Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Het KTO is een wettelijke verplichting wat betreft de verantwoording naar de Gemeenteraad en de inwoners van Stadskanaal. De doelgroep van het onderzoek is het totaal aantal unieke klanten die, in 2013 en/of 2012, in het kader van de Wmo met een vraag en/of aanvraag voor een Wmo voorziening contact hebben opgenomen met de gemeente. Er zijn 820 vragenlijsten verzonden waarvan 368 vragenlijsten zijn geretourneerd. De respons is daarmee 45% (2012: 47%). In de referentiegroep was de gemiddelde respons 42 % (2012: 46%). Onderstaand treft u een samenvatting aan van de bevindingen uit het onderzoek. Het volledige onderzoek is bijgevoegd. Waardering per onderdeel
Contact met de gemeente Aanvraagprocedure Hulp bij het huishouden Zorg in natura Persoonsgebonden budget WMO voorzieningen Woonvoorzieningen, scootmobiel, rolstoel en overige vervoersvoorziening Collectief vervoer
Stadskanaal 2013 2012 7,2 7,3 7,2 7,2
Referentie 2013 2012 7,3 7,4 7,1 7,2
7,7 7,9
7,9 8,1
7,8 8,1
7,8 8,1
7,2
7,6
7,4
7,5
6,7
6,7
7,1
7,1
Overige ondersteuning Dit betreft de ondersteuning die respondenten naast de ondersteuning uit de Wmo ontvangen. Stadskanaal Referentie 2013 2012 2013 2012 Mantelzorg 43% 44% 48% 46% Mantelzorg en vrijwilliger 12% 13% 13% 14% AWBZ 12% 12% 12% 12% (Individuele)begeleiding 7% 6% 9% 8% Begeleiding in de vorm van groepsactiviteiten 18% 18% 21% 19% Persoonlijke verzorging 5% 7% 9% 8% Behandeling 12% 9% 10% 9% Verpleging Meedoen aan de maatschappij Meedoen aan de samenleving is een belangrijk doel van de Wmo. De fysieke toegankelijkheid van openbare gebouwen en openbare ruimtes bepaalt mede of burgers in staat zijn om mee te doen. 58% (2012: 61%) van de respondenten geeft aan “nooit of zelden” een probleem te ervaren met de fysieke toegankelijkheid van gebouwen. Wat betreft de openbare ruimte ervaart 43% (2012: 38%) “nooit of zelden” een probleem. In de referentiegroep bedragen deze percentages 50% en 35% (2012: 53% en 35%). Een nieuwe vraag die dit jaar gesteld is betreft de problemen die worden ervaren met de fysieke toegankelijkheid van het openbaar vervoer. 54% geeft aan “nooit of zelden” een probleem te ervaren. In de referentiegroep is dit 43%.
Pagina 1 van 5
Totaalbeeld Uit de resultaten van het KTO kan worden opgemerkt dat gebruikers van de Wmo over het algemeen tevreden zijn. In het kader van de Wmo doelen zijn belangrijke vragen uit het onderzoek: 1. De mate waarin de ondersteuning bijdraagt aan het langer zelfstandig wonen van cliënten en 2. Levert de ondersteuning/ hulpmiddel een bijdrage aan het langer meedoen in de samenleving. Door respectievelijk 85% en 71% (2012: 81% en 72%) van de respondenten wordt aangegeven dat de ondersteuning “veel” of ”redelijk” bijdraagt. In de referentiegroep liggen deze percentages op 85% en 74% (2012: 82% en 77%). Voor de oudere leeftijdsgroepen (65+) dragen de Wmo voorzieningen en -diensten met name bij aan het langer zelfstandig wonen, voor de jongere leeftijdsgroepen (34-) hebben de WMO voorzieningen en -diensten grote betekenis voor het kunnen blijven meedoen in de samenleving. Volgens de kantelingsgedachte gaat de gemeente steeds meer uit van wat iemand zelf kan en ligt de nadruk op de kwaliteiten die inwoners van de gemeente bezitten. Bij het advies van de consulent staat eigen kracht voorop en de eigen verantwoordelijkheid wordt zoveel mogelijk benut en ontwikkeld. Door in eerste instantie te kijken naar wat men wel kan en wat de eigen omgeving aan ondersteuning kan organiseren blijven inwoners zelfstandig, zelfredzaam en betrokken bij de samenleving. Eigen kracht oplossingen worden in onze gemeente in 94% van de gevallen opgevolgd. In de referentiegroep is dat 76%. Wanneer het advies een beroep op familie, vrienden, buren betreft wordt dit opgevolgd door 60% van de cliënten. In de referentiegroep is dit 66%. Respondenten geven aan dat, afhankelijk van onderdelen van de vraag/het probleem, de volgende (volgorde van) ondersteuning is geadviseerd:
Eigen kracht Familie, vrienden, buren Een vrijwilliger Aanbod aan dagactiviteiten Een algemene voorziening Een individuele voorziening Andere zorgaanbieders Inkomensondersteuning Iets anders
Stadskanaal 2013 2012 48% 31% 43% 30% 6% 13% 8% 7% 18% 13% 73% 67% 20% 15% 11% 7% 9% 5%
Referentie 2013 2012 46% 30% 40% 30% 16% 11% 14% 10% 21% 15% 77% 67% 20% 14% 9% 5% 12% 8%
Basisbenchmark Door deelname aan de Basisbenchmark kan aan de wettelijk verplichte verantwoording richting het ministerie van VWS worden voldaan. Op de verschillende prestatievelden van de Wmo wordt, middels een zogenaamde thermometerscore per thema, inzicht gegeven in de inzet van middelen, de uitvoering en de effecten van het beleid. De bevindingen worden betrokken bij de aanpassing en ontwikkeling van nieuw beleid. Onderstaand treft u op hoofdlijnen de resultaten aan. Het volledige rapport is als bijlage bij dit voorstel gevoegd. Wmo thermometer gemeente Stadskanaal Wat betreft het totale Wmo beleid blijkt uit de thermometer dat de gemeente Stadskanaal hoger scoort (71%; (2012: 68%) dan het gemiddelde van de gemeentegrootteklasse (66%; (2012: 68%) en hoger scoort dan het gemiddelde van de benchmark (68%; (2012: 68%). Beleidsparticipatiethermometer Beleidsparticipatie betreft alle activiteiten die de gemeente onderneemt om de inwoners te betrekken bij beleid en uitvoering, bijvoorbeeld inspraakbijeenkomsten, consulteren van de participatieraad of het uitvoeren van een bewoners enquête. Hoe breder en intensiever de beleidsparticipatie hoe hoger de score. De gemeente Stadskanaal scoort hoger (76%; (2012: 70%)
Pagina 2 van 5
dan het gemiddelde van de gemeentegrootteklasse (67%; (2012: 63%) en hoger dan het gemiddelde van de benchmark (69%; (2012: 63%). Leefbaarheidsthermometer (prestatieveld 1) Prestatieveld 1 betreft het bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten. Bij leefbaarheid gaat het om wonen in een veilige en prettige omgeving met de mogelijkheid gebruik te maken van voorzieningen/diensten. Sociale samenhang gaat over contact, ontmoeting en gezamenlijke activiteiten met als doel de wederzijdse hulpverlening te versterken. De gemeente Stadskanaal scoort iets hoger (73%; (2012: 68%) dan het gemiddelde van de gemeentegrootte klasse (69%; (2012: 72%) en ongeveer gelijk aan het gemiddelde van de benchmark (70%; (2012: 72%). Hierbij valt op dat op de vraag of de gemeente de buurt informeert en betrekt bij de aanpak van leefbaarheid en veiligheid in de buurt slechts 1/3 van de respondenten bevestigend antwoordt. Dit is een aandachtspunt dat zal worden opgepakt bij de verdere ontwikkeling van de Wmo in relatie tot wijkgericht werken. Jeugdthermometer ( prestatieveld 2) Prestatieveld 2 richt zich op de preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met opgroeiproblemen en op ouders met opvoedproblemen. De gemeente scoort iets hoger (76%; (2012: 76%) dan het gemiddelde van de gemeentegrootteklasse (72%; (2012: 74%) en het gemiddelde van de benchmark (72%; (2012: 74%). Thermometer toegang en oplossingen voor Wmo ondersteuning (prestatieveld 3 en 6) Bij deze thermometer gaat het om de kantelingseffecten en de beoordeling van de mate waarin de kanteling is doorgevoerd. Op deze thermometer scoort de gemeente Stadskanaal lager (64%; (2012: 69%) dan het gemiddelde van de gemeentegrootteklasse (72%; (2012: 70%) en gemiddelde van de benchmark (74%; (2012: 70%). De gemeente verleent niet aan alle mensen die een (keukentafel)gesprek hebben gehad nazorg, ongeacht de oplossing, en heeft daardoor geen voldoende inzicht in de aard van de oplossingen, zoals bijvoorbeeld inzet van eigen kracht of algemene voorziening, en het feit of de geadviseerde oplossing het probleem compenseert. Gelet op het feit dat de gemeente Stadskanaal wil bereiken dat minimaal 80% van de huishoudens zich zelf redt in de 0e lijn met lichte zorg en ondersteuning, zijn dit belangrijke meetgegevens om te kunnen monitoren of de inzet leidt tot oplossingen in de eigen leefomgeving van de cliënt. Deze ontwikkelingen worden meegenomen in de doorontwikkeling van de Wmo kanteling Mantelzorg thermometer ( prestatieveld 4) Prestatieveld 4 gaat over de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. De gemeente scoort ruim hoger (77%; (2012: 69%) dan het gemiddelde van de gemeentegrootteklasse (66%; (2012:67%) en het gemiddelde van de benchmark (68%; 2012: 68%). Mantelzorgers worden door de gemeente goed gefaciliteerd omdat in verband met de gekantelde keukentafelgesprekken er meer zal worden gevraagd naar de mogelijkheden in het eigen netwerk en het beroep op mantelzorgers daardoor groter wordt. Vrijwilligerswerk thermometer ( prestatieveld 4) De gemeente Stadskanaal scoort ruim hoger (70%; (2012: 56%) dan het gemiddelde van de gemeentegrootte klasse (50%; (2012: 59%) en het gemiddelde van de benchmark (53%; (2012: 59%). Een hoge score geeft aan of er binnen de gemeente veel voorzieningen aanwezig zijn om vrijwilligers te ondersteunen, en/of er zicht is op het gebruik van de ondersteuning en er veel verschillende functies voor het vrijwilligerswerkbeleid worden uitgevoerd. Ook hier geldt dat er een goede basis is voor het toenemende beroep op vrijwilligers voor ondersteuning van medeburgers. Thermometer wonen zorg en toegankelijkheid ( prestatieveld 5) De gemeente Stadskanaal scoort ongeveer gelijk (56%; (2012: 46%) aan het gemiddelde van de gemeentegrootteklasse (56%; (2012: 58%) en het gemiddelde van de benchmark (58%; (2012: 57%). Het betreft hier het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig Pagina 3 van 5
functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch of psychosociaal probleem. Van betekenis voor de beoordeling zijn de mate waarin algemene maatregelen en voorzieningen worden ingezet, de beschikbaarheid van maatschappelijk vastgoed zoals ontmoetingsruimten en het gevoerde beleid m.b.t. aangepast, aanpasbaar en levensloopbestendig wonen. Voor deze laatste is het inzicht in het aanbod van en de vraag naar geschikte woningen voor mensen met een functiebeperking van belang omdat, gelet op het scheiden van wonen met zorg, zij een groter beroep zullen doen op aangepaste/aanpasbare woningen. In het lokaal akkoord met de woningcorporaties zal de afspraak worden opgenomen het aanbod en de vraag naar deze woningen te monitoren. Opvangthermometer (prestatieveld 7, 8, 9) Deze prestatievelden gaan over de maatschappelijke opvang en ondersteuning van dak- en thuislozen, slachtoffers van huiselijk geweld, zorgwekkende zorgmijders en verslaafden met als doel deelname aan de samenleving. De score is hoger naarmate meer ondersteuning wordt verleend dan de gebruikelijke inzet. De gemeente Stadskanaal scoort hoger (77%; (2012: 71%) dan het gemiddelde van de gemeentegrootte klasse (64%; (2012: 66%) en het gemiddelde van de benchmark (67%; (2012: 65%). Beleid en organisatie Wmo De eigen bijdrageregeling wordt in de gemeente Stadskanaal in belangrijke mate toegepast. Een eigen bijdrage is een door het college vast te stellen bijdrage die bij de verstrekking van een voorziening in natura of een persoonsgebonden budget betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit Maatschappelijke Ondersteuning van toepassing zijn. Evenals de gemeente Stadskanaal hanteren vrijwel alle gemeenten de maxima uit de wet en benutten de wettelijke ruimte voor het vragen van eigen bijdragen zoveel mogelijk. Met verwijzing naar tabel 29 en 30 (pag. 38,39) wordt opgemerkt dat met uitzondering van de voorzieningen gehandicapten de uitgaven Wmo per inwoner hoger zijn dan in vergelijkbare gemeenten en hoger dan het gemiddelde uit de benchmark. Wel is zichtbaar dat vanaf 2012 de Wmo-kanteling een positief effect heeft op hoe de uitgaven zich in de tijd ontwikkelen. Dit geldt tevens voor de uitgaven Wmo-breed per inwoner. Benchmark Wmo: monitor Wmo voorzieningen In deze benchmark gaat het om de Wmo-voorzieningen die vanuit prestatieveld 6 verstrekt worden om burgers te compenseren die beperkingen ondervinden in hun zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Centraal staan de aantallen en uitgaven voor de uitvoering van hulp bij het huishouden, woonvoorzieningen, rolstoelen en vervoersvoorzieningen. In vergelijk met de referentiegroep heeft de gemeente Stadskanaal verhoudingsgewijs een hoger percentage ouderen (grijze druk), meer huishoudens met een laag inkomen en verstrekt de gemeente Stadskanaal meer individuele voorzieningen. Achtergrondgegevens
% 65-plussers % 75-plussers % thuiswonende 75-plussers % huishoudens met een laag inkomen
Stadskanaal 2013 2012 22% 21% 9,8% 9,6% 90% 90% 9,2% 8,5%
Referentie 2013 2012 18% 17% 7,7% 7,4% 91% 91% 6,6% 6,5%
Stadskanaal 2013 2012 8,0% 7,9% 4,8% 4,8% 9,7% 9,7%
Referentie 2013 2012 4,4% 4,5% 2,8% 2,9% 5,6% 5,6%
Inwoners met een voorziening
% inwoners met een voorziening gehandicapten % inwoners met hulp bij het huishouden % inwoners met hulp in het huishouden en of voorziening gehandicapten
Pagina 4 van 5
Totaalbeeld De totale kosten voor de Wmo-voorzieningen laten sinds 2011 een dalende lijn zien, zowel voor de uitgaven hulp bij het huishouden als voor de voorzieningen gehandicapten. In verband met het verschil in sociaal-demografische opbouw t.o.v. de referentiegroep geeft de gemeente Stadskanaal echter per inwoner meer uit (€ 182; (2012: € 212) dan de gemeenten in de referentiegroep (€120; (2012: €129). Zoals al eerder aangegeven wil de gemeente Stadskanaal bereiken dat minimaal 80% van de huishoudens zich zelf redt in de 0e lijn met lichte zorg en ondersteuning. Stimuleren van meer inzet op basis van algemene en collectieve voorzieningen is daarom van belang. Dit punt wordt betrokken bij de doorontwikkeling van de Kanteling en het Wmo-uitvoeringsplan. Hulp bij het huishouden Zoals aangegeven zijn de uitgaven voor hulp in het huishouden sinds 2011 gedaald. Dit geldt zowel voor de uitgaven per inwoner als voor de uitgaven per cliënt. Opmerkelijk is dat de kosten per cliënt sinds 2012 gemiddeld onder het niveau van gemeenten uit de referentiegroep liggen. (ZIN € 3.150 (2012: € 3.330) tegen € 3.336 (2012: € 3.450); Pgb € 2.477 (2012: € 2.872) tegen € 3.233 (2012: 3.386). Wonen, rolstoelen en vervoer (Wrv) De totale uitgaven per inwoner zijn gedaald zowel als het aantal voorzieningen dat is verstrekt sinds 2011. Opmerkelijk is dat de uitgaven per inwoner in 2013 nagenoeg gelijk zijn aan die van de referentiegroep. Bij onderverdeling van de uitgaven in de categorieën woonvoorziening, rolstoelen, individueel vervoer en collectief vervoer wordt het dalen van de uitgaven, behoudens een kleine toename in 2012 voor de rolstoelvoorziening, bevestigd voor alle voorzieningen. Wel geeft de gemeente Stadskanaal voor vervoer en woonvoorziening meer uit dan de referentiegroep (pag.19, 20).
Pagina 5 van 5