SamenWerken
“Samenwerken doe je gewoon, daar kan geen convenant tegenop”
Willemstraat 20 4811 AL Breda Postbus 1089 4801 BB Breda
(076) 5305888
[email protected] www.imwbreda.nl
inhoudsopgave.
Inleiding
4
Focus op samenwerking
6
1. Belangrijkste gebeurtenissen
7
2. Werksoorten in vogelvlucht
20
3. Kwaliteitszorg
26
4. Organisatie en medewerkers
28
5. Financiële verantwoording
30
6. Deelrapportages en verantwoordingen
32
inleiding. Met haar psychosociale hulpverlening en sociaal juridische dienstverlening richt het IMW zich op kwetsbare groepen. Burgers uit het werkgebied die het (even) niet meer kunnen op eigen kracht worden geholpen. Het IMW ‘Helpt balans hervinden en behouden’.
4
Jaarverslag IMW 2012 - SamenWerken
Door de dienst Onderzoek & Informatie van de gemeente Breda is, evenals in 2010, in opdracht van WIJ, MEE en IMW onderzoek gedaan naar het bereik onder kwetsbare burgers. De resultaten van het onderzoek, die in 2012 zijn gerapporteerd, onderstrepen ook nu weer onze doelstelling dat we er zijn voor mensen in kwetsbare posities. Bij dit onderzoek is gebruik gemaakt van risicoprofielen die door het Nicis Institute zijn ontwikkeld. Deze risicoprofielen hebben betrekking op de onderwerpen: huisvesting, welbevinden/gezondheid, opleidingsniveau, samenstelling van het huishouden, etniciteit en sociaal economische status. Het overgrote deel (82%) van de cliënten van het IMW heeft één of meer risicofactoren, 27% heeft 3 of meer risicofactoren. Onvolledige gezinnen, vluchtelingen en niet-westerse allochtonen maken relatief veel gebruik van de hulpverlening van het IMW. In de wijken Fellenoord, Haagpoort, Heuvel, Kesteren, Muizenberg, Doornbos-Linie en de 4 woonbuurten van Hoge Vucht maken bewoners meer gebruik van het IMW dan elders. Belangrijke ontwikkelingen zijn de transities rond de Awbz, Jeugdzorg en de Participatiewet. Daarbij worden verantwoordelijkheden overgeheveld naar lagere bestuursniveaus. Bezuinigingen en de wens c.q. noodzaak om een transformatie uit te voeren richting eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid spelen een rol. Doelstelling is de zorgaanspraak te verminderen, wat betekent dat de problematiek in veel gevallen anders moet worden benaderd. Er wordt een groter beroep gedaan op de eigen kracht en eigen verantwoordelijkheden van de burger. In Breda is het CJG het voertuig waarlangs de transitie Jeugdzorg moet gaan verlopen. De gemeente voert hierop de regie en heeft een overlegstructuur ingesteld waarin het IMW participeert. Rond de transitie Awbz heeft de gemeente Breda het hele veld uitgenodigd om mee te denken. Er wordt een drietal experimenten gestart. In de transities is het op een goede manier verbinding maken met de zwaardere zorg een belangrijk gespreksonderwerp. De kanteling in denken heeft direct gevolg voor de wijze waarop hulpvragers en hulp- en dienstverleners zich zullen gaan opstellen. Burgers moeten kort gezegd uit de consumentenstand komen en hulp- en dienstverleners uit de behandelstand. In 2012 moest het IMW door de gevolgen van de inkrimping verhoudingsgewijs meer mensen helpen met minder werknemers. Om dit te realiseren is o.a. het aantal spreekuren teruggebracht, wat overigens niet heeft geleid tot een substantiële daling van het aantal aanmeldingen. Nog meer dan voorgaande jaren zijn er vrijwillig medewerkers bij de hulpverlening betrokken. Daarnaast heeft een methodische innovatie plaatsgevonden waarmee met de methodiek ‘Oplossingsgericht werken’ de verantwoordelijkheidstrap op effectieve wijze wordt toegepast. Medewerkers kijken samen met de cliënt naar mogelijkheden om zelfredzaamheid te hervinden of te vergroten door op zoek te gaan naar de eigen mogelijkheden van de cliënt en de directe omgeving. Bij aanvang en afsluiting van de hulpverlening wordt aan cliënten gevraagd met een cijfer aan te geven hoe zwaar het probleem voor hen weegt. Bij afsluiting blijkt er gemiddeld een positieve verandering van twee punten te zijn.
5
focus op samenwerking. De complexiteit en verwevenheid van problemen is eerder toe- dan afgenomen. Dit vraagt om meer samenwerking tussen instellingen en instanties. Keten- en netwerksamenwerking in de aanpak van problemen is essentieel geworden, we kunnen niet meer werken zonder samen te werken.
In Breda hebben netwerkpartners zich daartoe verenigd in de Alliantie M&S (Meedoen en Samenwerken) Breda. Dit is een open netwerk van maatschappelijke organisaties met als kerndoel: “We zorgen er samen voor dat de kwetsbare burger in Breda mee kan doen”. M&S heeft zich in 2012 verder ontwikkeld door maatschappelijke vraagstukken te analyseren en een toetsingskader te ontwikkelen waarmee de maatschappelijke baat van activiteiten kan worden getoetst. Concrete voorbeelden van netwerksamenwerking zijn het CJG, het stedelijk Bemoeizorgteam en de pilot Sociaal Team Zuidwest. Wat betekent samenwerken voor medewerkers, met wie werken ze veel samen en wat vinden ze goede samenwerking? Een aantal medewerkers is hierover geïnterviewd, hun mening is terug te vinden in de kaders.
6
Jaarverslag IMW 2012 - SamenWerken
1. belangrijkste gebeurtenissen. Samenwerken rond jeugd De CJG wijkteams voor de 0 tot 12 jarigen zijn van start gegaan. Breda is opgedeeld in vier kwadranten en in elk kwadrant functioneert een wijkteam. Twee maatschappelijk werkers van het IMW maken elk deel uit van een van deze vier wijkteams. De medewerkers van een wijkteam hebben de functie van school CJG’er of CJG-coach. De school CJG’ers zijn veel in de wijken te vinden en leggen hier verbindingen, geven voorlichting en signaleren problemen. Is er meer hulpverlening nodig aan kinderen en ouders dan kunnen zij de CJG-coach inschakelen. In geval er meer specialistische hulp nodig is, een hulpverlener van een van de organisaties die deel uitmaakt van de netwerkorganisatie CJG.
7
Per 1 juli 2012 is in Breda de ketencoördinatie, die is verbonden aan het signaleringssysteem ‘Zorg voor Jeugd’, overgenomen door CJG medewerkers. Ketencoördinatie start als er twee zorgsignalen zijn geregistreerd in het signaleringssysteem. Het gaat daarbij om kinderen of jongeren waarbij er signalen zijn dat het niet goed met hen gaat of zorgen zijn over hun welbevinden. Voorheen werd deze taak ook door maatschappelijk werkers van het IMW uitgevoerd die geschoold zijn in het voeren van ketenregie. Van januari tot juli 2012 is dit als overgangsregeling gecontinueerd om het CJG de kans te geven haar medewerkers hiervoor goed te equiperen. Hiervoor is vanuit het IMW ondersteuning geboden aan de CJG-professionals. Voor de gemeenten Alphen-Chaam en Baarle Nassau voert het IMW nog ketencoördinatie uit. In mei is een pilot gestart op een aantal Bredase scholen voor voortgezet onderwijs (vo) om te experimenteren met de nieuwe functies van school CJG’er en CJG-coach. Deze zijn in de plaats gekomen van de functie van schoolmaatschappelijk werker. Eind 2012 zijn op alle vo scholen beide functies operationeel geworden en is een nieuw CJG team ontstaan dat voor zijn overleggen en administratieve taken gebruik maakt van het IMW hoofdkantoor aan de Willemstraat. De functie van schoolmaatschappelijk werker is hiermee vervallen. De vijf schoolmaatschappelijk werkers van het IMW, die werkten t.b.v. vo scholen, zijn opgenomen in dit
“Samenwerken is zien en gezien worden” Ine van Bree (CJG-coach voortgezet onderwijs) team dat inmiddels uit elf personen bestaat. In hun nieuwe functie worden zij ingezet voor andere scholen. De school CJG’er legt de verbindingen met de scholen, de leerling en het thuisfront en andere hulpverleners. In de regel worden er niet meer dan een of twee gesprekken met leerling en/of ouders gevoerd. Het doel van deze functie is er vroeg bij zijn als zich problemen dreigen voor te doen. De CJG-coach heeft een meer hulpverlenende taak. Het IMW heeft meegedaan aan de door het CJG georganiseerde week rond opvoeding in de eerste week van oktober. Deze week heeft als thema ‘Luister ’s naar me’ meegekregen. In de wachtruimtes van het IMW was veel materiaal over opvoeden aanwezig in de vorm van CJG tips en strips, lijsten met websites over opvoeden en boeken. Er is een workshop georganiseerd voor opvoeders (ouders, oppasoma’s en opa’s) met jonge kinderen met luisteren als onderwerp. Op het reguliere avondspreekuur waren triple P opgeleide maatschappelijk werkers aanwezig die vragen rond opvoeden konden beantwoorden. Triple P wordt als methodiek van positief opvoeden gehanteerd binnen het CJG netwerk.
8
Jaarverslag IMW 2012 - SamenWerken
Samenwerken is zien en gezien worden Ine van Bree werkt als CJG-coach in het voortgezet onderwijs Wat betekent samenwerken voor jou? Dat je van elkaar weet wat je doet, elkaar kunt bevragen. Vertrouwen is daarbij belangrijk. Dit geldt voor mij voor alle samenwerkingscontacten. Elkaar kennen en kunnen vinden op elkaars kracht. Met wie werk je vaak samen? Ik werk met heel veel mensen samen. Met ouders, jongeren en hun familieleden. En veelvuldig met medewerkers van scholen zoals zorgcoördinatoren, mentoren en leerkrachten. Dit omdat in mijn werk met jongeren de school de vindplaats is. Verder met samenwerkingspartners binnen en buiten het CJG. Met de jongeren kijk ik naar hun eigen mogelijkheden, wat kunnen ze zelf doen om hun problemen/vragen aan te pakken. Jongeren moeten er vaak aan wennen dat ik vraag: wat wil jij? Als het nodig en mogelijk is betrek ik de ouders, soms ook grootouders en andere belangrijke mensen uit de omgeving van de jongere bij de hulpverlening. Uiteraard is de jongere daar dan van op de hoogte. Ik vraag vaak aan ouders hoe zij tegen hun kind aankijken en wat hun idee is over wat er nodig is. Zij weten immers heel veel over hun kind. Ik werk doelgericht samen. Wat maakt samenwerking goed? Ik vind het belangrijk om in een samenwerking duidelijk te kunnen aangeven wat je elkaar wel en niet te bieden hebt. Het doel moet duidelijk zijn, het is fijn als je samen kunt kijken hoe je het best aan de slag kunt. Dat geeft de echte meerwaarde. Als het samenwerken met elkaar een keer niet goed loopt, wil dat niet zeggen dat het nooit zal lukken. Ik vind dat je dan opnieuw moet kijken, een open blik moet houden en elkaar moet blijven proberen te vinden, in het belang van de jongere. Goed samenwerken geeft energie.
9
Samenwerken moet functioneel zijn Arlette de Wit werkt als maatschappelijk werker op mbo scholen en bij het CJG als school CJG’er. Wat betekent samenwerken voor jou? Voor mij betekent het samen plannen maken, een strategie bepalen en uitvoeren, creativiteit met elkaar delen. Weten hoe iemand werkt en elkaar weten te vinden. Samenwerken is noodzaak, zonder anderen kun je niet werken in dit vak. Met wie werk je vaak samen? Allereerst met leerlingen en hun familie. Verder met bijvoorbeeld scholen, het AMW, budgetcoaches, vrijgevestigde psychologen en eigenlijk met alles wat gelinkt is aan jeugdzorg. Samenwerken is soms moeilijk maar ik vind het altijd leuk om samen op pad te gaan, samen nieuwe dingen te ontwikkelen. Je kunt elkaar voeden, samen aan iets bouwen. Soms is samenwerken ook lastig als je het niet met elkaar eens bent. Je moet dan zorgen dat je weer naar een gezamenlijk doel zoekt. Gedeelde verantwoordelijkheid is fijn bij ingewikkelde zaken. Wat maakt samenwerking goed? Als je gezamenlijke doelen hebt die je wilt bereiken. Gelijk gestemd zijn en transparant zijn in wat je doet. Samenwerking als instrument. Respectvol naar elkaar zijn is natuurlijk ook van belang. Te allen tijde gaat het in mijn werk om het belang van het kind. Als iets dreigt ten koste te gaan van een leerling kan ik scherp uit de hoek komen. De functionaliteit op de inhoud gaat voor op leuk en gezellig.
10
Jaarverslag IMW 2012 - SamenWerken
Het schoolmaatschappelijk werk mbo t.b.v. de ROC colleges: Cingel college, Radius college, Vitalis college en het Florijncollege is ook dit jaar voortgezet. Dit geldt ook voor het schoolmaatschappelijk werk t.b.v. leerlingen van de Rooi Pannen. Drie maatschappelijk werkers voeren de werkzaamheden uit. Zij werken nauw samen met CJG collega’s. In 2013 wordt in overleg met de betrokkenen bekeken of het schoolmaatschappelijk werk mbo op eenzelfde manier vormgegeven gaat worden als in het voortgezet onderwijs. In het kader van versterking van eigen kracht wordt binnen de netwerkorganisatie CJG gekeken naar mogelijkheden hoe jongeren elkaar onderling op een goede manier kunnen helpen. Voor- en vroegsschoolse educatie (VVE) De landelijke overheid heeft extra middelen beschikbaar gesteld aan gemeenten in het kader van actieplan ‘Basis voor presteren’. Een kwaliteitsslag om de prestaties van leerlingen en scholen in het primair onderwijs te verhogen. In Breda is voor de uitwerking hiervan binnen het beleidskader ‘Jong@Breda’ het ‘Masterplan voor- en vroegscholen 2012-2014’ opgesteld. De voor- en vroegschoolse educatie (VVE) biedt een educatief aanbod voor kinderen met een (dreigende) ontwikkelings- en taalachterstand.
“Samenwerken moet functioneel zijn” Arlette de Wit (maatschappelijk werker, school CJG’er)
Een medewerker van het IMW is nauw betrokken bij en trekker van werkgroepen waarin onderwerpen als ouderbetrokkenheid, kwaliteit van pedagogisch medewerkers en organisatie van zorg, van actieplannen wordt voorzien. Het gehele proces wordt aangestuurd door een stuurgroep die bestaat uit afgevaardigden van scholen, Surplus, Kober en de gemeente Breda. Met name rond ouderbetrokkenheid zijn al positieve resultaten bereikt. Samenwerken in de wijk In de loop van het jaar is in het district zuidwest de pilot Sociaal Team gestart. Daarmee is de individuele cliëntondersteuning en de expertise van IMW, MEE en WIJ in zuidwest gebundeld. Voor dit gebied is gekozen omdat de drie organisaties hier veel cliënten hebben. De pilot past in huidige ontwikkelingen als ‘Welzijn Nieuwe Stijl’ en het beleidskader van de gemeente Breda ‘Meedoen@Breda’. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de eigen mogelijkheden van de cliënt en zijn directe omgeving. Het doel is dat de cliënt het, al dan niet met behulp van de omgeving, weer zelf redt. Alleen als er specifieke kennis nodig is, wordt er verwezen naar andere hulp- of dienstverleners.
11
Samenwerken levert energie op Riek van Meijel werkt als maatschappelijk werker in het Sociaal Team Zuidwest en in Alphen. Wat betekent samenwerken voor jou? Samen als doel hebben dat de cliënt weer zelf op eigen kracht verder kan. In dit vak kun je niet zonder samenwerking. Met wie werk je vaak samen? Met collega’s van MEE en WIJ zit ik in het Sociaal Team zuidwest. In een team vul je elkaar aan. Het is dodelijk als je allemaal dezelfde kwaliteiten hebt. We maken goed gebruik van elkaars deskundigheid. Het Sociaal Team voert, naast de individuele hulpverlening, ook activiteiten uit die gericht zijn op de wijkbewoners en de in de wijk werkzame vrijwilligers en professionals. Deze activiteiten zijn nu bedoeld om hen te informeren over het werk van het Sociaal Team en het opbouwen van ons netwerk. Voor dit soort activiteiten heb je andere kwaliteiten nodig dan voor de individuele hulpverlening. We vullen elkaar hier in aan. Je leert van elkaar door te bespreken waar je mee bezig bent en op welke manier je dingen aanpakt. De accenten kunnen verschillen als je samenwerkt, als je er maar op gericht bent dat de cliënt uiteindelijk weer zelfstandig verder kan. Wat maakt samenwerking goed? Betrouwbaarheid vind ik erg belangrijk. Dat je je afspraken nakomt en respect hebt voor elkaar. Het uitgangspunt is dat je elkaar aanvult, dat ieder zijn eigen terrein weet. Dat je naast elkaar werkt waarbij ieder zijn eigen kwaliteiten inbrengt. Als je hetzelfde vertrekpunt hebt gaat samenwerken gemakkelijker.
12
Jaarverslag IMW 2012 - SamenWerken
Al werkend wordt de werkwijze van het Sociaal Team door de teamleden verder ontwikkeld. Inmiddels is de pilot geëvalueerd, de uitkomst is positief. De beoogde verandering blijkt goed op gang te zijn gekomen. Er zijn verbindingen tot stand gekomen met de wijk wat resulteert in een toename van oplossingsmogelijkheden. Van de kwaliteiten van in de wijk wonende vrijwilligers wordt gebruik gemaakt. De maatschappelijk werkers ervaren de meerwaarde van verbinding vanuit verschillende achtergronden. Beperkingen worden bijvoorbeeld eerder erkend als oorzaak van problemen. In 2013 worden Sociaal Teams in heel Breda opgezet. In alle vier de CJG kwadranten gaat ook een Sociaal Team functioneren. Dit betekent in ieder geval een nauwe samenwerking tussen het betreffende CJG wijkteam en het Sociaal Team. Deze kwadranten lopen gelijk met de indeling van de Sociaal juridische
“Samenwerken levert energie op” Riek van Meijel (maatschappelijk werker)
gebiedsteams wat ook samenwerking rond sociaal juridische vragen ‘dicht bij huis’ mogelijk maakt. Daarnaast zal afhankelijk van het kwadrant, samengewerkt worden met andere in de wijken werkzame hulp- en dienstverleners. Binnen het project ‘Samen sterker’ werken BCG, Stib, WIJ, Kring KBO, Humanitas, Rode Kruis, Hoom, GGD, Ggz Breburg, IMW, Careyn Thuiszorg en WonenBreburg samen rond de activiteit ‘Informatief huisbezoek’. Een activiteit die is gericht op inwoners van Breda in de leeftijd boven de 75. Het doel van deze activiteit is ouderen te faciliteren hun zelfredzaamheid en de regie over hun eigen leven te behouden. Vrijwilligers van de samenwerkende organisaties bezoeken daartoe als pilot in eerste instantie ouderen uit Prinsenbeek.
13
Sociaal raadsliedenwerk Het sociaal raadsliedenwerk is in 2012 gedecentraliseerd. Werkten de sociaal raadslieden voorheen vanuit het centraal kantoor aan de Delpratsingel, nu gebeurt dit vanuit de vier Bredase districten in sociaal juridische gebiedsteams. Deze decentralisatie is succesvol verlopen. Op elk van de vier locaties is een team actief dat bestaat uit een beroepskracht en twee of drie vrijwilligers. Op deze manier is de sociaal raadsman beter op de hoogte van hetgeen in de diverse wijken speelt en is samenwerking met andere in de wijk werkzame hulp- en dienstverleners natuurlijker geworden. Met het Sociaal Team zuidwest wordt bijvoorbeeld nauw samengewerkt. Ook de sociaal raadslieden zijn gericht op, waar mogelijk, cliënten te helpen zelfredzamer te worden. Door de complexiteit van maatschappij en regelgeving is dat niet altijd te realiseren. Toch wordt steeds gekeken wat in de mogelijkheden van de cliënt en/of directe omgeving ligt.
Het aantal contacten is in vergelijking met 2011 afgenomen, het aantal besproken onderwerpen is gestegen van 8295 naar 8620.
14
Jaarverslag IMW 2012 - SamenWerken
Met medewerkers van de Inloop voor elkaar en Clément wordt nauw samengewerkt. Het IMW maakt in Breda noord deel uit van het ‘Doorbraak project depressie’. In dit project werken huisarts, praktijkondersteuner GGz, eerstelijns psycholoog en het maatschappelijk werk nauw samen om zowel onder- als overbehandeling te voorkomen. Dit door via een stepped care model een duidelijk onderscheid te maken tussen niet ernstige en ernstige depressies en het inzetten van een bijpassend niveau van behandeling. De samenwerking met huisartsen krijgt mede vorm in hometeams, maatschappelijk werkers van het IMW maken deel uit van vijf hometeams. In totaal wordt er met 14 huisartsenpraktijken structureel samengewerkt. In noordoost wordt actief samengewerkt met de woningcorporaties, Surplus, CJG en de wijkzusters van Thebe. Met de wijkzusters vanuit het project ‘Zichtbare schakel’, dat als doel heeft een betere coördinatie en continuïteit van zorg te realiseren. Eind november namen maatschappelijk werkers deel aan de ‘Haagse Beemden carrousel’ rond de gezondheid van jeugd in de Haagse Beemden. Het doel van deze, door Robuust en diverse andere organisaties georganiseerde, bijeenkomst was bevordering van de onderlinge samenwerking door persoonlijke kennismaking en uitwisseling van kennis en ervaringen. Alle binnen de Haagse Beemden werkzame professionals en vrijwilligers waren hiervoor uitgenodigd. Samenwerken rond financiële problemen Veel van de cliënten van het maatschappelijk werk kampen met financiële problemen. Al jaren werkt het IMW rond deze problematiek nauw samen met Kredietbank West-Brabant en Sociale Zaken. In 2012 is het IMW betrokken geweest bij het leantraject dat de Kredietbank West-Brabant heeft gevolgd op de dienst budgetbeheer. De aan het budgetbeheer gekoppelde budgetbegeleiding die door het IMW wordt geboden is hiermee ook kritisch bekeken. Het proces is anders ingericht waarbij er is ingezet op een efficiënter en meer doelgerichte manier van budgetbegeleiding. Maatschappelijk werker en cliënt worden gestimuleerd om gericht aan doelen te werken binnen een voorgenomen tijdpad. Herstel van financiële en algehele zelfredzaamheid is daarbij leidend. Het Meldpunt Schuldhulpverlening Breda (MSB), waar alle aanvragen voor schuldhulpverlening werden besproken, is gestopt en het ‘Kernpartneroverleg’ is hiervoor in de plaats gekomen. Kredietbank, Sociale Zaken en IMW zijn hierin de partners. Dit overleg heeft een meer beleidsmatig karakter. Nieuwe ontwikkelingen worden besproken, knelpunten opgespoord, en de geboden hulp- en dienstverlening wordt getoetst aan de uitgangspunten. Daarnaast is het ‘Ketenpartneroverleg’ gevormd. Het doel van dit overleg, dat vier maal per jaar bij elkaar komt, is dat hulpverleningsorganisaties die binnen Breda schuldhulpverlening bieden of budgetbegeleiding geven tot een efficiëntere en meer uniforme werkwijze komen. Het IMW maakt deel uit van de Raad voor de Schuldhulpverlening Breda. Deze raad houdt zich bezig met het opsporen van hiaten in de schuldhulpverlening en het oplossen daarvan. Hiertoe brengt zij gevraagd en ongevraagd advies uit aan de Gemeente Breda. Andere deelnemers aan dit overleg zijn: Novadic-Kentron, MEE West-Brabant, GGz Breburg, SMO Breda, Rosmalen Deurwaarders, WonenBreburg, Laurentius, Singelveste AlleeWonen, Marge in Beeld 2.0, Kredietbank West-Brabant, Belastingdienst Zuidwest, Enexis, Safegroup, Gemeente Breda.
15
Afgelopen jaar is binnen het team psychosociale hulp bij schulden (PHS) door de detachering van een schuldhulpverlener van Surplus specifiek aandacht geweest voor de Antilliaanse doelgroep. Van april tot eind van het jaar, het moment waarop de gemeentelijke financiering van het doelgroepenbeleid is gestopt, heeft deze hulpverlener zijn kennis over de doelgroep aan het team overgedragen. Door de bij het Steunpunt Huiselijk Geweld West-Brabant betrokken organisaties zijn voorbereidingen getroffen om begin 2013 te kunnen starten met een interventieteam. Dit team richt zich op het opstarten van hulpverlening aan zorgmijdende gezinnen waar sprake is van huiselijk geweld. Een maatschappelijk werker vanuit het IMW is verbonden aan dit team. Sinds 2012 heeft het IMW, evenals andere bij het steunpunt betrokken instellingen, een aandachtsfunctionaris ouderenmishandeling. Hiermee wordt de aandacht voor deze veelal nog verborgen problematiek gestimuleerd. Deze functionaris is getraind in de methodiek ‘signs of safety’ en gaat samen met aandachtsfunctionarissen van andere organisaties verder vorm geven aan deze functie.
“Samenwerken is gebruik maken van elkaars kwaliteiten” Floor Sprenger (sociaal raadsvrouw) Maatschappelijk werkers hanteren de ‘IMW Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld’ waarin wordt aangegeven hoe zij moeten handelen in situaties waarin zij kindermishandeling en/of huiselijk geweld signaleren. Deze meldcode is binnen het IMW opgesteld op basis van het door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangereikte model. Juli 2013 wordt iedere professionele hulpverleningsorganisatie door de overheid verplicht te beschikken over een dergelijke code. Samenwerken binnen ‘Stedelijk Kompas’ Namens de maatschappelijk werk instellingen in de regio participeert het IMW in het Stedelijk Kompas. Het Stedelijk Kompas houdt zich bezig met het tegengaan van dak- en thuisloosheid. Er is een ketensamenwerking tot stand gekomen waarbinnen het IMW een actieve rol heeft gespeeld in de totstandkoming van het loket Centraal Onthaal. Cliënten waarbij er zorgen zijn over mogelijk verlies van huisvesting of waarbij al sprake is van bestaande of acute dak- en thuisloosheid kunnen digitaal worden aangemeld bij dit loket. De binnen het loket werkzame gemeentelijke trajectregisseur wijst op basis van de problematiek van de cliënt een cliëntmanager aan vanuit een van de bij het Stedelijk Kompas betrokken organisaties. Deze cliëntmanager stelt samen met de cliënt binnen 6 weken een herstelplan op. Loopt dit om wat voor reden dan ook vertraging op dan zorgt de trajectregisseur er voor dat het proces weer op gang komt. In die gevallen waar schuldenproblematiek dominant is of waar er sprake is van psychosociale problemen wordt een maatschappelijk werker van het IMW cliëntmanager. Er zijn door het ‘Loket Centraal Onthaal’ 53 cliënten verwezen naar het IMW.
16
Jaarverslag IMW 2012 - SamenWerken
Samenwerken is gebruik maken van elkaars kwaliteiten Floor Sprenger werkt als sociaal raadsvrouw Wat betekent samenwerken voor jou? Samenwerking is mijns inziens nodig om tot optimale dienstverlening te komen. Het bespaart veel tijd als je gebruik kunt maken van elkaars kwaliteiten. De informatie en kennis die de ander heeft, geeft een meerwaarde. Met wie werk je vaak samen? Bij cliënten met ingewikkelde schuldproblemen werk ik regelmatig samen met maatschappelijk werkers van het team psychosociale hulp bij schulden (PHS). Bijvoorbeeld als blijkt dat belastingaangiftes verkeerd zijn ingevuld en er een definitieve aanslag is dan moet de cliënt een nieuwe aangifte doen of een herzieningsverzoek indienen. Met vrijwillig medewerkers vormen we als sociaal raadslieden vier sociaal juridische gebiedsteams. Samen met de vrijwillig medewerkers maken we, op basis van hun deskundigheid en kwaliteiten, een selectie van vragen die zij kunnen behandelen. Sommige vrijwillig medewerkers zijn bijvoorbeeld goed in verzekeringen anderen in vragen rond pensioenen. We werken over en weer veel samen met het Juridisch Loket en ook met de advocatuur hebben we korte lijnen, zeker rond vreemdelingenrecht. Met het Sociaal Team zuidwest heb ik regelmatig overleg. Er wordt dan gebruik gemaakt van elkaars specifieke deskundigheid. Dat kan leiden tot het maken van taakafspraken. Het is prettig dat we in hetzelfde gebouw zitten want je spreekt elkaar dan meer in de wandelgangen. En natuurlijk met mijn eigen collega’s van het sociaal raadsliedenwerk. Vanwege de decentralisatie communiceren we meer dan ooit via mail en telefoon. We blijven een team ook al zitten we niet meer op dezelfde locatie. We adviseren en consulteren elkaar waar nodig. Wat maakt samenwerking goed? Als het een meerwaarde heeft voor de cliënt. Als je op elkaar kunt bouwen en vertrouwen dat afspraken worden nagekomen. En vooral dat je elkaars deskundigheid erkent. Ik werk in een fijn team, we kunnen met elkaar lachen maar elkaar ook de maat nemen. We kunnen zaken met elkaar bespreken zodat we de werkdag op een goede manier kunnen afronden. Als het persoonlijk klikt, werkt dat positief.
17
Samenwerken met vrijwilligers Vrijwillig medewerkers vormen inmiddels een belangrijke groep binnen het IMW. Naast 44 budgetcoaches waren er eind 2012 7 vrijwillig medewerkers actief in de Sociaal Juridische Gebiedsteams en 3 bij de Voedselbank. Deze laatste verzorgen o.a., op basis van criteria, de toetsing op het al dan niet terecht ontvangen van een voedselpakket. Als blijkt dat er recht is op een voedselpakket volgt er een gesprek met een maatschappelijk werker. Deze bespreekt of de cliënt hulp wil van het maatschappelijk werk bij het oplossen van de schuldenproblematiek en eventueel achterliggende oorzaken. Er is een toename te zien van het aantal aanvragen voor een voedselpakket wat heeft geresulteerd in het verhogen van het aantal maximaal aan te vragen pakketten van 300 naar 400.
“Samenwerken samen sterker” Annemiek Suijker (budgetcoach)
18
Jaarverslag IMW 2012 - SamenWerken
Samenwerken - samen sterker Annemiek Suijker werkt als budgetcoach Wat betekent samenwerken voor jou? Leren van elkaar, elkaar’s expertise gebruiken en respecteren. Samen bereik je dan meer. Je zet je samen in om het beste voor de cliënt te bereiken. Het leuke van samenwerken is dat ik bij voortduring leer. Met wie werk je vaak samen? Als budgetcoach werk ik in een tandemconstructie nauw samen met maatschappelijk werkers van MEE, WIJ en IMW. Maar ook met medewerkers van GGz Breburg. Ieder heeft daarin zijn eigen expertise. Ik vind de start van de samenwerking heel belangrijk. Je moet duidelijk kunnen aangeven voor welk stuk je verantwoordelijk bent, ook naar de cliënt toe. Spelregels afspreken over de manier waarop je samenwerkt, hoe je bijvoorbeeld met elkaar communiceert. Als de afspraken goed zijn en er gebeurt iets tijdens de rit dan kun je hier op terugkomen. Als budgetcoach heb je ook een signaalfunctie naar de maatschappelijk werker, hiervan is de cliënt op de hoogte. De maatschappelijk werker blijft eindverantwoordelijk voor het hulpverleningsproces. Nieuwe budgetcoaches hebben een maatje waarmee ze kunnen meelopen en kunnen overleggen. Soms heb je ook behoefte om te spuien over wat je meemaakt. Je bent er overigens vrij in of je hier gebruik van maakt. Ook als vrijwilliger moet je je blijven ontwikkelen. Daarom nemen we wel allemaal deel aan supervisie/intervisie bijeenkomsten. Dit zijn de krenten in de pap voor mij als vrijwilliger. Je kunt alleen iets bereiken als de ander ook wil samenwerken. Wat maakt samenwerking goed? Als alle partijen zich er goed bij voelen. Ik vind het belangrijk als ik een vraag heb of iets signaleer dat er een reactie op komt. Maar ook als ik grenzen aangeef dat deze gerespecteerd worden. Ook als het niet goed loopt, moet je het er over kunnen hebben. Als samenwerking fout gaat, is mijn ervaring, dan zijn er in het begin geen goede afspraken gemaakt wat tot verkeerde verwachtingen over en weer kan leiden. Als samenwerking goed loopt geeft dat energie.
19
2. werksoorten in vogelvlucht.
20
Jaarverslag IMW 2012 - SamenWerken
Algemeen maatschappelijk werk en psychosociale hulp bij schulden Binnen het IMW werken maatschappelijk werkers van psychosociale hulp bij schulden (PHS) en algemeen maatschappelijk werk (AMW) nauw samen. Op basis van toetsingscriteria wordt bij de aanmelding bepaald of cliënten bij de aanvang van de hulpverlening de meer specialistische hulp van het team PHS nodig hebben. Dit team is er op gericht de cliënten zodanig te helpen dat de schulden niet verder oplopen, er overzicht is over de inkomsten en uitgaven en de hulp vanuit de Kredietbank is opgestart. Is dat het geval dan wordt de hulp voortgezet door het algemeen maatschappelijk werk. Uitgangspunt van de geboden hulp is steeds de cliënt helpen de algehele en daarmee ook de financiële zelfredzaamheid te herstellen. Dit gebeurt door de cliënt te begeleiden in het stellen van doelen en het zoeken naar mogelijkheden om deze te bereiken. Er lijkt een verschuiving op te treden in het type cliënt dat een beroep doet op budgetbegeleiding: meer ZZP’ers, mensen met modale inkomens en een eigen huis. Het aantal hulpverleningstrajecten in het AMW is in 2012 (totaal 2440) gedaald ten opzichte van 2011 (2742). Dit is onder meer te verklaren door de maatregelen die genomen zijn in het kader van bezuinigingen. Er is een forse toename (56%) van het aantal korte contacten, 889 in 2011 en 1387 in 2012.
Materieel-sociaal: problemen rond inkomen, besteding, huisvesting, vorming/opleiding, arbeid en maatschappelijke organisaties. Relationeel: problemen in de relatie met partner, ouder/kind, anderen, slachtoffer/geweld en cultuurverschil. Psychosociaal: problemen met gezondheid, scheiding, psychische problemen, verwerking, eenzaamheid, identiteit, verslaving en overig.
21
Samenwerken is samen betrokken zijn bij de cliënt en zijn omgeving Annelies van Mierlo werkt als maatschappelijk werker in district Noordoost vanuit Noorderlicht Wat betekent samenwerking voor jou? Dat je elkaar aanvult vind ik belangrijk. Met wie werk je vaak samen? Vanuit Noorderlicht heb ik mijn netwerk in de wijk opgebouwd. Bijvoorbeeld de contacten met de school CJG’ers, medewerkers van Careijn of Surplus. Ook met de ouderenadviseur(s) van WIJ en medewerkers van WIJ die activiteiten in de wijk organiseren, heb ik regelmatig te maken. Dit geldt ook voor een woonconsulent van een woningbouwcorporatie. In Noorderlicht zit ook het sociaal juridisch gebiedsteam van het IMW. We hebben regelmatig overleg en ik kan cliënten die vragen op sociaal juridisch vlak hebben snel met hen in contact brengen. Het is dan ook fijn dat we een keer per week op dezelfde tijd aanwezig zijn. Ik heb gemerkt dat ik het belangrijk vind dat ik weet wie er in de wijk werkzaam zijn. Ik werk ook samen met instellingen die op stedelijk niveau zijn georganiseerd. Onlangs heb ik bijvoorbeeld met een medewerker van de Safegroup samengewerkt. Vanuit mijn budgetbegeleiding signaleerde ik dat er sprake was van een dreigende huiselijk geweld situatie. Samen hebben we ter preventie een echtpaargesprek gehad. De medewerker van de Safegroup is vervolgens doorgegaan met deze gesprekken en ik heb me gericht op de budgetbegeleiding. Het is fijn om samen met een andere hulpverlener te kunnen bespreken op welke manier de cliënt het best geholpen kan worden. Wat maakt samenwerking goed? Als je met elkaar kunt afspreken wie welke taak op zich neemt. Goed kunt afstemmen, zodat de cliënt op de juiste plek geholpen wordt. Ik vind het belangrijk dat je elkaar op de hoogte houdt van het verloop van de begeleiding. Snel met elkaar in contact kunnen komen werkt erg prettig. Als je elkaar persoonlijk kent loopt de samenwerking meestal beter.
Annelies van Mierlo (maatschappelijk werker)
“Samenwerken is samen betrokken zijn bij de cliënt en zijn omgeving”
22
Jaarverslag IMW 2012 - SamenWerken
Crisisdienst maatschappelijk werk West-Brabant (CMW) Deze crisisdienst verzorgt sinds 1992 de psychosociale crisishulpverlening buiten kantooruren in WestBrabant. Vanwege de uitbreiding van het werkgebied van Traverse is Tholen er dit jaar bijgekomen. De aanmeldingen voor deze crisisdienst komen via Sensoor en in het kader van de Wet op het Tijdelijk Huisverbod van de Hulpofficier van Justitie (Politie). Bij huiselijk geweld buiten kantooruren neemt CMW waar voor de casemanagers van het Steunpunt Huiselijk Geweld (34 maal). Het Steunpunt Huiselijk Geweld in West Brabant en Tholen is op deze manier 7x7, 24 uur bemenst. De afstemming met het Steunpunt Huiselijk Geweld heeft er in geresulteerd dat zowel overdag als na kantooruren dezelfde aanpak wordt gehanteerd. De interventietijd per casus huiselijk geweld is met een uur gestegen naar ruim 6 uur. Dit heeft m.n. te maken met complexiteit van dergelijke situaties. Bij het opleggen van een huisverbod wordt aandacht besteed aan de achtergeblevenen en uit huis geplaatsten. Naast het opleggen van een huisverbod bij huiselijk geweld, zijn er nog steeds plaatselijke crisisplaatsen nodig. In een veilige omgeving kan gedurende korte tijd gebruik gemaakt worden van een crisisbed. Dit gaat vooraf aan een meer veilige en structurele oplossing voor slachtoffers van het huiselijk geweld. Nog steeds levert de doorplaatsing van cliënten naar een aangepaste en veilige landelijke opvang problemen op. Door een gebrek aan opvangplekken duurt het soms meerdere dagen tot enkele weken voor een plaatsing is gerealiseerd.
23
Bemoeizorg De samenwerking met GGz Breburg, Novadic-Kentron en GGD binnen het stedelijk team Bemoeizorg rond de groep zorgwekkende zorgmijders is gecontinueerd. Door dit team zijn 300 cliënten bereikt. De maatschappelijk werkers die vanuit het IMW deel uitmaken van dit team verzorgen ook het door de drie Woningbouwcorporaties ingekochte ‘Preventief huisbezoek’ waarmee aan huurders met schulden hulp wordt aangeboden (82 keer). In 2012 is dit een gezamenlijk product van de Stichting Maatschappelijke Opvang (SMO) en het IMW geworden. Aanmelding door de corporaties kan nu via hetzelfde adres gebeuren. Op deze manier worden zowel cliënten met langdurige schulden die dreigen hun huis kwijt te raken of al zijn kwijtgeraakt en cliënten met beginnende schulden geholpen. De voorwaardelijke ambulante woonbegeleiding van de SMO helpt de eerste groep, het IMW richt zich op de cliënten met beginnende schulden. Deze hulp is preventief van aard. De screening van alle aanmeldingen gebeurt door maatschappelijk werkers van het team Bemoeizorg van het IMW. Dagelijks casusoverleg Veiligheidshuis Het dagelijks casusoverleg waar situaties van huiselijk geweld worden besproken is gehandhaafd. Aan dit overleg nemen vele organisaties deel. Drie maal per week is een maatschappelijk werker van het IMW hierbij aanwezig, de andere twee dagen Surplus Welzijn. Beide organisaties nemen in dit overleg voor elkaar waar. Als uit dit overleg blijkt dat er rond een Bredase situatie casuscoördinatie nodig is dan wordt dit door het IMW gedaan. Maatschappelijk werkers van het crisisteam overdag (CTO) voeren in die gevallen altijd het 1e gesprek. De maatschappelijk werkers zijn allen geschoold in geweldshulpverlening wat inhoudt dat zij goed bekend zijn met de werkwijze van het Veiligheidshuis, de veiligheidscode kennen en de methodiek ‘signs of safety’ kunnen toepassen. Doel van deze hulpverlening is het blijvend stoppen van geweld en mishandeling. Door het Veiligheidshuis is 165 keer verwezen naar het IMW. Ouderschap na scheiding Gescheiden ouders worden, door middel van mediation, na een scheiding geholpen hun gezamenlijke rol als ouders vorm te geven. Het belang van het kind staat hierbij altijd voorop. De maatschappelijk werkers geven nu nog duidelijker dan voorheen aan wat er van ouders wordt verwacht rond de invulling van hun ouderschap. In 2012 is er voor gekozen, als dat in het belang van het kind is, ook gesprekken met kinderen aan te gaan. Hiervoor is wel toestemming van de ouders nodig. In 2013 worden voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd voor ouders die al gescheiden zijn of overwegen te gaan scheiden. Thema’s die aan de orde komen zijn: hoe vertel ik het de kinderen?, ouderschap na scheiding en het ouderschapsplan, opvoeden na een scheiding, hoe doe je dat? hoe steun je je kind na scheiding? wat zijn de financiële gevolgen van een scheiding?
24
Jaarverslag IMW 2012 - SamenWerken
“Samenwerken is iets van jezelf geven en iets van anderen krijgen” Arjan van Alphen (school CJG’er) Samenwerken is iets van jezelf geven en iets van anderen krijgen Arjan van Alphen werkt bij het CJG als school CJG’er Wat betekent samenwerken voor jou? Zonder samen te werken zou ik mijn werk niet kunnen doen. Voor een groot deel is ons vak immers communicatie, daar heb je anderen bij nodig. Als ik bijvoorbeeld niet samenwerk met de cliënt krijg ik de vraag die de cliënt heeft niet helder. Overal werk ik samen, dat maakt het werk ook zo leuk. Zeker omdat iedereen anders is. Met wie werk je vaak samen? Als school CJG’er werk ik dagelijks samen met anderen. Natuurlijk met de jongeren en hun ouders, daarnaast onder andere met de zorgcoördinator van een school waar ik als school CJG’er aan verbonden ben of met andere medewerkers van een school en met hulpverleners die betrokken zijn bij de jongeren en de gezinnen. Vanuit het CJG werk ik op elke school samen met een CJG-coach. De CJG-coach kan ik inschakelen om leerlingen kortdurend te begeleiden. Als school CJG’er fungeer je als smeerolie. Ik ben op school te vinden maar ben niet van de school. School, thuis en de hulpverlening zijn verschillende werelden waartussen ik verbindingen leg. Ik ben me er van bewust dat er verschillen zijn. Hier sta ik voor open, ik voeg in en pas me aan de situatie aan. Als generalist moet je ook meer samenwerken met anderen. Wat maakt samenwerking goed? Het is belangrijk dat ieders taken duidelijk zijn en dat je weet hoe je elkaar het best en snelst kunt bereiken. Als je weet wat je aan elkaar hebt, gaat samenwerken gemakkelijker. In een team is het belangrijk dat je op elkaar kunt vertrouwen, het gevoel hebben dat je dingen met elkaar kunt delen. Maar ook dat je weet dat anderen zaken van je overnemen als je ziek bent. Elkaar beter kennen als persoon helpt daarbij. Je hoeft het echt niet altijd helemaal met elkaar eens te zijn, maar een bepaalde consensus over de invulling van je functie is wel belangrijk. Samenwerken ontstaat niet vanzelf, je moet er in investeren.
25
3. kwaliteitszorg. Sinds 2005 is het IMW in het bezit van het HKZ-ISOkwaliteitscertificaat. In 2012 is, door middel van een externe audit, opnieuw vastgesteld dat het IMW voldoet aan objectieve externe criteria op het gebied van kwaliteit. De organisatie werkt voortdurend en systematisch aan verbetering van de hulp- en dienstverlening. Eenduidige bedrijfsprocessen binnen de dienstverlening zorgen ervoor dat niet alleen de cliënten, maar ook samenwerkingspartners weten waar ze aan toe zijn.
26
Jaarverslag IMW 2012 - SamenWerken
Kwaliteitsbeleid ten aanzien van cliënten Specifieke input voor de kwaliteitsverbetering van de dienstverlening aan cliënten wordt o.a. geleverd door de meting van de (mate van) tevredenheid onder de cliënten. In 2012 heeft deze meting onder cliënten van het algemeen maatschappelijk werk een rapportcijfer van 8 opgeleverd. Bij het sociaal raadsliedenwerk is in 2012 voor het eerst een dergelijk onderzoek gehouden. Cliënten geven hier een 9 als rapportcijfer. Onder 100 leerlingen in het voortgezet onderwijs is net als in het voorgaande jaar digitaal een tevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek laat een rapportcijfer van 8,3 zien. In 2013 zal er ook een Klanttevredenheidsonderzoek worden uitgevoerd onder de leerlingen van het SMW mbo. In 2009 is het IMW gestart met een cliëntenraad. Deze raad bestaat uit vier (ex-) cliënten. Met de raad worden thema’s als bereikbaarheid, cliënttevredenheid, cliëntencommunicatie en algemeen instellingsbeleid besproken. De cliëntenraad vergadert een aantal maal per jaar met de bestuurder. In overleg met de bestuurder is afgesproken dat de cliëntenraad haar functie op een praktische manier vorm geeft. Net als in de twee voorgaande jaren heeft de onafhankelijke Klachtencommissie geen klachten behandeld. De drie klachten die bij het IMW zijn binnengekomen zijn via bemiddeling door een lid van het managementteam opgelost. Kwaliteitsbeleid ten aanzien van medewerkers en ketenpartners Alle maatschappelijk werkers zijn geregistreerd in het Beroepsregister voor maatschappelijk werkers BAMw. Om ingeschreven te kunnen worden moeten de maatschappelijk werkers aan, door het register gestelde, voorwaarden voldoen als het volgen scholing en deelname aan intervisie. Onderzoek is verricht naar de tevredenheid van de ketenpartners. In plaats van een uitgebreide vragenlijst te versturen hebben de ketenpartners het verzoek ontvangen aan het IMW ‘een kaart’ uit te delen, dit mocht anoniem. Een rode kaart voor zaken die beter moeten, een gele voor zaken die verder kunnen worden verbeterd en een groene waarmee kan worden aangegeven dat men tevreden is over de samenwerking. In totaal zijn er 39 organisaties benaderd waarvan 44 medewerkers hebben gereageerd met 53 kaarten. Hiervan was 64% groen, 23% geel en 13% rood. Daar waar een naam bekend is en er aanleiding was voor een nader gesprek is dit ook gebeurd. Het gemiddelde rapportcijfer van de 53 kaarten is 7,25.
27
4. organisatie en medewerkers.
28
Jaarverslag IMW 2012 - SamenWerken
Raad van Toezicht (RvT) De RvT van het IMW bestaat uit vijf leden. De raad laat zich leiden door de governance code Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening die o.a. de wijze beschrijft waarop toezicht wordt gehouden en hoe de raad wordt samengesteld. Er is een profiel opgesteld voor de Raad als geheel en vastgesteld welke competenties aanwezig moeten zijn binnen de RvT. Bij het vertrek van een van de leden is op basis van het vastgestelde profiel en de ontbrekende competenties via een open procedure een nieuw lid aangesteld. Meerjarenvisie Het eind 2012 ingezette traject zal in 2013 worden afgerond. Samen met in- en externe stakeholders wordt de meerjarenvisie op basis van de ontwikkelingen in de maatschappij herijkt. Management Door de meer en intensievere samenwerking met andere organisaties is de functie van leidinggevende aan verandering onderhevig. De leidinggevende krijgt een steeds meer faciliterende en ondersteunende rol. In 2013 volgt het mangementteam een serie masterclasses die wordt georganiseerd vanuit M&S. Onderwerpen als kanteling en netwerksamenwerking komen hierin aan de orde. Personeelsopbouw Het IMW had aan het eind van het verslagjaar 75 personeelsleden in dienst (voltijd en deeltijd). 81% vrouwen en 19% mannen. In de loop van het jaar werden 3 medewerkers aangenomen, 5 verlieten de instelling. Eind 2012 waren er 2 stagiaires en 56 vrijwilligers waaronder 44 Budgetcoaches, 7 vrijwilligers t.b.v. de Sociaal Juridische gebiedsteams en 3 vrijwilligers t.b.v. de Voedselbank; ook werd er gebruikgemaakt van de diensten van 1 vanuit de gemeente Breda gedetacheerde medewerker, 1 vanuit Surplus gedetacheerde medewerker en 2 medewerkers via uitzendbureau 65+. De gemiddelde leeftijd van het personeel was in 2012 47 jaar (leeftijdsopbouw: jonger dan 30 jaar: 10%, tussen de 30 en de 40 jaar: 19%; 19% veertigers; 50 jaar of ouder: 52%).
29
5. financiële verantwoording.
30
Jaarverslag IMW 2012 - SamenWerken
Resultaat
Begroting
2012
2012
Verschil
Resultaat 2011
Baten Subsidies Overige opbrengsten
3.591.207
3.429.010
162.197
4.907.688
136.698
129.440
7.258
147.298
Bijzondere lasten Vrijval frictiekosten
89.945
89.945
3.817.850
3.558.450
259.400
5.054.986
2.812.555
2.917.533
-104.978
3.918.162
Huisvestingskosten
393.885
416.154
-22.269
486.900
Afschrijvingskosten
70.404
75.000
-4.596
70.581
351.102
305.965
45.137
501.313
69.764
--
69.764
382.837
3.697.710
3.714.652
-16.942
4.785.994
Financiële lasten
-639
-400
-239
-708
Financiële baten
65.015
40.000
25.015
43.207
64.376
39.600
24.776
42.499
184.516
-116.602
301.118
-262.308
Lasten Personeelskosten
Overige bedrijfskosten Bijzondere lasten Frictiekosten
Financiële baten en lasten
Resultaat boekjaar
31
6. deelrapportages en verantwoordingen.
32
Jaarverslag IMW 2012 - SamenWerken
Naast het jaarverslag levert het IMW over 2012 ook nog de volgende deelrapportages en verantwoordingen: • Toelichting bij de verantwoording “Totaal subsidie activiteiten Breda” in de jaarrekening 2012 • Verslag maatschappelijk werk dorpen (gemeenten Alphen-Chaam en Baarle Nassau) • Verslag schoolmaatschappelijk werk PO in Alphen-Chaam en Baarle Nassau • Verslag schoolmaatschappelijk werk VO (scholen en gemeenten Breda en Alphen/Chaam
en Baarle Nassau)
• Verslag schoolmaatschappelijk werk MBO (ROC colleges) • Verslag VVE (gemeente Breda) • Verslag inzet huiselijk geweld (huisverbod) + Huiselijk geweld Overleggen (HGO) in de
Veiligheidshuizen (gemeente Breda)
• Verslag preventieve huisbezoeken (woningcorporaties) • Verslag Budgetcoaches (gemeente Breda)
33
34
Jaarverslag IMW 2012 - SamenWerken
colofon. Redactie: Marijke den Hollander Cijfers: Jan-Fedde Bakker Lay-out: Sanne Scheve
35