SAMEN OP 40 WEG Don Bosco Noord-Zuid 1969
jaar 2009
2
T WEED E KWA RTA A L 2009
p3
HISTORIEK 40 JAAR
Driemaandelijks tijdschrift: Zeventiende jaargang nr 2
p 12
PROCESBEGELEIDING
p 14
Dienst Missie en Ontwikkelingssamenwerking
OOSTENDE SOLEXT
België - Belgique P.B. - P.P. Gent X 3/1751 Afgiftekantoor Gent X ISSN=1370-5814
P 602488
2
Respect a.u.b. Op zondag 22 februari laatstleden, op de vooravond van de Oscarsuitreiking in Hollywood, vond in de Indiase sloppenwijken van Mumbai een betoging plaats.
Op zondag 22 februari laatstleden, op de vooravond van de Oscarsuitreiking in Hollywood, vond in de Indiase sloppenwijken van Mumbai een betoging plaats. Ze was tegen de nominatie van de film ‘Slumdog millionaire’ gericht die gaat over een jongen uit de sloppenwijken van Mumbai die een tv-quiz wint en daardoor aan zijn leven een totaal nieuwe wending geeft. De betogers reageerden niet alleen tegen de titel van de film ‘Slumdog’, wat straathond betekent. De titel vonden ze een belediging voor de bewoners van de sloppenwijken en ze waren evenmin gelukkig met de manier waarop de levensomstandigheden van de kinderen en andere bewoners in beeld waren gebracht. Volgens hen hadden de filmmakers de bewoners en ook de spelers in de film, kinderen uit de sloppenwijken, met te weinig respect behandeld. Zij voelden zich beledigd. Ook de Vlaamse zuster Jeanne Devos, die al jaren met haar Domestic Workers Movement in de sloppenwijken van Mumbai werkt, had kritiek op de film. ‘Slumdog is heel slecht gekozen. Ik vind het tegen de waardigheid van elk kind en elke persoon. Het is niet omdat je in een sloppenwijk bent geboren, dat je minderwaardig bent’, zei ze. Het voorval deed me denken aan een aantal ontmoetingen, begin februari ’09, met vrouwen, leden van zelfhulpgroepen in verschillende dorpen van Tamil Nadu in India. Samen met de verantwoordelijken van een salesiaans regionaal ontwikkelingsbureau bracht ik er een bezoek. Na de gebruikelijke feestelijke en hartelijke begroeting kon ik via een tolk in gesprek treden met deze eenvoudige vrouwen.
Op mijn vraag: ‘Wat heeft het werk van deze Don Bosco-organisatie, met haar vele initiatieven voor een integrale ontwikkeling, u het meest bijgebracht?’, antwoordden de vrouwen heel overtuigend: ‘zelfrespect’. ‘Vroeger werden we niet gerespecteerd, want we zijn maar ‘dalits’, van de laagste kaste. We werden geweerd om onze afkomst. De medewerkers van Don Bosco hebben wel respect voor ons getoond, zij hebben onze mogelijkheden en kwaliteiten gezien en hebben ons vormingskansen aangeboden. We hebben ze met beide handen gegrepen. Dank zij het betoonde respect zijn we een nieuwe wereld, een wereld van kennis en vorming, van zelfrespect en zelfvertrouwen binnengestapt. Elke dag is een nieuwe ontdekking, maar bovenal de ervaring dat wij er sterker door worden en onze toekomst, in overleg met de welzijnswerkers, in eigen handen mogen nemen, stemt ons heel blij. Dat geldt ook voor heel wat kinderen uit onze gezinnen die nu bij Don Bosco mogen studeren. Het betoonde respect heeft ons allen een waardigheid geschonken en een groeiend geloof in de toekomst.’ Het waren beklijvende woorden die me zullen bijblijven. Terecht! Elke mens heeft recht op respect, heeft het recht gerespecteerd te worden juist omdat hij/zij een mens is. Het is het basisbeginsel van de mensenrechten. DMOS-COMIDE wil er samen met haar partners in het Zuiden blijvend werk van maken: respect voor de eigenheid van elke mens, van elk kind. We rekenen met dank op uw sympathie.
Omer BOSSUYT, voorzitter
ZUID
3
De geschiedenis van altijd beter (1) 1969 - 1999
40 1969
‘Op zoek naar de oase’ luidt daarvan de titel. Daaruit putten wij dankbaar voor beklijvende impressies. Graag hadden wij ook Gerrit van Asperdt gesproken, maar zijn gezondheidstoestand maakte dat onmogelijk. Voor die eerste dertig jaar (in volgend nummer brengen wij u het verhaal van het jongste decennium) hadden wij wel een uitvoerig gesprek met een vrouw die er nagenoeg van bij het begin en tot 1999 bij was: zuster Ursuline Ghislaine Debusschere. Een goudmijn aan feiten- en mensenkennis en medewerkster met hart en ziel.
_ HET BUREAU Tot op vandaag spreken oudere personeelsleden van DMOS-COMIDE over ‘het bureau’ waar zij sedert het eind van de jaren zeventig werkten. Zo schrijft MarieJosée Philippet over ‘het bureau’ eind 1969: ‘Ons voornaamste werk was dossiers opmaken om de nodige fondsen te zoeken, de vele privégiften voor
jaar 2009
MIDE DMOS-CO missionarissen te beheren en missietentoonstellingen te organiseren.’ Met als grondvoorwaarde dat de projecten moesten bestemd zijn voor ‘de meest arme, plaatselijke bevolkingen’. Aanvankelijk was het bureau bedoeld voor de salesiaanse provincie van CentraalAfrika, maar al in de eerste maanden na de start dienden zich andere congregaties aan. Lubumbashi keurde die opening goed. Het hek was van de dam. Via Nederland (het moederland van Gerrit van Asperdt), Scandinavië en andere Europese landen werd een netwerk gestart, contacten gesmeed met andere ngo’s en overheden (zoals met Oxfam in Oxford). De eerste projecten werden toegewezen, bijzonder genoeg: in Israël, Libanon en Egypte. Maar toen in 1973 het Comité voor Missionerende Instituten ‘het bureau’ erkende en de naam veranderd werd in ‘DMOS-COMIDE’ oriënteerde de werking zich voornamelijk naar projecten en landen van Belgische missionarissen overal in het Zuiden.
Ghislaine Debusschere: 'Om gist te zijn in het deeg, dichter bij mensen te leven.'
1/2009
Een man, een vrouw landen op Zaventem op het eind van het woelige 1968. Tumultueus was ook hun eigen leven. Hij, 43, was missionaris geweest in Congo, ‘le père des voyous’ noemden ze hem ginds, zij, 44, kwam met hem terug naar de Lage Landen om met hem te trouwen en te leven. Gerrit van Asperdt en Marie-Josée Philippet hadden hun hart aan elkaar en aan Afrika verloren. Lubumbashi zag een toegewijd missionaris, salesiaan van Don Bosco, vertrekken, maar Congo en Afrika en na verloop van jaren het hele Zuiden genoten tientallen jaren van wat eerst een ‘Coördinatiecentrum van Sociale Werken’ en vandaag ‘Dienst aan Missie en Ontwikkeling’ zou heten. Nu al veertig jaar lang. Voormalige salesiaan Gerrit van Asperdt zou een lijvig dagboek schrijven en laten ‘stencilen’ over die turbulente jaren van afscheid aan Congo en de nieuwe start in Brussel. Maar zijn vrouw, Marie-Josée Philippet, onlangs overleden, liet een tijdsdocument na over de eerste vijfentwintig jaar van wat nu DMOSCOMIDE heet.
SAMEN OP WEG
_ OP ZOEK NAAR DE OASE
4
_ VERSTERKING ‘Op 29 augustus 1972 moest salesiaan Rik Renckens, die aan de basis van onze activiteiten lag toen wij Zaïre verlieten, om gezondheidsredenen Afrika verlaten. Hij bood aan om bij ons te komen werken als voorzitter van de Stichting en Gerard was daar enorm blij mee.’ Dat schrijft MarieJosée Philippet in haar relaas. Van toen af aan zou de tandem Van Asperdt-Renckens het gezicht van DMOS-COMIDE voor dertig jaar bepalen. ‘Altijd beter en, als het kan, steeds efficiënter,’ was het gezegde dat de pioniers dreef.
Vandaag woont zuster Ghislaine Debusschere (70) in haar Ursulinengemeenschap in Lier. Aanvankelijk gaf zij les, maar vanuit een experimentele zustergemeenschap in Grimbergen belde zij in 1972 aan bij DMOS-COMIDE om er te helpen. ‘Om gist in het deeg te zijn, dichterbij de mensen en de wereld,’ zo preciseert ze. et Philipp Josée Bij de Don Bosco-ngo was ze tot haar Eind 1997 besluit Marievan naam in ook zestigste werkzaam. In 1999 koos zij haar pioniersdagboek die n jkhede moeili ervoor om een zieke medezuster bij te Gerrit van Asperdt: ‘De moeien e pijnlijk staan en de mooie tijden die ze meemaakwij ontmoetten, de soms onder elkaar wij te achter zich te laten. Ze werd nog lid van lijke situaties waarin bij r dichte steeds de Algemene Raad van haar congregatie en steunden en die ons de ons gaven en elkaar bracht is nu verantwoordelijke voor de boekhourijk belang een om kracht ding van haar communiteit. Zo laten.’ te ons werk achter was het. Van 1969 tot 1990 Meer dan een kwarteeuw lang zorgde zij loodste Gerrit van Asperdt voor de boekhouding , tikte zij dossiertekDMOS-COMIDE naar wijdver- sten uit, fatsoeneerde zij andermans tekbreide faam en ondersteuning sten, stond zij in voor kleinere projecten van missionaire projecten in die werden ingediend bij de Europese Unie het Zuiden. Wegens de gezond- en bediende zij de in die tijd onmisbare heidstoestand van Marie-Josée stencilmachines. Dat alles binnen de famitrokken zij zich beide terug in liesfeer die DMOS-COMIDE kenmerkte. 1990. Aanwervingen verliepen informeel, sollicitaties gebeurden nog op de tram via ‘de zus van’, het was de tijd dat er probleemLIER UIT UGEN _ HET GEHE loos gerookt werd in eetzaal en gangen, de Gerrit van A tijd van gemakkelijke mensen, harde wersperdt en Rik vele dan Renchens an salesia ‘Hij was meer kers en soms minder gemakkelijke mensen. zuster voegt ,’ kende anderen die ik Ghislaine Debusschere: ‘Als het nodig was, als toe eraan schere Ghislaine Debus kwamen wij zelfs op zaterdag werken. ‘Ik t. meer Asperd steeds van ook er Ondertussen kwamen Bijvoorbeeld om te verhuizen. Er was niet zij het heeft over Gerrit en n erkers werke medew samen meer opdrachten en vooral echt een prikklok nodig. Weet je, ik droommocht 18 jaar met hem pergezind 20 met slecht eer uur ongev bij. In 1983 waren ze de al op het einde van het verlof om terug ik heb hem geen half die had ligers goed, vrijwil werk van het soneelsleden. Naast tal te keren naar Brussel en mij in te zetten gekend. Hij verdeelde t en respec kwam e toond chten en zich voor allerlei opdra voor DMOS-COMIDE.’ een oog voor iedereen inzetten. Waar de kantoorruimte eerst voor wat je moest doen. Als ik mij al eens beperkt bleef tot een verdieping boven een oversliep en mij verontschuldigde bij hem, slagerij in de Molenbeekse Belgicalaan, zei hij: ‘Dat komt omdat jij het wellicht verhuisde men naar de Leopold II-laan tus- nodig had!’ Als er een busstaking was, sen de Kruidtuin en de basiliek van kwam hij mij thuis afhalen.’ Koekelberg. Eerst naar het nummer 179, dan naar het huidige nummer 195.
1969
40 jaar
2009
dt it Gernr Asper va
ZUID
5
Marie-Josée Philippet
2/2009
De zon valt overvloedig binnen in haar kloosterkamer. Wij drinken allebei ons glaasje water leeg. Het gesprek roept bij haar ook in de daaropvolgende dagen heel wat herinneringen wakker. Aan drukke, avontuurlijke jaren. ‘Ja, ik ben een beetje zenuwachtig gebleven, maar ’s nachts ben ik de kalmte zelf.’ Aan zovele mensen. Aan mensen die, zoals Gerrit van Asperdt de vriendelijkheid zelf waren (‘Hij zei al já voor je iets vroeg’), aan uitstappen met het nieuwe, een (waarbij personeel in de liep n verlore Spaanstalige collega ’s uur 6.00 van Efteling). Aan werkuren s. avond ’s morgens tot 19.00 uur Veertig jaar Don Bosco-ngo. Meer dan de helft ervan meegemaakt en meegedragen. Mee de schouders gezet onder een project van een man van wie zij zegt, zoals men zei ‘dat hij zijn geloof verloren had’, maar die met zijn vrouw en zovele grote harten het beste van zichzelf gegeven heeft. En zodoende een belangrijk werk deden groeien en bloeien.
Marc VAN LAERE
SAMEN OP WEG
Twee taken lagen Ghislaine na aan het hart. Allereerst was er sedert 1976 de dienst AVAP (Aankoop en Verkoop van Artisanale Producten). In samenwerking OxfamDelen, Broederlijk met Liefde van ers Broed Wereldwinkels en de die laan opges rpen werden er kunstvoorwe nnstelli tentoo dan in de befaamde ‘missie ht. verkoc n werde gen’ overal te lande Daarnaast werkte zij gedeeltelijk ook voor MEMISA België dat zijn sociale zetel op de Leopold II-laan had. Eind 1983 had Gerrit van Asperdt nog laten verstaan: ‘Alvorens het werk neer te leggen, zou ik nog Memisa in België willen starten.’ In 1989 kon Memisa België op eigen vleugels vliegen. Vanaf het begin van de jaren negentig werd stilaan en noodgedwongen de overgang gemaakt naar de informatisering van het werk op DMOS-COMIDE. Salesiaan Stan Provoost werd de nieuwe directeur van de ngo. Hier en daar kwamen veranderingen die Ghislaine niet altijd gemakkelijk vielen: ‘Het was alsof de huiselijke sfeer verloren ging ten voordele van een meer rigoureuze aanpak. Er kwamen discussies over de verloning van de personeelsleden. Tegelijk bleef het huis ongelooflijk veel projecten lanceren en beheren. Ik heb nog net meegemaakt dat in 1999 Françoise Léonard directrice werd in opvolging van Stan Provoost. Maar toen was er al duidelijk een nieuwe tijd aangebroken in Brussel. Ook op het vlak van de projectwerking.’ (nvdr. hierover meer in SOW nr. 3) Maar over die laatste jaren besluit Ghislaine wijs: ‘Waar er mensen zijn, wordt er gemenst.’
40
19 69
jaa r 20
09
DM OS -CO MI DE Wordt vervolgd. 1969
40 jaar
2009
6
40 jaar in India In februari 2009 vierde Don Bosco in Chennai (India) zijn 75ste verjaardag. Niet toevallig werd ook DMOS-COMIDE uitgenodigd op de receptie én het avondfeest.
_ BOUWJAREN In de loop van haar veertigjarig bestaan is DMOS-COMIDE sterk betrokken geweest bij de ondersteuning van de salesiaanse werken in India. Madras, het huidige Chennai, was het bruggenhoofd voor de salesiaanse aanwezigheid op het Indische continent. Het aantal salesianen groeide snel aan en snel werden nieuwe salesiaanse provincies gesticht. Dat liet hen toe om in versneld tempo nieuwe vestigingen te stichten, met een bijzondere aandacht voor onderwijs en opvoeding, scholenbouw en de opvang van arme jongeren en wezen in de internaten en huizen voor straatkinderen. De financiële noden waren zeer groot en zo vonden de verantwoordelijken in India vrij vlug de weg naar de ngo’s in Europa. Ze klopten ook aan bij DMOSCOMIDE met heel concrete vragen voor ondersteuning bij de bouw van technische scholen en opvanghuizen voor straatkinderen waar ook aangepaste trainingsprogramma’s werden aangeboden. In de jaren zeventig van de vorige eeuw begon DMOSCOMIDE aan de bouw van een indrukwekkende reeks technische scholen en opleidingscentra over heel India.
De salesianen van Don Bosco, trouw aan hun missie en doelgroepen, kozen vanaf het begin voor de armsten in de Indische samenleving. Dat ging niet altijd even gemakkelijk. In Chennai bijvoorbeeld werd hun keuze aanvankelijk niet gewaardeerd door de hogere sociale rangen en kasten. Jorge Peñaranda met de 2 chicos van Breña (Lima)het Daarom trokken salesianen verder binnenland in op zoek naar sterk onderontwikkelde regio’s met achtergestelde bevol-
sionele opleiding in het dagonderwijs. Maar onze afdelingen openen ook hun deuren voor speciale vaardigheidstrainingen aan straatkinderen uit enkele Don Boscohomes in de stad die hier via avondlessen een kans
‘De keuze van Don Bosco voor armen werd aanvankelijk niet gewaardeerd door de hogere rangen.’ kingsgroepen. Zo trokken de pioniers in de deelstaat Tamil Nadu naar Tirupattur en Vellore. Hier werden zij wel aanvaard door de plaatselijke gemeenschappen en kregen zij via hun parochies vaste voet aan de grond. De inplanting van opvanghuizen en technische- en beroepsscholen van de salesianen van Don Bosco heeft het onderwijslandschap in verschillende deelstaten wezenlijk veranderd. Dat getuigt ondermeer Fr. Francis Sebastian, directeur van de technische school St.-Jozef in Vellore, waar DMOS-COMIDE een grote ondersteuning heeft gegeven. “Deze school”, zegt hij me, “met haar drie afdelingen: houtbewerkingmeubelmakerij, elektriciteit en mechanica lasserij staat symbool voor de tientallen technische scholen die mede dankzij de steun van DMOS-COMIDE over heel India werden gebouwd. Zowel externe als interne leerlingen, vooral uit de armere sociale lagen, volgen hier een technische en profes-
krijgen om de basistechnieken van een beroep aan te leren. Het biedt hun de kans om aan de straat te ontsnappen en zo aan werk te geraken.” “De geschiedenis heeft duidelijk aangetoond”, betoogt hij verder, “hoe groot de impact is van de bouw van technische scholen, waarin DMOS-COMIDE substantieel heeft bijgedragen, op de sociale structuren van heel wat regio’s en dus niet alleen in Tamil Nadu. Duizenden kinderen uit de armste bevolkingsgroepen, de ‘daliths’, hebben dankzij het aanbod van de salesianen van Don Bosco een vormingskans gekregen die anders ondenkbaar was voor hen. De waarde hiervan mogen we niet onderschatten”. In de loop van de voorbije vijfendertig jaar werd aan de onderwijsweg getimmerd en werd er veel gebouwd. Vandaag de dag zijn
ZUID
_ ANDERE WEGEN GAAN Eind de jaren 1990 veranderde de ontwikkelingspolitiek van DMOS-COMIDE, mede onder invloed van nieuwe strategische inzichten op het domein van ontwikkelingssamenwerking. DMOS-COMIDE opteerde voor de uitbouw van plaatselijke ontwikkelingsbureaus en een nauwere samenwerking met hun partners in het Zuiden die de interventies meer programmagericht stuurden. De scholenbouw werd niet stopgezet, maar werd gekaderd in een totaalplan voor één bepaalde salesiaanse provincie of regio. De diversiteit van de interventies en acties werd sterk uitgebreid en vastgelegd na participatieve strategische planningssessies met de partners. De ontwikkelingsbureaus werden zo actief betrokken bij het nationale initiatief voor de implementering van een duurzame ontwikkelingsstrategie voor laaggeschoolde jongeren en kansarme vrouwen. Daarvoor werden en worden verschillende sessies en workshops ingericht en pilootprojecten opgestart. Naast de opleidingen en diensten die tewerkstelling beogen staan de vormingscentra in voor tal van socio-educatieve activiteiten die daarbij aansluiten en zo het integraal karakter van het salesiaans opvoedingsproject illustreren en waarmaken. DMOS-COMIDE beoogde in haar samenwerking met de plaatselijke ontwikkelingsbureaus de realisatie van o.a. volgende doelstellingen: organisatorische versterking om de effectiviteit te verhogen, de capaciteitsopbouw, begeleiding en ondersteuning van scholen, organisaties en groepen. We vinden dat terug in de activiteiten die de
uit de laagste kasten. Zij komen uit de dorpen die je bezocht hebt en waar het werk van de zelfhulpgroepen snel uitbreiding neemt. Het zijn allemaal heel bekwame leerlingen die dank zij de keuze van de salesianen van Don Bosco en in samenwerking met de medewerkers van de ontwikkelingsbureaus de kans krijgen om te studeren. Zonder het integrale vormingsplan van het ontwikkelingsbureau was dat niet denkbaar. Nu krijgen ze hier een vorming op universitair niveau en hun diploma wordt door de staat gehomologeerd. Wanneer deze jongeren hier afstuderen hebben ze onmiddellijk een plaats op de arbeidsmarkt.”
2/2009
‘Wat hier vandaag gebeurt, was twintig jaar geleden ondenkbaar.’
ontwikkelingsbureaus ontplooien in de programma’s voor de ontwikkeling van de gemeenschappen: geïntegreerde samenhangende ontwikkelingsprogramma’s voor dorpen, versterking voor initiatieven aan de basis in de dorpen op het platteland, capaciteitsopbouw van zelfhulpgroepen, de organisatie van een plan voor de toegang tot de arbeidsmarkt, enz. In Chennai, Vellore, Veeralur en Polur ontmoet ik leden van het ontwikkelingsbureau SURABI die mij met veel enthousiasme hun werking voorstellen. “Wij beogen”, zeggen ze, “ een integrale opvoeding en ontwikkeling van de plaatselijke gemeenschap via zelfhulpgroepen waarbij duizenden vrouwen betrokken zijn, of via een studieaanbod aan bekwame kinderen uit de dorpen in internaten en scholen. Wij doen het ook via gemeenschapsopbouw in de dorpen of door bescheiden projecten van microfinanciering, enz”. Fr. Christy John die in de dorpen rond Veeralur vooral begaan is met de versterking van de plattelandsgemeenschappen legt ons uit hoe de werkmethodes die DMOS-COMIDE hun aangeleerd heeft in de verschillende vormingssessies, perfect toepasbaar zijn in de globale organisatie en het beheer van de zelfhulpgroepen: een participatieve structuur en werking waarbij leden worden versterkt en gewapend om hun eigen mogelijkheden uit te bouwen. In Veeralur getuigen arme vrouwen hoe zij zich nu eindelijk gewaardeerd voelen en kansen krijgen tot studie of tot het aanleren van aan aantal professionele vaardigheden. “Wat hier vandaag gebeurt, was twintig jaar geleden ondenkbaar. Wat zich hier voltrekt binnen deze plaatselijke gemeenschap stemt ons heel blij en maakt ons sterk. Door de aangeboden vorming komen we niet alleen als persoon sterker voor de dag, maar evenzeer als gemeenschap. Samen staan we nu veel sterker en durven we meer aan.” Er klinkt geloof en overtuiging uit de woorden van deze eenvoudige vrouwen en jonge mensen die tot voor kort gewoon niet meetelden en waar niemand naar omzag. In het H. Hart-Instuut in Yellagiri Hills leidt directeur Fr. Fernando Bellarmine ons rond in een goed uitgebouwde school, gespecialiseerd in informaticaonderricht. “Kijk”, zegt hij trots, “deze jongens en meisjes zijn allemaal kinderen
_ DANKBAAR Het is een uitspraak die ons na enkele dagen steeds meer vertrouwd in de oren klinkt. Don Bosco doet goed opvoedingswerk en sociaal opbouwwerk in India. In die lange geschiedenis heeft DMOS-COMIDE haar steentje bijgedragen en daardoor duizenden mensen, jongeren en volwassenen, sterker gemaakt en hun waardigheid teruggegeven. Het was een feestelijke gelegenheid om India te bezoeken en wanneer je de dankbaarheid en de fierheid in de ogen van de mensen kunt lezen, kan ik alleen maar dankbaar zijn voor alle inspanningen die de medewerkers van DMOS-COMIDE in de voorbije vijfendertig jaar hebben geleverd.
Omer BOSSUYT
SAMEN OP WEG
de ongeveer 123 salesiaanse technische scholen in India verenigd in een nationaal netwerk - DBTech-India . Het netwerk omvat 455 verschillende opleidingseenheden en telt circa 25.000 leerlingen. Het initiatief beoogt de hervorming, verbetering en erkenning van het tweedekansonderwijs in India. DMOS-COMIDE is sinds 2005 samen met haar Indische partnerorganisaties actief betrokken bij de oprichting van dat nationale samenwerkingsverband. Het was het gevolg van een nieuwe strategische planning binnen DMOS-COMIDE.
7
8
INDIA Onderwijs tegen armoede
Met de jeep over Indische wegen. Als je het al wegen kunt noemen. Pas op, er zijn veel goede wegen, maar het parcours naar Don Bosco Kuarmunda brengt ons op stoffige zandwegen. We zitten in het hartje van de ‘gouden driehoek’, zoals de nieuwe staten Jahrkand, Chattisgarh en Orissa genoemd worden. De streek van de ‘tribals’, de streek van de rijke ondergrond waar
mijnbedrijven gretig nieuwe ontginningen starten en op die manier werkgelegenheid creëren, maar ook een bedreiging vormen voor een eeuwenoude biotoop.
Father Noble, salesiaan en onderdirecteur van het ontwikkelingsbureau BOSCO Delhi, is onze gids. Hij vertelt over de nieuwe bedrijven die er zich vestigen en hoe de scholen er voor willen zorgen om goede arbeidskrachten af te leveren. Hij bevestigt dat er goede contacten
ZUID
‘We worden als echte BV’s voor een kleurig opgestelde lagere school gezet.’ Later krijgen we een rondleiding door verschillende afdelingen van de school. In de ateliers van de korte beroepsopleidingen ontmoeten we hardwerkende gemotiveerde jongeren. Ze zijn van ‘inheemse’ afkomst en daardoor in de Indische samenleving van oudsher uitgesloten.
In een kleine klas vol jonge vrouwen staat er een prachtige bloem op bord getekend met ‘hearthy welcome’ bijgeschreven. We voelen ons vereerd, maar al vlug wordt het duidelijk dat het niet voor ons bedoeld is. De cursus voor deze groep start net. De jonge vrouwen zitten nog wat onwennig in de banken. Hun nieuwe handboeken liggen voor hen. De leerkracht van dienst legt ons uit dat de cursus in de plaatselijke taal gegeven wordt en dat het niet altijd gemakkelijk is om het juiste handboeken te vinden. Wel in het Hindi of Engels, de twee officiële landstalen, maar in het Oriya, de plaatselijke taal is dat veel moeilijker. Het gaat over een laaggeschoolde groep vrouwen die hier aan een korte beroepsopleiding knippen en naaien beginnen. We worden geroepen! Vlug, vlug of de school is uit! We hebben te lang gedaan over onze tocht door alle ateliers en klasgroepen van het ‘vocational centre’, de kortlopende beroepsopleidingen. Daardoor missen we onze ontmoeting in de technische school. Na het middagmaal lopen we langs de schoolkeuken en de moestuin. Samen met de leerlingen van het internaat worden er groenten gekweekt, zo wordt de ‘schoolkost’ evenwichtiger en leren de jongeren groenten kweken. Na onze maaltijd worden we als echte BV’s voor een keurig en kleurig opgestelde lagere school gezet. Van klein tot groot zingen ze liedjes en verwachten ze van ons een bemoedigend woordje. Als Herman, mijn medereiziger en leraar van Don Bosco Haacht hen in het Hindi toespreekt, steelt hij onmiddellijk hun harten. In mijn bijdrage spreek ik vooral tot de meisjes die erg goed vertegenwoordigd zijn in deze lagere school. Mijn vreugde om zoveel meisjes op deze school te zien en het belangrijkheid daarvan voor hun toekomst probeer ik in de verf te zetten. In de namiddag worden we in een van de dorpen ontvangen waar een lagere school en projecten voor moeders lopen. Die ontvangst had iets van een ‘tribal’ ceremonie die volgens vast ritueel gebeurde! Onvergetelijk! Onze volgende etappe brengt ons in Ranchi, een grotere stad in het zuiden van Jahrkand. De grote school was gesloten. De regering besliste dat de kerstvakantie een
dag langer mocht duren omdat het te koud was. Voor Belgen die in het ‘putje van de winter’ in India konden genieten van een middagtemperatuur van 20° klonk dit onvoorstelbaar. Als we later in een dorpje staan waar ze ons in de slaapzaal van het plaatselijk internaat voor lagereschoolkinderen ontvangen, begrijpen we het beter: slapen of zitten op een betonnenvloer in een ruimte zonder
2/2009
Ondertussen rijden we door een soort zandbak. Als we doelpalen zien staan weten we het zeker: we zijn in de buurt van een Don Boscoschool. Nog vol van het interessante maatschappelijk gesprek stappen we nietsvermoedend uit. Het ontvangstcomité staat klaar: onze handen worden gewassen, een sjaal wordt ons omgeslagen, een roos wordt opgespeld. Dat gebeurt allemaal terwijl een lange rij meisjes in rood-gele sari’s naast ons danst op het ritme van de muzikanten die met hun trommels voor ons uit lopen. Aan de andere kant dansen de jongens, ook volledig in tribal outfit. Wuivende enthousiaste schoolkinderen komen toegestroomd en natuurlijk proberen we zo goed mogelijk mee te dansen.
Ondertussen is er in heel de omgeving een uitgebreid netwerk van Don Boscoscholen ontstaan zodat die kansarme jongeren toch de weg vinden naar degelijk onderwijs.
verwarming en waar het ‘s nachts erg koud is, is niet aan te raden. De kinderen en de moeders die dicht bij de school woonden waren toch op post om ons een ‘warm welkom’ te bezorgen. Father Noble vertelde ons dat de zonnepanelen waarmee ze de kleine school van elektriciteit wilden voorzien spijtig genoeg al twee keer gestolen waren. In de grote technische school krijgen we een herhaling van wat we in Kuarmunda zagen. Een goed georganiseerde organisatie waar jongeren op een waardige, verantwoordelijke manier aan hun toekomst werken. Het prachtige ‘tribal’lied dat ze voor ons zongen zindert nog na en koester ik als een herinnering aan het hoopvolle India. De doelstelling die ik op de website van BOSCO Delhi lees zag ik daar gebeuren: ... het onontgonnen gebied van het menselijk potentieel, dat begraven ligt onder de klauwen van de armoede tot ontwikkeling brengen!
Lut VAN DAELE
SAMEN OP WEG
bestaan tussen de bedrijven en de scholen. Onmiddellijk komt mijn ‘groene’ reflex boven. ‘Maar zijn de bedrijven zich bewust van duurzame ontwikkeling?’vraag ik hem op het betweterige af. Hij gaat daar gretig op in en vertelt over de voorwaarden waaraan de bedrijven moeten voldoen om met hen samen te werken. Zowel de sociale component als het milieubewustzijn wordt tijdens onze letterlijk ‘schokkende’ rit uitgebreid besproken.
9
10
Meten is weten Wij kunnen sinds 1999 jaarlijks een lijst uit onze boekhouding laten stromen van elk bedrag dat aan het Zuiden betaald werD. De cijfers die u ziet zijn, per land, de som van de bedragen die van onze bankrekeningen naar het Zuiden vertrokken tussen 1 januari en 31 december 2008. Het gaat om een pak geld, voor een stuk dank zij uw vrijgevigheid en dAt ondanks de tijden van economische en financiële crisis. Crisis doet nadenken over wat belangrijk is in het leven.
Wij geven, in grafiekvorm, ook het type van toelage aan. In de lijn van het opzet van de Don Boscoscholen gaat het grootste deel naar informeel onderwijs.
financiering van Belgische of Europese overheid houden wij enkel de administratieve vergoeding die contractueel voorzien is.
Kijk en vergelijk. Onze balans- en resultatenrekening zijn consulteerbaar op onze website, op www.donorinfo.be en binnenkort op www.coprogram.be.
DMOS-COMIDE is niet zo’n bekende speler op de markt. U komt onze naam niet zo vaak tegen in de supermarkt, in de krant, op televisie, maar wij trachten optimaal middelen aan onze Zuidwerking te besteden. Wij zijn ook lid van de Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving (VEF) en moeten onze cijfers ook jaarlijks aan hen voorleggen.
Voor projecten zonder medefinanciering gaat 98 % van de binnengekomen giften naar het Zuiden, voor projecten met mede-
Voor uw steun aan het Zuiden: bedankt!
Jan DE BROECK en Peter GOOSSENS
AFRIKA Centraal-Afrika Centraal-Afrikaanse republiek Congo - Brazzaville Congo - Kinshasa Gabon Kameroen Oost-Afrika Burundi Ethiopië Kenia Rwanda Tanzania Oeganda West-Afrika Benin Burkina Faso Guinea Ivoorkust Mali Sierra Leone Togo Zuidelijk Afrika Swaziland Zambia Zuid-Afrika Indische Oceaan Madagaskar Mauritius Totaal Afrika
betaald bedrag 295.022,62 3.500,00 1.163.997,50 21.597,00 488.421,80 10.916,96 490,00 346.376,97 159.980,32 6.000,00 37.086,00 86.196,00 83.348,50 1.000,00 460.629,48 5.684,00 444,71 23.973,50
medefinanciering
eigen projecten
444.246,62
295.022,62 3.500,00 719.750,88 21.597,00 2.830,00
485.591,80
305.576,97 53.518,32
10.916,96 490,00 40.800,00 106.462,00 6.000,00 37.086,00
429.498,41
86.196,00 83.348,50 1.000,00 31.131,07 5.684,00 444,71 23.973,50
82.761,72 2.561,57 128.680,00 452.656,16 1.232,35 3.862.557,16
82.761,72 2.561,57 128.680,00 410.156,16 2.340.030,00
42.500,00 1.232,35 1.522.527,16
NOORD
11
S€PA : de toekomst van het betalingsverkeer in Europa _ BEDRAG VOOR FISCALE AFTREKBAARHEID € 35 OF € 40 IN 2010 ? Er zijn onderhandelingen bezig om het minimumbedrag voor fiscale aftrekbaarheid voor de giften die vanaf 1 januari 2010 gedaan worden, op te trekken tot € 35,00 ot € 40,00. Eens de wet gestemd, zullen wij dit natuurlijk laten weten in al onze publikaties en op onze website www.dmos-comide.org
In geval van twijfels kan u de boekhouding van DMOS-COMIDE contacteren op emailadres
[email protected] of telefoneren naar Jan De Broeck of Peter Goossens.
AMERIKA Andeslanden Bolivië Colombia Ecuador Peru Centraal-Amerika Guatemala Mexico Grote Antillen Dominikaanse republiek Haïti Zuid-Amerika Brazilië Chili Uruguay Totaal Amerika
betaald bedrag
medefinanciering
eigen projecten
501.968,91 680.469,26 370.193,61 270.863,64
408.865,57 680.223,57 353.843,61 234.344,14
93.103,34 245,69 16.350,00 36.519,50
70.854,48 15.076,65 3.707,71 2.076.821,28
1.710.425,75
70.854,48 15.076,65 3.707,71 366.395,53
AZIE Midden-Oosten Libanon India en naburige landen Bangladesh India Nepal Indochinees schiereiland Cambodja Thailand Zuidoost Aziatische eilanden Filipijnen Totaal Azië
betaald bedrag
medefinanciering
eigen projecten
TOTAAL
18.974,43 15.759,50 14.679,13 114.273,96
18.974,43 15.759,50 14.174,43
9.649,30 29.576,24 2.575.849,92 3.432,29
504,70 114.273,96
9.649,30 28.253,87 2.071.539,71
39.295,80 2.050,65
1.322,37 504.310,21 3.432,29 39.295,80 2.050,65
230.538,19 2.890.392,39
2.099.793,58
230.538,19 790.598,81
8.829.770,83
6.150.249,33
2.679.521,50
2/2009
Reeds nu staat op uw rekeninguittreksel het IBAN-bankrekeningnnummer en de BIC (Bank Identifier Code) van uw bank vermeld. Ook de overschrijvingsstroken zullen worden aangepast. DMOS-COMIDE zal in deze overgang noch koploper, noch staartrijder zijn. Wij vermelden alvast ons IBANbankrekeningnummer en BIC op onze website en in onze colofon. U beslist voor een stuk zelf wanneer u overschakelt.
Zolang u zelf met het oude systeem betaalt, blijft u storten op ons rekeningnummer 435-8034101-59. Als u opteert voor het IBAN-systeem, betekent dit dat vanaf dat ogenblik al uw betalingen met IBAN-bankrekeningnummers zullen gebeuren: zowel uw eigen opdracht als de rekening van de begunstigde worden dan in IBAN-formaat ingegeven. Voor DMOSCOMIDE wordt dit BE84 4358 0341 0159 en de BIC-code is KREDBEBB. Als wij merken dat de IBAN-overschrijving de norm wordt, zullen wij ook ons overschrijvingsformulier dat u in bijlage aantreft, aanpassen.
SAMEN OP WEG
Tussen 28 januari 2008 en 31 december 2010 migreren alle Europese banken naar een "Single Euro Payments Area". Dit betekent dat vanaf 1 januari 2011 alle betalingen binnen deze zone als interne betalingen zullen beschouwd worden, zonder bijkomende kosten. Daartoe is het nodig dat in alle landen de bankrekeningnummers aangepast worden tot een uniek systeem met controlekarakters, met name het IBANsysteem (International Bank Account Number).
12
Al gehoord van MOVO? Begeleiding van mondiale vorming in scholen
In het laatste nummer van 2007 kondigde onze voorzitter Omer Bossuyt de start van de ‘procesbegeleiding rond mondiale vorming
in
scholen’
aan.
De
Noordwerking, zoals dat in ngojargon genoemd wordt, startte met een eigen programma. Nu we meer dan een schooljaar verder zijn willen we graag eens terugblikken op enkele opgestarte ‘processen’. _ QUÉ?...PROCESBEGELEIDING? ...EVEN CITEREN! ‘De algemene doelstelling van de procesbegeleiding is het vormen van verantwoordelijke wereldburgers. Kinderen, jongeren en volwassenen die er zich bewust van zijn dat wat we doen en hoe we leven, verbonden is met het leven van mensen in het Zuiden. Iedereen die bij de school betrokken is – leerlingen, personeel, directie, ouders – moet mondiale problemen kunnen situeren en hierin een engagement opnemen. De school zet als het ware een mondiale bril op in haar kijk op wat in de school en ver daar buiten gebeurt. Door de procesbegeleiding heen wil een school stapsgewijs die ruime doelstelling realiseren. De verschillende stappen die in de loop van het driejarige proces gezet worden, leiden de school naar een duurzame visie op mondiale vorming.’
_ EEN INDIAPROJECT OP BASISSCHOOL DON BOSCO IN SINTPIETERS-LEEUW Kleuters Met een mooie buiging, vergezeld met de
meest ontwapenende ‘namasté’, heten de kleutertjes me op Indische wijze welkom. Ze maakten kennis met ‘het leven zoals het is’ in India en dit via allerlei kleine accenten. Domina, kleuterjuf en lid van de werkgroep mondiale vorming, had met het kleuterteam de koppen bij elkaar gestoken. Door haar ervaring bij Studio Globo, een ngo voor ontwikkelingssamenwerking die zich specialiseert in inleefateliers en leermiddelen ontwikkelt voor het onderwijs, wist ze wel hoe je een vleugje India in de kleuterschool brengt. Een verhaal over Babu, een Indisch kind, een kleuterversie van de Taj Mahal samen in kleurig papier opgeplakt, een paspop met een sari zijn hiervan maar enkele voorbeelden die ik in mijn blitzbezoekje aan de kleuterschool nog kon zien. Lagere school In de lagere school loop ik langs de verschillende workshops. Gedurende twee weken worden er tijdens enkele middagen de klasmuren gesloopt. In gemengde groepjes van klein tot groot leggen de kinderen een traject af. Koken, knutselen, dansen, muziekmaken brengen wat activiteit in de school. In andere workshops worden verschillende
media gebruikt om in het Indische leven te duiken. Zo nemen ‘Pieter en Dimi’ in de filmpjes van W@=D@? (een reeks van ketnet) de kinderen mee op hun speurtocht door India naar het beeld van Ganesj. Via de CD-rom ‘Groeten uit Karnapur’ kunnen ze zelfstandig op de computer in een ‘virtueel’ Indisch dorp rondwandelen en op bezoek gaan in de school, in een huis, een werkplaats en een tempel. Door voorwerpen aan te klikken komen ze oefeningen en informatie tegen. De Nederlandse stichting Boomerang ontwikkelde hierbij ook een ‘mobiel museum’pje. Juf Lien laat daar de kinderen allerlei voorwerpen ontdekken en geeft een woordje uitleg. Bij meester Luc speelt een groepje een educatief gezelschapsspel: ‘de straatkinderen van Verwegistan’. Via al deze activiteiten en kanalen worden kinderen en leerkrachten ondergedompeld in de Indische realiteit. Op school heerst een bruisende Indische sfeer. Iedereen voelt zich betrokken bij het project. Op een briefje van een mama lezen we:’ Namasté, het is fijn om mijn kind zo enthousiast thuis te krijgen. Hij vertelt over de leuke activiteiten en het leven in India. Hij vertrekt erg enthousiast naar school als het weer workshops zijn!’
NOORD
_ NGOWELKE? EEN VAKOVERSCHRIJDEND PROJECT IN DON BOSCO ZWIJNAARDE Op het einde van vorig schooljaar rijpte het plan in Don Bosco Zwijnaarde om mondiale vorming meer te integreren in de onderwijsopdracht. De PAG-werkgroep van de derde graad werd op bepaalde momenten omgevormd tot KOMPAG. De bestaande werkgroep werd dan uitgebreid met leerkrachten geschiedenis en aardrijkskunde. Samen met de aanwezige godsdienstleerkrachten en ander PAG-leden werd er een heel traject afgelegd. Hoe kunnen we leerlingen een inzicht geven in ontwikkelingssamenwerking? Hoe kunnen we er voor zorgen dat ze
De leraars aardrijkskunde en geschiedenis zorgden rond dezelfde periode voor een focus op Congo. Tijdens de lessen godsdienst kregen de leerlingen een groepsopdracht waar ze zelfstandig aan het werk werden gezet. Via een casus over een ‘fictief’ dorpje in Congo ‘Ngowelke’ maakten ze kennis met een situatie in Congo. Twee leerlingen met Afrikaanse roots, uit Don Bosco Woluwe werden ingeschakeld om via een videoboodschap de situatie te schetsen en om hulp te vragen. De leerlingen van Don Bosco Zwijnaarde kregen allemaal een bestaande NGO voor ontwikkelingssamenwerking op hun bord. Per twee lichtten ze hun NGO door: op welke manier zou deze NGO aan de slag gaan in Ngowelke? Wat is hun manier van werken, voor welke doelgroep schieten ze in actie, enz.... Deze grondige voorbereiding resulteerde op 19 maart 2009 in een indrukwekkend slotgebeuren. De acht NGO’s waren uitgenodigd. Alle leerlingen uit de verschillende klassen die over dezelfde NGO gewerkt hadden werden verzameld in een klaslokaal. Samen met de vertegenwoordiger van de NGO en een leerkracht brachten ze hun bevindingen samen. De krachtlijnen van de werking werden duidelijk. Een van de leerlingen werd als vertegenwoordiger van de NGO klaargestoomd voor de ‘arena’.
In de sporthal was er een centraal podium opgesteld. De acht NGO’s hadden daar een plaats met een aansluitend vak voorbehouden voor hun achterban. In een eerste ronde werden de acht NGO’s voorgesteld door de leerlingvertegenwordiger. Ze moesten in één minuut ‘hun’ NGO promoten en vertellen
‘Mag het wat meer zijn dan een ludieke djembé-sessie?’ hoe die in de case-study te werk zou gaan. De presentator van dienst reageerde gevat en leidde het spel in goede banen. Na de presentatie van plan België, memisa, oxfamsolidariteit, Broederlijk Delen, 11.11.11., Artsen zonder Grenzen en last but not least DMOS-COMIDE mocht de achterban van kamp wisselen. Gedaan met het opgelegde werk, tijd om zelf te denken en te argumenteren. Vliegende reporters interviewden de ‘deserterende wisselaars’ Er volgde nog een tweede en een derde ronde waar er duchtig van kamp gewisseld werd en argumentaties stevig geformuleerd werden. Het was een geanimeerde dag waarop zowel de jongeren als de ouderen hun blik op de wereld verruimden! pro·ces het; o -sen 1 (jur) geschil tussen twee of meer partijen, dat aan de rechter wordt voorgelegd; geding, rechtszaak 2 manier van behandeling 3 verloop, ontwikkelingsgang
2/2009
In de werkgroep MOVO ( mondiale vorming) werkten we heel het project uit en schakelden dan de klasleerkrachten mee in voor een welomschreven taak. Zo werden collega’s niet overbelast. Aan de vastencampagne rond India werd op deze manier meer diepgang gegeven. Dit project was een eerste belangrijk wapenfeit van de werkgroep. Aan het begin van het schooljaar diende de realiteit zich aan dat de werkgroep movo die vorig schooljaar van start was gegaan volledig van samenstelling was veranderd. Gelukkig hadden we toen samen met de directrice afgesproken om de pedagogische studiedag volledig in het teken te zetten van Mondiale Vorming. Zo konden we de nieuwe werkgroep een stevige basis geven door heel het korps te laten kennismaken met begrippen als ‘wereldburgerschap’ en mondiale vorming’. Samen met Kleur Bekennen, de organisatie van de federale overheid die samen met de provincies Mondiale Vorming en Actief Wereldburgerschap in het onderwijs wil promoten, en de Wereldwerkplaats, een ngo voor ontwikkelingseducatie bij 4 tot 8-jarigen, werd er interessant materiaal verkend. Via de methodiek Mond Vol werd nagegaan welke activiteiten die al op school gebeuren perfect kaderen in het begrip mondiale vorming. Dat viel ontzettend mee, er gebeurde al zoveel! Toen we samen een jaarplanning begonnen te maken moesten we zelfs even afremmen om de haalbaarheid te respecteren. Kortom een procesbegeleiding gebeurt altijd op maat van de school in evenwicht met de realiteit en ingebed in haar onderwijsopdracht.
zelf op zoek gaan en hun kennis uitwisselen? Hoe komen ze tot een gefundeerde mening? Mag het wat meer zijn dan een ludieke djembé-sessie? De vragen werden geformuleerd, er werd een pad gebaand en een kersvers vakoverschrijdend project werd geboren!
SAMEN OP WEG
_ PROCESBEGELEIDING VIA WERKGROEPEN
13
14
Opgelapte Cesar klaar voor de tocht Frits Vandecasteele en Miet Provoost van de Oostendse Animatiecel zijn druk in de weer met de voorbereidingen voor de sponsortocht in juli: vanuit Oostende, over Chartres en Rocamadour, naar Lourdes. Deze 16de sponsoractie is bedoeld voor Touba in Mali. De zusters van Don Bosco vroegen steun voor de aankoop van medisch materiaal en medicatie ten voordele van de pas opgerichtte materniteit. Cesar, de solex, zal zich van zijn beste kant moeten laten zien want het wordt weer een hele opgave. Frits Vandecasteele: ‘Maar niet zo zwaar als afgelopen jaar toen wij tuften naar NotreDame de la Salette en de reis doorspekt was met anekdotes. Zoals in Guise toen een bejaarde man in de supermarkt, verrast door mijn West-Vlaams gemompel me plots in ons kustdialect aansprak. Hij had als kind nog in Blankenberge gewoond. Of die keer toen een automobilist me wenkte toen bleek dat de motorolie uit de reservefles aan ’t lekken was en alles in de bagagebak al onder de smurrie zat. Ook toen ik een hele dag in onweersregen had gereden en ’s avonds bleek dat er niets meer droog was. In Saint-Germain du Bois viel mijn rechterpedaal af. Gelukkig vond ik een garage waar de baas mijn twee pedalen heeft vast gelast. Maar daar bleef het niet bij: vóór ik die dag op de camping was brak ook mijn remhendel stuk. Dan kwam het afzien: drie uur te voet naar boven met een felbepakte Cesar langs de Route Napoléon.
Maar dé verrassing kwam van de boekhouder van DMOS-COMIDE, Jan De Broeck en zijn vrouw Nicole. We gingen elkaar treffen in Corps en omdat het vandaar té steil was naar het pelgrimsoord mocht ik die laatste 20 km mee met hun wagen. Gelukkig had ik op de heenreis even stilgestaan bij Notre Dame de la route want Zij heeft ons op de terugweg zeker beschermd. Een zware rotsblok viel pardoes naar beneden, stuiterde de straat op en belandde langs de zijberm, pal vóór de wagen van Jan. De volgende dagen bleef het maar duren: kabel van de kilometerteller stuk. Vlak op een rotonde viel ik plat maar gelukkig had ik een spuitbus mee. Maar even verder knalt de band stuk en val ik met mijn hele hebben en houden in het midden van de drukke N75. Gelukkig kwam er net geen wagen achter mij. Hier en daar wat gehavend maar het viel nog mee. Ik had een nieuwe binnenband meegebracht, maar de sleutel paste niet op de vijs van mijn wiel. Dus weer naar een garage. Maar na herstel zat er een knik in mijn band. Nog maar pas weer op weg of de buiten- én de binnenband scheurden volledig stuk. Na wat heen en weer gezwalp
kon ik toch stoppen. Na een uurke stappen vond ik een fietsenwinkel die me een nietoriginele band verkocht. Na 2007 km kwam ik thuis zonder voorlicht want dat ligt nog ergens onderweg. Gelukkig gebeurt er zo nu en dan wat, anders heb je niets te vertellen.’ Boek onze voordracht “Een rugzak vol verhalen” 059/80.25.17. bij Miet Provoost Of steun Touba op 435-8034101-59 met de vermelding: Frits Mali.
Miet PROVOOST
NOORD
15
_ BRUSSEL
_ VIA DON BOSCO
Begin april vernamen wij dat in het Indiase Mulagudu zuster Delphine Bruyndonx op 93jarige leeftijd zachtjes ontslapen is. Vijftig jaar geleden stichtte zij Our Lady’s Hospital in Palayamkottai voor de armen. Zij verdiende er al de daaropvolgende jaren de bijnaam ‘de Teresa van Tirunelveli’ in tijden dat er nog geen sprake was van elektriciteit in de omgeving. Met stevige en hartelijke steun vanuit Vlaanderen was zij als zuster missionaris van de Jacht bijna zestig jaar lang de toeverlaat van vele armen. Zij werd begraven op het kloosterkerkhof in Mulagudu. Namaste, zuster Delphine.
In dit historische veertigste jaar dat DMOSCOMIDE bestaat, verjongt het huis zienderogen. Maar liefst drie dertigers en één prille veertiger versterkten het team. Eric Joris is projectverantwoordelijke voor West-Afrika en Midden-Amerika, Arnoud Festjens ondersteunt de Zuid-Amerikaflank, An De Bisschop dient zich aan als kennismanager en Wouter Derijcke voegt zich bij de rangen als nieuwe communicatiemedewerker. Tegelijk werd het huis opgefleurd met de geboorte van Elaine bij directeur Françoise Léonard en het huwelijk op 4 april van collega Christophe Demesmaeker. Aan allen: nog vele gelukkige jaren, in Brussel en op alle plaatsen. Wie enkele van de nieuwe maar ook de vertrouwde gezichten met eigen ogen wil zien, surft naar www.dmos-comide.org en klikt via organisatie naar medewerkers.
Net als vorig jaar maken zich ook dit voorjaar zeven vrijwilligers op om vanaf de zomer naar het Zuiden te vertrekken ‘via Don Bosco’. Bolivia, India, Madagaskar, de CentraalAfrikaanse Republiek en Gabon zijn de bestemmingen dit jaar voor Sabine, Filip, Evelyne, Anna-Maria, Koenraad, Hubert, Céline en Katrien. Zij volgden drie voorbereidingsweekends in Groot-Bijgaarden en Vremde en maken zich op om voor ongeveer een half jaar te werken ‘tegen kost en inwoon’ voor en bij kansarme jongeren. Wie van zo’n stuk leven ook droomt, mailt naar
[email protected]
SAMEN OP WEG
_ INDIA
2/2009
dewereld.be
Zuster Delphine
rs via Don Bosco De zeven vrijwillige
Driemaandelijks tijdschrift Verantwoordelijke uitgever:
Zeventiende jaargang nr 2 Omer Bossuyt Leopold II-laan 195 B 1080 Brussel
[email protected] telefoon: 02 427 47 20 bankrekn.: 435-8034101-59 IBAN : BE84 4358 0341 0159 BIC : KREDBEBB
SAMEN OP WEG HOOFDREDACTEUR: Françoise Léonard / REDACTIE: Omer Bossuyt, Lut Van Daele en Marc Van Laere / LAY-OUT: Anderz, Evergem / DRUK: Geers Offset, Oostakker FRANSTALIGE EDITIE: ‘Faire Route Ensemble’ VOLGENDE UITGAVE: derde kwartaal 2009 / Ken je mensen die Samen op Weg willen ontvangen, is je adres onjuist of ben je verhuisd, gelieve dit dan te melden aan DMOS-COMIDE, Leopold II-laan 195 te 1080 Brussel, tel. (02) 427 47 20. Overeenkomstig de wet van 8 december 1992, die de bescherming van de persoonlijke levenssfeer regelt, werd uw naam opgenomen in ons adressenbestand. We gebruiken deze gegevens alleen voor de verspreiding van informatie inzake onze activiteiten. U heeft onbeperkt toegangs- en correctierecht van de door ons over u bewaarde informatie.
vamac z.i. mandeldal I. de raetlaan b-8870 izegem
nv
Tel. 051 31.06.72 - 3 Fax 051 31.21.69
DE BACKER & Co BVBA DUBA
Pompen voor ontwikkelingsprojecten Kasteeldreef 1 B-9230 Wetteren Tel. (09) 369.34.96 / Fax (09) 369.57.52
een blad als geen ander
www.kbc.be Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving