SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN HET HOOGHEEMRAADSCHAP VAN DELFLAND EN HET WARMTEBEDRIJF ENECO DELFT BV I.O. TER REALISATIE VAN HUN VOORNEMEN OM WARMTE UIT DE EFFLUENTSTROOM VAN DE AWZI HARNASCHPOLDER TE BENUTTEN VOOR STADSVERWARMING
(“SAMENWERKINGSOVEREENKOMST WARMTEBENUTTING EFFLUENT”)
Warmtebedrijf Eneco Delft i.o.
1
Hoogheemraadschap van Delfland
Ondergetekenden: 1.
het Warmtebedrijf Eneco Delft B.V. i.o., te dezen gevestigd aan de Rochussenstraat 200 te Rotterdam, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door Eneco New Energy B.V., op zijn beurt krachtens volmacht vertegenwoordigd door de directeur Warmte de heer H.J. Exalto,, hierna te noemen ‘WBED’; en
2.
het Hoogheemraadschap Delfland, te dezen gevestigd aan de Phoenixstraat 32 te Delft, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de plaatsvervangend secretaris-directeur ir. E.F.M. Nieuwenhuis, hierna te noemen ‘HHD’;
afzonderlijk, respectievelijk gezamenlijk, ook wel te noemen ‘Partij’, respectievelijk ‘Partijen’;
overwegende ten principale: -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
dat WBED en HHD wensen bij te dragen aan de bevordering van een duurzame leefomgeving en daarbij ook het gebruik van innovatieve mogelijkheden in beschouwing wensen te nemen; dat WBED zich ten doel stelt om binnen haar voorzieningsgebied, dat voorshands delen van de gemeenten Delft en Midden-Delfland zal omvatten, door middel van toepassing van stadsverwarming een reductie van de uitstoot van CO2 te bewerkstelligen; dat WBED in verband daarmee voornemens is in haar voorzieningsgebied een warmtevoorzieningsysteem te realiseren bestaande uit lokale warmtestations en hulpwarmtestations (hierna: ‘WS’s en ‘HWS’s) en een daarmee verbonden warmtedistributienet; dat HHD binnen bedoeld voorzieningsgebied eigenaar is van een afvalwaterzuiveringsinstallatie, te weten de Afvalwaterzuiveringsinstallatie Harnaschpolder, hierna te noemen “AWZI”; dat het normale bedrijfsvoeringsproces van de AWZI erin voorziet dat het gezuiverde afvalwater, hierna te noemen ‘effluent’, via een systeem van gemalen en leidingen naar zee wordt afgevoerd; dat dit effluent een temperatuur heeft die varieert met het seizoen en mogelijk geschikt is om via een warmtepomp van het WBED warmte af te geven aan het warmtevoorzieningssysteem van WBED; dat WBED en HHD uit dien hoofde het idee hebben opgevat om vast te stellen of het technisch en economisch haalbaar is dat een deel van het effluent van de AWZI wordt uitgekoppeld om te dienen als aanvoerwater voor een door WBED in de nabijheid van de AWZI te bouwen HWS, hetgeen bij positieve bevinding onder meer tot een vermindering van inzet van fossiele brandstoffen en besparing op energiekosten van de HWS kan leiden; dat daarbij wel als voorwaarde geldt dat de bedoelde technische en economische haalbaarheid, voordat tot realisatie mocht worden besloten, voor elk van beide Partijen afzonderlijk dient te zijn aangetoond en dat voor HHD tevens voldoende dient vast te staan dat de uitkoppeling en de teruginvoer van het effluent, nadat daaraan in de HWS warmte is onttrokken, niet tot enigerlei verstoring van de bedrijfsvoering van het afvalwaterstelsel van HHD zal leiden; dat WBED ermee bekend is dat de het aan HHD toebehorende afvalwatersysteem en de daarvan deel uitmakende AWZI op basis van een daartoe vigerend contract ten behoeve van HHD wordt beheerd en geëxploiteerd door een derde, te weten Delfluent B.V., die deze taak op haar beurt heeft opgedragen aan een speciaal daartoe in het leven geroepen rechtspersoon genaamd Delfluent Services B.V., hierna te noemen ‘DSBV’; dat DSBV uit dien hoofde door HHD zal worden betrokken in het hiervoor bedoelde vaststellingsproces van de haalbaarheid en een eventueel daaruit resulterende beslissing
Warmtebedrijf Eneco Delft i.o.
2
Hoogheemraadschap van Delfland
tot realisatie, hetgeen onder meer inhoudt dat HHD zich in belangrijke mate door DSBV zal laten leiden bij het bepalen van de ter zake te stellen technische en organisatorische voorwaarden, alvorens HHD gebruik maakt van haar bevoegdheid om krachtens vorenbedoeld contract een desbetreffende zogeheten “Change to the Services” aan Delfluent B.V., hierna te noemen ‘Delfluent’, te instrueren; Overwegende voorts: -
dat Partijen thans ter voorbereiding van een mogelijk definitieve uitvoering van de plannen verdere acties willen ontplooien; dat Partijen ten aanzien van deze acties taken en verantwoordelijkheden willen vastleggen; dat Partijen hebben besloten daartoe met elkaar de navolgende overeenkomst, genaamd “Samenwerkingsovereenkomst warmtebenutting effluent” aan te gaan;
komen het volgende overeen: Artikel 1 1. Partijen werken samen om de technische en economische haalbaarheid van het in de overwegingen van deze overeenkomst omschreven voornemen te onderzoeken en, indien en nadat die haalbaarheid voor elk van beide Partijen voldoende vaststaat, de voorbereiding van de ter realisatie benodigde besluiten ter hand te nemen. HHD verleent haar samenwerkingsdeelname onder voorwaarde dat zij bereid is om vanuit de AWZI effluentwarmte aan de HWS van WBED te leveren c.q. te doen leveren, mits voldoende vaststaat dat dit voor HHD, Delfluent en DSBV geen kosten met zich mee brengt en WBED ervoor zorgt dat de levering van effluentwarmte niet verstorend werkt of gaat werken op het bedrijfsproces van de AWZI en het daarmee verbonden afvalwatersysteem of op de samenstelling van het effluent. 2. Alle noodzakelijke kosten die ter uitvoering van het gestelde in lid 1 van dit artikel moeten worden gemaakt, zoals de kosten van onderzoeken, aanvragen van vergunningen, wijzigingen in het contract tussen HHD en Delfluent, de uitvoering van noodzakelijke technische maatregelen, aanleg van leidingen en realisatie van uitkoppelingsinstallatie en terugvoerinstallatie, alsmede het onderhoud en beheer van deze installaties zijn geheel voor rekening van WBED. WBED is ermee bekend en aanvaardt dat het tussen Delfluent en HHD geldende contract erin voorziet dat, indien en voor zover er ter uitvoering van de plannen wijzigingen worden aangebracht in of aan de inrichting van de AWZI en/of daarmee verbonden andere delen van het afvalwatersysteem van HHD en/of hun werking, de voor die wijzigingen benodigde vergunningen en/of meldingen door Delfluent c.q. DSBV ten laste van HHD worden voorbereid en vervolgens ten name van HHD worden aangevraagd respectievelijk verricht. 3. Kosten als genoemd in lid 2 van dit artikel, welke in eerste instantie door HHD gemaakt moeten worden, worden door WBED vergoed. Alvorens deze kosten te maken dienen deze binnen een daartoe tussen Partijen voorafgaand overeengekomen budget te kunnen worden verantwoord, en zal tot het maken daarvan bovendien niet eerder worden overgegaan dan nadat dit voorafgaand schriftelijk door WBED aan HHD is geaccordeerd. 4. HHD zal zich onthouden van het claimen van terzake van enige in deze samenwerking geldende fiscale regelingen en/of subsidies. Fiscale faciliteiten en subsidies komen toe aan WBED. 5. Indien deze Samenwerkingsovereenkomst ertoe leidt dat Partijen besluiten om daadwerkelijk tot realisatie van technische maatregelen ten behoeve van de levering van effluentwarmte uit de AWZI over te gaan dan zullen zij hun ter zake aan te gane rechten en verplichtingen in een opvolgende overeenkomst vastleggen. Deze opvolgende overeenkomst zal de naam “Realisatieovereenkomst warmtebenutting effluent” dragen. 6. Indien het in lid 5 omschreven geval zich voordoet, dan zullen Partijen bovendien zo spoedig mogelijk een overeenkomst tot stand brengen voor de levering van effluentwarmte uit de AWZI aan de HWS. Deze overeenkomst zal de naam
Warmtebedrijf Eneco Delft i.o.
3
Hoogheemraadschap van Delfland
“Effluentwarmteleveringsovereenkomst” dragen. Er zal in worden opgenomen dat de effluentwarmtelevering ‘om niet’ plaats vindt. Artikel 2 1. Alle werkzaamheden die ter uitvoering van deze Samenwerkingsovereenkomst worden uitgevoerd, zijn voorbereidende handelingen ten aanzien van de realisatie van de levering van effluentwarmte en de realisatie van de hiertoe benodigde technische maatregelen. De daadwerkelijke realisatie vindt plaats op basis van de daaraan voorafgaand geldig tot stand te brengen overeenkomsten als bedoeld in artikel 1 leden 5 en 6. 2. De in de overwegingen en artikelen van deze Samenwerkingsovereenkomst opgenomen uitgangspunten en bepalingen blijven gedurende de gehele werkingstijd van de Samenwerkingsovereenkomst ten volle van kracht. Afwijkingen daarvan in de Realisatieovereenkomst warmtebenutting effluent en/of de Effluentwarmteleveringsovereenkomst, zijn uitsluitend geldig indien zij in die overeenkomsten worden vastgelegd.
Artikel 3 1. Partijen streven ernaar dat de effluentwarmtelevering uiterlijk in 2012 van start gaat. Partijen stellen daartoe in gezamenlijk overleg een plan van aanpak vast, waarin zij de ter realisering benodigde werkzaamheden beschrijven alsmede de termijnen waarbinnen deze zullen worden voltooid. 2. Indien een van de Partijen door onvoorziene omstandigheden niet in staat is de gemaakte afspraken of de overeengekomen planning na te komen, stelt hij de andere Partij daarvan zo spoedig mogelijk op de hoogte en stelt hij vervolgens alles in het werk om de vertraging zo veel mogelijk te beperken. Omtrent het verplichtende karakter van de planning kan in de Realisatieovereenkomst warmtebenutting effluent tussen Partijen een ander regime worden afgesproken, echter uitsluitend vanaf het moment dat die Realisatieovereenkomst geldig tot stand is gekomen en zonder terugwerkende kracht. 3. Partijen houden maandelijks een overleg om de voortgang te bespreken; dit overleg draagt de naam “Voortgangsoverleg warmtebenutting effluent”. Aan het overleg wordt volgens door HHD te maken beoordeling van de noodzaak of wenselijkheid ook door DSBV deelgenomen. Van het voortgangsoverleg maakt WBED een concept-verslag dat zij binnen twee weken aan de deelnemers toezendt. De vaststelling van het verslag vindt in het opvolgende voortgangsoverleg plaats. Artikel 4 1. Deze Samenwerkingsovereenkomst gaat in op de datum van ondertekening en wordt aangegaan voor de duur van drie (3) jaar. 2. Deze Samenwerkingsovereenkomst eindigt in elk geval op het moment dat de Effluentwarmteleveringsovereenkomst getekend is en de Realisatieovereenkomst warmtebenutting effluent rechtsgeldig in werking treedt. 3. Partijen zijn elkaar over en weer geen (schade)vergoeding verschuldigd bij het voortijdig (be)eindigen van deze Samenwerkingsovereenkomst, behoudens de plicht tot voldoening van eventueel nog niet verrekende kosten als bedoeld in artikel 1 leden 2 en 3. Artikel 5 WBED stelt HHD in kennis zodra de oprichtingsfase van haar bedrijf heeft geleid tot verwerving van definitieve rechtspersoonlijkheid.
Artikel 6 Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
Warmtebedrijf Eneco Delft i.o.
4
Hoogheemraadschap van Delfland
Artikel 7 Indien, naar het oordeel van een van de Partijen, tussen Partijen een geschil is ontstaan over de uitvoering van deze overeenkomst, wordt het geschil voorgelegd aan de bevoegde rechter te Rotterdam, met behoud van het recht op hoger beroep en cassatie. Artikel 8 De afspraken in deze overeenkomst worden gemaakt onder voorbehoud van goedkeuring van de Raad van Bestuur van Eneco.
Overeengekomen, in viervoud opgesteld en ondertekend te ….., .., .., 2010
.., .., 2010
Warmtebedrijf Eneco Delft B.V. i.o. namens deze,
Hoogheemraadschap Delfland namens deze,
H.J. Exalto Directeur Warmte
ir. E.F.M. Nieuwenhuis Plaatsvervangend secretaris - directeur
Warmtebedrijf Eneco Delft i.o.
5
Hoogheemraadschap van Delfland