Is samenwerken met je concurrent de oplossing?
Jack Martens Studentnummer: 21617892 PCN: 238266 SLB: Jutta Chorus
1
Op 17 september jongstleden werd het glas geheven op de lancering van de nieuwswebsite 1limburg.nl. Een website van de Limburgse kranten: Dagblad de Limburger en Limburgs Dagblad, en grote concurrent: de regionale omroep L1. Een unieke samenwerking die tot dan toe nog nooit eerder voorkwam in Nederland. Een samenwerking ook die voor veel mediabedrijven onmogelijk werd geacht. In zee gaan met je grootste concurrent roept veel vragen op. Is dit de oplossing om fatsoenlijke journalistiek te blijven bedrijven waar de financiële middelen jaarlijks reduceren? Hoe zit het met primeurs en scoops? Worden misstanden nog wel snel genoeg aan de kaak gesteld doordat de concurrent, die ook vol op het nieuws zit, nu min of meer wegvalt? Hoe gaan journalisten van beide bedrijven met de samenwerking om? Dit is slecht een greep van de vele vraagtekens die Limburgse burgers, maar ook journalisten van beide partijen en van bedrijven elders in het land hebben. In deze reflectie komen beide partijen aan het woord, deskundigen geven hun visie over deze unieke samenwerking en ik laat mijn licht schijnen over de huidige ontwikkelingen in het Limburgse medialandschap. Waar het Limburgse landschap enorm varieert in diversiteit, wordt het medialandschap in de zuidelijkste provincie steeds autonomer. Hoe ziet het er over tien jaar uit in Limburg? Is 1Limburg het begin van misschien wel een groot gezamenlijk mediabedrijf? Jacky Martens 5 februari, 2015
2
Inhoudsopgave
Wat is 1limburg?
Blz. 4
Waarom stapte MGL in?
Blz. 5
Waarom stapte L1 in?
Blz. 7
Hoe werkt 1Limburg?
Blz. 11
Wat vindt ‘Den Haag’ ervan?
Blz. 13
Wat zijn de ontwikkelingen in de rest van het land?
Blz. 15
Is samenwerken met je grootste concurrent de oplossing?
Blz. 17
Bronnenlijst
Blz. 19
3
Wat is 1Limburg? 1Limburg.nl is dé nieuwe nieuwswebsite van Limburg. Waar je voorheen naar l1.nl of limburger.nl surfde voor het laatste nieuws ga je nu dus naar 1limburg. Op de oude sites staat geen nieuws meer. Limburger.nl wordt straks een platform waar je interessante stukken tegen betaling kunt lezen en L1.nl biedt alleen nog programma informatie. De website is een kindje van de Limburgse kranten en de regionale omroep L1. Een samenwerking tussen een publieke omroep(L1) en een commerciële instelling (DDL). Een tijdje terug was dit wettelijk nog helemaal niet mogelijk, maar het Commissariaat van de Media is vóór verandering en uitproberen. 1limburg wordt dan ook gezien als een test. Initiatiefnemers zijn de hoofdredacteuren van beide instanties. Leo Hauben van L1 en Huub Paulissen van de Limburgse kranten. De twee waren op een blauwe maandag collega’s bij de krant. Waar Paulissen loyaal bleef aan de krant, hield Hauben het al snel weer voor gezien. Ze verloren elkaar echter nooit uit het oog. Later werden Hauben en Paulissen hoofdredacteuren van hun medium. Ze zochten elkaar een paar jaar geleden op. Ieder uit eigen beweegredenen. Die komen later in deze reflectie aan bod. In vier jaar tijd werd met een werkgroep 1limburg, gestationeerd in het L1-gebouw in Maastricht, uit de grond gestampt. Acht hagelnieuwe redacteuren werden aangenomen. Jonge honden die net klaar waren met de studie, of nog bezig waren met afstuderen. Bij die acht werden twee internetredacteuren van L1 toegevoegd om het zaakje te leiden. De internetredactie van L1 hield er tenslotte mee op. De internetredacteuren van de krant hadden aangetoond dat ze, door allerlei redenen, niet in staat waren een website fatsoenlijke draaiende te houden. “Dus de keuze was zo gemaakt”, begint Paulissen. “Bovendien hangt er op een krantenredactie een traditionele sfeer. Voorbeeld: als hier een jonge journalist die net klaar is met de opleiding binnenkomt, zit ‘ie binnen de kortste keren in het traditionele werkritme. De sfeer die hier hangt neemt je over. Zo komt er nooit verandering.” Hauben en Paulissen kozen dus voor nieuwe mensen omdat ze niet wilden dat op de redactie van 1limburg dezelfde werkcultuur zou komen te hangen als op de moederredacties. Daarnaast wilden beide partijen geen eigen verslaggevers inleveren om de kwaliteit op de moederredacties te behouden. Sterker nog, met deze nieuwe mensen willen de redacties ruimte maken voor eigen verslaggevers. Die kunnen zich meer richten op onderzoeksjournalistiek en diepgang. Het nieuws komt op de site, diepgang en debat vind je in de krant en op L1.
4
Waarom stapte MGL in? Dagblad de Limburg/ Limburgs Dagblad is de regionale krant van Limburg. Met een oplage van 135.6851 is het nog steeds de grootste regionale krant van Nederland. Iedereen die de oude site kent van Dagblad de Limburger kan niets anders dan concluderen dat deze site een lachertje was. Het deed afbreuk aan het imago van een serieuze kwaliteitskrant. De website werd altijd automatisch gevuld met ANP-nieuws. Af en toe werden wat eigen artikelen van verslaggevers geplaatst. De opbouw was daarbij een rommeltje. Op de Fontys Hogeschool voor Journalistiek kwam de website ook eens in een college van Roy Mevissen voorbij. Mevissen noemde dit de slechtste regionale internetwebsite van Nederland. Tijdens de eerste stage in het tweede leerjaar viel het op hoe verslaggevers van de Limburgse kranten omgingen met de website. Ze waren het er allemaal unaniem over eens dat dit zo niet verder kon, maar maakten zich tegelijkertijd meer zorgen over het dalend aantal abonnees. Ook de aangekondigde reorganisaties zaaiden eerder angst dan het besef om iets met die website te doen. Hoofdredacteur Huub Paulissen twittert niet, heeft geen Facebook. Is zelfs een beetje allergisch voor alles wat met internet te maken heeft. Als een van de weinigen bij Dagblad de Limburger had hij wel het besef dat er iets moest gebeuren met de website. Op onlinegebied werd de krant aan alle kanten voorbij gestreefd door L1. Daar wisten ze dondersgoed hoe het op het wereldwijde web werkte. L1 was extreem snel met 112-nieuws. De site trok enorm veel bezoekers en dat zorgde voor jaloerse blikken vanuit de Limburgse kranten. Paulissen: “Er heerste altijd al een gezonde concurrentiestrijd tussen ons en L1. Wij beschuldigden L1 er van dat ze onze berichten zonder bronvermelding plaatsten. L1 zal op hun beurt ook het nodige over ons te mekkeren hebben gehad. L1 was extreem snel met het brengen van nieuws. Zo snel dat een traditionele krantenjournalist denkt: dit kan toch helemaal niet zijn gecheckt?” Paulissen is naar eigen zeggen altijd al op zoek geweest naar manieren om beter samen te werken met L1. “Het gaat er ten slotte om dat de lezer, de kijker of luisteraar zo goed mogelijk wordt gediend in de provincie. Elkaar bevechten heeft volgens mij geen enkele zin. Je kan beter kijken naar manieren waarmee we elkaar sterker kunnen maken. Beide bedrijven hebben de laatste jaren te maken met teruglopende abonnees en dalende kijkcijfers. Waarom dan niet elkaar helpen?” In 2009 vonden de eerste gesprekken plaats tussen Paulissen en Leo Hauben, hoofdredacteur van L1. De krantenoplages liepen terug2en de kijkcijfers daalden. De twee
2
Bron: HOI-instituut. Oplagecijfers van dagbladen en vaktijdschriften. Bezocht op 16-01-2015
5
raakten met elkaar aan de praat over van alles en nog wat. Paulissen viel al snel iets op in dit ‘vruchtbare gesprek’. “Leo dacht er precies hetzelfde over als ik. Elkaar helpen waar dat kan. Als de blinde en de manke elkaar moeten helpen, is het te laat.” Aan de hand van dat gesprek zijn Paulissen en Hauben de eerste contouren uit gaan tekenen. De naam van de werkgroep kreeg 1Limburg. Een naam die door Paulissen werd bedacht. “De naam is alles omvattend. Een Limburg. Een provincie. Een naam van eenheid en verbroedering. Eenheid in de provincie Limburg dat op zichzelf al een gesloten gemeenschap is.” Na een aantal vruchtbare sessies bleef het stil rondom de werkgroep 1Limburg. Dat was in 2010. De toenmalige directeur van MGL zag totaal geen heil in een samenwerking met L1. Tegelijkertijd liep het project digital first van Wegener Media. Alle regionale kranten kregen een app. Die overigens faliekant mislukte. In 2013 kwam er een nieuwe kapitein aan boord bij MGL. Loek Radix is de naam. Leo Hauben: “Die zag het wel zitten om samen te gaan.” Radix vond dat er volop moest worden ingezet op 1Limburg en zag de site liever gister dan vandaag online komen. Toch moest MGL uitkijken met de stappen die het zette. De Limburgse kranten zaten in 2014 midden in een verkoopproces. Mecom wilde zo snel mogelijk af van de Limburgse kranten. Concentra, een van de belangstellende was wel geïnteresseerd maar beet niet. Radix: “Totdat ze hoorden over 1Limburg. In de onderhandelingen met Concentra hebben we op een gegeven moment verteld over het project waar we mee bezig waren. We waren op dat moment qua ontwikkeling van de site al zover dat we niet meer terug konden. Concentra zag het helemaal zitten. Ik durf zelfs te zeggen dat we dankzij 1Limburg Concentra hebben binnengehaald. Of eigenlijk hebben zij ons binnen gehaald”, sluit Radix af met een knipoog. Een woordvoerder van Concentra liet weten dat 1Limburg van essentieel belang was in het verkoopproces om uiteindelijk de koop af te ronden. Tegelijkertijd is de krant achter de schermen ook bezig om een verdienmodel op te zetten voor de huidige website limburger.nl. Denk daarbij niet aan iets vergelijksbaars als Blendle. Daar heeft Radix namelijk niets mee. Dit zei hij erover tijdens het NVJ-debat in Weert van april 2014: “Blendle. Iedereen is enthousiast. Maar ik zie het eerder als een bedreiging dan een kans. Stel dat MGL per dag 10.000 artikelen van 30 cent verkoopt via Blendle, waarvan we dan 20 cent krijgen van Blendle. Dat is 6 ton op jaarbasis. Als 1 procent van mijn abonnees dan voor Blendle kiest en zijn abonnement opzegt, ben ik het geld al kwijt. Ik denk dat we minder artikelen via Blendle verkopen en meer abonnees aan hen kwijtraken. Op dat soort innovatie zit ik dus niet te wachten.”
6
Waarom stapte L1 in? De beweegredenen van de Limburgse kranten om de samenwerking op digitaal gebied aan te gaan met L1 zijn logisch. De website was dramatisch. Brandhout. L1 daarentegen had een prima lopende website. L1 had 30 miljoen bezoeken per jaar3. Dagblad de Limburger nog geen 10 miljoen. Je zou de vraag kunnen stellen: Waarom dan de concurrent helpen? Leo Hauben heeft een duidelijke visie daarover. “We moeten niet wachten totdat de Limburgse kranten eindelijk wakker worden. Er zit nog steeds enorm veel geld bij MGL. Als ze daar de juiste mensen zouden inhuren die iets moesten gaan maken van de website, waren we weg. Wij kunnen niet investeren. Dat kan bij MGL wel.” Hauben erkent dat ze er anno 2014 beter voor stonden dan de krant op digitaal gebied, maar voegt daar aan toe dat we moeten kijken naar hoe we er over vijf jaar voor staan. “L1 krijgt, net als de andere regionale omroepen, te maken met een bezuiniging van 1,5 miljoen euro4. Om toch de kijker en de lezer te blijven voorzien van kwaliteitsproducten is de samenwerking met Dagblad de Limburger een logische stap. We betalen aan dit project ieder de helft. Er wordt nu voor tien man geproduceerd terwijl L1 er maar vijf betaalt. Winwin situatie noem ik dat. Zo komt eer meer ruimte vrij voor onze eigen verslaggevers om vaker op pad te gaan.” De l1home pagina5, het intranet van het bedrijf waar ook medewerkers van 1limburg in kunnen, laat iets anders zien dan de ‘win-winsituatie’ waar Hauben het over heeft. Het laatste nieuws, daterend van 4 februari, is dat L1 afscheid moet nemen van drie freelancers vanwege bezuinigingen. Dus het probleem waar L1 tegenaan liep dat ze met weinig mensen veel werk moesten verzetten, blijft nu aanwezig. ‘Meer ruimte om eigen verslaggevers op pad te sturen’, klopt dus niet helemaal. De toekomst zal uitwijzen of L1 door alle bezuinigingsmaatregelen van Den Haag nog wel de waakhond kan zijn die het ooit was. Commissariaat van de Media In een zeer vroeg stadium werd het Commissariaat van de Media ingelicht over de Limburgse plannen. Een samenwerking tussen privaat en publiek was wettelijk nog helemaal niet mogelijk. Omdat het Commissariaat ook voor vooruitgang en ontwikkeling is, kreeg men in Limburg alle ruimte om te experimenteren. Paulisssen: “Dit was in 2010 meen ik. Het was frappant om te zien hoe gebroederlijk L1 en wij te werk gingen met betrekking tot het Commissariaat van de Media. Samen gingen we kijken wat nodig was om groen licht te krijgen in plaats van: jij ruimt jouw problemen op en ik zorg voor de mijne. In principe had de krant eigenlijk geen problemen. L1 wel. Zij krijgen subsidie. Wij niet.”
3
Bron: Jaarverslag L1 2013. Bron: Brief Sander Dekker aan tweede kamer 13 oktober 2014 5 Bron: l1homepagina.nl Bezocht op 5 februari 2015 4
7
Hoe zit het met primeurs? Verslaggevers van L1 en Dagblad de Limburger zijn nooit echt vriendjes geweest. Er was concurrentie. Beide bedrijven wilden scoren. Primeurs. Scoops. Als L1 er een had, baalden de krantenjournalisten. Kwam de krant met een primeur, dan moesten de verslaggevers van L1 door het stof. Eventjes dan. Vervolgens namen ze het bericht gewoon over op de website. Wel of niet met bronvermelding, maar de scoop van Dagblad de Limburger, de krant die om 6 uur in de bus valt, stond vijf minuten later ook op L1. Een telefoontje om het bericht te checken en klaar. De bezoekersaantallen van de website schieten omhoog. In tegenstelling tot de krant, die door z’n ‘primeur’ niet vaker wordt verkocht. Als redacteur van 1Limburg hebben we in de eerste weken een rondje gemaakt langs alle redacties van de krant en van L1. Verreweg de meest voorkomende vraag van de krantenjournalist was: wat doen we met primeurs? Die geven we toch niet zomaar weg? Met deze vragen gaf men direct aan hoe ouderwets er nog wordt gedacht bij een krant. Anno 2015 wordt een krant niet meer aangeschaft omdat daar hét nieuws in staat. Dat staat ook te lezen op internet. Het idee van ‘nieuws weggeven’ verdeelde Dagblad de Limburger in twee kampen. Aan de ene kant de journalisten met het besef: het snelle nieuws moet op de site, de verdieping en de achtergrond een dag later in de krant. Dit waren vaak de wat jongere journalisten. Aan de andere kant de traditionele ‘ouderwetse’ verslaggevers. Geen haar op hun hoofd dat er ook maar aan moest denken om nieuws weg te geven aan de concurrent L1. Branko Eijssen is themachef bij Dagblad de Limburger en zit in de hoofdredactie. Hij is altijd al bezig met innovatie binnen het bedrijf, hoe moeilijk dat volgens hemzelf ook is. In 1limburg ziet hij dé mogelijkheid om iets te veranderen aan de traditionele werkwijze om zijn redactie. Over primeurs en scoops weggeven is hij heel duidelijk. “We moeten juist kijken naar de punten waar we elkaar kunnen versterken.” Aan de hand van het artikel: De slaven van de A26, geeft hij aan hoe het ideaalbeeld er volgens hem uitziet.
Slaven VAN DE A2 door Rob Cox De toegangsweg van Maastricht ligt op de schop. De A2 wordt ter hoogte van Maastricht ondertunneld. Een prestigeproject. Maar achter de schermen worden werknemers uitgebuit. Het staat duidelijk op de loonstrook: Logistieke kosten, 968,75 euro. Meer dan de helft van Ronaldo’s basissalaris wordt door zijn baas ingehouden onder de noemer onkosten. „We betalen dat geld alleen voor de huur van ons huis”, zegt hij. Ze wonen met drie man in een sloopwoning. „En we betalen alle drie dat bedrag, dus samen 2900 euro per maand.” Ronaldo is de verzamelnaam voor alle Portugese en Poolse mannen die werken aan de A2tunnel in Maastricht. Hun echte naam en gezicht willen ze niet in de krant want dan volgt 6
Bron: Dagblad de Limburg 5 oktober 2013
8
onmiddellijk ontslag. Deze mannen zijn de slaven van de A2. Volgens hun werkgever worden ze betaald volgens de CAO, maar hun werkgever, het Ierse Atlanco Rimec, roomt dat salaris af door middel van extreme kosten in rekening te brengen. (Zie deze en volgende pagina’s). Elke dag tegen zes uur staat Ronaldo op. Gewerkt wordt vanaf zeven uur in de tunnel die in de achtertuin van zijn sloopwoning ligt. Met een kleine pauze ’s ochtends en een grotere lunchpauze ’s middags wordt door gewerkt tot zes uur. Als ze achterliggen op schema wordt ook wel door gewerkt tot zeven of acht uur. Lange dagen dus. Ook op zaterdagochtend gaat Ronaldo weer aan de slag bij de A2. „’s Middags en zondag zijn we dan vrij. Wie aan de beurt is, gaat dan op zaterdagmiddag het huis poetsen.“ Het leven van Ronaldo in Maastricht bestaat uit werken, eten en slapen. „Ik heb geen probleem met hard werken. Ik ben blij dat ik hier werk heb, want in Portugal is er geen job voor me. Daarom wil ik ook hier blijven werken. Alleen klopt niets van het salaris dat we krijgen. We weten niet precies waarvoor we de 968,75 euro betalen. We krijgen twee loonstroken van Atlanco. Volgens de ene loonstrook wordt belasting betaald in Nederland en als we in het jaarlijkse belastingformulier krijgen, wordt over ons geld nog eens belasting geheven in Portugal. Dat kan toch helemaal niet? Als we er iets van zeggen, doet Atlanco niets.” Ronaldo is het zat en heeft de vakbond en de pers ingeschakeld. Inmiddels is duidelijk dat de Maastrichtse woningcooperatie Woonpunt eigenaar is van de sloophuizen. Navraag leert dat Woonpunt 350 euro kale huur vraagt per woning. Even rekenen: 2900 350 = 2550. Waar betalen de drie inwoners per huis die andere 2550 euro per maand dan voor? Gas, water en licht zegt werkgever Atlanco. Bovendien zijn de huizen gemeubileerd. Ronaldo kijkt verbaasd als hij dat hoort. „Deze meubels heeft de vorige bewoner laten staan.” In alle huizen staan banken en kasten die rechtstreeks uit de kringloopwinkel komen. Niets is nieuw. Volgens Atlanco worden van de logistieke kosten ook vliegtuigtickets naar Portugal en Polen betaald. Ronaldo: „Twee keer per jaar krijgen we een ticket van Atlanco Rimec. Maar zo’n retourvlucht kost hoogstens 300 euro. Dat is vijftig euro per maand. Waar betalen we de rest van het geld dan voor?” Als Ronaldo de vijfde reden ‘kostenpost’ van Atlanco hoort, zet hij grote ogen op: „Vervoer van en naar de werkplek?” Hij wijst door het raam naar de bouwplaats. „Daar is ons werk. We lopen er elke dag heen of we gaan met de fiets. Dat kost helemaal niets! Die fiets heb ik zelf moeten kopen.” Nu het ‘s avonds vroeg donker wordt, hangen Ronaldo en zijn 39 collega’s wat bij elkaar in de huizen. Een Portugese tv-zender op een klein tv’tje zendt een quiz uit waar niemand naar kijkt. Een enkeling heeft een blikje bier van de Aldi in zijn hand. Iedereen wil zijn verhaal doen. De een na de andere loonstrook belandt op de tafel, kwitanties en belastingformulieren. Deze mannen weten alles van ijzervlechten, maar ze snappen niets van papieren. Ze weten alleen dat ze vaak meer dan 60 uur per week werken en netto iets meer dan duizend euro overhouden. Ze zijn boos. Iedereen praat op een bepaald moment door elkaar. Het wordt een chaos. „Als je ziek bent, krijg je geen loon”, „Als je ziek bent, krijg je geen loon”, zegt Ronaldo, wanneer hij een paar dagen later in de keuken zijn potje kookt. „Ik heb een tijd geleden een ontsteking gehad. De eerste tijd ben ik gaan werken, ondanks de pijn. Op een bepaald moment ging het niet meer en ben ik een paar dagen thuis gebleven. Mijn baas belde me op waar ik bleef. Hij zei dat ik
9
niet betaald zou krijgen voor de dagen dat ik ziek was. En als ik langer dan een week ziek was, zouden ze me terugsturen naar Portugal. Toen ben ik snel weer gaan werken. Ze hebben de ziekdagen inderdaad niet uitbetaald, maar de logistieke kosten moest ik wel helemaal betalen.” Ronaldo ziet het niet meer zitten. „Niemand wil hier meer blijven. Als het contract afloopt in december, komt niemand terug. Atlanco is een slecht bedrijf. Het is niet te vertrouwen. Ze zeggen wel dat we de logistieke kosten kunnen weigeren maar dat klopt niet. Toen een van de bazen uit Portugal hierheen kwam, hebben we gezegd dat we niet meer wilden betalen. We mochten van hem kiezen: de logistieke kosten betalen of teruggestuurd worden naar Portugal. Dat is vrijwillig betalen volgens Atlanco Rimec.” Ronaldo weet dat hij een risico loopt ontslagen te worden door zijn verhaal openbaar te maken. „We weten dat we opgelicht worden. Wij weten niet meer waar we naar toe kunnen. Wie helpt ons om dit ongedaan te maken. Dat is alles wat we vragen.” Eijssen: “Dit was zo’n beetje dé primeur van het jaar voor ons in 2013. Om dit nieuws zomaar gratis weg te geven, is niet de juiste manier. Stel: we zouden deze primeur nu hebben in de tijd van 1Limburg. Je gaat dan niet dit hele verhaal op de site zetten. In plaats daarvan tease je het bijvoorbeeld in de nieuwsuitzending van half acht op L1. Het nieuwsbericht zet je op 1limburg. De achtergrond en de diepgang lees je een dag later in de krant. Zo kunnen we elkaar op een perfecte manier aanvullen door ieder gebruik te maken van onze eigen kanalen.”
10
Hoe werkt 1Limburg? De tien redacteuren van 1Limburg zijn dus gehuisvest in het gebouw van L1. Een bewuste keuze. Daar was ruimte vrij en Paulissen wilde niet dat de jonge verslaggevers in het werkklimaat van de krantenjournalisten terecht kwamen. De redacteuren draaien diensten die om zes uur ’s ochtends beginnen en tot twaalf uur ’s avonds duren. Tussen deze tijden wordt gebruik gemaakt van een piketdienst. De redacteur van dienst wordt ingeschakeld bij een calamiteit. De verslaggevers van 1Limburg zitten één etage boven de nieuwsredactie van L1. De redacteuren van 1Limburg maken zelf nieuwe content. Daarnaast krijgen zij berichten aangeleverd van beide moederbedrijven. Daar worden vervolgens internetberichten van gemaakt. Denk aan linkjes, een kaartje toevoegen, een filmpje erbij. Artikelen verrijken. Daar waar internet goed voor is. Boven de artikelen staat de naam van de verslaggever die het bericht geschreven heeft. Rob van Well, manager van 1Limburg legt uit dat dat een bewuste keuze is. “We proberen op die manier de verslaggevers van de moederredacties te triggeren om artikelen aan te leveren voor de website. Dan is het toch een soort van hun verhaal. Hun primeur.” Het heeft even geduurd, maar nu we enkele maanden verder zijn, is al goed zichtbaar hoe beide bedrijven gebruik maken van elkaars berichten. Zo kan L1 al in de avond aan de slag met het nieuws van de kranten van morgen. Op die manier loopt L1 niet achter feiten aan, maar zitten ze bovenop het nieuws. De Limburgse kranten plaatsen op hun beurt berichten van 1Limburg in hun krant. Ook daar zetten gewoon de naam van de schrijver boven het artikel. Limburgse nieuwsconsumenten weten de site inmiddels aardig te vinden. Toch is het opvallend om te zien dat bij een grote calamiteit, zoals de asbestramp in Roermond, nog steeds enorm veel mensen de website van l1 bezoeken. Terwijl daar geen nieuws meer te vinden. Van Well: “Dat heeft tijd nodig. Al had ik niet gedacht dat het zo lang zou duren. Ik denk dat je daaruit ook wel kunt concluderen dat l1 een ouder lezerspubliek had. Die zijn niet opgegroeid met internet.” Social media De verslaggevers van 1Limburg kregen twee opdrachten mee vanuit hogere hand toen ze in september los werden gelaten. Bereik, bereik, bereik was opdracht een. Nummertje twee was om een zo jong mogelijk publiek te bereiken. Door inzet van social media als Twitter en Facebook probeert de redactie die binnen te halen. “En dat lukt aardig blijkt ook uit de cijfers”, begint Hauben. “De grootste groep bezoekers heeft een leeftijd van 25 tot 44. Bij L1 was dat 35 tot 65. Er zit dus vooruitgang in, maar we willen ook die van 17 tot 25 bereiken.” De redactie bereikt die groep vooral door het gebruik van Facebook. Maximaal zeven keer
per dag, post een redacteur een interessant bericht via Facebook. De bezoeken schieten dan omhoog op de website. Voor heel even dan. Uit de cijfers in de bijlage blijkt nog dat het jonge publiek het bericht leest en vervolgens de site weer verlaat. “Doel is om die groep langer op de site vast te houden. Van die gasten moeten we het in de toekomst toch hebben.” Niet alleen via Facebook en Twitter, maar ook via een ‘whatsappservice’ creëert 1limburg een groter bereik. Sandra van de Wiel is redacteur bij 1limburg. Ze legt hoe het werkt. “Bij
11
een interessant bericht sturen we een whatsappje uit naar consumenten die zich hebben aangemeld voor deze service. Inmiddels hebben zich bijna 2000 mensen aangemeld. Na het versturen van een appje met link van het nieuwsbericht schiet het bezoekersaantal omhoog. We proberen op zoveel mogelijk manieren bezoekers naar de site te trekken. 1Limburg bekend maken onder het publiek. Het jongere publiek. Dat is voor nu belangrijk.” Als de vraag wordt gesteld aan beide redacteuren waarom het zo belangrijk is om de naam 1Limburg te promoten kijken ze elkaar even aan en knipogen. Paulissen: “wie weet. Ooit zijn we misschien wel een gezamenlijk mediabedrijf onder de naam 1Limburg. Dan is het wel zo handig als iedereen alvast weet wat 1limburg doet.” Hauben vult aan: “dat is toekomstmuziek. Zo ver is het nog niet. Maar we staan er wel voor open.”
12
Wat vindt ‘Den Haag’ er van? Staatssecretaris Sander Dekker (onderwijs, cultuur, wetenschap) heeft het al vaker aangegeven. Regionale omroepen zouden meer samen moeten werken met kranten. Om tot dat standpunt te komen heeft hij zich mede ook laten adviseren door de Raad Van Cultuur onder leiding van Inge Brakman7. Tijdens het NVJ-debat over regiojournalistiek in weert op 10 april herhaalde ze nog maar eens het advies dat ze een maand eerder had gegeven aan Dekker. “Doe het samen in plaats van alleen. Waarom alleen innoveren als je allebei de vernieuwing zoekt op internet? Dan kun je beter de krachten bundelen. Ik zie dit al jaren als een oplossing voor de problemen van de regionale journalistiek. Alles gaat naar internet en dan is het niet verstandig elkaar daar te beconcurreren. Dan kun je dus beter samenwerken. Over de exacte vorm waarin je dat kunt gieten, valt van alles te zeggen. Wij adviseren om de wet daarvoor aan de passen zodat er meer mogelijk wordt. Maar begin vast. Wacht niet. Ook binnen de huidige wet is van alles mogelijk.” Dekker gaf in zijn kamerbrief van 13 oktober8 aan dat er meer ruimte moet komen voor samenwerkingen als 1Limburg. Ook moet volgens hem de Publieke Omroep flink op de schop. de zenders moeten zich meer onderscheiden van de commerciële zenders. Meer informatie, educatie en cultuur in plaats van entertainment. In zijn brief kwamen ook de regionale omroepen aan bod. Hij vindt dat de regionale omroepen meer zendtijd moeten krijgen op de landelijke zenders. Leo Hauben reageert via zijn weblog op l1.nl:
Weblog: nog te vroeg om te juichen over Dekker9 “Het regionale aanbod gaat over de directe leefwereld van de kijker en luisteraar, gemaakt in de eigen ‘couleur locale’. Regionale media hebben een verbindende, cultuurdragende rol. Ze dragen bij aan controle van de macht op lokaal en regionaal niveau en leveren daarmee een bijdrage aan de democratie.” Was getekend: Sander Dekker, VVD-staatssecretaris. Mij hoor je niet klagen over deze wijze woorden van de staatssecretaris in de omroepbrief aan de Tweede Kamer. Hij heeft het bestaansrecht van de regionale omroep prima verwoord. Tegelijkertijd pleit hij voor meer samenwerking tussen regionale omroepen onderling en tussen regionale en landelijke publieke omroepen. Dat laatste spreekt mij zeker aan, vooral als de samenwerking met nieuwszender NOS verder wordt uitgebreid. L1 werkt trouwens al prima samen met NOS, zowel op het gebied van nieuws als evenementen. Nog een goed idee: het kabinet vindt dat er ‘regionale vensters’ moeten komen op landelijke zenders. Zo kunnen regionale omroepen een groter publiek bereiken. Hoe moet dat allemaal worden georganiseerd? Niet meer door 13 volledig zelfstandige 7
Bron: https://www.villamedia.nl/nieuws/bericht/doe-het-samen-in-plaats-van-alleen/106696 Bron: Brief Sander Dekker aan tweede kamer 13 oktober 2014 9 Bron: http://www.l1.nl/nieuws/269752-weblog-nog-te-vroeg-om-te-juichen-over-dekker 8
13
regionale omroepen, vindt de staatssecretaris. “Een te groot deel van het publieke budget wordt nu gebruikt voor de bedrijfsvoering,” beweert Dekker. Hij wil dat er een groter deel van het geld naar programma’s gaat. Natuurlijk ben ik daar als hoofdredacteur niet tegen, maar ik vraag me wel af of Dekker gelijk heeft. Stoppen de regionale omroepen zoveel geld in hun bedrijfsvoering? Waaruit blijkt dat dan? “De organisatie is nu versnipperd en leidt af van waar men zich in de regio echt op moet richten: het verzorgen van regionaal publiek media aanbod.” Ik vind dat nogal grote woorden. Wat betreft de L1-redactie herken ik me daar niet in. Met de bestaansrecht-argumentatie van Dekker ben ik het volledig eens, bij zijn analyse plaats ik grote vraagtekens. Dekker wil, zo staat tussen de regels door te lezen, een centrale bedrijfsvoering voor alle 13 regionale omroepen. Want “de slagkracht is nu te beperkt, zowel bestuurlijk als organisatorisch”. In ‘Hilversum’ heeft hij hetzelfde kunstje al gedaan: veel meer macht toekennen aan het overkoepelende NPO-bestuur om de individuele omroepen in het gareel te krijgen. In de regio staat hetzelfde te gebeuren. Is dat erg? Niet als centralisme daadwerkelijk zou leiden tot verbetering van de programma’s. Maar dat zal nog moeten blijken bij verdere uitwerking van de plannen. Anders gezegd: het is cruciaal voor de regionale omroep hoe in de praktijk wordt ingevuld dat “de regionale identiteit en inhoudelijke autonomie verzekerd moeten zijn”. Het is nog te vroeg om te juichen. Er wordt al jaren geroepen dat er intensiever samengewerkt moet worden. L1 doet dat nu dus met de Limburgse kranten in de vorm van 1limburg. Op een ander gebied gaat de omroep ook de samenwerking aan. Vanwege de bezuinigingen kijken de regionale omroepen momenteel naar opties om voorta an techniek, ICT-systemen en ondersteunende diensten te delen.
Regioredacties elders in het land geven aan de ontwikkelingen van 1limburg op de voet te volgen. Toch worden er nog geen concrete plannen gesmeed om in navolging van 1Limburg een samenwerking op digitaal gebied aan te gaan.
14
Wat zijn de ontwikkelingen in de rest van het land? De samenwerking tussen de Limburgse kranten en L1 is uniek. Nog niet eerder werd er zo nauw samengewerkt als in Limburg. Er lopen echter wel een aantal andere samenwerkingen in Nederland. Een daarvan is die tussen BN De Stem en Omroep Brabant10. De krant en de omroep werken samen op het gebied van het zogenoemde ‘eerste-lijns nieuws’. Denk dan aan het verwerken van persberichten en 112-nieuws. De proef wordt betaald door het Stimuleringsfonds voor de Pers en loopt tot het einde van 2014. Alex Beishuizen heeft geassisteerd in de totstandkoming van het gezamenlijk nieuwscentrum in Brabant. Daarna werd hij betrokken bij het 1limburg-project. “Brabant kun je niet vergelijken met 1limburg.” Tijdens een 1limburg-vergadering, nog voordat de site in de lucht was, vertelde hij hoe het er in Brabant aan toe ging. “De wc van het gebouw, waarin het centrum huisveste was vaak bezet. Dat kwam doordat redacteuren van de krant zich met hun telefoon opsloten op het toilet om met hun eindredactie verhalen te bespreken. Ook medewerkers van Omroep Brabant schermden op termijn in de systemen hun echte reportages af van hun collega’s.” In 2013 gingen RTV-Noord en Dagblad van het Noorden ook de samenwerking. In dit geval op het gebied van onderzoeksjournalistiek. Die bleek succesvol. In 2013 ontvingen ze de journalistieke jaarprijs De Tegel voor het uitgebreide verslag van de Facebookrellen in Haren eerder dat jaar. 1Limburg is dus niet de eerste. Maar wel de eerste samenwerking die zo ver gaat. “Iedereen is lovend over de samenwerking tussen MGL en L1. Samen één website maken voor het snelle nieuws maakt handen vrij voor diepgang en duiding. Prima gedachte, prima initiatief. Maar er schuilt ook een gevaar in. Namelijk dat het werkelijke probleem van de regionale journalistiek in alle euforie uit het oog wordt verloren.” Bart Ebisch is een Limburgse freelancer uit het dorpje Panningen. Hij heeft een duidelijke mening over het unieke project in Limburg. “Het probleem is dat de regionale krant allang niet meer doordringt tot in de haarvaten van de samenleving. De afgelopen tien, vijftien jaar is er alleen maar gesnoeid op personeel. Een vicieuze cirkel van abonnee- en advertentieverliezen, prijsverhogingen, bezuinigingen, abonnee- en advertentieverliezen etc. Waarom de cirkel niet een keer doorbreken? Een voorbeeld. Meer journalisten in de regio die samen een dikkere krant maken. En bedenk tevens nieuwe digitale verdienmodellen voor de toekomst. Met een rendement van 25 procent moet dat kunnen. Geld zat.”
10
Bron:http://www.omroepbrabant.nl/?news/1994621043/Mediacentrum+Brabant+officieel+geope nd+in+aanwezigheid+commissaris+van+de+Koning+Wim+van+de+Donk.aspx
15
Paulissen vindt de stelling van Ebisch onzin. “Waarom een dikkere krant maken als steeds minder mensen de krant lezen, we minder personeel ter beschikking hebben door bezuinigingen en minder advertentie-inkomsten genereren? Ik heb momenteel nog niet dé oplossing. Maar dit voorstel is het in ieder geval ook zeker niet.”
16
Is samenwerken met je grootste concurrent de oplossing? 1limburg. De samenwerking tussen publiek en privaat. Een verbroedering van l1 met de Limburgse kranten. Vergelijk het met Ajax en Feyenoord die een gezamenlijke jeugdopleiding opzetten. Dit wordt nu nog onmogelijk geacht. En misschien over tien jaar ook nog wel. Maar dat werd lange tijd ook gedacht van een samenwerkingsverband tussen l1 en de Limburgse kranten. Jaren geleden kwam een samenwerking tussen de bedrijven al eens door ter sprake. Het kwam er toen niet van. Het ging nog te goed. Bij MGL ging het financieel voor de wind en bij de omroepen werd gestrooid met subsidies. Als er druk staat blijkt dus dat het wel degelijk mogelijk is om op bepaalde gebieden samen te werken. Dalende abonnees en minder reclame-inkomsten bij de krant en minder kijkcijfers en een reductie in de subsidies bij de omroep zorgen ervoor dat de twee
elkaar wel op moeten zoeken. In dit geval dus op internet. Vooraf dacht ik dat het helemaal niet goed is als de concurrent aan de andere kant wegvalt. Als de concurrent er wel is, loop je het risico dat de ander met een primeur aan de haal gaat. Dan voorkom je dat iets op de plank blijft liggen. Met een concurrent die vol op het nieuws zit, publiceer je zo snel mogelijk. Als de concurrent wegvalt kun je er voor kiezen even te wachten met een artikel plaatsen. Nu denk ik dat dat niet per definitie slecht hoeft te zijn. Na interviews met Hauben en Paulissen ben ik er redelijk van overtuigd dat de nieuwsconsument in Limburg er niet veel van gaat merken. Omdat de concurrent nu min of meer wegvalt, hebben journalisten juist meer tijd om misstanden uit te zoeken voordat de redacteur overgaat tot publicatie. Hauben en Paulissen delen het standpunt dat de nieuwsconsument zo goed mogelijk moet worden voorzien van het Limburgse nieuws. Vanuit dat standpunt is 1limburg dus een vooruitgang. Is de regiojournalistiek in Limburg dan gered met 1limburg? Die vraag kun je nu eigenlijk nog niet beantwoorden. Daarvoor gaat het nog te goed met beide bedrijven. Het lijkt er wel op. De site draait maandelijks een omzet van net geen 50.000 euro. Dat zijn alleen de advertentie-inkomsten. De site heeft geen betaalmuur. Het snelle nieuws wordt gratis weggegeven. De diepgang vindt je in de krant. Daar moet je voor betalen. Ik denk wel eens: iedereen is zo hard op zoek naar een manier om geld te verdienen met nieuws. Nog niemand heeft het gouden ei ontdekt. Ik twijfel of dat er in de journalistiek is. Laten we het nu eens bij de basis houden. Advertentie-inkomsten lopen bij de krant misschien terug, op internet helemaal niet. Zorg nou eens eerst dat de website als een tierelier begint te draaien. Dat de nieuwsconsument alles kan vinden op een platform. Veel bezoekers betekent automatisch veel gegadigden die willen adverteren op de site. Als je niet
17
genoeg bezoekers binnenhaalt met alleen nieuws, moet je er misschien wel iets bij verzinnen. 1limburg probeert dat op dit moment. In aanloop naar het nieuwe Formule 1seizoen is de pr-afdeling bezig om een Formule 1-competitie op te zetten. Max Verstappen is een Limburger vandaar deze keuze. Tegen een kleine betaling kun je dan een eigen team samenstellen waarmee je tijdens races punten verzameld. Uiteraard hangen er leuke prijzen aan de competitie. Ik denk dat dit soort initiatieven goed zijn om zoveel mogelijk bezoekers te trekken. Nieuws op zichzelf is niet sexy genoeg. Je moet daarom op zoek gaan naar manieren die iets toe kunnen voegen. We moeten echter nooit de basis uit het oog verliezen en dat is Limburgs nieuws brengen. De waakhond van de provincie blijven en overal zo goed en zo kort mogelijk op zitten. Waar er nu nog frictie is tussen beide redacties, ben ik ervan overtuigd dat die er over tien jaar niet meer is. Dan lachen we hier om. Wie weet waar we over tien jaar zijn. Ik denk dat 1Limburg.nl in ieder geval nog lang niet het eindstation is van de samenwerking. Dit is pas het begin. De eerste stappen tot een gezamenlijk mediabedrijf. Die geluiden zijn al hoorbaar in de wandelgangen. Ze moeten alleen nog worden uitgesproken door de juiste mensen op de juiste posities. Ik ben er in ieder geval vanaf het begin bij betrokken geweest. Het zou mooi zijn als ik ook bij dat eindstation aanwezig ben.
18
Bronnenlijst Interviews: Leo Hauben: Hoofdredacteur L1 Loek Radix: Directeur MGL Huub Paulissen: Hoofdredacteur Dagblad de Limburger Alex Beishuizen: Bemiddelaar 1Limburg-project Branko Eijssen: Themachef Dagblad de Limburger
Rapporten en websites (Allen voor het laatst gecheckt op 5 februari) “Mediacentrum Brabant officieel geopend” http://www.omroepbrabant.nl/?news/1994621043/Mediacentrum+Brabant+officieel+geopend+in+ aanwezigheid+commissaris+van+de+Koning+Wim+van+de+Donk.aspx ‘Doe het samen in plaats van alleen’https://www.villamedia.nl/nieuws/bericht/doe-het-samen-inplaats-van-alleen/106696 ‘Weblog: nog te vroeg om te juichen’http://www.l1.nl/nieuws/269752-weblog-nog-te-vroeg-om-tejuichen-over-dekker Jaarverslag 2013 L1: http://www.l1.nl/sites/default/files/contenttypefiles/ jaarverslag_l1_van_2013.pdf Brief van Sander Dekker aan Tweede Kamer http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/kamerstukken/2014/10/13/kamerbrief-over-toekomst-van-het-publiekemediabestel.html
19