Praktijkbeschrijving
Samen DOEN in de buurt in Amsterdam De Samen DOEN in de buurt-teams in Amsterdam richten zich op de ondersteuning van kwetsbare huishoudens met multiproblemen. Zij werken vanuit het principe één huishouden, één plan, één regisseur. Ze doen een beroep op de eigen kracht van mensen. MEE Amstel en Zaan brengt als kernpartners expertise in over de integrale benadering, de sociale netwerk-strategie en MEE-doelgroepen. Dit gebeurt zowel op casusniveau als via deskundigheidsbevordering.
MOVISIE • praktijkbeschrijving • Samen DOEN in de buurt in Amsterdam • pagina 1 van
Samen DOEN in de buurt in Amsterdam in een notendop Project
Samen DOEN in de buurt, in opdracht van gemeente Amsterdam, looptijd van 2011 tot nu.
Doel
Het ondersteunen van kwetsbare huishoudens of burgers met een stapeling van problemen volgens het principe één huishouden één plan één regisseur, waarbij de eigen kracht van de betrokkenen zo veel als mogelijk wordt aangesproken.
Projectleiding
Programmateam Samen DOEN, gemeente Amsterdam.
Deelnemers
Professionals van onder meer de gemeente Amsterdam, Jeugdzorg, Spirit, Altra (onderwijs en jeugdhulp), Dienst werk en inkomen en MEE. Ieder team heeft een teamleider en een team-assistent. De teamleden werken als T-shaped generalist (generalist naar de klant en specialist in het team).
Resultaten
De ondersteuning kost in de meeste gevallen veel tijd, met name omdat Samen DOEN-cliënten met complexe problematiek binnenkomen. Grote winst is dat de verschillende problemen van de cliënt efficiënter opgepakt worden, omdat Samen DOEN werkt volgens het principe van één plan, één huishouden, één regisseur.
Opbrengst voor de inwoners
Huishoudens met multiproblematiek krijgen integrale ondersteuning. De integrale aanpak blijkt efficiënt. Er zijn korte lijnen, waardoor snel geschakeld kan worden en er komen duurzame oplossingen uit waar de eigen kracht van het huishouden en zijn netwerk een belangrijke bijdrage aan leveren.
Lessons learned * Werk toe naar een gemeenschappelijke definitie van de doelgroep. * Investeer in visieontwikkeling en teambuilding. * Investeer in het leerproces van het team. * Faciliteer de teams met een uitvalsbasis in de buurt. * Zorg voor één gemeenschappelijk registratiesysteem.
MOVISIE • praktijkbeschrijving • Samen DOEN in de buurt in Amsterdam • pagina 2 van
1. Samen DOEN, wat is het? Samen DOEN in de buurt is eind 2011 opgezet door de gemeente Amsterdam om kwetsbare huishoudens of burgers met een stapeling van problemen te ondersteunen die, mede door de bezuinigingen, in het maatschappelijk veld tussen wal en schip dreigen te raken. De gemeente is initiator en organisator van Samen DOEN in de buurt en heeft de regie. Dit betekent dat de gemeente de werkwijze en samenstelling van de teams bepaalt. Naast de aansturing is de gemeente verantwoordelijk voor de leerlijn – de training van en ondersteuning aan de professionals die meedoen – en zijn de teamleiders in dienst van de gemeente. De Samen DOEN in de buurt-teams worden aangestuurd door het stedelijk programmateam Samen DOEN in de buurt.
Uitgangspunten Het uitgangspunt binnen de Samen DOEN-aanpak is het principe één huishouden, één plan, één regisseur. Er wordt gewerkt vanuit een integrale benadering, gericht op preventie: voorkomen dat problemen escaleren. Het principe van de eigen kracht van inwoners staat in de benadering centraal. De inzet van de professionals gaat uit van het vinden van een oplossing binnen de eigen kracht van de cliënt en binnen het eigen netwerk. Idealiter opereren de teams vanuit een herkenbaar punt in de wijk, bijvoorbeeld een buurthuis. De teamleden zijn echter voornamelijk op de straat of ‘aan de keukentafel’ te vinden.
Het Samen DOEN-team Een Samen DOEN-team bestaat uit professionals van verschillende organisaties. De gemeente Amsterdam heeft de organisaties gevraagd professionals beschikbaar te stellen voor de teams. Zij nemen daarbij in eerste instantie hun eigen caseload mee. De professionals worden vanuit hun eigen organisatie voor een aantal uur per week uitgeleend aan het Samen DOEN-team. De afspraken over de inzet van de professionals zijn op managementniveau vastgelegd tussen de gemeente en de instellingen. De professionals zijn grotendeels door hun eigen organisaties naar voren geschoven.
Hayat Elbouk, adviseur Programma Samen DOEN in de buurt vanuit de gemeente Amsterdam: Het moet gebeuren met gesloten beurzen. Het moet allemaal zo goedkoop mogelijk, met de middelen die er zijn.
De wens van de gemeente is, dat de professionals zoveel mogelijk uren van hun werkweek meedoen in het Samen DOEN-team, zodat ze relatief zo weinig mogelijk tijd kwijt zijn aan overleg. De meesten kiezen ervoor om 80 procent van hun tijd te besteden aan Samen DOEN en 20 procent aan hun eigen organisatie. De professionals geven aan graag binding te willen houden met hun eigen organisatie. De binding met de moederorganisatie is ook in het belang van Samen DOEN, op deze manier kunnen deze T-shaped professionals hun expertise onderhouden en specialist in hun vakgebied blijven. T-shaped professionals zijn enerzijds generalisten en anderzijds specifiek deskundig op een bepaald terrein. De horizontale streep van de T staat voor wat deze professionals gemeen hebben: de algemene competenties en vaardigheden van de sociaal werker (zoals de eigen kracht kunnen versterken, op de vraag af kunnen gaan, integraal kunnen werken en kunnen verbinden, signaleren en agenderen). De verticale streep van de T staat voor de specifieke kennis, vaardigheden, ervaring en competenties van de individuele sociaal werker.
MOVISIE • praktijkbeschrijving • Samen DOEN in de buurt in Amsterdam • pagina 3 van
De ketenpartners kunnen niet echt invloed uitoefenen op de werkwijze van de Samen DOENteams, die wordt door de gemeente voorgeschreven. Wel kunnen ze hun eigen medewerkers een opdracht meegeven. Zo geeft MEE aan haar professionals mee dat ze ook bij Samen DOEN vanuit de MEE-visie en -grondhouding werken en dat de cliëntondersteuning die ze geven gericht dient te zijn op mensen met een beperking. Hetzelfde geldt voor Jeugdzorg en Spirit. Zij krijgen vanuit hun organisatie mee dat ze bij Samen DOEN alleen huishoudens mogen ondersteunen waar kinderen bij betrokken zijn.
Samenstelling De concrete samenstelling van een Samen DOEN-team is afhankelijk van het aantal potentiële klanten en de specifieke aandachts- en doelgroepen in de buurt. Een Samen DOEN-team bestaat in ieder geval altijd uit twee medewerkers van de gemeente Amsterdam (de teamleider en team-assistent), een medewerker met kennis en expertise van jeugd- en opvoedhulp en een medewerker met kennis en expertise op het gebied van mensen met een Licht Verstandelijke Beperking (LVB), meestal is dat MEE. In de proeftuingebieden wordt ook geëxperimenteerd met kennis en expertise in de eerste ring op het gebied van de GGZ, momenteel is deze expertise in de meeste teams alleen op afroep beschikbaar.
2. Werkwijze Aanmeldingen voor Samen DOEN komen bij de teamleider binnen. Voordat iemand of een huishouden als cliënt bij Samen DOEN terechtkomt, kijkt het Samen DOEN-team of de cliënt binnen de doelgroep van Samen DOEN valt en doet het team een regiecheck. Cliënten moeten aan de volgende kenmerken voldoen om in aanmerking komen voor Samen DOEN: ze moeten meer dan één probleem op meer dan één leefdomein hebben, in combinatie met geen of beperkte zelfredzaamheid. Het streven is dat nieuwe aanmeldingen in het Samen DOEN-team worden besproken voordat er besloten wordt of het betreffende gezin cliënt van Samen DOEN kan worden. De regiecheck houdt in dat het team nagaat of de cliënt bekend is bij en/of klant is van de Sociale dienst, Wmo of een van de betrokken instellingen. Als een cliënt al een regiehouder heeft, kan hij of zij niet met Samen DOEN meedoen. Nadat besloten is dat een cliënt mee kan doen, wordt hij overgedragen aan twee professionals uit het Samen DOEN-team (generalisten). Zij voeren een gesprek met de professional die de cliënt bij het team heeft aangemeld – indien deze er is – en gaan vervolgens op huisbezoek. De generalisten gaan de eerste keer samen om te waarborgen dat de problemen vanuit verschillende expertise wordt belicht, en ook vanwege de veiligheid. Doel van het huisbezoek is het winnen van het vertrouwen van de cliënt en inzicht krijgen in zijn problemen. Na het eerste gesprek gaat één van de twee professionals samen met de cliënt aan de slag, meestal degene met expertise die het meest aansluit op de problematiek. Zij maken samen een integraal plan dat de eigen kracht van de cliënt activeert en waarbij het eigen netwerk wordt betrokken. Bij de ondersteuning van de cliënt maakt de Samen DOEN-professionals gebruik van verschillende instrumenten: 1. Ecogram, om het netwerk van de klant in kaart te brengen; 2. Zelfredzaamheidmatrix, om de uitgangspositie en voortgang van de klant vast te stellen. Binnen het team is iedereen als specialist, vanuit zijn eigen expertise, beschikbaar voor de andere teamleden. Zodra een teamlid hulp, een verwijzing of een indicatie nodig heeft, weet hij dus bij wie hij in het team terecht kan om dit voor elkaar te krijgen.
MOVISIE • praktijkbeschrijving • Samen DOEN in de buurt in Amsterdam • pagina 4 van
Casuïstiekoverleg Omdat de professionals allemaal vanuit een andere organisatie bij Samen DOEN werkzaam zijn, is het belangrijk om regelmatig te overleggen, elkaar te zien en te delen wat er gaande is. Een Samen DOEN-team komt dan ook gemiddeld één keer per twee weken bij elkaar voor casuïstiekoverleg. In het casuïstiekoverleg bespreken en verdelen de teamleden nieuwe casussen en stellen zij elkaar vragen over casussen die moeizaam verlopen. Het bespreken van een casus verloopt volgens een vast patroon dat lijkt op een intervisiegesprek. Opvallend aan de casuïstiekbesprekingen is dat duidelijk de expertise en de achtergrond van elk van de professionals naar voren komt in het soort vragen dat ze stellen, hun analyse van de problematiek en hun adviezen. De één focust met name op de klant zelf, terwijl de ander veel meer aandacht heeft voor het hele gezin of specifiek voor de kinderen. Zo vullen de professionals elkaar aan.
Seth Albarda, teamleider Samen DOEN Rivierenbuurt: Door de kijk vanuit verschillende expertises en verschillende invalshoeken kan de medewerker in het huishouden zich ook echt als generalist opstellen, hij voelt zich gesteund door de kennis van zijn collega’s.
Leerlijn Naast casuïstiekoverleg in de buurtteams wordt ook gewerkt aan bredere doorontwikkeling van kennis en vaardigheden van de Samen DOEN-teams. Het stedelijk programmateam Samen DOEN – onder regie van de gemeente – stuurt in een leerlijn op leren en ontwikkelen en is dan ook een ‘lerende organisatie’. De leerroute van Samen DOEN in de buurt bevat de volgende stappen. * De Samen DOEN-buurtteams delen de dilemma’s, successen en belemmeringen zowel bin-
nen het team als met het programmateam. * Uit deze inzichten trekken zowel het programmateam als de buurtteams de lessen. * De resultaten hiervan worden, waar relevant, zowel op team- als op programmateamniveau geïmplementeerd. Er zijn verschillende leervormen binnen de leerlijn. Deze worden genoemd in het visiedocument Visie op leren en ontwikkelen dat te vinden is in de achtergrondinformatie (paragraaf 10). Hieronder noemen we een aantal interessante vormen. * Inhoudelijke leerlijn-modules: deze richten zich op het verkrijgen van basisvaardigheden
en -kennis. De Samen DOEN-teams kunnen een aantal standaard modules volgen, zoals bijvoorbeeld het krachtig maken van burgers, training Zelfredzaamheidsmatrix, netwerk in kaart met behulp van het ecogram, herkennen van Licht Verstandelijke Beperking (LVB) en toeleiding schulddienstverlening. * Teambegeleiding op inhoud en samenwerking: dit is gericht op eigen maken van de nieuwe, uniforme werkwijze. In de werkwijze is de eigen kracht van de cliënt leidend, wordt gefocust op oplossingsgericht werken en moeten de professionals kostenbewust en interdisciplinair samenwerken. * Uitstroomprofiel Integraal Sociaal Werk: stagiaires van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) werken mee in de Samen DOEN-teams om zich de werkwijze eigen te maken. Onder andere aan de hand van hun ervaringen wil de HvA een uitstroomprofiel Integraal sociaal MOVISIE • praktijkbeschrijving • Samen DOEN in de buurt in Amsterdam • pagina 5 van
werk ontwikkelen. Op termijn zal dit professionals opleveren die passen in het profiel van de professionals in Samen DOEN in de buurt.
3. Resultaten Het resultaat van de werkwijze van Samen DOEN in de buurt lijkt positief. De ondersteuning kost in de meeste gevallen wel veel tijd, met name omdat Samen DOEN-cliënten met complexe problematiek binnenkomen. Grote winst is dat de verschillende problemen van de cliënt efficiënter opgepakt worden, omdat Samen DOEN werkt volgens het principe van één plan, één huishouden, één regisseur. Dit maakt de ondersteuning zowel voor de cliënt als voor de hulpverlener overzichtelijker. Daarnaast zijn de oplossingen duurzamer omdat de focus ligt op álle problemen van de cliënt, en zijn eigen kracht en zijn netwerk worden aangesproken. Tot slot kunnen de problemen van de cliënt die om een specialistische aanpak vragen, sneller worden opgepakt door de korte lijntjes met de partnerorganisaties.
4. Financiering De gemeente betaalt de organisatiekosten en heeft de teamleiders in dienst. De ketenpartners lenen hun professionals kosteloos uit aan Samen DOEN in de buurt vanuit hun eigen exploitatie. De professionals kunnen wel hun caseload meenemen naar Samen DOEN.
Brigitte Lambregts, regiomanager van MEE Amstel en Zaan: Het is best een worsteling om de uren van de MEE-consulenten in een Samen DOEN-team te verantwoorden. MEE-consulenten worden vanuit de AWBZ voor de individuele cliëntondersteuning gefinancierd. In Samen DOEN draait het echter niet alleen om de persoon met een beperking, maar gaat de consulent bijvoorbeeld ook aan de slag met een vader met een psychiatrisch probleem. Dit maakt de verantwoording van het werk van de MEEconsulenten lastiger.
MEE geeft aan dat de medewerkers zich niet verantwoordelijk moeten voelen voor de financiële verantwoording. De huidige financiering past niet bij de manier van werken binnen Samen DOEN. Het College van Zorgverzekeringen (CVZ) vraagt verantwoording gericht op individuele dienstverlening aan mensen met een beperking terwijl de gemeente van MEE inzet wenst op een huishouden waarvan een gezinslid een beperking heeft. Omdat het een overgangsjaar is, aangezien de financiering van MEE middelen overgaat naar de gemeente, heeft MEE goede afspraken met de gemeenten kunnen maken en heeft ze meer ruimte gekregen van het CVZ.
5. Opbrengst voor de cliënt In de werkwijze van Samen DOEN staat de vraagverheldering centraal. Vanaf het begin gaan de professionals met de cliënt of het huishouden het gesprek aan om te kijken wat precies het probleem is en hoe ze dit gezamenlijk kunnen oplossen. Daarin staat de eigen kracht en het netwerk van de cliënt centraal. De ervaring van de Samen DOEN medewerkers is dat zij zich ook serieus genomen voelen, wanneer je uit gaat van de vraag van het huishouden, hen ook eigenaar van het probleem laat en betrokken maakt bij het oplossen van de problemen.
MOVISIE • praktijkbeschrijving • Samen DOEN in de buurt in Amsterdam • pagina 6 van
Seth Albarda, teamleider Samen Doen in de Rivierenbuurt: De meerwaarde Samen DOEN zit in één aanspreekpunt, de korte lijnen naar verschillende organisaties, het snel aandacht hebben voor de cliënt en het mandaat dat je hebt, dat versnelt het proces. Daarnaast kunnen we lang bij een huishouden blijven, ook wanneer het relatief goed gaat. Dan hebben we de tijd om het netwerk te leren kennen en te versterken.
Coos Schurink, maatschappelijk werker bij de Regenboog Groep: Voor mij was de samenwerking met Dienst Werk en Inkomen (DWI) echt een eyeopener. Vanuit de Regenboog staan we vaak recht tegenover DWI. Vanuit dit team is de samenwerking geweldig. Doordat we een integraal plan maken waar we alle leefgebieden in meenemen en DWI ook in het team zit en op de hoogte is van de plannen en vertrouwen heeft in de navolging ervan, kunnen we snel afspraken maken met DWI. Op deze manier krijgen we dingen vaak sneller voor elkaar. Dit werkt voor ons makkelijk maar is natuurlijk vooral heel goed voor de mensen die we begeleiden.
Bij Samen DOEN hebben de professionals de mogelijkheid meer uren te steken in een cliënt. Zij kijken regelmatig hoe het met iemand gaat. Het monitoren van de voortgang maakt dat de hulp aan de cliënt duurzamer is. Omdat er meer tijd is voor de cliënt, hebben de professionals meer mogelijkheden om ervoor te zorgen dat de cliënt faciliteiten in de buurt gebruikt en het eigen netwerk inschakelt. Zodra het netwerk goed functioneert, is er minder hulpverlening nodig en werkt de aanpak goed. Om het netwerk van cliënten in kaart te brengen, maken de Samen DOEN-professionals sinds kort gebruik van ecogrammen. Dit werkt heel goed omdat hiermee het netwerk van cliënten overzichtelijk in beeld is. Het helpt om cliënten (weer) over hun netwerk na te laten denken en geeft de professional inzicht.
6. De kracht van de gemeente Samen DOEN past goed bij de lokale uitwerking van de Kanteling in Amsterdam waarin eigen kracht en ondersteuning vanuit het eigen netwerk voorop staan. Samen DOEN maakt deel uit van een serie programma’s en/of aanpakken gericht op burgers met een ondersteuningsvraag. Naast Samen DOEN dat focust op cliënten en huishoudens met complexe problematiek, heeft Amsterdam het programma Om het Kind ontwikkeld. Dit programma stelt zich ten doel dat kinderen en jongeren veilig en gezond kunnen opgroeien, hun talenten kunnen ontwikkelen en maatschappelijk volwaardig en verantwoordelijk kunnen participeren. Uitgangspunten van Om het Kind zijn: ruimte voor eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht, kleine problemen blijven klein, snel effectieve hulp in de vertrouwde omgeving. Tot slot richt Amsterdam wijkzorgteams op waarbij de zorg voor burgers met een lichte ondersteuningsbehoefte in de wijk wordt georganiseerd. Deze teams zorgen er gezamenlijk voor dat burgers, jong en oud, zoveel mogelijk op wijkniveau ondersteund kunnen worden.
MOVISIE • praktijkbeschrijving • Samen DOEN in de buurt in Amsterdam • pagina 7 van
7. De kracht van MEE De meerwaarde van de MEE-consulenten in het team is met name zichtbaar voor cliënten met een beperking. Professionals die geen kennis hebben over mensen met een beperking, begrijpen hun problemen vaak minder goed. Daarnaast is het gebruikelijk voor MEE om zo veel mogelijk gebruik te maken van de eigen kracht van de cliënt en zijn netwerk.
Brigitte Lambregts, regiomanager bij MEE Amstel en Zaan. MEE onderscheidt zich in het naast de klant werken, het aansluiten bij de klant, doorvragen, kijken of iets in het netwerk opgelost kan worden, wat kan iemand zelf. Die expertise wordt door de MEE-consulenten meegenomen naar Samen DOEN.
Seth Albarda, teamleider Samen DOEN in de Rivierenbuurt: Ik merk dat MEE veel ervaring heeft met het inzetten van het netwerk, de omgeving en de familie. Sommige collega’s van andere organisaties moeten dat nog leren. We leren ze heel erg te kijken naar wat iemand zelf kan. En geven aan dat een zesje ook goed genoeg is. Sterk inzetten van de omgeving, het dicht bij het huishouden laten. Het inzetten van het netwerk en het verbreden van het netwerk is iets waar we constant mee bezig zijn.
Lyddi Vonk, werkzaam bij Puur Zuid: Wij kijken vanuit Samen DOEN allemaal met een generalistische blik naar een huishouden. We maken daarvoor gebruik van elkaars expertise en proberen elkaar scherp te houden op wat het huishouden of het netwerk zelf kan. Het blijft belangrijk om alert te zijn op wat mensen kunnen. Ik ben erg gericht op waarom mensen afhaken. Waarom is het moeilijk om hen erbij te houden? Daarin zie ik geen verschil met MEE, maar de expertise van MEE helpt natuurlijk wel.
8. Succesfactoren en randvoorwaarden Succesfactoren Samen met een groep specialisten een generalistisch team vormen, blijkt goed te werken om cliënten met complexe problemen te ondersteunen. We zien de volgende succesfactoren van de werkwijze van Samen DOEN in de buurt: * De lijntjes met ketenpartners, maar ook met organisaties die niet direct bij Samen DOEN
betrokken zijn, zoals informele hulp en de politie, zijn kort waardoor partners snel ingeschakeld kunnen worden om problemen op te lossen. * De hulpverlening wordt vanuit de wijken ingezet. Professionals zijn herkenbaar in de wijk, waardoor cliënten sneller de weg naar hen vinden. * Samen DOEN is gewoon gestart. Werkenderwijs zijn problemen en dilemma’s die de professionals tegenkomen opgepakt en is de werkwijze aangepast. * Voor sommige aanvragen van cliënten is een indicatie vereist. Het team weet wie de indicatie kan schrijven, op die manier worden de korte lijnen tussen de organisaties ingezet en zijn cliënten sneller geholpen. * Er wordt steeds gezocht naar de meest duurzame oplossing. Dat vergt creativiteit en tijd van de professional, maar levert veel op voor de cliënt. * De professionals krijgen de tijd om van elkaar te leren door met elkaar mee te gaan naar afspraken en zo elkaars werkwijze te ondervinden. MOVISIE • praktijkbeschrijving • Samen DOEN in de buurt in Amsterdam • pagina 8 van
Randvoorwaarden * Voldoende uren die de professionals voor Samen DOEN kunnen inzetten. De professionals
zijn afkomstig uit verschillende organisaties. Het is daarom van belang elkaar regelmatig te zien en elkaar op de hoogte te stellen van wat er gaande is. Elkaar bijna wekelijks zien kost echter wel veel tijd, tijd die niet alle Samen DOEN-professionals hebben omdat ze maar voor een beperkt aantal uren worden uitgeleend. * Een plek waar de teamleden elkaar kunnen ontmoeten om met elkaar over casussen te praten en om cliënten te ontvangen. * Korte lijnen met partnerorganisaties en andere revelante organisaties om snel actie te kunnen ondernemen. * Elkaar goed kunnen bereiken. Twee Samen DOEN-teams hebben sinds kort een iPad. Dit vergemakkelijkt het contact met elkaar en zorgt ervoor dat de professional ook bij de cliënt thuis kan werken. * De generalisten moeten de tijd krijgen om hun eigen expertise te onderhouden, zodat ze specialist in het team blijven. * Veiligheid en vertrouwen in elkaar. * Flexibiliteit en ruimte om te handelen.
Lyddi Vonk, werkzaam bij Puur Zuid: De helft van ons werk is professionele ruimte.
Dilemma’s * De professionals afkomstig van Jeugdzorg, Altra, Spirit en MEE hebben vanuit hun moe-
derorganisatie de opdracht meegekregen alleen te werken met cliënten en huishoudens die aansluiten bij de doelgroep van hun organisatie. Dit betekent aan de ene kant dat de professionals ook binnen Samen DOEN hun expertise kunnen onderhouden. Aan de andere kant maakt dit de professionals minder flexibel omdat het niet zo zeer gaat of ze tijd hebben maar of de klant bij hen aansluit. Dit zorgt ervoor dat ze minder generalistisch kunnen werken. * De Samen DOEN-teams zijn gestart met ‘de beste mensen’ uit de organisaties. Er komen nu meer mensen met minder ervaring in het team, terwijl ervaring juist erg belangrijk blijkt te zijn. Professionals die langer bij een organisaties werken kunnen problemen vaak sneller oppakken, maken sneller regelingen binnen de organisatie. Startende professionals met weinig ervaring hebben minder connecties. * Hoeveel uur moet een professional voor Samen DOEN werken en hoeveel uur heeft hij nodig om zijn expertise te onderhouden? Het verschilt nu nog per organisatie hoeveel uur een professional wordt uitgeleend aan Samen DOEN.
9. Tips en lessons learned Werk toe naar een gemeenschappelijke definitie van de doelgroep. De duiding van de doelgroep van Samen DOEN werd in het begin lastig gevonden. Het heeft veel tijd gekost om als team inzicht te krijgen in de doelgroep en deze te duiden. Het is dan ook belangrijk om als team de tijd te nemen om duidelijk te krijgen wie de doelgroep is van Samen DOEN. De doelgroep is breder dan de traditionele doelgroep van MEE en van de andere betrokken organisaties. Allen hebben tijd nodig om zich deze doelgroep ‘eigen’ te maken.
MOVISIE • praktijkbeschrijving • Samen DOEN in de buurt in Amsterdam • pagina 9 van
Investeer in visieontwikkeling en teambuilding. Het is belangrijk om te investeren in de teambuilding en voor visie en onderling vertrouwen te zorgen. Een goed fundament voor het team is noodzakelijk om goed samen te kunnen werken.
Investeer in het leerproces van het team. Het leren uitbreiden van het netwerk en het versterken van eigen kracht en het verwerven van kennis over nieuwe doelgroepen is een tijdrovend proces. Het is belangrijk om het team en de teamleiders te ondersteunen, Amsterdam zet hiervoor een gezamenlijke leerlijn in.
Faciliteer de teams met een uitvalsbasis in de buurt. Zorg ervoor dat de teamleden elkaar kunnen ontmoeten, met elkaar kunnen uitwisselen en elkaar vragen kunnen stellen. Daarnaast kan deze plek ook gebruikt worden voor afspraken met cliënten, omdat het in sommige gevallen niet mogelijk is om bij de cliënt thuis af te spreken.
Zorg voor één gemeenschappelijk registratiesysteem. Dubbele registratie is zonde van de tijd. De gemeente Amsterdam is het gesprek aangegaan met samenwerkingspartners of het registratiesysteem (RIS) zo te maken dat de registratie van een cliënt niet nogmaals voor de moederorganisatie gedaan hoeft te worden. Dit is nog niet helemaal gelukt, maar de gemeente is ermee bezig.
10. Blik op de toekomst Vanaf het najaar starten in Amsterdam 14 nieuwe Samen DOEN-teams. Daarnaast komen er Om het kind-teams en wijkzorgteams. Gezamenlijk moeten deze drie type teams aan de ondersteuningsbehoefte van burgers in Amsterdam gaan voldoen.
Cees van der Wal, directeur/bestuurder bij MEE Amstel en Zaan: Voor MEE is participeren in teams als Samen DOEN de toekomst. Hierdoor kunnen we – preventief – de LVB-doelgroep ondersteunen. Steeds minder cliënten zullen zich via de voordeur van MEE melden, maar wel in de wijk aankloppen. MEE zal dan ook waarschijnlijk de voordeur langzaamaan sluiten. Ondersteuningsvragen dienen in de wijk opgelost te worden.
Brigitte Lambregts, regiomanager MEE Amstel en Zaan: Zoals wij het graag zien, wordt MEE een expertisecentrum met een specifiek aanbod en specifieke producten. Bijvoorbeeld cursussen voor groepen cliënten én voor professionals, specialistische ondersteuning, diagnostiek et cetera. MEE-consulenten sluiten aan bij het wijkgericht werken. Ze komen vier uur per week – dit kan ook een paar dagen per maand zijn – bij MEE aan de ‘dialyse’ om kennis en expertise op te doen. Vanuit het expertisecentrum kan de kennis van MEE ook aan anderen overdragen worden. Op deze manier kunnen MEE-consulenten dichter bij de cliënten, in de wijk gaan werken en kan MEE de organisatie blijven met specifieke deskundigheid op het gebied van mensen met een beperking.
MOVISIE • praktijkbeschrijving • Samen DOEN in de buurt in Amsterdam • pagina 10 van
11. Achtergrondinformatie Instrumenten Meer informatie over de hieronder genoemde instrumenten vindt u (ook) op www.invoeringwmo.nl, bij de beschrijving van dit praktijkvoorbeeld: * Zelfredzaamheidmatrix, www.zelfredzaamheidmatrix.nl
De Samen DOEN-professional vult de zelfredzaamheidsmatrix na het eerste of tweede huisbezoek in. Het dient als meetinstrument. Na een half jaar vult hij de matrix voor dezelfde cliënt in. Dan is goed te zien of er een stijgende lijn in zit. Verder kan de matrix helpen om prioriteiten te stellen in welke problemen als eerste opgepakt moet worden. Kanttekening: de Zelfredzaamheidsmatrix is minder gemakkelijk te gebruiken voor mensen met een beperking. Voor hen is de stap van bijna naar helemaal zelfstandig heel erg groot. De verschillen tussen de categorieën in de zelfredzaamheidsmatrix zijn te groot, waardoor het lastiger is om te concluderen of de ondersteuning iets heeft opgeleverd. * Ecogram, www.invoorzorg.nl > zoek op ‘ecogram’ In korte tijd krijgen de professionals veel informatie over het leven van de cliënt en zijn contacten. Met het ecogram kunnen professionals het netwerk van de cliënt visualiseren. Ook de cliënt kan er zelf mee aan de slag. Het geeft hem overzicht. Daarnaast helpt visualiseren bij het minder groot maken van zijn problemen. * Visie op leren en ontwikkelen. De leerlijn van Samen DOEN in de buurt, een rapport van de gemeente Amsterdam.
Contactpersoon Hayat Elbouk, Adviseur Programma Samen DOEN in de buurt Gemeente Amsterdam, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling E-mail:
[email protected], Telefoon: 020 251 87 57, Werkdagen: ma, di, do, vr
Geïnterviewde personen * Cees van der Wal, directeur/bestuurder MEE Amstel en Zaan * Hayat Elbouk, adviseur Programma Samen DOEN in de buurt * Seth Albarda, teamleider Samen DOEN Rivierenbuurt * Henja Treur, Strategisch HRM/Organisatie-Advies, Programma Samen DOEN * Coos Schurink, maatschappelijk werker bij de Regenboog Groep * Lyddi Vonk, maatschappelijk werker bij Puur Zuid
Deze praktijkbeschrijving is tot stand gekomen in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Vereniging van Nederlandse Gemeente en MEE Nederland in het kader van het Stimuleringsprogramma cliëntondersteuning. © Movisie, februari 2014
MOVISIE • praktijkbeschrijving • Samen DOEN in de buurt in Amsterdam • pagina 11 van