S
amen met de kunsteducatieve organisatie De Veerman ging het Middelheimmuseum Bij-buurten. Zo heette het ambitieuze project dat van 2006 tot 2009 de Antwerpse wijk 2020 in een compleet ander daglicht stelde. Samen met trefpunt Nova werden partners gevonden om effectief te kunnen Bij-buurten. Zodat ‘Middelheimers’ op het Kiel te zien waren en Kielenaars in het Middelheimmuseum. Vaak voor de allereerste keer. Maar zeker niet de laatste. Het museum toegankelijk maken voor een zo breed mogelijk publiek, was de oproep van de ministers van Cultuur en Onderwijs. Het Middelheimmuseum nam die ter harte. De link tussen het Kiel en het Middelheimmuseum was architect Renaat Braem. Op het Kiel staan zijn ‘potenblokken’, in het museum zijn tentoonstellingspaviljoen. Twee verschillende werelden binnen dezelfde postcode 2020. Bij-buurten op het Kiel is een project dat werd opgebouwd uit verschillende deelprojecten. In de hiernavolgende bladzijden vindt u een uitgebreide fotoreportage over de drie kernprojecten: Proeven van het Kiel SPIA in het Middelheimmuseum Nesten op het Kiel. Het is een ‘stoefboekske’ geworden. Terecht, want iedereen die bij het project betrokken was, de Kielenaars in de eerste plaats, mag zich ferm op de borst kloppen. De afgelopen drie jaar werd er heel wat ‘bij-gebuurt’ en werden er gecontacten gelegd die we zullen koesteren. De Kielenaars weten nu de weg naar het Middelheimmuseum, wij weten nu onze weg op het Kiel! Greet Stappaerts Publiekswerking Middelheimmuseum
1
Drie jaar samen op stap Het was een liefdesaffaire die drie jaar geduurd heeft, tussen het Kiel en het Middelheimmuseum. Nu zijn we nog goede vrienden, zoals dat zo dikwijls gezegd wordt, maar bij ons is dat echt waar. We hebben heel wat afgewandeld samen, op het Kiel en in het Middelheimpark, we zijn samen creatief geweest, we hebben samen geklust en allemaal zonder ruziemaken. We hebben elkaars deugden en zwakheden leren kennen, elkaars trots en schaamte en bovenal waren we met veel, met heel veel. Het eerste jaar ging het nog wat schuchter en verkennend, we bezochten en bekeken aandachtig elkaars woonplek en trachtten elkaars mogelijkheden in te schatten. We maakten wandelingen met ervaren gidsen en leerden elkaar appreciëren. Het tweede jaar ging het er al heel wat heviger aan toe: er moest dringend kunst gemaakt worden, we gingen samen een creatief parcours bewandelen. Dat werd timmeren, zagen, metselen, lassen en sleuren, maar ook deze maal onder begeleiding van professionelen. Het eindresultaat van deze samenwerking kwam in het museum te staan en dat was natuurlijk aanleiding tot een feestje, ook wel eens als een officiële opening omschreven. Ons eerste gezamenlijke feestje, met sprekers en drankjes. En het derde jaar was het zover: we kregen behoefte aan een nest, maar dan in hoofdletters en in het vet: EEN NEST. Met twee kunstenaars en heel veel deelnemers, jong en oud werd dit het hoogtepunt van onze relatie. Het werd weliswaar een nest zonder ei, maar wel een levend nest dat in de toekomst kan groeien en bloeien. Weken lang werd er met man en macht gebouwd, terwijl er tegelijkertijd een dubbeltentoonstelling liep in de Nova en in het Braempaviljoen met nesten allerhande. Na zes weken was het af en ook dat moest gevierd worden met een feestje, ditmaal onder de naam ‘eindfeest’. De burgemeester kwam, verschillende notabelen en er was friet, stoofvlees en pintjes en weer heel veel volk. Plots leek de buurt rond het nest wel een modelbuurt: iedereen was er, zonder onderscheid in leeftijd of kleur en het was echt gelukt. Een broederlijk en vrolijk samenzijn rond hun eigen bouwwerk. Zo liep onze liefdesaffaire dan wel af, maar we blijven, zoals gezegd, goede vrienden. Als we elkaar tegenkomen zeggen we vriendelijk goeiendag of maken een praatje. En dat we in de toekomst zeker nog eens samen gaan wandelen, op het Kiel of in het Middelheimpark, echt doen.
Menno Meewis Directeur Middelheimmuseum
2
Proeven van het Kiel Een doewandeling vol verrassingen. Een ontdekkingsreis langs beelden en gebouwen in het Kiel. Je staat versteld van de verhalen die erachter zitten. De wandeling leid je naar minder bekende plekken en beelden, je ontdekt leuke wetenswaardigheden, je ziet verschillende vormen van wonen en leven, je kijkt terug in de geschiedenis van het Kiel, de Olympische Spelen, den ‘Beerschot’ ... De tocht werd uitgedacht voor kinderen van het vijfde en zesde leerjaar, maar hij kan perfect door iedereen gemaakt worden, het liefst in groepsverband. Het leuke aan deze wandeling is dat het kijken naar de beelden en gebouwen gestimuleerd wordt door vragen en opdrachten die ter plekke kunnen uitgevoerd worden. Jong en oud komen op deze manier niet alleen veel te weten, maar iedereen kan op de verschillende stopplaatsen vorm geven aan wat hij ziet, hoort en voelt. Er zitten ook opdrachten bij die je nadien in groepsverband thuis, in de klas of in de vereniging verder kan uitwerken. Zo blijft de wandeling verder leven. De brochure die bij deze wandeling hoort, is gratis te verkrijgen in de Nova (Schijfstraat 105) of in het Middelheimmuseum. Hij omvat twee delen. Het eerste deel geeft een routebeschrijving met vragen, weetjes en opdrachten. Het tweede deel is bedoeld voor de begeleider van de wandeling: dat kan de oudste van het gezin zijn, de juf, de voorzitter van de kaartclub, de leider van de scouts, of .... Je hebt voor deze wandeling echt geen gespecialiseerde gids nodig. In dit tweede deel staan bijkomende inlichtingen én de oplossing van de vragen. De wandeling vertrekt aan de Nova. Je bezoekt het Nest en loopt langs de ‘potenblokken’ van Renaat Braem en de bijhorende beeldhouwwerken naar de Sint-Bernardsesteenweg. Daar sta je stil bij Den Tir, de beelden voor het politiebureau en de feestzaal. Allemaal hebben ze een verhaal. Daarna loop je de Abdijstraat in tot langs het oudste gebouw van het Kiel. Via De Bosschaertstraat wandel je naar de Jan Davidlei met de sociale woonblokken om via het beeld van Wilfried Pas terug te keren naar de Nova. Bovendien, maar wel op reservatie, kan je aansluitend het Museumappartement in de Potenblokken bezoeken, volledig ingericht zoals in de jaren vijftig, toen het net gebouwd werd.
3
De Nova was ooit een bibliotheek, ontworpen door de stadsarchitect Goes. Hij putte zijn inspiratie uit het werk van de Finse architect Alvar Aalto. Net zoal Aalto ontwierp hij niet enkel het gebouw, maar besliste ook over de kleur van de muren, de verlichting, de trapleuning en de meubelen. Nu is de Nova het ontmoetingscentrum voor de Kielenaars.
4
Deze flatgebouwen werden ontworpen door de bekende Antwerpse architect Renaat Braem. Ze werden gebouwd tussen 1951 en 1958. Renaat Braem had niet alleen oog voor het gebouw zelf, maar ook voor de omgeving en voor de bewoners. Hij vond het ontzettend belangrijk dat er groen in de omgeving was.
5
Na de eerste wereldoorlog was er een grote vraag naar goedkope woningen. De architecten Edward Craeye, Jos Smolderen, Jan Robert Vanhoenacker en John Van Beurden ontworpen deze appartementsgebouwen in 1925-1926. Ze maakten de gevels van deze blokken extra mooi met ornamenten in art decostijl.
6
Het Prelaatshof was oorspronkelijk een buitenverblijf van de Sint-Michielsabdij (vandaar de naam Abdijstraat). Het zit verscholen achter de muren van de Pius X-school en herbergt nu vzw Het Huis. Deze vzw organiseert ontmoetingen, contacten tussen ouders, grootouders en hun kinderen. Het belangrijkste is dat de neutrale bezoekruimte het contact kan behouden en zelfs kan herstellen.
7
‘Den Tir’ werd gebouwd in 1880. Eerst deed het dienst als overdekte schietstand, tijdens de eerste wereldoorlog als een soort gevangenis en daarna als stadbibliotheek. In 1935 werd er een lagere school, een kindertuin, een huishoudschool en een beroepsschool in ondergebracht. In 1965 kwam er nog een openbare wasplaats bij voor de mensen die thuis geen badkamer hadden. Sinds 2007 is het een winkelcentrum.
8
‘Vrede’ is een werk van de Belgische kunstenaar Mark Macken, gemaakt in 1960. Zowel het beeld als de poten van de flatgebouwen zijn opgetrokken in sierbeton: beton waaraan men kleine steentjes toevoegt zodat het mooier wordt. Het beeld ‘Hoger op’ is ook gemaakt met sierbeton, door de Antwerpse kunstenaar Frans Claessens.
9
In 1920 werden in België voor het eerst de Olympische Spelen georganiseerd. Het grootste deel van de wedstrijden werd gehouden op het Kiel. In deze editie won België maar liefst zestien gouden medailles. Dat hebben we sindsdien nooit meer klaargespeeld.
10
Deze beelden zijn ook van de hand van Mark Macken. Het zijn Kariatiden en ze ondersteunen het dak van de inkom van dit gebouw. Dat ze dit doen, is een verhaal van duizenden jaren oud, toen na een oorlog de Griekse koning alle mannen liet doden en de vrouwen tot zijn slavinnen maakte. Sindsdien moesten de vrouwen de daken van de tempels dragen ...
11
Het beeld ‘Aarde’ is van Wilfried Pas en staat symbool voor verdraagzaamheid tussen alle mensen. De Antwerpse kunstenaar maakte het in 1996 op vraag van een organisatie voor sociale woningbouw. Ook deze organisatie zorgt voor goede en betaalbare woningen voor iedereen.
12
De ‘Kielse Rat’ werd in 2006 door kunstenaar Bram Breedveld gegoten uit beton met daarin gespikkelde, kleurrijke steentjes. De rat verwijst naar de benaming van de inwoners van het Kiel en de supporters van de vroegere voetbalclub Beerschot.
13
14
Het bronzen reliëf ‘de lagere school’ werd in 1955 gemaakt door Mark Macken.
15
Het beeld ‘Sereniteit’ is van de hand van Henri Puvrez. Het is gemaakt uit hardsteen.
16
17
SPIA in het Middelheimmuseum Scholen zijn een belangrijke partner voor het Middelheimmuseum. Via scholen kan een museum immers àlle kinderen in de wijk bereiken. Voor het secundair onderwijs wil het Middelheimmuseum een aangepast aanbod uitwerken voor het technisch en beroepsonderwijs. Om deze doelgroep beter te leren kennen, werd een project opgezet met het SPIA, het Stedelijk Polytechnisch Instituut Antwerpen, gevestigd op het Kiel. Wat SPIA en het Middelheimmuseum gemeen hebben, is de techniek. Elk beeldhouwwerk is een technisch hoogstandje, elk werkstuk van de leerling is dit eveneens. Wat beide instituten verschillend maakt, is hun kijk op deze techniek. In SPIA staat de functionele realisatie centraal: een auto moet kunnen rijden en een bad mag niet lekken. In de beeldende kunst staat het verhaal, de betekenis, centraal en de vrijheid om grenzen te verleggen. Beiden spreken een andere taal, maar hebben één ding gemeen: het vakmanschap. Welke boeiende ervaring zou het opleveren indien beiden met elkaar worden geconfronteerd? Er ging een intense voorbereiding aan dit project vooraf. School en museum werkten samen een traject uit dat uitmondde in een creatieve projectweek op school. Er werden grenzen afgetast, mogelijkheden uitgediept, kansen gecreëerd, er werd gewikt en gewogen. Tijdens de creatieve week werkten vijf groepen leerlingen vanuit hun specifiek vakgebied (carrosserie, bouw, sanitair, elektriciteit) samen met hun vakleerkracht, een kunstenaar en een museumgids aan een kunstwerk. De basismaterialen waren de materialen waarmee zij het hele jaar door werken maar die door de kunstenaar in een totaal ander daglicht werden gesteld. De tentoonstelling van de kunstwerken in het Middelheimmuseum was een kunstzinnige toepassing door de leerlingen op hun praktijkvakken. Een hele zomer lang konden jongeren uit het technisch- en beroepsonderwijs ‘stoefen’ tegen hun familieleden, vrienden en kennissen: “Er staat een werk van ons in het Middelheimmuseum.” Er zijn kunstenaars die voor minder jaloers zouden zijn ...
18
Kunstenaars en museumgidsen maken kennis met SPIA en zijn vakleerkrachten en vice versa.
19
20
Vakleerkrachten ontdekken het Middelheimmuseum en leven zich uit in de atelierwerking ... zoals straks hun leerlingen zullen doen.
21
Wie zijn de leerlingen? Waarmee zijn ze bezig? Wat houdt hen bezig?
22
23
Verwerking en aanscherpen van de creativiteit in het atelier.
24
Kennismaking met het Middelheimmuseum.
25
26
27
Walking into a cloud De leerlingen van de afdeling bouw werkten op locatie: in het Middelheimmuseum waren maar liefst achtduizend (8.000!) lege flessen bijeengebracht om vorm te geven aan het concept van de kunstenaar. Samen met kunstenaar Luk Van Soom, museumgids Pieter Lemmens en vakleerkracht Danny Van Velthoven hebben de leerlingen de contouren vervaardigd waarbinnen het glazen huis vorm kreeg. Het bouwen van Walking into a cloud was een uitdaging voor de leerlingen bouw die enkel de vertrouwdheid kennen van de geijkte baksteen en nu hun vakmanschap moesten aanwenden voor het bemeesteren van ronde flessen met vaak uiteenlopende afmetingen. Luk Van Soom (°1956) ontwerpt duidelijk gedefinieerde, heldere vormen en tekent met strakke contouren in de ruimte. Hierbij wordt de tekening volume en het volume materiaal, waarbij het materiaal bewust wordt gekozen omwille van zijn structuur en textuur.
28
29
30
Oh-la-laa De leerlingen van de afdeling elektriciteit bedachten een lichtgevende slogan die als opening fungeert voor deze tentoonstelling. Samen met kunstenaar Patrick Van Caeckenbergh, museumgids Ann Verhelst en vakleerkracht Johan De Waele, pasten de leerlingen hun kennis van elektriciteit toe op een geheel van letters die tegelijkertijd kunnen branden. Oh-la-laa vormt voor de leerlingen de combinatie van een vaktechnische uitdaging in een niet voor de hand liggende opstelling en volgorde, en op een niet-evidente locatie. Patrick Van Caeckenbergh (°1960) omschrijft zichzelf als een knutselaar die uit zijn massale verzamelingen kiest en zaken naast elkaar plaatst tot een kakofonie van vorm en kleur ontstaat, zo kleurrijk als het leven zelf.
31
32
Autoyurt De leerlingen van de afdeling metaal verwerkten afgedankte autodeuren tot een joert, een traditionele tentsoort die wordt gebruikt door rondtrekkende nomaden in de steppegebieden van Centraal Azië. Samen met kunstenaar Tom Jespers, museumgids Jet De Kort en vakleerkracht Mohammed Akhal gingen de leerlingen het gevecht aan met portieren die in essentie niet bedoeld zijn om aan elkaar, laat staan boven elkaar, bevestigd te worden. Elke leerling ontwierp individueel een logo dat een symbolische weerspiegeling vormt van zijn of haar grootste gedrevenheid. Bij de schepping van Autoyurt werd de afgebakende weg van de vakopleiding metaal op zijn kop gezet en leidden de gedachten van de leerlingen naar kleuren, vormen en spanning ... eventjes verder weg van de functionele toepassing. Tom Jespers (°1975) is installatie-, decorbouwer en tekenaar, en voelt zich vooral thuis in metaal- en smeedwerk. Zijn werken draaien in hoofdzaak rond de thema’s isolement, eenzaamheid en verborgen alledaagsheid.
33
34
Sanibron De leerlingen van de afdeling sanitair verwerkten afgedankte wc-potten, wastafels, badkuipen ... tot een kunstwerk waarbinnen het watercircuit werd omgedraaid. Samen met kunstenaar Bert Van Ransbeeck, museumgids Marianne Van den Boom en vakleerkracht Frank Wilms zetten onze toekomstige loodgieters hun vaste waarden op zijn kop om op die manier een monument te creëren dat niet langer het water ‘verpakt’, maar ons laat zien wat de oorsprong is. Bij Sanibron werden op een stalen skelet sanitaire toestellen gemonteerd die van hun dagelijkse functie werden ontdaan. Het geheel werd voorzien van een pomp en waterleiding en gemoduleerd met piepschuim en snelcement. Bert Van Ransbeeck (°1957) is beeldhouwer, leraar en 3D-ontwerper, met een affiniteit voor materialen als steen, glas, brons, koper ... Hij wordt gewaardeerd omwille van zijn leesbare vormgeving en knowhow inzake materiaal en techniek, een stielkennis waarin hij zich sinds zijn prille jeugd verdiept.
35
36
Hemel-tergend Lucht-kasteel De leerlingen van de afdeling bouw werkten op locatie: in het Middelheimmuseum lag een gigantische stapel recuperatiehout in alle groottes en vormen. Afgedankte deuren, stoelen, planken, balken ... die werden geschonken door de firma Van Gansewinkel. Kunstenaar Camiel Van Breedam, museumgids Luk Truyens en vakleerkrachten Alex Dene begeleidden de jongeren naar een creatieve invulling van de opdracht maak een trap die niet-functioneel is en die leidt naar een onbepaalde bestemming. Hemel-tergend Lucht-kasteel is een combinatie van het werk van resultaatgerichte vakleerlingen en de ongebreidelde fantasie van een kunstenaar, een organisch kunstwerk dat dag na dag groeide, waarbij het kijken van de deelnemers evolueerde en de betrokkenheid met de minuut toenam. Camiel Van Breedam (°1936) creëert vooral assemblagekunstwerken: aanvankelijk reliëfs waarin bestaande voorwerpen werden verwerkt, maar gaandeweg meer zelfstandige objecten en volledige environnementen.
37
38
39
En toen was het feest! Jongeren piekfijn uitgedost, fier als een gieter, geflankeerd door hun ouders, familieleden en kennissen.
40
“Wij hebben iets gemaakt voor het museum! Ons werk staat in het Middelheimmuseum! De schepen is komen speechen!”
Nesten op het Kiel Een nieuw kunstwerk op het Kiel zou de verbinding tussen het Middelheimmuseum en het Kiel kunnen tastbaar te maken. Een kunstwerk waarbij de bewoners betrokken worden bij de keuze en de plaats. Het werk van Andreas Hetfeld en meer bepaald ‘Nesten’ past perfect in dit concept: een interactief kunstproject waarbij kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen samen een monumentaal nest weven uit wilgenhout. ‘Nesten op het Kiel’ is geboren. Het is een groots project, waar talloze organisaties en mensen bij betrokken worden: de Huisvestingsmaatschappij, Samenlevingsopbouw, leerlingen van lagere en secundaire scholen, Opsinjoren, Manus, de academie van Hoboken, de groendienst van de stad ... Ter ‘opwarming’ worden er verschillende activiteiten georganiseerd: een quiz met als thema Nesten (Samenlevingsopbouw), Nova verkoopt 300 nestkastjes die kunnen beschilderd en gedecoreerd worden naar eigen creativiteit om dan later samen tentoongesteld te worden, een schrijfproject met als thema ‘mijn eigen nest’ (Recht Op), in het Middelheimmuseum dokteren de gidsen een rondleiding uit met als thema ‘nesten, beeldende kunst en architectuur’ en wordt het atelier Archi leuk aangeboden voor kinderen van 8 tot 12 jaar, Natuurpunt bedenkt enkele wandelingen op het Kiel, RASA maakt een inspiratieboekje om samen met een groep kinderen het thema ‘nesten’ uit te diepen, de Veerman maakt samen met het Vlaams Architectuur Instituut een mobiele bibliotheek met boeken over de vreemdste nesten van dieren, over boomhutten en andere woonvormen. Het openingsfeest vormt een ware brug tussen het Middelheimmuseum en het Kiel: op het Kiel worden de eerste wilgentakken geplant, in de Nova worden de nestkastjes tentoongesteld en ’s namiddags wordt er een bus ingelegd zodat de geïnteresseerden naar het Middelheimmuseum kunnen voor de opening van de tentoonstelling van het werk van Andreas Hetfeld. Vanaf dan vormen de ‘potenblokken’ van het Kiel gedurende zes weken een ware bijennest, waar meer dan 1.000 kinderen, jongeren en volwassenen het Nest mee gestalte geven. Het is een prachtig wordingsproces waarbij de kunstenaars geen kans onbenut laten om iedere voorbijganger bij het bouwen te betrekken. Het Nest wordt echt van het Kiel en de Kielenaar is er bijzonder trots op. Het slotfeest was dan ook een groot succes. Om het Nest verder te laten groeien en bloeien, werden meters en peters gezocht die er samen met de Nova en Opsinjoren zullen voor instaan dat er regelmatig gesnoeid en ingevlochten wordt. Het Nest leeft. Het Kiel heeft een eigen kunstwerk.
41
Met enkele buurtbewoners op studiebezoek naar Gent. Daar heeft men ervaring in het betrekken van de bewoners bij kunstwerken in de openbare ruimte.
42
Samen met de buurtbewoners naar het atelier van Andreas Hetfeld en Suus Baltussen in Nijmegen.
43
Andreas en Suus maken kennis met ‘de ziel van het Kiel’: de Nova, de ‘potenblokken’ waar het Nest zal verrijzen, en enkele buurtbewoners.
44
Een eerste Nest op tafelformaat.
45
46
Tijdens een tweede contactavond vlechten buurtbewoners samen met Andreas en Suus een Nest in de Nova.
47
48
Grote infovergadering voor leerkrachten, buurtbewoners, verenigingen en buurtgroepen. Mohammed, de latere ‘burgemeester van het Nest’ maakt hier voor het eerst kennis met het project.
49
Openingsfeest. Onder het toeziend oog van 200 aanwezigen planten de Antwerpse schepen en Kielenaar Robert Voorhamme en districtsvoorzitter Chris Anseeuw de eerste wilgentakken.
50
Tentoonstelling van 300 nestkastjes in Nova.
51
Tentoonstelling van 300 nestkastjes in Nova.
52
Een 80-tal Kielenaars op de opening van de tentoonstelling van Andreas Hetfeld in het Braempaviljoen in het Middelheimmuseum.
53
54
De eerste week was een zware werkweek: er moesten 300 takken tot een meter diep worden geplant. Gelukkig waren er de jongens van het SPIA en van eSeM 9.
55
Bouwen in de sneeuw. Mohamed werkt dagelijks mee.
56
57
58
Archi leuk, workshop voor kinderen van 8 tot 12 jaar in het Middelheimmuseum rond het thema Nesten.
59
60
Andreas en Suus maken met de bewoners en gebruikers van het OCMW dienstencentrum De Boskes een nest, dat nog steeds in de tuin staat.
61
62
63
Medewerkers en vrijwilligers van NOVA geven het Nest mee vorm.
64
65
De leerlingen van SPIA tonen zich trouwe Nest-bouwers onder het goedkeurend oog van ...
66
67
De kunstenaars maken samen met de bewoners van de Silvertopblok een nest ter plaatse.
68
69
70
71
Gedurende zes weken hebben meer dan duizend kinderen, jongeren en volwassenen het Nest gebouwd: leerlingen van SPIA, uit het deeltijds onderwijs, van eSeM 9, van de Toverbol, van de Blokkendoos, de scouts, mensen van het buurtwerk, de vrouwen van Taal-ooR, de academie van Hoboken, de mensen van Afribel, van De Markgrave, van Recht Op en vele, vele individuele passanten.
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
Slotfeest!
Opening door burgemeester en Kielenaar Patrick Janssens, muziek van Sopha, de Kielse Murga en Marakesh Sukar. Presentatie: Johan Petit. Schitterend weer, veel volk, een frietkraam, een wafelkraam, een ijsjeskraam en een drankenstand.
82
83
84
85
86
87
Een twintigtal peters en meters van het Nest ondertekenen het buurtcontract met Opsinjoren: zij zullen ervoor zorgen dat het Nest goeit en bloeit, samen met het Kiel.
88
89
90
91
Eind oktober wordt er gesnoeid en ingevlochten. Het Nest is klaar voor de winter.
92
93
Proficiat voor Bij-buurten Proficiat voor het Kiel! Een avontuur van drie jaren, een zoektocht van het Middelheimmuseum en het Kiel. Wij zijn veel mensen dank verschuldigd, vooreerst de Kielenaars zelf die met velen deelnamen aan tal van activiteiten en vergaderingen om dit avontuur mee te sturen en mee in te vullen. Ook zijn we de hele werking van de Nova dankbaar dat zij mee in dit verhaal gestapt zijn. Ze waren en zijn nog steeds de excellente kompaan om vanuit een lokale regie dit verhaal tot een succes te maken. Maar ook anderen, zoals het SPIA (Leonardo Lyceum)-team onder leiding van directeur Jan De Vroede, de bewonersgroep van de Braemblokken, verschillende basisscholen op het Kiel, en tal van individuele Kielenaars zoals Frans en Julia, Annie, Marie-Louise, Mohamed, Malika, Marina, Cathy, ... zijn we zeer dankbaar voor het mee realiseren van het Bijbuurten project. De vraagt blijft natuurlijk wat we overhouden. Het is mijn overtuiging dat deze drie jaar een aantal sporen zal nalaten. Zoals het Nest groeit en een blijver is, zo zal ook de relatie tussen het museum en de wijk verder blijven groeien. Er is alvast de intentie om de Kielenaars te blijven uitnodigen bij elke grote tentoonstelling en hen rondleidingen aan te bieden, er is de beeldende Kielwandeling die in een hernieuwde versie wordt aangeboden aan scholen en verenigingen, er zijn de contacten met het SPIA die vast zullen leiden naar nog vele mooie projecten, er is de partnerorganisatie NOVA die de weg naar het museum nu zeer goed kent en kan bewandelen.
94
Dat Bij-buurten een goed voorbeeld is van zowel een kunstverhaal, een kunsteducatief gebeuren als een sociaal artistiek project, mag duidelijk zijn. Ik mag hopen dat de projecten op het Kiel inspirerend mogen werken voor nog heel wat mensen en organisaties in Vlaanderen en daarbuiten. Als iets goed was, mag dat ook gezegd en getoond worden. Het was mij een eer en een genoegen om dit met zoveel partners en mensen mee te mogen realiseren. Kunst maakt het Kiel een stuk aangenamer, de bewoners van het Kiel maken van het Middelheim ook hun thuis, deze buren hebben elkaar gevonden. Laat ze het doorvertellen aan alle ander buren, zodat deze ook beginnen Bij-buurten. Ondertussen blijft het Nest het levende bewijs dat Bij-buurten werkt. Ik hoop dat het verder mag groeien en bloeien, als symbool van een gemeenschappelijke droom van verbondenheid.
Tijl Bossuyt Artistiek en zakelijk leider De Veerman Partner van het project Bij-buurten (www.veerman.be)
95
COLOFON Idee: Tijl Bossuyt, De Veerman, Eddy Duquenne, projectcoördinator Bij-Buurten, Greet Stappaerts, publiekswerking Middelheimmuseum Concept: Eddy Duquenne Foto’s: Eddy Duquenne Bram Rumbaut (pag. 51, 52, 53, 54) Diana Spekman (pag. 92, 93) Sven van Baarle (kaft) Tekst: Annemie Morbee, Piet Convents Lay out: Luc Wouters (Grafisch Centrum Antwerpen) Druk: Oplage:
Middelheimmuseum, Middelheimlaan 61, 2020 Antwerpen Tel.: 03 828.13.50 - 03 827 15 34; Fax.: 03 825 28 35 middelheimmuseum@stad. antwerpen.be www.middelheimmuseum.be Open van dinsdag tot met zondag: oktober tot en met maart: 10u00 – 17u00 / april en september: 10u00 – 19u00 / mei en augustus: 10u00 – 20u00 / juni en juli: 10u00 – 21u00. Gesloten op maandag (uitgezonderd paasmaandag en 2de pinksterdag), 1 en 2 januari, Hemelvaartdag, 1 en 2 november, 25 en 26 december. Depot D/2009/0306/26. Dit boek kadert binnen ‘Bijbuurten op het Kiel’. Met Bij-buurten op het Kiel wil het Middelheimmuseum zijn rol als bemiddelaar tussen beeld en toeschouwer verder uitdiepen door een intensieve samenwerking aan te gaan met het Kiel. Bij-buurten op het Kiel is een driejarig project (2006-2009) waarvoor het Middelheimmuseum een samenwerking is aangegaan met De Veerman, een organisatie die diverse sectoren met elkaar wil verbinden, met de kunsten als centraal gegeven.
Logo’s van Musea Antwerpen, De Veerman, Vlaamse Gemeenschap