Gedragscode integriteit voor medewerkers van het Hoogheemraadschap van Delfland
vastgesteld door op d.d. …2010
De reikwijdte van deze gedragscode geldt niet alleen voor ambtenaren in dienst bij Delfland, maar geldt ook voor arbeidscontractanten en externen.
1
Gedragscode integriteit voor medewerkers Hoogheemraadschap van Delfland
Hoofdstuk 1: Inleiding De overheid is er voor de burger en wordt gefinancierd met belastinggeld van de burger. De burger is voor vele zaken afhankelijk van het goed functioneren van de overheid, omdat de overheid het alleenrecht heeft om vergunningen te verstrekken, belastingen te innen en dwangmiddelen tegen burgers in te zetten. Dit stelt hoge eisen aan de kwaliteit van het openbaar bestuur en aan degenen die daarin functioneren. Het hoogheemraadschap van Delfland (hierna te noemen Delfland) heeft integriteit hoog in het vaandel staan. Het integriteitsbeleid is bestemd voor u als medewerker * van Delfland en heeft ten doel het bevorderen van integriteit van medewerkers. Maar wat is integriteit eigenlijk? Integriteit is een belangrijk onderdeel van de professionele verantwoordelijkheid van alle medewerkers van Delfland. Integriteit gaat verder dan het simpelweg naleven van de regels. In lastige situaties komt het er op aan dat medewerkers in staat zijn om zelfstandig en op (moreel) verantwoorde wijze te oordelen en te handelen conform het algemeen uitgangspunt van goed ambtenaarschap. In de gewijzigde Ambtenarenwet (artikel 125 quater) en in de handreiking van de Unie van Waterschappen is verwoord wat er onder integriteit wordt verstaan, namelijk goed ambtelijk handelen, m.a.w. een goed ambtenaarschap. Integer zijn is dan zoiets als ‘doen wat van je verwacht wordt’. Daarbij gelden zowel de waarden en normen van de organisatie als de maatschappij. De kwaliteit van handelen en gedrag dient in lijn te zijn met de belangrijke morele waarden en normen van de organisatie en de wet- en regelgeving. Per januari 2007 is door de directie besloten dat alle medewerkers de Ambtseed moeten afleggen. De eed/belofte aflegging is een formeel moment waarbij de normen en waarden die horen bij het werken bij een overheidsorganisatie expliciet onder de aandacht worden gebracht. Nieuwe medewerkers leggen tijdens de introductiedag voor nieuwe medewerkers de eed of belofte af. Het integriteitsbeleid omvat meerdere documenten waarin specifieke gedragscodes, regelingen en protocollen staan beschreven. Schematisch ziet het er als volgt uit:
Integriteitsbeleid medewerkers Delfland
Gedragscodes • • • • •
Gedragscode voor ambtenaren Gedragscode VenH Gedragscode voor publiek opdrachtgeverschap Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag Proces Integriteitsverklaringen
* voor een actueel overzicht: zie AMH
Regelingen • • • •
Protocol voor het gebruik van informatie- en communicatiemiddelen Klokkenluidersregeling Regeling klachtbehandeling ongewenst gedrag Regeling vertrouwensfuncties en kwetsbare functies
* voor een actueel overzicht: zie AMH
Overig • • •
Overzicht vertrouwenspersonen Overzicht vertrouwensfuncties en kwetsbare functies ** overzicht van filtercriteria voor gebruik van informatieen communicatiemiddelen **
* voor een actueel overzicht: zie AMH ** lijst nog niet vastgesteld
De reikwijdte van deze gedragscode geldt niet alleen voor ambtenaren in dienst bij Delfland, maar geldt ook voor arbeidscontractanten en externen.
2
In deze gedragscode wordt in de navolgende paragrafen ingegaan op de kernwaarden van Delfland, gevolgd door een aantal artikelen gericht op specifieke onderwerpen die te maken hebben met integriteit en tot slot een toelichting op de gedragscode voor medewerkers van Delfland.
De reikwijdte van deze gedragscode geldt niet alleen voor ambtenaren in dienst bij Delfland, maar geldt ook voor arbeidscontractanten en externen.
3
Hoofdstuk 2: Kernwaarden Delfland De kernwaarden van Delfland zijn de basis voor het integriteitsbeleid voor medewerkers en voor de onderliggende regelingen en gedragscodes. Deze kernwaarden zijn vastgesteld in 2007 na een serie workshops met een vertegenwoordiging uit de gehele ambtelijke organisatie. In het besturingsmodel van Delfland zijn de kernwaarden alsvolgt weergegeven: professioneel, vernieuwend, klantgericht, betrouwbaar en kosten bewust (kernwaarden uit Missie WBP 2010-2015). Door het afleggen van de eed of het doen van de belofte heeft u zich hieraan verbonden. Deze kernwaarden vormen de leidraad voor ons dagelijks handelen: in strategische besluitvorming, het dagelijks beleid, onderlinge samenwerking en in omgang met relaties. De kernwaarden van Delfland zijn:
Klantgericht Delfland gaat een klantgerichte relatie aan met haar klanten (dit zijn de verschillende doelgroepen of belanghebbenden van Delfland). Het handelen van een ambtenaar is altijd en volledig gericht op het belang van Delfland en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken. Hij dient het algemeen belang en probeert met zijn handelen het vertrouwen in de overheid te versterken. De klant dient Delfland te ervaren als laagdrempelig, die “erbij” betrokken moet worden en die geholpen moet worden bij het begrijpen wat Delfland is en doet en hoe het dat doet. Deze klantgerichtheid stelt eisen aan Delfland: moeten luisteren, duidelijk uitleggen hoe en wat en doen wat het zegt: zich betrouwbaar opstellen. Professioneel Delfland heeft een professionele houding. Enerzijds heeft dit te maken met vakmatige begrippen als vakmanschap en deskundigheid. Er is immers veel ervaring en deskundigheid binnen de organisatie. Ambtenaren zijn vakmensen op hun terrein. Ze beschikken over de juiste kennis en vaardigheden en geven de ambtelijke leiding en het bestuur juiste, relevante en volledige informatie. Anderzijds betekent professionaliteit ook een professionele houding. Dit heeft te maken met interactie met collega’s, externe partijen en ingelanden, waarbij termen als “samenwerken”en “afspraak is afspraak” worden gebezigd. De ambtenaar stelt situaties waarin hij niet volgens de professionele normen kan werken intern aan de orde. De ambtenaar houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die is gegeven (=betrouwbaar). De ambtenaar gaat op zorgvuldige wijze om met de belangen van bedrijven, burgers en collega's en verleent geen voorkeursbehandelingen (= zorgvuldig). Transparant Delfland is transparant over taken, besluitvorming(sprocessen), kosten en dienstverlening. Delfland stelt zich eerlijk en open op en gaat respectvol met haar klanten om. Het handelen van een ambtenaar is transparant zodat optimale verantwoording mogelijk is en controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de ambtenaar en zijn beweegredenen daarbij. Praktisch Delfland is slagvaardig en een organisatie die de handen uit de mouwen steekt. De invulling van praktisch ligt voor een deel in de buurt van slagvaardig: begrippen als “geen woorden maar daden” en “handen uit de mouwen” zijn hier van toepassing. Ook spelen een rol: flexibel, nuchter en oplossingsgericht te werk gaan. De uitvoerbaarheid dient goed in het oog te worden gehouden en het is niet altijd noodzakelijk de allerbeste oplossing te kiezen: keep it simple! Verantwoordelijk Delfland neemt haar verantwoordelijkheid en schuift deze niet af. De ambtenaar krijgt en neemt de verantwoordelijkheid die bij zijn functie past en is bereid daarover verantwoording af te leggen aan collega’s, leidinggevenden, het bestuur en de burger. De ambtenaar gaat verantwoord om met de middelen van Delfland en vermijdt het maken van onnodige kosten.
De reikwijdte van deze gedragscode geldt niet alleen voor ambtenaren in dienst bij Delfland, maar geldt ook voor arbeidscontractanten en externen.
4
Betrokken Delfland is een betrokken organisatie waarbij collegialiteit, zowel in- als extern, centraal staat. Vaak worden termen als “elkaar helpen”, “collegialiteit” gebruikt als het gaat om zichzelf en de organisatie. De naar buiten gerichte termen bevinden zich in de buurt van begrippen als “geïnteresseerd”, “inlevingsvermogen”, “meedenken”, “weten wat er leeft”, “midden in de samenleving”. Deze kernwaarden zijn de basis voor de nu volgende gedragafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernwaarden getoetst kunnen worden.
De reikwijdte van deze gedragscode geldt niet alleen voor ambtenaren in dienst bij Delfland, maar geldt ook voor arbeidscontractanten en externen.
5
Hoofdstuk 3: Artikelen integriteit Artikel 1. Algemene bepalingen Deze gedragscode geldt voor alle ambtenaren, arbeidscontractanten en personeel op inhuur- of inleenbasis. De gedragscode is openbaar en door derden te raadplegen. Elke ambtenaar ontvangt bij indiensttreding een exemplaar van de gedragscode. In die gevallen waarin de gedragscode niet voorziet, waarbij de toepassing niet eenduidig is of tot kennelijke onbillijkheden leidt, beslist de secretaris-directeur. Artikel 2. Omgaan met informatie U gaat binnen en buiten uw werk zorgvuldig en correct om met gegevens van burgers, bedrijven en instellingen, vertrouwelijke informatie en andere informatie die in handen van buitenstaanders de belangen van betrokkenen, Delfland, burgers, bedrijven of anderen kan schaden. U maakt niet ten eigen bate of voor uw persoonlijke betrekkingen gebruik van de in de uitoefening van de functie verkregen informatie. U bent verplicht tot geheimhouding van alle in functie verkregen vertrouwelijke informatie. U zorgt ervoor dat vertrouwelijke stukken (ook digitaal opgeslagen) veilig zijn opgeborgen (kluis, afgesloten kas, of bureaula) als u uw werkplek verlaat en dat uw computer is afgesloten of vergrendeld. U laat buitenstaanders niet meeluisteren naar een gesprek over het werk. U verstuurt geen vertrouwelijke informatie per e-mail naar externen en gaat verstandig om met het elektronisch verzenden van gevoelige informatie. U zorgt dat media (bijvoorbeeld documenten, CD roms, harde schijf) met vertrouwelijke informatie zorgvuldig worden vernietigd na gebruik. Artikel 3. Nevenfuncties U vervult geen nevenfuncties waarbij (de schijn van) strijdigheid en/of belangenverstrengeling is of kan zijn met het belang van Delfland. U meldt een (voorgenomen) nevenactiviteit schriftelijk bij uw leidinggevende indien deze activiteit de belangen van Delfland kan raken. Het maakt hierbij niet uit of het een betaalde of onbetaalde nevenactiviteit betreft. In het algemeen dient u zich af te vragen of er door uw (voorgenomen) nevenactiviteit sprake is (of kan zijn) of dat er voor buitenstaanders een indruk kan ontstaan van: • onoorbare belangenverstrengeling; • botsing van belangen; • schade aan het aanzien van het ambt; • onvoldoende beschikbaarheid voor de hoofdfunctie. Voorts dient u bij de afweging rekening te houden met het karakter van de nevenwerkzaamheden, uw functie in de organisatie en het gebied waarin de nevenwerkzaamheden worden verricht. Indien u twijfelt of uw nevenactiviteit te combineren is met het werk bij Delfland, neemt u contact op met uw direct leidinggevende. Artikel 4. Financiële belangen U bent zich ervan bewust dat financiële belangen in de privésfeer een onafhankelijke besluitvorming in de weg zouden kunnen staan of de schijn daarvan zouden kunnen hebben. Indien u vanuit uw functie een relatie heeft (of kan krijgen) met een bedrijf waarin u een persoonlijk financieel belang heeft, vermijd dan risico’s en bespreek dit met uw direct leidinggevende.
De reikwijdte van deze gedragscode geldt niet alleen voor ambtenaren in dienst bij Delfland, maar geldt ook voor arbeidscontractanten en externen.
6
Artikel 5. Geschenken en giften U neemt nooit geschenken en giften aan in ruil voor een tegenprestatie. U neemt geen geschenken en giften aan zolang er met de gever overleg- en onderhandelingssituaties gaande zijn. Indien u uit hoofde van uw functie een geschenk of gift ontvangt met een waarde van minder dan € 50,- meldt u dit aan uw leidinggevende. In overleg met uw leidinggevende bepaalt u of het geschenk kan worden geaccepteerd en welke bestemming eraan gegeven wordt. Geschenken met een waarde van meer dan € 50,- mogen niet worden geaccepteerd. Aanbiedingen voor privé-werkzaamheden, kortingen op privé-goederen en andere gunsten accepteert u niet. U accepteert geen geschenken die u op uw huisadres worden aangeboden. Artikel 6. Excursies, werkbezoeken, studiereizen, congressen, evenementen, lunches, borrels en diners U beoordeelt of een excursie, werkbezoek, studiereis, congres, evenement, lunch, borrel of een diner functioneel is en in het belang van Delfland. U bespreekt alle uitnodigingen met uw leidinggevende. Acceptatie kan alleen met toestemming van de secretaris-directeur die daar tevens voorwaarden aan kan verbinden. Artikel 7. Schijn van belangenverstrengeling U bent alert op situaties in uw werk waarin u met privé-relaties te maken krijgt. U licht uw leidinggevende in over aanvragen en offertes van vrienden, familieleden, ex-collega’s of bedrijven waarin vrienden, familie of ex-collega’s werkzaam zijn. Om (de schijn van) belangenverstrengeling te voorkomen laat u deze aanvragen altijd door iemand anders behandelen. U bent terughoudend in het inhuren van ex-collega’s van Delfland en volgt altijd de procedures die hieromtrent zijn opgesteld. U realiseert zich dat het inhuren van een ex-collega voor de buitenwereld de schijn van vriendjespolitiek en oneerlijke concurrentie met zich mee kan brengen. U bespreekt de risico’s met uw leidinggevende. Artikel 8. Zorgvuldig omgaan met middelen en voorzieningen van Delfland U gaat zorgvuldig om met de voorzieningen van Delfland, zoals e-mail, internet, fax, (mobiele) telefoon, printer en kopieerapparaat. U laat niemand onder uw gebruikersnaam werken en slaat uw wachtwoord nergens in leesbare tekst op. U sluit geen privé-apparatuur aan op het netwerk van Delfland, behalve na overleg en toestemming van ICT. Binnen Delfland zijn deze regels vastgelegd in het Beheerkader Informatiebeveiliging. U houdt het privé-gebruik van de voorzieningen van Delfland, zoals e-mail, internet, fax, (mobiele) telefoon, printer en kopieerapparaat, tot een niet te vermijden minimum beperkt en zorgt ervoor dat hierdoor uw dagelijkse werkzaamheden niet in het gedrang komen. Binnen Delfland is hiervoor een Protocol informatie- en communicatiemiddelen opgesteld. U neemt geen eigendommen van Delfland mee naar huis voor privégebruik. Het lenen van eigendommen van Delfland voor privé-gebruik is alleen toegestaan indien hier vooraf toestemming voor is verleend door uw leidinggevende. U gaat correct en integer om met de financiële regelingen van Delfland. Te denken valt aan bijvoorbeeld een regeling voor onkostenvergoeding, voor dienstreizen of een regeling ingeval van verhuizing in het belang van Delfland. U declareert alleen de werkelijk gemaakte kosten voor zover deze passen binnen de normen van de betreffende regelingen. U bestelt geen materialen voor privé-doeleinden via Delfland of neemt verbruiksgoederen mee, zoals bijvoorbeeld kantoorartikelen, koffiebekertjes, melk en suiker. U verzendt geen privé-post op kosten van Delfland.
De reikwijdte van deze gedragscode geldt niet alleen voor ambtenaren in dienst bij Delfland, maar geldt ook voor arbeidscontractanten en externen.
7
U maakt geen gebruik van de locatie(s) van Delfland en van de daar aanwezige voorzieningen voor privé-doeleinden. Artikel 9. Ongewenste omgangsvormen U gaat respectvol om met uw collega’s en zakelijke relaties en houdt rekening met de gevoelens van anderen. U maakt zich niet schuldig aan discriminatie, seksuele intimidatie, pesterijen, belediging, agressie of geweld. U bent aanspreekbaar op uw handelen en uw uitlatingen. U bent bereid zich aan te passen indien uw gedrag of uw uitlatingen als kwetsend worden ervaren door een van uw collega’s. Indien u geconfronteerd wordt met ongewenst gedrag van een van uw collega’s maakt u dit bespreekbaar met hem of haar of vraagt advies aan de vertrouwenspersoon van Delfland. U geeft uw collega een kans zijn of haar gedrag aan te passen. Helpt dit niet, dan meldt u het ongewenste gedrag aan uw direct leidinggevende of de vertrouwenspersoon. Artikel 10. Meldprotocol met betrekking tot integriteitincidenten Bij (een vermoeden van) schending van het integriteitsbeleid of gedragsregels, wordt een meldprotocol gehanteerd met specifieke rollen voor u als medewerker en tevens specifieke rollen voor de integraal manager, de secrataris-directeur en (eventueel) de vertrouwenspersoon van Delfland. U heeft als medewerker de verantwoordelijkheid om zelf actie te ondernemen. U bespreekt (vermoedens) van missstanden zo veel mogelijk met de mensen die het betreft. Is dit niet mogelijk of heeft dit geen effect dan licht u uw direct leidinggevende in. Indien u melding aan uw direct leidinggevende niet wenselijk acht, meldt u het vermoeden van een misstand aan diens leidinggevende of aan de vertrouwenspersoon. U kunt de vertrouwenspersoon verzoeken uw identiteit niet bekend te maken.
U meldt zaken altijd als er sprake is van (een vermoeden van): • een strafbaar feit; • een schending van regelgeving of beleidsregels; • het misleiden van justitie; • een gevaar voor de volksgezondheid, veiligheid of het milieu; • het bewust achterhouden van informatie over deze feiten.
U ‘lekt’ geen vermoedens van misstanden aan de pers of aan andere derden buiten Delfland. U kunt gebruik maken van de Klokkenluidersregeling van Delfland. Delfland is verplicht een reactie te geven op uw melding. De integraal manager is verantwoordelijk om te zorgen dat het integriteitsbeleid en de gedragscodes worden nageleefd door zijn/haar medewerkers. De integraal manager meldt in beginsel (een vermoeden van) schending van integriteit direct aan de directie. De directie is verantwoordelijk voor het treffen van passende maatregelen bij schendingen van het integriteitsbeleid.
De reikwijdte van deze gedragscode geldt niet alleen voor ambtenaren in dienst bij Delfland, maar geldt ook voor arbeidscontractanten en externen.
8
Bijlage: Toelichting bij gedragscode voor medewerkers De gedragscode gaat in de meeste gevallen uit van de eigen verantwoordelijkheid van de ambtenaar. De gedragingen van de ambtenaren worden getoetst aan de hand van onze kernwaarden en kernbegrippen van goed ambtenaarschap. In sommige gevallen wordt echter een gedraging ronduit verboden, omdat dit gedrag als apert ongewenst wordt beschouwd binnen Delfland. Artikel 1. Algemene bepalingen De gedragscode geldt voor ambtenaren en arbeidscontractanten werkzaam voor Delfland, conform de betreffende begripsbepalingen genoemd in de Sectorale Arbeidsvoorwaardenregelingen voor Waterschapspersoneel (SAW). De gedragscode geldt ook voor medewerkers die op inleen- of inhuurbasis werkzaamheden verrichten voor Delfland. Iedereen moet dus kennis hebben genomen van de gedragscode. Er dient dan ook bij de introductie van nieuwe ambtenaren en arbeidscontractanten de nodige aandacht besteed te worden aan ons integriteitsbeleid in het algemeen en deze gedragscode in het bijzonder. Alleen uitreiken is niet voldoende. Voor waterschapsbestuurders geldt een afzonderlijke gedragscode (Zie: Gedragscode voor bestuurders). Artikel 2. Omgaan met informatie Dit artikel is bedoeld om de medewerkers er (meer) van bewust te maken dat er zorgvuldig omgegaan dient te worden met privacy- en/of bestuurlijk gevoelige informatie, bijvoorbeeld door bepaalde dossiers niet op het bureau te laten liggen maar op te bergen en door bepaalde informatie niet per email te verzenden. Uitgangspunt van een overheidsorganisatie is dat het open en transparant handelt. De vrijheid van meningsuiting is als een groot goed vastgelegd in de Grondwet. Veel stukken zijn openbaar en kunnen ingezien dan wel opgevraagd worden. Toch kunnen er redenen zijn om (eventueel tijdelijk) bepaalde informatie niet openbaar te maken. De verplichting tot geheimhouding is een beperking van de grondwettelijke vrijheid van meningsuiting en daarom mag er ook alleen bij wet van deze vrijheid worden afgeweken, zie bijvoorbeeld de Wet openbaarheid van bestuur (WOB). De WOB gaat er vanuit dat ‘een bestuursorgaan bij de uitvoering van zijn taak informatie verstrekt’, maar geeft ook aan wanneer informatie niet afgegeven kan worden. Denk hierbij aan staatsbelangen (‘informatie die de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen’), aan persoonsgegevens (zie de Wet bescherming persoonsgegevens: de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer) en bijvoorbeeld aan de situatie waarin een derde door het verstrekken van de informatie onevenredig voordeel heeft ten opzichte van anderen die bij de kwestie zijn betrokken. Het schenden van geheime informatie is in het Wetboek van Strafrecht strafbaar gesteld. Artikel 3. Nevenfuncties Nevenwerkzaamheden zijn alle betaalde en onbetaalde werkzaamheden die medewerkers in hun vrije tijd voor zichzelf of voor derden verrichten. Of een bepaalde nevenactiviteit is toegestaan is altijd gerelateerd aan de functie. Uitgaande van de eigen verantwoordelijkheid van de medewerker, meldt deze zijn nevenactiviteit schriftelijk aan zijn leidinggevende. Niet alle nevenactiviteiten behoeven toestemming van de leidinggevende; wel een nevenactiviteit die op de een of andere manier in verband gebracht kunnen worden met Delfland (zie art. 6.2.5 SAW over nevenactiviteiten). Artikel 4. Financiele belangen Indien een medewerker financiële belangen heeft in de privésfeer, die in verband staan met de functie die hij uitoefent binnen Delfland, dan kan zijn (de schijn van) onafhankelijke besluitvorming in het geding zijn. Melden dus en/of een ander de zaak overdragen. Dit geldt in het bijzonder als de ambtenaar of een direct familielid bijv. (gedeeltelijk) eigenaar is van een bedrijf dat werkzaamheden verricht voor Delfland.
De reikwijdte van deze gedragscode geldt niet alleen voor ambtenaren in dienst bij Delfland, maar geldt ook voor arbeidscontractanten en externen.
9
Artikel 5. Geschenken en giften Het aannemen van een (relatie) geschenk is niet bij voorbaat verkeerd of niet-integer, ten minste zolang het maar niet bepalend is voor de houding van de ambtenaar richting de gever. Alle geschenken worden gemeld aan de leidinggevende. Het kan overigens geen kwaad hierover binnen de sectoren afspraken te maken, tenslotte werken veelal meerdere medewerkers aan een product en waarom zou alleen de contactambtenaar in aanmerking komen voor een geschenk. In bepaalde situaties is het aannemen van geschenken absoluut ongewenst en verboden: geschenken aangeboden aan het huisadres en geschenken aangeboden gedurende bijv. de aanbestedingsperiode e.d. Verder zijn “geschenken” aannemen in de vorm van het aanbieden van privé-werkzaamheden, kortingen op bestedingen e.d. verboden. De 50-euro-grens bepaalt of de ambtenaar het geschenk mag aannemen. Wat betreft de waarde die een geschenk of gift heeft, wordt uitgegaan van de winkelwaarde voor de ontvanger. Stel een medewerker ontvangt een geschenk van een leverancier. Dan wordt niet uitgegaan van de (inkoops)prijs die de leverancier voor het product heeft betaald, maar van de winkelwaarde die de ontvanger zou betalen indien het product in een winkel wordt aangeschaft. Artikel 6. Excursies, werkbezoeken, studiereizen, congressen, evenementen, lunches, borrels en diners Excursies, werkbezoeken e.d. kunnen bijdragen aan het beter uitoefenen van de functie, of hebben betekenis in de zin van “netwerken”. In alle gevallen dient hierover overleg met de leidinggevende te worden gevoerd. Uiteindelijk beslist de secretaris-directeur Artikel 7. Schijn van belangenverstrengeling Werk en privé liggen soms dicht bij elkaar. Er zijn veel situaties denkbaar en lang niet altijd hoeven verschillende belangen met elkaar te strijden. Een voorbeeld: een medewerker moet in een aanbestedingsprocedure offertes beoordelen waaronder een offerte van het bedrijf van zijn broer. Om (de schijn van) belangenverstrengeling te voorkomen, moet bijvoorbeeld de beoordeling van offertes aan een collega worden overlaten. Zoals voor alle onderwerpen van deze gedragscode geldt, geldt ook hier dat men er verstandig aan doet bij twijfel over een bepaalde gedraging of besluit, dit te bespreken met de leidinggevende. Artikel 8. Zorgvuldig omgaan met middelen en voorzieningen van Delfland Bij het werk maken medewerkers gebruik van waterschapseigendommen en waterschapsvoorzieningen. Voor het gebruik van deze eigendommen en voorzieningen zijn niet altijd regels opgesteld, maar wordt van de gebruiker gevraagd om hier verantwoord mee om te gaan. Basisregel is dat het privé gebruik van eigendommen en voorzieningen niet is toegestaan. Een grens aangeven van wat wél of niet mag zou al snel ter discussie komen te staan: als je privékopietjes mag maken, mogen er dat dan 2 of 50 zijn en is dat per dag of per maand etc. Veelvuldig kopiëren voor een vereniging of een ander (maatschappelijk) doel is in ieder geval niet toelaatbaar; Delfland is geen copy-shop. In ieder geval moet voor privégebruik van waterschapseigendommen en voorzieningen vooraf toestemming zijn van de leidinggevende. Wat hierbij geldt voor waterschapseigendommen is ook van toepassing op het begrip arbeidstijd. Medewerkers worden geacht het werk in diensttijd zo effectief mogelijk te doen en in diensttijd geen privé-klussen te doen (zie art. 6.2.1 SAW over ambtelijke ethiek). Artikel 9. Ongewenste omgangsvormen Van medewerkers wordt verwacht dat zij respectvol omgaan met collega’s, burgers en derden, dat zij rekening houden met de gevoelens van anderen en dat zij geen ongewenst gedrag vertonen. Wat onder ‘ongewenst gedrag’ kan worden verstaan, is zeer persoonlijk. Juist daarom is het belangrijk om De reikwijdte van deze gedragscode geldt niet alleen voor ambtenaren in dienst bij Delfland, maar geldt ook voor arbeidscontractanten en externen.
10
zoveel mogelijk uit te gaan van en rekening te houden met gevoelens van anderen.
Voorbeelden van ongewenst gedrag zijn: • een collega buiten sluiten door hem bijvoorbeeld te negeren in gesprekken; • een collega het werk onmogelijk of onaangenaam maken door bijvoorbeeld belangrijke informatie niet door te geven; • seksueel getinte opmerkingen maken, het hinderlijk bekijken of het hebben van onnodig en ongewenst lichamelijk contact. Denk hierbij ook aan het maken van dubbelzinnige grapjes, het versturen van dubbelzinnige emailberichten, foto’s en dergelijke; • over een collega roddelen of negatieve geruchten verspreiden; • een collega bedreigen, onder druk zetten, uitschelden lastig vallen, een duw geven of slaan. Bij een confrontatie met een ongewenste gedraging zijn er verschillende mogelijkheden: van het aanspreken van die persoon op zijn gedrag tot het melden van een klacht bij de vertrouwenspersoon (o.a. Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag). Artikel 10. Meldprotocol met betrekking tot integriteitincidenten Elke medewerker die meent dat bepaalde handelingen van een ander als niet-integer kunnen worden beschouwd, kan daarvan melding maken. Een melding kan op verschillende wijzen plaatsvinden: • aan de direct leidinggevende, • aan de leidinggevende van de direct leidinggevende, • aan een meldpunt of vertrouwenspersoon in gevolge de Klokkenluidersregeling die op 13 december 2005 door D&H is vastgesteld. Anonimiteit en bescherming melder Het is echter mogelijk dat medewerkers door de aard van het dilemma/misstand deze niet willen bespreken met hun direct leidinggevende, maar met een vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon kan daarbij dienen als klankbord, maar ook kan via de vertrouwenspersoon de anonimiteit van de melder gewaarborgd worden, zo daar behoefte aan is. De melder van de (mogelijke) misstand of integriteitsschending mag van zijn melding op geen enkele wijze hinder ondervinden. Voor de melder bestaat de mogelijkheid zijn/haar melding anoniem te doen, maar ook in het geval deze melding niet anoniem wordt gedaan mag de melder op geen enkele wijze nadeel ondervinden. Een ambtenaar die bij het melden van een misstand de Klokkenluidersregeling volgt, handelt ‘zoals een goed ambtenaar betaamt’ en geniet in de regel rechtspositionele bescherming op grond van de SAW en de Ambtenarenwet. Dit geldt ook als het vermoeden van een misstand achteraf onjuist blijkt te zijn. Op grond van de SAW geldt dezelfde bescherming voor een vertrouwenspersoon. Er zijn twee vertrouwenspersonen binnen het Hoogheemraadschap van Delfland voor zowel de Klokkenluidersregeling als voor de gevallen die minder zwaar zijn, maar toch ook niet anoniem met de leidinggevende kunnen worden besproken. Vertrouwenspersoon Binnen Delfland is zowel de ‘Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag’ de ‘Regeling klachtenbehandeling ongewenste gedrag’ van kracht en ook daar is het begrip “vertrouwenspersoon” geïntroduceerd. Onder ongewenst gedrag wordt verstaan seksuele intimidatie, discriminatie, agressie, geweld of pesten.
De reikwijdte van deze gedragscode geldt niet alleen voor ambtenaren in dienst bij Delfland, maar geldt ook voor arbeidscontractanten en externen.
11