40 jaar DIAK Volleybal
Dit boekje is tot stand gekomen door de medewerking van: Bernard Alink, Peter Leuwerink, Jaap Overduin en Peter Schasfoort. pag. 2
Inhoud
Voorwoord
Voorwoord .............................................................................................................4
Beste Diakkers.
Historie (vervolg 1997). ....................................................................................7
De Diakonadas ................................................................................................... 18
Ik voelde me zeer vereerd toen ik door de jubileumcommissie werd gevraagd het voorwoord te schrijven voor deze jubileumuitgave. Ik wil jullie dan ook graag deelgenoot maken van hoe ik de afgelopen 40 jaar DIAK heb ervaren en hoe ik de toekomst zie.
GEVRAAGD ........................................................................................................ 20
40 jaar.
Een bijzondere trainer. .................................................................................. 21
Waar is de tijd gebleven. Ik zie me nog – samen met Gerrit Spijker, mijn overleden zwager Frans Morsink– de oprichtingsakte tekenen. Het was 4 september 1972. De snelle naamswijziging van DIOK naar DIAK door een vergissing van de schrijvende pers in ons voordeel. Van “drank is onze kracht” naar “door inzet aan kop”. En die naam staat als een huis. Ook al deed Ginus in 1997 als toenmalig voorzitter in het jubileumboekje van ons 25 jarig bestaan nog een oproep om de naam te wijzigen in HIOK (Humor is onze kracht). Geen nieuwe voorstellen dus.
Diakker ben je voor het leven ...................................................................... 11 De oprichters ..................................................................................................... 12 Markant Diak-lid. .............................................................................................. 14
Ontmoeting met de snifdas .......................................................................... 23 Het Landhuis ..................................................................................................... 25 De lotgevallen van de voorzitter................................................................. 28 Het Diaklied ...................................................................................................... 32
Vele keren hebben we op kop gestaan ofwel tijdens toernooien of wel in de OWC. Waren het niet de heren die verantwoordelijk waren voor deze prestaties, dan was het wel de in 1979 opgerichte dames tak die de eer naar zich toetrok. We zullen ons blijven wapenen tegen onze tegenstanders”. Nadat de heren jaren op de maandagavond hebben getraind is de midweekse woensdag voor velen een heilig avondje geworden. Regelmatig aangevuld met jeugdig talent is DIAK nog steeds springlevend hoewel hier en daar door lichamelijk falen enig verval zichtbaar wordt. Met nog ruim 40 leden kunnen we nog wel een stootje verdragen. Uiteraard blijven we kijken naar mogelijkheden om ons ledental te vergroten dan wel minimaal op peil te houden. Ik roep leden dan ook op continu acquisitie te blijven plegen. Een leger aan trainers en trainsters hebben er in de loop der tijd voor gezorgd dat de conditie en prestaties van de huidige spelende leden nog altijd van een acceptabel niveau zijn.
pag. 3
pag. 4
Heel veel leden heeft DIAK in de afgelopen 40 jaar mogen verwelkomen en van heel veel leden hebben we afscheid genomen. Denken we even aan die leden die ons ontvallen zijn. Samenwerking met andere verenigingen kan verrassend zijn zoals we afgelopen seizoen hebben gezien en we zullen daar naar blijven kijken. De dames- en herenafdeling zullen verder naar elkaar toe groeien. We zullen creatief moeten omgaan met de komende bezuinigingen van de gemeente. Daarnaast zullen we moeten blijven waken over de cultuur binnen de vereniging. Een nieuwe periode breekt aan met onder meer een nieuwe outfit voor alle leden van onze vereniging. In 2009 hebben we de DIAKONADAS opgericht om ook naast het volleybal voor de liefhebbers verschillende uiteenlopende activiteiten te organiseren. En dat zijn er inmiddels een stuk of 25 geweest. De animo groeit jaarlijks. Een groot succes! Voor de derde helft – altijd nog voor velen de kurk waarop onze vereniging floreert – wordt ook al 40 jaar uitgeweken naar ons Landhuis, ons Jos en Lenie, ons Jan, Mario, Birgit, ….
DIAK horen, hoort DIAK bij het Landhuis. Alleen in uitzonderlijke gevallen mag De Kolk op ons rekenen. Vrienden en vriendinnen van het Landhuis bedankt. Ik ontkom er niet aan om ieder te danken voor wat zij voor onze vereniging betekenen en betekend hebben. Een speciaal woord van dank aan onze webmaster Peter Leuwerink. Fantastisch hoe hij onze website beheert. Maar vooral wil ik ons erelid Gerrit Spijker bedanken die 40 jaar lang onderdeel heeft uitgemaakt van het bestuur. Doe het hem maar eens na. En dan te bedenken dat ook Truus Spijker het secretariaat al ruim 25 jaar heeft bestierd. Jaarlijks leest zij ons de hoogte- en dieptepunten voor tijdens de ALV-en. Gerrit heeft aangegeven dat dit het ultieme moment is om als bestuurslid te stoppen en anderen de kans te geven zich te profileren. Leden, sta op! Wordt lid in plaats van klant. Namens het voltallige bestuur wens ik jullie een pracht feest en nog vele jaren lidmaatschap van ons zo dierbare DIAK ’72. Henk Hazewinkel (voorzitter)
Geen enkele en dan bedoel ik ook geen enkele reden kan ik bedenken om van deze traditie af te wijken. Zo zeer als de snifdas en het “1,2,3 –lied” bij pag. 5
pag. 6
Historie (vervolg 1997). Natuurlijk herhalen wij in dit stuk niet de geschiedenis van de eerste 25 jaar van ons bestaan. Dit kan een ieder nalezen op onze website. Dit stukje is een vervolg en aanvulling. We beginnen met de jaarvergadering, gehouden op 17 december 1997. DIAK zat toen in zeer rustig vaarwater en was bijna een slapende vereniging. De toenmalige voorzitter, Ginus Miggelbrink, sprak in zijn jaarrede z'n teleurstelling uit over het aantal leden (10) dat de jaarvergadering bezocht. Volgens hem was dit te wijten aan het feit dat er het jaar daarvoor geen gratis rondjes waren uitgedeeld. Ook sportief gezien, verkeerde DIAK in een lichte crisis: geen eerste of tweede plaatsen en zelfs een degradatie. Beide trainers is door de voorzitter de wacht aangezegd! De kascommissie merkte nog even fijntjes op het vreemd te vinden dat de dhr. B. Kuijers nog steeds f 15,- betaalde i.p.v. f 17,50. Het betreffende lid beloofde beterschap. Peter Schasfoort stelde nog een bijzonder interessante vraag: Wat zijn representatiekosten? De penningmeester legde op zijn bekende, gemoedelijke en eindeloos geduldige wijze uit dat het dan gaat om fruitmandjes en bloemetjes voor de zieken. Genoemd lid bedankte de penningmeester uitbundig. Het bestuur blijft bestaan in dezelfde samenstelling. De reden: Er zijn geen tegenkandidaten die zich wilden of durfden aan te melden. Tijdens de rondvraag uitte lid Henk Hazewinkel zijn bezorgdheid over de vergrijzing binnen DIAK en haar bestuur. Al toen liet hij duidelijk blijken bestuur aspiraties te hebben. Het bestuur dat al vele jaren vast in het zadel zit ging niet in op deze heimelijke aanval. Tijdens de jaarvergadering van 1998 kwam de voorzitter terug op het geslaagde jubileumfeest. Zelf had hij niet veel meegekregen van het eind van het feest. Zijn afsluitende rede was dan ook tamelijk verward. Het belangrijkste besluit van deze vergadering was om de gezamenlijke feestavond te schrappen en in de plaats daarvan een mixtoernooi te houden. Positief vond de voorzitter verder dat er 2 leden meer aanwezig waren dan het jaar daarvoor. Sportief gezien was het een positief jaar: pag. 7
dames 2 werd kampioen en promoveerde. Het bestuur bestaat uit dezelfde personen vanwege... (zie vorig jaar). Van 1999 valt slechts te vermelden dat de samenstelling van het bestuur dezelfde blijft. Idem in 2000. In 2001 is er geen jaarvergadering gehouden, gezien het feit dat de stukken ontbreken. Het jaar 2002 is een succesjaar voor DIAK. Heren 2 wordt zonder set verlies en dus ongeslagen kampioen. Helaas besloot het bestuur van de wintercompetitie in al zijn wijsheid dit niet te belonen met een promotie. Merkwaardig. Het behaalde kampioenschap van deze heren werd mede bewerkstelligd door trainer Jan Steggink. Het bestuur blijft in dezelfde samenstelling haar vrolijke taak uitvoeren. Tijdens de rondvraag wordt opgemerkt dat we een wereldkampioen in ons midden hebben. Gerrit de Klein is dit geworden bij de marathon voor geüniformeerden in Canada. Wel wordt opgemerkt dat hij dit is geworden door zijn enorme wilskracht en door medewerking van de belastingbetaler die zijn trainingen enz. mogelijk maakte. Er werd voor Gerrit uitbundig geapplaudisseerd. Hij werd ook gehuldigd vanwege zijn 25-jarig lidmaatschap van DIAK. De jaarvergadering van 2004 vond plaats op 1 maart 2005. Vreemd. De verjonging zet door: er hebben zich voor de jeugdafdeling 4 nieuwe leden gemeld. De voorzitter roept op tot verjonging van het bestuur. Ook dit jaar bleef het bestuur ongewijzigd. De jaarvergadering van 2005 vond plaats op 15 februari 2006. Er werd bij de heren een nieuwe trainer aangesteld: Bennie Hup-hup Bruins. Vermeldenswaardig is verder dat DIAK een eigen website heeft en dat Peter Leuwerink de webmaster is. Het bestuur behoudt dezelfde samenstelling. Van het jaar 2006 is vermeldenswaard dat de zingende zusjes Rikie en Nardie 25 jaar lid zijn. pag. 8
Verder hebben zich geen nieuwe leden voor het bestuur gemeld dus… Het jaar 2007 slaan we over: Er gebeurt niets. In 2008 vindt er van alles plaats. We hebben er na een fusie een compleet damesteam bijgekregen. Er spelen nu 5 teams in de competitie. Het mixtoernooi is een daverend succes. De heren hebben een tekort van 279 euro en de dames een overschot van 370 euro. Het laatste biedt perspectieven. Groot nieuws is dat onze voorzitter, Ginus Miggelbrink, na 19 jaar trouwe dienst zijn voorzitterschap opgeeft. Hij wordt uitbundig bedankt. Rik Spel meldt zich enthousiast aan als de nieuwe kartrekker van DIAK. De vergadering geeft hem applaus. Tot slot wordt gememoreerd aan de door de denktank van DIAK georganiseerde avond over de toekomst van DIAK. Het lid, Bennie Kuijers, vertelt somber dat indien er geen nieuwe leden bijkomen, de herenafdeling gedoemd is te verdwijnen. Op woensdag 16 december 2009 is er een historische jaarvergadering: de contributie van de heren wordt verhoogd. Er zijn drie jubilarissen: De Ine's zijn 25 jaar lid en Peter Schasfoort 12½ jaar. De herenafdeling heeft dringend nieuwe leden nodig. Besloten wordt te proberen leden weg te halen bij Pollux en daartoe een zogenaamde mol in te zetten. Verder is Rik Spel bijzonder actief binnen DIAK: hij wordt naast zijn voorzitterschap en trainerschap bij de dames ook trainer bij de heren. In september werd door een groepje, de inmiddels beroemde afdeling voor gepensioneerden en geïnteresseerden opgericht: De Diakonadas. In 2010 gingen de dames een dagje uit vanwege hun 30 jarig bestaan. Ineke van Emmerik was 25 jaar lid en werd gehuldigd. Er werd een jubileumcommissie aangesteld. Deze commissie moet het 40-jarig jubileum organiseren. Er stond een leuk stuk in de krant met de kop: Diakker ben je voor het pag. 9
leven. Ook 2011 was voor DIAK een roerig jaar. Rik Spel trad tussentijds af als voorzitter en trainer en bedankte als lid. Henk Hazewinkel, tevens voorzitter van Pollux, was bereid om het voorzitterschap tijdelijk op zich te nemen. Je hoorde iedereen denken: daar hebben we onze mol. Zes heren van DIAK fietsten langs de Rijn op weg naar Rome. Ze lieten zich daarbij sponsoren voor een goed doel: een bijdrage voor een nieuwe aangepaste
rolstoelbus voor Britt, de dochter van Richard en Ankie Leuwerink.
Mirjam Hesselink en Jaap Overduin werden gehuldigd voor hun 25 jarig lidmaatschap. De vergadering is bijzonder levendig. Er worden vele voorstellen gedaan en de nu vaste voorzitter van DIAK, Henk, geeft zijn toekomstvisie. Hij wil de vereniging graag democratiseren, wat dat dan ook mag inhouden. De avond werd besloten met een heerlijke mosselmaaltijd met herfstbok. Dit verslag is natuurlijk niet compleet, maar de belangrijkste feiten staan erin. Er blijkt vooral uit dat onze vereniging leeft en als een van de oudste Oldenzaalse vrijetijdsvereningen nog volop toekomst heeft. Lang leve DIAK!
pag. 10
Diakker ben je voor het leven
De oprichters
(een bericht uit de TC-Tubantia september 2010)
OLDENZAAL - ‘Sportiviteit en Gezelligheid’. Dit motto staat voor de vrijetijdsvolleybalvereniging DIAK ‘72 (Door lnzet Aan Kop). Het is één van de oudste verenigingen (40 jaar in 2012) die in de competitie van de Oldenzaalse Vrijetijds Volleybal (OVV) mee speelt. VV DIAK 72 heeft een damesafdeling van drie teams en een herenafdeling die uit twee teams bestaat. Het eerste herenteam speelt in klasse 1B en het tweede in klasse 2B. Bij DIAK '72 heeft de vergrijzing ook hard toegeslagen: de gemiddelde leeftijd van herenteam 2 ligt op 63 jaar. Die van team 1 ligt een heel stuk lager; daar zijn zelfs 4 spelers waarvan de leeftijd onder de 30 jaar ligt. Vooral voor dat team zou het leuk zijn als er wat jongeren bij zouden komen, hoewel iedereen welkom is. Trainen doen de heren behoorlijk fanatiek en wel op woensdagavond in sporthal ‘De Kolk’ van 20.30 uur tot 22.00 uur. Na de training vertrekken ze ter ontspanning en aanvulling van het vochtverlies naar het bekende hotel/restaurant/café ‘Het Landhuis’, dat al ruim 38 jaar hun thuishaven is. In deze zeer vertrouwde omgeving wordt speciaal voor hen drie keer per jaar een heerlijke maaltijd bereidt, waarbij ze tevens kunnen genieten van een nieuw seizoenbier van een in deze streken zeer bekend en geliefd biermerk. Voor de oude rakkers is de afdeling Diakonadas opgericht. Een aantal keren per jaar worden door hen gevarieerde activiteiten georganiseerd, waar natuurlijk alle leden van DIAK aan deel kunnen nemen. Een paar voorbeelden: museumbezoek aan de Twentse Welle en Technisch Museum het Heim, fietstochten om edelherten en snifdassen op te sporen, helpen bij de rolstoel driedaagse van Scholtenhof / Mariahof, computeravonden enzovoort. De deelname is vaak overweldigend.
pag. 11
Op 28 juni jl. bracht ik een bezoek aan Truus en Gerrit Spijker, je weet wel: het unieke DIAK-echtpaar. Wat ze, wat onze vereniging betreft, verder gemeen hebben is dat ze beiden medeoprichters zijn van hun afdeling. Gerrit heeft samen met Frans Morsink en Henk Hazewinkel DIAK opgericht en dat op de ons aller bekende datum: 4 september 1972. Truus was medeoprichtster van de damesafdeling. Dit gebeurde op 1 september 1979. De dames trainden toen nog in Enschede en speelden hun wedstrijden in Oldenzaal. Een jaar later kwam er in Oldenzaal trainingsruimte voor de dames beschikbaar. De verhuizing naar Oldenzaal leidde tot grote hilariteit en ook een afsplitsing van de vereniging. Na een jaar waren de gemoederen bedaard en keerden zelfs enkele dissidenten terug in de moederschoot der vereniging. Een derde overeenkomst tussen Truus en Gerrit is dat zowel Truus als Gerrit hun hele DIAK-leven in het bestuur hebben gezeten en nog zitten. Gerrit was eerst 5 jaar voorzitter en is nu al 35 jaar penningmeester. Truus is al 30 jaar secretaresse. Gerrit treedt dit jaar af om plaats te maken voor de jeugd, Truus wil nog doorgaan. Beiden ervaren het bestuurswerk positief en voelen zich mede daardoor erg betrokken bij DIAK. Ze zijn dus niet alleen met elkaar getrouwd maar ook met DIAK. Ze hebben over verenigingszaken nog nooit samen onenigheid gehad. Als dat wel zo was, dan zouden ze dit ook beslist geheim houden. Dat DIAK nu 40 jaar bestaat vinden ze grandioos. Ze merken op dat het ondanks de dipjes reuze gezellig is. DIAK zeggen ze is een gezonde club, die uitblinkt door een hechte vriendschapsband. DIAK neemt in hun leven een centrale plaats in. pag. 12
Op de vraag wat ze graag anders zouden zien bij de club, zegt Gerrit dat hij op de woensdagavond meer heren wil zien. Truus wil meer contact tussen de dames en heren, het mixtoernooi is een goed begin. Wat trainers betreft vond Truus Hans van der Knokke heel goed, Gerrit noemt Adrie Aarts als toptrainer. Truus en Gerrit hebben veel leuke dingen bij DIAK meegemaakt. Truus noemt het verblijf op Texel, waar bij het betreden van het huurhuisje de deur eruit viel. Gerrit herinnert zich nog de rit naar Schöppingen, waar ze een toernooi zouden spelen. Gerrit was met nog drie anderen chauffeur. Frans Morsink reed voorop en wist een kortere weg. Uiteindelijk kwamen ze uit in Burg Steinfurt. Iedereen stapte daaruit, liep naar een hoge heg, ging op een rij staan en waterde. In die tijd, vertelde Gerrit, was het altijd feest bij de club. Aan het eind van het interview vertelden beiden dat hun motto is: vervelende dingen vergeten, vooruit kijken en positief zijn. Het was een plezier om dit DIAK-echtpaar te mogen interviewen!
Markant Diak-lid. In de serie markante Diakleden is als eerste aan de beurt Gerrit de Klein. Zijn naam is klein maar zijn daden bennen groot, zoals Piet Hein het al lang geleden treffend verwoordde. Gerrit heeft een grote sportcarrière achter de rug. Zijn sportcarrière verliep langs twee sporen. Het bekendst is hij geworden door zijn atletiekprestaties. Gerrit heeft volgens zijn eigen zeggen ongeveer vijftig marathons gelopen. In 1987 was hij voor het eerst deelnemer aan de marathon in Enschede. In 1992 liep hij zelfs een tijd van drie uur en twee minuten. Veel mensen moeten hem wel eens hebben zien trainen in de Thij of op het Hulsbeek in zijn kenmerkende slepende tred. Het oogt niet sierlijk maar hij komt verbazend snel vooruit. Toen de jaren toch ook voor hem gingen tellen schakelde hij over op de halve marathon. ”Als de hele niet lukt dan maar de halve“. In 2012 heeft hij in Enschede dan ook de halve marathon gelopen en dat op zeventigjarige leeftijd. Gerrit heeft als volleyballer altijd bij DIAK gespeeld. Ook daar heeft hij prachtige resultaten geboekt. Was het niet in de zaal dan toch zeker bij het Landhuis. Kenners zijn het er nog steeds niet nog over eens waar hij zijn beste prestaties heeft geleverd. De laatste jaren heeft hij onafgebroken in het eerste gespeeld. Dit eerste was merkwaardig genoeg niet het sterkste DIAK team. Gerrit is heel lang spelverdeler geweest. In deze rol was Gerrit onnavolgbaar. Dat gold voor de tegenstander als voor zijn medespelers. Je wist nooit precies waar de bal terechtkwam. Tegenwoordig is Gerrit zowel middenaanvaller als buitenaanvaller als spelverdeler. Moeilijk is het wel voor zijn medespelers om aan te voelen welke rol hij wenst te spelen. Ook in de pass komt Gerrit tot grootse prestaties omdat zijn spel moeilijk te lezen is. De tegenstander weet nooit wat Gerrit van plan is. De bal komt altijd op een plek waar niemand hem verwacht.
pag. 13
pag. 14
Zo sleept Gerrit voor DIAK heel wat wedstrijdpunten in de wacht. Natuurlijk voor DIAK maar ook wel eens voor de tegenstander. Gerrit heeft een voortreffelijke wedstrijdmentaliteit. Hij weet echt nooit van opgeven. Als zijn teamgenoten er eens helemaal doorheen zitten, is Gerrit met kreten als: “woensdag, gehaktdag, ontdek je plekje, ” degene die het team weer op de rails krijgt. Het is jammer dat we niet altijd op woensdag moeten spelen anders was DIAK 1 veel vaker kampioen geworden. De derde helft in Het Landhuis is altijd zeer inspirerend. Iedereen is het er over eens dat zijn rol bij de tactiek-besprekingen in het Landhuis steeds groter wordt. Zijn wedstrijdanalyses zijn altijd richtinggevend voor de tactiek in de volgende wedstrijd. Vanwege zijn specifieke kwaliteiten krijgt Gerrit van de coach vaak een vrije rol. Deze rol is hem op het lijf geschreven. Hij mag zich dan begeven naar die plek van het veld waar problemen te verwachten zijn. Natuurlijk alleen op de eigen helft. Zo is hij voor zijn strijdmakkers een extra steuntje in de rug. Zijn prikballen zowel achter het eigen blok als dat van de tegenstander staat iedere speler van DIAK in het geheugen gegrift. Gerrit weet nog niet van opgeven. DIAK 1 kan dus nog lang van zijn optreden in de zaal en in het Landhuis genieten.
pag. 15
pag. 16
De Diakonadas Binnen DIAK bevindt zich een vreemde afdeling: De Diakonadas. Deze schimmige organisatie is opgericht op 1 september 2009 door Henk Hazewinkel (wie kent hem niet?), Gerard Rosink en Jaap Overduin. Kenmerken van dit eigenzinnig clubje zijn: de leden zijn AOW-er of Vutter, ze hebben een grote clubliefde en zijn geestelijk nog actief (lichamelijk iets minder). Motto: Er is meer dan volleybal alleen. Voornaamste leefregel: Diakker ben je voor het leven. Het doel van de Diakonadas is om na hun werkzame leven op zoek te gaan naar en bezig te zijn met nieuwe mogelijkheden. Dit uit zich in diverse activiteiten. Die activiteiten moeten een sportief, educatief, cultureel of sociaal karakter hebben. Vertrekpunt en aankomst van alle uitstapjes vinden plaats bij Het Landhuis. Verschillende activiteiten van de afgelopen jaren zijn: Fietstochtjes:
• •
pag. 17
Op zoek naar wild in het Bentheimerwald.(geen wild gezien) Fietsen naar de eeuwige stad (steeds meer geliefd, ook bij nietDiakonadas. pag. 18
Wandelen: Bentheim-Oldenzaal en andersom (nog 2 blauwe nagels) Museumbezoek: Rock'n'pop. (we swingden de pan uit) Computeravond: Les o.l.v. Peter Schasfoort (ieder had z’n probleem en niemand begreep het probleem van een ander…) Bierproeverij in Gildehaus: Het vreemde was dat alle Diakkers aanwezig waren. Excursie Roombeek: Ontroerend en leerzaam Rolstoelvierdaagse Scholtenhof: De oudjes kregen een medaille, wij een kop koffie met gebak. Men ziet: De Diakonadas voorzien duidelijk in een grote behoefte binnen DIAK. Men voelt er zich thuis: tijdens de activiteiten vinden er goede gesprekken plaats en kan een ieder zich ontworstelen aan allerlei taken die hem thuis worden opgelegd. Het geeft een gevoel van volkomen vrijheid.
GEVRAAGD
Drinkkeet voor ouderen (om wegens pensioenkortingen hun verdriet samen te kunnen verdrinken)
Liefst een nostalgische pipowagen. Voorzien van: gemakkelijke stoelen met voetzit, rollator, pamperautomaat, koelkast, glazen, Grolschtapje, pick-up met platen van de Stones, een dressoir met opgezette snifdas filmapparaat met films van John Wayne en oude schoolplaten voor aan de muur. Voor reacties: mail naar
[email protected] Verder gezocht:
Ervaren Jeneverstoker M/V Voor volledig ingerichte stokerij op geheime locatie in de voormalige DDR Bovengenoemde moet in staat zijn op geduldige wijze een zorggroep van ouderen te begeleiden. Sollicitaties naar Herr Gait Nagel tel.00493419123928 (Leipzig)
pag. 19
pag. 20
Een bijzondere trainer. DIAK bestaat dit jaar veertig jaar en heeft in die tijd natuurlijk een heleboel trainers versleten. In het jubileumjaar was er een hele bijzondere trainer of beter gezegd trainster. In dit bijzondere jaar kwamen de herenteams van DIAK zonder trainer te zitten. Goede trainers in de recreatiecompetitie zijn dun gezaaid zoals iedere insider wel weet. Wat te doen om aan een toptrainer te komen? Henk Hazewinkel kwam op het lumineuze idee om het met Pollux op een akkoordje te gooien. Als voor elke thuiswedstrijd van Pollux Dames 1 DIAK drie vrijwilligers zou leveren om de zaal gereed te maken voor de thuis wedstrijden dan zou Pollux een trainster beschikbaar stellen. Een overeenkomst met gesloten beurs en beiden werden er beter van.
Ze wil achteraf nog graag excuses maken voor de harde smash die Gerrit, ”the good oldie of the team”, in zijn gezicht kreeg. Antoinette beaamt dat het een harde leerschool geweest is maar dat ze veel geleerd heeft van dit jaar als trainster. Het valt niet mee om zo’n groep al wat oudere, enigszins al wat stramme heren nog, wat nieuws te leren. Daar is ze toch wel in geslaagd want het eerste team is niet gedegradeerd en het tweede deed nog een tijdje mee voor een van de ereplaatsen. Hoe kan dit stuk volleybalhistorie beter beëindigd worden dan met een citaat van de meest illustere trainer die DIAK ooit heeft gehad: “Ik weet
zeker dat ik later ook zo’n gezellig vrijetijdsteam ga oprichten want jullie hebben me laten zien dat er ontzettend veel plezier aan valt te beleven. Super”.
Voor de heren van DIAK een ware cultuurschok. Voor het eerst in hun lange volleybalcarrière een vrouw voor de groepen, dan ook nog zo jong. Een aantal van de heren zouden de opa van de nieuwe toptrainster kunnen zijn. De jongste leden waren ongeveer even oud. De nieuwe trainster Antoinette Posthuma, een jong blom van zesentwintig jaar. Ze vertelde dat ze ooit heren 3 van AMVJ in Amsterdam had getraind. Ze werd dus niet helemaal in het diepe gegooid. Haar volleybalcarrière was ze ooit begonnen in Sneek op vijfjarige leeftijd. Voor Pollux heeft ze gespeeld bij Nesselande, AMVJ, en VC Weert gespeeld. Voor de heren was zo’n trainer een geweldige stimulans om zich op de training nu eens echt van de goede kant te laten zien. De trainster wist vooral bij de oudere heren krachten los te maken die ze bij zichzelf nooit vermoed hadden. Ze sprongen hoger, sloegen harder en bedachten tactische oplossingen die nog nooit eerder vertoond waren. Antoinette vertelde later dat de mooie pass- en verdedigings-opstelling zo geniaal was dat zij er soms helemaal niets van begreep. Dit zegt wel iets over het niveau waarop bij DIAK gespeeld wordt.
pag. 21
pag. 22
Ontmoeting met de snifdas (Meles meles Sniffius). Woensdag, 24 mei 2012. Een dag om nooit te vergeten. De temperatuur was die dag gestegen tot boven de 30 gr. C. De dakgoten lagen er dientengevolge eenzaam en verlaten bij. Door de warmte waren zelfs de mussen die daarin wilden kwetteren, er dood uitgevallen. We arriveerden na een nutteloos en ineffectief partijtje volleybal, gespeeld na een liefdevolle en heilzame training, bij het Landhuis om aldaar het bier sissend naar binnen te laten lopen. Omstreeks middernacht besloten mijn volleybalvriend G. de K. (je weet wel: mijn fietsvriend die mij nooit in de steek laat) en ik (J.O.) om huiswaarts te gaan. Als afscheid namen we aan de bar een karaktervol Zuiddammetje. Lichtelijk beneveld en treurig namen we afscheid van de herbergier en de anderen. G. kon zoals gewoonlijk zijn fietssleuteltje niet vinden. Na een zoektocht van een kwartier bleek het toch in zijn jaszak te zitten. We slingerden het rechterbeen over het zadel. Dit been bleef bij mij in de lucht hangen. We hoorden een vreemd geluid en ik zette beide benen op de grond. Een stofzuigerachtig murmelen klonk. We kenden beiden dit geluid uit de literatuur en de verhalen van G.R. uit diens bundel: Alles wat bloeit en stoeit. G. die op zijn bekende soepele wijze al op zijn zadel was geklommen, donderde er van de andere kant weer af. Stil, siste ik, het is'm. Wat? De sniffer. We liepen op onze tenen naar binnen, waar enkele verlopen Diakonadas nog even aan een laatste (?) glaasje lurkten.
De lenigste en langste van ons (B.A.) kreeg een kontje en tuurde in de dakgoot en jawel hoor: een klaaglijk snif, snif klonk. We moeten hem zien te lokken en een chip in zijn oren nieten, sprak de veldbioloog. De zakken werden leeggehaald: drop, kauwgom, euro's en toffees werden in de dakgoot gedeponeerd. Niets hielp: de snifdas bleef op zijn plaats. Ik voelde nog even goed in mijn jaszak en kwam een bochtje regenpijp tegen dat ik die middag bij de Gamma had gekocht voor mijn nieuwe regenton. Ik kreeg een kontje van B. die probeerde van alles aan te raken. Het deed mij even denken aan mijn tijd als misdienaartje. Ik legde het bochtje in de goot en hoorde weer een snif-snif dat nu snel naderde. Het vreemde wezen gooide het bochtje in de lucht, ving het op en begon er smakelijk aan te knabbelen. We gaven elkaar kontjes, hetgeen de vriendschap bevorderde. Intussen had zich een breed publiek onder de dakgoot verzameld: volleyballers, het voltallige personeel van het Landhuis en de gasten. N.B. Van de laatste groep beweerde enkelen dat ze tijdens de Hongerwinter ook PVC-bochtjes hadden verorberd). Intussen arriveerde er een ladder. G.R., die altijd zijn professionele uitrusting bij zich heeft, klom naar boven en wierp een klamboe over het beest. Hij haalde tang en chip tevoorschijn en bracht de gele oorbel op de juiste plaats aan. Het beest kauwde intussen gezellig verder. G. nam een foto en haalde de klamboe eraf. De laatste kruimels werden smakelijk opgegeten. Daarna verdween de snifdas tevreden murmelend in het duister van de schoorsteen, ons in extase en totale verwarring achterlatend. De foto’s zijn op eentje na helaas mislukt.
P.S. Er zijn voor de namen afkortingen gebruikt, dit om wraaknemingen te voorkomen.
G. stamelde: De snifdas. Een trapje gilde kenner G.R. Niet te vinden. pag. 23
pag. 24
Het Landhuis (Op bezoek bij Lenie en Jos Oolderink) In het ons allen bekende Landhuis ontmoet ik Lenie en Jos aan een tafeltje in de grote zaal. Het is er gezellig druk: boerendansers vermaken de gasten. Ik vraag onze gastheer en gastvrouw iets over zichzelf te vertellen. Jos is geboren op 10 juli 1946 in Denekamp en is dus van oorsprong een Köttelpeer. Lenie is geboren op 5 januari 1951 in de Beekhoek dat toen nog bij de gemeente Losser behoorde. Ze leerden elkaar kennen op het voetbalveld waar Jos meevoetbalde met een team van de fa. Keizers. De tegenstander en koploper Het Landhuis werd op het voetbalveld van Rossum verslagen. Diezelfde avond besloten Jos en zijn ploeg een pilsje te gaan drinken bij hun tegenstanders. Daar ontmoette hij Lenie en de vonk sloeg over. Het was 1968 en zo is het gekomen. Ze trouwden in 1973. Ze kregen drie kinderen die in de directie zijn opgenomen en verder twee kleinkinderen. De derde is op komst. Lenie woont al vanaf haar tweede jaar in het Landhuis, dat door haar vader Johan en haar moeder Annie in 1953 was gekocht.
werd de Broodkont genoemd. Van hem kochten Johan en Annie Mulder Het Landhuis Lenie deed vanaf haar twaalfde jaar de boekhouding. Ze werd in 1970 mede-eigenaar. Jos kwam er dus na hun huwelijk in 1973 bij. Het Landhuis is een echt familiehotel. Niet alleen de drie kinderen van Jos en Lenie werken mee, maar ook andere familieleden zoals Jan Mulder. Jan is vooral bekend door zijn one-man shows, waarmee hij al vele gasten vermaakt heeft. Jos en Lenie waren net als Johan en Annie constant in het Landhuis te vinden. Hun kinderen kunnen elkaar afwisselen zodat ze ook tijd hebben voor hun gezin. Jos en Lenie zijn erg trots op hun kinderen. Ze vertellen dat alle drie hun horecadiploma's, die variëren van middelbare tot hogere hotelschool, hebben behaald. Hun motto voor de toekomst is: Behouden wat je hebt en nieuwe kansen pakken. Hun gasten die gebruik maken van een zgn. vakantie-arrangement logeren na een grootscheepse verbouwing in zeer goed geoutilleerde kamers van wel 32 m2.
Jos vertelt wat van de geschiedenis. De historie van het Landhuis loopt zover bekend vanaf 1895. Het was toen een logement en koffiehuis. In 1899 kwam er een drankvergunning. Het kreeg de naam Tivoli. In 1923 werd de naam Het Landhuis voor het eerst vermeld in de boeken van de Kamer van Koophandel. De eerste eigenaar, ene Johannes H. Loohuis
pag. 25
pag. 26
Beneden in de enorme kelderzalen is voor de gasten een schitterende welness-ruimte met een fitness-afdeling ingericht. Naast DIAK maken er nog veel meer verenigingen gebruik van Het Landhuis o.a. de Zonnebloem, de carnavalsvereniging, de biljartclub, de vogelclub, politieke partijen, VV. Pollux, een club astrologen die zich vrienden van Het Landhuis noemt enz. enz. DIAK is altijd een bijzonder gewaardeerde club, zeggen Lenie en Jos. Ze vinden het gezellige mensen en doorbijters. Je moet er veel voorover hebben om in Het Landhuis te komen want je fietst tegen de bult op. Als beloning mag je na je bezoek wel weer de bult af naar huis.
De lotgevallen van de voorzitter (een onrustige avond: waar gebeurd) Onze voorzitter Henk is zoals jullie weten een modern, dus vooruitstrevend man. Hij heeft een laptop, een ultramodern koffiezetapparaat en natuurlijk ook een mobieltje. Samen met een bekende vriend besloot hij onlangs zijn ouderenmobiel in te wisselen voor het neusje van de zalm op gsm-gebied: een Samsung Galaxy “nog wat”. Het probleem daarbij was natuurlijk voor Henk: hoe bedien je zo'n apparaat. Aanzetten en telefoneren was binnen een dag geleerd. Op 10 juni was Henk echter nog niet volleerd. Wij hadden die avond de jaarlijkse fietsavond ter afsluiting van het volleybalseizoen. Henk ontbrak helaas: hij moest die avond naar een gedichten- en concertavond in de Engelse Tuin.
Als ik vraag naar een kleine anekdote, knikken ze beiden. Ze zijn beiden nooit vergeten dat ene Bennie K. in kennelijke staat, beloofd heeft om samen met Lenie graaf en gravin van de Marklouwen te worden. Deze belofte is nooit waar gemaakt. Dit zit ze enigszins dwars. Wel erkennen ze dat het bij een belofte zal blijven omdat ook Bennie al een bezadigde leeftijd heeft bereikt en niet meer in aanmerking komt voor graaf. Lenie en Jos zouden het wel fijn vinden als de jeugd ook de weg naar Het Landhuis meer kan vinden. Op de vraag hoe groot de consumptie van DIAK de afgelopen jaren is geweest, maakt Jos een kleine rekensom. Per week schat hij het gemiddelde op twee kratjes per week dus wordt de rekensom: 2 kratjes x 40 weken x 40 jaar = 3200 kratjes. = 51.200 flessen. Ruim 25.000 liter dus. Daarnaast werden er de nodige Hendrik en Grietjes en ook diverse glazen wijn ingeschonken. Kortom, een geweldig resultaat. Tot slot zegt Jos: Welkom in het Landhuis voor de volgende 40 jaar. Wij zullen daar als Diakkers natuurlijk graag gebruik van blijven maken. Na nog een overheerlijk Hendrik en Grietje aan de bar te hebben genoten, vertrek ik met een warm gevoel voor Het Landhuis richting eigen huis. pag. 27
Wij dachten aan Henk toen we in Losser gezellig achter een witschuimend biertje zaten. Hij hoorde bij zijn vrienden te zijn.
pag. 28
We besloten hem op te bellen en naar zijn geestelijke toestand te informeren. Zijn vriend, die met hetzelfde apparaat, vertelde dat Henk waarschijnlijk nog niet wist hoe hij het toestel uit moest zetten. Wij belden om de beurt. Er werd niet opgenomen. Halverwege het vierde telefoontje viel de lijn stil. Diezelfde avond belde Henk terug. Het bleek dat hij in de Engelse Tuin samen met zijn vrouw in het gras was neergestreken op een deken. Ze dronken een lekker wijntje, aten Franse kaasjes en luisterden naar een gedicht van de stadsdichter. Henk trakteerde zijn achterbuurman met een boze blik omdat hij zijn gsm niet had uitgezet en deze afging. Maar toen …… in alle stilte ging Henk zijn telefoon over. Helaas kon Henk zijn geliefde pas veroverde toestel niet uit zetten. Even later ging de telefoon weer en nog een keer enz. Henk rolde zijn toestel in de deken en rende met het schaamrood op zijn kaken hard weg de bosjes in. Buiten het gehoor van het publiek rukte hij de batterij uit de telefoon, liep terug naar zijn vrouw, vouwde de deken weer uit en zeeg beschaamd doch opgelucht neer. Geen gerinkel meer en verder een rustige avond………
De oprichtingsakte
pag. 29
pag. 30
Het Diaklied (staande te zingen met de rechterhand op de hartstreek) Melodie: “The wild rover” van de Dubliners
We spelen met inzet, Door Inzet Aan Kop Jong, oud, door elkaar heen, we slaan d'r flink op Ons hart is bij DIAK, geweldige club Daarna naar Het Landhuis, gezellige pub.
Refr:
Veertig jaren DIAK, nog steeds aan de top Wil je hier volleyballen, dan Door Inzet Aan Kop
Ook de dames van DIAK, ze zijn fanatiek Ze duiken en springen, ze zijn energiek Ze zijn geen thuiszitters, ze voelen zich top Daarom dus bij DIAK, Door Inzet Aan Kop.
Veertig jaren DIAK, nog steeds aan de top Wil je hier volleyballen, dan Door Inzet Aan Kop De Diakonadas, zij zijn met pensioen. Veel lopen, veel fietsen, door de jongens van toen. Hun hart blijft bij DIAK, met heel veel plezier En daarom drinken wij, het wit schuimend bier.
Veertig jaren DIAK, nog steeds aan de top. Wil je hier volleyballen, dan Door Inzet Aan Kop.
pag. 31
pag. 32