Samen actief in de buurt
PA R T I C I PAT I E M E T P R I S M A
Colofon
Samen actief in de buurt
Het geheim van het succes Rappen. Toneelspelen. Sporten.
geeft een weerslag van 10 jaar
Mensen met een verstandelijke
participatieprojecten van Prisma.
beperking kunnen hun talenten
Wilt u in de wijk ook activiteiten
ontplooien samen met mensen
opzetten voor mensen met en zonder beperking? Neem dan contact op met Stichting Prisma
zonder beperking. Dankzij de participatieprojecten van Prisma. De afgelopen 10 jaar werden deze projecten in diverse stadsdelen in Amsterdam onder de titel ‘Ik wil
Stichting Prisma Zwanenburgwal 206 1011 JH Amsterdam Telefoon: 020 - 886 62 60
[email protected] www.stichtingprisma.nl Tekst en productie: Martin Gerritsen/TekstBeeld.Eu Redactie: Karen Soeterik, Stichting Prisma Fotografie: Tessel van Meurs, Janet de Jong, Marijn Wensveen en Sake Rijpkema Vormgeving en opmaak: LandGraphics, Amsterdam
2
met jou…’ neergezet. Het geheim? Samenwerken en zorgen dat mensen met een beperking èn buurtbewoners voelen dat de activiteit van henzelf is.
Het is inmiddels een beproefd recept. Een Prisma participatiecoach slaat een brug tussen zorg en welzijn en activeert mensen met een beperking deel te nemen aan ‘gewone’ activiteiten in hun eigen buurt, zoals theater, rappen, sporten, bingoën of samen eten. Deze brochure laat zes voorbeelden zien van succesvolle initiatieven. De participatiecoach gaat in gesprek met de doelgroep en achter haalt de wensen en behoeften. Daarbij gaan we uit van de kracht van de doelgroep en van mogelijkheden in plaats van problemen. Vervolgens kijken we samen met de reguliere welzijnspartijen hoe we deze wensen kunnen realiseren binnen het bestaande aanbod. En als het nodig blijkt, ontwikkelen we gezamenlijk een nieuwe activiteit. Als de activiteiten eenmaal draaien, begint het toeleiden. Dat vergt de nodige inzet want het is niet eenvoudig om mensen met een beperking te activeren. Iedereen vindt het name lijk moeilijk iets nieuws te beginnen.
formUle
Prisma heeft een formule gevonden waarmee het wel lukt de mensen te activeren: activiteiten zijn buurtgericht en daarmee duidelijk afgebakend de opzet duurt maximaal anderhalf jaar, waarmee het voor iedereen overzichtelijk is activiteiten gaan uit van de wensen van de doelgroep en professionals, zodat de activiteit echt van henzelf is activiteiten worden gedragen door ‘rolmodellen’, zoals professionele acteurs en bekende rappers uit de buurt, zodat deelnemers zich kunnen spiegelen activiteiten zijn concreet en tastbaar Deze aspecten zorgen dat het met de participatie projecten van Prisma lukt vaste patronen te doorbreken en mensen met en zonder beperking een nieuwe routine aan te leren.
niet alleen in amsterdam
Prisma kan deze methode ook toepassen in andere wijken en steden. We ontwikkelden een aanpak die werkt en die we kunnen toesnijden op de plaatselijke omstandigheden. Elke buurt heeft namelijk zijn eigen karakter. Elke doelgroep zijn eigen wensen. En met de participatiemethode van Prisma lukt het de wensen te ontdekken en verbindingen tot stand te brengen. We hopen dat dit boekje inspiratie biedt aan partijen die in en buiten Amsterdam met dezelfde opdracht te maken hebben, namelijk publieke voorzieningen zoveel mogelijk te gebruiken voor ‘inclusieve’ activiteiten. Prisma advi seert u graag bij de opzet en start van dergelijke projecten. Mede namens het team van “Ik wil met jou…” Peter Swinkels Directeur Prisma 3
Coby van berkum
| ‘Ieder mens heeft zijn
voorzitter bestuursCommissie stadsdeel noord
4
eigen kwaliteit’ “Bewoners met een beperking horen gewoon bij de buurt. Dat is de belangrijkste reden waarom ze mee moeten doen met reguliere activiteiten. Eigenlijk zou dat vanzelfsprekend moeten zijn. Het komt alleen omdat we in Nederland gewend zijn om voor iedereen een apart clubje te maken dat we dit een beetje uit het oog zijn verloren. En dat is jammer, want ook voor mensen zonder beperking is het belangrijk dat iedereen meedoet aan de samenleving. Iedereen heeft wel iets waar we wat van kunnen leren.” “Zelf heb ik een buurmeisje met een verstandelijke beperking. Ze is inmiddels twintig en werkt in het groen. Ze kan me alles vertellen over plantjes en onderhoudt af en toe het groen in de buurt. Eigenlijk merk je dan niet dat ze een beperking heeft. Ieder mens heeft zijn eigen kwaliteit.”
Zelf ontdekken
“Het goede van het initiatief van Prisma is dat ze mensen met een beperking zelf laten ontdekken welke mogelijk heden ze in de buurt hebben. Het project van Prisma ‘Ik wil met jou… in Noord’ is wat dat betreft een goed voorbeeld. Het laat zien dat je activiteiten niet altijd hoeft aan te passen om mensen met een beperking te laten deelnemen. We moeten alleen leren ontdekken wat de mogelijkheden zijn. Dat geldt niet alleen voor de mensen met een beperking, maar ook de mensen die verantwoordelijk zijn voor reguliere activiteiten.”
OUT OF THE BOX
“Wij willen dat iedereen de ruimte krijgt om zijn of haar talenten te ontwikkelen. Dat geldt voor mensen met en zonder een beperking en bijvoorbeeld ook voor ouderen. De uitdaging is dit te verwezenlijken in tijden van decentralisaties en bezuinigingen. Enerzijds hebben we minder geld te besteden. Aan de andere kant kan het op termijn ook goedkoper als iedereen kan aansluiten bij dezelfde activiteiten.” “We vragen daarom van de welzijnsorganisaties dat ze kijken hoe ze andere doelgroepen kunnen betrekken bij hun reguliere activiteiten. Natuurlijk zal niet alles even geschikt zijn voor mensen met een beperking, maar met ‘Out of the box’ denken kom je een heel eind. Dat is ook iets wat we van Prisma hebben geleerd. Door ‘Out of the box’ te denken blijkt ineens veel meer mogelijk en zijn activiteiten ineens toegankelijk voor alle buurtbewo ners.” 5
Noorderpark in Beweging
6
| ‘Lekker lopen.
Dat vind ik leuk’ “Ze praten hier gewoon. Dat vind ik leuk”, zegt Nathan Lotz op het moment dat hij zijn wandelpas omzet in een looppas. Samen met vijf andere deelnemers van Noorderpark in Beweging loopt hij door het park. Overal lopen groepjes mensen in gele hesjes. De ene groep wandelt, de ander loopt hard en de groep van Nathan wisselt dat af. “We lopen met mensen die niet zo snel aansluiting vinden bij een reguliere loopgroep”, legt trainster Els Annegarn uit. Ze is maatschappelijk werkster bij Doras en zelf een fervent ultraloopster met meer dan 200 marathons op haar naam. “Dat kan zijn omdat ze een beperking hebben of het financieel niet kunnen opbrengen. Maar ook andere buurtbewoners zijn welkom. We willen mensen met elkaar verbinden. Daarom organiseren we ook andere activiteiten voor ze, zoals het bezoek aan een tentoonstelling.”
Gemêleerd
De ongeveer dertig deelnemers die door het Noorderpark lopen vormen een gemêleerd gezelschap. Oud, jong, met sportkleding, met gewone kleding. “Ik heb een kast met loopschoenen die mensen kunnen gebruiken”, ver telt Els. “Veel van hen hebben geen geld voor die schoenen. Ze kwamen in het begin zelfs op slippers of Uggs.” Nathan kwam bij de loopgroep via ‘Expeditie Noord’, dat de participatiecoach van Prisma opzette zodat mensen met een beperking kennis kunnen maken met reguliere activiteiten in Amsterdam-Noord, variërend van bingo’s, restaurants, festivals en sportieve activiteiten. “Met die groep bezochten we allerlei activiteiten in Noord”, legt Nathan uit. “Zo konden we ontdekken welke dingen we leuk vonden. Ik wilde graag lopen. Daarom ben ik hier mee gaan doen. Ik doe het nu drie maanden.”
Geen verschil
Nathan is een van de deelnemers met een verstandelijke beperking, maar dat verschil valt tijdens het lopen weg. Lopen is hetgeen de deelnemers verbindt en daarover gaan ook de gesprekken. Als de drinkbelt van Nathan afzakt, helpt een andere deelnemer deze weer recht te krijgen. Rekoefeningen en buikspierofeningen doen de deelnemers gezamenlijk en zorgen voor heel wat hilariteit. Na een uur lopen we weer naar het buurtcentrum. “Zullen we weer gaan lopen?’, vraagt Els aan Nathan en hij versnelt zijn pas. Zonder veel problemen houdt hij het tempo bij. “Wil je meedoen aan de Dam tot Damloop?”, vraagt Els. “Dan steken we gewoon op het laatste stuk het parcours op en kunnen we echt finishen.” Dat lijkt Nathan geweldig. 7
buurtpanel
8
| ‘Een zo-maarfestival kun
je in de herfst houden’ Je kunt voetgolven in Zunderdorp, heeft Anton in de krant gelezen. Is dat niet leuk? En er staan veel meer leuke dingen in de krant. De veertien leden van het Buurtpanel vinden het goed dat Anton de krant leest. Wil hij dat vaker doen? Dan kan hij de groep vertellen welke activiteiten er in de buurt zijn, want lang niet alle aanwezigen kunnen lezen. “Het is een gemêleerde groep”, vertelt Carlijn Zengerink, participatiecoach bij Prisma. “Het zijn mensen met een verstandelijke beperking, de een woont ambulant, de ander beschermd. We willen dat mensen met een beperking deelnemen aan ‘gewone’ activiteiten in Noord, maar we willen niet voor hen denken. We stelden daarom dit buurtpanel in, zodat ze zelf hun ideeën kunnen inbrengen. Dertig mensen nemen er aan deel. En die zijn zo enthousiast dat het buurtpanel bleef na afloop van het project ‘Ik wil met jou… in Noord’ waarvoor ze was ingesteld.
Hamer
Nu vergaderen ze eens in de zes weken, vertelt Ingrid die de voorzittershamer hanteert. “Het ging deze vergadering goed”, zegt ze na afloop. “Maar als ze door elkaar praten, dan sla ik met de hamer en zijn ze stil. Zo gaat het ook in Den Haag. Daar laten ze elkaar ook uitpraten.” Zelf vindt ze de groep erg leuk. “Ik heb ook al aan veel dingen meegedaan”, zegt ze. “Ik weet alleen niet meer wat, want ik kan niet zo goed onthouden.” Tijdens de vergadering maakt Ingrid zich hard voor een playbackshow. Anderen willen een zomerfestival. Met muziek. “En bingo”, roept de een. “En karaoke.” “Country en Linedance, wil Hans. Daar is Anton het niet mee eens: “Daar wil ik niets mee te maken hebben.” Het moet een zomerfestival worden, vindt Richard. “Nee”, zegt Robin, “een ‘zomaarfestival’, want dan kan je het ook in de herfst houden.”
wandelen
Carlijn luistert. “De kunst is om te horen wat ze echt willen en hun ideeën te herformuleren tot iets haalbaars. Ze willen het liefst een meerdaags festival. Dat herformuleer ik in bijvoorbeeld een open podium of aansluiten bij bestaande activiteiten. Soms loopt het anders. Fred wilde graag wandelen, echt wandelen. Ik informeerde bij een wandelvereniging in Noord, maar zij stonden huiverig tegenover deelname van iemand met een beperking. Het mocht, als er een begeleider mee ging. Dat gebeurde de eerste keer en iedereen was enthousiast. De begelei der is nooit meer mee geweest en Fred is gewoon een van de deelnemers. En dat is precies wat we met deze groep voorstaan; meedoen met gewone activiteiten. Alleen hebben zij en de verenigingen soms een zetje nodig en deze groep kan dat zetje geven.” 9
Theatervoorstelling Buurtberichten
10
| ‘Verschi
illen vielen als vanzelf weg’ “Het was een mooie voorstelling”, zegt Jan Kamminga. “Met veel mensen in de zaal. Mijn oudste broer, mijn schoonzus, de kinderen… Ze vonden het mooi. Ze zeiden ook dat ik op Herman van Veen leek. Misschien is dat ook zo. Alleen de ogen lijken niet.” Jan speelde in de theatervoorstelling ‘Buurtberichten’ van theaterdocent en artistiek leider Els Vollmuller. Buurtbewoonster Klaartje Kuitenbrouwer was een van de medespelers. “Samen met Prisma en het Cliffordtheater ontstond het idee een voorstelling te maken met mensen met en zonder beperking’ vertelt Els. “Beide groepen vullen elkaar namelijk geweldig aan. Ieder is op zijn of haar gebied sterk. Mensen met beperking zijn spontaan, geven zich helemaal in het theater. Tegelijk is het een goede manier om deze mensen bij de buurt te betrekken.” Twaalf mensen speelden mee; zes met en zes zonder beperking. Jan: “Eva (een begeleidster van Cordaan– red.) vroeg of ik mee wilde doen met theater. Dat had ik nog nooit gedaan. Maar ik wilde wel. De eerste keer ging ik kijken. Hoe het ging. We deden toen verschillende dingen. Oefeningen. We moesten raar lopen. En net doen of we een bal overgooiden. En dierengeluiden nazeggen.” “Ik vond het een mooi plan”, vertelt buurtbewoonster Klaartje. “Daarom deed ik mee met een proefles. Maar ik vreesde wel dat het een beetje ‘hulpverlenerig’ zou worden. Maar dat was het helemaal niet. Het was toneelspelen.”
Juwelen
“We maakten vanuit de verhalen van de spelers een voorstelling over wat achter de voordeur gebeurt”, vertelt Els. “We werkten met drie rijdende voordeuren, waarmee we oefeningen deden en de ‘juwelen’ namen we mee voor de voorstelling. Het is eigenlijk het tegenovergestelde van werken met een script. Zo kwam een brief in de voorstelling die Jan had geschreven.” Jan: “Ik moest een brief voorlezen die ik zelf had geschreven. Aan mijn zus. Ik schreef hoe we samen iets kochten bij de Albert Heijn. En dat we op de fiets gingen. Dat vonden ze mooi.” Klaartje: “Die brief was ontroerend. Hij paste ook in de voorstelling. De voorstelling bestond verder uit veel met muziek en beweging.”
Geen verschil
“Het mooie was dat de verschillen tussen mensen met en zonder beperking wegvielen”, zegt Els. Klaartje: “Natuurlijk zijn er verschillen, maar die zijn niet anders dan bijvoorbeeld de verschillen in leeftijd. Die verdwenen. Iedereen was enthousiast. Dat vond ik een groot compliment. We beleefden de voorstelling ook als groep. We waren allemaal zenuwachtig en spraken elkaar moed in op het moment dat je op moest komen. ‘Je kunt het.’” 11
soep op zaterdag
12
| ‘Ik ken nu veel meer
mensen in de buurt’
“We maken soep zonder balletjes”, zegt Somira Bruijn, “want dan kan iedereen het eten. Ook mensen die geen vlees mogen. En als de soep bijna klaar is, dekken we de tafel. Mooi. Met kandelaars en een bloemetje. En we vouwen servetjes, waar we het bestek indoen. Het moet wel feestelijk zijn.” Somira Bruijn, woont in Tuindorp Oostzaan. Thuis vindt ze het maar saai, zegt ze. Soep op Zaterdag was voor haar een uitkomst. “Ik woon hier al zes jaar in de buurt, maar kende nog niet veel mensen. Door Soep op Zater dag ken ik nu veel meer mensen. Ik kom ze nu ook gewoon op straat tegen. Dan praten we wat. Pas zag ik nog die twee vrouwen op het Zonneplein.”
eten
“Welzijnsorganisaties en organisaties voor mensen met een beperking organiseren soms dezelfde activiteiten, maar los van elkaar”, vertelt Rosanne Noumon, activiteitenbegeleidster bij Prisma. “Het lag dus voor de hand om samen te werken zodat de mensen met een beperking deel kunnen nemen aan reguliere welzijnsactiviteiten. Soep op Zaterdag is opgezet door onze participatiecoach. We kozen voor een eetactiviteit omdat eten verbindt. Je zit even rustig met elkaar, zodat je lekker kunt praten. Na afloop van het eten, doen we een activiteit waar mensen hun eigen talenten laten zien. Dan kan een spelletje zijn, maar ook iets heel anders.” Somira: “Ik heb eens een modeshow gelopen voor de weggeefwinkel, waar ik werk. Dat vond ik heel leuk om te doen. En de mensen vonden het ook leuk. Sommigen liepen mee.”
miX
“Soep op Zaterdag trekt een mix aan buurtbewoners met en zonder beperking”, vertelt Rosanne. Somira woont in de buurt en leert door deze activiteit mensen kennen, maar ze voelt zich er ook zekerder door. Ze durft weer initiatief te nemen. Dat blijkt tijdens de vakantieperiode als Soep op Zaterdag stil ligt. “Ik mis het wel”, zegt Somira. “Thuis gebeurt niet veel. Daarom las ik in het boekje* wat je nog meer kon doen. Zo kwam ik bij de voedseltuin op het IJplein. Dat was ook leuk. Zo had ik in de vakantie toch wat te doen.” * Het boekje ‘Meedoen aan leuke activiteiten’ dat Prisma uitbracht in het kader van ‘Ik wil met jou… in Noord.’ 13
de rappers van Jav’arts
14
| ‘Ik schrijf wat ik
zie’ “Ik doe geen shit handle cap” Lindomar laat op zijn telefoon een van zijn rapteksten zien. Hij scrolt verder. Zijn hele notepad staat vol. “Ik schrijf wat ik zie”, zegt hij. “Met mijn hoofd, maar vanuit mijn hart. Over alles. Liefde, verdriet, geluk. Maar geen geweld. Dat doe ik niet.” Rappen zelf lukt hem niet. Lindomar heeft niet alleen een licht verstandelijke beperking, hij praat als gevolg van een spasme ook moeilijk. Vandaar de teksten. Hij kwam drie jaar terug bij de rapworkshop van Jav’Arts, een samenwerking tussen Prisma en Dynamo. Die workshop moest ervoor zorgen dat het regulier jongerenwerk toegankelijker werd voor jongeren met een beperking, in het bijzonder jongeren met een licht verstandelijke beperking (lvb). De participatiecoach van Prisma liep vooral op tegen het probleem dat lvbjongeren moeilijk zijn te activeren. Vandaar dat ze een aansprekende rapper zochten die de workshop zou verzorgen. Dat werd Bad Brya, de artiestennaam van Maryam Merabet.
UitdaGinG
“Ze vroegen mij de workshop te begeleiden”, vertelt Maryam. “Dat leek me heel leuk. Het is toch een bijzondere groep waarmee je werkt. In een normale workshop ben je vooral bezig met het maken van muziek. Hier geef je meer persoonlijke aandacht. Bovendien kunnen ze zich minder goed concentreren, zodat je dynamischer les moet geven. Alleen maar rappen vinden ze op een gegeven moment saai. Daarom keken we ook naar andere zaken die nodig zijn voor een productie, zoals schrijven, audio en ontwerpen.” Na een jaar werd de workshop afgesloten met een productie van een track en een videoclip van de groep. “De groep komt nog steeds”, vertelt Maryam die inmiddels als jeugd en jongerenwerker bij Jav’Arts werkt. “We hebben één keer per week een activiteit voor hen, maar zij doen ook mee met onze reguliere activiteiten. Dat gaat goed. Soms vallen er jongeren af, soms komen er jongeren bij. Net als bij onze andere reguliere activiteiten. Het werken met jongeren is op zich al een ‘skill’ en zeker het werken met jongeren met een beperking. Je moet aanvoelen wanneer ze wat extra aandacht nodig hebben.”
deeJaY
Lindomar gaat weer op weg naar de djworkshop die hij nu volgt. “Ik kan hier gewoon muziek maken”, zegt hij. “Daar gaat het om. Ik ken iedereen. In het begin keken ze nog wel vreemd als ze me zagen. Nu niet meer. Ik doe gewoon mee.” 15
Meet2Move
16
| ‘Kinderen gaan nu gewoon
naar de speeltuin’
“Hij springt, voetbalt, tennist, gooit de bal over. Elke woensdag is Jayden blij. Want dan mag hij sporten”, vertelt zijn moeder Ashley Keskin. De vijfjarige Jayden bezoekt sinds vijf maanden Meet2Move, een sportinstuif op woensdagmiddag in de OG Heldringschool, een school voor speciaal onderwijs. Aanleiding voor Meet2Move was het gegeven dat kinderen met een beperking vrijwel geen gebruik maakten van het reguliere sportaanbod in Amsterdam-Noord, vertelt Annemieke Baauw van Prisma. Terwijl ook bij hen het probleem van overgewicht speelt. De participatiecoach inventariseerde vraag en aanbod in de wijk. Zo ontstond in samenwerking met Combiwel en speeltuinvereniging SPIN de sportinstuif. Annemieke: “We bieden twee uur sporten voor de kinderen van de OG Heldringschool, maar ook voor de kinderen daarbuiten. Op dit moment spelen vooral broertjes en zusjes mee.” Twintig tot dertig kinderen bezoeken de Sportinstuif. Zij doorlopen in groepjes met vaste begeleiders een spel circuit, met zaken als ringen, voetbal en huppelen. Annemieke: “Maar ze zijn vooral gek op het klimrek.”
Veranderen
Dankzij Meet2Move verandert er wat. Ashley: “Je laat een kind met een beperking niet zomaar buiten spelen. Kinderen kunnen onder elkaar heel cru zijn. Maar naar de sportinstuif gaat Jayden met plezier.” Speeltuinleidster Lonneke van de Par, namens SPIN betrokken bij Meet2Move: “Ze keken hier altijd wat onwen nig aan tegen kinderen met een beperking. Die zijn moeilijk. Ze vragen meer tijd van je. Daarom was er voor hen een klein aanbod.” Maar, gaat Van de Par verder. “Je ziet nu dat deze kinderen gewoon onze speeltuinen bezoe ken. De onwennigheid lijkt weg.” Ashley: “We gaan nu vaak naar de grote speeltuin. Daar kan je lekker in het pierenbadje zitten. Ook de andere kinderen spelen nu daar. Dat komt volgens mij door Meet2Move. Het is alle maal niet meer zo onwennig. En ik vind het ontzettend belangrijk. Je kunt je kind wel op woensdagmiddag voor de tv zetten met een zak chips, maar dat is voor niemand goed. Laat het kind lekker naar buiten gaan, lekker sporten. Dan slapen ze ’s avonds ook veel beter. En de omgang met andere kinderen is enorm belangrijk. Toen Jayden naar de OG Heldringschool ging, kon hij bijna niet praten. Papa, mamma. De rest was Chinees voor me. Nu zegt hij hele zinnen. Hij zit daar echt op zijn plek.” 17
karen soeterik
18
| Elkaar ontmoeten is de
sleutel “Ik kijk met trots naar alle activiteiten die we samen met partners in de wijk bereikbaar hebben gemaakt voor buurtbewoners met een verstandelijke beperking”, zegt Karen Soeterik, projectleider ‘inclusieve participatie’ bij Prisma. Samen hardlopen, soep eten, theater maken, sporten en rappen. Alle participatieactiviteiten van Prisma gaan uit van de eigen kracht van mensen met een verstandelijke beperking. En dat is niet alleen in het belang van mensen met, maar ook van mensen zonder beperking. Ze sterken het zelfvertrouwen, vergroten de zelfstandigheid, het sociale netwerk en maken de buurt gewoon gezelliger.
niet Zomaar
Prisma heeft tien jaar ervaring met de ontwikkeling van deze activiteiten. Prisma zorgt hiermee dat mensen met een verstandelijke beperking zo gewoon mogelijk participeren in de samenleving. Soeterik: “Maar deze succesvolle participatie bereik je niet zomaar. Je kunt niet van achter je bureau even een leuke activiteit bedenken. Het vergt kennis van de wijk, kennis van de wensen van de buurtbewoners en kennis van de mogelijkheden van de mensen met een beperking. En dat luistert nauw.” Mensen met een beperking zijn niet altijd makkelijk te activeren, buurtbewoners zien vaak op tegen gezamenlijke activiteiten. Het ijs moet worden gebroken. Kennis van de doelgroep en de buurt zijn noodzakelijk om een activiteit op te zetten. Daarvoor organiseert Prisma een buurtpanel van mensen met een verstandelijke beperking, begeleid door een participatiecoach.
constante BrUG
De participatiecoaches van Prisma zijn zowel tijdens de projecten als daarna onmisbaar. Zij zitten als een spin in het web tussen welzijn en zorg, tussen bewoners met en zonder verstandelijke beperking, brengen de ontmoeting tussen deze werelden tot stand en zorgen voor een constante brug. Prisma merkt dat er bij reguliere welzijns organisaties en sportverenigingen vraag is naar deze vorm van toeleiding, van een doelgroep die ze niet goed kennen, maar wel willen bereiken.
centrale elementen
De participatiecoach en het buurtpanel zijn de centrale elementen in de aanpak die Prisma gedurende de afgelopen tien jaar heeft ontwikkeld. Hiermee draagt Prisma eraan bij dat mensen met een beperking niet alleen tijdens de projecten maar ook daarna bij de buurt blijven horen. Want dat is waar het om gaat, zoals Coby van Berkum ook in de inleiding zegt: “Bewoners met een beperking horen gewoon bij de buurt. Dat is de belangrijkste reden waarom ze mee moeten doen met reguliere activiteiten.” 19