FERMON, Christiane Van: Verzonden: Aan: Onderwerp:
Ruimtelijke Ordening en Huisvesting
woensdag 24 juni 2015 9:26 FERMON, Christiane plenaire vergadering dd 29/06 GRUP Lindemans
Beste, Hierbij onze opmerkingen naar aanleiding van de plenaire vergadering betreffende het voorontwerp van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Historisch gegroeid bedrijf Brouwerij Lindemans” te St-Pieters-Leeuw. - In de toelichtingsnota en op het grafisch plan wordt vastgesteld dat de straatnaam Scheestraat niet correct is. Op het grondgebied van de gemeente Dilbeek is deze straatnaam gewijzigd naar Brouwerijstraat sinds 15/04/2013. - In de toelichting bij de stedenbouwkundige voorschriften wordt vermeld dat de bestaande zonevreemde woning die op het grondgebied van de gemeente Dilbeek staat, zijn basisrechten conform de VCRO behoudt. Maar door de omzetting van agrarisch gebied naar natuurgebied verliest deze woning een aantal verworven rechten. De officiële brief zal per post worden opgestuurd. Wij willen ons bij deze ook verontschuldigen voor de plenaire vergadering dd. 29 juni 2015 betreffende het voorontwerp van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Historisch gegroeid bedrijf Brouwerij Lindemans” te StPieters-Leeuw. Mvg, Brigitte De Molder Technisch deskundige ruimtelijke ordening Gemeentebestuur Dilbeek Tel: 02 451 68 75 E-mail:[email protected] www.dilbeek.be Kantoor: Kasteelhoeve, Heetveldelaan 4, 1700 Dilbeek Postadres: Gemeentehuis, Gemeenteplein 1, 1700 Dilbeek
"Bezint eer ge print"
1
FERMON, Christiane Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: Bijlagen:
Erik Wuyts <[email protected]> donderdag 25 juni 2015 7:46 FERMON, Christiane Plenaire vergadering voorontwerp RUP 'Historisch gegroeid bedrijf Brouwerij Lindemans te Sint-Pieters-Leeuw' 20150625073817.pdf
Geachte, In bijlage vindt u het advies van de gemeente Sint-Pieters-Leeuw. Gelieve ons te verontschuldigen voor de plenaire vergadering van aanstaande maandag 29/06/2015. mvg Erik Wuyts Architect - Stedenbouwkundig ambtenaar Diensthoofd Ruimtelijke Ordening en Leefmilieu Gemeentebestuur Sint-Pieters-Leeuw - Dienst Ruimtelijke ordening - Pastorijstraat 21 - 1600 Sint-Pieters-Leeuw Tel. 02 371 22 97 - Fax. 02 331 44 90 [email protected]
De inhoud van deze e-mail en de bijgevoegde bestanden is vertrouwelijk en enkel bestemd voor het gebruik door de geadresseerde personen. Kopiëren, verdelen of ander gebruik, onder welke vorm ook, van de inhoud van deze e-mail en de toegevoegde bestanden is verboden. De auteur van deze e-mail streeft ernaar informatie en advies te verlenen op een zorgvuldige manier, rekening houdend met de hem/haar beschikbare informatie. De gegeven informatie of het verleende advies kunnen echter nooit een aanleiding zijn om de aansprakelijkheid van de gemeente Sint-PietersLeeuw in te roepen. De gemeente Sint-Pieters-Leeuw is enkel gebonden indien dit in het bericht expliciet is vermeld en voor zover deze toezegging is bevestigd door een geldig ondertekend document. De e-mail en de bijgevoegde bestanden zijn volgens een standaardprocedure gecontroleerd op computervirussen, wat niet garandeert dat ze er volledig vrij van zijn. E-mailberichten die vanuit of naar het bovenvermeld e-mailadres van de afzender worden gestuurd, kunnen door de gemeente Sint-Pieters-Leeuw worden gelezen en bewaard.
1
FERMON, Christiane Thoelen, Mark woensdag 1 juli 2015 9:50 GOEDERTIER, Luc; FERMON, Christiane Historisch gegroeid bedrijf Brouwerij Lindemans te Sint-Pieters-Leeuw - dossiernr 2.12/23077/102.1
Van: Verzonden: Aan: Onderwerp:
Geachte, In navolging van de plenaire vergadering, en zoals gevraagd ter aanvulling van het verslag, kunt u hieronder de reglementering vinden over de toegangen tot het gewestdomein. Er wordt volgens het dienstorder van MOW/AWV/2011/15 slechts één toegang toegestaan met een maximale breedte van 4,5 meter. Er dient zoveel mogelijk geclusterd met bestaande toegangen van aangrenzende percelen. http://apps.awv.vonet.be/denk/main-ref/12660-REF/version/4/part/5/data/MOW-AWV-201115.pdf?branch=main&language=default Vriendelijke groeten vanwege, Dhr. Mark Thoelen Vlaamse overheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid Diestsepoort 6 bus 82 – 3000 Leuven [email protected] T. 016 66 58 46 – G. 0491 96 25 66 – F. 016 66 57 55 www.mobielvlaanderen.be
---------------DISCLAIMER : Deze e-mail en zijn bijlagen zijn louter informatief. Niemand kan rechten doen gelden op basis van zijn inhoud. Officiële standpunten en beslissingen worden steeds per brief bevestigd. Denk aan het milieu voor u dit bericht afdrukt.
1
Dienstorder MOW/AWV/2011/15 D.d. 26 januari 2012
Titel:
Reglementering van de toegangen tot het gewestdomein
Voorgesteld door: (stuurgroep) Kenniscluster:
Stuurgroep Beheer en Onderhoud
Verspreiding:
Intern
1.7.2 Bouwen langs gewestwegen
1. Inleiding Bij het afleveren van stedenbouwkundige adviezen, het vergunnen van bezettingen openbaar domein én het ontwerp van wegherinrichtingen werd vastgesteld dat de bepalingen inzake toegangen ontoereikend waren. Dit dienstorder stelt zich tot doel om de voorwaarden waaraan een toegang dient te voldoen, zo concreet mogelijk te definiëren. De toepassing van dit dienstorder moet resulteren in een verlaging van het aantal mogelijke conflictpunten met de zwakke weggebruiker. Tevens beoogt de dienstorder, conform onderstaande bepalingen en maatvoeringen, het aantal toegangen tot het gewestdomein te beperken, zodat de parkeerruimte langs gewestwegen zoveel mogelijk gevrijwaard wordt. Bovendien streeft de dienstorder uniformiteit na en beperkt de dienstorder de interpretatiemogelijkheden. M.b.t. stedenbouwkundige adviezen dient dit dienstorder in een zo vroeg mogelijk stadium toegepast te worden. Bij elke verkavelingsaanvraag of aanvraag nieuwbouw dienen de toegangen aan deze onderrichting getoetst te worden. Dit dienstorder zal op termijn geïntegreerd worden in een ruimer geheel van regelgeving (mét rechtsgrond) inzake wegbeheer.
2. Toepassingsgebied AWV dient bij de beoordeling steeds te handelen in functie van de verkeersveiligheid en de doorstroming. 2.1 Nieuwe toegangen Deze dienstorder heeft betrekking op nieuwe toegangen die geen belangrijke impact op de mobiliteit genereren. Blijkt uit de stedenbouwkundige aanvraag dat er een niet te verwaarlozen mobiliteitsimpact kan ontstaan, dient de aanvrager een mobiliteitstoets op te stellen of - indien er nóg grotere mobiliteitseffecten zouden optreden - tot de opmaak van een volwaardige MOBER. De ondergrenzen van het MOBER worden bepaald in het BVR d.d. 28/5/2004 (via wijzigingsbesluit d.d. 3/7/2009), die van de Mobiliteitstoets worden hieronder weergegeven. (Bijkomende informatie met betrekking tot de MOBER of de Mobiliteitstoets is te vinden op: http://www.mobielvlaanderen.be/vademecums/mober.php )
Functie
Mobiliteitstoets Ondergrenzen - aanbeveling richtlijnenboek
Woonfunctie
100 woningen
Kantoren zonder loketfunctie
3000 m² bvo
Kantoren met loketfunctie
2000 m² bvo
Bedrijvigheid/KMO
8000 m² bvo
Industrieterreinen
Zie bedrijvigheid/KMO
Handel in dagelijkse sector
750 m² bvo
Handel in niet-dagelijkse sector
1.250 m² bvo
Mortuarium
Wachtruimte 50 zitplaatsen
Andere activiteiten met parking
50 parkeerplaatsen (ppn)
Onderwijsvoorzieningen (uitbreiding/verplaatsing)
Altijd
Ziekenhuis (uitbreiding/verplaatsing)
Altijd
(uitbreiding/functiewijziging) bioscoop, feestzaal, theater,
Altijd
concertzaal, evenementenhal, congrescentrum (uitbreiding) voetbalstadion, sporthal (uitbreiding/verplaatsing)
culturele
Altijd centra,
Altijd
tentoonstellingsruimtes Stadsontwikkelingsprojecten
Altijd
Vakantiedorpen, kamperen, themaparken…
altijd
2.2 Bestaande niet-stedenbouwkundig-vergunde toegangen: Dit dienstorder is ook maatgevend voor toegangen bij de herinrichting van de wegenis. Indien de wegenis niet wordt heringericht én de bestaande niet-vergunde toegang blijft ongewijzigd, kan dit dienstorder worden toegepast wanneer er een ernstige hypotheek bestaat op de verkeersveiligheid of de parkeergelegenheid (op de aanwezige parkeerstrook). Deze beoordeling gebeurt gemotiveerd en telkens rekening houdend met de plaatselijke omstandigheden. De beoordeling gebeurt door de districtschef. Bij de beoordeling wordt tevens de sectie ‘verkeer’ betrokken.
De aangelande dient dan evenwel te kunnen beschikken over voldoende tijd om de werken op eigen terrein te kunnen uitvoeren. Bij manifeste onwil wordt verwezen naar het luik ‘handhaving’.
3. Locatie Langs hoofdwegen en primaire wegen zijn de bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen van toepassing. Dit betekent dat: -
langs hoofdwegen en primaire wegen type I worden geen rechtstreekse toegangen tot particulier terrein voorzien.
-
langs primaire wegen type II worden geen nieuwe rechtstreekse toegangen tot particulier terrein voorzien.
De secundaire wegen en lokale wegen hebben een toegangverlenende functie, respectievelijk als aanvullende functie of als hoofdfunctie, conform de bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, de provinciale structuurplannen en de gemeentelijke structuurplannen. Toegangen tot particuliere terreinen zijn bijgevolg inherent aan dit type weg, conform de inrichtingsprincipes. De toegang wordt steeds op een zo ruim mogelijke afstand voorzien van het kruispunt. Indien het perceel grenst aan een weg van lagere categorie, dient de toegang daar te worden voorzien, eveneens zover mogelijk verwijderd van het kruispunt. Ter hoogte van kruispunten worden er geen nieuwe vestigingen van druk bezochte handelszaken (bvb. benzinestations, warenhuizen) of nieuwe gebouwen waarin een sterk verkeersgenererende functie wordt voorzien (bvb. een kantoorgebouw) toegelaten, tenzij de toegang op een afstand van minstens 70,00 m van het kruispunt wordt voorzien. Er kan geen toegang voorzien worden ter hoogte van een onoverzichtelijke bocht of nabij de top van een helling, tenzij – in functie van de verkeersveiligheid – op het aangelande perceel flankerende maatregelen worden genomen. De locatie van de toegangen is steeds ondergeschikt aan de bestaande weginfrastructuur (incl. straatmeubilair, verhoogde inrichtingen, bushaltes, grachten…). Op voorwaarde dat er geen enkel ander alternatief zou bestaan, kan de wegbeheerder toestaan dat infrastructurele elementen worden aangepast. De kosten daartoe worden vooraf aan de aanvrager meegedeeld gezien deze moet instaan voor de betaling. Ofwel wordt de aannemer door AWV aangesteld ofwel kan de initiatiefnemer de aannemer aanstellen, op voorwaarde dat de plannen en de uitvoeringsmodaliteiten vooraf door AWV goedgekeurd worden en op voorwaarde dat de uitvoering door AWV opgevolgd kan worden. Waardevolle lijnbeplanting wordt niet verwijderd. In specifieke gevallen kan een rechts-in-rechts-uit opgelegd worden, zoals vermeld in punt 4.2 en 4.3. Bij toegangen tot bedrijven en druk bezochte centra (4.2) en toegangen tot landbouwgronden, kan omwille van de verkeersveiligheid geoordeeld worden dat uitzonderlijk twee toegangen worden toegelaten. 3.1 Toegang op het gewestdomein Indien de bestaande berm niet verhard is, wordt de toegang op het openbaar domein aangelegd in gemakkelijk opbreekbare materialen. Boordstenen mogen niet boven de verharding uitsteken. Indien de berm reeds verhard zou zijn, kan de bestaande verharding (incl. boordstenen) door de overheid op kosten van de aanvrager verlaagd en verstevigd worden. In beide gevallen dient AWV een vergunning af te leveren.
De overwelving van langsgrachten dient op kosten van de aanvrager en na het verkrijgen van een afzonderlijke vergunning uitgevoerd te worden. De uitvoering gebeurt door een aannemer die erkend is voor dergelijke werkzaamheden en door AWV kan worden aanvaard. T.b.v. een vlotte inrijbeweging kan een afschuining op het openbaar domein langs beide zijden van de toegang toegelaten worden. Elk specifiek geval dient door de wegbeheerder afzonderlijk benaderd te worden. Op openbaar domein zijn o.a. de bepalingen van het Koninklijk besluit betreffende de werken over de sloten der wegen dd. 7/9/1933, het Besluit van de Vlaamse regering betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor het privatieve gebruik van het openbaar domein van de wegen, de waterwegen en hun aanhorigheden, de zeewering en de dijken dd. 29/03/1997 en het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer dd. 29/04/1997, inzonderheid art. 5 m.b.t. de toegestane hellingsbanen, van toepassing. 3.2 Toegang op het private domein De toegang wordt in de zone van achteruitbouw aangelegd onder een maximale helling van 4%. Uitzonderlijk worden afhankelijk van de specifieke situatie afwijkingen ten opzichte van de hellingsgraad toegestaan. Deze afwijking wordt telkens beoordeeld door de districtschef. Bij de beoordeling wordt tevens de sectie ‘verkeer’ betrokken. De afwatering hiervan dient voorzien te worden op het private aangelande terrein en mag geen invloed hebben op de waterhuishouding van het openbaar domein. I.f.v. de verkeersveiligheid en ter vrijwaring van de parkeerstrook dient, behoudens de toegang, t.h.v. de perceelsgrens een structurele niet-overrijdbare scheiding aangebracht te worden door de aangelande. Deze scheiding dient geplaatst vóór de ingebruikname van het te (ver)bouwen goed.
4. Toegangsbreedtes en aantallen Ten einde de ruimte op de parkeerstrook zoveel mogelijk te vrijwaren én het aantal mogelijke conflictpunten met de zwakke weggebruiker te beperken, worden inzake aantal en breedte maxima gehanteerd.
Het aantal
toegestane toegangen wordt in functie gezien van de aard van het aangevraagde project. Er is geen relatie met het aantal kadastrale percelen. Onderstaande maxima zijn van toepassing op de toegangsbreedte ter hoogte van de perceelsgrens(en dus niet op de lengte van de duiker. Deze dient zo dicht mogelijk de toegangsbreedte te benaderen, maar is steeds een veelvoud van 2.5m). 4.1
Toegang
tot
private
woningen
en
gebouwen
met
beperkte
economische
activiteiten
(kleinhandelszaken, praktijken,…) Er wordt slechts één toegang met een maximale breedte van 4,50 m toegestaan. Er dient zoveel mogelijk geclusterd met bestaande toegangen van aangrenzende percelen. Ter hoogte van de tussenliggende perceelsgrens wordt in een gemeenschappelijke toegang maximaal 7,00 m toegestaan. Indien het perceel (of een clustering van kavels) wonen en beperkte economische bedrijvigheid combineert, is eveneens slechts één geclusterde toegang van 4,50 m mogelijk. Uitsluitend wat betreft de gebouwen met beperkte economische activiteit, kan een uitzondering toegestaan worden ten aanzien van de bovenstaande alinea. Haaks parkeren achter de rooilijn, over een breedte groter dan 4,50 m, kan uitzonderlijk toegestaan worden, indien aan volgende, cumulatieve voorwaarden voldaan is:
1.
het perceel is gelegen langs een secundaire weg of een lokale weg waar een snelheidsregime van 50 km/u of lager geldt;
2.
het gebouw met beperkte economische activiteiten betreft een kleinhandelszaak (bijvoorbeeld een bakker, slagerij, …) of een praktijk (dokterspraktijk, notariaat, …) of een andere activiteit met een vergelijkbaar verkeergenererend profiel;
3.
de bouwvergunning voorziet maximaal 5 parkeerplaatsen;
4.
de districtschef heeft een positieve beoordeling gegeven. De beoordeling wordt voorafgegaan door een plaatsbezoek, waarbij ook alternatieven onderzocht worden. Bij de beoordeling wordt tevens de sectie ‘verkeer’ betrokken. Zij beoordelen de aanvraag in functie van de verkeersveiligheid en meer specifiek de zichtbaarheid, in het bijzonder rekening houdend met de zwakke weggebruikers.
4.2 Toegang tot bedrijven en druk bezochte centra (benzinestations, warenhuizen, …) Er wordt slechts één toegang met een maximale breedte van 7,00 m toegestaan. Dit houdt rekening met de draaibewegingen van zware vrachtwagens. In functie van de verkeersveiligheid kan hiervan afgeweken worden. Indien kan aangetoond worden dat een afzonderlijke in- en uitrit noodzakelijk zijn, kan een aparte in- en uitrit voorzien worden. De situatie wordt beoordeeld door de districtschef. Bij de beoordeling wordt tevens de sectie ‘verkeer’ betrokken. In afwijking van de algemene regel, zijn voor benzinestations steeds een aparte in- en uitrit toegelaten. Bij uitzondering kan afgeweken worden van de maximale breedte van 7,00 m. Dit dient aan de hand van rijcurvesimulaties onderbouwd te worden. Ofwel wordt EVT gevraagd deze rijcurvesimulaties uit te tekenen, ofwel wordt EVT om advies gevraagd ter beoordeling van de aangeleverde rijcurvesimulaties. De situatie wordt beoordeeld door de districtschef. Bij de beoordeling wordt tevens de sectie ‘verkeer’ betrokken. 4.3 Toegang tot landbouwgronden Er wordt slechts één toegang met een maximale breedte van 7m toegestaan (t.b.v. tractoren met oplegger, maaidorsers…). In functie van de verkeersveiligheid kan hiervan afgeweken worden. Indien kan aangetoond worden dat een afzonderlijke in- en uitrit noodzakelijk zijn, kan een aparte in- en uitrit voorzien worden. De situatie wordt beoordeeld door de districtschef. Bij de beoordeling wordt tevens de sectie ‘verkeer’ betrokken. Bij uitzondering kan afgeweken worden van de maximale breedte van 7,00 m. Dit dient aan de hand van rijcurvesimulaties onderbouwd te worden. Ofwel wordt EVT gevraagd deze rijcurvesimulaties uit te tekenen, ofwel wordt EVT om advies gevraagd ter beoordeling van de aangeleverde rijcurvesimulaties. De situatie wordt beoordeeld door de districtschef. Bij de beoordeling wordt tevens de sectie ‘verkeer’ betrokken. 4.4 Toegang tot verkavelingen Er dient gestreefd naar één gemeenschappelijke ontsluiting d.m.v. een ventweg. Deze ventweg dient vóór verkoop van de percelen door de verkavelaar te worden aangelegd. De ontsluiting van deze bedieningsweg dient aan de bepalingen van deze dienstorder te worden onderworpen. Wanneer het aantal loten beperkt is, dienen de toegangen zoveel mogelijk geclusterd te worden. Twee loten worden t.h.v. de tussenliggende perceelsgrens voorzien van een gemeenschappelijke toegang van max. 7m.
De toegangen die een verkaveling moeten bedienen, waarvoor duikers moeten aangelegd worden, dienen in opdracht van de verkavelaar vóór de verkoop van de loten, gerealiseerd en bekostigd te worden. Bij de stedenbouwkundige advisering dient dit opgenomen te worden als voorwaarde.
5. Handhaving Bij gebeurlijke overtreding dient de aangelande in eerste instantie de mogelijkheid te worden geboden om zich in regel te stellen. Dit kan door het uitvoeren van definitieve (bvb. openmaken ingebuisde gracht) of - in afwachting daarvan - tijdelijke maatregelen (bvb. voorzien van tijdelijke structurele scheiding). Bij manifeste onwil wordt een PV van vaststelling opgesteld en kan er worden overgegaan tot ambtshalve maatregelen. Voorafgaandelijk dient de overtreder in kennis te worden gesteld dat de kosten daartoe op hem zullen worden verhaald. De ambtshalve uitvoering beperkt zich tot initiatieven op openbaar domein; de kosten daartoe dienen van de overtreder gerecupereerd te worden d.m.v. een ‘schadedossier’.
6. Slotbepalingen Opgeheven worden alle vroegere omzendbrieven met betrekking tot toegangen, inzonderheid: BRA 621 nr. 406.003 dd. 1/7/1967, C, “Verkaveling langs rijkswegen” BRA 621 nr. 471.522 dd. 3/1/1972 “Behandeling procedure distributiecentra” (wordt ondervangen door de instrumentaria MOBER of mobiliteitstoets) BRA 576 nr. 466.757 dd. 22/6/1971 “Toegangen tot periferische winkel- en verkoopscentra” BRA 621 nr. 466.653 dd. 24/6/1971 “Oprichting van supermarkten – shoppingcenters e.a. Bouwvergunningen”
ir. Tom Roelants Administrateur-generaal