INNOVATIEAGENDA BIOLOGISCHE SECTOR FLEVOLAND
Ruimte voor Kwaliteit & Groei! Lelystad, Februari 2015
Pagina 1
Lelystad, Februari 2015 Centrum Biologische Landbouw Innovatieagenda Biologische sector provincie Flevoland Ruimte voor Kwaliteit & Groei! Aangeboden 27 februari 2015
Het opstellen van een innovatieagenda voor de biologische sector in de provincie Flevoland Stichting Biologische Landbouw Flevoland Auteur en contactpersoon: Geertje Schlaman, Centrum Biologische Landbouw in Lelystad Tot stand gekomen door bijdragen van experts en de klankbordgroep (volledige lijst in de bijlage), Bart Fokkens en collega’s Didi van Dijk en Ingrid Cremer www.biologischelandbouw.org
Pagina 2
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1
Inleiding ......................................................................................................... 5 1.1
Biologische Landbouw en certificering .......................................................... 6
1.1.1
2
Meer dan een certificaat ....................................................................... 7
1.2
Effecten biologische productiemethode op bodem, water en lucht .................... 7
1.3
Weerbaarheid ........................................................................................... 8
De Analyse ...................................................................................................... 9 2.1
Biologisch in Flevoland ..............................................................................10
2.2
Rentabiliteit biologische akkerbouw en groenteteelt in Flevoland ....................11
2.3
Eigen verwerking en directe afzet ...............................................................12
2.4
Biologische Consumptie.............................................................................13
2.5
Regionaal ................................................................................................15
2.6
Biologische consumptie zakelijke markt .......................................................18
2.6.1
Groene en sociale catering als kans om te onderscheiden ........................18
2.7
Directe verkoop en beleving voor de consument ...........................................19
2.8
Stadslandbouw ........................................................................................21
2.9
Marktontwikkeling biologische landbouw .....................................................22
2.9.1
Vergrijzing Biologische Landbouw .........................................................22
2.10
Innovatie, kennisoverdracht en onderzoek...................................................23
2.11
Innovaties in Flevoland .............................................................................24
2.12
Een knooppunt van kennis en ervaring ........................................................25
2.12.1
CAH Vilentum Hogeschool ...................................................................26
2.12.4 Stichting Biologisch Landbouw Flevoland (SBLF) en het Centrum Biologische Landbouw (CBL) .............................................................................................27 2.13
Samenwerking en afstemming Biologische sector .........................................28
2.14
Internationale profilering ...........................................................................28
Pagina 3
3
SWOT analyse: Sterkten, Zwakten, Kansen en Bedreigingen ................................29 STERKTEN BIOLOGISCHE SECTOR FLEVOLAND .....................................................29 ZWAKTEN BIOLOGISCHE SECTOR FLEVOLAND ......................................................30 KANSEN BIOLOGISCHE SECTOR FLEVOLAND ........................................................31 BEDREIGINGEN BIOLOGISCHE SECTOR FLEVOLAND ..............................................33
4
5
Innovatieagenda Biologisch Flevoland ................................................................34 4.1
Innovatieagenda ......................................................................................34
4.2
Bodem, Water & Lucht ..............................................................................34
4.3
Samenwerking, Keten & Kennisoverdracht...................................................35
4.4
Bio, Markt& Flevoland ...............................................................................36
4.5
Bio & Omgeving .......................................................................................37
Resultaat .......................................................................................................38
Literatuur ............................................................................................................39
Pagina 4
1
Inleiding
Dit rapport met een innovatie agenda voor de biologische sector in Flevoland is gemaakt voor de verdere ontwikkeling, versterking en ketengerichte uitbreiding van de biologische sector in Flevoland. De algemene doelstelling van het rapport is het verschaffen van inzicht in de biologische sector in Flevoland. Waarbij centraal staat de ontwikkeling van kennis en innovatie ten behoeve van visie en beleidsvorming voor de verdere ontwikkeling van de biologische sector centraal staat. Subdoelen zijn het verschaffen van inzicht in: het toekomstperspectief van de biologische landbouw in Flevoland de innovatiethema’s van de biologische keten in Flevoland de wijze van kennis overdracht in de sector de wijze waarop onderzoek, onderwijs en bedrijfsleven met elkaar samenwerken en de wijze waarop deze samenwerking kan verbeteren De resultaten hiervan vormen de basis voor de Innovatieagenda. Het resultaat is een lijst met speerpunten op innovatiethema’s vanuit bestaande kennis en samenwerkingsverbanden. Hierin is een toekomstvisie voor de verdere duurzame ontwikkeling van de biologische sector in Flevoland nagestreefd. Door middel van een Desk studie, gesprekken met deskundigen en diepte interviews in Flevoland is een analyse van de ontwikkelingen gemaakt en zijn met de klankbordgroep speerpunten gedefinieerd. Daarnaast was er op de Biologische Velddag, naast uitwisseling van nieuwe kennis, innovaties, ontwikkelingen en concepten, ruimte voor discussie en uitwisseling met vertegenwoordigers vanuit de sector. In het Biokennis café zijn tientallen telers met elkaar in gesprek gegaan en hebben verteld welke vernieuwingen ze op hun bedrijf hebben doorgevoerd, welke rol onderzoek daarbij heeft gespeeld en welke vragen ze nog hebben voor een verdere ontwikkeling van de biologische landbouw. De Biologische Velddag is, naast de Biobeurs, in Zwolle de jaarlijkse ontmoeting van de sector, letterlijk in het veld. Flevoland wordt hierin geprofileerd als biologisch kenniscentrum waarin innovaties centraal staan. Verder is er met een klankbordgroep gewerkt, bestaande uit een brede vertegenwoordiging vanuit de sector van Agrarische ondernemers: BDEKO (vereniging van BD- en EKO ondernemers provincie Flevoland), Biohuis (vereniging van biologische boeren en boerinnen in Nederland), LTO (de Land- en Tuinbouw Organisatie), ERF (grootste biologische landbouwbedrijf van Nederland); Handel en Verwerking (Green Organics, Agrifirm, Bioselect/Agrico); Onderzoek (WUR, PPO); Onderwijs (CAH, Warmonderhof), Advies en Voorlichting (OMFL, SBLF/CBL). Een lijst met klankbordleden en van geïnterviewde deskundigen is toegevoegd in de bijlage.
Pagina 5
1.1
Biologische Landbouw en certificering
De biologische landbouw is ontstaan als ecologische landbouw in de jaren zeventig, de periode van de opkomst van de milieubeweging. Biologische landbouw neemt de ecologie als uitgangspunt; de samenhang tussen planten, dieren, mensen en hun omgeving en werkt aan gesloten kringlopen. Er wordt geteeld met respect voor de natuur, zonder chemische bestrijdingsmiddelen, zonder kunstmest en preventieve antibiotica. De basis voor de bedrijfsvoering is een gezonde, humusrijke bodem waarin het organisch stofgehalte op peil wordt gehouden. Dit samen met een ruime vruchtwisseling om de strijd aan te gaan tegen ziekten en plagen. Biologische landbouw is een grondgebonden landbouw, waarbij gewerkt wordt aan een evenwicht tussen productie voor mens en dier en opbouw van de bodemvruchtbaarheid; een weerbaar systeem. Er wordt uitgegaan van de producteigen kwaliteit. De productieketen is daarom ook gentechvrij. De biologische landbouw heeft hiermee een voortrekkersrol voor de verduurzaming van de gehele landbouwsector. Ook worden in biologische producten geen chemisch-synthetische kleurgeur-, smaak- of conserveringsmiddelen verwerkt. De biologisch-dynamische (BD) landbouw is gebaseerd op de principes van de grondlegger van de antroposofie, Rudolf Steiner en gaat nog een stapje verder dan de biologische landbouw. De aarde en alles wat erop leeft, staat volgens hem onder invloed van krachten uit de kosmos (de invloed van planeten, sterren, zon en maan). “ Wanneer de mens in de landbouw rekening houdt met deze krachten, kan hij de vruchtbaarheid van de aarde vergroten” (Rudolf Steiner). In de biologisch-dynamische landbouw gaat het om de zorg voor de bodem en het landschap als een geheel. Essentieel is hierbij het scheppen en begeleiden van kringlopen op het bedrijf. De BD-Landbouw maakt voor de begeleiding van levensprocessen gebruik van preparaten bij de compostering en bij de gewasverzorging. Biologische en BD-landbouw worden samen tot de biologische landbouw gerekend. De biologische landbouwnormen zijn gebaseerd op het behoud van milieu, natuur en landschap, en het welzijn van dieren. Deze normen gelden volgens één richtlijn in de hele Europese Unie. Biologische teelt en producten worden streng gecontroleerd volgens deze normen door Stichting Skal, de door de Nederlandse overheid aangewezen onafhankelijke controle-organisatie. Biologische producten zijn herkenbaar aan het Europees Biologisch keurmerk. BD producten zijn herkenbaar aan het Demeter keurmerk. Stichting Demeter is hiervoor verantwoordelijk. BD-producten zijn tevens biologisch, en dragen dus ook het Europees Bio-keurmerk.
Pagina 6
1.1.1 Meer dan een certificaat De biologische landbouw is dus meer dan alleen een landbouw zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Het beoogt ook een sociale landbouw met een zoveel mogelijk gesloten kringloop. Er is daarom behoefte aan een beweging die richting geeft aan de ontwikkeling van de biologische landbouw vanuit een visie met vernieuwde (keten) concepten, waarbij smaak, boer-burger contact en beleving centraal staan (Schlaman, G., 2014). In Flevoland is er echter sprake van een verregaande specialisatie. Het is dan ook juist in Flevoland van belang dat er door en voor de biologische sector een duidelijke visie wordt ontwikkeld voor de toekomst, waarbij ook sociale doeleinden worden nagestreefd, waarbij biologische landbouw niet opgaat in gangbare handelskanalen en toegroeit naar een (duurzaam geworden) gangbare landbouw, met onvoldoende beloning voor arbeid en kapitaal, geen contact met de consument en volledig afhankelijk zijn van de grote supermarkt machten. Zeker als verdergaande introductie van biologische producten in het gangbare afzet kanaal plaats vindt, zullen de producenten geconfronteerd worden met de geconcentreerde marktmacht van afnemers. Door een goede communicatie en verbinding met de consument, kan een meerprijs gevraagd voor een duidelijk onderscheidende landbouwmethode in samenhang met de natuur en het milieu (omgeveing), maar vooral ook goed is voor mens en dier.
“ Echte biologische landbouw is meer dan alleen een residu analyse en een certificaat.” Jan Groen, Green Organics, 2014
Hierdoor kan de Biologische landbouw zowel bedrijfseconomisch, als voor landschap, natuur, werkgelegenheid en bedrijvigheid in de streek een meerwaarde betekenen. De relatie met de consument is voor veel ondernemers belangrijk en wordt in de biologische landbouw vaker opgezocht dan wel gecombineerd met een maatschappelijke functie zoals zorg of educatie. De biologische landbouw is arbeidsintensiever dan de reguliere gangbare landbouw en kan daarmee een belangrijke factor zijn in de regionale ontwikkeling; een grotere werkgelegenheid in de regio. Biologische bedrijven worden veelal gerund door agrariërs die voorop lopen en bijdragen aan de leefbaarheid van het platteland. Deze bedrijven zorgen voor nieuwe werkgelegenheid en nieuwe economische dragers op het platteland. Biologische bedrijven zijn ook zeer specifieke bedrijven, afhankelijk van de ligging, bedrijfsstructuur en individuele ondernemers. Sommige bedrijven leggen daarom ook de nadruk op het versterken van de fysieke kwaliteit en de natuurlijke leefomgeving, terwijl andere de sociale cohesie versterken of werken aan een stuk verwerking op het bedrijf en/of directe verkoop.
1.2
Effecten biologische productiemethode op bodem, water en lucht
In de biolandbouw wordt geen chemische gewasbescherming gebruikt en geen minerale stikstof. De biologische landbouw kent daarom ook in het geheel geen uitstoot van deze stoffen. Naast effecten op de productie, met name door het verbeteren bodemvruchtbaarheid en de bodemstructuur heeft organische stof positieve effecten op een aantal maatschappelijke diensten, zoals klimaatverandering, waterkwaliteit, biodiversiteit en waterberging. Verhogen van het organisch stofgehalte legt koolstof in de
Pagina 7
bodem vast en dat verlaagt het broeikasgaseffect. Organische stof bindt nutriënten en water. Door een hoger organisch stofgehalte kunnen meer nutriënten worden gebonden en kan meer water worden vastgehouden. Dit beperkt de uit- en afspoeling van nutriënten en zorgt voor een betere waterberging in een perceel. Hierdoor verbetert de waterkwaliteit en zijn minder problemen met wateroverlast of droogte te verwachten. Organische stof zorgt ook voor een rijk en gevarieerd bodemleven. Dit zorgt voor een grotere biodiversiteit in het algemeen, dat deels ook effect heeft op het bestrijden van ziekten en plagen (Velter, M., 2008).
1.3
Weerbaarheid
Weerbaarheid staat opnieuw in de belangstelling. Verschillende vormen van biodiversiteit dragen bij aan de weerbaarheid, veerkracht en robuustheid van landbouwsystemen. In de afgelopen decennia is de landbouw steeds minder divers geworden. Een weerbaar landbouwsysteem is zelf in staat is om op externe factoren te reageren waarbij snel een nieuw evenwicht ontstaat. Het kan weerstand bieden aan belagers, zoals ziekten en plagen en extreme weersomstandigheden. En biodiversiteit heeft ook een belevingswaarde als onderdeel van natuur en landschap. Dit biedt mogelijkheden voor het creëren van een win, win situatie (Sukkel, 2014). Uit literatuurstudies blijkt dat de biologische landbouw gemiddeld genomen een positieve invloed heeft op biodiversiteit en een specifieke bijdrage levert aan het streekeigen agrarische landschap (Stortelder, A., 2007). De ontwikkelingen in zowel de gangbare als de biologische landbouw leiden ondertussen tot verdere schaalvergroting en mechanisering, en dit gaat gepaard met een sterke achteruitgang van natuur- en landschapswaarden. Biologische landbouw kan een rol vervullen in de productie of in stand houding van natuurwaarden in de provincie Flevoland. Het heeft zich bewezen goed te passen in speciale gebieden zoals buffergebieden, bodem en grondwaterbeschermingsgebieden.
Pagina 8
2 De Analyse Flevoland laat al jaren zien dat Biologische landbouw: modern, professioneel, concurrerend en niet kleinschalig hoeft te zijn. De biologische landbouw in de provincie Flevoland typeert zich als productieve en internationaal concurrerende sector, is als zodanig van groot economisch belang, en wordt ook wel ‘de biologische groentetuin van Europa’ genoemd.
Flevoland Bio-Facts: 9% Biologisch 7976 ha Bio 16% van Bio areaal NL circa 50% van Bio akkerbouw areaal NL 147 Biologische landbouwbedrijven Waarvan 113 akkerbouw Concentratie LelystadDronten 18% Bio in Lelystad Innovatieve ondernemers 1e provincie met rijpaden systeem
Flevoland is marktleider in de industriële biologische producten: spinazie, erwten, bonen, wortels/peen als ook in fruit (appels en peren). Niet zozeer in het aantal hectares maar met name in tonnen product uitgedrukt. Dit is te danken aan de hoge productiviteit, de opbrengst per hectare (Zeelenberg, 2014). Ook de babyvoedingsindustrie maakt onder andere dankbaar gebruik van bijvoorbeeld Flevolandse biologische spinazie door haar gunstige lage nitraatgehalte. Biologische ondernemers uit Flevoland zijn vaak voorbeelden voor andere biologische ondernemers en voor gangbare ondernemers ten aanzien van het verduurzamen van de landbouw, innovaties en de professionele bedrijfsvoering. Biologische ondernemers moeten soms ‘gedwongen’ zoeken naar alternatieven en werken daarmee voortdurend aan innovaties. Er is veel gebeurd in de biologische sector de afgelopen 25 jaar. In het begin was de sector nog zeer controversieel: Figuur 1: Percentage biologische landbouw, per voortdurend moesten de biologische provincie telers vooroordelen uit de weg ruimen. Inmiddels zijn biologische producten ‘gewoon’ verkrijgbaar in de supermarkt. Het aantal landbouwbedrijven is ondertussen verviervoudigd. Opvallend is dat de laatste 10 jaar het aantal gecertificeerde biologische bedrijven in de verwerkende sector is verdubbeld en gemiddeld met 12% groeit.
Bron: CBS
Ook de besteding aan biologisch voedsel in Nederland is vanaf 2009 verviervoudigd. Biologisch realiseert nu ruim 1 miljard aan consumentenbestedingen en zit ondanks de crisissen nog steeds in een groeifase.
Ondanks dat het totale landbouwareaal afneemt, neemt het biologische areaal en aantal biologische (landbouw) bedrijven toe. Er is groeipotentie in zowel de primaire
Pagina 9
landbouwsector als in de be- en verwerkende sector. Circa 9 % van het landbouwareaal in Flevoland is inmiddels biologisch (zie Figuur 2, Areaal biologische landbouw, per provincie). Zowel groei van het aantal bedrijven als areaal is mogelijk en wordt door diverse partijen omschreven als een kans (o.a. Rabobank, 2014). Van het totale biologische areaal ligt 16% in Flevoland, goed voor 10% van het totale aantal Nederlandse biologische landbouwbedrijven (zie figuur 1 Percentage biologische landbouw). Van het akkerbouw areaal ligt bijna de helft van het totale biologische areaal in Flevoland (CBS, 2014; zie bijlage).
2.1
Biologisch in Flevoland
De Flevolandse biologische landbouw kenmerkt zich als een grootschalige, moderne, en innovatieve landbouw met een wereldwijde bekendheid. Flevoland is in landbouwkundig opzicht een bijzondere provincie. De landbouw heeft bij de ontwikkeling en inrichting van de provincie centraal gestaan. De functies landbouw, natuur en recreatie zijn overwegend planologisch van elkaar Figuur 2: Areaal biologische landbouw, per provincie gescheiden, met als gevolg dat er grote landbouwgebieden zijn ontwikkeld met modern uitgeruste bedrijven en met een op de landbouw toegesneden infrastructuur. In Flevoland kan efficiënt worden geproduceerd. Ook in de biologische landbouw in Flevoland is er sprake van een verregaande specialisatie. Dit zou geen probleem zijn als er wel een evenwicht bestond tussen plantenteelt en veeteelt, zodat door het uitwisselen van voeding en mest op gebiedsniveau een gesloten kringloop kan ontstaan. Het aantal veehouderij bedrijven is echter sterk in de minderheid waardoor een onevenwichtige verhouding tussen plantaardige en dierlijke productie is ontstaan. (Figuur 3; sectorverdeling in landbouwbedrijven provincie Flevoland). De voorziening van goede kwaliteit en biologische mest is hierdoor onvoldoende. Zowel voor het areaal als voor het aantal biologische bedrijven per sector. Dit ondanks enkele bijzondere biologische en grootte akkerbouwbedrijven als NZ27 (200 ha) en ERF (1800 ha; het grootste particuliere landbouwbedrijf van Nederland). Het Flevolandse biologische areaal kent een algemene gestage groei van 4% in 1995 naar 9% in 2013 (CBS,2014). De huidige circa 147 primaire biologische landbouwbedrijven, 8% van het totaal aan landbouwbedrijven in de provincie, hebben een grootschalige, moderne en marktgerichte bedrijfsstijl en zijn onderdeel van een sterke sociale en economische structuur. Flevoland kent bovendien in de gemeenten Noordoostpolder, Lelystad, Dronten, Zeewolde en Almere een aantal clustergebieden met aaneengesloten oppervlakten biologische teelt of een aantal vlak bij elkaar liggende biologische bedrijven, voornamelijk akkerbouw en grove groenteteelt. Buiten logistieke
Pagina 10
en efficiëntie voordelen in o.a. samenwerking kan hiermee goed worden ingespeeld op de supermarkt die een steeds belangrijkere rol als verkoopkanaal heeft. Figuur 3: Sectorverdeling Biologische bedrijven provincie Flevoland, 2013
In Nederland worden ruim de helft van alle biologische producten via de supermarkt verkocht. De sterkste productgroepen zijn verse producten: biologische groenten en fruit. De productgroepen waar Flevoland sterk in is. Deze producten vormen een derde van de totale omzet binnen de biologische markt. Flevoland is met de helft van het biologische akkerbouwareaal de belangrijkste leverancier van Nederlandse groenten en belangrijk in de afspraken met supermarkten.
Bron: SKAL, 2015
2.2
Rentabiliteit biologische akkerbouw en groenteteelt in Flevoland
Door de concentratie van biologische akkerbouw en groenteteelt in Flevoland is een zeer sterke infrastructuur rondom biologisch ontstaan. Een voordeel voor de afzet maar ook in besparing op mechanisatiekosten door samenwerking en inzet loonwerkers. Daarnaast leent de vruchtbare Flevolandse bodem zich vaak zeer goed voor biologisch. De opbrengsten in Flevoland liggen gemiddeld duidelijk hoger dan in de rest van het land. Omdat de prijzen voor biologisch hoger zijn is dit relatief gezien een groter voordeel voor een biologische teelt. Biologische landbouwbedrijven in de Flevoland vertonen onderling grote verschillen in onder andere: bouwplan, intensiviteit, rendabiliteit en solvabiliteit. Een algemeen economisch beeld blijft lastig. Toch zijn er een aantal kengetallen en kenmerken waaruit blijkt dat het economisch perspectief van een bedrijf met een biologische productiemethode groter is. De gemiddelde omzet en saldo’s per hectare van biologische gewassen zijn over het algemeen hoger (zie in de bijlage). Ook de totale omzet en saldo van een bedrijf na omschakeling is meestal hoger zelfs wanneer met meer rustgewassen en extra kopakkers rekening wordt gehouden. (Zie rekenvoorbeeld in de bijlage.) Het verschil kan circa 2000 Euro per hectare omzet per gewas zijn of een netto verschil van 1000 euro per ha per gewas. In de bijlage is een vergelijking gegeven voor een akkerbouw bedrijf van 60 ha. Een biologisch bedrijf heeft meestal wel een iets hogere kostenstructuur. Er wordt vaak flink geïnvesteerd in mechanisatie. Echter een investering
Pagina 11
van €150.000 in machines is al zeer fors. De jaarkosten van deze investering bedragen ca €26.000. Op een biologisch bedrijf wordt relatief veel vooraf vastgelegd tussen afzetpartij en teler. Dit is nog altijd een groot voordeel van de biologische markt. Dit verkleint ook sterk de afzetrisico’s en daarmee de bedrijfsrisico’s (Bernaerts, 2014).
2.3
Eigen verwerking en directe afzet
Buiten voordelen voor productie, heeft de grootschaligheid en moderne manier van werken voor de Flevolandse bedrijven ook het voordeel dat ze bijzonder geschikt zijn voor de verwerking en bewerking van de producten op het bedrijf zelf. Met name in Flevoland zijn er mogelijkheden voor verwerking door de gebundelde afzet en de inmiddels grote schaal van productie en daarnaast de toenemende vraag van biologische producten,. Dit kan zijn het snijden van gewassen tot het vriesdrogen of industrieel verwerken van groenten. Een stuk verwerking geeft niet alleen product meerwaarde maar ook meer marktzekerheid waardoor producten minder vervangbaar en minder kwetsbaar worden (Zeelenberg, 2014). Flevoland heeft in de biologische sector innovatieve voorbeelden van eigen be-en/of verwerking en directe afzet vanuit het landbouwbedrijf. Deze bedrijven hebben een (belangrijke) positie in de markt gecreëerd. Enkele voorbeelden zijn: Biobrass in Zeewolde verwerkt en levert een breed assortiment producten rechtstreeks aan de retail. De eigenaren van dit bedrijf: Biobrass, Van Andel, NZ27 en ERF leveren deze producten eveneens onder het eigen merk ‘John’s Farm’ Sorteer- en pakstation Aalderink in Biddinghuizen verwerkt biologische uien en sjalotten van telers of verpakt uien voor handelsbedrijven. Daarnaast verzorgen ze de op- en overslag voor in- en exportbedrijven en verpakken geïmporteerde uien. VNK Herbs in Biddinghuizen conserveert en bewaart biologische kruiden als valeriaan, selderij, peterselie en kervel van grootschalige teelten in Flevoland en levert aan zowel de levensmiddelen- als farmaceutische industrie. MTS van de Weerd in Lelystad Noord teelt, wast en verpakt biologische pompoenen op eigen bedrijf voor meerdere biologische bedrijven en voor de grote supermarkt ketens. Door deze combinatie is volume gecreëerd als schap ruimte in de supermarkt. Arenosa in Lelystad Noord teelt, wast en verpakt ‘vergeten’ groenten als pastinaak, schorseneer, aardpeer, kliswortel en haverwortel. De laatste twee voorbeelden uit Lelystad Noord zijn typerend in de zin van het creëren van een eigen biologische markt en schap ruimte in de grote supermarkt ketens. Pompoen en pastinaak kwamen tot een aantal jaren terug nauwelijks tot niet voor in de grote supermarkt ketens, zowel gangbaar als biologisch. Deze zijn momenteel niet meer uit de supermarkt weg te denken én zijn voornamelijk biologisch. Voor deze biologische producten is duidelijk markt gecreëerd vanuit deze Flevolandse bedrijven. “ Pastinaak en pompoen zijn niet meer aan te slepen, niets vergeten meer aan.” Jan Groen, Green Organics, 2014
Pagina 12
Verwerking van nog meer biologische producten zou een extra toegevoegde waarde opleveren. Als de boeren de verwerking in eigen hand houden in de vorm van bijvoorbeeld een samenwerking of coöperatie kan dit een belangrijke bijdrage aan het inkomen leveren. Door verwerking van de biologische producten kan meer variatie in het aanbod worden verkregen en daarmee kan de Flevolandse marktpositie in biologisch versterkt worden.
2.4
Biologische Consumptie
De afzet van biologische producten is sinds jaren geconcentreerd in een beperkt aantal landen in Europa en Noord-Amerika. Ruim 95% van de wereldwijde consumptie van biologische voeding vindt in Europa en Noord-Amerika plaats. De omzet is de afgelopen 11 jaar verdrievoudigd en de verwachting van experts is dat de markt in 2015 door groeit naar 104,5 miljard dollar. Naast de Verenigde Staten zijn Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië, Scandinavië, Zwitserland en Oostenrijk belangrijke afzetmarkten voor biologische producten. In al deze landen groeit de vraag naar biologische producten sterker dan het aanbod, zo ook in Nederland. De groei van de Nederlandse productie en consumptie van biologische producten is in de afgelopen jaren niet achtergebleven bij de groei in de grote afzetmarkten. Nederland hoort bij de snel groeiers waarbij sinds 2007 de omzet met meer dan 10% stijgt per jaar. Daarom heeft de Nederlandse handel in biologische producten ook inmiddels een beduidende omvang gekregen. De Nederlandse productie, handel en verwerking in biologische producten groeien sterk en kunnen dit in de komende jaren blijven doen,
Pagina 13
wanneer zij aan de vraag in de Nederlandse buurlanden als Nederland tegemoet willen komen. De exportwaarde is in 2013 gestegen van 783 naar 852 miljoen euro (Zeelenberg, 2014; Bionext, 2014) waar agf producten het grootste volume van innemen. Naast een consumentenomzet in Nederland van 1 miljard euro (2014) bedraagt de totale economische waarde 1,9 miljard euro (Bionext, 2014). Maar in Nederland wordt gerekend in consumentenprijzen terwijl de export in handelsprijzen is. De consumentenwaarde van de geëxporteerde biologische producten bedraagt naar schatting 1,4 miljard euro (Zeelenberg et al, 2012; 2014). In consumentenwaarde en exportvolume is de export dus groter dan de binnenlandse consumptie. Dat maakt dat export belangrijk is voor de Nederlandse biologische landbouwsector. Nederland is ook een belangrijk doorvoerland van biologische producten naar andere EUlanden. De waarde van deze geïmporteerde en weer geëxporteerde producten is ruim 518 miljoen euro (Bionext, 2013). Afbeelding 1: genomineerd EKOLAND innovatieprijs 2013 uit Emmeloord In vergelijking met onze buurlanden is de totale biologische omzet aan voedingsmiddelen in Nederland met 2,3% laag, ten opzichte van koploper Denemarken (7,2%), Oostenrijk (6,0%), Zwitserland (5,7%) en Duitsland (3,5%). De Zuid Europese landen als Frankrijk, Italië en Spanje hebben een achterstand wat betreft biologische consumptie. Buiten de grotere omzet groeit ook de vraag naar biologische producten in de ons omringende landen sterker dan in Nederland. Dit geeft vooral exportkansen. Wereldwijd ligt het areaal biologische landbouw in 2011 op 37,2 miljoen hectare (IFOAM,2014) circa 3 keer de hoeveelheid hectares van 1999 (11 miljoen ha). Koplopers in biologisch areaal zijn Australië met 12,0 miljoen hectare, Argentinië met 4,4 miljoen, de Verenigde Staten met 1,9 en China en Brazilië met ieder 1,8 miljoen hectare. Waar in Australië sprake is van een lichte afname groeien de arealen biologisch in met name Argentinië en China nog fors. Naast de exportkansen staat dat de Nederlandse, met name Flevolandse biologische sector in het buitenland een zorgelijk imago heeft. Het heeft een negatief industrieel imago waarin de duurzaamheid ter discussie staat. Het imago dat wordt geteeld om de grenzen van mogelijkheden en niet de biologische kringloop gedachte centraal Pagina 14
nagestreefd wordt. Door gebruik omtrent bijvoorbeeld (gangbaar) mest en zaaigoed (Zeelenberg; Bernaerts, 2014). Er is dus meer centrale aandacht en commitment nodig voor duurzaamheid binnen de biologische (regionale) sector. De export voor consumptie aardappelen, kasgroenten en pootaardapelen laat een lichte daling zien. Belangrijkste reden is de toenemende trend local-for-local vooral in Duitsland.
2.5
Regionaal
Transportafstand wordt steeds meer een verkoopargument. Regionalisering, het verkleinen van de afstand tussen productielocatie en afzetgebied wordt een steeds belangrijker aankoopargument voor consument en detailhandel. De voorkeur gaat naar eten van zo dichtbij als mogelijk! Consumenten hebben ook oog voor de wijze van transport en de milieubelasting van verschillende transportwijzen. Internationaal gezien komt er steeds meer behoefte aan lokaal geproduceerde, gezonde producten die men kan vertrouwen. Deze behoefte is er bij zowel inkopers van supermarkten en natuurvoedingswinkels als consumenten. Voor de Nederlandse handel in biologische producten zijn 'vertrouwen', 'gezondheid' en 'regionaliteit' daarom belangrijke kernwaarden (WUR-PPO, 2013). Buiten de transportafstand is ‘vertrouwen’ en het ‘verhaal’, de beleving, de belangrijkste reden dat de biologische consument graag regionale producten koopt. De consument besteedt in het algemeen een meerprijs tot circa 30-40% voor biologische producten en is mede daarom kritisch op de betrouwbaarheid en de herkomst. Uit de meerprijs die de consument betaalt blijkt echter ook direct de bereidwilligheid. Voor afname in de supermarkt is voldoende schaal en hoeveelheid aan biologisch product nodig. Hierop heeft de Flevolandse biologische sector de afgelopen jaren goed kunnen inspelen. Een stuk verwerking binnen de provinciale grenzen kan een betere, duurzame en flexibelere marktpositie geven voor biologische producten uit Flevoland. Tevens is verwerking goed voor de werkgelegenheid.
Pagina 15
A fbeelding 2: Prijswinnaar EKOLAND innovatieprijs 2009, bedrijf van Niek Vos De consument van nu wil ‘gemak’. Circa zes keer groter is de ‘out of home’ sector gegroeid voor biologisch. Het biologische marktaandeel hiervan bedraagt 3,3% in 2013. Al is het meer een ‘eis’ dan een wens, gemak is nodig in het huidige snelle leefpatroon van leven, werken en eten. Daarnaast de sterke toename van het aantal eenpersoonshuishoudens en het aantal tweeverdieners, door drukke banen en sociaal leven blijft er steeds minder tijd over. Gemaksproducten zijn simpel te bereiden en geld besparend (Boxtel, M.van, Schlaman, G., 2008). De omzetstijging van be- en verwerkte producten zijn in voor diverse producten verdubbeld (CBS, 2014). Enorm gestegen zijn: broodbeleg, droge kruidenierswaren, koek en snoep (zie bijlage).
Pagina 16
Afbeelding 3: Biojournaal, November 2014 Met de toename van de beschikbaarheid en verkoop van biologische producten in de supermarkt neemt ook het aantal ‘light users’ toe. Deze consument koopt soms of sommige producten biologisch. Deze groep bestaat vooral uit ouderen en huishoudens zonder of met kleine kinderen met hogere inkomens. Zij koopt met als motief gezond en lekker en op een verantwoorde wijze geproduceerd. Heavy users (veelgebruikers) vormen zo’n 17%; zij zijn goed voor 83% van de totale omzet. Heavy users zijn vooral gezinnen met jonge kinderen (05 jaar); 2 persoonshuishoudens; gezinnen met een netto gezinsinkomen van boven de 1700 euro met een leeftijd (huisvrouw) van 40-49 jaar en 65+. Heavy users kopen in alle verkoopkanalen, light users vooral in de supermarkt. Het aanbod in de supermarkt heeft biologisch meer mainstream gemaakt en afgerekend met oude imago’s. Door kwaliteitsimpulsen in verpakking, uiterlijk, versheid en smaak dankzij ook paraplu- en huismerken is biologisch ‘zichtbaarder’ geworden. Figuur 4: Vijf tinten ‘groen’
Bron: Motivaction, 2013
Een potentiële groep van 30% van de Nederlandse bevolking heeft de bereidheid om biologische producten te kopen en naar verwachting 28% in 2025 (Motivaction, 2013). Deze groep heeft vaak een boven modaal inkomen en de gemiddelde leeftijd is hoger. Mannen en vrouwen zijn gelijk
Pagina 17
vertegenwoordigd. Kortom de groep potentiele biologische consumenten blijft in de nabije toekomst naar verwachting even groot wat betreft omvang. Deze potentiele groep (‘verantwoordelijken’) ziet duurzaamheid als een breed begrip waaronder veel zaken vallen die samenhangen met de verbetering van het milieu en de leefomgeving. Ze leven zeer milieubewust en maken zich grote zorgen over de klimaatsveranderingen. Voor deze groep heeft duurzaamheid waarde voor de lange termijn. Ook is deze groep bereid om moeite te doen voor duurzaamheid zoals minder vlees eten en meer te betalen voor bioproducten. Deze groep ‘verantwoordelijken’ is gericht op de inhoud en wordt graag, goed en transparant geïnformeerd zodat ze zelf hun mening kunnen vormen (Motivation, 2013).
Afbeelding 4: Prijswinnaar EKOLAND innovatieprijs 2011, Greenshield uit Ens
2.6
Biologische consumptie zakelijke markt
Een opkomend verkoopkanaal voor biologische voeding gaat via contract-cateraars. Het betreft voedsel dat verkocht wordt via bedrijfs- en overheidsrestaurants, onderwijs- en zorginstellingen en vliegtuigmaatschappijen (trends Bionext, 2013).
2.6.1 Groene en sociale catering als kans om te onderscheiden Veel ondernemers willen inspelen op de groeiende vraag naar lokale en regionale producten en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Door de grote invloed die voedsel heeft op het milieu leent de catering zich hier goed voor. Consumenten beoordelen de duurzaamheid van producten op basis van de verpakking, de uitstraling en/of het product een keurmerk draagt zoals fair trade, scharrel, biologisch of dierenwelzijn (LEI, 2012). Over het algemeen zijn keurmerken sterk in de communicatie, het garandeert kwaliteitscontrole en is herkenbaar aan het logo. Voor cateraars is biologisch daarom een goed communicatiemiddel. En ook op sociaal gebied leent de biologische sector zich goed voor communicatie, omdat veel biologische producenten betrokken zijn bij de eigen omgeving en open staan voor direct contact met de consument. De interesse vanuit verschillende gemeenten uit zich via de agenda Stadslandbouw, het concept ‘Fair trade-gemeente’ of ander beleid te verbinden met lokale en duurzame producten, groeit. Dit is een belangrijke kans voor de biologische sector om op in te spelen, omdat de gemeente via de aanbestedingsprocedure haar cateraar hierop kan aansturen. Ook bij cateraars en groothandels vormen lokale producten een toenemend onderscheidend vermogen om afnemers aan zich te binden. In Flevoland is met het project Milieuwinst op het Menu door het Centrum Biologische Landbouw een eerste stap gezet met het ontwikkelen van een inzicht- en
Pagina 18
sturingsmethodiek om gemeenten en daarnaast ook zorginstellingen en bedrijfskantines te ondersteunen in het verkleinen van de voedselvoetafdruk. Hieruit is een netwerk ontstaan van instellingen en cateraars die om verschillende redenen meer lokaal en regionaal willen ondernemen en de invloed van de catering op het milieu willen verkleinen (Schlaman en van Dijk, 2013). De cateraar kan zich met het verkleinen van de voedselvoetafdruk profileren, zelf inzicht krijgen in de verschillende voedselgerelateerde factoren die van invloed zijn op het milieu en de rol die het cateringbedrijf hierin speelt (Milieuwinst op het Menu, 2013). Concreet betekent dit dat er door de betrokken Flevolandse cateraars en instellingen meer vers, lokaal en seizoensgebonden wordt ingekocht, er een lokaal distributiesysteem groeit en de omzet van biologische producten toeneemt.
Afbeelding 5: Prijswinnaar EKOLAND innovatieprijs 20011, bedrijf van Wil Sturkenboom uit Dronten Naast de bedrijfscatering heeft Centrum Biologische Landbouw in het stimuleringsproject, ‘Van Flevolandse Bodem’ tientallen horecaondernemers enthousiast gemaakt voor het gebruik van regionale en biologische producten. Het hiervoor door Gert Koekoek ontwikkelde distributiesysteem kon met inzet vanuit het project ‘Proef de Smaak van Flevoland’ doorgroeien naar een afzet aan zorginstellingen, maaltijdbereiders en catering in (de regio) Flevoland met een professionele snijderij, dagelijkse routes door de provincie en de benodigde certificering. Weinig voedselkilometers, duurzame verse producten, een goede prijs en korte, snelle lijnen staan hierbij centraal. Wekelijks levert hij 15.000 kg gewassen en gesneden regionale groenten aan zorginstellingen en maaltijdfabrikanten. Hier ligt voor de biologische sector een belangrijke kans om te kunnen meeliften op dit opgebouwde volume in de distributie en levering van regionale producten. De ervaring van Koekoek is dat de vraag naar biologisch toeneemt als hij de klant er specifiek op wijst. (Cremer, I en Kate, L ten. 2015) De in de pilotvorm opgezette sturingsmethodiek gericht op het verkleinen van de milieuimpact en voedselkilometers, is een interessante kans om verder uit te bouwen als ondersteuningsmiddel voor bedrijven om de latente behoefte aan ‘sociale catering’ en maatschappelijk verantwoord ondernemen concreet invulling te geven met het gebruik van biologische producten uit eigen regio.
2.7
Directe verkoop en beleving voor de consument
Ondanks de geografische, relatief strakke scheiding tussen agrarisch grondgebied en de leefgebieden van de Flevolandse burger (voornamelijk in de stad) kent Flevoland verschillende prachtvoorbeelden van bedrijven met directe boer-consument relaties. Pagina 19
Waar directe verkoop een echte tak van het bedrijf is en niet een aanvullende inkomst. Zoals ‘De Zonnehoeve’; , ‘De Beleving’ en Zorgboerderij MMM in Zeewolde, De Stadsboerderij in Almere (Kemphaan), Boerderij EKO de Eerste in Marknesse, Zorgboerderij Groeizaam in Emmeloord, Henrikes Farm in Ens, De Hofwebwinkel; , Zorgboerderij De Pruimenpot en Fruitbedrijf Robert Elshof in Dronten en de combinatie van diverse biologische bedrijven in de Tuin van Lelystad (Wijngaard El Placer, ecologische pluktuin Robers Sierteelt, Biologischdynamische Tuinderij De Stek, Kruidenbedrijf De Polderkol).
Afbeelding 6: Prijswinnaar EKOLAND innovatieprijs 2009, De Zonnehoeve Een aantal van deze bedrijven is ook actief op de wekelijkse biologische boerenmarkt in Almere, de maandelijkse fair trade streekmarkt in Emmeloord en de maandelijkse Suydersee Streekmarkt in Dronten. Ook op de Lelystadse Batavia market zijn enkele biologische producten uit Flevoland verkrijgbaar.
Pagina 20
Afbeelding 7: Prijswinnaar EKOLAND innovatieprijs 2012 Door de ‘verwaterde’ verbindingen tussen consument en producent van de afgelopen tientallen jaren is er een sterker wordende drang om deze relatie weer aan te gaan. Steeds meer consumenten zoeken de ‘zichtbare’ verbinding met de producent en hechten daar grote waarde aan. Zie ook eerder genoemde onderzoek Motivaction. Deze ontwikkeling is heel belangrijk voor de ontwikkeling in de nabije toekomst. Ook dragen verschillende gebeurtenissen in de voedselindustrie en de financiële crisis eraan bij dat consumenten meer belang hechten aan de ‘bekende herkomst’, puur, vertrouwd en echt. Activiteiten en wenselijke activiteiten en daarmee de ontwikkeling van het Centrum Biologische Landbouw zijn steeds vaker en meer gericht op de versterking van de verbinding van de producent met de consument.Maar ook op nieuwe nieuwe verbindingen met de consument zoals met de ‘out of home sector’ waaronder horeca en zorginstellingen. Hierbij worden meerdere vormen gebruikt om de relatie met de consument te versterken zoals stadslandbouw, voedselstrategie en Crowd funding. Bij allen staat de relatie boer- consument en burger centraal.
2.8
Stadslandbouw
Biologische bedrijven passen goed in stadsrandgebieden waardoor een vloeiende overgang plaats vindt van de stad naar het grootschalig landbouwgebied waardoor landbouw geen geïsoleerde economische activiteit is. Daarbij is de biologische landbouw gebaat bij de kleine afstand tussen producent en consument. In een zone rondom de steden (Lelystad en Almere) heeft een ‘stadsgerichte biologische landbouw’ in Flevoland juist kansen door de nabijheid van de stad. Kansen zoals educatiegerichte activiteiten voor stadskinderen; kleinschalige teelt van nicheproducten voor de multiculturele stad; zorglandbouw; recreatieve diensten; streekproducten (inclusief verwerking en verkoop op de boerderij); landschapsbeheer en natuurbeheer (Kuhlman, T., et all., 2009). ERF ‘ Uniek in zijn vorm’ ERF is het grootste particuliere biologische landbouwbedrijf van Nederland en teelt verschillende gewassen op ca. 1800 ha. grond in Flevoland. De werkwijze is uniek en vernieuwend in Nederland. De gronden kunnen ieder gewenst moment worden overgedragen voor stadsuitbreiding, natuur of andere bestemmingen. Daarnaast teelt ERF op nieuw vrijkomende gronden en schakelt deze om waar mogelijk. Flevoland kan hiermee aantonen dat het grootschalig en innovatief biologisch telen economisch zeer rendabel kan worden uitgevoerd. Daarnaast heeft ERF een belangrijke bijdrage in het ontwikkelen van de professionalisering van de biologische afzet.
Pagina 21
De afgelopen jaren is het aantal voedingsspeciaalzaken (slagers; groentenwinkels) fors afgenomen (trends Bionext, 2013). Dit ten opzichte van de stijging van het aantal boerderijwinkels en de omzet per boerderijwinkel. In 2012 haalde 54% van de biologische boerderijen met directe verkoop (boerderijwinkel) gemiddeld 7,5% meer omzet dan in het jaar ervoor. Grote boerderijwinkels worden veelal steeds groter en halen een omzet tussen de 3 en 4 ton per jaar. Kleine boerderijwinkels hebben het moeilijk, sommigen vallen af. Een kleine boerderijwinkel haalt een jaaromzet van rond de 20 duizend euro. De omzet van internetverkopers zit in de lift. De grotere webwinkels zijn samen goed voor 10 miljoen euro; deze zijn meegerekend in de Monitor Duurzaam Voedsel 2012. De gemiddelde omzet van de overige webwinkels wordt net als bij kleine boerderijwinkels geschat op 20.000 euro. Bij elkaar komt de omzet uit op circa 2,5 miljoen euro. De hierboven genoemde in Flevoland gevestigde Hofwebwinkel is een succesvolle formule die bezorgt in een groot gedeelte van midden Nederland aan huis of op een afhaaladres in de buurt. Daarnaast levert de Hofwebwinkel momenteel ook in Amsterdam, de provincie Utrecht en in gedeeltes van Noord-Brabant en Limburg. In 2006 had de Warmonderhofboomgaard oprichter van de Hofwebwinkel een omzet van meer dan € 6 ton per jaar. In totaal werd toen 38% direct naar de consument afgezet waarbij 26% via boerenmarkten en 12% via de webwinkel. Dit was ten opzichte van het jaar 2000 een verdubbeling. Ook voor dit bedrijf is de omzet en het resultaat door directe verkoop sindsdien sindsdien alleen maar gestegen.
2.9
Marktontwikkeling biologische landbouw
De afgelopen jaren traden er sterke schommelingen op in de balans tussen vraag en aanbod van biologische producten. Dit is vooral te wijten aan fluctuaties aan de aanbodszijde. Op basis van de ervaring van de afgelopen jaren kan geconcludeerd worden dat een evenwichtige groei van de biologische sector met blijvende aandacht voor zowel afzetbevordering belangrijk is. Echter daarnaast ook omschakeling. Ondanks de relatief goede resultaten van biologische ondernemers in Flevoland is het vinden van ‘omschakelaars en/of nieuwe biologische ondernemers’ mede in verband met vergrijzing, momenteel niet vanzelfsprekend en een belangrijk aandachtspunt. Blijvend inzicht in de marktontwikkeling bij een toenemende groeiende sector is van blijvend belang.
2.9.1 Vergrijzing Biologische Landbouw Zowel in de gangbare als de biologische landbouw is de vergrijzing een bedreiging voor de continuering van landbouwbedrijven. In 12 jaar tijd is het aantal akkerbouwbedrijven in Nederland met 18% verminderd naar 12 duizend in 2013 en het totaal aan agrarische bedrijven met 31% verminderd naar 67 duizend land- en tuinbouwbedrijven in 2013 (CBS, 2015). Daarnaast is circa 40% van de agrariërs ouder dan 55 jaar en daarvan zegt 70% een opvolger te hebben. Dit is positiever dan feitelijk de opvolging laat zien. Van de ondernemers zonder opvolger komt grond vrij, ook biologische grond die soms weer gangbaar gebruikt gaat worden. Ook in Flevoland is in de afgelopen periode van aanbodskrapte biologische grond vrijgekomen die weer gangbaar gebruikt wordt (CBL). Aangezien er binnen de families steeds minder animo is om het familiebedrijf over te nemen, zal de onderneming doorverkocht moeten worden aan een externe partij. Hoewel
Pagina 22
er genoeg kopers te vinden zijn, lijkt een verkoop van biologische grond naar een (jonge) biologische ondernemer in de praktijk niet mee te vallen. Naast de minder animo binnen de familie voor overname staat de toenemende aandacht van buitenaf om een landbouwbedrijf te starten. Door gebrek aan startkapitaal is het echter voor jonge ondernemers veelal onmogelijk een bestaand bedrijf over te nemen. Binnen de biologische sector zijn er een aantal innovatieve voorbeelden maar in het algemeen is dit een toenemend probleem zonder een goede oplossing. Alternatieve financieringsvormen of mogelijkheden zijn hierbij noodzakelijk. Mogelijkheden moeten worden verkend om de negatieve gevolgen van vergrijzing in de (biologische) landbouw te beperken en gebruik te maken van de kansen die het biedt voor overname en groei van de biologische landbouw (Zeelenberg, Sukkel et al). 2.9.2 Omschakeling Door de verhoogde productiviteit in de totale akkerbouwsector is in de periode van 20002013 de standaardopbrengst per arbeidsjaar met 20% toegenomen (CBS, 2015). In combinatie met de omschakelperiode belangrijke redenen waarom met name in de akkerbouw de laatste jaren nauwelijks omschakeling heeft plaatsgevonden (Brul, P., 2014). Gezien de ruimte in de markt en perspectief voor de sector is stimulering van omschakeling wenselijk. Daarnaast komen ‘nieuwkomers’ vaak maar moeizaam in aanraking met ervaren telers waarbij ook het overzicht van goede kengetallen ontbreekt. Dit zou ondersteuning kunnen gebruiken. Er zijn wel wat structuren opgezet zoals bijvoorbeeld de oriëntatie cursus Biologische Landbouw en de (private) omschakelgroep van Green Organics en Naturim maar de kennisstructuur zou veel sterker en breder mogen waardoor relaties naar afzetmogelijkheden worden versterkt en minder beginnersfouten worden gemaakt (CBL, 2014). Ondanks veel voorbeeldbedrijven worden er nog altijd veel beginnersfouten gemaakt. Door versnippering van handel en belangen is er geen direct belang en daarmee geen ‘automatische’ kennisstructuur voor nieuwkomers. Er is een groot verschil tussen de gevestigde orde en de nieuwkomers (Bernaerts, 2014). 2.9.3 Residuen Steeds vaker worden biologische producten afgekeurd vanwege gevonden residuen die van elders komen. Het probleem van residuen wordt steeds nijpender, een centrale aanpak is hierin nodig. Een aantal middelen wordt steeds vaker gevonden en blijken over zeer grote afstanden in de lucht te worden getransporteerd. Indien biologische producten worden afgekeurd kan de ondernemer deze schade nergens claimen (Bernaerts, 2014). De belangen van gangbaar en de biologische productiemethode staan hier tegenover elkaar. Dit kan, net als bij de infecties van ziekten over en weer, tot onderlinge problemen leiden.
2.10 Innovatie, kennisoverdracht en onderzoek Biologische ondernemers hebben andere oplossingsrichtingen voor het voorkomen van ziektes en het aanwenden van meststoffen en werken daarmee voortdurend aan bijzondere innovaties. Aspecten als niet kerende grondbewerking (minimaal of niet ploegen), het rijpadensysteem, geen gebruik maken van dierlijke mest door eigen groen compostering, gemengde teelten (ziektewerend/verlagend en biodiversiteit bevorderend), gebruik en stimulering natuurlijke vijanden (bv groenstroken,
Pagina 23
wisselteelten), verwerking en directe verkoop zijn enkele aspecten waar Flevolandse ondernemers zelf mee aan de slag zijn gegaan. Deze ondernemers zijn van onschatbare waarde voor de blijvende vernieuwing (vooruitgang) en kennis om te vernieuwen in de huidige landbouw. De verspreiding van deze opgedane kennis is van groot belang. De aanpak is praktisch gericht op bedrijfsniveau. Een totaal overzicht ontbreekt waardoor geen goede kennisoverdracht plaats vindt. Ook bekende innovaties hebben daarom vaak nog een doorontwikkeling nodig. Er zijn innovaties die nog veel potentie in zich dragen. Voorbeelden zijn ‘Niet kerende grondbewerking’. Het huidige onderzoek is hoopgevend met betrekking tot verbetering en de besparing op brandstof maar er liggen nog duidelijke uitdagingen die om een antwoord vragen (Bernaerts, 2014). Maar ook ontwikkelingen in innovaties in introductie van resistente rassen voor bijvoorbeeld phytophthora en veredeling meer specifiek gericht op de biologische teelt kan ondersteuning gebruiken. Daarnaast zijn er vaak nog teelttechnische problemen als kwaliteitsproblemen in peen en ui. Door gebrek aan budget voor adequaat onderzoek kan vaak niet gezocht worden naar teeltoplossingen. Zelfde geldt in de beheersing van bepaalde ziekten en plagen zoals phytophthora, valse meeldauw, muizen, wortelvlieg, emelten. Er worden allerlei oplossingen bedacht en toegepast maar die worden nauwelijks tot niet getoetst (Verdonschot; Bernaerts, 2014).
2.11 Innovaties in Flevoland Flevoland kent veel innovaties. Diverse Flevolandse biologische ondernemers zijn dan ook al in de prijzen gevallen voor de landelijke EKOLAND innovatieprijs die jaarlijks wordt uitgereikt op de Biobeurs (eerder Biovak) in Zwolle. Criteria voor de innovatieprijs zijn originaliteit, effectiviteit, algemene toepasbaarheid, maatschappelijke acceptatie en duurzaamheid. Diverse artikelen zijn in de bijlage bijgesloten. Ook in de landelijke Held van de Smaak verkiezing hebben in 2010, 2012 en 2014 innovatieve Flevolandse biologische bedrijven de titel in de wacht gesleept. De Week van de Smaak is een jaarlijks evenement waarin gezonde en eerlijke voeding onder de aandacht wordt gebracht van een breed publiek, met nadruk op ambachtelijke, seizoensgebonden, natuurzuivere, duurzame en streekgebonden producten. Smaak’ is hierbij het verbindende element.
Afbeelding 8: prijswinnaar EKOLAND innovatieprijs 2011, bedrijf Joost van Strien Voorbeeld innovatief Flevolands bedrijf Joost van Strien is op zijn biologisch dynamisch akkerbouwbedrijf van 93 ha op vele terreinen zeer innovatief bezig. Hij doet alles om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren, hij streeft een gesloten kringloop na zonder vee, hij introduceerde als 1 van de eerste boeren in Nederland het rijpadensysteem, zoekt samen met andere biologische boeren naar biologische machines en technieken en draagt zijn kennis en ervaring graag over aan jonge ondernemers die op zijn bedrijf een paar hectare huren en een zelfstandig bedrijf runnen.
Pagina 24
In 15 jaar tijd wist Joost het organische stofgehalte van zijn grond op te krikken van 2.2 naar 2.8%. Dat alleen al maakt zijn bedrijf nagenoeg klimaatneutraal. Dat krijgt hij voor elkaar met een extensief bouwplan met de helft maaigewassen en granen, een kwart groenten en een kwart rooivruchten en het gebruik van compost uit natuurgebieden. De maaigewassen bestaan uit luzerne en grasklaver. Hij maait en hakselt en past ze toe op zijn andere percelen. Ook experimenteert hij met het inkuilen van maaimeststoffen om ze later toe te passen. Op deze manier heeft Joost bijna geen dierlijke mest nodig en wordt het bedrijfssysteem onafhankelijk. Samen met collega biologische boeren integreert Joost zijn machinepark en ontwikkeld machines om het onbereden teeltbeddensysteem toe te passen. Ook samen met collega’s ontwikkelen ze een universele werktuigendrager. Dat werkt ook erg mee aan het verbeteren van de bodemvruchtbaarheid. Een laatste front waar Joost zich laat horen is het overbrengen van zijn rijke en brede kennis aan leerlingen en afgestudeerden van de Warmonderhof. Zij huren een aantal hectaren grond en telen en vermarkten op eigen verantwoordelijkheid allerlei gewassen. Joost ondersteunt ze daarbij onder het motto: ‘ondernemerschap moet je in de praktijk leren’. Joost is op de terreinen bodemvruchtbaarheid, biologische machines en kennis overdragen aan de volgende generatie biologische boeren een voortrekker en is daarmee een voorbeeld voor anderen.
2.12 Een knooppunt van kennis en ervaring Uniek voor Flevoland is ook de concentratie van kennis en ervaring op het gebied van biologische landbouw. Dit blijkt onder andere uit het grote aantal biologische (praktijk)onderzoeksbedrijven, biologische landbouw opleidingen en kennis- en adviesbureau's. De enige agrarische opleiding in heel Europa die zich volledig richt op biologisch-dynamische (BD) landbouw, de Warmonderhof, is gevestigd in Dronten. Verder zijn in Dronten het Expertisecentrum Biologische Landbouw, Voedsel en Groen, nu onderdeel van de Aeresgroep, en het Expertisecentrum Landbouw en –Zorg gevestigd. Ook is hier de landelijke BD-vereniging gevestigd en in Lelystad de Stichting Biologische Landbouw met het Centrum Biologische Landbouw. Ondanks de sterke concentratie van kennis en ervaring zijn er steeds meer aanwijzigingen voor het onvoldoende benutten van het potentieel aan kennis en ervaringen. En daarbij aansluitend ook onvoldoende benutting van samenwerkingsrelaties tussen onderwijs, onderzoek en de bedrijven. En ook binnen het bedrijfsleven kan een betere benutting van samenwerking voordelen bieden. Dit kan zijn in delen van mechanisatie tot afstemming in arbeid of grondgebruik of de opzet van een stuk(je) gezamenlijke be- en/of verwerking. CAH Vilentum Hogeschool, vestiging Dronten had onlangs een nieuwe lector Organics (biologische landbouw) erbij gekregen. Dit lectoraat heeft helaas niet lang bestaan, er was in de huidige opzet en structuur binnen de CAH te weinig verbinding met de reguliere richting en structuur waardoor het lectoraat is opgeheven (Schuring en Willems, 2014).
Pagina 25
Afbeelding 9: Prijswinnaar EKOLAND innovatieprijs 2013
2.12.1
CAH Vilentum Hogeschool
CAH Vilentum Hogeschool heeft de opleiding Biologie Voeding en Gezondheid verplaatst naar Almere. In deze studie staat de biologie van de mens centraal, met als uitgangspunt het gezond houden van mensen. De samenhang tussen leefomgeving, gedrag en (gezonde) voeding spelen hierin een grote rol. In het lecotraat ‘Natuurlijk Gezond Samen-Leven’ wordt de relatie tussen de gezondheid van de mens en diens omgeving onderzocht en gekeken hoe natuur, dieren en voeding optimaal kunnen bijdragen aan die gezondheid. Daarbij wordt rekening gehouden met ecologische waarden, biodiversiteit en het welzijn van de dieren. Daarnaast is CAH Vilentum Hogeschool onderdeel van de nieuwe lectorenkring ‘Urban Food en Green’. Een samenwerking tussen de 4 Nederlandse hogescholen CAH Vilentum, HAS hogeschool, InHolland, VHL en Hogeschool van Amsterdam om gezamenlijk praktijkgericht onderzoek te kunnen ontwikkelen op het gebied van stedelijk voedsel en groen in Almere.
2.12.2
Warmonderhof opleiding
Het animo van studenten voor de opleidingen aan de Warmonderhof voor biologischdynamische landbouw is de afgelopen drie jaar verviervoudigd. Het aantal van momenteel 170 studenten is maximaal voor de praktische mogelijkheden in gebouwen en ruimte binnen de huidige opzet van de Warmonderhof. De concrete samenhang binnen de opleiding tussen praktijk, wonen en leren binnen de Stichting Warmonderhof is uniek. Het animo van het aantal studenten zou zonder restricties doorgroeien naar 400 studenten. De studenten zijn bijna allen afkomstig van buiten de landbouw met als grootste wens om boer te kunnen worden. 70% van de studenten is na het afstuderen werkzaam in de biologische sector. Willen we aan de vraag voldoen binnen de provincie grenzen zal uitbreiding moeten plaatsvinden. Anders zal het naar waarschijnlijkheid door Pagina 26
andere opleidingen worden opgepakt. De behoefte is er. Studenten die hier komen hebben vaak een vooropleiding gehad en stoppen met werken; vastberaden om hun hart ‘achterna’ te gaan. Deze studenten hebben een enorme drive om zich in te zetten in de sector (Schuring, F. Willems, B., Hendriks,R., 2014). 2.12.3
MBO
Daarnaast ontstaat op groene MBOs behoefte aan lesmateriaal over biologische landbouw en bezoekbedrijven. Het gebrek aan kennis over biologische landbouw op de groene MBO-opleidingen verdient aandacht en biedt kansen om jongeren uit verschillende richtingen voor de biologische sector te interesseren. Het Groenhorst College Lelystad heeft in samenwerking met Centrum Biologische Landbouw en de biologische streekgidsen een lesprogramma ontwikkeld, zodat de studenten beter voorbereid zijn op de landelijke toetsvragen over biologisch. Het bestaande lesmateriaal is echter onvoldoende ingesteld op de behoefte en het geven van informatie over de biologische landbouwproductie (Van Dijk,. D. 2014).
2.12.4 Stichting Biologisch Landbouw Flevoland (SBLF) en het Centrum Biologische Landbouw (CBL) Ter stimulering en ondersteuning van de biologische landbouw (productie) methode is als eerste 25 jaar geleden Stichting BLF als voorlichtingsorganisatie in Flevoland opgericht nadat de Coöperatieve ondernemersvereniging Nautilus was opgericht in 1987 aan de bronsweg. Al snel volgde nota ‘ BD Centrum Lelystad’. Waarna vijf jaar later het Centrum Biologische Landbouw (CBL) als gebouw wordt geopend. Centrum Biologische Landbouw is een praktijkcentrum dat op not-for-profit basis landelijke en regionale projecten uitvoert, die het eten van biologische voeding stimuleert en de biologische productie bevordert. Verder adviseert en ondersteunt het Centrum Biologische Landbouw stedelijke regio’s en organisaties in de uitvoering van de verduurzaming en regionalisering van hun voedselstrategie.
2.12.5
BDEKO
Bovendien is er in Flevoland een aantal actieve studiegroepen. BDEKO gevestigd in Flevoland is met circa 85 leden de grootste biologische studievereniging van Nederland. Samen met de kerngebieden van biologische bedrijven in onder andere Lelystad Noord waar ook het Centrum Biologische Landbouw is gevestigd zorgen deze voor een sterke sociale en economische structuur. Echter sinds handel en belangen niet meer verenigd zijn zoals destijds binnen coöperatie Nautilus is de sector meer en meer versnipperd en kennisuitwisseling in studieteeltkringen en samenwerking niet vanzelfsprekend (visieworkshop, 2013). In Flevoland is een sterke concentratie van activiteiten op het gebied van biologische landbouw. Hierdoor kan Flevoland een centrumfunctie vervullen. Zowel op het gebied van primaire landbouw productie als op het gebied van voorlichting, onderwijs en onderzoek heeft Flevoland een belangrijke positie. Op het gebied van verwerking kunnen er in Flevoland nog initiatieven ontwikkeld worden. Voor het goed vervullen van de centrumfunctie is het echter wel belangrijk dat initiatieven en activiteiten zoveel mogelijk gebundeld worden. Versnippering van initiatieven leidt tot inefficiëntie en verspilling van
Pagina 27
middelen. Juist omdat de biologische sector relatief een kleine sector is, is bundeling van krachten noodzakelijk. Naast de verwerkingsbedrijven zijn er in Flevoland ook veel handelsbedrijven gevestigd. Te denken valt aan Green Organics, Nautilus, Agrifirm, Agrico/Bioselect, Biocore en ED Organics.
2.13 Samenwerking en afstemming Biologische sector Er moet aandacht besteed worden aan de gehele keten; een sector is immers zo sterk als de zwakste schakel in de keten. Zo moet een campagne voor meer bekendheid van een product en gebruik bij nieuwe afnemers (zoals out of home sector en zorginstellingen) gepaard gaan met verbetering van de verkrijgbaarheid van datzelfde product (bijvoorbeeld gepelde uien of voorgekookte bietjes). En als de vraag toeneemt zoals de huidige situatie is moet ook de productie geleidelijk meegroeien en moeten dus meer boeren begeleid omschakelen. Via een begeleidde weg met gericht advies op de ruimte in de markt moeten groeistuipen voorkomen worden. Kortom de omvang van de biologische sector is gering en daarom is een goede afstemming van verschillende activiteiten essentieel. Het zou goed zijn als er in Flevoland een platform is bij reeds bestaande organisaties waar initiatieven bij elkaar worden gebracht en afgestemd. Hierdoor kan efficiënter gewerkt worden, een betere duurzame marktpositie gecreëerd worden voor Flevolandse biologische producten en dubbel werk worden voorkomen.
Afbeelding 10: Prijswinnaar EKOLAND innovatieprijs 2008, Akkerbouwbedrijf Van Vilsteren
2.14 Internationale profilering Biologische ondernemers uit Flevoland zijn vaak voorbeelden voor andere biologische ondernemers in Nederland maar nog meer internationaal. Zowel op het Centrum Biologische Landbouw als op de Warmonderhof komen jaarlijks vele internationale groepen van politici, adviseurs tot ondernemers geïnteresseerd in de Flevolandse biologische productiemethode, handel en organisatie. Er zijn kansen voor de provincie om zich beter en meer te profileren op de Flevolandse biologische sector met haar moderne teelt, technologische milieu-innovaties en professionele teeltorganisatie. Er is momenteel ook binnen de provinciegrenzen nog onvoldoende benutting en valorisatie
Pagina 28
van het potentieel aan kennis in de vorm van innovaties en verbeteren van kwaliteit en productiviteit. “Er komen hier meer Koreanen dan gangbare ondernemers uit de buurt.” Bart Willems, Warmonderhof 2014
3
SWOT analyse: Sterkten, Zwakten, Kansen en Bedreigingen
Voor de Flevolandse biologische sector is een SWOT analyse uitgevoerd en tot stand gekomen vanuit gesprekken met deskundigen, diepte interviews, een visiebijeenkomst, e klankbordbijeenkomsten en visie vormende bijeenkomsten met diverse experts als deelnemers. In dit hoofdstuk staat de SWOT analyse. Onder elkaar staan sterke en zwakke punten en kansen en bedreigingen van de biologische sector in Flevoland.
STERKTEN BIOLOGISCHE SECTOR FLEVOLAND -Biologisch heeft een sterk (keur)merk met een duidelijke basis (regelgeving). Biologisch biedt een mooi en sterk verhaal van milieuvriendelijke, duurzame voeding van dichtbij -Flevoland heeft een sterke primaire sector met name wat betreft akkerbouw en vollegronds groententeelt -Er is vraag en marktruimte om te groeien -De Flevolandse handel en verwerking zijn geprofessionaliseerd -Flevoland heeft een concentratie van biologische productie en kennis (instellingen) -Flevoland is sterk in biologisch en is een voorbeeld functie voor binnen en buitenland. Biologisch Flevoland is internationaal bekend voor haar moderne teelt, technologische milieu-innovaties en professionele teeltorganisatie. De percelen zijn uitermate recht en vlak: ideaal voor biologische landbouw waarbij men afhankelijk is van mechanische onkruidbestrijding - Flevoland heeft een uitgebreide infrastructuur waarbij loonwerkers en collega boeren over mechanisatie en oogst-apparatuur beschikken specifiek voor biologische landbouw -Flevoland is sterk in innovaties: de helft van de nationale EKOLAND innovatie prijzen sinds 2003 komt uit Flevoland ---------------------------------------------------------------------------------------------------Biologisch is normaal geworden voor de gewone consument, groeit ondanks de crisis en heeft inmiddels meer dan 1 miljard aan consumentbesteding in Nederland. En heeft een potentiele consumentengroep van 30% in 2025 -Biologische sluit aan bij de trend en verwachting en het verlangen naar duurzaamheid; ronde kringlopen; en een verantwoorde milieubewuste (voedsel) productie -Biologisch draagt bij aan de integratie met de samenleving is met relatief veel directe consument verbinding(en) (directe verkoop) betrokken bij de lokale consument
Pagina 29
-Biologisch verbindt productie met andere dragers/ maatschappelijke wensen als natuur en landschap, zorg en toerisme -Biologisch draagt bij aan de leefbaarheid van het platteland met nieuwe werkgelegenheid en de opzet voor nieuwe economische dragers en verbindingen ---------------------------------------------------------------------------------------------------Biologisch heeft het imago van kwaliteit, smaakvol en gezond -Flevoland is sterk in het leveren voor de supermarkt met bijbehorende belangrijke kwaliteitsaspecten: volume, uniformiteit, vers, uiterlijk, verpakking -Biologisch is gezonde voeding voor mens, dier en omgeving (bodem, lucht en water) -Biologisch heeft een positieve invloed op de biodiversiteit en kan daarmee een specifieke bijdrage leveren aan een streekeigen Flevolands landschap -Biologische landbouw past goed in speciale gebieden zoals buffergebieden en bodem en grondwaterbeschermingsgebieden -Biologisch heeft natuurlijk als uitgangspunt, natuurlijk gentech-vrij -------------------------------------------------------------------------------------------------------------
ZWAKTEN BIOLOGISCHE SECTOR FLEVOLAND -Er is geen zichtbare biologische keten als eenheid. Er wordt nauwelijks samen opgetrokken en gewerkt vanuit een gedeelde missie en visie. Het ontbreken van bundeling van krachten als tegenwicht aan de superioriteit vanuit de markt -Er is te weinig ontwikkeling in de sector. Momenteel alleen gestuurd vanuit eindafnemers; louter economisch gestuurd (intensivering) ipv ontwikkeling (organisch) gestuurd -Meer intensivering en toename uniforme gewas oppervlakte waardoor een afname van diversiteit en robuustheid -De sector is versnipperd. Samenwerking wordt nauwelijks opgezocht -Er is onvoldoende benutting van het potentieel aan kennis en ervaring. -Er is geen gesloten kringloop. Er is in Flevoland te weinig veeteelt en te weinig ‘rust’ gewassen, bodem voedende gewassen zoals gras, gras-klaver, luzerne en vlas -Ontbreken vertegenwoordiging met gezamenlijk belang -Te beperkte (biologische) arbeidscapaciteit en middelen in Flevoland ---------------------------------------------------------------------------------------------------Onvoldoende animo voor omschakeling. Er is geen evenwichtige groei/ afstemming naar beschikbare marktruimte. Momenteel onvoldoende aanbod in diverse bio producten. -Te weinig logistieke afstemming (volume). Relatief hoge kosten voor logistieke bio organisatie (geld en energie) -Circa 65% van biologisch wordt geëxporteerd buiten NL ---------------------------------------------------------------------------------------------------
Pagina 30
-Het kwalitatief goede Flevolandse product is niet herkenbaar als van Flevolandse bodem. Er is geen vermarkting van de Flevolandse meerwaarde. -Slechts een deel van de biologische (basis, grondbeginselen) is verankert in beleid (keurmerk) als kwaliteitsborging -Er zijn ‘valkuilen’ in het mooie biologische verhaal die niet voldoende geborgd zijn: residuen uit de omgeving en energiegebruik -Er is een toename van teelt op de grenzen van de toelating in gebruik van uitgangsmateriaal, mest en antibiotica
KANSEN BIOLOGISCHE SECTOR FLEVOLAND -Verbinden van bio boeren en partijen; een ‘vereniging’, los van LTO die partijen verbindt en werkt aan een visie en strategie die ‘biologisch’ kwalitatief en kwantitatief verder brengt. Oprichting van een Flevolands platform waar initiatieven bij elkaar worden gebracht en afgestemd voor efficiëntie, aansluiting van initiatieven voor het verbeteren van de Flevolandse marktpositie met een betere structuur voor samenwerking en kennisuitwisseling -Een betere dekkingsgraad van biologische boeren via Biohuis (via BDEKO) om zaken in gang te krijgen; werken vanuit gedeelde visie en bezieling -Flevoland als centrumfunctie met samenwerking tussen onderzoek, onderwijs en ondernemerschap. Met een betere aansluiting van onderwijs op de behoefte; een verdere professionalisering van de sector, meer ‘eigen’ verwerking, en ondersteuning vanuit onderzoek met meer innovatieve biologisch gerichte ontwikkeling -Verbeteren van kennisoverdracht, ontwikkeling en toepassing. Gezamenlijke structuur voor bundeling en verspreiding van kennis. Sectorbreed delen, niet alleen binnen akkerbouw -Bundeling van kennis, regelgeving, beleid en budget -Flevoland als proeftuin voor nieuwe concepten en samenwerkingsvormen tussen landbouw, natuur en maatschappij waarin beleving centraal staat -Versterking van regionale economie in Flevoland, een leefbaar en toegankelijk platteland. Opbouwen en uitbouwen van regionale netwerken rondom biologisch -Verbeteren logistieke organisatie, slimmer organiseren. -Meer samenwerking met rechtvaardige economische verhoudingen met coöperatieve gedachtegoed -Meer clustervorming van biologische bedrijven in Flevoland voor efficiëntie en beperken residu schade (vergroten van fysieke afstand tot gangbare collega’s) -Meer be- en/of verwerking! Produceren wat gevraagd wordt: In Flevoland meer verwerkte, gesneden groenten, gewassen en verpakt product; verder in de keten door verpakking, bewerking tot consumentenproduct ( bv De kleine soepfabriek concept) of geconserveerd (verbetering meer ‘onafhankelijke’ marktpositie)
Pagina 31
-Be- en verwerking op het bedrijf: kan goed ingespeeld worden op wensen afnemer; traceerbaar én heeft ‘een gezicht’ -Stimuleren van een evenwichtige groei, omschakeling naar (product) marktruimte vanuit gedeelde principes, afstemming en samenwerking; organische groei ook in verwerking in Flevoland -Verbeteren profilering van de Flevolandse biologische sector, zowel nationaal als internationaal; Uitdragen Flevolandse kwaliteit, kennis en innovatie (Biologische Velddag, Opendagen, Voeding & Smaak, Biologische- en Streek markt, Week van de Smaak); verbinden aan jongere generatie (zoals Youth Food Movement); Regiologisch, verbinden van biologisch aan de streek -Groei en ontwikkeling in Flevoland vanuit eigen kracht en bundeling -Werken aan nieuwe landbouwcultuur in Flevoland, robuust en weerbaar; meer diversiteit -Ruimte voor uitbreiding Warmonderhof opleiding benutten. Daarnaast opleiden van docenten op groene opleidingen? -Meer samenwerking: in technische innovaties (mechanisatie) en/of ruilen van gewas en mest -Ontwikkeling co-existentie biologische en gangbare landbouw. Onderling contact door delen van ervaringen en inzichten (kennis en innovatie) --------------------------------------------------------------------------------------------------Benutting groeipotentiaal van ±30% consumenten in 2025 is in principe gevoelig -Richten op opkomend verkoopkanaal out of home, via contract-cateraars, bedrijfs- en overheidsrestaurants, onderwijs- en zorginstellingen en/of vliegtuigmaatschappijen ---------------------------------------------------------------------------------------------------Versterken bewustwording voeding en gezondheid; aansluiten bij nieuwe gezondheidsvisie; verbinding leggen met maatschappelijke trend en samenhang laten zien; kinderen van alle lagen laten leren van de natuur en voedsel die zij voortbrengt; Let’s talk bio! Versterken afzet in eigen regio/land -Stimuleren tot het sluiten van de kringloop. Gaan voor Bio 3.0 met bovenwettelijke normen en duurzaamheidnormen. Richten op de groep bewuste kopers met een sterk en solide verhaal. “Bio is meer dan alleen residu analyse en een certificaat!” Kringloop inclusief rioolzuivering (scheiding en hergebruik in de landbouw) -Denk en werk vanuit consument niet vanuit producent. Zet smaak en beleving centraal (nieuw concept) en vorm binding burger (klant-producent). Nabijheid van bebouwde omgeving (stad) zijn kansen voor ‘stadsgerichte biologische landbouw’ en interacties -Verbind productie met andere dragers / maatschappelijke wensen zoals toerisme, natuur en landschap, zorg, natuurbeheer in Flevoland; nieuwe economische modellen vormen vanuit maatschappelijke functies; bewustwording in gemeenschappelijke belangen en verantwoordelijkheden brengt vernieuwingen in landbouw -Marketing richten op de jeugd en gemak: hip en ICT gericht; info op andere manieren overbrengen
Pagina 32
-Verbeteren transparantie over alles! Laten zien waar je voor staat. Doen wat je zegt en zeg wat je doet! Werk aan: 'betrouwbaarheid', 'gezondheid' en 'regionaliteit'. Transparant en (H) erkenning. Transportafstand en energiegebruik wordt steeds meer een verkoopargument en wijze van transport: maak juist bij internationale handel de milieubelasting transparant -Verminderen energie verbruik biologische sector. Naar een klimaat en energie neutrale productie. Verbeteren voedselvoetafdruk (footprint) -Verbeter communicatie biologisch. Bewustwording van de verschillen en maatschappelijke bijdrage; middelen voor bio marketing ---------------------------------------------------------------------------------------------------Bodemvruchtbaarheid als voorwaarde voor wereld voedselzekerheid; Groene en blauwe diensten van de biologische landbouw zichtbaar maken -Gezonde aarde (mens, dier en omgeving), gezonde samenleving; gezonde bio voeding geeft vitaliteit en geeft besparing in de gezondheidszorg ---------------------------------------------------------------------------------------------------
BEDREIGINGEN BIOLOGISCHE SECTOR FLEVOLAND -Verwachting consument is (zeer) hoog; breder dan bij wet/regelgeving geregeld is; dekt niets op klimaat, verpakkingen, biodiversiteit, logistiek, sociaal/ethisch, enz: goed imago, mooie instrumenten maar er zijn valkuilen in het mooie verhaal…. -Het imago van biologische certificaten (residu schade). De toenemende kritische consument en de louter economische omschakelaars die telen op de grenzen van de wet -Minder onderscheidend vermogen voor de consument door steeds duurzamere gangbare landbouw -Macht grote ketens en retail formules die geen belang hebben bij differentiatie. En de fraudegevoeligheid zoals de schandalen in2013 -Teveel aanbieders in Flevoland; Winkelformules gaan ermee aan de haal -De groeiende Europese trend naar producten uit eigen land en regio. Nederland steeds meer leverancier op het moment dat geen eigen product meer voorhanden is (na lancering EU bio keurmerk meer nationale gevoelens en regio labels voeren boventoon) -Verbeteren imago gezondheidsperceptie van Flevolandse biologische producten in export markten. Flevoland heeft een negatieve ‘industriële’ associatie -------------------------------------------------------------------------------------------------------------- --------------------------Verankering gentech-vrij provincie als biologisch uitgangspunt -Bio blijft een kleine (niche) macht -Herkenbaarheid; versterken onderscheidend vermogen; Tussenkomst van tussensegmenten (sterren keurmerk) -Marketing is belangrijk maar blijft kostbaar en lastig; -Eigenbelang; ontbreken vertegenwoordiging gezamenlijk belang; te weinig bereidheid en noodzaak voor delen van kennis
Pagina 33
-Bedrijfsopvolging; Terug schakeling van bio gronden in Flevoland: onnodige omschakel periodes. Door vergrijzing komt grond vrij en worden soms gangbaar teruggeschakeld. Oplossingen zoeken naar neg gevolgen van vergrijzing: alternatieve financieringsmogelijkheden onderzoeken, goede communicatie en begeleiding opdat biologische gronden op biologische wijze voortgezet kan worden. -Het negatieve beeld van de Flevolandse biologische sector door gangbare sector; meer kennisuitwisseling -Residu schade; afkeuren van biologisch geteelde producten -Bezuinigingen overheid op onderzoek en kennis verspreiding
4
Innovatieagenda Biologisch Flevoland
Het doel van dit rapport is de vorming van een innovatieagenda voor de biologische sector in de provincie Flevoland voor visie en beleidsvorming van de verdere ontwikkeling, versterking en ketengerichte uitbreiding van de biologische sector in Flevoland. Vanuit een desk studie, gesprekken met deskundigen, diepte interviews en visie vormende bijeenkomsten met experts als de klankbordgroep, is de analyse tot stand gekomen en is een SWOT analyse uitgevoerd. Hierin staat een combinatie van sterke en zwakke punten en kansen en bedreigingen van de biologische sector in Flevoland. Samen met de klankbordgroep zijn in de bijeenkomsten vanuit de SWOT analyse, de innovatiethema’s en speerpunten voor de innovatieagenda gedefinieerd. Speerpunten zijn weergegeven in de innovatiethema’s: o bodem, water en lucht; o samenwerking, keten & kennisoverdracht; o bio, markt & Flevoland; o bio & omgeving.
4.1
Innovatieagenda
Per innovatiethema is in speerpunten de innovatieagenda voor de biologische sector voor de provincie Flevoland hieronder weergegeven.
4.2
Bodem, Water & Lucht
Biologische landbouw werkt aan gesloten kringlopen en een evenwicht tussen productie en consumptie voor mens en dier. De basis is de bodem waarin de organische stof zorgt voor een rijk en gevarieerd bodemleven en koolstof in de bodem vastlegt. Organische stof heeft een positief effect op de bodemvruchtbaarheid, de bodemstructuur, én op een aantal maatschappelijke diensten zoals waterkwaliteit, biodiversiteit en waterberging. Die samen met een ruime vruchtwisseling de basis vormen van een weerbaar en robuust systeem tegen onder andere ziekten en plagen. De biologische basis uitgangspunten zijn logisch maar certificering biedt geen borging voor verdere kwaliteitsontwikkeling naar een biologische (voedings) kwaliteit door de hele keten van grond tot mond. Gezond en weerbaar landbouwsysteem stimuleren:
Pagina 34
o o o o o
4.3
meer ontwikkeling gestuurd in de sector; niet louter milieutechnisch en economisch (naar afnemer) maar ook ecologisch en maatschappelijk; verbeteren bodemvruchtbaarheid en stimuleren teelt innovaties; meer interactie met dierlijke sector in Flevoland; meer interactie en samenhang plant, dier en omgeving/natuur; nieuwe landbouwcultuur in Flevoland; werken aan systeem innovatie: gezond robuust en weerbaar; meer diversiteit.
Sterkere kwaliteitsborging biologische landbouw en voeding; o bodemvruchtbaarheid en water kwaliteit als voorwaarde voor duurzame voedselzekerheid o biologisch als uitgangspunt; kringlopen sluiten; naar 100% Bio; o bewaken en stimuleren biologische (voedings)kwaliteit door de hele keten van grond tot mond o product- en ras innovatie: aandacht voor smaak, voedselkwaliteit en vitaliteit o werken aan mogelijkheden vermindering residu; clustering in ruimte; afstand o naar een klimaat en energie neutrale productie; verbeteren voedselvoetafdruk o stimuleren bovenwettelijke innovaties; boven wettelijke en duurzaamheidsnormen
Samenwerking, Keten & Kennisoverdracht
Ondanks de fysieke biologische clustering in Flevoland is kennisuitwisseling en professionalisering van de sector niet vanzelfsprekend georganiseerd. Er zitten grote verschillen in de gevestigde orde en nieuwkomers. Verbeteren van de structuur voor kennis uitwisseling én voor samenwerking tussen onderzoek, onderwijs en bedrijfsleven in een gedeelde visie is wenselijk tot behoud en verbetering van het totaal rendement van de sector op de lange termijn. Dit betekent bestaande Flevolandse structuren verbinden en verbeteren, ook voor ‘natuurlijke’ kruisbestuiving en ontwikkeling van de co-existentie tussen biologische en gangbare landbouw.
Ontwikkeling van het Flevolands biologisch netwerk tot een platform; Flevoland als centrum voor: o Ontwikkelen van een gedeelde visie ter stimulering van innovatie, kennis en onderzoek o betere structuur voor samenwerking, profilering en kennis uitwisseling (bundeling en delen)verbinden bio ondernemers en partijen; o heldere communicatie over en stimuleren van de transparantie van de Flevolandse keten; o Flevoland als proeftuin voor innovaties en nieuwe concepten o nationale en internationaal gezamenlijke keten brede biologische profilering Flevoland;
Verbeteren van biologische samenwerking en verbinding door de hele keten: o bundeling krachten: meer samenwerking en verbinding vanuit gedeelde visie en bezieling o gezamenlijke vertegenwoordiging sector; Door ontwikkeling van BDEKO o logistiek gezamenlijk verbeteren o meer samenwerking in technische innovaties (mechanisatie); o meer uitwisseling van gewas en mest; meer teelt uitwisseling en afstemming Professionalisering en ontwikkeling van de biologische sector in Flevoland Pagina 35
o o o o
4.4
ontwikkeling duurzame groei en samenwerking onderwijs, educatie en voorlichting op alle kennisniveaus en disciplines versterken gerichte arbeidscapaciteit en middelen in Flevoland Integratie biologisch in reguliere agrarische opleiding en onderwijs; meer kennisdeling en kruisbestuiving; meer disciplinair onderwijs Ontwikkeling co-existentie biologische en gangbare landbouw
Bio, Markt& Flevoland
Gezien de ruimte in de markt en het positieve perspectief is stimulering van omschakeling, met daarnaast ondersteuning van ‘nieuwkomers’, wenselijk voor een evenwichtige groei. Ondanks de relatief goede resultaten van biologische ondernemers in Flevoland is het vinden van ‘omschakelaars’ mede in verband met de vergrijzing, niet vanzelfsprekend en een belangrijk aandachtspunt. Een groeiende potentiële groep consumenten heeft de bereidheid om biologische producten te kopen. Deze groep leeft zeer milieubewust en maakt zich zorgen om de klimaatveranderingen. Deze consumenten richten zich op de inhoud en wil goed en transparant geïnformeerd worden. Een opkomend verkoopkanaal is de out of home sector als (zorg) instellingen. Met name in Flevoland zijn er mogelijkheden voor verwerking, door de gebundelde afzet en de inmiddels grote schaal van productie. Verwerking geeft een extra toegevoegde waarde en meer variatie in het aanbod. Het creëert meer flexibiliteit, versterkt de Flevolandse marktpositie en maakt minder vervangbaar. Benutten van de ruimte voor groei o Evenwichtige groei; omschakelen naar marktruimte; o meer omschakelaars versterken imago biologische landbouw binnen de provincie Versterking Flevolandse marktpositie primaire biologische product; creëren van ‘onvervangbare’ marktpositie: o meer be- en verwerking; van snijden tot verpakking; diepvries en conserven; o creëren meerwaarde; meer bewerking verder in de keten tot consumentproducten; o versterken regionale economie in Flevoland; meer samenwerking; minder versnippering Versterken onderscheidend karakter van Flevolandse biologische product: o Provinciale visie en beleid voor biologisch o vermarkting van meerwaarde bio; de sociale en maatschappelijke aspecten; groen en blauwe diensten o vanuit beleving en waarde verbinding leggen met Flevolandse burger en consument; gezonde voeding voor mens, dier, plant en omgeving; bodem, water en lucht; o gezicht geven aan biologische Flevoproduct; Herkenbaarheid Bevorderen ontwikkeling nieuwe economische business modellen: o hip en ICT gericht; ontwikkeling vanuit de jongere generatie o nieuwe verkoopconcepten en afzetkanalen, off- en online; onderscheidend van bestaande kanalen; o directe boer en burger/consument relaties
Pagina 36
4.5
Bio & Omgeving
De Flevolandse biologische landbouw heeft een wereldwijde bekendheid, met als kenmerken ‘professioneel’, ‘modern’ en ‘innovatief’. Biologische landbouw betekent een meerwaarde, zowel bedrijfseconomisch als voor landschap, natuur, werkgelegenheid en bedrijvigheid in de provincie. Biologisch heeft een positieve invloed op de biodiversiteit en kan een specifieke bijdrage leveren aan een streekeigen Flevolands landschap. Hierbij worden de natuurwaarden en belevingswaarde in stand gehouden. Biologische bedrijven passen daarmee goed in speciale gebieden zoals buffergebieden en bodem- en grondwaterbeschermingsgebieden. Biologische landbouw leent zich uitstekend voor integratie met de samenleving en betrokkenheid van de lokale consument. Het draagt bij aan de leefbaarheid van het platteland met nieuwe werkgelegenheid en de opzet voor nieuwe economische dragers en (internationale) verbindingen met maatschappelijke wensen zoals zorg en toerisme. Vanzelfsprekend is dit niet. Bewustwording versterkt de (internationale) interacties tussen voeding, productie, klimaat en een gezonde samenleving. Verbind productie met andere dragers/ maatschappelijke wensen als natuur en landschap, zorg en toerisme: o gebruiksmogelijkheden biologische stadsranden en directe samenwerking natuurbeheer en stadslandbouw Creëren mogelijkheden nieuwe generatie bio-boeren: o Bedrijfsopvolging landbouwbedrijven: mogelijkheden creëren voor niet ‘boeren’ o Ontwikkeling nieuwe biologische landbouw cultuur /beweging Versterken bewustwording en interactie voeding, productie en samenleving: o versterken bewustwording voeding en klimaat; interactie bodem, water en lucht o versterken bewustwording voeding en gezondheid, nieuw gezondheidsconcept; interactie vitale voeding o gezonde productie; gezonde samenleving
Pagina 37
5
Resultaat
De in hoofdstuk 4 genoemde speerpunten per thema, zijn op basis van kennis en innovatie gericht op de ontwikkeling van de sector met nieuwe (technologische) producten, diensten en marktbare (internationale) producten. Deze speerpunten zijn hiertoe verder uitgewerkt tot een programma op basis van de volgende aanpak: Intensiveren en versterken van bestaande samenwerkingsverbanden tussen het bedrijfsleven onderling, onderzoek en onderwijs ten behoeve van de innovatie en kennisontwikkeling en het bevorderen van kennisoverdracht en toepassing ervan. Stimuleren van pilot projecten in de Proeftuin Flevoland voor het toepassen van nieuwe kennis en het gebruik van innovaties aansluitend bij de wensen van eindgebruikers. Creëren van nieuwe partnerschappen als economische en/of maatschappelijke coalities ter versterking van de vitaliteit en daarmee leefbaarheid van het landelijk gebied met verbetering van de milieukwaliteit en vergroting van de natuur en landschap waarden. Het actieprogramma zal in de komende tijd samen met de sector per thema verder vorm krijgen. Het Centrum Biologische Landbouw en beoogt een impuls te leveren aan een verdere ontwikkeling van de biologische sector in Flevoland door een actie programma te stimuleren, faciliteren en coördineren. Het programma zal deels lopende en deels nieuwe acties omvatten, projecten en partnerschappen, die door de sector zelf zijn of worden geïnitieerd en ingevuld. Europees, Rijks en Provinciaal (economisch en landbouw) beleid ondersteunen de uitvoering van het Actie Programma met o.a. (gesubsidieerde) innovatie programma’s. Bij aanbieding van dit rapport zal zowel aan de provincie Flevoland, als aan de biologische sector in Flevoland medewerking worden gevraagd voor de uitvoering van het programma. Dit betekent dat alle partijen uiteindelijk het wie, wat, waar en hoe van het uiteindelijke programma meebepalen. Maar duidelijk is, dat het in ieder geval zal gaan over ruimte voor groei en kwaliteit van en over kennis, innovatie en samenwerking voor de ketengerichte ontwikkeling van de biologische sector in Flevoland. Waarbij de grootste bedreiging is, het niet benutten van de kansen die er gezien de historische en toekomstige ontwikkelingen van en in de sector zijn.
Pagina 38
Literatuur Bakker, J.H. en F.H.J. Bunte, Biologische internationale handel. Den Haag: LEI Wageningen UR, Rapport 2009_003, 2009. Bakker, Johan, Monitor Duurzaam Voedsel, Hoofdstuk 4. De marktontwikkeling van biologische producten. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, 2010. Bakker, Johan, Biomonitor 2009, Feiten en cijfers. Task Force Marktontwikkeling Biologische Landbouw, Biologica, 2010. Bie, Ronald van der, Brigitte Hermans, Cor Pierik, Lieke Stroucken en Elma Wobma, Smakelijk weten. Den Haag/Heerlen: Centraal Bureau voor de Statistiek, 2012. BioJournaal, Verkoop bio-producten kent verse groei bij Hoogvliet. Artikel, 2014. BioNext, Trends in directe verkoop Biologisch 2012. Bionext, 2013. Boxtel, Maria van, Joost van Strien: Laat jongeren oefenen met ondernemerschap. Artikel in Ekoland, special bedrijfsopvolging, 2013. Bureau ZET, Provinciaal profijt van biodiversiteit. Den Haag: Interprovinciaal Overleg, Programma IPO Strategische Milieu Agenda (PRISMA 2011), 2012. CBS, 2015; Akkerbouwbedrijven: meer hectares per arbeidskracht (30 jan, 2014); http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/landbouw/publicaties/landbouwvogelvlucht/sectoren-landbouw/livv-akkerbouw-2012.htm. CBS, 2015: Landbouw in vogelvlucht (2015); http://www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/landbouw/publicaties/landbouw-vogelvlucht/default.htm. CBS, 2015: Akkerbouwgroentebedrijven: arbeidsproductiviteit fors toegenomen (30 jan, 2014); http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/landbouw/publicaties/landbouwvogelvlucht/sectoren-landbouw/akkerbouwgr-g2.htm. Cremer, I en L. ten Kate, Nieuwe kansen voor 'biologisch van dichtbij' in veranderend zorglandschap Inspirerende praktijkervaringen uit Overijssel, Flevoland en Gelderland. Ekoland januari 2015. DG Agriculture and Rural Development, Facts and Figures on organic agriculture in the European Union. European Union, 2013. Dijk, van D. en G. Schlaman, Milieuwinst op het Menu. Stappen naar een kleinere voedselvoetafdruk in de bedrijfscatering. Centrum Biologische Landbouw, 2014. Dijk, van D en I. Cremer, Meer regionaal en biologisch in de instellingsmaaltijd én thuismaaltijd. Praktisch stappenplan, tips en praktijkervaring van zorginstellingen in Fleovland en omringende regio’s. Centrum Biologische Landbouw, 2014. Greiner, Andries, Toespraak Minisymposium B.V. Erf op het Centrum voor Biologische Landbouw, 2 april 2008.
Pagina 39
Haaster-de Winter, M.A. van en K. Hoogendam, Herkomst in de supermarkt. Consumenten over hun rol van herkomst bij hun voedselaankopen. Den Haag: LEI Wageningen UR, 2012. Hoekstra, J. en G. van der Werf, Vijf tinten groen. Motivaction, 2013. Kennisakker, www.kennisakker.nl. Kuhlman, T., N. Polman, B. Smit, G. Venema, J. Buurma, A. van Duijn, J. van Dijk, Y. Dijkxhoorn, J. Helming, J. Jager, B. Janssens, G. Jukema, H. Prins en R. Stokkers, Landbouwperspectieven in Noord-Holland tot 2040; Bouwstenen voor de structuurvisie van de provincie. Dan Haag: LEI Wageningen UR, Rapport 2009-043, 2009. Provincie Flevoland, Biologische landbouw in Flevoland. Provincie Flevoland, 2010. Reinders, M., Amber Ronteltap, Isabelle van den Berg, Laura Jager, Elvi van Wijk, Mariët de Winter en Gemma Tacken. Winkelkeuze van biologische kopers, Onderzoek onder consumenten en ondernemers. Den Haag: LEI Wageningen UR, Rapport 2009-032, 2009. Schlaman, G., D. van Dijk en M. van Boxtel, Een beweging voor de verdere ontwikkeling van de biologische landbouw & voeding. Centrum Biologische Landbouw, 2014. Stortelder, A., H. Korevaar. en F. Wijnands. Biologische Landbouw als leverancier van Biodiversiteit en Landschap. Wageningen UR, Alterra rapport 1474, 2007. Velter, M., Warnaar, M., Schlaman, G. en Reinders, HP. Visie Groene en Blauwe Diensten provincie Flevoland. Centrum Biologische Landbouw, 2008. Veluw, Kees van, Stimulering Biologische Landbouw in Noord Holland. Het opstellen van een aanbevelingslijst voor uitbreiding van het areaal biologisch en duurzame landbouw in Noord Holland. Louis Bolk Instituut, 2014. Vijn, Marcel, Maureen Schoutsen, Arjan Monteny en Andries Visser, Zijn streekproducten een kans of bedreiging voor de biologische sector? PPO Wageningen UR, 2013. Willer, Helga, Julia Lernoud en Robert Home, The World of Organic Agriculture 2013. Fibl en IFOAM, 2013. Winter, Mariët de, Daniël de Jong, Jan Hendrik Kamstra en Aïde Roest, Food op de boerderij. Consumentenonderzoek naar bedrijfsbezoeken en koopgedrag in de boerderijwinkel. Lelystad: Wageningen UR Livestock Research, 2010.
Pagina 40
BIJLAGE Ia. Leden klankbord groep
Klankbord Innovatieagenda Biologische Sector Achtergrond vertegenwoordiging
Organisatie
Functie
Naam
1 Biologische ondernemers
Biohuis
Bestuurslid
Douwe Monsma
2 Biologische studiegroep
BDEKO
Voorzitter
Joost van Strien
3 Onderzoek
PPO-AGV
Hoofd onderzoeker
Wijnand Sukkel
4 LTO/ BV ERF
ERF
Directeur
Jaco Burgers
5 Handel
Green Organics
Directeur
Jan Groen
6 Onderwijs
Warmonderhof, Groenhorst en CAH Dronten
Docent veehouderij
Frens Schuring
Consulent
Thieu Verdonschot
7 Ervaringsdeskundige 8 Bedrijf (graan)
Agrifirm
Manager afzet
Aart den Bakker
9 Bedrijf (aardappel)
Agrico- Bioselect
Manager
Peter Dijk
10 Ondernemers Flevoland algemeen
Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland (OMFL) Directeur
Ineke Masterbroek
11 Biologische sector Flevoland
Stichting Biologische Landbouw (SBLF)/CBL
Bart Fokkens
Voorzitter
BIJLAGE Ib. Lijst van geïnterviewde deskundigen en/of deelnemers visieworkshop Naam
Organisatie/bedrijf
Deelnemers visieworkshop Arend Zeelenberg
AGF, Task Force biol. Landbouw
Andre Brouwer
BioNext
Bert v Ruitenbeek
St. Demeter, Ecominds
Douwe Monsma
Biohuis
Gerjan Snippe
BioBrass
Henk Westers
BDEKO
Jaco Burgers
ERF BV
Jan Groen
Green Organics
Jozien Vos
St. Biologische Landbouw Flevoland, St. Demeter
Michiel Vos
GroeiZaam, Youth Food Movement
Leen Janmaat
Louis Bolk Instituut
Maria van Boxtel
BD-vereniging
Piet van IJzendoorn
Zonnehoeve
Ruud Hendriks
Warmonderhof
Tineke van den Berg Wijnand Sukkel
St. Biologische Landbouw Flevoland , Netwerk BIC, de Stadsboerderij PPO WUR
Jos Bos
Agrifirm
Aanvullende deskundigen Jan van Geffen
Arezona
Krispijn van der Dries
Bioromeo
Wim Stoker
Fruitteler/ Stokerholland/ Smilefruit
Annelies en Ruud van Schie
Greenshield
Sander Bernaerts
Naturim
Thijs Geerse
Biologisch landbouwbedrijf Geerse
Bart Willems
Warmonderhof
Wil Sturkenboom
Warmonderhofboomgaard/ Fruitteler
Piet van Andel
Maatschap van Andel
Pagina 42
BIJLAGE 2: Analyse De SWOT-analyse Om inzicht te verschaffen in: het toekomstperspectief van de biologische landbouw in Flevoland de innovatiethema’s van de biologische keten in Flevoland de wijze van kennis overdracht in de sector de wijze waarop onderzoek, onderwijs en bedrijfsleven met elkaar samenwerken en de wijze waarop deze samenwerking kan verbeteren visie en beleidsvorming voor de verdere ontwikkeling, versterking en uitbreiding van de biologische sector in Flevoland Vinden gesprekken plaats met de stakeholders uit de biologische keten. Om zo een analyse te maken van de sector en te komen tot de SWOT-analyse. SWOT staat voor Strenghts, Weaknesses, Opportunities en Treaths. In gewoon Nederlands: sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen.
Positief
Intern
Strenghts
Extern
Opportunities
Negatief
Weaknesses
Threaths
Om te komen tot de SWOT analyse is een goede interne en externe analyse van belang. Daarnaast het delen van visies en analyses in de klankbord bijeenkomst om de juiste waarde en weging te geven. Bij de externe analyse spelen aspecten in de omgeving van de sector een grote rol zoals ontwikkeling (potentiele) klanten, concurrenten, wet en regelgeving, de politiek, prijsontwikkelingen, innovaties en nieuwe technieken. Externe analyse Dit wordt ook wel samengevat in de PEST-analyse. De PEST methode analyseert de (macro) omgeving van een sector. PEST staat voor Politieke, Economische, Sociaalculturele en Technologische ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn. Deze factoren samen biedt kansen en beperkingen. Door ze puntsgewijs af te gaan, wordt niet snel wat over het hoofd gezien. In de onderstaande tabel wordt er per aspect een aantal aspecten gegeven waarop de omgeving geanalyseerd is. Per aandachtsgebied is nagegaan wat voor belangrijke ontwikkelingen er zijn geweest of gaande zijn, die van invloed zijn. Hierbij gaat het om de algemene grote lijnen en effecten, niet te kleine details.
Pagina 43
Tabel: PEST methode Politiek
Economisch
Regelgeving, Belastingen, Handelsverdragen, De rol van de overheid, maatschappelijke vraagstuken, Concurrentiewetgeving, Veiligheidsreguleringen, Politieke stabiliteit
Economische groei, Stimulering kennis, innovatie en onderzoek, Inflatie ontwikkelingen, Levensfase van de branche, Het klantvertrouwen
Sociaal
Technologisch
Inkomensspreiding, Demografie, populatie en leeftijdsspreiding, Arbeid en sociale beweeglijkheid, Veranderingen in de sociale bewegingen, Onderwijs, Trends
Overheidsinvesteringen op technologisch gebied, Industriële focus op de technologie/innovatie, Mate van technologische overdracht, Technologische veranderingen en inzichten, Levensfase van huidige technologie
Marktonderzoek- sector gegevens Deze analyse bevat een overzicht van sectorgegevens en ontwikkelingen in de sector op basis van feiten en cijfers uit bestaande informatie en bronnen. Groei en ontwikkeling van de sector zijn hierin belangrijke aspecten maar ook de aantrekkelijkheid van de sector en mogelijke ontwikkelingen hierin. Trendontwikkeling als mogelijke concurrentie.
Interne analyse In de interviews komt ook een groot deel van interne aspecten naar voren. Algemene gegevens en ontwikkelingen waaruit sterkte en zwaktes volgen. Inzicht in de toekomst, innovatie, kennis, ontwikkelingen in onderzoek, onderwijs en samenwerking tussen de verschillende sectoren.
Pagina 44
BIJLAGE 3: CIJFERS, GEGEVENS & BEREKENINGEN Biologische landbouw per provincie 1995
1996
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2009
2010
2011
2012
2013
Areaal b iologisch als % van totale landb ouwareaal Groningen Friesland Drenthe Overijssel
0,21 0,64 0,36 0,27
0,27 1,13 0,61 0,29
0,54 1,27 1,24 0,58
0,74 1,43 1,17 0,81
1,08 1,80 1,44 0,88
1,40 1,87 1,78 1,09
1,22 2,04 1,77 1,10
1,71 2,38 1,64 1,30
1,72 2,10 1,89 1,56
2,30 2,10 2,00 1,77
2,87 2,24 2,41 2,02
2,71 2,52 2,35 2,01
2,86 2,67 2,25 2,21
2,17 2,76 2,80 2,32
Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland
4,15 0,68 0,41 1,09
3,96 0,61 0,42 1,28
5,29 0,76 0,76 1,45
5,21 0,98 0,97 1,50
5,86 1,23 1,47 1,85
6,77 1,46 1,93 2,15
7,70 2,13 2,25 2,21
7,68 1,88 2,23 2,46
7,79 2,22 2,24 2,55
7,23 2,48 2,93 2,69
7,87 2,70 3,02 3,10
8,44 2,66 3,32 3,28
8,26 2,80 3,38 3,40
9,00 2,78 3,49 3,36
Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
0,44 0,44 0,26 0,56
0,50 0,44 0,29 0,33
0,80 0,35 0,47 0,35
0,87 0,43 0,42 0,34
1,01 0,53 0,66 0,67
1,21 0,66 0,77 0,55
1,50 0,79 1,02 0,63
1,53 0,84 1,06 1,01
1,75 0,88 1,32 0,76
1,77 0,99 1,80 0,91
1,92 1,01 1,57 1,00
1,87 1,09 1,93 1,02
2,02 1,12 1,91 1,11
2,05 1,02 1,95 1,14
Nederland
0,65
0,72
1,00
1,09
1,36
1,59
1,81
1,92
2,03
2,24
2,44
2,55
2,63
2,67
Areaal b iologisch per provincie (hectare) Groningen Friesland Drenthe Overijssel
352 1 439 567 567
452 2 585 981 604
891 2 911 1 994 1 227
1 3 1 1
236 289 856 717
1 4 2 1
797 158 291 919
2 4 2 2
302 322 795 321
2 4 2 2
024 760 790 392
2 5 2 2
838 546 563 814
2 4 2 3
884 896 939 400
3 4 3 3
763 974 043 673
4 5 3 4
642 128 625 104
4 5 3 4
355 736 490 052
4 6 3 4
631 016 331 389
3 6 4 4
535 254 200 603
Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland
3 830 1 727 301 1 495
3 631 1 588 303 1 754
4 888 1 926 562 2 019
4 873 2 464 707 2 075
5 3 1 2
372 120 029 534
6 3 1 2
143 666 335 921
7 5 1 3
072 391 599 047
6 4 1 3
908 744 571 359
7 5 1 3
133 595 559 475
6 6 2 3
485 008 045 657
7 6 2 4
029 425 013 058
7 6 2 4
516 238 175 208
7 6 2 4
256 511 199 328
7 6 2 4
976 454 252 300
Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
643 548 709 612
736 542 794 363
1 165 425 1 276 377
1 272 528 1 137 358
1 468 663 1 791 733
2 126 994 2 729 675
2 1 2 1
157 030 781 067
2 479 1 095 3 463 802
2 479 1 187 4 626 924
2 1 3 1
577 195 935 002
2 1 4 1
461 333 834 020
2 1 4 1
603 360 718 091
2 1 4 1
633 244 824 118
Nederland
12 790
1 761 818 2 038 585
14 333 19 661 21 511 26 874 31 009 35 599 37 376 39 720 42 865 45 733
47 418
48 432
Bron: CBS. Ref erentiecode: CBS/mrt14
Indicatorcode: i-nl-0011
Pagina 45
49 394
Landbouw: biologisch en/of in omschakeling, gewassen en dieren (regionaal) Flevoland 2013 Soort bedrijf Aantal Nederland 2012
Aantal landbouwbedrijven totaal Akkerbouw Akkerbouw Tuinbouw open grond Tuinbouw open grond Tuinbouw onder glas Tuinbouw onder glas Grasland en groenvoedergewassen Grasland en groenvoedergewassen Grasland Grasland Groenvoedergewassen Groenvoedergewassen Rundvee Rundvee Schapen Schapen Geiten Geiten Varkens Varkens Kippen Kippen
bedrijven bedrijven are bedrijven are bedrijven m2 bedrijven are bedrijven are bedrijven are bedrijven dieren bedrijven dieren bedrijven dieren bedrijven dieren bedrijven dieren
Flevoland 2012
Nederland 2013
Flevoland 2013
Flevoland 2013 % Bio % Bio tov % Groei Totale Biologische Totale Biologische Totale Biologische Totale Biologische bedrijven totaal Bio 2012landbouw landbouw landbouw landbouw landbouw landbouw landbouw landbouw tov NL provincie 2013 68.810 1.448 1.812 143 67.481 1.440 1.806 147 10,2 8,1 2,80 19.869 559 1.402 111 20.258 573 1.402 113 19,7 8,1 1,80 52.080.287 1.010.909 6.332.009 461.408 53.241.217 1.084.306 6.401.628 515.013 47,5 8,0 11,62 10.346 368 431 67 10.109 400 443 75 18,8 16,9 11,94 8.642.095 193.226 631.307 67.926 8.635.971 206.002 623.647 74.357 36,1 11,9 9,47 5.099 99 74 4 4.796 103 70 4 3,9 5,7 0,00 99.616.624 1.268.430 1.686.204 91.100 98.174.658 1.297.356 1.668.029 91.100 7,0 5,5 0,00 54.071 1.094 682 76 53.227 1.086 681 77 7,1 11,3 1,32 122.451.298 3.626.333 1.800.298 195.335 121.820.902 3.636.333 1.825.113 207.364 5,7 11,4 6,16 51.180 1.039 593 47 50.304 1.037 596 50 4,8 8,4 6,38 98.652.367 3.396.202 1.285.367 102.972 98.127.524 3.426.060 1.338.952 128.221 3,7 9,6 24,52 26.143 232 354 44 25.724 222 354 42 18,9 11,9 -4,55 23.798.931 230.131 514.931 92.363 23.603.378 210.097 486.161 79.143 37,7 16,3 -14,31 30.943 529 332 15 30.243 531 330 16 3,0 4,8 6,67 3.879.252 51.382 62.872 1.584 3.999.221 53.704 66.241 1.841 3,4 2,8 16,22 12.518 177 109 3 12.344 181 103 3 1,7 2,9 0,00 1.042.758 19.760 11.346 421 1.033.566 18.820 11.448 317 1,7 2,8 -24,70 3.547 117 44 2 3.459 115 48 2 1,7 4,2 0,00 396.725 26.277 5.272 13 412.545 30.737 5.119 3 0,0 0,1 -76,92 5.918 116 39 3 5.528 120 37 1 0,8 2,7 -66,67 12.233.649 60.458 68.874 7 12.219.169 63.588 64.042 4 0,0 0,0 -42,86 2.141 206 62 7 2.093 202 61 6 3,0 9,8 -14,29 95.273.269 2.212.109 2.160.103 128.120 97.719.294 2.229.598 2.390.440 128.615 5,8 5,4 0,39
Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen 2014
Pagina 46
Bijlage 4: Bestedingen aan voedsel in de gemeten verkoopkanalen
verkoopkanalen (x miljoen euro) Supermarkten Speciaalzaken Out of home sector Overige verkoopkanalen
2009 286,6 254,8 76,2 47,5
2010 340,6 265,2 92,6 53,7
2011 1.095,50 285,5 391,7
2012 1.470,40 297,6 450,7
Ontwikkeling 2011/2012 34,20% 4,20% 15,10%
Bron: LEI, onderdeel van Wageningen UR 2013
Omzet biologische droge kruidenierswaren (x miljoen euro) 2009 Koek & snoep Broodbeleg Dranken Soepen Babyvoeding Bakproducten Deegwaren Kant- en klare maaltijden Olie, sauzen, zuren Overig Droge kruidenierswaren -
2010 -
2011 63 29,8 35,8 11 5,7 2,6 6,2 3,6 7,6 158,7 324
2012 108,4 68,8 45,3 10,9 6,9 3 6,6 2,3 9,2 202,6 464
2011 50,80% 35,80% 13,40%
2012 59,20% 26,20% 14,60%
Ontwikkeling 2011/2012 72,10% 130,90% 26,50% -0,90% 21,10% 15,40% 6,50% -36,10% 21,10% 27,70% 43,20%
Bron: LEI, onderdeel van Wageningen UR 2013
Afzetkanalen biologische droge kruidenierswaren 2009 (%) 2010 Supermarkten Speciaalzaken Out of home sector Bron: LEI, onderdeel van Wageningen UR 2013
Pagina 47
Bijlage 5: Biologische in de wereld
Pagin
Pagina 48
BIJLAGE 6: Rekenvoorbeeld rendement
Vergelijking bedrijf akkerbouwbedrijf 60 ha centrale zeeklei, Flevoland
60 ha gangbare akkerbouw, traditioneel bouwplan hectare omzet per gewas saldo per gewas CA 15 € 107.250 € 67.305 SB 7,5 € 24.900 € 15.488 Zaaiui 7,5 € 60.300 € 37.568 WT 30 € 55.200 € 34.410 Totaal 60 € 247.650 € 154.770 Gemiddeld per ha € 4.128 € 2.580 60 ha biologische akkerbouw, gemiddeld bouwplan hectare omzet per gewas saldo per gewas CA 8 € 71.680 € 49.600 Erwt 8 € 34.000 € 23.656 Bpeen 8 € 82.800 € 47.728 Zaaiui 8 € 83.200 € 41.248 Pompoen 8 € 42.000 € 24.360 spinazie 8 € 36.720 € 20.872 grasklaver 8 € 9.600 € 8.000 wendakkers 4 € € Totaal 60 € 360.000 € 215.464 Gemiddeld per ha € 6.000 € 3.591 (Bernaerts, 2014)
Pagin
Pagina 49