Samenvatting Eindevaluatie Beter Benutten Maastricht Bereikbaar 2012-2014
Inleiding Eind 2014 is het landelijke programma Beter Benutten 2012-2014 van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu afgesloten. Maastricht Bereikbaar maakt deel uit van dit programma en heeft het eerste Beter Benutten programma nauwkeurig geëvalueerd. Deze samenvatting beschrijft de belangrijkste conclusies uit enerzijds de Technische Eindrapportage Beter Benutten 1 Maastricht Bereikbaar 2012-2014, anderzijds uit de tussentijdse evaluatie van samenwerkingsproces en organisatie, uitgevoerd door Berenschot in opdracht van Maastricht Bereikbaar. Beide documenten zijn opvraagbaar bij Maastricht Bereikbaar.
2
Wat is Beter Benutten? Het programma Beter Benutten probeert het aantal files terug te dringen tijdens de drukste tijden van de dag op de drukste plekken van het land. Er zijn door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu 12 regio’s benoemd waar de wegen beter benut kunnen worden door mensen anders te laten reizen, op andere tijdstippen te laten reizen of bijvoorbeeld vaker thuis te werken. Maastricht Bereikbaar is één van deze regio’s. Aanleiding in Maastricht zijn de grote, complexe werkzaamheden van de ondertunneling van de A2. Op voorhand werd gevreesd voor zware verkeershinder tijdens de werkzaamheden.
Deze voorspelling is niet uitgekomen. Door slimme fasering, slim bouwen en intensieve communicatie door het projectbureau A2 én een uitgebreid programma van Maastricht Bereikbaar gericht op gedragsverandering en het informeren van reizigers is de bereikbaarheid van Maastricht niet verslechterd. Tijdens de uitvoering van het programma Beter Benutten is ook veel geleerd over het realiseren van effectieve gedragsbeïnvloeding bij reizigers. Mensen anders te laten reizen of op andere tijdstippen laten reizen is een langdurig, stapsgewijs
proces waarbij automobilisten de tijd moeten krijgen om zich aan te passen en optimaal ondersteund moeten worden bij die aanpassing. Ook de actieve betrokkenheid van wegbeheerders en werkgevers is daarbij essentieel. Deze lessen worden meegenomen in het vervolgprogramma van Beter Benutten 2015-2017. De focus verschuift tijdens deze periode van de A2 naar de Maaskruisende verbindingen (de Noorderbrug en Kennedybrug) en op de uitrol naar ZuidLimburg om ook op de wegen die Maastricht uit gaan (de bruggen en de A2) auto’s uit de spits te halen.
3
Welke doelen had Maastricht Bereikbaar en wat is daarvan bereikt? Maastricht Bereikbaar had gedurende het programma 2012-2014 verschillende doelen. Hieronder staan ze gerangschikt in hoofd- en subdoelen.
1
20% minder files. Dit doel sluit aan bij de landelijke doelstelling van het gehele Beter Benutten programma. Of deze doelstelling is bereikt, zal een landelijke berekening vanuit het Ministerie van Infrastructuur & Milieu uitwijzen. Percentages per Beter Benutten regio worden op korte termijn verwacht. Eigen berekeningen van Maastricht Bereikbaar zijn bemoedigend en laten tevens zien dat de files in Maastricht in de periode 2012-2014 niet zijn toegenomen.
2
Opvangen van de groei van het aantal automobilisten op de weg. Tijdens de periode 2012-2014 is het autoverkeer naar Maastricht niet toegenomen. Zonder Beter Benutten zou er sprake zijn geweest van een toename van 3%. Maastricht Bereikbaar slaagt er tot nu toe in deze groei op te vangen. Deze doelstelling geldt tot eind 2016 (openstelling tunnel) en wordt ook meegenomen in het vervolgprogramma.
3
3.000 spitsmijdingen op de drukste rijroutes naar, van en in de stad in de ochtendspits op weekdagen. Deze doelstelling betreft een regionale vertaling van de bovengenoemde doelen, waarbij de lat naar verwachting bij aanvang van het programma hoger is gelegd dan noodzakelijk (overplanning). Maastricht Bereikbaar heeft in 2012-2014 in totaal gezorgd voor 2.200 structurele dagelijkse spitsmijdingen op deze rijroutes. De rijroutes A2 uitgaand, Noorderbrug en Kennedybrug vormen een aandachtspunt. Hier wordt de komende jaren in Beter Benutten Vervolg extra op ingezet met de opschaling van de werkgeversaanpak naar Zuid-Limburg.
4
Realisatie doelstelling convenantpartners. Eind 2014 had Maastricht Bereikbaar 26 aangesloten werkgevers die als gezamenlijk doel hebben 2.300 minder autoritten in de spits te realiseren. Het gaat hierbij om dagelijks minder autoritten in de spits van deur tot deur. Eind 2014 hebben zij 50% van deze doelstelling bereikt, waarbij moet worden opgemerkt dat de convenantpartners zich bij aanvang van het programma hebben gecommitteerd om deze doelstelling eind 2016 te realiseren. Dat betekent dat de aangesloten werkgevers twee jaar voor hun eigen gestelde streefdatum de helft van de doelstelling hebben verwezenlijkt en 75% van het totale effect van het programma 2012-2014 gerealiseerd. De bedrijven gaan in het vervolg van Beter Benutten door, waarbij extra aandacht wordt gegeven aan spitsmijdingen op de Noorderbrug en Kennedybrug. Ook worden er de komende periode nieuwe convenantpartners aangesloten in Maastricht en de regio Zuid-Limburg.
4
Welke kennis en ervaring is opgedaan met duurzame gedragsbeïnvloeding? Beter Benutten streeft weliswaar naar concrete resultaten (minder files en het beter benutten van wegen, spoor en water) maar het opdoen van ervaringen met effectieve en duurzame gedragsbeïnvloeding is minstens zo belangrijk tijdens dit programma. Maastricht Bereikbaar heeft gedurende de periode 2012-2014 veel kennis en ervaring opgedaan op het gebied van structurele gedragsverandering bij automobilisten. In de Technische Eindrapportage is per project een factsheet opgenomen met de belangrijke projectspecifieke leerervaringen en opgebouwde kennis. Op programmaniveau zijn de volgende zaken opvallend.
• Gedragsverandering is
een langdurig stapsgewijs proces Gedragsbeïnvloeding is geen kwestie van een eenmalige actie. De doelgroep moet stapsgewijs begeleid worden tot duurzaam ander gedrag dan met de auto in de spits naar Maastricht te reizen. MB heeft een methode ontwikkeld van 5 stappen die de forens begeleidt van een eerste probeerervaring tot ondersteuning na aanschaf van een eigen e-bike, fiets of OV chipkaart. 2.000 automobilisten hebben gedurende 2012-2014 deelgenomen aan één of meerdere acties. Gemiddeld genomen zijn deze deelnemers 50% van hun spitsritten structureel gaan mijden dankzij hun deelname aan het programma.
• Gedragsverandering heeft
effect op het hele wegennet Uit de analyses blijkt dat mensen die de auto laten staan hiermee vaak effect hebben op meer dan één van de vijf drukste rijroutes naar, van en in de stad. In totaal heeft Maastricht Bereikbaar ervoor gezorgd dat er elke dag in de ochtendspits 1.350 minder auto’s de weg op gaan. Zij hebben samen geleid tot de 2.200 minder autoritten op de vijf drukste rijroutes. Een forens die de ochtendspits mijdt met de auto mijdt daarmee dus meer dan 1 van vijf drukste rijroutes (gemiddeld 1,6 corridor per spitsmijder). Veel voorkomende combinaties zijn bijvoorbeeld verkeer vanaf de A2 of A79 richting Maastricht dat ook via
de Noorderbrug of via de Kennedybrug naar het werk rijdt. Verder is het niet eenvoudig om gedragsverandering te realiseren op specifieke routes. Een groot deel van de behaalde effecten is gerealiseerd op een verzameling van toegangswegen naar belangrijke bestemmingen in het Centrum, Beatrixhaven, Wyck en Randwyck, maar ook in Sittard-Geleen en Heerlen. Deze informatie is gebruikt bij het opstellen van de secundaire doelen voor het vervolgprogramma Beter Benutten om ook in deze regio’s een zichtbaar effect te bereiken.
5
Welke bijkomende effecten heeft het programma gerealiseerd? Gedurende het programma heeft MB enkele effecten gerealiseerd die niet primair tot de doelstellingen van Beter Benutten hoorden maar wel een gunstig effect hebben op milieu, economie en imago van de stad.
• Meer tevredenheid over
bereikbaarheid: In 2014 gaf 19% van deze automobilisten aan dat de bereikbaarheid (sterk) is verbeterd, ten opzichte van 16% in 2013, ondanks de grote werkzaamheden. Daarnaast blijkt dat automobilisten in de regio ook minder last hebben van files. Op gemeentelijke wegen gaf in 2014 39% van de automobilisten aan last te hebben van files, tegenover 43% in 2013. Op de snelwegen is de filebeleving ook gedaald: van 60% in 2013 naar 58% in 2014.
• CO2 reductie:
De gerealiseerde reductie in autokilometers leidt tot een reductie van 650.000 kg CO2 uitstoot door autoverkeer per jaar. Verkeer is verantwoordelijk voor 10% van de totale CO2 uitstoot in Maastricht. De door Maastricht Bereikbaar gerealiseerde reductie van CO2 uitstoot bedraagt ca. 0,4% van de totale CO2 productie van verkeer in Maastricht.
• Extra bezoekers aan Maas-
tricht op topdagen: Op topdagen heeft Maastricht Bereikbaar ingezet op het realiseren van minder autoritten in de stad door het OV te promoten. Uit de evaluatie van het 2 euro kaartje blijkt dat 29% van de gebruikers van het kaartje zonder het aanbod helemaal niet naar Maastricht was gekomen. De inzet van het kaartje tijdens Magisch Maastricht (december) leverde in 2014 daarom ca. 3.300 extra bezoekers op voor de stad. Dit is voor VVV/Centrummanagement reden om actief te participeren in het project.
6
Welke lessen worden meegenomen naar het Vervolg Beter Benutten 2015-2017? Maastricht Bereikbaar heeft dankzij monitoring en evaluatie veel kennis opgedaan over de effectiviteit van diverse soorten gedragsbeïnvloedingsmaatregelen. Onderstaande lessen zijn verwerkt in de plannen van aanpak voor het programma Beter Benutten Vervolg Maastricht Bereikbaar 2015-2017.
• Gedrag veranderen kost
tijd: De belangrijkste les voor gedragsbeïnvloeding is dat een structurele gedragsverandering niet van de ene op de andere dag gerealiseerd kan worden. De automobilist is erg gewend aan zijn gewoontegedrag. Dit gedrag moet stap voor stap doorbroken worden. Een goede strategie hierbij is om de automobilist te benaderen op een goed moment, zoals tijdelijke afsluitingen van een weg, een verhuizing of nieuwe werkplek. Vervolgens is het zaak om hem/haar te verleiden tot het uitproberen van ander gedrag met bijvoorbeeld het gratis uitproberen van OV of e-bike. Het probeeraanbod moet altijd opgevolgd worden door een vervolgaanbod en gericht op intrinsieke motieven van de deelnemer. Maastricht Bereikbaar heeft in totaal 10 stappen geïdentificeerd die belangrijk zijn bij een succesvolle gedragsaanpak.
• Samenwerken betekent
samen doelen stellen: Maastricht Bereikbaar is erin geslaagd een zeer groot netwerk op te bouwen van samenwerkende partijen. Veel van deze partijen hebben ook een plek en actieve rol in de stuurgroep van Maastricht Bereikbaar. Het programma wordt mede mogelijk gemaakt door de actieve inzet van alle overheden, uitvoeringsorganisaties van de grote projecten, binnenstadondernemers, mobiliteitsaanbieders, grotere werkgevers en kennisinstellingen. Het succes van de samenwerking is dat met alle partijen is afgesproken wat de concrete doelen zijn van de samenwerking. Wel moet er tijdig worden nagedacht over de toekomst van het programma na 2017 en de rol van de verschillende partijen daarin. Omdat de financiering van overheidswege na 2017 afgebouwd zal worden, moet er worden nagedacht over nieuwe vormen van financiering of het opstellen van business cases. Vooral voor wat betreft dat laatste is een sterke rol voor
het bedrijfsleven weggelegd. Dat past bij het streven om bedrijven een sterkere rol te geven in de aansturing en uitvoering van het programma. De komende twee en een half jaar zal hier met de betrokken partijen aan gewerkt moeten worden.
• Opschaling is wenselijk en
noodzakelijk: Maastricht Bereikbaar had in 2012-2014 het uitgangspunt dat er alleen ingezet werd op de bereikbaarheid van Maastricht. Uitbreiden naar Zuid-Limburg is noodzakelijk om ook auto’s uit de spits te halen op het uitgaande verkeer in Maastricht. Dit sluit aan bij de ambitie van Beter Benutten om regio’s meer met elkaar in verbinding te brengen, kennis te delen en de werkwijze te verankeren in het overheidsbeleid op alle schaalniveaus. Maastricht Bereikbaar heeft de ambitie om voor het vervolgprogramma de banden met de andere regio’s zoals Sittard-Geleen en Heerlen, maar ook in de Euregio strakker aan te trekken om meer van elkaar te leren en samen te werken bij de opzet en uitvoering van projecten.
7
Welk draagvlak is er gecreëerd voor de doelen van Maastricht Bereikbaar? Naast de evaluatie van de projecten is ook gekeken naar de samenwerking en organisatie achter Maastricht Bereikbaar (procesevaluatie Berenschot 2015). Het commitment met de doelen van Maastricht Bereikbaar is groot, zo blijkt uit de tussentijdse evaluatie naar de samenwerking en organisatie onder stakeholders (overheden, aangesloten bedrijven en projectleiders van het programmabureau). De noodzaak om auto’s uit de spits te halen wordt volledig onderschreven door de verschillende partijen. Dankzij de zichtbare resultaten blijven betrokkenen gemotiveerd om aan dit doel te werken. Ook de noodzaak om gedrag te veranderen wordt onderschreven. Er is een breed besef dat er een lange adem nodig is voor een structurele gedragsverandering en dat de komende jaren cruciaal zijn om dit gedrag te verankeren. Een aandachtspunt is de verandering op lange termijn: blijven forenzen dit gedrag vertonen nadat het programma eindigt en grote infrastructurele werkzaamheden voorbij zijn?
Daarnaast blijkt uit de evaluatie verder dat het bedrijfsleven goed is aangesloten op het programma en er voldoende gelegenheid is om invloed uit te oefenen op het programma en de achterliggende doelen. De doelen zijn zo geformuleerd dat ze concreet en aansprekend zijn en daardoor goed communiceerbaar richting de werknemers. Tijdens halfjaarlijkse bijeenkomsten worden de behaalde resultaten per bedrijf gepresenteerd, wat als stimulerend en uitdagend wordt ervaren en bijdraagt aan een gezonde, onderlinge rivaliteit. Dankzij de inzet van de mobiliteitsmakelaars binnen het programma is er veelvuldig contact met het bedrijfsleven. Daarbij is er steeds oog voor de achterliggende belangen. Wel is er nog winst te behalen door meer differentiatie aan te brengen tussen de bedrijven op basis van de verschillende kenmerken van bedrijven en organisaties.
Bedrijven zelf lijken er zich steeds meer bewust van te zijn dat de bereikbaarheid van stad en regio een cruciale factor is in de aantrekkelijkheid als vestigingsplaats en de onderlinge concurrentie tussen regio’s. Ook factoren als ‘employer branding’ (een aantrekkelijke werkgever in de concurrentie om talent) en duurzaamheid nemen steeds meer in belang toe. Daarnaast geven veel organisaties aan dat kostenoverwegingen een belangrijke factor zijn. Maastricht Bereikbaar weet goed op deze verschillende belangen in te spelen, zo blijkt uit de evaluatie.
8
Hoe is de organisatie achter Maastricht Bereikbaar geëvolueerd? De organisatiestructuur heeft zich de afgelopen twee jaar ontwikkeld van een projectenorganisatie naar een programmaorganisatie. De samenhang tussen de afzonderlijke projecten is toegenomen en er wordt veel meer programmatisch gestuurd. In het verlengde daarvan zijn processen en werkwijzen binnen de organisatie geprofessionaliseerd. De huidige (programma)sturing past beter bij de doelen dan een projectsturing. Wanneer projecten niet van de grond komen of onvoldoende effect sorteren worden deze vervangen door andere projecten die wel kunnen bijdragen aan de gestelde doelen. Uiteindelijk gaat het om het realiseren van de doelen en niet om het uitvoeren van projecten. Aandachtspunten zijn een verdere groei van de omvang van het programmabureau en blijvende aandacht voor programmasturing boven projectsturing. De onderlinge communicatie en achterliggende waarden (zoals transparantie, vertrouwen en
openheid) worden als positief ervaren door de verschillende betrokken partijen. Daar waar er sprake is van beginnende irritatie (bijvoorbeeld in de door bedrijven soms ervaren veelheid van monitoring) wordt deze (dankzij de korte lijnen) meteen ter sprake gebracht en worden verbetermaatregelen genomen. De onderlinge verhoudingen blijven daardoor over het algemeen goed. Dankzij de stabiele en bestendige samenwerking is ook het begrip tussen de publieke en de private kant van de samenwerking nog steeds groeiende. Tegelijkertijd wordt er van private zijde op gewezen dat de ‘verantwoordingscultuur’ die kenmerkend is voor de overheden, de beoogde innovatie, flexibiliteit en snelheid van handelen niet in de weg mag staan. Tot op heden lukt het om in dit spanningsveld vruchtbaar te opereren. De ontwikkeling van het ambtelijk leiderschap (zowel de programmaleiding als de projectleiders als de ondersteunende staf) dragen in belang-
rijke mate bij aan de positieve ontwikkeling van de samenwerkingscultuur. Datzelfde geldt voor de professionalisering van de sturing en de werkwijzen. Zowel de zichtbaarheid als het imago ontwikkelen zich positief. Alhoewel er geen concrete cijfers beschikbaar zijn, is het algemene oordeel dat de naamsbekendheid van het programma groot is. Dat geldt vooral bij grote bedrijven en voor de inwoners. Bij het MKB is de naamsbekendheid nog gering. Partners en bedrijven willen graag geassocieerd worden met het programma. Dat wijst op een positieve imago. Overall concluderend uit de evaluatie blijkt dat het huis ‘Maastricht Bereikbaar’ op orde is. Zowel aan de ‘harde’ kant (structuur en sturing, de processen en de procedures, de monitoring en de bedrijfsvoering) als aan de ‘zachte’ kant (samenwerking, cultuur, imago) heeft MB zich doorontwikkeld tot een volwassen en goed draaiend programma. 9
Welke aandachtspunten spelen een rol om de doelen van MB ook na 2017 te verduurzamen? Uit de tussentijdse evaluatie van Berenschot blijkt een aantal aspecten dat aandacht verdient rondom de verduurzaming van de doelen van Maastricht Bereikbaar, nadat het vervolgprogramma Beter Benutten 2015-2017 eind 2017 afloopt. Berenschot adviseert Maastricht bereikbaar deze de komende periode verder te onderzoeken.
• Momenteel leunen regionale
partners en bedrijven voor de uitvoering en de communicatie sterk op Maastricht Bereikbaar. Welke mogelijkheden zijn er om partners en bedrijven meer in de lead te laten komen en zelf als Maastricht Bereikbaar meer een faciliterende rol in te nemen? Daarbij moet ook worden nagedacht over welk organisatorisch vervolg bij de lange termijn visie hoort. De vraag is welke rol of vorm de programmaorganisatie hierin kan vervullen. • Het succes van de spitsmijdingen is nog onzeker. De gedragsverandering lijkt
duurzaam te zijn maar dit kan nog onvoldoende worden aangetoond omdat deelnemers na enige tijd terug kunnen vallen in het oude gedrag. Daarom wordt het behoud van het gerealiseerde effect ook de komende jaren nauwkeurig gemonitord. • Ook is het nog te vroeg om vast te stellen of de doelen van het programma voldoende verankerd zijn binnen de deelnemende organisaties. Daarvoor is blijvende inspanning en commitment, creativiteit en innovatievermogen en doorontwikkeling van de opgebouwde samenwerking en organisatie nodig.
• De rol van het Rijk (Minis-
terie van Infrastructuur en Milieu en Rijkswaterstaat) is voorlopig nog onmisbaar. Zowel in het organiseren van druk en politieke steun en het beschikbaar stellen van middelen als in de concrete ondersteuning. Naarmate de innovatie toeneemt en de methode meer verankerd raakt in de regio wordt de kennisfunctie van het Rijk belangrijker. Veel kennisvragen gaan de schaal van de regio te boven. Dat geldt niet alleen voor het ITS programma, maar ook voor inzichten in gedragsbeïnvloeding.
10
11
Maastricht Bereikbaar Postbus 1992 6201 BZ Maastricht (043) 351 63 59
[email protected] Kijk ook eens op: www.maastrichtbereikbaar.nl Of volg ons via: Twitter: @naarMaastricht of @bereikbaar043 Facebook: MaastrichtBereikbaar 12