongeren worden meegenomen lijkt het deel dat geen enkele vorm van anticonceptie gebruikt, met name bij 12-14 jarigen, aanzienlijk (11%). Wanneer echter op wijkniveau gekeken wordt, zijn de percentages veel lager (tussen de 0 en 2 procent). Dit komt doordat het om een percentage van een kleine groep gaat: slechts 4% van de 12-14 jarigen heeft ervaring met geslachtsgemeenschap. De grootte van de groep jongeren die geen condoom gebruikt is echter aanzienlijk, zelfs als degenen die nog nooit geslachtsgemeenschap hebben gehad meegeteld worden in de noemer: 15%. Binnen deze groep lopen de 15-17 jarigen en de meisjes het grootste risico. Het percentage jongeren dat vermoedt ooit een soa te hebben gehad is op wijkniveau tussen de 1 en 2%.
Op grond van de gegevens over onveilig vrijen in de Stevenshof heeft één van de huisartsen een subsidie aanvraag ingediend voor „Op één lijn‟ van ZonMw.
Conclusies en aanbevelingen De meerwaarde van samenwerking tussen eerste en nulde lijn bleek in dit project al onmiddellijk uit het delen en bestuderen van beschikbare informatie. De epidemiologische informatie gaf zicht op risicogedrag bij jongeren en op door de huisartsen niet bekende aanwezigheid van psychosociale problematiek onder kinderen en jongeren. Hieruit blijkt dat jeugdartsen van de GGD over informatie beschikken omtrent (psychosociale) problematiek bij kinderen en jongeren die de huisartsen niet bereikt. Er is al veel geschreven over het verbeteren van de samenwerking tussen jeugd- en huisartsen ten behoeve van kwetsbare kinderen. In de Stevenshof ligt met de komst van één van de eerste CJG‟s een mooie kans om de samenwerking tussen zorg- en hulpverleners voor jongeren uit te breiden met huisartsen. Bij interventies op gebied van preventie valt theoretisch nog veel meer te winnen. De groeps- en populatiegerichte werkwijze van de GGD en de persoons- en ziektebeeldgerichte aanpak van een huisartspraktijk en gezondheidscentrum kunnen elkaar natuurlijk versterken op het gebied van casefinding en toegeleiding naar preventie activiteiten. De GGD heeft meer mogelijkheden voor populatie (wijk-) gerichte voorlichting, heeft meer ervaring met werken in groepen en de GGD bereikt scholen terwijl de huisartsen individuele personen bereiken die een gezondheidsklacht presenteren. De GGD denkt in risicofactoren. De huisarts zou door met vroegsignaleringsinstrumenten en risicoprofielen te werken mogelijk beter in staat zijn om (psychosociale) problematiek op te sporen. Of deze theoretische voordelen en deze aanpak daadwerkelijk leiden tot effectieve(-re) interventies zou onderzocht moeten worden in een onderzoeks/implementatietraject. Hier zal een start mee worden gemaakt in de tweede helft van 2010.
14
Dankbetuiging Met dank aan Dr. M.W.M. de Waal, epidemioloog afdeling PHEG, LUMC voor het aanleveren van de cijfers vanuit het HIS: tabellen 3 en 4 pagina 12.
15
Bijlage 1: Handleiding wijkprofiel voor huisartsen Om andere huisartspraktijken te faciliteren in het opstellen van een wijkprofiel is een beknopte handleiding opgesteld, die in dit rapport wat verder is uitgewerkt. Op dit moment wordt gewerkt aan een uitgebreid wijkprofiel van de Stevenshof waarin ook gegevens van volwassenen staan. Komend half jaar zullen we voor jongeren verder kunnen vanaf punt 7. Gaandeweg zal de handleiding nog aangepast worden, aansluitend op de ervaringen die we opdoen in de Stevenshof. 1) Verzamelen van gegevens a) Baken de populatie af in overleg met een onderzoeker/epidemioloog van bijvoorbeeld de GGD: i) welke leeftijdsgroep(en)? ii) welke postcodegebied? iii) welke gemeentelijke indeling wordt gebruikt? Is het mogelijk om op dit niveau gegevens te genereren? b) Welke instanties kunnen relevante gegevens leveren? Is er een onderzoeksbureau van de gemeente? Bij de GGD beschikken de epidemiologen over gezondheidsgegevens. Andere bronnen zijn: CBS, VAAM, consultatiebureau. c) Welke gegevens zijn beschikbaar (op wijkniveau)? Bepaal welke gegevens u hiervan wilt opvragen. 2) Vraag belangrijke achtergrondkenmerken van de wijk populatie per leeftijdsgroep en geslacht op via GGD/CBS/Statistiek afdeling van de gemeente. 10 3) Stel eventueel een top 10 van de jaarprevalentie op uit het eigen HIS per leeftijdsgroep 4) Het ontwikkelen van een wijkprofiel kost veel tijd. Wanneer epidemiologen van de GGD van een bestand profiel kunnen uitgaan, kost het naar schatting ongeveer 35 uur om een wijkprofiel op te stellen op basis van de gezondheidspeilingen. Bespreek of en wanneer dit mogelijk is en spreek af wie de kosten voor rekening neemt. 5) Vergelijk de uitkomsten van het HIS overzicht met die van de andere bronnen. 6) Maak een overzicht van de uitkomsten waar met preventie iets aan te doen is. (Speerpunten VWS kunnen een uitgangspunt zijn) 7) Bespreek in het samenwerkingsverband op welk onderwerp men zich wil richten. Maak afspraken tussen professionals over de uitwisseling van gegevens: zowel cumulatieve gegevens als gegevens die betrekking hebben op personen. 8) Bespreek met welke partners kan worden samengewerkt; denk aan het CJG waar het kinderen en jeugdigen betreft. 9) Overweeg het aanmaken van een risicoprofiel per patiënt ook voor jongeren; ga daarbij verder dan een zuiver cardiovasculair risicoprofiel (denk bijv. aan lengte & gewicht/BMI, tailleomvang, roken, bloeddruk, inactiviteit, depressiviteit, regelmatig veel alcohol). 10) Reserveer tijd in de agenda‟s van de projecttrekkers: 2 uur per week voor de betrokken huisarts; 4 uur per maand voor de „sparring partner‟ (van de afdeling gezondheidsbevordering) van de GGD.
Overweeg:Uitgebreidere inventarisatie (gezondheids)zorg en welzijn 1.
2.
3. 4.
10
Inventariseer, per doelgroep, welke wensen op het gebied van gezondheid in de wijk leven. Dit kan door focusgroepen te organiseren of door wensen te inventariseren via bijvoorbeeld een speeltuinvereniging of een migrantenplatform. Maak een overzicht te geven van preventieve activiteiten die al in de wijk plaatsvinden. Bij welke activiteiten kan de huisarts een meerwaarde leveren en welke lacunes zijn er nog in het aanbod waar huisarts en GGD op in zouden kunnen springen? Bepaal vervolgens welke gezondheidsproblemen het beste (als eerste) aangepakt kunnen worden Stem af met bewoners van de wijk op welke manier dit het beste zou kunnen gebeuren.
Via de statistiek module van het HIS of bij deelname aan een Registratie Netwerk via dat kanaal
16