RUP RECREATIEZONE WOLFSDONK Ontwerp RUP Toelichtingsnota Stad Aarschot Voor Antea Group,
Koen Janssens, ruimtelijk planner Gezien en voorlopig aangenomen door de gemeenteraad in zitting van .............................................
DE SECRETARIS,
DE BURGEMEESTER,
Christi Van Calster
André Peeters
Het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek in het gemeentehuis werd neergelegd van …/…/2011 tot …/…/2011
DE SECRETARIS,
DE BURGEMEESTER,
Christi Van Calster
André Peeters
Gezien en definitief aangenomen door de gemeenteraad in zitting van ................................................
DE SECRETARIS,
DE BURGEMEESTER,
Christi Van Calster
André Peeters
Gezien en goedgekeurd door de Bestendige Deputatie op .....................................................
DE GRIFFIER,
DE GOUVERNEUR,
COLOFON Opdracht: RUP Recreatiezone Wolfsdonk Ontwerp RUP Toelichtingsnota Stad Aarschot Opdrachtgever: Stad Aarschot Dienst Ruimtelijke ordening Ten Drossaarde 1 3200 Aarschot Opdrachthouder: Antea Belgium N.V. Porsthofbrug 11 2600 Berchem
Jaarbeurslaan 25 3600 Genk
Tel 03/221.55.00 Fax 03/221.55.01 www.anteagroup.com
Tel 089/74.11.00 Fax 089/74.11.01
BTW: BE 414.321.939 RPR Antwerpen 0414.321.939 IBAN: BE81 4062 0904 6124 BIC: KREDBEBB Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001 Identificatienummer: 1280573023_01/wsm Datum:
status / revisie:
Februari 2011
Ontwerp RUP
Vrijgave: Koen Janssens - ruimtelijk planner Controle: / projectleider Wim Smeets – accountmanager Ruimtelijke planning en inrichting Projectmedewerkers: Koen Janssens - Els Vanoudenhoven - Wouter Impens
© Antea Group 2011 Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Antea Group mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.
INHOUD 1 1.1 1.2 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 3 3.1 3.2 3.3 4 4.1 4.2 5 5.1 5.2 5.3 6 6.1 6.2 6.3 7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6
INLEIDING .................................................................................................................. 2 OPDRACHTOMSCHRIJVING...................................................................................................... 2 AFBAKENING PROJECTGEBIED .................................................................................................. 2 JURIDISCH KADER ........................................................................................................ 3 SAMENVATTENDE TABEL ........................................................................................................ 3 GEWESTPLAN ....................................................................................................................... 4 BPA ZONEVREEMDE RECREATIE .............................................................................................. 4 VERKAVELINGSPLANNEN ........................................................................................................ 4 STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNINGEN ................................................................................... 5 SCREENING PLAN-MER-PLICHT ................................................................................................ 5 BELEIDSKADER EN RELEVANTE STUDIES.............................................................................. 6 STRUCTUURPLANNING EN PLANNINGSPROCESSEN....................................................................... 6 SECTORALE PLANNEN........................................................................................................... 13 RUIMTEBEHOEFTE SPORTTERREINEN EN GEBOUWEN ................................................................. 15 RUIMTELIJKE ANALYSE ................................................................................................ 17 RUIMTELIJK FUNCTIONEREN EN VOORKOMEN .......................................................................... 17 KNELPUNTEN, KWALITEITEN EN POTENTIES .............................................................................. 18 GEWENSTE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING ......................................................................... 19 CONCEPTEN RUIMTELIJKE STRUCTUUR .................................................................................... 19 PLANOPTIES EN BESTEMMINGEN ........................................................................................... 21 MOTIVATIE VAN DE PLANOPTIES ............................................................................................ 22 RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN ..................................................................................... 25 LIMITATIEVE OPGAVE VAN OP TE HEFFEN VOORSCHRIFTEN ......................................................... 25 RUIMTEBALANS .................................................................................................................. 25 PLANSCHADE EN PLANBATEN ................................................................................................ 26 WATERTOETS ........................................................................................................... 27 GRONDWATERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN ...................................................................... 27 INFILTRATIEGEVOELIGHEID .................................................................................................... 28 EROSIEGEVOELIGHEID .......................................................................................................... 29 OVERSTROMINGSGEVOELIGHEID............................................................................................ 30 CONCLUSIE WATERTOETS ..................................................................................................... 30 BIJLAGEN ................................................................................................................ 31 PLAN BESTAANDE FEITELIJKE EN JURIDISCHE TOESTAND.............................................................. 31 ORTHOFOTO ...................................................................................................................... 33 FOTOREPORTAGE ................................................................................................................ 35 ONTEIGENINGSPLAN ............................................................................................................ 37 BESLUIT DIENST MER (06/08/09)........................................................................................ 39 OVERZICHT ADVIEZEN PLAN-MER-SCREENING RUP ZONEVREEMDE RECREATIE WOLFSDONK (AARSCHOT). ....................................................................................................................... 1 8.7 SCHEMA TERREINBEZETTING ................................................................................................... 4 8.8 SCHEMA BEZETTING KLEEDKAMERS .......................................................................................... 4
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
1
1
Inleiding
1.1
Opdrachtomschrijving Het stadsbestuur van Aarschot geeft opdracht tot de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk 1 uitvoeringsplan voor de terreinen van “Wolfsdonk Sport” en de directe omgeving. De terreinen zijn gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied en zijn zonevreemd. Het betreft bestaande sport- en recreatieterreinen waarvoor momenteel geen vergunning kan worden bekomen voor het ontwikkelen en uitbouwen van de accommodatie. De terreinen van ‘Wolfdonk Sport’ waren opgenomen in het BPA ‘Zonevreemde terreinen en gebouwen voor sport-, recreatie- en jeugdactiviteiten’ maar werden uitgesloten uit het sectoraal BPA bij Ministerieel besluit. Als redenen voor de uitsluiting worden o.a. aangehaald dat de voorziene uitbreiding en bebouwbare oppervlakte (10.000m²) het niveau van de kern-in-het-buitengebied Wolfsdonk overschrijdt, dat de site gelegen is in vogelrichtlijngebied en dat een passende beoordeling ontbreekt, …
1.2
Afbakening projectgebied Het projectgebied omvat enerzijds de huidige voetbalterreinen van Wolfsdonk Sport gelegen ten westen van de kern van Wolfsdonk aan de Volkensvoortstraat en anderzijds een uitbreidingszone in aansluiting met de huidige voetbalterreinen. Op basis van recenter luchtfoto’s (google earth 2009) werd de contour van het plangebied na de plenaire vergadering licht bijgesteld zodat alle huidige terreinen volledig binnen de contouren van het plangebied gelegen zijn. Verder zal er in noordelijke richting een ontsluiting naar de Senatorlaan gezocht worden.
Figuur 1: indicatieve afbakening plangebied
1
Ook een plan-MER behoort tot de opdracht. Dit opdrachtonderdeel wordt in een apart rapport uitgewerkt.
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
2
2 2.1
Juridisch kader Samenvattende tabel Type plan
Gewestplan(nen)
Kenmerken
Gewestplan Aarschot-Diest (KB 7/11/1978)
Gewestelijke ruimtelijke
Geen
uitvoeringsplannen Provinciale ruimtelijke
Geen
uitvoeringsplannen Gemeentelijke ruimtelijke
Geen
uitvoeringsplannen Algemene plannen van aanleg
Geen
Bijzondere plannen van aanleg
Geen
Verkavelingsvergunningen
Geen
Gewestelijke rooilijnplannen
Geen
Provinciale rooilijnplannen
Geen
Gemeentelijke rooilijnplannen
Geen
Habitatrichtlijngebieden
Geen
Vogelrichtlijngebieden
De Demervallei (BE 2223316)
Gebieden van het VEN – 1e fase
Geen
Erkende natuurreservaten
Geen
Beschermde monumenten
Geen
Beschermde landschappen
Geen (Relictzone “Kasterloop – Herseltse Beek”)
Beschermde stads- en dorpsgezichten
Geen
Polders en wateringen
Geen
Beschermingszones
Geen
grondwaterwinningen Proces Verbaal bouwovertreding
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
Geen
3
2.2
Gewestplan Aarschot is gelegen in het gewestplan Aarschot-Diest dat bij Koninklijk besluit op 7 november 1978 werd goedgekeurd. De kern van Wolfsdonk is woongebied met landelijk karakter en wordt omgeven door agrarisch gebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Daarnaast bevinden zich ten zuiden van de kern bos- en natuurgebieden. Het plangebied is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied, in aansluiting met woongebied met landelijk karakter.
2.3
BPA Zonevreemde recreatie De stad Aarschot heeft een sectoraal BPA Zonevreemde Recreatie voor de gemeente opgemaakt. Dit BPA bestaat uit 13 deelplannen, één daarvan is ‘Wolfsdonk Sport’. In het goedkeuringsbesluit (MB 27 juli 2007) van dit BPA werd het deelgebied ‘Wolfsdonk Sport’ echter uitgesloten. Hiervoor werd volgende motivering weergegeven: Overwegende dat de site ‘Wolfsdonk sport’ aansluitend bij de kern van Wolfsdonk ligt; dat het terrein vrij omvangrijk is – drie speelvelden, vier oefenterreintjes, twee gebouwen en een ruime parking –; dat de zone voor gebouwen fel uitgebreid wordt en een bebouwing tot 10.000m² toelaat, dat zo’n inname de agrarische structuur in het gedrang brengt; dat de schaal en de omvang van de infrastructuur het niveau en de schaal van de kern en de aanpalende bebouwing te boven gaat; dat de site bovendien ligt in het vogelrichtlijngebied 3.16 ‘De Demervallei’; dat de passende beoordeling ontbreekt in de bundel en bovendien niet is voorgelegd in het openbaar onderzoek; dat de vormvereisten voor een speciale beschermingszone niet zijn nageleefd;
2.4
Verkavelingsplannen Er zijn geen verkavelingen binnen het plangebied gelegen. Ter hoogte van de ontsluitingsweg richting de Volkensvoortstraat is, in aansluiting met het plangebied een verkaveling gelegen, de verkaveling VK / 1117 goedgekeurd dd. 25/09/08. In het kader van deze verkaveling is gratis grondafstand gedaan waardoor de ontsluiting richting de Volkensvoorstraat verbeterd werd.
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
4
2.5
Stedenbouwkundige vergunningen Binnen de contouren van het plangebied zijn geen stedenbouwkundige vergunningen gekend. Doch de recreatiepool bestaat al geruime tijd waardoor een groot deel van de terreinen en gebouwen als vergund geacht beschouwd kunnen worden. Uit nazicht van de luchtfoto’s van 1971 blijkt dat het zuidelijk gelegen terrein en de daaraan grenzende gebouwen (gedeelte noordelijk gebouw en gebouwtje tegen zuidelijke plangrens) reeds bestonden en als vergund geacht beschouwd kunnen worden. Ook op de luchtfoto van 1983 zijn 2 deze infrastructuren aanwezig. De elementen die reeds in 1971 (voor de inwerkingtreding van het gewestplan) aanwezig waren worden binnen een contour op het plan Bestaande en juridische toestand weergegeven.
2.6
Screening plan-mer-plicht Met de goedkeuring van het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en 3 programma’s door de Vlaamse Regering op 12 oktober 2007 , moet de initiatiefnemer van een plan met – mogelijk – aanzienlijke milieueffecten, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke uitvoeringsplannen, deze milieueffecten en eventuele alternatieven in kaart brengen. In het kader van deze wettelijke verplichting werd voor het RUP een screeningsdossier van de planMER-plicht opgesteld. Doelstelling van de MER-screening is het bestuderen van de verwachte milieueffecten t.g.v. de genomen basisopties in het RUP, het aangegeven van mogelijke milderende maatregelen en op basis daarvan aanvullende (externe) criteria te laten voortvloeien m.b.t. randvoorwaarden, mogelijkheden en inrichting van het plangebied. Het screeningsdossier werd op 11/05/09 naar de adviesverlenende instanties verzonden (zie “tabel: Overzicht adviezen plan-Mer-Screening” in bijlage). De ontvangen adviezen werden samen met het screeningsdossier op 02/07/09 aan de cel MER overgemaakt. Op 06/08/09 maakte de cel MER haar besluit betreffende het RUP kenbaar: Gezien het bovenvermelde kunnen wij concluderen dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een planMER niet nodig is.
2
Nazicht uitgevoerd door de stad Aarschot
3
De Vlaamse Regering keurde op 12 oktober 2007 het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s goed. Dit besluit geeft uitvoering aan het decreet van 27 april 2007, het zogenaamde plan-MER-decreet, en trad in werking op 1 december 2007. Artikel 49 inzake de overgangsregeling van plan-MER’s voor RUP’s zoals vermeld in het programmadecreet van 25 mei 2007 (publicatie B.S. 19/06/2007), stelt dat de betreffende nieuwe regelgeving van toepassing is op ruimtelijke uitvoeringsplannen, waarvan de plenaire vergadering gehouden wordt zes maanden na de datum van inwerkingtreding van het besluit, dus zijnde 1 juni 2008.
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
5
3
Beleidskader en relevante studies
3.1
Structuurplanning en planningsprocessen
3.1.1
Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) werd op 23 september 1997 definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering. Hiermee beschikt de Vlaamse regering over een ruimtelijk beleidskader tot 2007. Op 19 maart 2004 bekrachtigde het Vlaams parlement een beperkte herziening van het RSV inzake de verdeling van het wonen over het stedelijk gebied en het buitengebied en de opname van de zonevreemde bedrijven in de ruimtebalans. De uitgangsvisie van het RSV is een duurzame ruimtelijke ontwikkeling, gebaseerd op draagkracht en kwaliteit van de ruimte. De visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Vlaanderen wordt op een heldere wijze gesynthetiseerd in de metafoor: “Vlaanderen, open en stedelijk”. Deze metafoor omschrijft het gewenste resultaat, de visie en duidt het onderscheid aan in beleid dat men wenst te voeren in de stedelijke gebieden en de buitengebieden. Deze visie wordt vertaald in de volgende 4 basisdoelstellingen: •
de selectieve uitbouw van de stedelijke gebieden, het gericht verweven en bundelen van functies en voorzieningen;
•
het behoud en waar mogelijk de versterking van het buitengebied en een bundeling van wonen en werken in de kernen van het buitengebied;
•
het concentreren van de economische activiteit in die plaatsen die deel uitmaken van de bestaande economische structuur van Vlaanderen;
•
het optimaliseren van de bestaande verkeers- en vervoersinfrastructuur waarbij de ruimtelijke condities worden gecreëerd voor het verbeteren van het collectief vervoer en de organisatie van vervoersgenererende activiteiten op punten die ontsloten worden door openbaar vervoer.
In het RSV maakt men onderscheid tussen ‘de stedelijke gebieden en stedelijke netwerken’, ‘het buitengebied’, ‘de gebieden voor economische activiteiten’ en ‘de lijninfrastructuur’. Zij vormen de structuurbepalende componenten. Het studiegebied is gelegen in het buitengebied. Een aantal voor het RUP belangrijke doelstellingen vanuit de buitengebiedsvisie zijn: •
Een dynamische en duurzame ruimtelijke ontwikkeling garanderen zonder het functioneren van de structuurbepalende functies van het buitengebied (landbouw, natuur, bossen, wonen en werken op niveau van het buitengebied) aan te tasten.
•
De landbouw-, natuur- en bosfunctie inbedden in goed gestructureerde onderdelen ter garantie van een goede ruimtelijke ontwikkeling en een vermindering van ruimtelijke conflicten tussen de verschillende structuren.
•
Het bereiken van gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied voornamelijk met betrekking tot de rivier- en beekvalleien, het fysisch systeem, de landbouw en het nederzettingspatroon.
Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen vertaalt deze doelstellingen in bindende en/of indicatieve ontwikkelingsperspectieven voor elk van de structurerende elementen van het buitengebied. Een aantal van de ontwikkelingsperspectieven zijn van toepassing op het studiegebied: •
Het is noodzakelijk dat voor de ecologische infrastructuur een basiskwaliteit tot stand wordt gebracht. Deze heeft betrekking op het voorkomen van
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
6
natuurlijke elementen in het landschap en op de structuurkenmerken ervan. Deze laten het voortbestaan of de migratie van organismen toe in gebieden waar de invloed van de menselijke activiteit overheerst. (natuurlijke en bosstructuur) •
Uitgangspunt is het behoud en de ontwikkeling (versterking) van de diversiteit en herkenbaarheid van de landschappen in Vlaanderen. (landschappelijke structuur)
•
De aan het wonen gekoppelde gemeenschaps- en nutsvoorzieningen worden geconcentreerd in de kernen van het buitengebied. Het niveau en de reikwijdte van de voorzieningen wordt in overeenstemming gebracht met het belang van de kern. Bij niet aan het wonen gekoppelde gemeenschaps- en nutsvoorzieningen moet de schaal aansluiten bij de schaal van het landschap en mag de omvang de structuurbepalende functies van het buitengebied niet aantasten. (nederzettingsstructuur)
•
Andere functies zoals recreatie en toerisme, waterwinning en ontginningen, gemeenschaps- en nutsvoorzieningen kunnen als hoofdfunctie voorkomen, maar ze zijn niet structuurbepalend voor het buitengebied. Waterwinning is niet structuurbepalend voor Wolfsdonk.
•
Uitgangspunt bij de ontwikkeling van toeristisch-recreatieve activiteiten is het recreatief medegebruik met respect voor de draagkracht van het buitengebied. Paden en routes worden aan elkaar gekoppeld om op die manier de toeristisch-recreatieve aanbodelementen in het buitengebied en in de stedelijke gebieden met elkaar te verbinden en op elkaar af te stemmen.
3.1.1.1 Afbakening agrarische en natuurlijke structuur In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelde de Vlaamse overheid in 2006 een ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op voor de regio Hageland waarin het studiegebied gelegen is. Op 19 juli 2007 nam de Vlaamse regering kennis van deze visie en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca. 37.100 ha agrarisch gebied én een operationeel uitvoeringsprogramma goed. In het operationeel uitvoeringsprogramma is aangegeven welke gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen de Vlaamse overheid de komende jaren zal opmaken voor de afbakening van de resterende landbouw-, natuur- en bosgebieden. Het plangebied is niet gelegen in herbevestigd agrarisch gebied.
3.1.2
Provinciaal Ruimtelijke Structuurplan Vlaams-Brabant Het provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant werd op 7 oktober 2004 door de Vlaamse Regering goedgekeurd. Op basis van de analyse van de bestaande ruimtelijke structuur werden een aantal uitgangspunten en kernprincipes ontwikkeld. Aan de basis van het toekomstig ruimtelijk beleid in de provincie Vlaams-Brabant en van de indeling in verschillende deelruimten liggen volgende kernprincipes: •
Herwaardering van het fysisch systeem
•
Een centrumprovincie met Brussel
•
Een provincie met diverse stedelijke kernen
•
Vlaamse Ruit biedt een duidelijke structuur
•
Mobiliteit als sturend gegeven
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
7
3.1.2.1 Gewenste ruimtelijke structuur – Open Ruimte De open ruimte omvat de gebieden waarin de onbebouwde ruimte overweegt. De open ruimtefragmenten verschillen naar vorm, functie en samenstelling. Deze verscheidenheid wordt door de provincie onderkend en men wenst hierop in te spelen door middel van het voeren van een gedifferentieerd open ruimte beleid. De provincie onderscheidt 4 verschijningsvormen van de open ruimte, die vertaald worden naar streefbeelden: •
uitgestrekte boscomplexen en natuurgehelen
•
transportcorridor
•
ingericht land- en tuinbouwgebied
•
een groen dooraderde stad
De provincie wenst de verschillende open ruimtefragmenten onderling te verbinden via een fijnmazig netwerk en beoogt een open ruimtegeheel dat bestaat uit verscheidende componenten. Binnen de gewenste natuurlijke structuur worden op provinciaal niveau de natuurverbindingsgebieden (NVGB) en de ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang geselecteerd. De provincie wenst de agrarische structuur te vrijwaren en te versterken opdat het duurzaam functioneren van de landbouw kan verzekerd worden. Zeker in open landbouwgebieden wordt het agrarisch grondgebruik bestendigd en de open ruimte behouden. De provincie differentieert de ruimtelijke agrarische deelgebieden, afgebakend door het Vlaams Gewest, op basis van de agrarische mogelijkheden en knelpunten. Er worden drie categorieën onderscheiden, waarin nog subcategorieën met een specifiek beleid worden aangeduid, zijnde: •
gebieden met structurele beperking: non-aedificandi – zones, valleigebieden, land- en tuinbouwgebieden met aandacht voor het landschap en landbouwgebieden omheen het stedelijk gebied
•
gebieden met agrarische verbreding: grondgebonden en grondloze land- en tuinbouw, intensieve grondgebonden tuinbouw met voldoende oppervlaktewater, gebieden met concentratie van tuinbouw onder glas of plastiek, bedrijventerreinen voor agro-industrie en verbreding naar bosbouw of boomkwekerijen
•
gebieden met structurele verbreding
Voor de gewenste landschappelijke structuur beoogt de provincie een complementair samengaan van zowel de nieuwe stedelijke landschappen als de meer traditionele relictlandschappen. Volgende beleidscategorieën worden onderscheiden: •
gave landschappen: in de omgeving van Aarschot bevindt zich de ‘Demervallei Vlaams-Brabant’
•
structurerende reliëfcomponenten: in de omgeving van Aarschot bevinden zich de ‘Diestiaanheuvels van de Demer’
•
landschappelijke bakens
3.1.2.2 Gewenste ruimtelijke structuur – Bebouwde Ruimte De provincie wenst de complementariteit tussen de verschillende steden, buitenkerngebieden en alleenstaande bebouwing te versterken. Daarom hanteert de provincie het begrip bebouwde ruimte, zijnde gebieden waar de bebouwing overheerst los van de bestemming of van de activiteiten die er worden uitgevoerd. De gewenste bebouwde structuur wordt opgesplitst in twee delen, zijnde de nederzettingsstructuur en de economische structuur. Daar enkel de nederzettingsstructuur relevant is voor dit RUP wordt deze hieronder besproken.
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
8
3.1.2.3 Gewenste ruimtelijke structuur – Categorisering kernen Als stedelijke kern worden op grondgebied van Aarschot geselecteerd: Aarschot en Ourodenberg. Indien Ourodenberg niet wordt opgenomen binnen de afbakening van het kleinstedelijk gebied Aarschot, dan wordt ze geselecteerd als woonkern. Geen enkele kern wordt door de provincie geselecteerd als hoofddorp. Gelrode en Rillaar worden geselecteerd als woonkern en Gijmel, Langdorp en Wolfsdonk als kernen in het buitengebied. De woonuitbreidingsgebieden in de kernen in het buitengebied worden in principe niet aangesneden. De basisvoorzieningen dienen er te worden beperkt tot het primaire niveau. Enkel laagdynamische recreatieve functies komen in aanmerking op voorwaarde dat deze beperkt en kleinschalig zijn. De basismobiliteit wordt ondersteund en gericht naar het hogere net van collectief vervoer, zonder zelf als bovenlokaal knooppunt te functioneren. Met betrekking tot de open ruimte zal prioritair aandacht gaan naar de natuurlijke en landschappelijke waarden.
3.1.2.4 Deelruimte Demernetwerk De provincie onderscheidt in het structuurplan 4 deelruimten. Aarschot maakt deel uit van de deelruimte Demernetwerk. Het studiegebied Wolfsdonk maakt deel uit van de landschappelijke eenheid “heuvelbossen”, die zich ten noorden en noordoosten van Aarschot situeren. Voor deze landschappelijke eenheid wordt het behoud en de versterking van de natuurlijke en typerende bosstructuur en heuvelruggen vooropgesteld. Een verdere aantasting van deze bosstructuur door bebouwing moet alleszins vermeden worden. De bosstructuur dient zo uitgebouwd te worden dat delen ervan een zacht recreatief medegebruik (wandelen, fietsen, paardrijden) ondersteunen. De toekomstperspectieven voor de landbouw zijn in deze regio relatief beperkt. Door de aanwezige landbouwgronden stilaan om te vormen naar bosbouw of boomkwekerijen kan de landbouw de natuurlijke structuur versterken. Dit zou bovendien de ruime toeristisch-recreatieve potenties versterken. Verbreding naar dit type activiteiten wordt m.a.w. ondersteund. De uitbouw van nieuwe grootschalige recreatieve verblijven wordt niet ondersteund. Voor de vele recreatieve verblijven en weekendhuizen, die dit gebied versnipperen, zal de provincie in samenwerking met de gemeenten een beleidsplan opstellen.
3.1.3
Gemeentelijk Ruimtelijke Structuurplan Aarschot
3.1.3.1 Algemeen Het ontwerp van het ruimtelijk structuurplan werd door de gemeenteraad op 22 september 2005 definitief vastgesteld en overgemaakt aan de bestendige deputatie van de provincie Vlaams-Brabant ter goedkeuring. De bestendige deputatie heeft op 8 december 2005 het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan goedgekeurd. In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Aarschot wordt een duurzame ruimtelijke ontwikkeling vooropgesteld. De visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Aarschot leidt tot een 4-tal basisdoelstellingen. Deze zijn: Aarschot ontwikkelt zich verder als een kwalitatieve en leefbare woongemeente Aarschot moet zich verder ontwikkelen als aantrekkelijke woongemeente. De bestaande woningvoorraad van Aarschot kwalitatief verbeteren en de kernen versterken is het uitgangspunt. Naast de stedelijke kern van Aarschot verdient ook het landelijke karakter van Aarschot de volle aandacht. De leefbaarheid van de kleinere kernen is belangrijk.
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
9
Nieuwe huisvestingsmogelijkheden in het stedelijk gebied en in buitengebied dienen gecreëerd te worden voor het opvangen van de eigen behoefte en een bijkomende zachte groei. Zij moeten zoveel mogelijk gezocht worden in het bestaande weefsel teneinde aantasting van de open ruimte te voorkomen. Nieuwe projecten moeten tevens bijdragen tot het versterken van het centrum van Aarschot. Stimuleren van de economische mogelijkheden waarover Aarschot beschikt Aarschot heeft steeds een zekere dynamiek gekend op het vlak van industriële en ambachtelijke activiteiten. De economische bedrijvigheid wensen we voor de toekomst te stimuleren. Dit betekent ondermeer het optimaliseren en gecontroleerde uitbreiding van de bestaande bedrijventerreinen. De nodige ruimte moet worden voorzien voor nieuwe bedrijvigheid of bedrijfsuitbreidingen. De bestaande en nieuwe terreinen zijn een belangrijke aanzet om een voldoende hoog peil van tewerkstelling te garanderen. Aangezien Aarschot geselecteerd is als economisch knooppunt worden kansen verleend om de economische slagkracht te behouden en te versterken. Mede om de kwaliteit van het wonen en de open ruimte te garanderen wordt gekozen voor een uitbreiding van de bestaande industriezone. Daarbij is landschappelijke integratie tevens van belang. Niet onbelangrijk is dat de bedrijvigheid goed ontsloten dient te zijn, in functie van bereikbaarheid. De landschappelijke hoofdstructuur steeds als basis voor verdere ontwikkeling Aarschot beschikt over waardevolle landschapsstructuren. Deze landschapsstructuur (rivier- en beekvalleien, bodem en waterhuishouding, reliëf, bossen...) moet terug als drager dienen, die de plaatsing van ruimtelijke elementen bepaalt. In de randgebieden vraagt de natuurbouw en de stedenbouw om het ontwerpen van een vormvaste ruimtelijke structuur. De land- en tuinbouw vraagt om zekerheid en duidelijk afgebakende gebieden. De rijke landschappelijke diversiteit van Aarschot moet maximaal uitgebuit worden. Deze visie vereist vastheid in de ecologische kerngebieden en flexibiliteit in de andere gebieden. Recreatie en toerisme ondersteunen De open ruimte alsook de openbare ruimte in het stedelijk gebied van Aarschot en in de dorpskernen bieden mogelijkheden om recreatief medegebruik uit te bouwen. Verblijfsrecreatie kan – buiten de kwetsbare gebieden – worden gestimuleerd als evenwaardige functie aan natuur en landschap. Deze mogelijkheden kunnen gekoppeld worden aan die in de regio van het Hageland. Dergelijke recreatievormen dienen in harmonie te zijn met de hoofdgebruikers van de open ruimte. Mogelijkheden voor een gedifferentieerd beleid kunnen worden bekeken. Niet alleen het landelijk gebied van Aarschot heeft toeristische troeven. Ook in het stadscentrum van Aarschot is het mogelijk de toeristisch-recreatieve potentie op te drijven.
3.1.3.2 Wolfsdonk en haar recreatie in het GRS Binnen het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Aarschot wordt een hiërarchie in de kernen aangebracht: verschillende kernen krijgen een eigen ‘gewicht’ toegekend. Aarschot wordt onderschreven als stedelijk gebied, Rillaar en Gelrode worden geselecteerd als woonkernen. De overige kernen Langdorp, Gijmel en Wolfsdonk zijn kernen in het buitengebied. Wolfsdonk maakt deel uit van de deelruimte “Zuid-Kempisch boslandschap”. De bestaande bosstructuren in deze deelruimte vormen de basis voor de gewenste structuur. Deze groene ruggengraat kan aangesloten worden op de elementen die dit deel van Aarschot structuur geven, zoals het stratennet en de spoorlijn. Het gebied staat door de aanwezigheid van bos- en natuurgebieden gecategoriseerd onder de term ‘ruimtelijk kwetsbaar gebied’. Voor deze deelruimte wordt er zowel een visie voor het bosgebied tussen Wolfsdonk en Gijmel uitgewerkt als voor de kernen zelf.
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
10
Wolfsdonk is een compacte landelijke kern, door de provincie geselecteerd als kern in het buitengebied. In de gewenste ruimtelijke structuur wordt getracht de agrarische corridors rondom de kern te versterken en de zonevreemde woningen door middel van een RUP in te passen binnen deze structuur.
De dorpskern zelf moet worden versterkt. De (verkeers)leefbaarheid moet worden verhoogd onder meer door snelheidsremmende maatregelen, een (groene) herinrichting van de open ruimte, versterken van de gemeenschapsfuncties,... De binnengebieden in de kern kunnen worden ingevuld. Aan de Processieweg kan de voormalige school uitgebouwd worden tot een lokaal ontmoetingscentrum. Bovendien kan bij het ontmoetingscentrum parkeerruimte worden gecreëerd die ook voor de Dorpsstraat bruikbaar is. Het dorpswonen moet door een gericht beleid gestimuleerd worden: het stadsbestuur moet een politiek voeren die erop gericht is het wonen, bouwen en verbouwen in de dorpskern te stimuleren en inbreiding (o.a. invullen van binnengebieden) te bevorderen. Ten zuiden van de kern wordt ook de continuïteit en homogeniteit van de natuur- en bosgebieden versterkt door middel van verschillende verwevingszones, voor natuur en landbouw of voor bos en wonen. De zonevreemde sportterreinen aan de Volkensvoortstraat sluiten perfect aan in de kern en worden 4 in een BPA dan ook ingepast in de gewenste ruimtelijke structuur. Voor de zonevreemde sportterreinen aan de Volkensvoortstraat wordt het behoud en de versterking vooropgesteld.
4
Tijdens de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijke structuurplan werd reeds gewerkt aan de opmaak van een sectoraal BPA zonevreemde recreatie. Ook de sportzone in aansluiting met de kern Wolfsdonk maakte hiervan deel uit maar werd bij goedkeuring van het sectoraal BPA uitgesloten. (zie 2.3BPA Zonevreemde recreatie)
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
11
3.1.3.3 Afwegingskader Zonevreemde terreinen voor recreatie In het GRS wordt een afwegingskader opgenomen ten aanzien van het BPA ‘Zonevreemde terrein en gebouwen voor sport-, recreatie- en jeugdactiviteiten’ dat in opmaak was ten tijde van de opmaak van het GRS. Hierbij worden volgende principes voorgesteld: Principe 1: Verweving met het wonen wordt ondersteund Het beleid is gericht op het bundelen van de bijkomende behoeften aan recreatiegebieden in of zo dicht mogelijk bij de kernen van het buitengebied. In het buitengebied moet er ook ruimte kunnen zijn voor recreatie. Echter het moet afgewogen worden aan de draagkracht van de ruimte en aansluiten bij de bebouwde ruimte. Het RUP Zonevreemde Recreatie Wolfsdonk sluit direct aan bij de kern van Wolfsdonk. Deze recreatiecluster bestaat al geruime tijd en is noch hinderlijk voor de kern noch voor de open ruimte ten westen van het plangebied. Er is voldoende ruimtelijke draagkracht voor deze functie. Principe 2: Maximaal bestendigen van bestaande ruimtelijk aanvaardbare locaties Het is de bedoeling om alle sport- en recreatieterreinen die op een ruimtelijk aanvaardbare locatie gesitueerd zijn te bestendigen binnen het in opmaak zijnde BPA voor zonevreemde terreinen en gebouwen voor sport- recreatie- en jeugdactiviteit.. Concreet betekent dit dat er in de deelkernen meerdere terreinen naast elkaar kunnen blijven bestaan. Wanneer zich op langere termijn mogelijkheden voordoen om verschillende terreinen op één locatie te concentreren, kan deze alsnog onderzocht worden. Voor de ruimtelijke afweging van deze zonevreemde recreatieterreinen en de zone-eigen recreatieterreinen die wensen uit te breiden in een niet – geëigende bestemming, is het belangrijk dat er een aantal basiscriteria gelden. Enerzijds wordt er een functionele afweging gemaakt, daarnaast gebeurt ook een ruimtelijke afweging. Functioneel wordt er een onderscheid gemaakt tussen de zones en terreinen die hoofdzakelijk worden gebruikt in functie van verblijfsrecreatie3 (kampeerhuizen, campings,…) en de zones en terreinen in functie van dagrecreatie (sportterreinen). De ruimtelijke selectiecriteria zijn: •
De ligging van het zonevreemd terrein ten opzichte van de gewenste nederzettingsstructuur: ligging ten opzichte van de woonkern of andere woonconcentraties; voor lokale dagrecreatie wordt een ligging aansluitend of nabij het wonen positief beoordeeld, voor verblijfsrecreatie is dit minder noodzakelijk. Het RUP Zonevreemde Recreatie Wolfsdonk sluit direct aan bij de kern van Wolfsdonk. Deze ligging wordt positief beoordeeld.
•
De ligging van het zonevreemd terrein ten opzichte van de gewenste openruimtestructuur; de ligging moet ook getoetst worden aan de habitat- en vogelrichtlijngebieden, VEN-gebieden, beschermde landschappen en overstromingsgebieden. De terreinen en gebouwen in functie van verblijfsrecreatie kunnen in principe ook versterkt worden wanneer die niet in of aansluitend bij een kern gelegen zijn – behalve wanneer ze in ruimtelijk kwetsbaar gebied gelegen zijn. Het RUP Zonevreemde Recreatie Wolfsdonk werd in de planMER-screening getoetst aan bovenstaande criteria. Dit heeft niet geleid tot een negatieve beoordeling ten aanzien van het behoud en de uitbreiding van de recreatieve cluster.
•
De bereikbaarheid van het zonevreemd terrein: een goede ligging ten opzichte van ontsluitingswegen is gewenst;
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
12
Het RUP Zonevreemde Recreatie Wolfsdonk sluit direct aan bij de kern van Wolfsdonk en is daardoor zeer goed bereikbaar vanuit de kern, de bereikbaarheid wordt een nieuwe verbinding met de Senatorlaan bovendien versterkt. De kern van Wolfsdonk is op haar beurt door een aantal steenwegen verbonden met aangrenzende kernen waardoor ook de ontsluiting hierheen verzekerd is. De ontsluiting kan bijgevolg positief beoordeeld worden.
3.1.3.4 Bindende bepalingen Er zijn geen bindende bepalingen met betrekking tot de sportterreinen aan de Volkensvoortstraat in het gemeentelijk ruimtelijke structuurplan opgenomen.
3.2
Sectorale plannen
3.2.1
Landschapsatlas en inventaris bouwkundig erfgoed De landschapsatlas is een inventaris van waardevolle landschappen van Vlaanderen. Hij bestrijkt het volledige Vlaamse grondgebied met uitzondering van de stedelijke kernen en de dicht bebouwde agglomeraties. De landschapsatlas is een onmisbaar instrument bij de bescherming van landschappen. Binnen de landschapsatlas worden ankerplaatsen, relictzones, lijnelementen en puntelementen aangeduid.
Het plangebied is gelegen in de relictzone “Kasterloop – Herseltse Beek”.
3.2.2
Speciale beschermingszones Op 21 mei 1992 werd de Europese richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beter bekend als de Habitatrichtlijn, uitgevaardigd. Deze richtlijn heeft tot doel de biodiversiteit in de lidstaten te behouden en streeft naar de instandhouding en het herstel van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna die hiervan deel uitmaken. In het kader van deze richtlijn dient iedere lidstaat speciale beschermingszones (habitatrichtlijngebieden)af te bakenen. In 1996 werd door de Vlaamse regering een eerste reeks van 40 speciale beschermingszones voor Vlaanderen met een gezamenlijke oppervlakte van 70.069 ha in toepassing van de Habitatrichtlijn bij de Europese Commissie aangemeld. De evaluatie toonde echter aan dat voor een aantal wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
13
habitattypes en soorten onvoldoende oppervlakte was aangeduid. Na deze negatieve evaluatie werden in 2001 38 gebieden met een totale oppervlakte van 101.891 ha bij de Europese Commissie aangemeld. De beslissing van de Vlaamse regering van 4 mei 2001 verving dan ook deze van 14 februari 1996. De herziening en uitbreiding van de gebieden, zoals goedgekeurd door de Vlaamse regering op 4 mei 2001, kwam tot stand op een wetenschappelijke wijze. In 1979 werd de Europese richtlijn 79/409/EEG inzake het behoud van de vogelstand, beter bekend als de Vogelrichtlijn, uitgevaardigd. Het doel ervan is de instandhouding van alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied van de lidstaten te bevorderen. Volgens art. 4 van deze richtlijn moeten er speciale beschermingsmaatregelen getroffen worden voor de leefgebieden van een aantal vogelsoorten, vermeld in de Bijlage I van de richtlijn. Bovendien moet men ook de rui-, overwinterings- en rustplaatsen van geregeld voorkomende trekvogelsoorten, onder andere watervogels en ganzen, beschermen. Als belangrijkste maatregel dient elke lidstaat SBZ-V aan te wijzen op basis van opgegeven selectienormen. In deze gebieden dienen maatregelen getroffen te worden voor de bescherming van de vogelsoorten en van hun leefgebieden. Ook buiten deze beschermingszones moeten de lidstaten zich inzetten om de vervuiling en verslechtering van de leefgebieden van de soorten te voorkomen. In Vlaanderen werden in 1988 in uitvoering van deze richtlijn een aantal speciale beschermingszones aangeduid. De aanwijzing van de gebieden gebeurde door het Instituut voor Natuurbehoud op basis van wetenschappelijke criteria. Het Besluit van de Vlaamse Executieve (BVE) van 17 oktober 1988 wijst ‘Speciale Beschermingszones’ aan in de zin van artikel 4 van Richtlijn 79/409/EEG (de Vogelrichtlijn).
Het plangebied is gelegen in een vogelrichtlijngebied, namelijk “De Demervallei” (BE2223316). Ten westen van het plangebied bevindt zich het habitatrichtlijngebied “Demervallei” (BE2400014).
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
14
3.2.3
Biologische waarderingskaart
Het plangebied wordt ten noorden, westen en zuiden begrensd door biologisch waardevolle gebied (populierenaanplant op vochtige grond met elzen- en/of wilgenondergroei) en een complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen (soortenarm permanent cultuurgrasland).
3.3
Ruimtebehoefte sportterreinen en gebouwen5 Zie ‘Schema terreinbezetting’ en het ‘Schema kleedkamerbezetting’ in bijlage Op de terreinen van Wolfsdonk Sport zijn in totaal 24 voetbalteams en zo’n 370 leden actief. Hierdoor zijn zowel de trainingsvelden als de wedstrijdvelden van de club gedurende de hele week in gebruik. Naast de eigen terreinen worden gedurende het gehele jaar ook de terreinen van ‘De Schilders’ in Herselt als trainingsvelden gebruikt en wordt tijdens de zomermaanden (bij de opstart van het seizoen, wanneer het aantal trainingen hoger ligt dan in de rest van het werkjaar) nog een bijkomende locatie ingeschakeld om aan het aantal benodigde trainingsvelden te kunnen voldoen (in 2010 werd het veld ‘Kwebbels’ in Langdorp hiervoor gebruikt). 6
De samenwerking met de club Lierse SK is door toedoen van de KBVB noodgedwongen stopgezet , doch dit heeft nagenoeg geen invloed op het aantal gebruikers van de site. Doel was de lokale jeugd kansen te bieden op kwalitatief hoogstaande trainingen en eventueel doorstroming mogelijk te maken naar een belangrijke club. Gezien de hoge terreinbezetting is minstens een behoud van de bestaande toestand en het aantal terreinen noodzakelijk. Het aantal kleedkamers binnen de huidige bebouwing van het plangebied is door de hoge terreinbezetting en het hoge aantal ploegen vaak ontoereikend. Het is wenselijk om het aantal kleedkamers te kunnen verhogen. Tot 2009 was er medegebruik van de gebouwen door de Ju-Jitsu Wolfsdonk. Deze samenwerking is omwille van de beperkte kleedkamervoorzieningen noodgedwongen stopgezet. Ook vanuit het medegebruik van de sportzone is het dus wenselijk om de gebouwen te kunnen uitbreiden.
5
Deze ruimtebehoefte werd o.a. op basis van een gesprek met de voorzitter van de voetbalclub uitgewerkt.
6 Naast de teams van de eigen club was er tot en met het seizoen 2009-2010 een samenwerkingsverband met de jeugdwerking van Lierse. Vier teams van deze club maken gebruik van de accommodatie van Wolfdonk sport.
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
15
Hierdoor kan de sportzone haar multifunctionele rol in functie van de kern Wolfsdonk verder blijven vervullen. Verder vinden er binnen het plangebied tijdens de zomer- en paasvakantie door de stad Aarschot georganiseerde sportkampen plaats; worden er op zondagvoormiddag trainingscursussen gegeven; worden de terreinen en kantines gebruikt voor de school voor bepaalde activiteiten (sportdag, …) en voor andere activiteiten in het Wolfsdonk. Door de club werd aangegeven dat er in de komende jaren nog meer cursussen gehouden zullen de worden, dat er een tweede mannenelftal (4 prov.) en een nieuw damesteam zal ingeschreven worden. Hierdoor zal de bezettingsgraad van de sportzone nog stijgen en dringt in de mate van het mogelijke een uitbreiding zich op. Binnen deze mogelijke uitbreiding kan bovendien een Finse piste worden opgericht die iedere Wolfsdonkenaar toelaat gebruik te maken van de site. Begroting ruimtebehoefte gebouwen In onderstaande tabel wordt de totale ruimtebehoefte van de sportzone geraamd. In deze raming wordt vertrokken van een nulsituatie d.w.z. er wordt in de raming geen rekening gehouden met bestaande gebouwen. De raming maakt een inschatting van de minimale ruimtebehoefte van gebouwen. wat kleedkamer voetbal huidig gebruik (ontoereikend) kleedkamer voetbal uitbreiding kleedkamer scheidsrechters en trainers 7 kleedkamer jujitsu 8 kleedkamer vrouwenvoetbal 9 Cafetaria keuken + keukenberging 10 tatami / polyvalente ruimte / dansruimte 11 Bering tatami / polyvalente ruimte Jeugdlokalen 12 Materiaalberging grasmaaiers, … Overdekte statribune vergaderlokaal (gemeenschappelijk gebruik) Totale oppervlakte netto Total oppervlakte bruto (:= netto x 1,5)
aantal
lengte 8 4 4 2 2 1 1 1 1 4 1 1 2
breedte 5 5 3 5 5 30 8 20 20 5 5 30 4
6 6 3 6 6 10 6 16 2 6 10 4 4
totaal 240 120 36 60 60 300 48 320 40 120 50 120 32 1546 2319
7 zaalsporten zoals jujistsu, dans, … maken bij voorkeur gebruik van andere kleedruimtes dan buitensporten zoals voetbal owv hygiëne en netheid van kleedkamers en sportzalen. Er worden kleedkamers voorzien voor mannen en vrouwen 8 Het is wenselijk om – rekening houdend met het groeiend aantal vrouwelijke leden – aparte kleedruimtes voor vrouwen te voorzien. 9 in tegenstelling tot de huidige toestand wordt slechts één cafetaria in de raming weerhouden 10 er wordt een polyvalente zaal voorzien die gebruikt kan worden door alle potentiële gebruikers van de recreatiezone 11 Gezien het polyvalent gebruik van de polyvalente ruimte is een berging hierop aansluitend noodzakelijk 12 Het gebouw voor materiaalberging dat zich vandaag nabij de zuidelijke plangrens bevindt wordt naar de centrale bouwzone geherlokaliseerd.
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
16
4 4.1
Ruimtelijke analyse Ruimtelijk functioneren en voorkomen Zie fotoreportage in bijlage en plan bestaande feitelijke en juridische toestand Het plangebied sluit aan bij de kern van Wolfsdonk en wordt zowel door natuurlijke structuren als elementen van de nederzettingsstructuur begrensd. Het plangebied vormt de overgang tussen de kern van Wolfsdonk en het westelijk gelegen openruimtegebied dat gekenmerkt wordt door een patchwork patroon van grazige vegetaties, landbouwgronden en populieraanplantingen. Zowel de zuidelijk als noordwestelijke grens van het plangebied wordt gevormd door een biologisch waardevol gekarteerde populierenplantage op drassige gronden. De perceelsscheiding tussen de populierenaanplantingen en de sportzone wordt gevormd door een gracht. Ten westen wordt de grens van de sportzone gevormd door 2 zonevreemde woningen met hun tuinenzones en enkele vochtige akkerlanden die biologisch minder waardevol zijn. De noordelijke en oostelijke grens van het plangebied worden gevormd door de tuinzones van de woningen gelegen langsheen de Senatorlaan en de Volkensvoortstraat. Het gaat om vrijstaande woningen van 1 tot 2 bouwlagen die aan de rand van de kern van Wolfsdonk gelegen zijn. Het plangebied wordt opgebouwd uit een viertal elementen: voetbalterreinen, overdekte accommodaties, een parking en een paardenweide. De parking is centraal in het plangebied gelegen en bestaat uit een asfaltverharding. In aansluiting met de parking liggen een staantribune en twee kleedkamer/cafetaria-complexen. Ten noorden van de parking ligt, op de kop met het hoofdterrein (terrein 1) een overdekte staantribune. Ten zuiden van de parking ligt een vernieuwde cafetaria (opgericht in 1967) met kleedkamers en vergaderlokalen. Deze cafetaria biedt zicht op terrein 3. De kop van het nieuwe kleedkamer/cafetariacomplex (opgericht in 1989) geeft uit op de noordoostelijke hoek van de parking. In dit gebouw bevinden zich kleedkamers met daarboven een voetbalkantine genaamd ‘Feestzaal de kantine’. Het gebouw ligt tussen terrein 1 en terrein 2 en biedt vanuit de kantine op beide terreinen zicht. Dit gebouw vervult naast een recreatieve rol ook een sociale rol voor de kern van Wolfsdonk. ‘De Kantine’ doet dienst als ontmoetingsplaats en feestzaal waar allerhande activiteiten georganiseerd kunnen worden (communiefeesten, eetfeesten, koffietafels, …). Bovendien werd de benedenverdieping tot 2008 ook gebruikt door de ju-jitsu. In het verlengde van ‘Feestzaal de Kantine’ bevindt zich een tweede staantribune langs het hoofdterrein. Naast de hierboven beschreven gebouwen en constructies bevindt zich enkel nog een materiaalberging (voormalige kleedruimte) op de zuidelijke grens van het plangebied. Alle gebouwen in het plangebied zijn opgetrokken in betonmaterialen (betonblokken, betonplaten). Een aantal van de voetbalterreinen zijn hierboven al aan bod gekomen. Er bevinden zich in totaal 6 voetbalvelden in het plangebied waarvan 3 duiveltjesterreinen. Terrein 1 en 2 bevinden zich in de noordelijke helft van het plangebied, de overige vier terreinen in de zuidelijke helft. Terrein 3 wordt ten oosten geflankeerd door de drie duiveltjesterreinen. De voetbalterreinen vervullen een recreatieve rol. Ten oosten van het hoofdterrein ligt binnen het plangebied een niet als sportveld benutte ruimte. Het gaat om een paardenweide die zich van aan de toegangsweg langsheen de oostelijke grens van het plangebied uitstrekt. Deze weide maakt deel uit van een versnipperd binnengebied tussen de Volkensvoortstraat en de Senatorlaan dat bestaat uit achtertuinen, kleine weidepercelen en moestuinen.
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
17
De sportzone wordt enkel ontsloten via een bestaande toegangsweg vanaf de Volkensvoortstraat, die door gratis grondafstand in het kader van de verkavelingsvergunning (VK/1117 (25/09/08)) geoptimaliseerd werd. Via deze toegangsweg aan de Volkensvoortstraat wordt niet enkel de sportzone ontsloten, maar ook de zonevreemde woningen die zich ten westen van het plangebied bevinden. Deze woningen kunnen enkel via de parking van de sportzone bereikt worden.
4.2
Knelpunten, kwaliteiten en potenties
4.2.1
Knelpunten
4.2.2
4.2.3
•
Vochtige toestand van voetbalterreinen aan de grenzen van het plangebied;
•
Niet esthetisch materiaalgebruik (beton, golfplaten) voor tribunes en oudere constructies;
•
Geen verlichting rond hoofdterrein;
•
Behoud en uitbreiding van bestaande terreinen en sportinfrastructuur noodzakelijk voor instandhouding uitgebreide jeugdwerking van de club;
•
Door haar ligging nabij de kern vervult ‘Feestzaal De Kantine’ een rol als ontmoetingsplaats en feestzaal voor Wolfsdonk;
•
Ideale oriëntatie van de voetbalterreinen;
•
Goed verlichte trainingsvelden;
•
Door goede inplanting van sportvelden en accommodaties is er weinig ruimteverlies;
•
De sportzone vormt een overgangsgebied tussen de kern van Wolfsdonk en het westelijk gelegen openruimtegebied;
•
De bestaande populieraanplantingen en opgaande groenelementen zorgen voor een goede landschappelijke inpassing van de sportzone;
•
Door gratis grondafstand (VK/1117 (25/09/08)) in aansluiting met het plangebied werd de ontsluiting van het plangebied verbeterd
•
RUP kan een duidelijk juridisch kader bieden waarbinnen de bestaande infrastructuur gedeeltelijk geregulariseerd kan worden en zekerheid biedt voor de club;
•
Het omliggende landschap vormt groene kamers die een grote draagkracht in zich dragen voor het opvangen van verschillende functies, hiervan kan gebruik gemaakt worden om de recreatieve functies in te passen.
•
Weide ten oosten van hoofdterrein kan nieuwe sportvelden opvangen, plaats bieden aan andere sport-, jeugd- of socio-culturele verenigingen van Wolfsdonk of in beperkte mate ruimte voor bijkomende parking en overdekte accommodaties voorzien;
Kwaliteiten
Potenties
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
18
5
Gewenste ruimtelijke ontwikkeling Zie grafisch plan / bijhorende stedenbouwkundige voorschriften
5.1
Concepten ruimtelijke structuur De visie voor de gewenste ruimtelijke structuur wordt verwoord in een aantal concepten. Deze worden hieronder weergegeven. Er wordt hierbij uitgegaan van een maximaal behoud van de ruimtelijke opbouw van het plangebied. Sportzone als landschappelijke overgang tussen de kern Wolfsdonk en open ruimte De voetbalterreinen vormen een overgangszone tussen de kern van Wolfsdonk en de westelijk ervan gelegen open ruimte. Ze vormen een groen, weinig bebouwde ruimte tussen het openruimte-gebied en de bebouwde kern. Zo is er een graduele overgang van een natuurlijk landschap naar een bebouwd landschap.
Centraliseren van verhardingen en accommodaties De bestaande bebouwing en eventueel nieuwe bebouwing wordt geconcentreerd ter hoogte van de parking en in het verlengde van de bestaande bebouwing. In de rest van het plangebied kan enkel verharding in waterdoorlatende materialen voorzien worden. Bijkomende parking en nieuwe gebouwen worden opgericht in aansluiting met de bestaande bebouwing en de toegang, richting de kern van Wolfsdonk. Sportterreinen rond centrale cluster Rondom de centraal gelegen cluster van accommodaties kunnen openlucht sport-terreinen worden ingeplant. Door deze inplanting liggen de terreinen steeds dicht bij de kleedkamervoorzieningen en zijn ze vanuit de cafetaria’s zichtbaar. Bij de inplanting van de sportterreinen wordt maximaal rekening gehouden met een ideale oriëntatie van de terreinen en een zo zuinig mogelijk ruimtegebruik.
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
19
Landschappelijke inpassing in de omgeving Het plangebied vormt de overgang tussen de kern van Wolfsdonk en het door een patchwork van groene kamers getypeerde openruimtegebied ten westen ervan De bestaande populieraanplantingen maken deel uit van dit groene patchwork en bevorderen de landschappelijke integratie van de sportzone. In de randen van het plangebied kan gezocht worden naar een aansluiting op de omliggende groenelementen en naar ruimte voor waterbuffering. KLE’s worden waar mogelijk behouden, versterkt of ontwikkeld. Behoud bestaande Volkensvoortstraat
hoofdtoegang
aan
De bestaande en door de gratis grondafstand verbrede ontsluiting richting de Volkensvoortstraat blijft behouden als hoofdontsluiting van de sportzone. Secundaire toegang richting Senatorlaan Om de bereikbaarheid van de sportzone met name voor de zwakke weggebruiker te vergroten wordt in noordelijke richting een langzame verkeersverbinding gerealiseerd naar de Senatorlaan. Aandacht voor de ontsluiting van de zonevreemde woningen De ontsluiting van de zonevreemde woningen ten westen van het plangebied moet gevrijwaard blijven. De enige ontsluitingsmogelijkheid voor deze woningen is via de parking van de sportzone en dient behouden te blijven.
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
20
5.2
Planopties en bestemmingen De elementen van de visie – de concepten – worden vertaald naar een verordend grafisch plan. Dit plan geeft aan voor welke gebieden de specifieke bestemmingen van toepassing zijn. Het grafisch plan moet gelezen worden tezamen met de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer. De stedenbouwkundige voorschriften bij het grafisch plan worden weergegeven in een aantal artikels. In onderstaande tekst worden de ruimtelijke argumenten en enkele kwantitatieve elementen uit de stedenbouwkundige voorschriften weergegeven. Het eerste artikel heeft betrekking op de gebouwen en de verhardingen centraal in het plangebied die aan de hand van een bebouwings-, vloer- en verhardingsindex worden vastgelegd. Deze bedragen respectievelijk 0,25; 0,35 en 0,6. (zie ook ‘Motivatie van de planopties’) Ten aanzien van de inplanting van gebouwen en constructies wordt de “45°-regel” toegepast dwz dat de afstand van gebouwen en constructies tot de plangrens groter of gelijk aan de kroonlijsthoogte van de gebouwen of constructies is. Daarnaast is in het eerste artikel aandacht voor het materiaalgebruik van zowel de gebouwen als de verharding. De gebouwen dienen in duurzame esthetisch verantwoorde materialen zoals gevelsteen, sierpleister, sierbeton, hout, metaal of natuursteen te worden opgericht. De verhardingen worden in waterdoorlatende materialen aangelegd tenzij dit vanuit milieutechnisch oogpunt, of omwille van de bodemgesteldheid niet aangewezen is. In deze zone wordt er bijzondere aandacht geschonken aan de ontsluitingsmogelijkheden voor de woningen ten westen van het plangebied. Nieuwe ontwikkelingen in de centrale bouw- en parkeerzone mogen deze ontsluiting richting de Volkensvoortstraat niet verhinderen. Naast de ontsluiting van de zonevreemde woningen en de sportzone richting de Volkensvoortstraat wordt een ‘”zone voor langzaam verkeer” voorzien die een nieuwe ontsluiting richting de Senatorlaan mogelijk maakt. De breedte van deze zone laat toe om deze ontsluiting ook toegankelijk te maken voor dienstvoertuigen en hulpverleners. Hoewel het plangebied in landschappelijk waardevol agrarisch gebied gelegen is, is het vandaag reeds volledig onttrokken aan agrarisch gebruik. Het grootste deel van het plangebied wordt als zone voor openluchtsportterreinen bestemd (bevestigd). In deze zone kunnen openluchtsportterreinen worden aangelegd en ondersteunende voorzieningen zoals dugouts, doelen, verlichtingsmasten, … worden voorzien. Het is niet mogelijk om in deze zone kleedkamers, kantine, materiaalbergingen of andere grootschalige constructies te voorzien. Deze worden ingeplant in de centraal gelegen zone. In het westelijke deel van het plangebied – het deel grenzend aan het openruimtegebied – worden gestreefd naar een goede landschappelijke inpassing van het plangebied. Hiervoor dient een haag in streekeigen plantmateriaal aangeplant te worden. Aan de randen van de zone voor openluchtsportterreinen dient een zone gevrijwaard te worden van sportinfrastructuur in functie van de landschappelijke inpassing. Ook ten aanzien van de aangrenzende tuinen dient een haag in streekeigen materiaal aangeplant te worden in functie van de landschappelijke inpassing..
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
21
5.3
Motivatie van de planopties
5.3.1
Instandhouding en beperkte uitbreiding van de bestaande recreatiepool op lokaal niveau Uit een door de KBVB aangeleverde ledenlijst van de voetbalvereniging Wolfsdonk Sport wordt duidelijk dat ruim 70% (260 leden) van de leden van de vereniging binnen een straal van 5km van de voetbalclub woont. Daarbij dient opgemerkt te worden dat een aantal van de leden die buiten deze straal wonen vrouwen, trainers en spelers van de seniorenteams zijn. Aangezien er geen andere vrouwenteams in de omgeving zijn kan de club Wolfsdonk sport voor vrouwen als de enige optie op lokaal niveau beschouwd worden. Ten aanzien van de seniorenelftallen is het gebruikelijk dat er naast lokale spelers ook steeds een aantal spelers van de verdere omgeving naar de clubs worden aangetrokken. Hetzelfde geldt voor de trainers die zowel van de directe als minder nabije omgeving komen. Deze (vrouwelijke) spelers en trainers buiten beschouwing gelaten zou het percentage lokale spelers in de club nog hoger liggen dan het nu al ligt. Daarnaast dient benadrukt te worden dat de club als enige in de omgeving in alle leeftijdsklassen is ingeschreven in provinciale jeugdreeksen. Dit is een verdienste van de club door jarenlang een goed uitgebouw jeugdbeleid te voeren. Het is onmogelijk om deze provinciale reeksen naar een andere club (zoals Aarschot) over te plaatsen. Door de provinciale reeksen vormt de club voor een aantal jeugdspelers vanuit de minder nabije omgeving een aantrekkingspool. Ook dit geeft een verklaring voor een aantal leden die buiten een straal van 5km wonen. Rekeninghoudend met bovenstaande argumentatie kunnen we stellen dat Wolfsdonk te beschouwen is als een club op lokaal niveau.
Uit de motivatie van de ruimtebehoefte (zie § 3.3) en rekeninghoudend met het lokale karakter van de club is het duidelijk dat een instandhouding van de bestaande toestand als een minimum dient beschouwd te worden voor deze recreatieve pool in aansluiting met de kern van Wolfsdonk. Dit is immers de enige recreatiezone voor deze kern, die bovendien ruimtelijk perfect aansluit bij de kern. Deze recreatiezone is vanuit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar. De uitbreiding in oostelijke richting, in de richting van de kern, vormt als beperkte uitbreiding van de recreatiezone vanuit ruimtelijk oogpunt geen enkel bezwaar aangezien deze zone vandaag een versnipperd gebruik kent en er door beperkte inname hiervan mogelijkheden worden geboden om een aantal (bijkomende) recreatieve activiteiten hier op te vangen. Door de uitbreiding zal de noodzaak tot uitwijking van de voetbalclub naar excentrisch gelegen terreinen (zie § 3.3) bovendien dalen. De uitbreiding geeft immers de mogelijkheid om 3 bijkomende duiveltjesterreinen of een trainingszone aan te leggen. Met betrekking tot de gebouwen wordt in hoofdstuk 3 een raming van de ruimtebehoefte gemaakt. De ruimtebehoefte bedraagt ca. 2300 m². De zone voor sportinfrastructuur en parking heeft een oppervlakte van ca. 6.750 m², bij een bebouwingsindex van 0,25 en een vloerindex van 0,35 bedraagt de bebouwde oppervlakte respectievelijk 1.687,5 m² en 2.362,5 m². Dit volstaat om een invulling te geven aan de geraamde ruimtebehoefte.
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
22
5.3.2
Ruimtebehoefte parkeren De ruimtebehoefte voor parkeervoorzieningen kan – rekening houdend met de CROW-kencijfers (ASVV, 2004) - begroot worden op basis van de netto oppervlakte sportvelden. De CROW-kencijfers gaan uit van 13 tot 27 parkeerplaatsen per ha netto sportterrein. Gezien de hoge bezetting van de sportcluster gaan we in onderstaande beschouwing uit van de max. parkeerbehoefte van 27pp/ha netto sportterrein. De netto oppervlakte sportterrein – na uitbreiding van de recreatiepool Wolfsdonk bedraagt 2,4 15 ha . Hiervoor wordt het aantal te voorziene parkeerplaatsen geraamd op ca. 65 parkeerplaatsen. Rekeninghoudend met een bruto-oppervlakte (parkeervak + toegangsweg) van 25m²/parkeerplaats bedraagt de ruimte nodig voor parkeren 1625m². Naast verharding nodig voor parkeren is ook nood aan verharding voor de ontsluiting van de westelijk gelegen zonevreemde woningen en voor het realiseren en instandhouden van paden ter ontsluiting van de gebouwen en sportterreinen. Daarom wordt een verhardingsindex van 0,6 gehanteerd. Indien de centrale zone maximum bebouwd (ca. 1700 m²) wordt is er nog voldoende te verharden ruimte beschikbaar (ca. 2300 m²) om de nodige parkeervoorzieningen en overige verhardingen in te richten.
5.3.3
Ontsluiting via Volkensvoortstraat optimaliseren – bijkomende toegang via Senatorlaan Het RUP behelst slechts een beperkte uitbreiding van de mogelijkheden op de site zelf. De mogelijke mobiliteitseffecten hiervan werden in de plan-MER-screening onderzocht. Daarin werd gesteld dat de uitbreiding een te verwaarlozen extra aantal verkeersbewegingen met zich meebrengt. De ontsluiting via de Volkensvoortstraat wordt geoptimaliseerd dood de sloop van een woning op het perceel 88R en 88E2 – grenzend aan het plangebied. De Volkensvoortstraat is een lokale weg type III. Deze straat is sinds de oprichting van het eerste voetbalterrein als ontsluiting van de site gebruikt. Rekeninghoudend met het verwaarloosbaar aantal extra verkeersbewegingen ten gevolge van de uitbreiding van de recreatiezone kan de Volkensvoorstraat deze rol blijven vervullen. De Volkensvoorstraat (lokale weg type III) sluit op 300m van de toegang tot het plangebied aan op de Senatorlaan (lokale weg type I), hierdoor is een optimale ontsluiting van het plangebied verzekerd. Daarnaast sluit de Volkensvoortstraat aan op de Wolfsdonkssteenweg (lokale weg type II); ook deze weg is geschikt voor de ontsluiting van de recreatiezone. Er stellen zich derhalve geen ontsluitingsproblemen voor de site. Om de ontsluiting voor de zwakke weggebruiker te verbeteren voorziet het RUP in een bijkomende toegang vanaf de Senatorlaan. Dit heeft vooral een positieve invloed op de ontsluiting van het plangebied voor fietsers.
5.3.4
Landschappelijke inpassing van het plangebied Het plangebied op zich vormt een overgang tussen het westelijk gelegen openruimtegebied en de kern van Wolfsdonk. De recreatiezone is immers een overwegend groene zone die aansluit op de bebouwde kern van Wolfsdonk. De westelijk gelegen open ruimte wordt landschappelijk gekenmerkt door een lappendeken van visueel gesloten (bossen, populieraanplantingen) en visueel open zones (weides, akkers). De recreatiezone past als visueel open gebied ruimtelijk perfect binnen dit landschap.
15
3 voetbalterreinen (100 x 60) + 6 duiveltjesterreinen (40x25)
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
23
De bestaande voetbalterreinen reiken nagenoeg tot aan de randen van het plangebied. Hierdoor is het niet mogelijk – noch vanuit ruimtelijk oogpunt noodzakelijk – om groenbuffers binnen de contouren van het plangebied te voorzien. Hiermee wordt de openheid van het landschap tussen het westelijk gelegen voetbalterrein en de aangrenzende graslanden gevrijwaard. Om deze openheid verder te verzekeren is het in het westelijk gelegen voetbalterrein verboden om reclamepanelen, dug-outs, of andere visueel storende elementen (die de openheid in gedrang kunnen brengen) te plaatsen. Het is hier slechts toegestaan om doelen, ballenvangnetten en verlichtingspalen te plaatsen. Het terrein kan niet als hoofdterrein gebruikt worden.
5.3.5
Realisatie van de planopties - opmaak onteigeningsplan Het plan bestendigd in hoofdzaak de bestaande toestand. Om de ontsluiting voor langzaam verkeer richting de Senatorlaan te realiseren wordt een onteigeningsplan opgemaakt. Dit plan dient er voor te zorgen dat de nodige gronden verworven kunnen worden om aldoende de ontsluiting te realiseren die kadert binnen een duurzame en verkeersveilige ontsluiting van het plangebied. Het plangebied speelt een belangrijke maatschappelijke rol voor de gemeenschap van Wolfsdonk. Het is niet enkel een recreatiezone maar ook een ontmoetingsplaats voor de Wolfsdonkenaar waar uiteenlopende activiteiten georganiseerd worden. Om deze zone van algemeen belang van een goede ontsluiting te kunnen voorzien is de onteigening van de gronden zoals aangegeven op bijgevoegd onteigeningsplan noodzakelijk indien de gronden niet in der minne verworven kunnen worden.
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
24
6
Ruimtelijk uitvoeringsplan
6.1
Limitatieve opgave van op te heffen voorschriften
6.1.1
Gewestplan Volgende gewestplanbestemmingen conform het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, worden opgeheven voor zover deze gelegen zijn binnen de perimeter van het ruimtelijk uitvoeringsplan: - landschappelijk waardevol agrarisch gebied (cf. art. 11 en art. 15 KB 28/12/1972) “De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. … De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden. De landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen.” - “woongebied met landelijk karakter” (cf. art. 6 KB 28/12/1972) “De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven”
6.2
Ruimtebalans Uitgaande van de bestemmingswijzigingen die gerealiseerd worden door de opmaak van het RUP kan men de hierna opgenomen ruimtebalans opmaken. De ruimtebalans verschaft inzicht in de oppervlakten die in het RUP worden bestemd (bruto oppervlakte). De bestemmingen op het gewestplan is landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Deze ruimtebalans geeft hierbij de vergelijking tussen de oppervlakte per bestemming vóór de inwerkingtreding van het RUP, en de oppervlakte die in het RUP wordt vastgelegd. Categorie
Gewestplan
Agrarisch gebied (landschappelijk waardevol)
RUP 390,43 are
---
3,36 are
---
Recreatiegebied
---
387,88 are
Lijninfrastructuur
---
5,91 are
393,79 are
393,79 are
Woongebied
Totaal tabel 1
Ruimtebalans
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
25
6.3
Planschade en planbaten Onderstaande tabel geeft een overzicht van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die mogelijks aanleiding kan geven tot een planschade-vergoeding, vermeld in artikel 2.6.1 van de Vlaamse Codex R.O. of een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4 van de Vlaamse Codex R.O. Het volledige plangebied is onderhevig aan mogelijke planbaten. Het is derhalve zinloos om een grafische weergave hiervan uit te werken. Alle percelen binnen de contour van het plangebied zijn mogelijk onderhevig aan planbaten. Type regeling
Bestemmingswijziging
Betrokken percelen
planbaten
Landbouw recreatie
81, 82a, 83a, 86r, 86s, 87, 84, 71a
“Deze tabel is puur planologisch van aard: het betreft enkel de aanwijzing van percelen waarop een bestemmingswijziging of een overdruk wordt aangebracht die in beginsel zou kunnen leiden tot een planbatenheffing of één van de genoemde vergoedingen. Bij de planopmaak moet geen onderzoek worden verricht naar de eigendomsstructuur betreffende deze percelen, naar de aanwezigheid van mogelijke vrijstellingen van planbatenheffing, naar het voorhanden zijn van uitzonderingsgronden inzake genoemde vergoedingen etc… (MvT, Parl. St., Vl. Parl., 2008-09, nr 2011/1, p.40) “
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
26
7
Watertoets De watertoetskaarten dienen ter evaluatie van de effecten van vergunningsplichtige ingrepen of van plannen of programma’s waarbij het bodemgebruik op een bepaalde locatie of voor een bepaald gebied wordt gewijzigd.
7.1
Grondwaterstromingsgevoelige gebieden De kaart met de gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er minder of meer aandacht moet uitgaan naar de effecten van ingrepen op de grondwaterstroming. De richtlijnen voor de watertoets houden rekening met een differentiatie van Vlaanderen in 3 types van gebieden, volgens de aard van gevoeligheid voor grondwaterstroming. Type 1: zeer gevoelig De zeer gevoelige gebieden zijn afgebakend aan de hand van de kaart van de Natuurlijk Overstroombare Gebieden (NOG kaart). De NOG-kaart is gebaseerd op de bodemkaart waarbij de bodemprofielen van alluviale, colluviale en poldergronden afgebakend zijn. De NOG gebieden met uitzondering van colluvia zijn afgebakend als type 1-gebied. Indien er in type 1 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 3m of een horizontale lengte van meer dan 50m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Type 2: matig gevoelig Onder de matig gevoelige gebieden vallen alle gebieden die niet tot type 1 (zeer gevoelig) of type 3 (weinig gevoelig) behoren. Indien er in type 2 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5 m en een horizontale lengte van meer dan 100m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Type 3: weinig gevoelig Onder de weinig gevoelige gebieden vallen alle gebieden waar er een aquitard (meestal een kleilaag) op geringe diepte voorkomt of het grondwaterpeil diep staat en die niet tot type 1 (zeer gevoelig) behoren. Indien er in type 3 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 10m en een horizontale lengte van meer dan 50m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie.
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
27
Het plangebied is gelegen in matig grondwaterstromingsgevoelig gebied. Ten (noord)westen en ten zuiden bevindt zich zeer grondwaterstromingsgevoelig gebied.
7.2
Infiltratiegevoeligheid De kaart met de infiltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt. Bovendien staat infiltratie in voor de aanvulling van de grondwatervoorraden en zodoende voor het tegengaan van verdroging van watervoerende lagen en van waterafhankelijke natuur. De kaart met infiltratiegevoelige bodems en behoeve van de watertoets werd afgeleid van de bodemkaart. Ze bestaat uit twee types gebieden: •
Gebieden met de infiltratiegevoelige bodems
•
Gebieden met de niet-infiltratiegevoelige bodems
De watertoetskaart met infiltratiegevoelige gebieden heeft tot doel om richtinggevend te zijn voor individuele ingrepen op lokaal niveau. Bij dergelijke ingrepen moet beslist worden of de aanleg van infiltratievoorzieningen of waterdoorlatende verhardingen al dan niet zinvol zijn, en of er mogelijk schadelijke effecten kunnen optreden naar het grondwater toe zowel kwantitatief als kwalitatief bij het al dan niet aanleggen van dergelijke voorzieningen.
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
28
Het plangebied is gelegen in een infiltratiegevoelige zone.
7.3
Erosiegevoeligheid De afbakening van de erosiegevoelige gebieden heeft tot doel om belangrijke wijzigingen in bodemgebruik, die mogelijk aanleiding kunnen geven tot versnelde afstroming van oppervlaktewater van hellingen en tot afspoeling van bodemdeeltjes, voorafgaandelijk aan een vergunning of de goedkeuring van een plan of programma, voor advies voor te leggen aan de afdeling land van AMINAL.
Het plangebied is niet erosiegevoelig.
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
29
7.4
Overstromingsgevoeligheid Deze kaart werd opgemaakt ten behoeve van de watertoets en geeft de overstromings-gevoelige gebieden tot op perceelsniveau weer. De kaart bevat de effectief overstromings-gevoelige gebieden (donkerblauwe laag) en de mogelijk overstromingsgevoelige gebieden (lichtblauwe laag). De mogelijk overstromingsgevoelige gebieden (lichtblauwe laag) zijn samengesteld uit de van nature overstroombare gebieden (NOG, exclusief colluvia), de potentiële overstromingsgebieden (POG) en de mijnverzakkingsgebieden (MVG), doch die buiten de effectief overstromingsgevoelige gebieden vallen. Deze 3 gebieden werden samengevoegd tot 1 kaartlaag. Uit die kaartlaag werden de gebieden verwijderd die volgens hun bestemming reeds ingenomen zijn voor bebouwing en infrastructuur. De effectief overstromingsgevoelige gebieden zijn samengesteld via de omhullende contour van de geactualiseerde ROG- en MOG-kaarten. Dit is gerechtvaardigd omdat alle uitgangskaarten gebaseerd zijn op het DHM-Vlaanderen met een resolutie van 5m. Bovendien bevatten de nieuwe ROG- en MOG-kaarten voortaan enkel nog die gebieden die met een zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, overstromingsgevoelig zijn. Door gebruik te maken van de omhullende contour kan de ROGDHM05kaart de MOG-kaart aanvullen en vice versa.
Het plangebied is gelegen in niet overstromingsgevoelig gebied. Het wordt ten (noord)westen en ten zuiden begrensd door mogelijk overstromingsgevoelig gebied.
7.5
Conclusie watertoets Er zijn geen grote conflictpunten ten opzicht van de watertoets: het plangebied is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied. Gezien de grondwaterstroming moet er wel rekening gehouden worden met grootschalige ondergrondse constructies. De infiltratiegevoeligheid noopt tot aandacht voor dit aspect: grootschalige verhardingen kunnen best waterdoorlaten zijn of er moeten naast de verharding infiltratievoorzieningen worden aangelegd.
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
30
8
8.1
Bijlagen
Plan bestaande feitelijke en juridische toestand
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
31
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
32
8.2
Orthofoto
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
33
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
34
8.3
Fotoreportage
8.3.1
Sportvelden en toegang Zicht op terrein 1 vanuit zuidwestelijke hoek van het terrein
Zicht op terrein 2 vanuit zuidwestelijke hoek van het terrein (momenteel met tijdelijke werfweg over het terrein)
Zicht op de terreinen 3 tot 6 vanuit zuidoostelijke hoek van het plangebied
Zicht op terreinen 3 tot 6 vanuit het zuiden van het plangebied
Toegang tot parking en sportterreinen (hoekwoning gesloopt)
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
35
Toegangsweg richting sportzone
8.3.2
Gebouwen en constructies Feestzaal ‘De Kantine’: kleedkamercomplex met cafétaria
Tribune bij terrein 1
Kleedkamers en kantine bij terrein 3
Zonevreemde woningen in aansluiting met sportvelden
Berging op zuidelijk grens van het plangebied, op kop van terrein 3
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
36
8.4
Onteigeningsplan
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
37
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
38
8.5
Besluit dienst MER (06/08/09)
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
39
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
40
8.6
Overzicht adviezen plan-MER-screening RUP zonevreemde recreatie Wolfsdonk (Aarschot). instantie
verzoek tot verzonden
Agentschap R-O Vlaams-Brabant
raadpleging 11/05/2009
Ruimtelijke Ordening
datum reactie 10/06/2009
relaas reactie Door het Agentschap R-O Vlaams Brabant -Ruimtelijke Ordening wordt geconcludeerd dat op basis van het screeningsdocument nog niet kan geoordeeld worden dat het voorliggende project geen aanzienlijke effecten heeft op het leefmilieu. Dit heeft betrekking tot volgende opmerkingen die door de adviesinstantie worden geuit: • •
•
•
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
Opmerking 1: “De terreinen worden niet landschappelijk ingepast, noch afgeschermd naar de bestaande woningen toe.” Opmerking 2: “Vanuit het oogpunt van ruimtelijke ordening wordt opgemerkt dat de bestaande situatie niet éénduidig is. Slechts een beperkt deel van de site – het deel ten zuiden van de van het oost-west lopend deel van de Volkensvoortstraat – is behoorlijk vergund. De overige delen bestaan, doch zijn niet vergund. Het is niet duidelijk of de geciteerde referentiesituatie vertrekt vanuit de vergunde situatie of vanuit de feitelijke – deels onvergunde situatie. De feitelijke situatie is echter meer dan dubbel zo groot als de vergunde situatie, wat zijn impact zal hebben op de effecten van dit voorstel. De aannames – bwk-code is dus Uv – kunnen betwist worden.” Opmerking 3: “Het voorstel vertrekt van de bestaande populierenaanplantingen ten noordwesten en ten zuiden van de site. Het voorstel garandeert echter nergens het behoud van deze aanplantingen, zodat de vermelde landschappelijke inpassing niet is verwezenlijkt. De beslissing deze aanplantingen te behouden blijft derhalve de eigenaar van de desbetreffende terreinen, binnen de openbare regelgeving, toekomen. Tevens blijft het mogelijk, zelfs op de open terreinen, sportinfrastructuur, zoals schuilhokken, lichtarmaturen,…te voorzien. De openheid naar de omgeving is dus ook niet gegarandeerd.” Opmerking 4: “Het voorstel suggereert de inplanting van kleinere oefenvelden bij de tuinen van het zuid-noord lopende deel van de Volkensvoortstraat. Een afscherming, zowel naar privacy als naar geleid en lichtvervuiling, is niet voorzien. Tevens blijft de bebouwbaarheid vrij groot: tot 5.400m² vloeroppervlakte voor gebouwen, tot 14.400m² verharding.”
1
instantie
verzoek tot verzonden
raadpleging
datum reactie
relaas reactie Ten aanzien van deze opmerkingen brengt de stad Aarschot, vertegenwoordigd door Soresma, volgende elementen in: •
•
•
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
Opmerking 1: De milderende maatregel vermeld in §5.2.4 (fauna en flora) om visuele verstoring zoveel mogelijk te beperken, middels een goede landschappelijke inkadering d.m.v. het bouwvrij houden van de grenzen van het plangebied en het aanplanten van een groenscherm, kan worden doorgetrokken naar de disciplines landschap en mens. In de voorschriften van het RUP wordt bijkomend expliciet opgenomen dat binnen de grenzen van het plangebied een bufferstrook dient gevrijwaard te worden van 3m waarin zich geen sportinfrastructuur bevindt. Deze zone dient ingericht te worden als groene zone waarin o.a. KLE’s geïntegreerd kunnen worden. Bovendien is het plangebied gelegen in een kleinschalig gefragmenteerd landbouwlandschap dat gekenmerkt wordt door een veelheid van beboste percelen, kleine landschapselementen, … Deze vormen “kamers” die op zich een landschappelijke inpassing van verschillende functies en ook van de sportcluster bewerkstelligen. Opmerking 2: Het RUP is een uitvoering van het GRS dat een bestendiging van de sportzone vooropstelt. Als referentiesituatie bij de betreffende disciplines is dan ook uitgegaan van de feitelijke (weliswaar deels onvergunde) situatie op het terrein. Vanuit het oogpunt van actualisatie van de BWK kan gesteld worden dat de huidige effectieve toestand op het terrein overeenkomt met de code Uv. Bovendien dateert de bouw van de eerste recreatieve infrastructuren binnen het plangebied uit 1970 en dus van voor de aanmelding van het nabije Vogelrichtlijngebied. Opmerking 3: Binnen de grenzen van het plangebied dient een bufferstrook te worden gevrijwaard van 3m waarin zich geen sportinfrastructuur bevindt. Deze zone dient ingericht te worden als groene zone waarin o.a. KLE’s geïntegreerd kunnen worden. In de stedenbouwkundige voorschriften zullen de bouwmogelijkheden inzake schuilhokken e.d. worden beperkt. Wat betreft het ‘garanderen van openheid naar de omgeving’ kan gesteld worden dat de sportzone evenwel niet gelegen is in een ‘open landschap’. De sportzone vormt nu een overgang tussen de kern van Wolfsdonk met een hoofdzakelijk residentiële functie en het natuurlijke en agrarische landschap ten westen ervan. 2
instantie
verzoek tot verzonden
raadpleging
datum reactie
relaas reactie Opmerking 4: Een afscherming naar de tuinen wordt mogelijk gemaakt middels het voorzien van een bouwvrije bufferstrook langs de rand van plangebied. Naar verlichting toe wordt in de voorschriften expliciet opgenomen dat de hoogte van masten beperkt dient te blijven tot maximaal 20m en dat bij de situering van de verlichtingspalen rekening dient gehouden te worden met het beperken van lichthinder zowel naar het landschap als naar omwonenden toe. Wat betreft bebouwbaarheid geldt voor de zone voor sportinfrastructuur en parking (totale oppervlakte = 6.400m²) een bebouwingsindex van 0,3 wat overeenkomt met een bebouwbare oppervlakte van 1920m² (bestaande toestand = 1006m²). Wat betreft verharding mag maximaal 90% van de zone voor sportinfrastructuur en parking verhard worden (= 5760m²). Het Agentschap besluit dat de opmaak van dit RUP geen aanzienlijke milieueffecten voor gevolg heeft voor de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie. •
Agentschap R-O Vlaams-Brabant
11/05/2009
8/06/2009
11/05/2009
2/06/2009
Onroerend Erfgoed BLOSO
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
Bloso heeft geen opmerkingen bij de inschatting van mogelijke milieueffecten.
3
instantie
verzoek tot verzonden
Departement Landbouw en Visserij
raadpleging 11/05/2009
datum reactie 5/06/2009
relaas reactie De afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling is van oordeel dat het betreffende RUP geen belangrijke milieueffecten zal genereren aangezien het een herbestemming is in functie van een bestaande toestand. De afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling stelt zich wel vragen bij het voorzien van een nieuwe trage verbindingsweg met de Senatorlaan. Deze verbindingsweg heeft eerder een minwaarde naar het omliggende gebruik (bos en agrarisch gebied) en is geen logische functionele verbinding aangezien ze ten einde loopt op een voetbalveld. Ten aanzien van deze opmerking brengt de stad Aarschot, vertegenwoordigd door Soresma, volgend element in: De ontsluitingsweg heeft net tot doel om de cluster voetbalterreinen van een bijkomende trage ontsluitingsmogelijkheid te voorzien. De ontsluiting dient aan te takken op de indicatieve ontsluiting die is ingetekend op het grafisch plan (in de richting van de Volkensvoortstraat). Het exacte tracé van de aansluiting valt binnen de keuzevrijheid van de eigenaar van de terreinen.
ANB – Brabant
Vlaams-
provinciebestuur Vlaams-Brabant
11/05/2009
23/06/2009
Mits inachtname van de milderende maatregelen worden er geen aanzienlijke negatieve effecten voor de discipline fauna en flora verwacht. Evenmin wordt er een aanzienlijke aantasting van de natuurlijke kenmerken van het vogelrichtlijngebied verwacht. Het ANB treedt dan ook de conclusies van de screening terzake bij, en bevestigt nogmaals dat de opmaak van een passende beoordeling niet vereist is.
11/05/2009
14/05/2009
Aangezien het ruimtelijk uitvoeringsplan de wijziging beoogt van het juridisch kader inzake ruimtelijke ordening voor een klein gebied op lokaal niveau, zonder aanzienlijke milieueffecten, valt het plan, volgens de dienst Ruimtelijke Ordening van de provincie Vlaams-Brabant, niet onder de plan-MER-plicht. Het voorliggend plan en basisprincipes resulteren niet in aanzienlijke milieueffecten.
Directie Infrastructuur
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
4
8.7
Schema terreinbezetting maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
niets omdat dit terrein
niets omdat dit terrein
niets omdat dit terrein
niets omdat dit terrein
niets omdat dit terrein
competitie
competitie 3 jeugd-
niet verlicht is.
niet verlicht is.
niet verlicht is.
niet verlicht is.
niet verlicht is.
4 jeugdteams
teams + 1e elftal
training van 18u15 tot
training van 18u15 tot
training van 18u15 tot
training van 18u15 tot
training van 18u15 tot
In het weekend dient
In het weekend dient
21u30 door 5 jeugdteams
21u00 door 6 jeugdteams
21u30 door 5 jeugdteams
21u00 door 4 jeugdteams
dit veld als opwarmings-
dit veld als opwarmings-
en 1e elftal
van KSK Lierse
veld voor alle 23 teams
veld voor alle 23 teams
terrein 1
terrein 2 21u00 door 6 jeugdteams
en 1e elftal niets omdat dit terrein
niets omdat dit terrein
vriendschappelijke
vriendschappelijke
competitie
competitie
competitie
enkel voor wedstrijden is
enkel voor wedstrijden is
wedstrijden (2/week)
wedstrijden (2/week)
reserven + jun. U21
4 jeugdteams
4 jeugdteams
training van 18u15 tot
training van 18u15 tot
training van 18u15 tot
training van 18u15 tot
competitie
21u00 door 2 jeugdteams
21u00 door 2 jeugdteams
21u00 door 2 jeugdteams
21u00 door 2 jeugdteams
4 jeugdteams
training van 18u15 tot
training van 18u15 tot
training van 18u15 tot
training van 18u15 tot
competitie
21u00 door 2 jeugdteams
21u00 door 2 jeugdteams
21u00 door 2 jeugdteams
21u00 door 2 jeugdteams
4 jeugdteams
terrein 3
terrein 4
terrein 5
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
5
8.8
Schema bezetting kleedkamers Onderstaande schema’s geven de kleedkamerbezetting weer van de week 27/09/2010 – 03/10/2010 (kleedkamer 4 = scheidsrechterskleedkamer)
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
6
wsm
1280573023
project:
RUP Zonevreemde recreatie Wolfsdonk
7