rotterdam.nl/onderzoek
Cultuur in de buurt 2005 - 2011 Deel 1: Rotterdam Centrum Een onderzoek naar cultuurparticipatie in Rotterdamse buurten
Onderzoek en Business Intelligence
Cultuur in de buurt 2005-2011 Deel 1: Rotterdam Centrum
Een onderzoek naar cultuurparticipatie in Rotterdamse buurten
M.J.W. Epskamp, C. de Vries Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) januari 2013 In opdracht van gemeente Rotterdam, afdeling Kunst en Cultuur
Dit rapport is onderdeel van een serie van twaalf rapporten onder de noemer “Cultuur in de buurt 2005-2011”. De twaalf rapporten behandelen buurten in de volgende deelgemeenten: 1.
Rotterdam Centrum
2.
Delfshaven
3.
Overschie
4.
Noord
5.
Hillegersberg-Schiebroek
6.
Kralingen-Crooswijk
7.
Prins Alexander
8.
Feijenoord
9.
IJsselmonde
10.
Charlois
11.
Hoogvliet
12.
Hoek van Holland, Pernis en Rozenburg
© Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteurs: M.J.W. Epskamp, C. de Vries Project: 12-3615
Adres: Blaak 34, 3011 TA Rotterdam Postbus 21323, 3001 AH Rotterdam Telefoon: (010) 267 15 00 E-mail:
[email protected] Website: www.rotterdam.nl/onderzoek
2
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
INHOUD
1
Inleiding
5
2
Cultuurdeelname
7
3
Andere vormen van vrijetijdsbesteding
17
4
Achtergrondstatistiek
19
Bijlage I
Beknopte onderzoeksverantwoording
BI.1 Opzet van het onderzoek BI.2 Betekenis van de percentages, significantie BI.3 Definities van begrippen
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
21 21 21 22
3
4
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
1
Inleiding
De afdeling Kunst en Cultuur (tegenwoordig onderdeel van het Cluster Maatschappelijk Ontwikkeling, voorheen: dKC) voert onder meer wijkgericht beleid ter stimulering van de cultuurdeelname. Zij wil daarom zicht hebben op de cultuurdeelname van bewoners per buurt in Rotterdam. Het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) van de gemeente Rotterdam heeft daarom twaalf rapporten opgesteld. Elk rapport bevat cijfers over cultuurdeelname in één bepaalde deelgemeente en de daarbinnen gelegen buurten. Het voorliggende rapport gaat over cultuurdeelname in de deelgemeente Rotterdam Centrum. Cultuurdeelname De cijfers over cultuurdeelname zijn opgenomen in hoofdstuk twee. Er wordt onderscheid gemaakt in de volgende acht vormen van cultuurdeelname: bezoek aan culturele voorstellingen bezoek aan films in bioscopen of filmhuizen museumbezoek gebruik van bibliotheken festivalbezoek bezoek aan feesten “in eigen kring” met live optredens bezoek aan lokale cultuurcentra (LCC’s) zelf kunstzinnig bezig zijn. De cijfers over cultuurdeelname zijn gebaseerd op het Vrijetijdsonderzoek (VTO). Dit is een enquête onder Rotterdammers die iedere twee jaar door het COS wordt uitgezet. Omdat het VTO alleen wordt uitgezet onder bewoners van 13 jaar en ouder, hebben de cijfers over cultuurdeelname alleen betrekking op deze leeftijdsgroep. Binnen Rotterdam Centrum onderscheidt dit rapport de buurt Oude Westen en twee clusters van buurten: Stadsdriehoek / C.S. Kwartier en Cool / Dijkzigt / Nieuwe Werk. De meeste buurten zijn geclusterd omdat er van de afzonderlijke buurten te weinig respondenten zijn om betrouwbare cijfers te kunnen presenteren. Voor dit rapport is gebruik gemaakt van de laatste vier edities van het VTO uit de jaren 2005, 2007, 2009 en 2011. De cijfers over cultuurdeelname zijn gebaseerd op het totale respondentenbestand van de vier edities en daardoor als het ware gemiddelden voor de periode 2005-2011. Op het niveau van de stad en de deelgemeente bevat het rapport ook cijfers over cultuurdeelname in elk van de vier afzonderlijke jaren. De volgende tabel geeft het aantal respondenten weer waarop de VTO-resultaten voor de (clusters van) buurten, de deelgemeente en de stad gebaseerd zijn. De grijs gedrukte cijfers (van aantallen per buurt in afzonderlijke jaren) zijn alleen ter illustratie; op deze kleine aantallen worden geen onderzoeksuitkomsten gebaseerd.
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
5
Tabel 1.1
Aantallen VTO-respondenten, gebruikt in dit rapport
Oude Westen Stadsdriehoek / C.S.Kwartier Cool / Dijkzigt / Nieuwe Werk Deelgemeente Rotterdam Centrum Rotterdam
2005
2007
2009
2011
totaal
87
150
119
251
27
43
307
93
130
593
55
99
31
42
227
263
517
157
215
1.152
3.198
7.339
4.877
2.940
18.354
Andere vormen van vrijetijdsbesteding De cijfers over cultuurdeelname worden in hoofdstuk 3 aangevuld met VTO-cijfers over andere vormen van vrijetijdsbesteding. Onderwerpen die aan de orde komen, zijn onder meer funshoppen, gebruik van horeca, sportdeelname en vrijwilligerswerk. Voor de cijfers in hoofdstuk drie geldt dezelfde toelichting als voor die in hoofdstuk twee, zoals hiervoor vermeld. Achtergrondgegevens Om de cijfers over cultuurdeelname en vrijetijdsbesteding in een breder kader te kunnen plaatsen, worden in hoofdstuk vier enkele achtergrondstatistieken van de deelgemeente en de buurten behandeld. Er wordt onder andere ingegaan op de leeftijdsverdeling en etnische samenstelling van de bevolking, het aandeel studenten onder de bewoners en de score van de deelgemeente en buurten op de Sociale Index. De cijfers in dit hoofdstuk zijn niet afkomstig uit het VTO, maar uit andere bronnen, waaronder de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Verdere leeswijzer Deze rapportage bevat vooral tabellen en kaartbeelden, met slechts beperkte toelichtende tekst. Daarom blijft een apart hoofdstuk met samenvatting of conclusies achterwege. In de bijlage van dit rapport is een korte toelichting op de onderzoeksopzet te vinden, waaronder ook een aantal definities van veel gebruikte begrippen. Aan belangstellenden wordt op verzoek graag een uitgebreidere onderzoeksverantwoording toegezonden. Andere publicaties Hier en daar kan een gepresenteerd cijfer licht afwijken van wat in een ander onderzoeksrapport is gepubliceerd. Dit heeft vaak te maken met het toepassen van selecties in de onderzoeksdata, bijvoorbeeld met betrekking tot respondenten ouder dan 75 jaar. In geval van twijfel (welk cijfer moet ik geloven?) mogen de afzonderlijke thematische rapporten worden beschouwd als de meest gezaghebbende. In het onderhavige rapport is niet zozeer de exactheid van het ene cijfertje van belang (scoort museumbezoek in dit jaar in deze buurt nu 35% of 36%?) maar is het vooral belangrijk om op een zo zuiver mogelijke manier de uitkomsten van stad, deelgemeenten en buurten met elkaar te vergelijken en de uitkomsten van stad en deelgemeenten over de jaren te vergelijken.
6
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
2
Cultuurdeelname
Onder de bewoners van Rotterdam Centrum is de cultuurdeelname groter dan gemiddeld onder Rotterdammers. Vooral het aandeel bewoners dat voorstellingen, films en musea bezoekt is in Rotterdam Centrum bovengemiddeld. Zo bezoekt bijvoorbeeld 60 procent van de centrumbewoners musea, terwijl van alle Rotterdammers slechts 39 procent musea bezoekt. De cultuurdeelname in het Oude Westen is ongeveer gemiddeld voor Rotterdam en dus veel lager dan in de rest van de deelgemeente. Alleen het festivalbezoek ligt in het Oude Westen ruim boven het stedelijk gemiddelde. Van de acht vormen van cultuurdeelname scoort alleen het bezoek aan lokale cultuurcentra (LCC’s) lager in de deelgemeente dan in de stad. Dit komt waarschijnlijk doordat er in de deelgemeente geen LCC’s zijn; om een LCC te bezoeken moeten de bewoners van Rotterdam Centrum naar een andere deelgemeente toe. Vooral Stadsdriehoek / C.S.Kwartier scoort laag op LCC bezoek. Tabel 2.1
Cultuurdeelname door bewoners, gemiddelde deelnemerspercentages in de periode 2005-2011 Culturele voorstellingen
Films
Musea
Bibliotheken
Oude Westen
59
59
42
40
Stadsdriehoek / C.S.Kwartier
79
73
66
41
Cool / Dijkzigt / Nieuwe Werk
79
77
67
34
Rotterdam Centrum
74
70
60
39
Rotterdam
63
58
39
36
Festivals
Feesten met optredens
LCC’s
Zelf kunstzinnig bezig zijn
Oude Westen
81
45
17
36
Stadsdriehoek / C.S.Kwartier
84
49
7
45
Cool / Dijkzigt / Nieuwe Werk
89
47
15
51
Rotterdam Centrum
85
48
10
43
Rotterdam
66
41
24
40
De volgende tabel laat dezelfde zaken zien, maar nu in een tijdreeks voor de deelgemeente als geheel en voor Rotterdam als geheel. In 2011 was het percentage voorstellingenbezoekers in Rotterdam Centrum groter dan in de jaren ervoor. Dit is opvallend omdat binnen Rotterdam als geheel het percentage weinig is veranderd. Ook het percentage filmbezoekers is na 2009 toegenomen, maar dit geldt zowel voor de deelgemeente als voor de stad. Ten opzichte van 2005 en 2007 is het museumbezoek per saldo onder centrumbewoners wat toegenomen, terwijl er op stedelijk niveau nauwelijks iets is veranderd. Het percentage bewoners van Rotterdam Centrum dat zelf kunstzinnig bezig is, is sterk toegenomen tot circa de helft van de bevolking.
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
7
Tabel 2.2
Cultuurdeelname door bewoners, deelnemerspercentages in de jaren 2005, 2007, 2009 en 2011 Culturele voorstellingen
Rotterdam Centrum
Rotterdam
Rotterdam
Musea
Bibliotheken
2005
72
67
55
40
2007
73
71
58
39
2009
72
68
66
-
2011
84
75
61
38
2005
61
56
38
38
2007
62
58
39
36
2009
66
56
40
-
2011
64
65
40
Festivals Rotterdam Centrum
Films
Feesten met optredens
LCC’s
35 Zelf kunstzinnig bezig zijn
2005
85
46
-
2007
86
47
-
35 41
2009
84
-
9
48
2011
81
52
13
51
2005
64
43
-
34
2007
67
41
-
36
2009
65
-
23
47
2011
65
39
26
42
In de volgende zestien figuren is voor alle acht vormen van cultuurdeelname de deelname per deelgemeente en per buurt weergegeven. De figuren laten zien hoe deelgemeenten en buurten scoren ten opzichte van het stedelijke gemiddelde: laag (ruim ondergemiddeld), ondergemiddeld, gemiddeld, bovengemiddeld, of hoog (ruim bovengemiddeld). Scoort bijvoorbeeld een buurt hoog op festivalbezoek, dan is het percentage bewoners dat festivals bezoekt in die buurt veel groter dan gemiddeld in Rotterdam. De buurten van de deelgemeente Rotterdam Centrum zijn in de figuren met nummers aangeduid. De onderzoeksuitkomsten die in voorgaande tabellen voor een cluster van buurten werden weergegeven (Stadsdriehoek / CS Kwartier en Cool / Dijkzigt / Nieuwe Werk) zijn gebruikt om al die buurten van de betreffende kleur te voorzien. Buurten in een cluster hebben dan ook dezelfde kleur, maar zijn wel afzonderlijk genummerd.
8
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
Figuur 2.1
Bezoek aan culturele voorstellingen per deelgemeente
Figuur 2.2
Bezoek aan culturele voorstellingen per buurt
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
9
Figuur 2.3
Bezoek aan films per deelgemeente
Figuur 2.4
Bezoek aan films per buurt
10
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
Figuur 2.5
Bezoek aan musea per deelgemeente
Figuur 2.6
Bezoek aan musea per buurt
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
11
Figuur 2.7
Gebruik van de bibliotheek per deelgemeente
Figuur 2.8
Gebruik van de bibliotheek per buurt
12
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
Figuur 2.9
Bezoek aan festivals per deelgemeente
Figuur 2.10
Bezoek aan festivals per buurt
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
13
Figuur 2.11
Bezoek aan feesten “in eigen kring” met live optredens per deelgemeente
Figuur 2.12
Bezoek aan feesten “in eigen kring” met live optredens per buurt
14
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
Figuur 2.13
Bezoek aan LCC’s per deelgemeente
Figuur 2.14
Bezoek aan LCC’s per buurt
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
15
Figuur 2.15
Zelf kunstzinnig bezig zijn per deelgemeente
Figuur 2.16
Zelf kunstzinnig bezig zijn per buurt
16
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
3
Andere vormen van vrijetijdsbesteding
Ook bij andere vormen van vrijetijdsbesteding zien we binnen Rotterdam Centrum een scheiding tussen het Oude Westen en de overige buurten. In Stadsdriehoek / C.S.Kwartier en Cool / Dijkzigt / Nieuwe Werk is het aandeel bewoners dat restaurants en terrassen bezoekt veel groter dan in het Oude Westen (en dan gemiddeld in Rotterdam). In Stadsdriehoek / C.S.Kwartier en Cool / Dijkzigt / Nieuwe Werk wonen ook relatief meer mensen die uitjes naar andere steden ondernemen en mensen die sporten. Het Oude Westen heeft relatief veel bewoners die wel eens de stad gaan bekijken of een stadswandeling maken. In alle buurten van Rotterdam Centrum gaan relatief veel bewoners uit. Tabel 3.1
Vrijetijdsbesteding door bewoners, gemiddelde deelnemerspercentages in de periode 2005-2011
Oude Westen
Funshoppen
Restaurant bezoeken
Terras bezoeken
Stad bekijken / stadswandeling maken
50
36
28
35
Stadsdriehoek / C.S.Kwartier
55
63
40
26
Cool / Dijkzigt / Nieuwe Werk
57
59
36
24
Rotterdam Centrum
54
55
36
28
Rotterdam
60
44
23
26
Uitgaan / nachtleven
Recreatief bezoek aan andere steden
Sporten
Onbetaald werk / vrijwilligerswerk doen
Oude Westen
19
83
48
40
Stadsdriehoek / C.S.Kwartier
25
97
66
38
Cool / Dijkzigt / Nieuwe Werk
20
97
71
49
Rotterdam Centrum
22
94
63
41
Rotterdam
14
85
53
43
Ten opzichte van 2005 zijn relatief meer bewoners van Rotterdam Centrum restaurants gaan bezoeken (zie tabel 3.2). Binnen Rotterdam als geheel is dit percentage nauwelijks veranderd. Zowel in de deelgemeente als in de stad is een toename te zien van het aandeel sporters en het aandeel bewoners dat andere steden bezoekt. Verder zijn in Rotterdam Centrum de percentages funshoppers en terrasbezoekers gedaald. Het uitgaanspercentage van de deelgemeente is na een sterke dip in 2009 weer terug rond het oorspronkelijke niveau.
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
17
Tabel 3.2
Vrijetijdsbesteding door bewoners, deelnemerspercentages in de jaren 2005, 2007, 2009 en 2011
Rotterdam Centrum
Rotterdam
Rotterdam Centrum
Rotterdam
Funshoppen
Restaurant bezoeken
Terras bezoeken
Stad bekijken / stadswandeling maken
2005
55
49
41
27
2007
57
57
34
25
2009
53
56
38
32
2011
47
60
31
31
2005
61
42
25
25
2007
63
45
25
24
2009
57
42
19
30
2011
57
45
23
28
Uitgaan / nachtleven
Recreatief bezoek aan andere steden
Sporten
Onbetaald werk / vrijwilligerswerk doen
2005
25
-
58
42
2007
23
-
62
40
2009
15
92
65
42
2011
28
97
71
42
2005
16
-
52
44
2007
14
-
50
42
2009
12
83
55
44
2011
16
88
58
43
Bewoners van Rotterdam Centrum geven ten opzichte van andere Rotterdammers bovengemiddeld veel geld uit aan vrijetijdsbesteding in Rotterdam. In de periode 2005-2011 bedroegen de gemiddelde jaarlijkse uitgaven van centrumbewoners aan vrijetijdsbesteding in Rotterdam bijna € 2.000. Binnen de deelgemeente geven bewoners van Cool / Dijkzigt / Nieuwe Werk het meeste uit en bewoners van het Oude Westen het minste. In 2009 is zowel in de deelgemeente als in Rotterdam een sterke daling van de uitgaven te zien (waarschijnlijk een gevolg van de economische crisis). Tabel 3.3
Gemiddelde jaarlijkse uitgaven in euro’s van bewoners aan vrijetijdsbesteding in Rotterdam, gemiddeld in de periode 2005-2011 en in afzonderlijke jaren
Oude Westen
2005-2011
2005
2007
2009
2011
1.700
-
-
-
-
Stadsdriehoek / C.S.Kwartier
2.000
-
-
-
-
Cool / Dijkzigt / Nieuwe Werk
2.300
-
-
-
-
Rotterdam Centrum
2.000
2.000
2.600
1.400
1.700
Rotterdam
1.300
1.400
1.600
1.000
1.100
18
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
4
Achtergrondstatistiek
Rotterdam Centrum heeft ruim 30.000 inwoners. In de deelgemeente, met uitzondering van het Oude Westen, wonen relatief weinig kinderen en jongeren tot 18 jaar. Ook wonen er relatief iets minder 65-plussers dan gemiddeld in Rotterdam. Net als in Rotterdam heeft in de deelgemeente 37 procent van de bewoners een niet-westerse achtergrond. Deze bewoners wonen voor een groot deel in het Oude Westen, waar 61 procent van de bevolking een niet-westerse achtergrond heeft. In Rotterdam Centrum wonen relatief twee keer zoveel studenten (13 procent van de bevolking) als in Rotterdam (6 procent). Vooral in Cool / Dijkzigt / Nieuwe Werk is het percentage studenten groot. Een andere indicator die kan samenhangen met cultuurdeelname is afstand tot het stadscentrum, omdat daar veel musea, festivals en andere vormen van cultuur te vinden zijn. Logischerwijs liggen adressen in Rotterdam Centrum dichtbij het centrum (de afstand tot het Schielandhuis, dat voor deze indicator als middelpunt is genomen, bedraagt gemiddeld 0,9 km hemelsbreed). Ook uitkeringen en inkomen kunnen samenhangen met cultuurparticipatie. Van de huishoudens in Rotterdam Centrum ontvangt 12 procent een uitkering (bijstand, ww of arbeidsongeschiktheid), tegen 14 procent in Rotterdam. In het Oude Westen ligt het percentage uitkeringen veel hoger, in Stadsdriehoek / C.S.Kwartier ligt het percentage lager. Het gemiddeld besteedbaar inkomen van huishoudens ligt in Stadsdriehoek / C.S.Kwartier en Cool / Dijkzigt / Nieuwe Werk ver boven het Rotterdams gemiddelde. Het Oude Westen heeft juist een laag inkomensniveau. De Sociale Index is de laatste indicator in de tabel. Deze index drukt de sociale kwaliteit van Rotterdam, deelgemeenten en buurten uit in rapportcijfers. Het Oude Westen scoort op de Sociale Index een halve punt onder het stedelijk gemiddelde. De andere buurten in Rotterdam Centrum scoren ruim een halve punt boven het stedelijke gemiddelde. Tabel 4.1
Achtergrondstatistieken
Oude Westen
Aantal inwoners
Percentage 0-18 jarigen
Percentage 65-plussers
Percentage niet-westers
Percentage studenten
9.617
19
12
61
9
Stadsdriehoek / C.S.Kwartier
14.552
7
11
24
14
Cool / Dijkzigt / Nieuwe Werk
6.236
8
14
30
16
30.405
11
12
37
13
616.456
20
14
37
Rotterdam Centrum Rotterdam
Oude Westen
6
Afstand tot het centrum (km)
Percentage uitkeringen 2010
Besteedbaar huishoudensinkomen 2010
Sociale Index 2012
1,2
22
18.800
5,0 6,3
Stadsdriehoek / C.S.Kwartier
0,6
7*
27.600
Cool / Dijkzigt / Nieuwe Werk
0,9
15**
26.600
6,1
Rotterdam Centrum
0,9
12
25.100
5,8
Rotterdam
7,7
14
21.800
5,5
Bron: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) stand per 1-1-2012, Regionaal inkomens Onderzoek CBS, Sociale Index. * Geldt alleen voor Stadsdriehoek. Geen cijfer voor C.S.Kwartier beschikbaar. ** Geldt alleen voor Cool. Geen cijfer voor Dijkzigt en Nieuwe Werk beschikbaar.
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
19
20
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
Bijlage I
Beknopte onderzoeksverantwoording
In deze bijlage is een beknopte toelichting op het onderzoek te vinden. Een uitgebreidere onderzoeksverantwoording wordt op verzoek toegezonden.
BI.1 Opzet van het onderzoek De gegevens die zijn gebaseerd op de Vrijetijdsenquête van het COS kunnen worden beschouwd als een “gemiddelde” voor de periode 2005-2011. Omdat in 2007 en 2009 relatief veel respondenten zijn bevraagd, ligt het zwaartepunt van de metingen “gemiddeld” rond 2007-2009. In 2005 zijn 13 tot en met 75-jarige Rotterdammers geënquêteerd, in de latere meetjaren zijn ook 76-plussers bij het onderzoek betrokken. De VTO-resultaten in het rapport hebben hierdoor betrekking op bewoners vanaf 13 jaar, met alleen voor 2005 een bovengrens van 75 jaar. Enkele onderwerpen in dit rapport zijn niet in alle edities van het VTO behandeld. Het gaat om LCC-bezoek (niet behandeld in 2005 en op een andere, niet vergelijkbare manier behandeld in 2007), recreatief bezoek aan andere steden (niet behandeld in 2007 en op een andere, niet vergelijkbare manier behandeld in 2005), gebruik van bibliotheken (niet behandeld in 2009) en bezoek aan feesten “in eigen kring” (idem). Bij deze onderwerpen is het totaal aantal respondenten over de periode 2005-2011 dus kleiner dan bij andere onderwerpen, waardoor de uitkomsten iets minder betrouwbaar zijn (zie de volgende paragraaf).
BI.2 Betekenis van de percentages, significantie Metingen via steekproefonderzoek leveren schattingen op van de werkelijkheid. Het toevalskarakter van de steekproef heeft als consequentie, dat schatting en werkelijke waarde kunnen afwijken. De mogelijke afwijkingen ten gevolge van het toeval kunnen worden uitgedrukt in betrouwbaarheidsmarges. Gangbaar is een uitdrukking in 95-procentsbetrouwbaarheidsmarges. De 95-procentsbetrouwbaarheidsmarge geeft aan hoe groot het verschil tussen de geschatte waarde en de werkelijke waarde zou kunnen zijn ten gevolge van het toeval. De betekenis van zo'n marge is dat, indien de steekproef en de meting vele malen zouden worden herhaald, de werkelijke waarde zich in 95 van de 100 gevallen binnen de betrouwbaarheidsmarge zal bevinden. De betrouwbaarheidsmarge (dus: de onnauwkeurigheid) is kleiner naarmate de steekproef groter is. Percentages gebaseerd op een klein aantal respondenten hebben dus een grote onnauwkeurigheid. Verder is de betrouwbaarheidsmarge afhankelijk van het gemeten percentage: percentages van rond de 50 procent hebben de grootste onnauwkeurigheid. Hoe verder het percentage van de 50 procent af zit, des te kleiner is de onnauwkeurigheid. Voor de percentages in dit rapport die voortkomen uit het VTO (de percentages in hoofdstuk 2 en 3) gelden verschillende betrouwbaarheidsmarges. De percentages die iets zeggen over Rotterdam als geheel zijn gebaseerd op duizenden respondenten en hebben daardoor een betrouwbaarheidsmarge van hoogstens 2 procent (in veel gevallen zelfs minder dan 1 procent). Voor de percentages van deelgemeenten die betrekking hebben op de totale periode 2005-2011 gelden marges van hoogstens 3 procent (vaak slechts 1 of 2 procent). Pernis en Rozenburg zijn hierop uitzonderingen met maximale marges van respectievelijk 6 procent en 11 procent. De
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
21
marges van Rozenburg zijn zo groot omdat in deze deelgemeente alleen in 2011 is geënquêteerd en daarbij slechts 76 bewoners zijn bevraagd. De percentages van deelgemeenten over afzonderlijke jaren hebben tamelijk grote betrouwbaarheidsmarges, in enkele gevallen tot wel 8 procent. Dit geldt ook voor de percentages van buurten (hierbij worden alleen percentages over de totale periode 2005-2011 gepresenteerd). Opnieuw moet worden opgemerkt dat het om een maximum gaat: in veel gevallen zijn de marges aanzienlijk kleiner dan 8 procent.
BI.3 Definities van begrippen Culturele voorstellingen: Percentage bewoners dat de afgelopen twaalf maanden minstens één van de volgende soorten voorstellingen heeft bezocht: toneelvoorstellingen, cabaret, kleinkunst, opera, operette, muziekconcerten (klassiek, pop, rock, soul, r&b, funk, reggae, dancehall, reggaeton, hiphop, blues, jazz, wereldmuziek, harmonie, fanfare, brassband), musicals, dance-/ houseparties, ballet-/dansvoorstellingen, kooruitvoeringen, literaire bijeenkomsten, lezingen over kunst/kunstgeschiedenis. Vanaf 2009 is ook stand up comedy meegerekend. Films: Percentage bewoners dat de afgelopen twaalf maanden een bioscoop of filmhuis heeft bezocht. Musea: Percentage bewoners dat de afgelopen twaalf maanden naar een museum is geweest. Bibliotheken: Percentage bewoners dat de afgelopen twaalf maanden gebruik heeft gemaakt van een bibliotheek, anders dan een school- of universiteitsbibliotheek. In 2009 was de vraag over dit onderwerp niet opgenomen in de enquête. Festivals: Percentage bewoners dat de afgelopen twaalf maanden een festival heeft bezocht. De lijst met festivals in de enquête verschilt iets van jaar tot jaar. In 2011 waren de volgende festivals opgenomen: Internationaal Filmfestival Rotterdam, Dunya Festival, De Parade, Pleinbioscoop, 24 Uur Cultuur, Wereldhavendagen, Zomercarnaval, Museumnacht, Hotel Mozaïque, Gergiev Festival, De Internationale Keuze van de Rotterdamse Schouwburg, De Wereld van Witte de With, Circusstad Festival, Metropolis Festival, Dag van de Romantische Muziek, Poetry International Festival, Operadagen Rotterdam, North Sea Jazz Festival, North Sea Round Town, Musica Republica, Cameretten, Zomer Zondagen en Festival Nieuwe Oogst. Feesten met optredens: Percentage bewoners dat de afgelopen twaalf maanden naar een feest van familie, kennissen, vrienden, collega’s of verenigingen is geweest met optredens van muzikanten, dansers, toneelspelers, cabaretiers of dj/vj’s. In 2005 en 2007 was de vraag over dit onderwerp in de enquête anders geformuleerd dan in 2011. In 2009 was de vraag niet opgenomen in de enquête. LCC’s: Percentage bewoners dat de afgelopen twaalf maanden in minstens een van de volgende lokale cultuurcentra culturele activiteiten heeft bezocht: Gebouw ’t Klooster (Feijenoord), Gebouw De Larenkamp (Charlois), Wijktheater ’t Kapelletje (Noord), LCC Delfshaven (Delfshaven), Gebouw Zevenkamp (Prins Alexander), De Tamboer (KralingenCrooswijk), De Castagnet (Hillegersberg-Schiebroek), LCC Lombardijen (IJsselmonde), De Zevensprong (Hoogvliet), De Hoekstee (Hoek van Holland), De Kristal (Prins Alexander). In 2007 was de vraag over dit onderwerp in de enquête anders geformuleerd dan in 2009 en 2011, waardoor de cijfers van 2007 niet vergelijkbaar zijn met die van latere jaren. In 2005 was de vraag niet opgenomen in de enquête.
22
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
Zelf kunstzinnig bezig zijn: Percentage bewoners dat de afgelopen twaalf maanden minstens een van de volgende activiteiten heeft gedaan: tekenen, schilderen, grafisch werk, websites ontwerpen, beeldhouwen, boetseren, pottenbakken, sieraden maken, fotografie, film, video, werken met textiel, wandkleden maken, weven, verhalen/gedichten schrijven, zang/rap, muziekinstrument bespelen, muziek maken op de computer, toneel, mime, dans/ballet. Vanaf 2009 ook: graffiti, dj’en, kleding maken, poetry slam, cabaret, kleinkunst. Funshoppen: Het percentage bewoners dat winkelen voor het plezier tot de drie belangrijkste vrijetijdsactiviteiten rekent die men doorgaans in Rotterdam onderneemt. Restaurant bezoeken: Het percentage bewoners dat uit eten gaan / lunchen tot de drie belangrijkste vrijetijdsactiviteiten rekent die men doorgaans in Rotterdam onderneemt. Terras bezoeken: Het percentage bewoners dat terrasbezoek tot de drie belangrijkste vrijetijdsactiviteiten rekent die men doorgaans in Rotterdam onderneemt. Stad bekijken / stadswandeling maken: Het percentage bewoners dat wandelen / stad bekijken tot de drie belangrijkste vrijetijdsactiviteiten rekent die men doorgaans in Rotterdam onderneemt. In 2005 was de vraag over dit onderwerp in de enquête anders geformuleerd dan in 2009 en 2011. In 2007 was de vraag niet opgenomen in de enquête. Uitgaan / nachtleven: Het percentage bewoners dat uitgaan / nachtleven tot de drie belangrijkste vrijetijdsactiviteiten rekent die men doorgaans in Rotterdam onderneemt. Recreatief bezoek aan andere steden: Het percentage bewoners dat de afgelopen twaalf maanden een recreatief bezoek aan een andere stad dan Rotterdam heeft gebracht. In 2005 was dit onderwerp in de enquête anders geformuleerd dan in 2009 en 2011, waardoor de cijfers van 2005 niet vergelijkbaar zijn met die van 2009 en 2011. In 2007 was dit onderwerp niet opgenomen in de enquête. Sporten: Het percentage bewoners dat de afgelopen twaalf maanden minstens twaalf keer heeft gesport. Onbetaald werk / vrijwilligerswerk doen: Het percentage bewoners dat de afgelopen twaalf maanden onbetaald werk of vrijwilligerswerk heeft verricht. Percentage niet-westers: Het percentage bewoners waarvan één of beide ouders is geboren in een land in Afrika, Latijns-Amerika of Azië (exclusief Indonesië en Japan) of in Turkije Percentage studenten: Een schatting van het percentage bewoners dat studeert. Deze schatting is gemaakt door het gemiddelde te berekenen van het percentage bewoners van 18 tot en met 24 jaar die pas kort op het huidige adres wonen en het percentage bewoners dat studiefinanciering ontvangt. Afstand tot het centrum (km): De gemiddelde hemelsbrede afstand van alle woonadressen in een buurt, deelgemeente of de gehele gemeente Rotterdam tot een specifiek adres in het Centrum, te weten het Schielandhuis. Voor woningen op de linker Maasoever geldt de kortste hemelsbrede afstand via een oeververbinding. Percentage uitkeringen 2010: Het percentage huishoudens dat in 2010 een bijstands-, ww- of arbeidsongeschiktheidsuitkering ontving. Besteedbaar huishoudensinkomen 2010: Het gemiddelde besteedbaar huishoudensinkomen van huishoudens in 2010, afgerond op honderdtallen euro’s en gestandaardiseerd naar huishoudensomvang. Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum
23
Sociale Index 2012: Het totale rapportcijfer van de stad, deelgemeente of buurt op de Sociale Index 2012. Zie voor een toelichting op het instrument Sociale Index: http://www.cos.nl/sigt.
24
Cultuur in de buurt 2005-2011. Deel 1: Rotterdam Centrum