j i r e v e o r p s i Kenn
26
november 2015
Samenvatting van de
Kennisproeverij Mediaplaza | Jaarbeurs Utrecht
Inspiratie innovatie co-creatie
er ij Kennisproev
Inleiding
Als waterbeheerder staat u voor een grote uitdaging: om de veiligheid, waterschikbaarheid en waterkwaliteit binnen uw regio te waarborgen zijn investeringen nodig. Maar hoe kunt u uw geld zo efficiënt en effectief mogelijk besteden en welke innovaties maken het verschil? Dit werd besproken op de Kennisproeverij die plaats vond in het innovatieve MediaPlaza. Samen met waterschappen en andere kennisinstellingen ontwikkelt Deltares innovatieve concepten met als doel meer efficiëntie, kwaliteit en kostenbesparingen. We gingen met u in gesprek tijdens de diverse workshops en u kon aanhaken bij lopende projecten of belangstellenden scouten voor uw eigen ideeën.
Workshopronde 1
Workshopronde 2
Slimmer omgaan met ondiep grondwater
Sturen aan rioolwater
Esther van Baaren (Deltares) en Joachim Rozemeijer (Deltares)
Klaas-Jan van Heeringen (Deltares) en Kees Kooij (Deltares)
Klimaatbestendige stad: maak gebruik van het waterschap!
High Tech beslissingsondersteuning met een lage drempel
Hans Gehrels (Deltares), Frans van de Ven (Deltares) en Cees van
Elgard van Leeuwen (Deltares), Esther Kleinveld (Hoogheemraad
Bladeren (Unie van Waterschappen), Inge van de Klundert
schap Stichtse Rijnlanden) en Marcel Boomgaard (Hoogheem
(Gemeente Utrecht) en Constantijn Jansen op de Haar
raadschap Hollands Noorderkwartier)
(Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden)
Een veilige dijk ingepast in de ruimte
Real-time dijksterkte analyses geeft handelingsperspectief tijdens calamiteiten
Gerard van Meurs (Deltares) en Ilse Dingerdis (PWN)
Kin Sun Lam (Deltares) en Michel Ponziani (Deltares)
Waterkwaliteit in control
Trends in watertechnologie
Sibren Loos (Deltares)
Joost Buntsma (STOWA) en Leon Korving (Wetsus)
Sociale innovatie: verbinden leidt tot meer innovatie!
Bodemdaling aanpakken doe je zo
Sonja Karstens (Deltares) en Bram Rosenbrand (Unie van Water-
Chris Seijger (Deltares)
schappen)
Slim waterbeheer; van data naar maatregelen
Effectief assetmanagement voor waterbeheer en ondergrond
Rutger van der Brugge (Deltares), Bonne van der Veen (Deltares)
Frank den Heijer (Deltares), Maaike Blauw (Deltares) en
en Hilga Sikma (Waternet)
Jos Wessels (TNO)
De kennis die tijdens de Kennisproeverij in deze workshops tot stand kwam, delen wij graag met u in dit verslag. In het verslag staan de contactpersonen van de workshops vermeld. Voel u vrij om met hen contact op te nemen wanneer u nog eens van gedachten wilt wisselen.
@
Mocht u een andere vraag hebben dan kunt u een mail sturen naar
[email protected]
Overzicht Kennisproeverij 2015
3
er ij Kennisproev
PLENAIR
Welkom door dagvoorzitter Paul Pardon Een kleurrijk gezelschap in een kleurrijke omgeving, noemt dagvoorzitter Paul Pardon de aanwezigen bij de kennisproeverij 2015 van Deltares in Mediaplaza. Hij belooft een innovatieve netwerkdag, netwerk met een rijk menu van kennisproeverij en cocreatie. Naast de kennismarkt kan een keuze worden gemaakt uit een groot aantal workshops. Deelnemers die hun ervaringen willen delen, kunnen gebruikmaken van #kennisproeverij. Waarom kom je proeven, waar kom je voor? Paul Pardon vraagt alle aanwezigen om een onbekende mededeelnemer deze vraag te stellen. Met dezelfde persoon – de buddy van de dag – kan aan het einde van de proeverij het antwoord worden gedeeld.
Samenwerken leidt tot kansen voor optimalisatie Toon Segeren en Jaap Kwadijk
Toon Segeren heet de aanwezigen welkom en licht het doel van de bijeenkomst toe. Deltares is een toegepaste kennisinstelling en wil in toenemende mate de verbinding leggen met de praktijk. Deltares wil de kennis die er is, delen en wil weten welke behoeften er liggen bij de waterbeheerders. Wat speelt er in de wereld van het water? De zaal krijgt gelegenheid om mee te denken over de toepassing van nieuwe kennis. Ook ligt er het vraagstuk hoe innovatie vorm gegeven kan worden en gefinancierd kan worden in een veranderende wereld.
Jaap Kwadijk legt uit waarom Deltares ervoor kiest om 1% van de omzet te willen besteden aan adaptieve planning en big data. Dit plan wordt uitgewerkt tot een adaptief deltamanagement. Adaptieve planning houdt in: anticiperen op data die niet voorhanden zijn. Juist naar de adaptieve vervangingsopgave wordt gevraagd. Beschikbaarheid van big data leidt Wij weten het ertoe dat over tien jaar de gemiddelde Chinese consultant en boer Jansen niet meer. weten hoe het Nederlands waterbeheer ervoor staat. Dat is boer Samen met Wageningen UR en de waterschappen werkt Deltares aan Jansen. het op een slimme manier verwerken van informatie die beschikbaar komt uit gegevens van bijvoorbeeld mobiele telefoons en twitterberichten. Dit kan belangrijk zijn voor het voorpellen van hoogwater, of wanneer er risico is op blauwalg in zwemwater. Over vijf jaar moeten grote stappen zijn gezet, want ‘Wij weten het niet meer. Dat is boer Jansen.’ Hij is daar blij mee en beschouwt dit als een verrijking.
De deelnemers maken na een pitch van de workshopleiders hun keuze voor de eerste ronde workshops.
Overzicht Kennisproeverij 2015
5
Ronde
1
WORKSHOP
er ij Kennisproev
Slimmer omgaan met ondiep grondwater
i
Een tekort aan schoon zoetwater, droogte in hogere delen van
Esther van Baaren
Nederland en verzilting van laaggelegen delen van het land zijn de
Deltares
onderwerpen van gesprek in de workshop Slimmer omgaan met
[email protected]
ondiep grondwater.
1
Probleem: eutrofiëring
Joachim Rozemeijer (Deltares
[email protected]
i
In Nederland wordt in verhouding relatief veel stikstof op het land gebracht. In de bodem vindt interactie plaats tussen grondwater en oppervlaktewater, vooral onder natte omstandigheden. Dit zorgt voor hogere concentraties van waardevolle grondstoffen in het oppervlaktewater, die bij de waterzuivering verloren gaan. Voorgestelde maatregel 1 Infiltratie en bergingscapaciteit bodem optimaliseren Door een set van maatregelen kan de bodemstructuur verbeteren. Dat zorgt ervoor dat bodemfuncties kunnen herstellen en water beter kan infiltreren. Reacties Voor waterschappen is het van belang dat verharding van de bodem wordt tegengegaan. In Amsterdam wordt gewerkt aan ontharding en vergroening van de stad. Dat voorkomt verslemping van de bodem. Zuid-Limburg controleert in de agrarische sector op niet-kerende grondbewerking. Een van de deelnemers voegde 3 kg regenwormen toe aan zijn verdichte grond en daarmee waren zijn problemen opgelost. Voorgestelde maatregel 2 Regelbare drainage Regelbare drainage is een werkwijze die al vijftig jaar wordt toegepast in Overzicht Kennisproeverij 2015
Flevoland. Als het niet nodig is om water af te voeren, kan het water infiltreren. Dit voorkomt verdroging. Maatregel 3 Puridrain Puridrain is een vorm van drainage, waarbij water door een reactieve barrière gaat waarin fosfaat wordt afgevangen. Het water wordt gezui-
verd door ijzerzand. Deze oplossing haalt 40% van de nutriënten uit de waterinvoer. IJzerzand kan vijftien jaar lang fosfaat binden. Hier is nog veel te winnen in Nederland. In landen waar water schaarser is, wordt vaak gebruikgemaakt van druppelirrigatie, zodat efficiënter wordt omgegaan met grondstoffen. Oplossingen beïnvloeden de bedrijfsvoering. De aanleg van het systeem kost geld en het levert voor de boer niet zoveel op. Er is behoefte aan duurzamere landbouwsystemen met een cyclische manier van werken. Alle sectoren zijn nodig om tot een goede oplossing te komen.
2
Bij kwelgebieden waar het zoute water ondiep zit, bestaat het risico op verdwijnen van de zoetwaterlens.
Een oplossing kan zijn: het dieper leggen van de drainage. Daardoor wordt bij drainage niet het zoete, maar het zoute water afgevoerd. Door peilgestuurde drainage vergroot de zoetwaterlaag in de bodem. De deelnemers kennen de techniek. Deze blijkt in de praktijk te werken en de grondwaterstand blijft gelijk. Men is positief, maar waarschuwt voor contra productief gebruik van de techniek. Doordat boeren zo graag de eerste snede gras willen oogsten, wordt zoet water versneld afgevoerd en dat kan in bepaalde gebieden leiden tot bodemdaling. Het bedrijfsbelang op de korte termijn is soms tegengesteld aan het duurzame bodemgebruik op de lange termijn. Peilgestuurde drainage is een mooie denkrichting. De investering voor drainage is voor de boer. Maar als de bodem daalt en daardoor dijkversterking nodig is, betaalt iedereen. De kosten liggen op een andere plek dan de baten. Daar moet aandacht voor komen en hierin moeten keuzes worden gemaakt. Een mogelijke oplossing is om in veenweidegebieden met bodemdaling te kiezen voor een drieslagstelsel, waarbij een derde van het land enkele decennia gelegenheid krijgt om het veen opnieuw te laten aangroeien. Aandacht wordt gevraagd voor meervoudigheid en andere waarden als recreatie en andere verdienmodellen dan alleen het belang van waterbeheer en landbouw. Deltares werkt in Singapore aan operationele aquifer storage and recovery. Hierbij wordt zoet water opgevangen tijdens neerslagoverschot. Dit neerslagoverschot wordt geïnfiltreerd in de bodem, door de grondwaterstand kunstmatig iets te verhogen. Uit dit zoetwatergebied kan, wanneer dat nodig is, water onttrokken worden, waarbij de grondwaterstand weer iets verlaagt. Dit lijkt een mogelijke oplossingsrichting te zijn. In Nederland is het wellicht mogelijk om bij piekbuien op daken van gebouwen water te bufferen, om dit op een later moment te kunnen benutten.
7
Ronde
1
WORKSHOP
er ij Kennisproev
Klimaatbestendige stad; alleen met steun van het waterschap! Introductie
Frans van de Ven Deltares
[email protected]
Hans Gehrels Deltares
[email protected]
Inge van der Klundert (Gemeente Utrecht
[email protected]
Cees van Bladeren (Unie van Waterschappen) praat over wat de stad en het waterschap voor elkaar kunnen betekenen. Dan gaat het niet over een klimaatbestendige stad, maar over de klimaatactieve stad (KAS), want het verhaal betreft niet alleen de verdediging tegen water, maar ook het gebruikmaken van allerlei kansen die het water biedt in een tijd van klimaatverandering. Aanleiding was het OESO-rapport dat de Nederlandse waterschappen een goed cijfer gaf, maar ook wees op hun onbekendheid bij de burgers. De waterschappen moeten de steden in en samenwerken met burgers en overheden op het gebied van klimaatverandering, water en groen, hittestress, duurzame energie, waterzuivering en waterveilig-
i
i i
i
Constantijn Jansen op de Haar HHS de Stichtse Rijnlanden
[email protected]
Cees van Bladeren Unie van Waterschappen
[email protected]
i
i
heid. De waterschappen zijn nog aan het ontdekken wat ze zouden kunnen doen en hoe hun expertise de leefbaarheid in de stad zou kunnen vergroten. Er zijn in verschillende Nederlandse steden KAS-samenwerkingsprojecten. De samenwerking in het stationsgebied van Utrecht is een van de voorbeelden daarvan.
‘Healthy urban boost’ Inge van de Klundert (gemeente Utrecht) stelt dat klimaat geen issue is voor de stad Utrecht. Daar gaat het meer om het aantrekkelijk maken van de stad, het verwerken van de groei via inbreiding en het gezond houden van de bewoners. Utrecht ziet dan ook vooral problemen bij het transportsysteem (geluid en uitstoot van stikstof) en het weinige groen (hittestress). In het stationsgebied werkt Utrecht aan het project ‘Healthy urban boost’. De ambitie is een duurzame gebiedstransformatie, energieneutraal, klimaatrobuust en aantrekkelijk. Er Overzicht Kennisproeverij 2015
worden meer ideeën uitgeprobeerd. Zo is op het voormalige Veemarktterrein gekeken wat voor invloed brede of smalle wegen en verplaatsing van huizenblokken hebben op hittestress. Constantijn Jansen op de Haar (Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden) beaamt dat er in Utrecht niet veel aandacht is voor klimaatadaptatie. Het waterschap weet wel dat water een rol moet spelen in de stad en zal die wetenschap dus aan de stad moeten zien te verkopen. Dat kan alleen in samenwerkingsverband. De klimaatverandering brengt hevige stortbuien mee, of droogte. Soms gaat het echt mis, zoals in 2014 in Kockengen, waar het lang duurde voordat alle water was weggepompt. Daar heeft HDSR samen met gemeente en kennisinstellingen gezocht naar oplossingen. Monitoring, ervaringen en onderzoeken moeten een kennisagenda opleveren en een toolkit met oplossingen, die beschikbaar is voor iedereen. Bij de bouw van Leidsche Rijn stond de waterschapskeet naast die van de bouwers. Het resultaat: al het water dat in de wijk valt, blijft in de wijk. Bewoners zien ook dat het water in wadi’s wordt vastgehouden en de auto op straat wassen is verboden. In het Jaarbeursgebied is 98% van de bodem versteend; het water gaat weg via het riool. Het waterschap geeft adviezen hoe het water is vast te houden. Het waterschap hoopt dat gemeenten samenwerking gaan zoeken. Daar heeft het zelfs geld voor over.
Beschikbare en benodigde kennis Frans van de Ven (Deltares) laat de deelnemers aan het woord. • Sommigen herkenden de oplossingen die in Utrecht waren toegepast,
•
•
•
•
maar daarnaast bleken ook de problemen bekend, vooral het gebrek aan communicatie tussen waterschappers en gemeente bestuurders. Die spreken elkaars taal niet: de een ziet een probleem, de ander verbaast zich over dat getob. Als een gemeente geen urgentie ziet, moet een waterschap andere middelen zoeken en komen met initiatieven die meer geven dan architectuurwater. Vraag bij de waterschappers is: hoe maak je een gemeente klimaat bewust? Een methode lijkt wel: door intensief contact en door bijvoorbeeld gemeenten te attenderen op koploperprojecten. Je kunt een gemeente niet dwingen, wel verleiden. Waterschappen kunnen bij gemeenten vragen hoe ze de burgers kunnen motiveren. Vaak is bewustwording van de financiële gevolgen van maatregelen en goede trigger: als de rwzi niet meer al het regenwater krijgt, werkt ze goedkoper en kunnen de tarieven omlaag. Communiceren met bewoners en jezelf laten zien is wat een water-
schap bij een urgent probleem (Kockengen!) absoluut moet doen, naast het werken aan de technische oplossingen. • In Alphen aan de Rijn is er maandelijks een waterspreekuur, waarbij medewerkers van Hoogheemraadschap Rijnland aanwezig zijn. Architecten, projectleiders, uitvoerders kunnen hun probleem voorleggen en in samenspraak wordt een oplossing bedacht. Er is al jaren een waterparagraaf die iets dergelijks voor elke gemeente verplicht stelt. • Een andere partij bij de ontwikkeling van de klimaatactieve stad is de markt.
9
Ronde
1
WORKSHOP
er ij Kennisproev
Een veilige dijk ingepast in de ruimte Multifunctionele Waterkeringen in een urbane omgeving Meekoppelkans
i
Gerard van Meurs Deltares
[email protected]
Ilse Dingerdis PWN
[email protected]
i
Bij het Nationaal Deltaprogramma staat waterveiligheid voorop. Tegelijkertijd heeft men te maken met een aantal maatschappelijke ambities, waaronder ambities op het gebied van natuur en stedelijke ontwikkeling. Wanneer de waterveiligheid in de vorm van dijken gekoppeld kan worden aan de maatschappelijke ambities, dan is er sprake van een maatschappelijke meekoppelkansen. Voor een binnen het Nationaal Deltaprogramma maatschappelijk verantwoord gebruik van de ruimte bieden die meekoppel kansen grote mogelijkheden. Dat vraagt wel wat van alle betrokkenen.
Samenwerking Niet alleen de dijkbeheerders moeten naar de mogelijkheden kijken. Ook beheerders van wegen en van leidingen voor elektriciteit, gas, water en andere zaken moet men erbij betrekken. Daarnaast heeft men nog te maken met stedelijke en natuurlijke ontwikkelingen. Het gaat om een goed beheer van dijken en andere nutsvoorzieningen, samen met het zo min mogelijk aantasten van het stedelijk aanzicht en de natuurlijke omgeving. Men moet elkaar vroegtijdig bij plannen betrekken en daarover continu in gesprek blijven, plannen op elkaar afstemmen voordat men in een uitvoerend stadium komt; dan is men al te laat. Eigenlijk moet men bij het ontwerp van meerjarenprogramma’s al in overleg gaan.
Huidige stand van zaken Op kleinschalig niveau is er al sprake van samenwerking tussen organisaties. Dan betreft het relatief kleine werken, waarbij een zeer beperkt aantal organisaties betrokken is. Vaak gebeurt het omdat het nodig is. Vaak komt het vanuit de praktijk of is het ingegeven Overzicht Kennisproeverij 2015
door de techniek. Er is echter geen sprake van een structurele a anpak. Er valt dus nog een slag te maken. De basis van de aanpak begint eigenlijk bij de planning van de ruimtelijke ordening op langere termijn.
Wat te doen? Zoals gezegd, begint het bij de planning van ruimtelijke ordening op langere termijn. Wie, welke organisaties zijn daarbij betrokken? Die organisaties moeten vanaf het begin structureel meedenken. Immers, ze kennen allemaal andere doorlooptijden en geldstromen. Dit betekent afstemmen op bestuurlijk niveau. Eerst de stakeholders en daarna de grote partijen erbij betrekken; dan volgen de kleinere partijen ook wel. Verschillende visies over een dijk moeten op een lijn komen. Wanneer een dijk meer
partner moet bereid zijn naar het gemeenschappelijke belang te kijken en waar nodig over het eigen belang heen te springen. Zo nodig moet regelgeving worden aangepast. Bij projecten op langere termijn horen ook financiële afspraken tussen de partijen die bij die termijn passen, liefst nog iets langer, voor het geval er op een later tijdstip nog wat aangepast moet worden. Dat geldt ook voor de exploitatiekosten voor de dijk.
Voor- en nadelen meekoppelkansen
ambities, dan is er sprake
Langzaam zijn betrokkenen van de voordelen van meekoppelkansen meer overtuigd dan van de nadelen. Door het benutten van die kansen komen alle aspecten vroegtijdig aan de orde, is er sprake van meer commitment, vindt er een koppeling plaats van kennis van ontwikkeling en van uitvoering, wordt innovatief werken bevorderd, gaat het uiteindelijke werk sneller en wordt het per onderdeel goedkoper. De betrokkenen kunnen trots zijn op hun werk en het werk ondervindt meer waardering van de omgeving. Als negatieve aspecten ziet men nog te veel het eigenbelang, ziet men de samenwerking meer als gedoe dan als een vooruitgang.
van een maatschappelijke
Conclusie
Wanneer de waterveilig heid in de vorm van dijken gekoppeld kan worden aan de maatschappelijke
meekoppelkansen. functies moet vervullen, zonder dat de veiligheidsnormering in gevaar komt, is een innovatieve aanpak nodig. Die ontwikkeling kost ook tijd. Bij een project waarbij veel partijen betrokken zijn, elk met een eigen doel, aanpak en geldstroom, is eigenlijk een regisseur ruimtelijke ordening nodig om alles in goede banen te leiden. Iedere
Het benutten van meekoppelkansen wint terrein. De combinatie van functies is uiteindelijk goedkoper dan de som van de kosten voor de aparte functies. Bovendien legt men minder beslag op de ruimte. De balans is positief. Voorwaarde is wel dat de toepassing en het benutten van meekoppelkansen in een zeer vroeg stadium getrokken wordt door bestuurders. De uitvoering kan wel eens vijftien jaar later plaatsvinden, dus gewoon volhardend beginnen.
11
Ronde
1
WORKSHOP
er ij Kennisproev
Waterkwaliteit in control Hydrobiologische gegevens nu ook te ontsluiten in Delft-FEWS Sibren Loos (adviseur/onderzoeker waterkwaliteit en ecosystemen Deltares) presenteert de mogelijkheden van het programma Delft-FEWS voor de ecologie. Deze presentatie is samen met Laura Moria (adviseur waterkwaliteit Waternet) en Jannes Schenkel (projectleider proef algensensor Paterswoldsemeer, waterschap Noorderzijl-
i
Sibren Loos Deltares
[email protected]
vest) gemaakt. In Delft-FEWS kunnen ecologische gegevens gecombineerd worden met waterkwantiteit- en waterkwaliteitsgegevens. Delft-FEWS geeft eindgebruikers een overzicht in tijd en ruimte van de gemonitorde monstergegevens. Het helpt hen bij het structureren, visualiseren en opvragen van deze gegevens. Een van de nieuwste functies van Delft-FEWS is een ‘sample viewer’. Deze toont een overzicht van de eigenschappen van elk monster, zoals de bemonsteringsmethode en het laboratorium, en kunnen namen van ecologische soorten simpel gewisseld worden tussen de Nederlandse en wetenschappelijke Latijnse naam.
Validatie van meetgegevens Onder eindgebruikers bestaan onzekerheden over de betrouwbaarheid van de gegevens die verzameld en geanalyseerd worden. De onzekerheden zijn de afstand waarover de bemonstering plaatsvindt, condities van de genomen monsters en eventuele variaties in analyseresultaten. Het valideren van gegevens is wenselijk en noodzakelijk, voordat deze in Delft-FEWS worden opgenomen. Manieren van validatie zijn onder andere het uitvoeren van een kwaliteitscontrole door het laboratorium en/of het invoeren van basischecks waterkwaliteit in Delft-FEWS.
Delft-FEWS is de publieke communicatietool voor gedragsbeïnvloeding Bestuurders van waterschappen willen Overzicht Kennisproeverij 2015
het naleefgedrag van tuinders kunnen beïnvloeden. 40% van de orchideeën telers gebruikt verboden middelen. Met presentaties uit Delft-FEWS kan het naleefgedrag van deze tuinders beïnvloed worden. Het doel is het creëren van sociale druk vanuit de omgeving en de tuinbouwsector. DelftFEWS kan verschillende brongegevens, zoals waterkwaliteit en ecologie, combineren en presenteren. De voor de tuinders relevante informatie kan uit Delft-FEWS gefilterd worden en via een webservice worden ontsloten en geëxporteerd naar programma’s zoals Excel en/of naar CMS-systemen van websites.
Delft-FEWS inzetbaar als visualisatietool waterkwaliteit voor bestuurders Bestuurders ontvangen graag een halfjaarlijks beeld van de waterkwaliteit waaraan zij direct zien welke ontwikkelingen en veranderingen in de waterkwaliteit zijn opgetreden en of bijsturen van het beleid gewenst is. Een bestuurder en beleidsmedewerker vragen zich af of Delft-FEWS gebruikt kan worden als visualisatietool waterkwaliteit voor hen. Waternet gebruikt Delft-FEWS al als visualisatietool voor bestuurders met behulp van Ecologische Sleutel Factoren waarmee de ecologische status van water lichamen inzichtelijk wordt gemaakt. Hydrobiologische registraties worden automatisch doorgegeven aan een centrale database en ontsloten in Delft-FEWS. Deltares ziet het als een uitdaging om ook voor de presentatie van de waterkwaliteit aan bestuurders tot een dergelijk resultaat te komen.
Delft-FEWS voor blauwalg verwachting Wat heb je nog nodig om de informatie uit Delft-FEWS te vertalen naar
zwemmers en horecaondernemers vraagt een bestuurder van Delfland. Data uit Delft-FEWS kunnen geëxporteerd worden naar de website van provincies: www.zwemwater.nl. In de toekomst is het mogelijk dat met Delft-FEWS een blauwalgverwachting wordt gepresenteerd. Zwemmers zien op www.zwemwater.nl waar gezwommen kan worden.., en wat de waterkwaliteit en de eventuele blauwalgverwachting is. Horeca ondernemers kunnen hierop inspelen met hun inkoop en inzet van personeel. Delft-FEWS kan gebruik maken van meetdata, van bijvoorbeeld satellieten en modelsimulaties. Zo kunnen bandbreedtes in de voorspelde meteorologie worden meegenomen, waarmee de kans voor een blauwalgverwachting mee kan worden bepaald of bijgesteld. Hoewel niet alle waterkwaliteitsparameters afgeleid kunnen worden uit optische satellietdata, geven deze data vlakdekkende informatie over het onderwaterklimaat. De groene kleur van algen en troebelheid van het water kunnen relatief gemakkelijk worden gemeten met optische sensoren van satellieten. Een lage troebelheid is belangrijk voor het lichtklimaat voor planten en vis, algen op hun beurt kunnen de troebelheid beïnvloeden. Om satellietdata voor het monitoren van waterkwaliteit te kunnen gebruiken, moeten eerst de (specifieke) optische eigenschappen van de stoffen in het water bekend zijn. Deze eigenschappen kunnen, samen met de kleur van het water, gemeten worden tijdens het veldwerk, waarbij veldwaarnemingen plaatsvinden voor kalibratie en validatie. Satellietdata kunnen een nuttige bijdrage leveren voor blauwalgverwachting, nieuwe ontwikkelingen maken dit type data steeds bruikbaarder.
13
Ronde
1
WORKSHOP
er ij Kennisproev
Sociale innovatie verbinden leidt tot meer innovatie! Wat is sociale innovatie? Sociaal innoveren is met sociaal benul slim nadenken buiten de gebruikelijke kaders. Sociale innovatie maakt gebruik van het oplossend vermogen van meerdere actoren (burgers, bedrijven en over heden). Zo ontstaat een open netwerk met een gezamenlijke visie. Het product is een praktische oplossing. Sociale innovatie vindt plaats in organisaties (coöperaties, project overstijgende verkenning HWBP) in consortia (Dutch Sustainable Growth, Duurzaam Door, Rainproof Amsterdam) of in virtuele netwerken van ‘jonge honden’, academische werkplaatsen en living labs. Sociale innovatie floreert dankzij:
i
• De kennis en competenties van verschillende soorten betrokkenen; • De inbreng van verschillende culturen. Denk aan het verschil in denkwijze tussen een beleidsmaker en een agrariër; • De ruimte om te experimenteren met onderzoek en ontwikkeling en niet meteen hoeven ‘afrekenen’.
Sonja Karstens Deltares
[email protected]
Ervaringen met sociale innovatie
Bram Rosenbrand Unie van Waterschappen
[email protected]
i
Sociale innovatie via virtuele netwerken LinkedIn-groepen en platformen zoals Delta en Yammer zijn bedoeld voor informatie-uitwisseling en discussies met experts/collega’s, maar komen niet echt van de grond. Niet iedereen ziet het belang van digitale platformen en weet van het bestaan. Wellicht een generatieprobleem? Het bijhouden van digitale netwerken kost veel tijd en de ICT-ondersteuning schiet vaak tekort. Bovendien worden dergelijke platforms vaak overheerst door enkele actieve gebruikers met een te prominente boodschap. Het platform Sharepoint van de Unie van Waterschappen is geen discussieplatform, maar een middel om documenten te delen. Sociale innovatie via crowd sourcing Een oproep op Facebook in plaats van een Overzicht Kennisproeverij 2015
bewonersavond om meningen te peilen over pleziervaart op de Kromme Rijn. De vraag is of de input representatief is en wat er met de uitkomsten moet gebeuren. Dergelijke peilingen zouden tegelijk via de ouderwetse media (lokale kranten) en in de omgeving (supermarkt, borden op locatie) gehouden moeten worden om representatief te zijn. • Aan inwoners vragen peilgegevens door te geven zorgt voor betrokken-
De STORM-methode De STORM methode faciliteert en struc tureert het contact tussen bedrijven en waterschappen en leidt tot inzicht, focus en een duidelijke business case en bevordert participatie en draagvlak. Flood Proof Holland voor de ontwikkeling van innova-
heid. Het met de mobiele telefoon doorgeven van waterkwaliteitgegevens is hiervan een voorbeeld. • Het project ‘Dijkdenken’ van Aa en Maas heeft geleid tot een innoverende realisatie van een brug.
tieve noodmaatregelen is hiervan een voorbeeld. Zeven bedrijven presenteerden hun totaaloplossing. Met de STORM- methode werd de waarde en de kans van slagen van elk idee vastgesteld. Rijks waterstaat heeft via de STORM-methode al zeker 30 projecten gerealiseerd.
Sociale innovatie met het bedrijfsleven Om een oplossing te vinden voor piping is het waterschap Rivierenland, voordat de formele aanbesteding begon, met alle aanbieders tegelijk om de tafel gegaan. Mogelijke oplossingen en kwesties rond de (financiële)risico’s werden besproken. Ook discussieerde men over de toepassing van de techniek en wie deze het beste zou beheersen. De rol van het waterschap in een dergelijk proces moet (nog) nauwkeurig worden omschreven.
Opdracht met Storyworld
Sociale innovatie met agrariërs of burgers • In het Westland zijn met tuinders afspraken gemaakt over het gebruik van hun gietwaterbassins als waterberging. Veelvuldig overleg over veiligheid bleek essentieel. • Een waterschap kan de wateropgave voor een polder uitbesteden. Vraag is hoe een waterschap überhaupt taken uit handen kan geven terwijl de eindverantwoordelijkheid bij het waterschap blijft. Taken overlaten vergt wederzijds geloof en vertrouwen. Maar hoe blijft het waterschap uiteindelijk in control? • Strijdbare milieuclubjes lijken soms een gevaar voor een project. Als zij
echter worden betrokken blijken ze soms een bruikbare kennispool en worden bondgenoot.
Twee groepen bespreken een project waarbij het leggen van verbindingen een kritische succesfactor zou kunnen zijn. Ze gebruiken de sociale innovatietool Storyworld, waarbij de focus ligt op het meekrijgen van een persoon in het project. Groep 1 Amersfoort als klimaat-adaptieve stad. Innoverende ideeën oogsten uit de bevolking door burgers te betrekken bij het verzamelen van data. Groep 2 Samen met agrariërs de watervoorziening in een polder verbeteren. Inventariseren van context, doelen en wensen van de boeren is stap een. Daarna bespreken de boeren gezamenlijk (en vaak voor het eerst) hun individuele behoefte aan water. Zij delen informatie over hun bedrijf. Mensen op deze manier verbinden laat hen inzien dat ze van elkaar kunnen leren omdat ze met hetzelfde vraagstuk bezig zijn. In Zeeland heeft een dergelijke groep boeren budget gekregen om hun ver kavelingsprobleem op te lossen.
15
Ronde
1
WORKSHOP
er ij Kennisproev
Slim waterbeheer van data naar maatregelen Rutger van der Brugge Deltares
[email protected]
In 2015 hebben Deltares en Waternet de slim watermanagement
i
tafel ontwikkeld. Dit is een simulatie voor waterbeheerders, waarmee zij kunnen experimenteren met waterbeheer over de eigen Bonne van der Veen Deltares
[email protected]
i
Hilga Sikma Waternet
[email protected]
i
beheergrenzen heen. Met de simulatie kunnen de deelnemers zelf ervaren wat slim watermanagement in de praktijk inhoudt en wordt duidelijk welke gegevens, modellen en bestuurlijke afspraken nodig zijn. De simulatie is voor de eerste keer op 28 oktober met succes uitgevoerd met alle beheerders in de regio Noordzeekanaal/Amsterdam Rijnkanaal, nl. de waterschappen Rijnland, Hollands Noorderkwartier, Amstel, Gooi en Vecht, De Stichtse Rijnlanden en Rijkswaterstaat. Deelnemers in de simulatie zijn de operationele waterbeheerders. Zij worden geconfronteerd met de weersvoorspelling of een gebeurtenis en door met elkaar samen te werken, wordt geprobeerd het waterbeheer te verbeteren, beter te anticiperen, het water beter te verdelen, schade te voorkomen en kosten te besparen. Komend jaar worden meer onderdelen aan de simulatie toegevoegd: meer scenario’s, meer beheergebieden, bestuurlijke keuzes, organisatorische belangen, en andere functies, zoals: energieprijzen, zoutgehalte en waterkwaliteit. Hilga Sikma van Waternet geeft de deelnemers een korte uitleg van het watersysteem. De vier waterschappen lozen op het Amsterdam-Rijnkanaal. Het gemaal bij IJmuiden is een belangrijke afvoer naar zee. Eb en vloed bepalen wanneer er gespuid of gemalen kan worden. De deelnemers vormen vijf groepjes, die de vier waterschappen en Rijks Overzicht Kennisproeverij 2015
waterstaat vertegenwoordigen. De deelnemers krijgen een set kaarten met maatregelen, zoals het openen of sluiten van sluizen en het inzetten van gemalen. De weersvoorspelling: In de ochtend hevige neerslag, tot 3 mm per uur, in grote delen van het land. In de middag houdt de regen aan. De windkracht is 3 zuidwest, de middagtemperatuur 15 ºC. Een communiqué van Rijkswaterstaat bericht dat een van de pompen bij het gemaal in IJmuiden in onderhoud is. De vermindering van de afvoer is 50 kuub per seconde. De deelnemers bepalen welke set van maatregelen zij willen nemen. In de eerste ronde bepalen de water beheerders dat ieder voor zich. De maatregelen worden ingevoerd in het model en doorgerekend. De effecten in waterstanden en kosten worden getoond. In de tweede ronde overleggen de waterbeheerders met elkaar en bepalen samen welk maatregelenpakket zij inzetten. Ook deze maatregelen worden doorgerekend. Daarna kiezen de deelnemers welke strategie het beste is en worden de maatbekers gevuld, zodat de waterstanden zichtbaar worden. De simulatie is twee keer gespeeld. De tweede simulatie kende extra complicerende factoren. Door verschillende ronden te simuleren werd de strategie steeds slimmer. Opvallend is dat de kosten door de samenwerking gunstig
beïnvloed kunnen worden en dat vooral bij grotere problemen, zoals hevige regenval of uitgevallen apparatuur, er een duidelijke meerwaarde is als de waterbeheerders onderling overleggen. De verbeterpunten die de deelnemers voor het spelen van de simulatie aangaven hadden vooral betrekking op het computermodel waarmee de waterstanden werden berekend. Dit is bewust erg eenvoudig gehouden om de rekentijd kort te houden. Dit komt de snelheid van de simulatie ten goede, maar gaat ten koste van de nauwkeurigheid. In 2016 zal het model doorontwikkeld worden met meer detail. De deelnemers zien een duidelijke meerwaarde in de simulatie. Het laat zien dat het delen van informatie met alle beheerders noodzakelijk is. Er werd geopperd dat het in de praktijk goed zou zijn als alle partijen die betrokken zijn bij het waterbeheer een gezamenlijk informatiescherm hebben, waarop de actuele situatie zichtbaar is en waarmee simulaties uitgevoerd
De deelnemers zien een duidelijke meerwaarde in de simulatie. kunnen worden. Door het simuleren van diverse scenario’s kan vooraf nagedacht worden en kunnen betere keuzes gemaakt worden als de situatie zich voordoet. Het onderlinge begrip over te maken keuzes wordt groter. Bij een probleemsituatie kan veel eerder gestuurd worden, zodat de piek van het probleem afneemt en daarmee de potentiele schade.
17
INTERMEZZO
PLENAIR
Toon Segeren
er ij Kennisproev
3
gesprek
Deltares
Joost Buntsma directeur STOWA
Stefan Kuks lid dagelijks bestuur Unie van Waterschappen
Wat zijn de (gezamenlijke) uitdagingen voor de korte en lange termijn voor de waterschappen, de gemeenten en de provincies? Stefan Kuks benadrukt dat de waterschappen als sector innovaties meer moeten etaleren. De 23 waterschappen hebben elkaar nodig, want ze werken aan dezelfde vraagstukken: Hoe ga je om met hoogwater? Hoe kunnen we slimmer omgaan met zoetwater? Hoe zorgen we voor een klimaatadaptieve stad? Samen kunnen de waterschappen werken aan een circulaire economie. TU Delft, STOWA en het bedrijfsleven werken sinds vijftien jaar samen aan de Nereda zuiveringstechnologie. Het concept staat intussen als een huis en wordt geëxporteerd naar landen als Brazilië en China. Dat is de manier hoe Topsector Water moet werken. Het gaat niet om losse vragen en antwoorden, maar om langjarige allianties in de gouden driehoek met overheid, kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Joost Buntsma beschouwt STOWA als makelaar in kennisvragen van bijvoorbeeld waterschappen en provincies. De organisatie verricht onderzoek naar belangrijke maatschappelijke vraagstukken over waterbeheer. De opgaven zijn groot. Het is van groot belang om elkaar te vinden in een vroegtijdig stadium en om gezamenlijk de doelen en activiteiten te formuleren. Door toepassing van kennis van Deltares wordt veel geld bespaard. Dit is voor waterbeheer belangrijk. Toon Segeren is lid van het managementteam Deltares. Vanuit zijn positie werkt hij samen met bijvoorbeeld Alterra aan de vormgeving van samenwerking op strategisch niveau. met onder meer waterschappen. Overzicht Kennisproeverij 2015
Waar is voor Deltares de meeste aandacht nodig? Toon Segeren benadrukt dat de partijen die de technologie toepassen, de opdrachtgevers zijn. Het is belangrijk dat de opdrachten, de kennisvragen, helder zijn. Deltares moet goed luisteren naar de opdrachtgever en mede de vraag formuleren. Waar liggen de uitdagingen? Maar ook: wat zijn de mogelijkheden voor financiering en welke Europese fondsen zijn beschikbaar? Stefan Kuks merkt op dat waterschappen kennisintensiever worden. Voor sober en doelmatig waterbeheer zijn verbindingen in het gebied nodig. De aanpak moet integraal zijn en processen zijn vaak stroperig. Het waterschap is een echte doe-organisatie. Waterzuivering moet 24/7 draaien en dat mag niet mislukken. Waterschappen kiezen graag voor zekerheid, maar ook experimenteren zijn nodig en die moeten wat opleveren. Daar ligt druk.
Wat hebben Deltares, STOWA en de Unie van Waterschappen van elkaar nodig? Joost Buntsma geeft aan dat de organisaties elkaars expertise moeten kennen, om te herkennen wat ze van elkaar nodig hebben. Stefan Kuks vraagt STOWA en Deltares om naar de waterschappen toe te komen, om de kennisvragen eruit te halen. Toon Segeren geeft aan dat Deltares inzicht in de vraag nodig heeft.
19
er ij Kennisproev
WORKSHOP Ronde
Sturen aan rioolwater
i
Klaas-Jan van Heeringen en Kees Kooij willen spreken over de
Klaas-Jan van Heeringen
ondergrondse infrastructuur. Deze staat – anders dan de boven-
Deltares
grondse infrastructuur – nog met twee benen in de vorige eeuw.
[email protected]
Er wordt veel te weinig gebruikgemaakt van moderne middelen. Veel waterschappen en gemeenten hebben een centrale controle kamer, maar toch worden ze in de praktijk verrast door verstop-
In de praktijk blijken de mensen in de regiekamer vooral meer gefocust op zuiveringsprocessen en niet op wat er in het riool gebeurt.
pingen, die eerder onderkend kunnen worden. Kees Kooij Deltares
[email protected]
i
1
Stelling: We meten toch alles al? We hebben toch al….
De gemeente Alphen aan den Rijn heeft realtimecontrole op de gemalen. Bij een probleem wordt het waterschap gebeld, maar het waterschap weet niet hoe de gemeentelijke gemalen werken. Traditioneel houdt elk gemaal de eigen broek op. In de praktijk zou het verstandig zijn om gebruik van de gemalen op elkaar af te stemmen. In de provincie Limburg wordt gestuurd op capaciteit bij de riolering en bestaat er een koppeling met de drinkwatermaatschappij. In Nederland is dit een uitzondering.
2
kosten om de grillige aanvoer te kunnen verwerken, zijn hoog. Door een relatief simpele gebiedsregeling op gemalen in de tijd kan jaarlijks 600.000 euro worden bespaard. Het totale proces moet goed in de vingers zitten, om goede maatregelen te kunnen nemen.
minimaliseren van overstorten en het functioneren van de zuivering voorop. Het Bestuursakkoord Water leidt tot een besparingsopdracht van 450 miljoen euro. In dat kader vinden afstemming en optimalisatieacties plaats, om te komen tot de maatschappelijk laagste kosten. Limburg heeft als speerpunt in het beleid afkoppeling van regenwater en infiltreren van regenwater in de bodem. De provincie beschikt over twee modulaire basissets, die afhankelijk van de behoefte inzetbaar zijn. Klaas-Jan van Heeringen noemt het voorbeeld van rwzi Garmerwolde, waar de aanvoer van rioolwater erg grillig blijkt, vooral bij droog weer. De
Een tweede voorbeeld is een pilot van waterschap Rivierenland. Door zinkers in het rioolstelsel ontstaan luchtbellen in de pijpen, die ertoe leiden dat de doorstroming ernstig wordt belemmerd. Door hierop goed te analyseren, kunnen de prestaties van het systeem aanzienlijk verbeteren: het voorkomen van een luchtbel in één leiding kan tien gezinnen een heel jaar lang van energie voorzien. Deze informatie is direct uit metingen te halen. Klaas-Jan van Heeringen en Kees Kooij adviseren een regelmatige energie check van het riool. De grote vissen in besparing zijn het afkoppelen van hemelwater en controle van het riool op luchtbellen.
Stelling: Sturing van de riolering vanuit geld of vanuit MVO?
Een interessante vraag is of het beleid rond riolering wordt gestuurd vanuit geld of vanuit MVO. De investeringen beïnvloeden de onderhoudskosten, de energiekosten, de CO2-reductie en de duurzaamheid. Wanneer puur wordt uitgegaan van het uitvoeren van diensten, staan de onderwerpen afvoerverplichting, het verbeteren van de waterkwaliteit, het Overzicht Kennisproeverij 2015
Een eenvoudige energiecheck van het riool kan veel besparing opleveren in rioleringskosten.
21
er ij Kennisproev
WORKSHOP Ronde
High tech beslissingsondersteuning met een lage drempel
1
Introductie
Cees van Bladeren (Unie van Waterschappen) Fantasieën over de toekomst hebben vaak betrekking op vorm en techniek en niet zozeer op de totale, platte beschikbaarheid van heel veel informatie voor iedereen. Toch is dat laatste steeds meer het geval. Dat heeft ook bij het waterbeheer zijn consequenties: je hebt meer data, de modellen worden beter, maar de communicatie met de burger, de ingeland, maar ook met de bestuurder, wordt almaar belangrijker. Er volgen twee voorbeelden.
2
Langs het Noordzeekanaal
i
Elgard van Leeuwen Deltares
[email protected]
Esther Kleinveld HDSR
Marcel Boomgaard HHS Hollands Noorderkwartier
[email protected]
[email protected]
i
i
Marcel Boomgaard (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier) laat een digitaal model zien van de waterkering ten noorden van het Noordzeekanaal en het IJ. HHNK is verantwoordelijk voor alle water keringen boven het IJ. De primaire keringen lopen bij het kanaal en het IJ ver het binnenland in. De nieuwe wetgeving laat veel van de oude primaire kering afgewaardeerd zijn tot secundaire kering, omdat er minder gevaar bestaat voor overstroming. Met 3DI-modellen kan de schade bij een doorbraak worden berekend, waarna het waterschap afwaardering kan voorstellen en de provincie die kan toekennen. Het waterschap kan met het 3DI-model precies laten zien wat er gebeurt en hoe groot de schade is, als er te veel water vanaf het Markermeer komt. Dat maakt de communicatie veel gemakkelijker, zowel met bestuurders als met ingelanden. Het waterschap kan van tevoren bedenken welke maatregelen er nodig zijn bij een overstroming en dat bespreken met de provincie of een gemeente.
Overzicht Kennisproeverij 2015
3
Kockengen
Esther Kleinveld (Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden) vertelt wat er in Kockengen gebeurd is op 28 juli 2014, wat het waterschap heeft gedaan aan de overstroming, hoe het proces daarna verliep, hoe er gecommuniceerd is met de inwoners, gemeente en provincie en wat het waterschap nu doet. Op 28 juli 2014 is er in Kockengen in 38 uur tijd 138 mm regen gevallen, waarvan 120 mm in drie uur. Het waterschap heeft snel zeven pompen geplaatst, opgeschaald naar fase 2 (contact met de gemeente) en na drie dagen al het water weggekregen. Twijnstra & Gudde hebben een evaluatie gedaan en die gepresenteerd op 22 september 2014. De kritiek was niet mals. Het waterschap merkte dat het niet twee maanden weg had moeten blijven. De mensen hadden veel schade geleden en zouden belangstelling vanuit De Stichtse Rijnlanden gewaardeerd hebben. De lange afwezigheid na een calamiteit was een fout.
Met 3DI-modellen kan de schade bij een doorbraak worden berekend. Het waterschap heeft samen met de klankbordgroep ‘Kockengen water proof’ een groslijst gemaakt met allerlei denkbare maatregelen. Er bleek ook verschil van mening over wat er precies gebeurd was. Het waterschap heeft een 3DI-model gebruikt voor een reconstructie van de gebeurtenissen op 28 juli. De inwoners verkeerden in de veronderstelling dat ze veel water uit andere gebieden gekregen hadden.
Met behulp van foto’s in het model van de inwoners zelf kon worden aangetoond dat dat niet het geval was geweest. Ook de golf die veel inwoners hadden waargenomen, kwam niet van water van buiten, maar van een stuw die het waterschap had opengezet om de weilanden te ontlasten (foutje, maar zeker een grote fout, dat het waterschap eerder zonder 3DI had beweerd dat de hoeveelheid water nogal meeviel). Het 3DI-model was wel betrouwbaar: het liet het water buiten de watergangen ook zien. Inwoners konden zien dat het model klopte met hun eigen foto’s. Na de inventarisatie heeft het waterschap met de inwoners besproken wat de gewenste acties waren. Wat was mogelijk en wat niet? Wat niet kan, is zo’n zware bui voorkomen, inclusief de schade die de bui veroorzaakt. Wat wel kan, is beperken van de overlast, dus het water zo snel mogelijk wegwerken. De gemeente gaat de straten ophogen en het waterschap vergroot tegelijk de duikers. De opstelplaatsen van de noodpompen kunnen gebruiksklaar gemaakt worden. Uit de 3DI-simulatie kwam ook naar voren dat de stuwen geautomatiseerd moeten worden. Ook komt er een publieksversie van het eigen calamiteitendraaiboek van Kockengen (voor andere dorpen is een ander draaiboek nodig). Slotvraag is: hoeveel kennis moet het waterschap toevoegen? Als voormalen nauwelijks helpt, is het dan verstandig daarmee te stoppen en te vertellen dat dat weinig uitmaakt? Inwoners zien ook niet alles wat het waterschap doet. Wat het openzetten van die stuw betreft, kijkt het waterschap of bij een nieuw peilbesluit het gebied niet in kleinere gebiedjes opgesplitst moet worden en of er nog stuwen bij moeten. Soms moet er gewoon schade worden uitgekeerd.
23
er ij Kennisproev
WORKSHOP Ronde
Realtime-dijksterkteanalyses met DAM-Live geeft handelingsperspectief tijdens calamiteiten
i
De workshopleiders laten met behulp van de demo van het
Kin Sun Lam
proefproject LiveDijkXL Noorderzijlvest zien hoe realtime-
Deltares
[email protected]
Michel Ponziani Deltares
[email protected]
i
het systeem. Deze systematiek bevat het omgaan met droogte.
gegevens worden gemeten en gemonitord.
Vergroot de voorspellende kracht van realtimedijksterkteanalyses
Keringbeheerder begrijpt de dijk en is volledig in control
Wat wil de keringbeheerder bij hoogwater voorspeld zien in zijn glazen bol? De keringbeheerder wil weten wat de werkelijke voorspellende waarde is van de gepresenteerde analyses. Hij wil weten hoe hij de resultaten van de analyses moet interpreteren. Het betreft hier de zogenaamde match met de werkelijkheid. Met dit systeem wordt verondersteld dat men het mechanisme van het moment van bezwijken van de dijk in de vingers heeft. Op dit moment heeft het systeem echter nog te weinig voorspellende kracht over het moment van bezwijken. De kering beheerder kan er nog niet volledig op bouwen en vertrouwen. Als deze methodiek toegepast wordt bij zwakke schakels in dijken, dan biedt het systeem een eerste handvat bij het nemen van maatregelen. Met een benchmarkbenadering kan het systeem worden gebruikt als een indicator voor de veiligheid van de dijk. Analyses voor toetsen en ontwerpen zijn van een andere orde dan de analyses voor dagelijks beheer en calamiteiten. Toetsers en ontwerpers van dijken kunnen goed leven met een veiligheidsfactor van 1,0 of 1,2. Keringbeheerders menen dat een dijk met een veiligheidsfactor van 0,8 nog wel degelijk kan blijven staan. Hieruit kan geconcludeerd worden dat keringbeheerders tijdens calamiteiten op een andere manier omgaan met dijksterkte dan toetsers en ontwerpers. Dit kan bij elkaar worden gebracht door aan de voorkant van het systeem kalibratie en verificatie plaats te laten vinden.
Waterschap Noorderzijlvest wilde meer weten over zijn dijken, enerzijds om de dijken extra in de gaten te houden en anderzijds om meer te weten over het optreden van de faalmechanismen onder bepaalde omstandigheden. Met behulp van een dijkmonitoringssysteem wordt de Ommelanderzeedijk van het waterschap Noorderzijlvest realtime gemeten. Waterspanning, beweging en temperatuur zijn belangrijke indicatoren voor pipingen macro stabiliteit. Optreden van deze faalmechanismen wordt gesignaleerd. Ook krijgt men een indruk van de locatie, ernst en omvang van deze faalmechanismen. De doelen van de installatie van het monitoringssysteem zijn: • het bewaken van de veiligheid (early warning) van de afgekeurde dijken, tot deze zijn verbeterd; • het leveren van aanvullende informatie over de opbouw van bodem en dijk, ten behoeve van de verbeterwerken; • het monitoren van de dijkvakken na de verbeterwerken. De meetgegevens worden verzameld in een landelijke database: het Dijk Data Service Centrum. Analysering van de meetgegevens vindt plaats met behulp van de programma’s FEWS-Risk en DAM-Live. FEWS-Risk geeft een overzicht van relatief zwakke dijklocaties en presenteert de oorzaak van deze zwakte, waarbij FEWS-Risk een analyse geeft van de verwachte gevolgen (eventuele Overzicht Kennisproeverij 2015
overstromingen) bij de voorspelde buitenwaterstand op geselecteerde locaties. Met DAM-Live (DAM staat voor Dijksterkte Analyse Module) worden sterkteberekeningen van dijken geautomatiseerd uitgevoerd. DAM-Live wordt gebruikt voor het bepalen van de (actuele) sterkte van primaire en regionale waterkeringen. Het operationeel systeem Delft-FEWS verwerkt de analyses uit DAM-Live en
Met DAM-Live worden sterkteberekeningen van dijken geautomatiseerd uitgevoerd. FEWS-Risk en stuurt deze aan. De keringbeheerder leert door de informatie die het monitoringsysteem geeft de dijk beter te begrijpen. Hierdoor krijgt hij een handelings perspectief en is hij volledig in control.
Realtime-dijksterkteanalyse inzetbaar bij droogte Kan dit systeem gebruikt worden bij droogte? Ja, dat kan. Het systeem dient hierop wel enigszins aangepast te worden. De systematiek van de (vorige versie van de) Leidraad Toetsen op Veiligheid Regionale Waterkeringen is al opgenomen in
25
er ij Kennisproev
WORKSHOP Ronde
Trends in watertechnologie Het gaat erom watertechniek te ver binden met veiligheid. Dat betreft meer dan alleen dijken en afwatering. Het gaat ook om de waterkwaliteit en de daarbij horende waterzuivering. Om dat zo goed mogelijk te doen, moeten aanbieders van kennis daarover en gebruikers daarvan zo goed mogelijk samengebracht worden; een samen werking moet het beste resultaat opleveren.
Uitdagingen waterschappen
Joost Buntsma STOWA
[email protected]
i
Leon Korving Wetsus
[email protected]
i
Hebben de waterschappen in 2015 een begin gemaakt met twaalf ‘energie fabrieken’. Daarnaast is gestart met een paar fosfaatterugwinlocaties. In 2020 moeten de waterschappen 30% energie-efficiency realiseren en voor 40% zelfvoorzienend zijn door duur zame energieproductie. In de water keten moet fors bespaard worden. Dat alles moet leiden tot een goede ecologische en chemische kwaliteit van het oppervlaktewater. Om dat te bereiken, is een onderzoekprogramma gestart dat zich richt op energie, cellulose, alginaat, bioplastics en biomassa. Men wil veel, alleen is het budget nog onvoldoende. De nadruk ligt op toegepast onderzoek. Met name wordt gekeken naar afvalwater, omdat dit vol zit met grondstoffen. Het verbeteren van de waterkwaliteit kan ten opzichte van andere klimaatzaken tegen relatief lage kosten. Integraal waterbeheer speelt een hoofdrol bij kwaliteitsverbetering. Hoewel bij drinkwaterbedrijven dezelfde problematiek een rol speelt, werken de waterschappen nog (te) weinig samen met die bedrijven.
Integraal waterbeheer Waterzuivering en kwaliteitsverbetering zijn de hoofddoelen, alle ten behoeve van natuur, recreatie en landbouw. Dit beheer kan niet zonder een goede ecologische systeemanalyse. Immers, de Overzicht Kennisproeverij 2015
ecologische relaties zijn ingewikkeld en alles op dit gebied grijpt in elkaar. Na de analyse kan men deeldoelen stellen die haalbaar zijn. Vervolgens kunnen effectieve maatregelen bepaald worden. Van de negen ecologische sleutelfactoren is de toxiciteit een van de belangrijkste.
Toxiciteit Het beheerdoel is GCT en GET vast te stellen voor veilig water voor het ecosysteem en voor de gebruiks functies. Toxiciteit moet ook dienen als solide basis voor beleidsbeslissingen. De waterbeheerders moeten kennis kunnen nemen van de informatie op dit gebied. Waterzuiveraars en e cologen dienen met elkaar te communiceren over veilig water. De waterharmonica is het hulpmiddel daarbij. Het is de ver binding tussen de waterketen en het watersysteem.
Innovatie watertechnologie De focus ligt hierbij op fundamenteel onderzoek. Bedrijven en universiteiten moeten samenwerken: een verbinding tussen denkers en doeners. Ook de waterschappen zijn erbij betrokken. 21 onderzoeksthema’s krijgen op dit moment de aandacht. Twee daarvan krijgen een nadere toelichting tijdens de workshop.
De Gezondheidsfabriek Belangrijke zaken op het gebied van sanitatie spelen bij riolering en drink water, antibiotica en anesthetica. Veel bacteriën zijn resistent tegen antibiotica. Die resistentie breidt zich uit. Om dit probleem aan te pakken, is het zaak om het gebruik van antibiotica integraal te bekijken, al dan niet met onderzoek op andere terreinen. Onder andere water zorgt voor de verspreiding van bacteriën. Mensen leveren een belangrijke bijdrage aan de antibiotica vervuiling. De verwijdering van stikstof en fosfaat uit het water toont een afnemende meeropbrengst. Nu wordt meer dan 80% verwijderd; in 1980 was dat iets meer dan 40%. De vraag is of men nog verder moet gaan (nut en kosten). Bij fosfaat moet men kijken naar de wisselwerking tussen water, energie en voeding. De wereldbalans moet weer op orde. Tevens kijkt men nu naar het vrijmaken van fosfaat van ijzerfosfaat, naar de mogelijkheden van fosfaat absorptie en het halen van calcium fosfaat uit mest. Ook aan de orde is het terugwinnen van fosfaat uit water. Wat men ook innoveert, het moet haalbaar en betaalbaar zijn. De vraag is wat de rol van de waterschappen bij alles moet zijn. Kent men de problemen van overmorgen? Kan men nog beter samenwerken?
Blauwe energie Daarbij wordt zout en zoet water langs elkaar geleid, in tegengestelde richting. Gescheiden door membranen vindt er toch vermenging plaats. Bij die vermenging van water door de membranen komt energie vrij, die aan het water onttrokken wordt, met succes. Op grond van dit onderzoek wordt nu een pilot installatie gebouwd in de Afsluitdijk. Op basis van berekeningen zou Texel zelfvoorzienend kunnen worden wat betreft elektriciteit.
Conclusie Men is er nog niet, hoewel er vorderingen zijn gemaakt op het gebied van water beheer en –technologie. Consumenten moeten weten welke kosten gemoeid zijn met het verwijderen van medicijnen uit afvalwater. Zij zijn op dat punt de grootste vervuilers. Daarnaast is het van belang een evenwicht vast te stellen tussen het zuiveren van water en de kosten die daarmee gemoeid zijn, zonder dat de gezondheid gevaar loopt.
27
Afbouwen van hoogwatervoorzieningen Het afbouwen van de hoogwatervoorzieningen leverde flink wat gesprekstof op, omdat er één waterschap aanwezig was dat deze voorzieningen ging afbouwen, terwijl een ander waterschap juist bezig was met het aanleggen van hoogwatervoorzieningen. Ideeën als afbouwen in dertig jaar, zodat huiseigenaren niet plots voor een probleem staan en subsidies voor nieuwe funderingen bij slappe bodemgebieden werden geopperd door de deelnemers.
Bodemdaling aanpakken doe je zo Bodemdaling bedreigt de leefbaarheid en veroorzaakt wateroverlast, schaadt de volksgezondheid (bij schade aan gas- en elektraleidingen) en beschadigt panden en infrastructuur. Hoe wordt het probleem bodemdaling benaderd? • Wordt de oorzaak aangepakt (pro actief), of ligt de focus op het zoeken naar oplossingen/aanpassingen (reactief)? • Is de overheid (publieke sector) aan zet, of ligt de verantwoordelijkheid bij particulieren en bedrijven (private sector)? • Hoe worden oplossingen gekoppeld aan governance? • Wat zijn de technologische mogelijkheden?
i
Chris Seijger Deltares
[email protected]
Gerald Jan Ellen Deltares
[email protected]
i
er ij Kennisproev
WORKSHOP Ronde
De deelnemers dragen oplossingen voor (de gevolgen van) bodemdaling aan, die worden uitgediept naar handelings perspectief (publiek of privaat, pro- of reactief) en gescoord op beoordelingscriteria, om de haalbaarheid te bepalen. Zij zijn van mening dat het probleem bodemdaling nog in de verkenningsfase verkeert. De publieke sector zou daarbij de leiding moeten nemen. De verantwoordelijkheid voor bodemdaling en de belangen die spelen, zijn bij lange na nog niet in beeld, laat staan dat er een visie op bodemdaling is geformuleerd. De meeste deelnemers vinden dat de provincies het initiatief moeten nemen, overigens wel in nauwe samenwerking met de waterschappen, vanwege hun rol als waterbeheerder. Bodemdaling heeft ook grote raakvlakken met onderwerpen bij gemeenten, zoals behoud van cultuurhistorische waarden en toerisme. Proactieve maatregelen • sturen met water, het op perceel niveau regelen van het waterpeil (in poldergebieden); Overzicht Kennisproeverij 2015
• het opzetten van het waterpeil in het algemeen; • drijvend bouwen. Reactieve maatregelen • de infrastructuur aanpassen; • de ruimtelijke inrichting aanpassen. Deze maatregelen zijn uitgediept: • sturen met water in landelijk gebied, via private verantwoordelijkheid (proactief privaat); • drijvend bouwen (proactief privaat); • het ontwikkelen van een flexibele infrastructuur (publiek reactief). De maatregelen worden gescoord op: bestuurlijk draagvlak (legitimiteit van besluitvorming), maatschappelijk draagvlak, technische, financiële en, juridische haalbaarheid, behoud cultureel erfgoed, meekoppelkansen, problemen en ontwikkelingen, adaptiviteit en de mogelijkheid om snel te starten. Sturen met water in landelijk gebied, via private verantwoordelijkheid (proactief privaat) Het bestuurlijk draagvlak voor deze oplossing lijkt gekoppeld aan de watervraag in natte of droge perioden. Wie bepaalt op welk moment de normen en wat zijn de bestuurlijke consequenties? Voor het idee bestaat al een pilot (de polder bij Zegveld), waar veel draagvlak voor is gebleken. De oplossing lijkt financieel haalbaar, al zullen de kosten per perceel enorm verschillen. Mee koppelkansen zijn er zeker, : natuur, zoetwaterbeschikbaarheid, landbouw en funderingstechnieken. Deze kansen kunnen echter ook bedreigingen worden, die het proces vertragen. Sturen met water is een adaptieve oplossing. Het peil is snel te sturen en is een snelle start is mogelijk. Drijvend bouwen, proactief privaat Het bestuurlijk draagvlak voor dit
aantrekkelijke idee lijkt groot. Het maatschappelijk draagvlak lijkt echter klein, omdat drijvend bouwen alleen geschikt is voor bepaalde doelgroepen, die durven te experimenteren. Grootschalige drijvende projecten zullen bovendien te duur worden in verband met de consequenties voor de infrastructuur. Kleine drijvende projecten zijn makkelijker te realiseren. Drijvend bouwen hoeft overigens niet per se op water; het kan ook als een wijk die drijft op veen. Drijvend bouwen zal altijd relatief duur zijn, omdat bouwondernemingen (nog) geen routine en geen kennis hebben opgedaan. Ontwikkelen van een flexibele infrastructuur (publiek reactief) Uitsluitsel over het bestuurlijk draagvlak voor deze oplossing komt waarschijnlijk pas in een (te) laat stadium aan de orde, omdat het moment dat moet worden overgegaan op een flexibele infrastructuur lastig te bepalen is: wie neemt wanneer het initiatief? Het maatschappelijk draagvlak is diffuus. Technisch is het haalbaar, maar de oplossing is duur. Adaptief is deze oplossing niet, maar dat is ook niet nodig. Overigens zou er sowieso meer samenwerking onder de grond moeten zijn. Een initiatief om deze samenwerking te stimuleren (project Buisleiding in Groningen), is mislukt. De enige gerealiseerde samenwerking bestaat uit 600 m buisleiding in de Amsterdamse Noord/ Zuidlijn. Het rapport over bodemdaling in Gouda, dat 26 november is gepubliceerd, belicht de bestuurlijke samenwerking tussen provincie en gemeente. Daarmee zijn de randen van het speelveld in beeld gebracht. Het is nu aan de organisaties om het probleem aan te pakken. Uit het rapport blijkt dat een bewustwordingscampagne onder de bewoners van Gouda een goed idee is.
29
er ij Kennisproev
WORKSHOP
Effectief assetmanagement voor waterbeheer en ondergrond Frank den Heijer van Deltares heet de deelnemers welkom. Geschat wordt dat in Nederland door Rijkswaterstaat, de waterschappen en de gemeenten jaarlijks 10-15 miljard euro ingezet wordt in landelijke, regionale en gemeentelijke infrastructuur, waaronder waterbeheer. Er is een systematische en trans parante aanpak nodig, om te kijken of de inspanningen en gelden optimaal en efficiënt gebruikt worden. De deel nemers stellen zich kort voor en hebben diverse invalshoeken van waaruit zij deelnemen aan de workshop. Jos Wessels van TNO, die de workshop mede zou leiden, is verhinderd.
Frank den Heijer Deltares
[email protected]
i
Maaike Blauw Deltares
[email protected]
i
Maaike Blauw van Deltares vertelt dat de praktijk van assetmanagement een transitie doormaakt. Van project matig werken voor individuele assets naar continu systeembeheer, dat veel effectiever is. Het klimaat verandert en natuurlijke hulpbronnen raken uitgeput. Het systeem is van belang en in plaats van naar individuele objecten te kijken, moet er gekeken worden welke assets nodig zijn voor functies als droge voeten en een schone leefomgeving. Klimaatverandering kan de stad klimaatactiever maken. Er kan bijvoorbeeld gekozen worden voor uitbreiding van de riolering of voor meer gebruik van de open bodem. Door samenwerking kunnen optimale resultaten bereikt worden. Het watersysteem en de ondergrond hebben heel wat functies, die deels natuurlijk zijn en deels aangelegd. Met een systeembrede blik, een structurele, uniforme werkwijze en transparant beheer kan een efficiencyslag gemaakt worden. Communicatie en bewustzijn tussen de disciplines en managementlagen verbeteren het Overzicht Kennisproeverij 2015
maken van de nodige afwegingen. De deelnemers aande workshop beneoemen samen enkele belangrijke functies van het water- en ondergrondbeheer: de waterafvoer, het beheer van het grondwaterpeil, de waterzuivering, het imago van het waterschap (ruimtelijke ordening), de agrarische functie (optimaal waterpeil voor agrarisch beheer), een gezond watersysteem voor natuur en recreatieve beleving en de water voorziening. Vervolgens discussiëren de deel nemers over hoe het functiebeheer bediend kan worden vanuit beleid, programmering en aanleg/onderhoud. Welk uitgangspunt hanteer je (bestuurder of gebruiker)? Kan hetzelfde effect op een andere manier bereikt worden? Objecten zijn gebouwd om aan een functie te voldoen. Voldoen ze nog steeds aan die functie? Bij minder kritieke assets in waterbeheer kunnen, mits goed onderbouwd, meer risico’s genomen worden dan bij kritieke assets. ROBAMCI (Risk and Opportunity Based Asset Management for Critical Infrastructures) is een project dat vier jaar loopt en dit jaar gestart is. Het doel is om na te gaan of het mogelijk is 10 tot 20% te besparen in de GWW sector, door risico gebaseerd assetmanagement. De aanpak is om dit aan de hand van cases in de praktijk te onderbouwen. Overheid, bedrijfs
leven en kennisinstellingen wisselen zo kennis, ervaringen en best practices uit, en werken aan de ontwikkeling van een praktisch inzetbaar assetmanagementsysteem voor waterbeheer en ondergrond. Enkele casussen die op dit moment worden uitgevoerd zijn: 1. Zandsuppleties voor de Nederlandse kust. Is dit overal even effectief? 2. Gemaal in IJmuiden: bestaande capaciteit in stand houden, of is er een andere oplossing? Het hele systeem wordt geanalyseerd, inclusief de individuele kunst werken in dat gebied. 3. De waterkering bij Eemshaven: wat draagt monitoren bij aan de besluitvorming over versterking. 4. Het Utrechtse riolerings-, gas en drinkwatersysteem. Hoe kunnen de drie beheerders efficiënter samenwerken (minder vaak de grond open)? De deelnemers worden uitgedaagd casussen aan te dragen voor het ROBAMCI-project. Bv. • De effecten van baggeren, baggeren voorkomen of minder vaak baggeren. • Het veranderen van een waterpeil en de (maatschappelijke) gevolgen daarvan en de noodzaak van het aanleggen van een gemaal voor een weiland van 3 ha. • Voor bestuurders is het moeilijk na te gaan op welke onderdelen van het waterbeheer keuzes gemaakt kunnen worden door bestuurders. Nu wordt veel klakkeloos geaccepteerd, omdat bijvoorbeeld een waterbeheerder zegt dat een maatregel nodig is voor water zuivering. Bestuurders willen inzicht in de keuzes en de risico’s van een bezuiniging.
31
AFSLUITING
PLENAIRE
er ij Kennisproev
Hans Huis in ’t Veld boegbeeld Topsector Water Hans Huis in ’t Veld blikt terug op de kennisproeverij en presenteert kansen voor waterschappen, kennisinstellingen en bedrijfsleven binnen de Topsector Water.
Hij benadrukt dat negen topsectoren in Nederland gezamenlijk 80% van de Nederlandse economie en werk gelegenheid vormen. Doel is dat kennis sneller naar werk leidt en het is daarbij belangrijk om steeds meer aan te sluiten op maatschappelijke thema’s. Innovaties zitten heel vaak op grenzen van sectoren, bijvoorbeeld bij landbouw en waterbeheer. Huis in ’t Veld noemt als voorbeeld de zee met nog een groot potentieel aan energie. Om daarin verder te komen, is het nodig om deuren te openen en kennis in te zetten. Het type mensen dat nodig is, zijn mensen die vernieuwing tussen de oren hebben, creatieve geesten. Het doel is om de toegevoegde waarde van de sector te verdubbelen in 2020. Hij maakt zich zorgen over de toegepaste kennisinstituten Deltares, MARIN, ECN en TNO. De langetermijnkennisbasis moet in stand blijven en hij roept waterschappen en overheden op om daarvan gebruik te maken. Ook doet hij een beroep op overheden om mee te werken aan de verdubbeling van de toegevoegde waarde. Dat is nodig voor onze toekomst, voor onze kinderen en klein kinderen, voor onze maatschappelijke waarde. Nederland heeft proeftuinen nodig en er zijn launching customers nodig. In de gouden driehoek speelt ook het bedrijfsleven een rol. Hans Huis in ’t Veld beschouwd zichzelf als oliemannetje tussen de drie hoeken. Bij een volgende kennisproeverij hoopt hij meer vertegenwoordigers van het bedrijfsleven te treffen. Nederland wil een Sustainable Urban Delta zijn en zich internationaal steeds meer profileren. Huis in ’t Veld pleit ervoor om deze internationale positie vast te houden en de kennisvraag gezamenlijk goed te formuleren. Hij is blij met deze dag.
Overzicht Kennisproeverij 2015
Nederland wil een Sustainable Urban Delta zijn en zich internationaal steeds meer profileren.
33
er ij Kennisproev
Kennismarkt en Lunch
Overzicht Kennisproeverij 2015
35
n
Colofo
De Kennisproeverij 2016 werd door Deltares georganiseerd samen met de Unie van Waterschappen en STOWA
Paul Pardon was de dagvoorzitter www.watblieftu.nl Notuleerservice Nederland verzorgde de verslaglegging www.notuleerservice.nl Echt Mooij fotografie maakte de foto’s www.echtmooij.nl H2Video verzorgde de videoregistratie www.h2video.nl De Kennisproeverij werd gehouden bij Media Plaza www.jaarbeurs.nl/26/media-plaza