Beheer
Ontwikkeling
Ruimtelijke
Ontwikkelingsplan buitengebied Ede
‘Ruimte voor kwaliteit’
Ontwikkelplan buitengebied Ede
‘Ruimte voor kwaliteit’
gemeente Ede ROB/ONT-RO December 2007
Inhoudsopgave
Deel 1 Introductie
7
1
Korte planinhoud
9
2
Intermezzo ede toen, nu en in de toekomst15
Deel 1. Introductie
1
Inleiding21
2
Hoofdlijnen van de visie 25
3
Kwaliteit van natuur en landschap 33
4
Uitwerking vitaal platteland39
5
Ede en de dorpen in het buitengebied47
Deel 3 Realisatie53 Inleiding57
2
Deelgebieden en projecten59
3
De rol van de gemeente
65
4
Financiering
67
5
Uitvoeringsprogramma
69
Deel 3. Realisatie
1
Deel 2. Ontwikklingsvisie
Deel 2 Ontwikkelingsvisie17
Deel 1. Introductie
Ruimte voor kwaliteit Ontwikkelingsplan buitengebied Ede
Deel 3. Realisatie
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
Deel 1. Introductie
Om inzicht te krijgen in de gevolgen van het plan voor het milieu heeft de gemeente een milieutoets laten uitvoeren (DHV 2007). De conclusies en aanbevelingen hieruit geven richting aan de wijze van uitvoering (zie paragraaf 3.1 in deel 3).
De Visie
Deze visie is uitgewerkt in drie thema’s.
Nieuwe ontwikkelingen moeten bijdragen aan nieuwe kwaliteit van het buitengebied van Ede; zowel op ruimtelijk/fysiek, economisch als op sociaal/maatschappelijk niveau. De visie op het buitengebied van Ede is gericht op de volgende vier beleidsdoelen: ■ Een integrale ontwikkelingsgerichte aanpak. De ontwikkeling dient zich te richten op sterke economische dragers en een aantrekkelijke en duurzame inrichting. ■ Een sterke samenhang tussen stad en land. Het buitengebied en de stedelijke samenleving vormen één geheel. ■ Een sterk groen blauw casco, dat de natuurkernen met elkaar verbindt. Het sterke Groen blauwe casco is noodzakelijk, als antwoord is op de voortschrijdende uitbouw van de stedelijke gebieden van Ede en Veenendaal en de voortschrijdende dynamiek van het buitengebied. ■ Een sterke eigenheid van Ede. Alle nieuwe ontwikkelingen – zowel in grootschalige ontwikkelingen als in kleinere particuliere initiatieven – dienen voort te bouwen op de huidige kenmerkende kwaliteiten van het Edese buitengebied.
Kwaliteit van natuur en landschap De kwaliteit van natuur en landschap in Ede wordt versterkt door te bouwen aan het Groen blauwe casco en door de eigenheid van de landschappen te versterken. De belangrijkste opgave is het maken van een robuust Groen blauw casco voor de hele gemeente dat dient als netwerk van natuurgebieden en ecologische verbindingen op verschillende schaalniveaus. Het Groen blauwe casco is tevens het kader voor recreatieve routes voor wandelaars, fietsers en ruiters en voor de ‘wateropgaven’. Het vormt bovendien het ruimtelijk kader voor toekomstige ontwikkelingen op het gebied van wonen, werken en (verblijfs)recreatie. De Veluwe is de kern van het Groen blauwe casco in Ede. Daar wordt sterk ingezet op het vergroten van de natuurwaarden. Daarnaast wordt een kwalitatieve verbetering van de recreatie voorgestaan. De gemeente Ede zet het nieuwe beleid voor de Veluwe in op het inperken van de ‘rode functies’ en de verstoringen ten gevolge van toenemende recreatieve gebruik. De gemeente Ede wil de bijzondere beeldkwaliteit van de engen (de ruggegraat en ‘ziel’ van Ede) en de parels
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
Het uitgestrekte buitengebied van Ede kent grote tegenpolen. Aan de ene kant de Veluwe; een natuurgebied van (inter)nationale allure. Aan de andere kant het intensief gebruikte agrarische landschap van de Vallei. In het midden Ede–stad; een knooppunt van bedrijvigheid en grootschalige infrastructuur. De stad en het landschap zijn in beweging. De dynamiek lijkt soms te botsen met de wens tot behoud en verbetering van het leefmilieu van mens, dier en plant. Met dit Ontwikkelingsplan Buitengebied wil de gemeente Ede ruimte geven aan de dynamiek van het buitengebied. De gemeente Ede wil daarbij sturen op ruimtelijke kwaliteit. Daarom heet het plan RUIMTE VOOR KWALITEIT. Het plan biedt een langetermijnvisie voor het buitengebied van Ede, met richtingevende beleidssuitspraken voor de op te stellen bestemmingsplannen en ander ruimtelijk beleid. Daarnaast zet het plan concrete uitvoeringslijnen uit voor de korte en middellange termijn.
Deel 1. Introductie
1. Korte planinhoud
Deel 3. Realisatie
10
Uitwerking vitaal platteland De gemeente Ede wil aan ondernemers en belanghebbenden in het buitengebied ruimte bieden zich te ontwikkelen.
Om een vitale plattelandseconomie te stimuleren hanteert de gemeente drie speerpunten. De gemeente schept voorwaarden voor de continuïteit van sterke levensvatbare agrarische bedrijven. Voor zowel intensieve als grondgebonden bedrijven zijn er in de landbouwontwikkelingsgebieden goede mogelijkheden voor schaalvergroting, innovatie en specialisatie voor wereldmarkt. In de verwevingsgebieden liggen goede kansen in het combineren van gangbare of biologische grondgebonden landbouw, streekproducten, zorglandbouw, minicampings, andere vormen van recreatie en ‘groene en blauwe’ diensten. De
De gemeente schept voorwaarden voor niet-agrarische activiteiten. Zowel de agrarische als de niet-agrarische bedrijvigheid zijn de nieuwe economische dragers. Stoppende agrarische bedrijven krijgen de kans om van functie te veranderen via een ‘warme’ sanering. Sloop van overtollige bebouwing wordt gecombineerd met nieuwe ruimtelijke kwaliteit en investeringen in landelijk wonen en werken. Aan bestaande niet-agrarische bedrijvigheid, maatschappelijke voorzieningen, zorgfuncties en recreatieve functies wordt – onder voorwaarden – planologische ruimte bij groei geboden; eventueel door opvang op lokale bedrijventerreinen. De gemeente Ede wil dat er goede mogelijkheden zijn voor verblijfsrecreatie. Daarbij wordt gestuurd op een evenwichtige afstemming tussen ontwikkelingsmogelijkheden en ruimtelijke kwaliteit. Voor de Veluwe betekent dit een aanpak van ‘krimp en groei’. De accommodaties op de Veluwe krijgen geen ontwikkelingsruimte meer; op de flanken – in de recreatieclusters – wordt die ruimte wel geboden. Het beëindigen van (agrarische) bedrijfsactiviteiten en de sloop van bedrijfsbebouwing kan worden gecombineerd met nieuw landelijk wonen. De optie landelijk wonen draagt voor de stoppende ondernemers sterk bij aan de kans om tot een warme sanering te komen. Hiermee kan dan tevens de behoefte aan landelijk wonen worden gedekt: een specifiek klein deel van de woningmarkt. De gemeente
Deel 1. Introductie
gemeente wil hiermee aansluiten op het Reconstructiebeleid. Een extra stimulans kunnen de projecten van Food Valley vormen.
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
De initiatieven komen vanuit het gebied. De gemeente biedt het beleidskader en zal bij de vernieuwing en bij transformaties een dienstverlenende en faciliterende rol spelen. Alle bestaande grondeigenaren en grondgebruikers krijgen de kans zich te ontwikkelen. De ontwikkeling wordt altijd gekoppeld aan bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit. De gemeente Ede benadert de transformaties als ontwerpopgaven, waarbij historie, ecologie, landschap, milieu worden betrokken. In alle gevallen ontstaan nieuwe economische mogelijkheden in combinatie met bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit van de bebouwingen, de erven en de landschappen. Bij de herziening van het bestemmingsplan, in de op te stellen beleidsdocumenten (zoals een beeldkwaliteitsplan) en in de brochure ‘Streekeigen beplanting in het buitengebied van Ede’ wil de gemeente integrale randvoorwaarden stellen en daarnaast inspirerende handreikingen voor ruimtelijke kwaliteit geven.
Deel 3. Realisatie
op de Veluwe behouden en versterken. Om de grote natuurkernen met elkaar te verbinden worden dwars door de Vallei ecologische verbindingszones ontwikkeld. Hiertoe is al enige jaren beleid en instrumentarium ingezet. Binnen het casco is er extra aandacht voor de knelpunten – de flessenhalzen en barrières – in de ecologische verbindingen. De provinciale verbindingszones Lunterse Beek, Grebbelinie, Grift vormt het primaire Groen blauwe casco in de Vallei. Het zal de schakel vormen tussen de Veluwe, de natuurgebieden in de Vallei, de Utrechtse Heuvelrug en Rivierenland. Gemeentelijke ecologische verbindingen vormen een aanvulling op het primaire Groen blauwe casco in de Vallei. Dit secundaire casco bestaat uit twee gemeentelijke groene verbindingen. De gemeente Ede legt de prioriteit bij de ontwikkeling van de zone De Klomp, Ederveen, Wallenburg. Ten slotte wordt aandacht besteed aan de wijze waarop de eigenheid van de Edese landschappen kan worden versterkt en de ecologische en cultuurhistorische waarden worden gewaarborgd. Hiermee wordt de jarenlange praktijk van samenwerking van de gemeente Ede met particulieren voortgezet. In de drie zoekzones voor landschappelijke versterking wordt landschapsbouw gestimuleerd door middel van Rood voor groen projecten.
11
12
De gemeente Ede wil er voor zorgen dat er in de zes dorpen in het buitengebied aan de lokale behoefte voor wonen en werken wordt voldaan. Voor het dorp Bennekom geldt dit principe in mindere mate. Bennekommers kunnen ook op één van de locaties in Ede-stad een nieuwe woning krijgen. Uitgangspunt voor de ontwikkeling van de dorpen is, dat bij alle dorpen eerst de beschikbare inbreidingslocaties worden benut. Pas daarna komen uitbreidingslocaties aan bod. De beleidsruimte volgens het Streekplan Gelderland (de vastgestelde zoekzones) en de Structuurvisie WERV (perspectieven voor 2015 en 2030) is richtinggevend. Op basis van de behoeftecijfers wil de gemeente Ede in de komende jaren in de zes dorpen op in- en uitbreidingslocaties ongeveer 2000 woningen bouwen. De huidige plancapaciteit – vooral op inbreidingslocaties – biedt ruimte voor de helft van deze woningbehoefte. De belangrijkste conclusie uit de cijfers is, dat de huidige plancapaciteit onvoldoende is, om aan de totale behoefte te kunnen voldoen. Voor de rest van de woning behoefte zal ruimte beschikbaar moeten blijven in de verfijnde zoekzones voor de stedelijke functie wonen. Ede ontwikkelt zich als economische kerngebied. In samenhang daarmee is er een behoefte aan regionale bedrijventerreinen. Daarnaast is er behoefte aan ruimte voor lokale bedrijvigheid in het buitengebied van de gemeente. Vanwege de binding aan de lokale gemeenschap wil Ede ruimte bieden voor lokale bedrijvigheid in of nabij de dorpen. Op het bestaande bedrijventerrein Harskamp Zuid is nog ruimte beschikbaar. Verder wil de gemeente Ede de lokale bedrijven concentreren bij Lunteren en
Realisatie Voor de realisatie van het plan is een uitvoeringsprogramma opgenomen. Hierbij wordt uitgegaan van een actieve, stimulerende en dienstverlenende rol van de gemeente ten opzichte van alle initiatieven in het buitengebied. Het uitvoeringsprogramma bevat alle projecten die het beleid uit het Ontwikkelingsplan in de periode 2008 – 2018 gestalte zullen geven. Met de uitvoering van de projecten is een investering in het buitengebied gemoeid ter waarde van € 28.000.000. ■ Het gaat hierbij deels om projecten die een vernieuwend karakter hebben, vooral daar waar stedelijke opgaven aan plattelandsopgaven zijn gekoppeld. Voor een ander deel zijn er projecten, die een voortzetting zijn van bestaand beleid dat zijn waarde heeft bewezen en dat past binnen de
■
beleidslijnen van dit Ontwikkelingsplan. In Ede zijn vijf deelgebieden onderscheiden, aan de hand van landschappelijke en functionele kenmerken en ontwikkelingen.Hiermee is sprake van een samenhang van het ruimtelijk beleid en de financiële programmering door de provincie (PMJP). Aan de projectenlijst is een groep algemene – deelgebiedsoverstijgende – projecten toegevoegd. Naast de eigen projecten kunnen impulsen voor nieuwe ruimtelijke kwaliteit voortkomen uit private Groen voor rood projecten. Hierin zal de gemeente Ede niet zelf mee financieren. De uitvoering van de Reconstructieprojecten (€ 4.400.000) gebeurt voor rekening en verantwoordelijkheid van de provincie.
Op basis van de actuele uitvoerbaarheid, de beschikbare eigen financiën en cofinanciering en opvatting over prioriteit zijn alle projecten in een planning gezet. De gemeente geeft prioriteit aan het faciliteren van initiatieven van private partijen (functieverandering, Rood voor groen projecten). Voor zover nodig worden kaderstellende opgaven (randvoorwaarden en regels Rood voor groen, beeldkwaliteitsplannen en dergelijke) met voorrang gerealiseerd. De gemeente Ede voert regie op de ontwikkelingen in het buitengebied. Het is de taak van de gemeente om bij initiatieven van particulieren en ontwikkelaars stimulerend, begeleiding, sturend en toetsend aanwezig te zijn. Om deze taak goed uit te voeren dienen de specifieke beleidskaders geformuleerd en bekend te zijn. Daarnaast bereidt de gemeente uitvoeringsprojecten voor, door projectideeën te ontwikkelen, partners bij elkaar brengen, financiering voor te bereiden et cetera. De gemeente zorgt verder voor de uitwerking van stedenbouwkundige visies (structuurvisies) en de opstelling van bestemmingsplannen. De gemeente Ede maakt met de provincie afspraken over de uitvoering en financiering van het Uitvoeringsprogramma voor het buitengebied van Ede. Voor de periode 2008 – 2013 is er een cofinanciering uit het ILG budget mogelijk van € 7.500.000.
13
Deel 1. Introductie
Op basis van stedenbouwkundige afwegingen en behoefteprognoses worden in het Structuurplan Verfijning Zoekzones Dorpen Ede nadere keuzes gemaakt over het al dan niet handhaven van (delen van) de door de provincie aangewezen zoekzones voor stedelijke functies wonen en werken. Bij de verfijning van de zoekzones en bij de uitwerking ervan gelden de volgende algemene randvoorwaarden. ■ In overeenstemming met het standpunt van de Gemeenteraad van december 2006 streeft de gemeente ernaar 50% in het goedkope segment te bouwen (norm provincie Gelderland). Hierbij geldt als voorbehoud dat de planexploitatie sluitend moet zijn. ■ Er worden bij de dorpen passende lage bebouwingsdichtheden aangehouden; tussen 15 tot 25 woningen /ha. ■ Voor de compensatie van de nieuw te bebouwen ruimte zal een compensatieregeling worden opgesteld; te baseren op het aantal hectares uit te geven grond en af te stemmen op de nieuwe Wet Grondexploitatie.
■
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
Ede en de dorpen in het buitengebied
Wekerom. Voor bedrijven zonder lokale binding en voor de eventuele doorgroeiende bedrijven wordt er ruimte geboden op de grote regionale bedrijventerreinen, zoals in het ISEV-gebied.
Deel 3. Realisatie
Ede wil via de regeling Nieuwe landgoederen de mogelijkheid bieden te investeren in landschapsbouw. Als tegenprestatie voor het slopen van bedrijfsgebouwen en voor het aanleggen van toegankelijke natuur wordt het recht gegeven om enkele nieuwe woningen van allure te bouwen (= Rood voor groen). In het nieuwe bestemmingsplan buiten-gebied zal hiervoor een regeling worden opgenomen.
Tevens wordt een inspanningsverplichting aangegaan om andere provinciale en Europese fondsen te verkrijgen. Op basis van deze intentieovereenkomst wordt de eigen financiering, de cofinanciering en de uitvoering per begrotingsjaar ingevuld. Gezien vele concrete projecten die al voor Binnenveld Oost zijn voorbereid, kan er op korte termijn voor dat deelgebied een gedetailleerde afspraak worden gemaakt over de uit te voeren projecten en de financiering van de uitvoering. Voor de uitwerking van het LOG Lunteren zal de gemeente Ede op korte termijn samen met de provincie en de gemeente
14
Barneveld de organisatie en communicatie voorbereiden. De financiering van het uitvoeringsprogramma wordt gedragen door de eigen gemeentelijke budgetten buitengebied. Dat kan worden aangevuld met opbrengsten uit gemeentelijke Rood voor groen projecten. Op termijn kunnen daar nog inkomsten uit het in te stellen Landschapsfonds bij komen. Op korte termijn kunnen – bij functieveranderingen – afdrachten via een gemeentelijk voorzieningenfonds worden geheven. Cofinanciering komt uit ILG en uit andere provinciale en Europese fondsen.
Voor de geprogrammeerde projecten in 2008 is voldoende dekking aanwezig. Op basis van de aanvullende eigen financiering en nieuwe cofinancieringen wordt in de daarop volgende jaren over de uitvoering van de projecten besloten. De gemeente heeft bij dit plan een milieutoets laten uitvoeren. Bij de realisatie van de projecten uit het ontwikkelingsplan zullen negatieve effecten op het milieu worden voorkomen en is het streven gericht op het creëren van een meerwaarde.
Onze leefomgeving is vanuit een zekere logica ontstaan. De bossen en heide op de droge hoge gronden, de dorpen op de overgang van hoog naar laag, en de landbouw in de lage nattere gebieden. Deze opbouw is nog steeds terug te vinden. Het ondernemersschap is de rode draad binnen deze ontwikkeling. Hierdoor zijn de unieke centrale ligging en de kenmerkende intensieve veehouderij ontstaan, zijn woonen werkgebieden ontwikkeld en heeft het toerisme vorm gekregen. Deze cultuur, die bij Ede past, is uitgangspunt voor verdere vooruitgang.
Intermezzo: Ede toen De ondergrond voor Ede, zowel het verleden, het heden en de toekomst, is in de ijstijd gelegd. Ede bestaat uit een hoge opgestuwde berg zand – de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug – en een natte Vallei. Duizenden jaren geleden zwierven er al mensen als jager/verzamelaar door dit gebied. De mens heeft zijn activiteiten sterk laten bepalen door de mogelijkheden van de plek. Het buitengebied en de bebouwde kommen van Ede zitten nog steeds herkenbaar naar dit verleden in elkaar. Zo was de huidige N224 al in de IJzertijd (750-12 v. Chr.) een belangrijke route. In de Middeleeuwen vond in een aantal stappen een aanzienlijke intensivering van de landbouw plaats. Vlees, brandhout, houtskool, heideplaggen werden van de Veluwe gehaald. De natte Vallei bood ruimte voor vee. De overgang van Veluwe naar Vallei was met schapenmest geschikt voor akkerbouw: de engen. Ede lag ook toen al aan handelsroutes tussen de Hollandse steden en het Duitse
achterland (Hessenweg). Allerlei “lijnen” lopen nog steeds van hoog naar laag, van Veluwe naar Vallei. De bebouwingskernen vanaf Bennekom, Ede stad via Lunteren, Wekerom en Otterlo naar Harskamp liggen als een snoer van bewoning met hun engen precies op de overgang van hoog zand naar laag grasland. Drooglegging, ontginningen en gronduitgifte van het water in de natte Vallei tonen nog steeds de geschiedenis. Zo is Ederveen ontstaan als uitgifte aan behoeftigen en is elders de invloed van groot grondbezit zichtbaar (landgoederen, Kröller Müller). Planten en dieren blijven afhankelijk van de bodem en de grondwatereigenschappen van de plek. Maar de mens, of anders gezegd de sociale en economische structuur, raakt los van de plek. De identiteit van de oude gemeenschap wordt vervangen door een nieuwe.
Intermezzo: Ede nu De ‘oude’ samenhang van de mens met de plek Ede is opgeschoven: van beschikbaarheid van grondstoffen en afhankelijkheid van ‘natuur’, naar een goede infrastructuur, snelle distributie en veilige en inspirerende woonomgeving. De werkgelegenheid in Ede maakt een belangrijke ontwikkeling door. Het rustige achterland biedt plaats aan zorg en recreatie, de distributiewegen zijn gekoppeld aan werkgelegenheid in de productie, logistiek of dienstverlening. Het buitengebied kent een voortgaande vermindering van agrarische bedrijven. Het proces van de Reconstructie intensieve veehouderij gaat ruimtelijk tot beweging leiden. De reactie op de liberalisering van de landbouw, kan verlies aan werk betekenen. De bedrijvigheid in het buitengebied blijft desondanks groot door de grote ‘ondernemerszin’ van haar bewoners. Het initiatief van Food Valley om kennis (Wageningen) en productie tot landelijk centrum neer te zetten, valt in goede aarde. Food Valley bouwt voort op de ‘oude’ samenhang met grondstoffen voor
de voedingsmiddelenindustrie naar een nieuwe samenhang van kennis, opleiding, productie, distributie en centrale ligging. De structuur van autosnelwegen is met de realisatie van de A30 eindelijk af. Er is een stijging van het aantal auto’s op A12, waardoor de voorgenomen ver-breding urgent wordt. De mobiliteit neemt toe: woonplek volgt niet automatisch de werkplek. De buitendorpen zijn in cultuur, identiteit en omvang steeds meer te onderscheiden van de kern Ede. De aantrekkingskracht om op de Veluwe te verblijven (wonen, recreëren) neemt toe. De druk om de enkele bebouwde plekken aan te passen aan ‘de moderne eisen van deze tijd’ leveren een voortdurende druk van verstening en ontgroening. Nieuwe woonwijken zijn gerealiseerd en oude woonwijken (Veldhuizen) staan op punt van renovatie of herontwikkeling (Ede-Oost incl Enka en stationsgebied). Ede heeft nu duidelijk de kenmerken van een stad als onderdeel van een “Randstad Vallei-Zuid” (WERV). De betekenis voor de natuur wordt vooral bepaald door grootschaligheid: de heideterreinen en stuifzanden. Beleidsmatig zijn de verbindingen naar Utrechtse Heuvelrug en Rivierenland gestart. Het grof wild heeft een impuls gekregen door de ‘onthekking’ (ontsnippering) op de Veluwe.
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
In dit Ontwikkelingsplan Buitengebied voor Ede geven we richting aan de vraag: hoe dragen nieuwe ontwikkelingen bij aan een kwalitatieve verbetering voor mens, plant en dier? Deze richting bepalen we door de eigen identiteit uit ons verleden te respecteren. We zien waar en wat het ons heeft gebracht. En we nemen het mee naar de toekomst.
Deel 1. Introductie
2. Intermezzo Ede toen, nu en in de toekomst
Intermezzo: Ede straks Ede 2013. In de Vallei en op de Veluweflank hebben gebiedsprojecten tot resultaten geleid. Publiekprivate samenwerking is verankerd in goed lopende dorp- en buurtschapraden. De diversiteit in wonen, bedrijfsterreinen en de grote groenblauwe natuurstroken en parken verrassen iedereen. De bedrijven staan bekend om hun innovatieve karakter en goede service, met als kerngebieden logistiek, zorg, communicatie, zakelijke dienstverlening en agrobusiness. Enkele bedrijven hebben bedrijvigheid, wonen en groen gecombineerd bij hun locatieontwikkeling waardoor nieuwe
15
Deel 3. Realisatie
woonwerkrelaties (campus, companylandgoed) functioneren. Het Food Valley concept heeft geleid tot internationale bekendheid en heeft nieuwe vestigingen aangetrokken. De stedelijke band langs de A12 is in WERV-verband ontwikkeld tot een hoogwaardig woonwerkgebied. Natuur en water zijn belangrijk voor de dagrecreatie. De Veluwe geniet als natuurgebied grote bekendheid door de omvang. In het weekend weten veel bewoners te genieten van de ruimte voor actieve en sportieve ontspanning, ondermeer bij de nieuwe recreatieplas. Natuur-cultuur is als breed thema opgepakt om ook buiten Kröller Müller de mens te stimuleren tot ‘waarnemen’ en natuurbeleving. De kern De Klomp heeft zich samen met Ederveen ontwikkeld tot een aantrekkelijk woon- en werkgebied waarbij gebruik is gemaakt van de waterrijke landschappelijke setting. Het Binnenveld functioneert als een groen open gebied met enkele beheer-boerderijen die naast weidebouw, boom- en sier-
16
teelt hebben. Nergena en De Kraats kennen naast de verbrede agrarische bedrijven veel deeltijdboeren, die een deel van de grond exploiteren in combinatie met landelijk wonen, kantoor aan huis en allerlei vormen van dienstverlening. Het gebied heeft zo een kleinschalige, vriendelijke, cottage-achtige uitstraling, duidelijk begrensd en vergaand in arcadisch open en met strakke populieren beplante Binnenveld. De Vallei vanaf Lunteren is voor iedereen een herkenbaar modern agrarisch productiegebied. Gebouwen met een hoogwaardige architectuur en veel aandacht voor duurzaamheidsaspecten hebben rond Ede, Lunteren en Wekerom een functie voor welzijn en zorg. Historie en nieuwbouw zijn zo een impuls gebleken om de waarde van het gebied blijvend te verzegelen. De verblijfsrecreatie heeft dezelfde verbinding gevonden rond Otterlo en Harskamp. De afwisseling van weide, bouwland, tuinbouwgrond en natuur/bos is groot; het gebied is daarom zeer aantrekkelijk voor dagrecreatie en korte vakanties. De Vallei
heeft voedsel, welzijn en buitenlucht weten te vermarkten; naast de natuurrecreatie op de Veluwe en Utrechtse Heuvelrug. De Vallei kent een breed palet aan nieuwe ondernemingen, met een eigen verhaal van ‘hun’ buitengebied. De varkens- en pluimveehouderij heeft zich aangepast aan maatschappelijke wensen. De nieuwe bedrijfssystemen dwingen bewondering af. Het Food Valley concept draagt hier nog steeds aan bij. Opvallend is dat het gebied een belangrijke opvangfunctie heeft in zorg/welzijn en dagrecreatie voor de stedeling. Vele bewoners weten de weg te vinden naar vele locaties voor de noodzakelijke rust, buitenwerk of herstel, en ook voor deelname in voedselsystemen, culinaire activiteiten, paardrijden of dierverzorging. De Veluweflank is een uitzonderlijk gebied waar de engen herkenbare open gebieden zijn, waarin wordt samengewerkt door boeren onderling en door boeren en consumenten; alles op basis van duurzaamheid, traditie en historie. Landgoedformules vormen hier de schakel tussen economie en ruimte.
Deel Deel 3. 3. Realisatie Realisatie
Deel Deel2.2.Ontwikkelingsvisie Ontwikkelingsvisie
17
Deel1. 1. Introductie Introductie Deel
Ruimte voor kwaliteit Ontwikkelingsplan buitengebied Ede
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
18
Inhoudsopgave
1
Inleiding21
2
Hoofdlijnen van de ontwikkelingsvisie 25
2.1
Van opgave naar visie25
2.2
Ontwikkelingsgerichte aanpak26
Samenhang tussen stad en land
2.3
Deel 1. Introductie
26
2.4
Een sterk Groen blauw casco27
2.5
De eigenheid van Ede27
3
Kwaliteit van natuur en landschap
3.1
Ontwikkeling van het Groen blauwe casco Veluwe29
3.2
Ontwikkeling van het Groen blauwe casco Vallei33
3.3
Landschappelijke kwaliteit35
4
Uitwerking vitaal platteland39
4.1
Sterke levensvatbare landbouw
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
39
4.2
Niet-agrarische functies41
4.3
Landelijk wonen45
Ede en de dorpen in het buitengebied47
5.1
De stedelijke ontwikkeling van Ede47
5.2
Behoefte aan woningen en de huidige plancapaciteit47
5.3
Ontwikkelingsruimte voor bedrijven49
Stedenbouwkundige uitgangspunten voor de verfijning
5.4
19
50
Deel 3. Realisatie
5
20
Positie binnen de gemeentelijke beleidsvorming Gedurende de tijd dat aan het Ontwikkelingsplan buitengebied is gewerkt, heeft over diverse beleidsvisies zowel provinciaal, regionaal als gemeentelijk niveau afstemming plaats gevonden. Voorbeelden hiervan zijn het Streekplan Gelderland (2005) en de regionale visies ten behoeve van het Streekplan (Zoeklocaties stedelijke functies en Functiewisseling agrarische bedrijven). Ook bij de recente gemeentelijke nota’s over toerisme, cultuur en wonen zijn de voorlopige resultaten van het Ontwikkelingsplan als input gebruikt. Omgekeerd zijn in het Ontwikkelingsplan de relevante onderdelen van de sectorale nota’s opgenomen.
De context van het Edese buitengebied De gemeente Ede heeft door de omvang van haar buitengebied, met daarin een deel van de Veluwe, en door haar ligging
aan een (inter)nationale transportassen (A12, A30, HSL) een grote verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van wonen, werken, welzijn en natuur. Deze verantwoordelijkheid overstijgt de gemeentegrens. De centrale liggging en economische groeikracht leidde op rijksniveau tot de aanduiding van economisch kerngebied voor de WERV-regio (Nota Ruimte, 2005). Voor de Veluwe is het beleid gericht op bescherming en herstel van dit grote natuur- en recreatiegebied van internationale allure. De uitvoering van de Reconstructie intensieve veehouderij moet gaan starten. Het EU-plattelandsbeleid zet thans een belangrijke nieuwe beweging in gang van liberalisatie van de wereldmarkt waarbij algemene plattelandssteun de oude productiesteun aan agrariërs gaat vervangen. Het recent vastgestelde streekplan voor Gelderland biedt ruimte voor regionaal maatwerk, met name voor woningbouw en (agrarische) functiewisseling.De gemeente Ede ziet zelf opgaven in werkgelegenheid met speerpunten als vrijetijdsbesteding en Food Valley, het bieden van perspectieven aan plattelandsondernemers, het verhogen van de groene kwaliteit en het kwalitatief hoogwaardig inrichten van nieuwe woon- en werkgebieden.
Missie In deze context is de centrale missie van het Ontwikkelingsplan: Het in overleg met de regio en met bewoners en gebruikers ontwikkelen van een kwalitatief hoogwaardig woon- en werkgebied, dat een (boven)regionale uitstraling heeft (economisch kerngebied), het veiligstellen van de (inter)nationale betekenis van de Veluwe, en het ‘vitaliseren” van het platteland van de Vallei, waarbij aan de veelheid van activiteiten, (autonome) ontwikkelingen en kwaliteiten zodanig ruimte wordt gegeven, dat kwaliteit en activiteit elkaar versterken en zodanig dat Ede als gemeenschap trots is op de (herkenbare) kwaliteit van haar woon- en leefgebied.
Het gaat om de ruimtelijke kwalteit en om de kwaliteit van de samenleving. Daarom heeft dit Ontwikkelingsplan Buitengebied Ede de naam Ruimte voor Kwaliteit gekregen.
Plandoelen Voor het plan gelden de volgende plandoelstellingen. ■ Het plan biedt een visie voor de korte en middellange termijn voor het buitengebied van Ede en geeft ontwikkelingsrichtingen aan voor de periode tot 2030. Het plan doet richtinggevende beleidssuitspraken voor de op te stellen bestemmingsplannen buitengebied (Veluwe en Vallei) en ander ruimtelijk beleid; ■ Het plan zet concrete uitvoeringslijnen uit voor 2008 en de daarop volgende 10 jaren. Voor de periode 2008 – 2013 zijn de mogelijkheden van cofinanciering uit ILG-fondsen geconcretiseerd.
Het plan
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
De aanleiding voor het opstellen van het plan RUIMTE VOOR KWALITEIT is het gereedkomen van de Reconstructieplannen Gelderse Vallei/Utrecht-Oost en Veluwe. De Reconstructieplannen dienen door de gemeenten uitgewerkt te worden in bestemmingsplannen voor het buitengebied. De gemeente Ede heeft besloten een tussenslag te maken in de vorm van een Ontwikkelingsplan buitengebied. Dit ontwikkelingsplan wil meer zijn dan alleen een vertaling van de Reconstructieplannen. Het plan heeft een bredere strekking dan alleen plattelandsbeleid en geeft ook een doorkijk naar de periode na de looptijd van het Reconstructieplan. Daarnaast biedt het Ontwikkelingsplan een kader waarbinnen beleid op provinciaal en regionaal (WERV) niveau geïntegreerd wordt. Op basis van het Ontwikkelingsplan wordt het bestemmingsplan buitengebied opgesteld en worden uitvoeringsprojecten ter hand genomen.
Deel 1. Introductie
1. Inleiding
Het plan wordt vastgesteld door de gemeenteraad en is een beleidsnota als bedoeld in de Algemene Wet Bestuursrecht. Aan het plan is een Mileutoets toegevoegd. Over het onderdeel betreffende de verfijning van zoekzones voor stedellijke functies wordt een apart plandocument opgesteld. Dit krijgt voor de Wet op de ruimtelijke ordening de status van structuurplan. Aan dat plan wordt de verplichte PlanMER toegevoegd.
Plangebied en tijdhorizon
Het Ontwikkelingsplan omvat het gehele gebied van de gemeente (dus zowel de Vallei als Veluwe). De enige uitzonderingen hierop vormen de bebouwde kommen van Ede-stad en de dorpen. De uitbreidingen hiervan vormen wel nadrukkelijk onderdeel van het plan. De tijdhorizon van het Ontwikkelingsplan is ongeveer gelijk aan die van de Reconstructieplannen en het Streekplan, dus tot circa 2015-2017.
21
Deel 3. Realisatie
Het ontwikkelingsplan en andere beleidsplannen
RECONSTRUCTIEPLANNEN Gelderse Vallei /Utrecht Oost Veluwe
WERV STRUCTUURVISIE
RUIMTE VOOR KWALITEIT ONTWIKKELINGSPLAN
STREEKPLAN GELDERLAND
REGIOVISIES VALLEI Functiewisselingsregeling Verstedelijkingsvisie
BUITENGEBIED EDE
UITVOERINGSPLAN 2008 – 2018 CONVENANT UITVOERING EN FIANCIERING 2007 - 2013
BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED
STRUCTUURPLAN VERFIJNING ZOEKZONES VOOR STEDELIJKE FUNCTIE WONEN EN WERKEN EDE
GEMEENTELIJKE BELEIDSNOTA’S toerisme, economie, wonen
22
Het plan Ruimte voor kwaliteit bestaat uit drie delen. ■ Deel 1 bevat de korte planinhoud. ■ Deel 2 van het Ontwikkelingsplan Buitengebied Ede RUIMTE VOOR KWALITEIT bevat de ontwikkelingsvisie; het beleidskader. Naast deze inleiding bestaat dit deel uit vier hoofdstukken. In hoofdstuk 2 zijn de opgaven van het Ontwikkelingsplan vertaald in de Ontwikkelingsvisie, waarin vanuit een brede integrale benadering een perspectief wordt geschetst voor het buitengebied van Ede en waarbij richtinggevende beleidslijnen worden uitgezet. In de hoofdstukken 3, 4 en 5 is de visie in drie thema’s uitgewerkt. ■ In Deel 3 krijgt de realisatie handen en voeten. Het omvat een agenda voor uitvoeringsprojecten – inclusief de aspecten van financiering – en omschrijft tevens de wijze waarop de gemeente Ede een actieve rol in het buitengebied kan spelen.
Het ontwikkelingsplan is in drie stappen vervaardigd: Initiatief en voorbereiding, Raamwerk en Ontwikkelingsplan. Op 8 februari 2005 heeft het College van Burgemeester en wethouders ingestemd met het product van de tweede stap: “Raamwerk”. Op 5 april 2005 is dit Raamwerk voor een oriënterende bespreking voorgelegd aan de Raadscommissie RO, nadat op 1 april een excursie met Raadsleden naar het buitengebied is gehouden. Het Raamwerk vormde de basis voor het eerste conceptOntwikkelingsplan Buitengebied Ede (eind 2006). Dit concept is in de eerste helft van 2007 uitgebreid. ■ De ontwikkelingsvisie is aangevuld en uitgewerkt. ■ Aan het plan is het onderdeel verfijning zoekzones toegevoegd. Dit onderdeel is afzonderlijk uitgewerkt in een Structuurplan Verfijning Zoekzones voor stedelijke functies wonen en werken Ede. ■ De visie is vertaald in een uitvoeringsprogramma met projecten en een financiële onderbouwing.
Over de cofinanciering is overleg opgestart met de provincie Gelderland. ■ Over het plan is een Milieutoets opgesteld (DHV). In het najaar van 2007 is het plan nog eens voor advies voorgelegd aan de Denktank Landelijk gebied en aan de leden van de Gemeenteraad. De bijgestelde versie ligt thans voor. Bij de procedure om tot vaststelling in de Gemeenteraad te komen hoort een inspraakperiode. Hierin wordt het plan ter visie gelegd. De ingediende zienswijzen zullen in het plan worden verwerkt. Het ontwerpplan zal in 2008 aan de Gemeenteraad worden voorgelegd.
Deel 1. Introductie
Opbouw van het Ontwikkelingsplan
Stappen in het planproces
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
Daarnaast wordt zoveel mogelijk een doorkijk gegeven naar de periode tot 2030.
Begrippenlijst In Reconstructieplan en Streekplan Gelderland worden vaak verschillende termen gebruikt voor begrippen die in beide documenten min of meer dezelfde lading dekken. In het Ontwikkelingsplan Buitengebied is ervoor gekozen om de termen van het Streekplan te gebruiken omdat in de regiovisies (zoeklocaties verstedelijking en functiewisseling) deze termen ook gebruikt worden. In enkele gevallen was het echter toch logischer om de Reconstructietermen te gebruiken. Om verwarring te voorkomen is hierbij een “vertaling” gegeven. Reconstructieplan
Omschrijving
extensiveringsgebied
Geen nieuwvestiging of uitbreiding van internationale veehouderij mogelijk
Concentratie intensieve teelten
landbouwontwikkelingsgebied
Nieuwvestiging van internationale veehouderij mogelijk
Multifunctioneel platteland
verwevingsgebied
Geen nieuwvestiging maar wel onder voorwaarden uitbreiding van int. veehouderij mogelijk
Groen/blauw raamwerk
verwevingsgebied
EHS, waardevol open landschap en open water
Waardevol landschap
verwevingsgebied
Bijzondere visuele, aardkundige en cultuur-historische waarden
23
Deel 3. Realisatie
Streekplan Extensivering intensieve teelten
24
In dit hoofdstuk zijn de vier hoofdlijnen voor de ontwikkelingsvisie bepaald. Deze zijn in de volgende hoofdstukken in drie thema’s uitgewerkt.
2.1 Van opgave naar visie In het agrarisch gebied is sprake van een zeer sterke dynamiek. De bescherming van het milieu maakt het nemen van kostbare maatregelen noodzakelijk. Het aantal agrarische bedrijven neemt in hoog tempo af. De bedrijven die blijven, kunnen dat alleen door sterk te intensiveren, te vergroten of te verbreden. Boeren die dit niet kunnen, starten nevenactiviteiten of zullen hun bedrijf beëindigen. De verminderde ruimtelijke kwaliteit van het landschap en het afnemende economische draagvlak gaan ten koste van de leefbaarheid. De realisatie van ecologische verbindingen in de Vallei verloopt zeer langzaam. In het Reconstructieplan zijn voor de aanpak hiervan kaders afgesproken. Het Ontwikkelingsplan Buitengebeid Ede dient aan te geven hoe de gemeente Ede de kansen op ontwikkeling op elkaar kan afstemmen en in positieve zin kan oppakken, stimuleren en belemmeringen kan wegnemen. Het is de opgave het eigen gemeentelijk ruimtelijk ordeningsbeleid te formuleren, waarin de ontwikkeling wordt afgestemd op de maatschappelijke randvoorwaarden en gecombineerd met het versterken van ruimtelijke kwaliteit.
De Veluwe ontwikkelt zich steeds meer tot een natuurgebied van internationale allure. Dit is voor een belangrijk deel te danken aan specifiek beleid voor de Veluwe. De uitbouw van de kernen Bennekom, Ede en Lunteren moet ozrgvuldig gebeuren gezien de waardevolle relaties tussen de Veluwe en de Vallei. Voor het Ontwikkelingsplan Buitengebied is een belangrijke opgave te zorgen dat de wisselwerking tussen de Veluwe en de Vallei blijft bestaan. In de missie voor het Ontwikkelingsplan staat de zorg voor de kwaliteit van het Edese buitengebied en het streven naar kwalitatief hoogwaardige woon- en werkmilieus in Ede centraal. Het buitengebied moet van waarde zijn voor álle bewoners van de gemeente Ede! De dynamiek moet daarom worden vertaald in integrale ruimtelijke opgaven. Integraal wil hier zeggen, dat nieuwe ontwikkelingen moeten bijdragen aan nieuwe kwaliteit van het buitengebied van Ede; dus zowel op ruimtelijk/fysiek, economisch als op sociaal/maatschappelijk niveau. De visie op het buitengebied van Ede is gericht op de volgende vier beleidsdoelen: ■ een integrale ontwikkelingsgerichte aanpak, ■ een sterke samenhang tussen stad en land, ■ een sterk groen blauw casco, ■ Een sterke eigenheid van Ede.
Deel 3. Realisatie
Tegelijkertijd is er een grote stedelijke dynamiek. De behoefte aan nieuwe woningen is nog steeds groot. Langs de grootschalige infrastructuur worden bedrijventerreinen aangelegd. Traditioneel is er een sterke scheiding in de ruimtelijke ordening van platteland en stad. Een belangrijke opgave voor het Ontwikkelingsplan is het koppelen van beide zodat een meerwaarde ontstaat. Bijvoorbeeld door het combineren van stedelijke opgaven als nieuwe woon- en werklocaties met opgaven als het vinden van nieuwe economische dragers voor het platteland, relaties tussen stad en land en sterke ecologische verbindingen.
Deel 1. Introductie
2. Hoofdlijnen van de ontwikkelingsvisie
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
25
De Veluwe
2.2 Een integrale ontwikkelingsgerichte aanpak De stad, de vallei, de veluwe De gemeente wil ontwikkelingen stimuleren, die zich richten op sterke economische dragers en een aantrekkelijke en duurzame inrichting. De gemeente wil aan dergelijke initiatieven – groot of klein – ruimte geven, mits deze een integrale aanpak krijgen. Een belangrijke rode draad is de koppeling van ontwikkelingsprojecten aan groenblauwe opgaven, waarbij de ‘rode’ ontwikkelingen doorgaans als kostendrager fungeren. Een ontwikkelingsgerichte aanpak wordt toegespitst op deelgebieden die overeenkomstige kenmerken, problemen en kansen hebben.
De stad
Op de Veluwe wordt ingezet op de versterking van de laagdynamische functies: natuur en extensieve recreatie. De niet passende activiteiten worden zoveel mogelijk ingekrompen of naar buiten verplaatst: naar recreatieclusters, de Veluweflank of naar de Vallei. Bij al deze processen wordt een bijdrage aan de ontwikkeling van ruimtelijke kwaliteit als voorwaarde gesteld.
De Vallei
De uitwerking van het Reconstructieplan zal leiden tot een concentratie van intensieve agrarische bedrijven in de open productielandschappen rondom Lunteren. Hier staat de ontwikkeling van agrarische bedrijven voorop. Daaromheen zullen agrarische en nietagrarische functies zich mengen in halfopen landschappen.
De stad ontwikkelt zich als een compact woon- en werkgebied, gekoppeld aan de infrastructuur van snel- en spoorwegen. De randen worden afgestemd op de omgeving van de Veluwe en de Vallei. Tussen Ede en Veenendaal vormt de Groene grens voor een permanente groene geleding met hoge natuurwaarde.
De stad, de vallei, de veluwe
Nieuwe inhoud voor samenhang stad - land
26
2.3 Een sterke samenhang tussen stad en land Nieuwe inhoud voor samenhang stad - land De samenhang tussen stad en land wordt versterkt. De gemeente Ede wil voorkomen dat de stedelijke opgaven een groot beslag leggen op het landelijk gebied. De gemeente wil daarom zoveel mogelijk het bestaande stedelijk gebied benutten voor de woningbouwopgave. Ook de uitbreidingen komen dicht tegen de bestaande kernen aan te liggen. Voor deze uitbreidingen vinden compensaties in het landschap plaats. Daarnaast wil de gemeente Ede op een vernieuwende manier stedelijke met landelijke opgaven te combineren. In het landelijk gebied kan ruimte worden geboden voor nieuwe woon- en werklocaties, welzijns- en zorgvoorzieningen, recreatiegebieden- en routes et cetera. Deze ‘stedelijke’ functies worden nieuwe economische dragers.
Groen blauw casco en groene wiggen
De kenmerkende kwaliteiten van het Edese buitengebied zijn uitgangspunt voor ontwikkeling. Alle nieuwe ontwikkelingen – zowel grootschalige ontwikkelingen als kleinere particuliere initiatieven – dienen voort te bouwen op de huidige kenmerkende kwaliteiten van het Edese buitengebied. Concreet gaat het om de karakteristieken van de cultuurhistorische landschappen van de Vallei, de heideterreinen, landbouwenclaves en oude bossen op de Veluwe en de engen op de flanken ervan. De gemeente wil eigenaren en initiatiefnemers uitdagen en inspireren om de eigenheid van het landschap te betrekken in hun ontwikkelingsplannen. Daarnaast voert de gemeente zelf projecten uit om de karakteristieke onderdelen van het buitengebied te behouden, te onderhouden en te herstellen.
De cultuurhistorische landschappen
De gemeente Ede zet in op het behoud en de versterking van de landschappelijke diversiteit. Als handreiking hanteert de gemeente de brochure ‘Kiezen voor een fraaie omgeving, streekeigen beplantingen in het buitengebied van Ede’. De op te stelen beeldkwaliteitsplannen en een cultuurhistorische beheervisie zullen concrete ontwerpaanknopingspunten bieden bij ontwikkelingsvragen. Namens de gemeente werken landschapscoördinatoren samen met de particuliere eigenaren aan het onderhoud en het
Agrarische cultuurlandschappen
De Veluweflank, de ruggegraat en ‘ziel’ van Ede
De Veluweflank, met het snoer van dorpen en engen, is de ruggegraat en de ‘ziel’ van Ede. Het is voor Ede zo kenmerkende overgang van de Veluwe naar de Vallei. De Veluweflank en de dorpen hebben niet alleen als woongebied maar ook als toeristisch/recreatief milieu een grote potentie. De gemeente wil deze potentie aan de rand van de Veluwe gebruiken om de krimp elders te kunnen opvangen. Daarom wordt op een aantal zorgvuldig gekozen locaties ingezet op toeristische trekkers onder de motto’s ‘Het Middelpunt van Nederland’ bij Lunteren en ‘Otterlo, poort tot de Hoge Veluwe’. Dit wordt gecombineerd met het versterken van de ruimtelijke kwaliteit.
De parels van de Veluwe
Binnen het boslandschap van de Veluwe hebben de Edese en Ginkelse Heide, de landbouwenclaves Vlinderdas en de Driesprong en de oude bosgebieden elk hun eigen ontstaansgeschiedenis. Het zijn de parels van de Veluwe. Hier richt de gemeente het beheer op de hoofddoelstelling natuur, het behoud van de herkenbaarheid en aangepaste mogelijkheden het agrarisch gebruik. Als handreiking voor inrichting en beheer in het boslandschap hanteert de gemeente de brochure ‘Kiezen voor een fraaie omgeving, streekeigen beplantingen in het buitengebied van Ede’.
Ontwikkeling Veluweflank
Parels van de Veluwe
27
Deel 1. Introductie
De ontwikkeling van een sterk Groen blauw casco is nodig, in reactie op de voortschrijdende uitbouw van de stedelijke gebieden van Ede en Veenendaal en de infrastructuurlijnen A12/HSL en A30/ Valleilijn. De omvang van de ontwikkelingen vraagt om het ontwerp van een nieuwe ruimtelijke structuur; een ontwerp voor de verstedelijking en – complementair - een ontwerp voor een groen blauwe structuur: het Groen blauw casco. Dit casco zal voorkomen dat de kernen tot grote agglomeraties aan elkaar groeien. Groene wiggen zullen voorkomen dat Ede en Veenendaal, Ede en Lunteren en Ede en Bennekom aan elkaar groeien. Zo blijft de samenhang tussen de Veluwe en de Vallei bestaan. Bovendien wordt hiermee een samenhang tussen de regionale natuurkernen Veluwe en Utrechtse Heuvelrug gegarandeerd. Het wordt een structuur met een belangrijke landschappelijke, ecologische en recreatieve meerwaarde.
herstel van het karakteristieke patroon van landschapselementen.
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
2.5 De eigenheid van Ede
Deel 3. Realisatie
2.4 Een sterk Groen blauw casco
28
De Veluwe
De belangrijkste opgave is het maken van een robuust Groen blauw casco voor de hele gemeente dat dient als netwerk van natuurgebieden en ecologische verbindingen op verschillende schaalniveaus. Het Groen blauwe casco is tevens het kader voor recreatieve routes voor wandelaars, fietsers en ruiters en voor de ‘wateropgaven’. Het vormt bovendien het ruimtelijk kader voor toekomstige ontwikkelingen op het gebied van wonen, werken en (verblijfs)recreatie. De Veluwe, de Utrechtse Heuvelrug en het Rivierenland zijn de grote regionale natuurkernen in de landelijke ecologische hoofdstructuur. In Ede neemt de Veluwe met zijn (inter)nationale betekenis een aparte positie in. Het is de kern van het Groen blauwe casco in Ede. Daarom dient op de Veluwe sterk te worden ingezet op het vergroten van de natuurwaarden. Daarnaast wordt een kwalitatieve verbetering van de recreatie voorgestaan. Zie hierna paragraaf 3.1.
De Vallei
Om de grote natuurkernen met elkaar te verbinden worden dwars door de Vallei ecologische verbindingszones ontwikkeld. Hiertoe is al enige jaren beleid en instrumentarium ingezet. Binnen het casco dient
er extra aandacht te zijn voor de knelpunten – de flessenhalzen en barrières - in de ecologische verbindingen. De kruisingen met (snel)wegen en spoorlijnen vereisen maatwerk. Het Groen blauwe casco Vallei is in paragraaf 3.2 uitgewerkt.
De landschappen
Ten slotte wordt in paragraaf 3.3 aandacht besteed aan de wijze waarop de eigenheid van de Edese landschappen kan worden versterkt. RUIMTE VOOR KWALITEIT bevat voorstellen om de diversiteit in landschapstypen te behouden en te versterken. Hiermee worden ecologische en cultuurhistorische waarden van het landschap gewaarborgd. Hiermee wordt de jarenlange praktijk van samenwerking van de gemeente Ede met particulieren voortgezet.
3.1 Ontwikkelen van het Groen blauwe casco Veluwe Het beleid voor de Veluwe is gericht op instandhouding en herstel als samenhangend natuurgebied en op het handhaven en kwalitatief verbeteren van de extensieve routegebonden recreatie. Natuurontwikkeling is voor de Veluwe de bovenschikkende doelstelling (Veluwe 2010). Voor de overige functies geldt een restrictief beleid. Nieuwe ontwikkelingen mogen geen nadelige effecten hebben op de aanwezige natuurwaarden.
De gemeente Ede richt zich op de Veluwe op het inperken van de ‘rode functies’ en de verstoringen ten gevolge van toe-nemende gebruik voor recreatie. De flanken (de ruggegraat en ‘ziel’ van Ede) en de parels van de Veluwe blijven de beeldbepalende elementen. De gemeente Ede wil de bijzondere beeldkwaliteit ervan behouden en versterken.
Zonering recreatie - natuur
De kern van de recreatie ligt in extensieve routegebonden recreatie. Deze zal ruimte krijgen door uitbreiding en verbetering van het netwerk van fiets-, voet- en ruiter-paden. De mogelijkheid van een Veluwe- transferium in plan Ede-Oost wordt onderzocht. Verblijfsrecreatie - inclusief groepskamperen en het natuurkamperen – blijft op de Veluwe beperkt tot de bestemde terreinen en recreatieclusters. Verblijfsrecreatie in de vorm van minicampings wordt op de Veluwe niet toegestaan. Onder het motto ‘krimp en groei’ worden alle bestaande rode functies met be-bouwing en hun verstoring op de omgeving kritisch bekeken in relatie tot de natuurdoelstelling van de Veluwe. De functies op de Veluwe moeten een constructieve relatie hebben met de omringende natuur. Hoewel aan de recreatie op de Veluwe beperkingen worden opgelegd, moet het gebied toch aantrekkelijk en toegankelijk blijven. De ontwikkeling van intensievere vormen van dagrecreatie en verblijfsrecreatie wordt beperkt tot de recreatieclusters bij
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
De kwaliteit van natuur en landschap in Ede wordt versterkt door te bouwen aan het Groen blauwe casco en door de eigenheid van de landschappen te versterken.
Deel 1. Introductie
3. Kwaliteit van natuur en landschap
Deel 3. Realisatie
29
¨ ¨ ¨
¨
¨
¨
¨
¨ ¨
¨
¨
30
Het beleid van Ede voor de Veluwe is gericht op het scheppen van gunstige voorwaarden voor natuurontwikkeling en – beheer: schoon milieu, stilte, rust, duisternis, samenhang.
Natuurbeheer
Onder invloed van natuurgericht beheer zal bos en heidelandschap van uiterlijk veranderen. In de bossen zal het productiebeheer veranderen in natuurbeheer. Het aandeel naaldhout en productiehout zal verminderen. Wel wordt hierbij gestreefd naar het behoud van de bijzondere karakteristieken van het bos- en heidelandschap, zoals de verdichte ge-bieden, continuïteit en herkenbaarheid van de cultuurhistorische wegenstructuur, karakteristieke bosontwerpen en de zandwegen. Meer rust, minder doorsnijding. Door het weren van (sluip)verkeer wordt het aantal doorsnijdingen verminderd en zal de rust toenemen. Daarnaast wordt de ontsnippering (opheffen barrières voor wild) doorgezet.
Renkumse poort
In het Edese hoog gelegen deel van het beekdal van de Renkumse beek wordt aangesloten op het project Renkumse Poort; schakeling van de Veluwe met de natuur langs de Nederrijn. Maatregelen aan de bovenloop van de Beek, het aanbrengen van faunapassages onder de A12 en het natuurgericht beheer op de enclave De Ginkel dragen bij aan de natuurwaarde en de samenhang van het gehele dal van de Renkumse beek.
Passende activiteiten op de enclaves
Activiteiten en ontwikkelingen op de Veluwe en de flanken dienen een constructieve bijdrage te leveren aan de bijzondere
Groene wiggen
■
De kernen Lunteren en Ede, tussen Ede en Bennekom en tussen Bennekom en Wageningen dreigen aan elkaar te groeien. De gemeente wil dit voorkomen door groene wiggen tussen de bebouwingskernen te behouden en zo ervoor zorgen dat de samenhang – voor natuur en recreatie! – tussen de Veluwe en de Vallei blijft bestaan. Per groene wig wordt een visie opgesteld, die een doorvertaling zal krijgen in inrichtingsmaatregelen en de herziening van het bestemmingsplan.
Ontwikkeling van de flanken van de Veluwe
De gemeente pakt de versterking van de beeldkwaliteit, natuurwaarde en recreatieve attractiewaarde van de flanken actief aan. ■ Om Bennekom, Lunteren en Otterlo als vitale Veluwse dorpen te behouden, wil de gemeente ruimte bieden voor de noodzakelijke uitbreidingen. Zorgvuldige inpassing van de uitbreidingen in zowel de dorpsstructuur als het omringende landschap is daarbij nodig.
Dynamiek aangrijpen voor nieuwe ruimtelijke kwaliteit
De gemeente zal bij dynamiek op de Veluwe – zonering activiteiten, ontwikkeling van de recreatieclusters, aanpak engen et cetera – sturen op bijdragen aan ruimtelijke kwaliteit. ■ Om de diverse ontwikkelingen op het noordwestelijk deel van de Veluwe optimaal te kunnen begeleiden en sturen wordt een gebiedsvisie opgesteld. Daarmee wordt het mogelijk om
31
Deel 1. Introductie
■
De realisatie van de recreatieclusters Otterlo en Lunteren versterken deze aanpak. Op de engen staat de landbouw onder druk, vanwege de vele randvoorwaarden die de ligging bij het Veluwemassief met zich meebrengt. Op de engen is maatwerk vereist, om nieuwe economische dragers te introduceren zonder de kwaliteiten verloren te laten gaan. Dit geldt in het bijzonder voor de Doesburger Eng, omdat deze ook de groene wig tussen Veluwe en Vallei vormt. Bij de noodzakelijke vernieuwing op de engen staat het behoud, herstel en versterking van bestaande kwaliteiten – als ruggegraat en ‘ziel’ van Ede voorop. Maatregelen zijn hier gericht op het behoud van de openheid, zichtrelaties met de Vallei, het reliëf van bolle akkers en het herstel van stijlranden en holle wegen (schaapsdriften). Als handreiking hanteert de gemeente de brochures ‘Kiezen voor een fraaie omgeving, streekeigen beplantingen in het buitengebied van Ede’. Ingrijpende wensen zijn de ontstening van de eng en de vermindering van het areaal maïsland en boomteelt en ten gunste van meer traditionele gewassen. Voor de essen op de flanken van Veluwe streeft de gemeente naar het beperken van de bebouwing en van opgaande beplantingen. Bij functieverandering naar wonen of naar een niet-agrarische functie, wordt deze bij voorkeur gerealiseerd in de nabijgelegen zoekzone voor landschappelijke versterking; de ‘overgangszone’. Hiermee wordt op de engen een maximale bijdrage geleverd aan de ‘ontstening’. Alleen in bijzondere gevallen, zoals bij aanzienlijke sloop of bij een substantiële bijdrage aan het herstel van de engen, kan daarvan worden afgeweken.
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
Naar een sterk samenhangend natuurgebied
ecologische en cultuurhistorische waarden ervan. De kwaliteiten bepalen vooral het natuurlijke en duurzame imago van alle activiteiten en accommodaties op de Veluwe. Agrarische ontwikkelingen op de engen en de enclaves van Veluwe worden afgestemd op natuurbehoud- of natuurontwikkeling. Uitbreiding van de bebouwing wordt niet voorgestaan, maar kan in uitzonderingssituaties toch toelaatbaar en gewenst zijn. ■ Voor de oude Veluwse landbouwenclave De Ginkel staat het samenspel natuur en agrarisch grondgebruik centraal. Volledige omvorming naar natuur wordt hier niet voorgestaan. Zo blijft hier een waardevolle mix van natuur en cultuurhistorie bestaan. Nieuwe functies (recreatief medegebruik) worden getoetst aan bestaande specifieke kwaliteiten van het gebied. ■ Op De Driesprong streeft de gemeente Ede naar een combinatie van landbouw, natuur, zorg en recreatie. De begeleiding van bestaande bedrijven – functieverandering, nevenactiviteiten – in de richting van de Veluwse doelstellingen vereist maatwerk vanuit de gemeente.
Deel 3. Realisatie
Otterlo en Lunteren. Op basis van de clustervisies Otterlo en Lunteren is wel vernieuwing en uitbreiding mogelijk. Daaraan ligt dan een integrale afweging ten grondslag in het verlengde van een groei- (op plaatsen waar het kan) en krimpscenario (daar waar je problemen kan oplossen). Bovendien wordt de opvang in de Vallei vergroot met de aanleg van een recreatieplas tussen Ede en Veenendaal (ISEV).
32
3.2 Ontwikkeling Groen blauw casco Vallei De gemeente Ede wil in de Vallei een robuust groen blauw casco realiseren als buffer tussen de grote kernen; als ecologische verbinding tussen natuurgebieden en als uitloopgebied. Dit Groen blauw casco geeft tevens richting aan nieuwe verstedelijking op lange termijn.
De ecologische verbindingen Lunterse Beek en Grebbelinie, Grift, Nederrijn vormen de schakel tussen de Veluwe, de natuurgebieden in de Vallei, de Utrechtse Heuvelrug en Rivierenland. Het zijn deze provinciale verbindingszones, die het primaire Groen blauw casco Vallei vormen. Delen van dit groen blauwe casco zijn in ontwerp al gereed en zullen de komende jaren uitgevoerd worden. Dit geldt voor Veenendaal-oost en voor de groenzones binnen ISEV.
Realisatie gemeentelijke verbindingszones;secundair casco Het groene casco in de Vallei heeft een sterke impuls nodig voor de toegenomen druk op natuurwaarden, voor de toegenomen behoefte aan recreatieruimte voor de bewoners, en voor een blijvende groene kwaliteit en leefkwaliteit van de groeiende woonomgeving. Daarom wordt het primaire casco aangevuld met het secundaire casco: twee gemeentelijke groene verbindingen De gemeente Ede legt de prioriteit bij de ontwikkeling van De Klomp, Ederveen, Wallenburg (Vallei Midden).
Het secundaire Groen blauwe casco De Klomp, Ederveen, Wallenburg
Met de ontwikkeling van de groene verbinding De Klomp, Ederveen, Wallenburg wil
Deel 1. Introductie
Realisatie provinciale verbindingszones; primair casco
de gemeente Ede de samenhang tussen de Veluwe en de Vallei versterken. Hiervoor worden fysieke maatregelen genomen: de aanleg van verbindende landschapselementen en recreatieve routes. Realisatie door middel van maatregelen in landschapsbeheer wordt doorgezet. Ook functieveranderingen en de toepassing van de Rood voor groen regeling zijn mogelijk om nieuwe onderdelen te realiseren. De groene verbinding sluit aan op de Doesburger Eng en de Groene wig Ede Lunteren.
Het secundaire Groen blauwe casco Bennekomse Meent, De Kraats, De Hoeven.
De gemeente Ede wil met deze groene verbinding de groene geleding tussen Ede en Bennekom en de ecologische schakelfunctie tussen de Veluwe en de Vallei versterken. Realisatie door middel van maatregelen in landschapsbeheer wordt doorgezet. Ook functieveranderingen en de toepassing van de Rood voor groen regeling zijn mogelijk om nieuwe onderdelen te realiseren. In de groene wig tussen Ede en Bennekom is de beplanting rond de Hoekelumse Eng hersteld en het Doornbos aangelegd. De aanleg van een dassentunnel onder de (verbreedde) A12 door Rijkswaterstaat is gepland. De gemeente Ede laat een landschapsplan opstellen, waarin de stedenbouwkundige ontwikkelingen van Ede Oost, de nieuwe infrastructuur en de ecologische verbindingen op elkaar worden afgestemd. Het plan wordt daarna verwerkt in het nieuwe bestemmingsplan buitengebied.
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
■
De wijze waarop het Groen blauwe casco Vallei vorm krijgt, wordt mede bepaald door de eigenheid en basiskwaliteiten van het landschap van de Vallei.
Deel 3. Realisatie
■
waarden in het proces in te brengen, ontwikkelingen op elkaar af te stemmen en ook optimale oplossingen voor eventuele compensaties aan te geven. In het plan wordt de migratieroute noordwest Veluwe opgenomen. De vereiste compensatie vanuit de projectontwikkeling Ede Oost en ENKAterrein kan eveneens in het plan worden betrokken. Ede wil concrete bouwprojecten ten behoeve van bestaande functies alleen dan mogelijk maken, indien er sprake zal zijn van aantoonbare bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit. Dit is ook de achterliggende gedachte bij de ontwikkeling van de recreatieclusters bij Otterlo en Lunteren. Ede maakt het mogelijk dat eventueel vrijkomende terreinen van Defensie, zorginstellingen of niet-agrarische bedrijven een andere passende bestemming krijgen, zoals wonen, zorg of (verblijfs)recreatie in samenhang met natuur. Aan herontwikkeling wordt de verplichting tot (gedeeltelijke) sloop en het leveren van bijdragen aan natuur- en landschapsontwikkeling verbonden.
33
34
De bijzondere landschapstypen als de engen, het boslandschap, het veenlandschap zijn nog voor iedereen te onderscheiden. Ten gevolge van modernisering in het agrarisch beheer zijn in de landschappen in de Vallei veel kenmerkende elementen verdwenen of blijft het onderhoud achter. De gemeente Ede voert al jaren een actief beleid om eigenaren te steunen bij het behoud en onderhoud van waardevolle landschapselementen. Daarmee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het behoud van de cultuurhistorische en ecologische waarden van het landschap. Functieverandering en vernieuwing zijn aan de orde van de dag en leiden tot een nieuwe eigentijdse inrichting van gebouw, erf en landschap. De gemeente wil de vernieuwing van functies en activiteiten stimuleren, maar streeft daarbij ook naar een goede afstemming op de cultuurhistorische en ecologische waarden van de verschillende landschappen.
Cultuurhistorische landschappen
De gemeente Ede zet in op het behoud en de versterking van de landschappelijke eigenheid (zie het overzicht hieronder en de kaart Landschapsontwikkeling) in de cultuurhistorische landschappen van de Vallei en op de Veluweflank. De gemeente beschikt over de volgende mogelijkheden om hierin te sturen:
■
■
Het Engenlandschap
Het Engenlandschap bestaat uit meerdere engen gelegen op de overgang van het Veluwemassief en de Gelderse Vallei. Het zijn cultuurhistorisch en landschappelijk zeer waardevolle open akkergebieden. De
gronden kenden een gemeenschappelijk gebruik. Door de plaggenlandbouw sinds de 12 eeuw – het verrijken van de grond door stalmest gemengd met heideplaggen – zijn de gronden steeds hoger en boller komen te liggen. De randen worden gevormd door het bosmassief van de Veluwe aan de hoge kant en aan de lage zijde de oude ontginningsbasis met veel karakteristieke en monumentale boerderijen en rijk beplante erven en wegen. De erven bestaan uit kleinschalige bebouwing met stallen in diverse richtingen. Karakteristiek is de bolle ligging en de openheid van de engen en de beslotenheid van de randen. Kenmerkende beplantingen van dit landschap zijn: ■ eikensingels of -wallen langs de ontginningsbasis, ■ struweelbeplanting / houtsingels langs de schaapsdriften, ■ rijke erfbeplanting.
Het Kampenlandschap
Het Kampenlandschap is een kleinschalig agrarisch landschap, dat is gevormd door individuele ontginningen. Bebouwing en beplantingen volgen het onregelmatige reliëf. Percelen zijn blokvormig en eigendommen werden door brede beplantingen van elkaar gescheiden. Hoogteverschillen als gevolg van individuele plaggenlandbouw zijn nog steeds aanwezig. Wegen kennen een kronkelend verloop. De weilanden bevinden zich van oudsher in de nattere laag gelegen delen; de akkers op de hogere droge delen. Door de verbeterde ontwatering is dit echter steeds meer gemengd. De karakteristieke bebouwing is de Hallehuisboerderij. Nergena en omge-
Deel 1. Introductie
3.3 Landschappelijke kwaliteit
Voortzetting van het actieve beleid om eigenaren te steunen bij het behoud en onderhoud van waardevolle landschapselementen. Door per landschap doelgericht specifieke inrichtings- en beheermaatregelen te bevorderen wordt de landschappelijke karakteristiek versterkt. Om functieverandering en vernieuwing te begeleiden gaat de gemeente Ede beeldkwaliteitsplannen opstellen. Daarmee geeft de gemeente Ede aan eigenaren en initiatiefnemers aanknopingspunten voor een zorgvuldige aanpak van de bebouwing en de inrichting van erf en landschap. Om bijzondere cultuurhistorische elementen te behouden en beleefbaar te maken zal de gemeente een cultuurhistorische beheervisie opstellen. Het gaat om elementen, die hun verhaal over het verleden vertellen. Enkele voorbeelden zijn de oude handelsweg van west naar oost de Hessenweg, de schaapsdriften van de Veluwe naar de stallen op de engen, de stegen van het Binnenveld, de Grebbelinie, de gedenksteen van de eerste vliegtuigvlucht in 1911. Het gaat ook om elementen op particuliere erven. De nog aanwezige elementen worden hersteld, krijgen aandacht bij het beheer en kunnen aanknopingspunten zijn bij het maken van ruimtelijke plannen.
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
■
Deel 3. Realisatie
De uitvoeringsmaatregelen worden gerealiseerd door mee te liften in het project Ede Oost en de herontwikkeling van het ziekenhuisterrein.
35
ving Nederwoud zijn karakteristiek met veel monumentale boerderijen. Nergena en de Westeneng zijn cultuurhistorisch en landschappelijk de meest waardevolle gebieden. Het Kampenlandschap kent een scala aan beplantingsvormen. Kenmerkende beplantingen van dit landschap zijn: ■ eikenlaanbeplanting langs de vele kronkelige wegen, ■ langs beken staan knotwilgen, of nog van uit het verleden brede beplantingen, ■ eikengaarden bij boerderijen, ■ perceelgrenzen vormgegeven door houtwallen en houtsingels.
Veenontginningslandschap Ederveen
Dit landschap rondom Ederveen is - nadat de Rijn van dijken was voorzien – na 1855 ontgonnen. Het landschap is een laag gelegen kleinschalig nat gebied met een sterke eigen identiteit. Het grondgebruik is vooral weide en hooiland. Het gebied heeft een beplantingspatroon van lange rijen knotbomen, die de grenzen van de smalle kavels markeren. De bebouwing staat op de koppen van de kavels in lange linten langs de ontsluitingswegen. Op het erf is er meestal met de landschapsrichting mee gebouwd. Door vererving is later ook achterop de kavels gebouwd en zijn toegangswegen evenwijdig aan de landschapsstructuur aangelegd. De bebouwingsdichtheid is relatief hoog. Een landschappelijk element van formaat is het eikenwallengebied van de Wallenburgersteeg. Deze maakt ook onderdeel uit van een van de gemeentelijke ecologische verbindingszone. Kenmerkende beplantingen van dit landschap zijn: ■ de grote hoeveelheid rijen knotwilgen, elzen en – essen op kavelgrenzen langs sloten en langs wegen, ■ hoge bomen op de erven (Eik, Kastanje), op hoger gelegen delen en in de vorm van eikenwallen; de omgeving van de Wallenburgersteeg.
Het veenontginningslandschap Binnenveld
Dit is een waardevol open en nagenoeg onbebouwd landschap tussen de stuwwallen met als laagste punt de rivier De Grift. Het is later ontgonnen dan het gebied rondom Ederveen. Het gebied kenmerkt zich naast de openheid door smalle opstrekkende kavels in
36
oost-west richting. De grond is vooral in gebruik als gras- en hooiland. Enkele rechte noord-zuid lopende wegen zijn beplant. Kenmerkende beplantingen van dit landschap zijn: ■ populieren- en essenrijen langs enkele wegen, ■ weinig erfbeplanting.
De jonge heide- en broekontginningen
Het heide- en broekontginningslandschap is vanaf 1850 tot de eerste deel van de vorige eeuw ontgonnen. Deze gronden werden geschikt gemaakt voor de landbouw door het verbeteren van ontwatering, introductie van kunstmest, het aanleggen van infrastructuur en het opheffen van de gemeenschappelijk marken. Deze landschappen vinden we vooral in de lagere dekzandgebieden van de Gelderse Vallei. Van oudsher hadden de broekontginningen een rijkere beplantingsstructuur dan de heideontginningen. De verschillen zijn nu niet meer duidelijk waarneembaar. Het landschap wordt gekenmerkt door een rationele verkaveling, bestaande uit rechte lijnen en vierkante bouwvlakken. Er is veel wegbeplanting en weinig perceelsrandbeplanting. Door de flinke afstanden tussen de ontsluitingswegen is het landschap ruim en open. Grond wordt gebruikt als gras- en akkerland. In het gebied liggen veel grote agrarische bedrijven met forse stallen. De situering van de bebouwing op het erf kent een rationele opzet, waarbij de bedrijfsbebouwing overwegend haaks op de ontsluitingsstructuur staat. Kenmerkende beplantingen van dit landschap zijn: ■ laanbeplanting; afhankelijk van de hoogteligging Eiken, Populier, Els, ■ restanten van houtwallen en singels, ■ beplante voorerven.
Het boslandschap
De Veluwe bestond aanvankelijk uit bos. Intensieve begrazing leidde tot degeneratie van het bos en uiteindelijk tot heide en zandverstuivingen. Eind 19de eeuw zijn deze gronden weer massaal ingepland met naaldbossen. Het boslandschap kent grote hoogteverschillen. Afwisselend komen open stuifzand, heide, landbouwenclaves en besloten boslandschappen voor. De diverse delen hebben een eigen herkenbare ontsluitingsstructuur (rationeel, park-
achtig). Het gebied wordt doorsneden door nog herkenbare lange oude verbindingswegen, zoals de Hessenweg, Koeweg, verlengde Arnhemseweg, Harderwijkerweg etcetera. De oude landbouwenclaves hebben meestal de kenmerken van het kampenlandschap. De jongere enclaves hebben de kenmerken van het heideontginningslandschap. Versnippering in het beheer en verstoring door recreanten vormen bedreigingen voor de natuurwaarden. Het dichtgroeien van de heideterreinen doet schade aan ecologische en cultuurhistorische waarden ervan. In de laatste decennia wordt gestreefd naar het in stand houden van de resterende heide en zandverstuivingen en wordt door omvormingsbeheer de groei van inheemse streekeigen bossen met Berk, Eik en Beuk bevorderd. Hiermee wordt een gevarieerd en uitgestrekt landschap met grote waarden voor natuur, cultuur en recreatie in stand gehouden. Kenmerkende beplantingen van dit landschap zijn: ■ aaneengesloten loofbossen; Zomereiken - berkenbos algemeen voorkomend en soms Wintereiken – beukenbos, ■ grote oppervlakten naaldbomen; Grove den, Douglas, Fijnspar, ■ solitaire bomen en kleine groepje eiken en berken op de open heidevelden, ■ laanbeplantingen.
Landschapsbouw in de zoekzones voor landschappelijke versterking
Op aandrang van de gemeente Ede zijn in de streekplanuitwerking Zoekzone stedelijke functies en landschappelijke versterking (vastgesteld 2006) ‘zoekzones landschappelijke versterking’ opgenomen. Deze zoekzones vallen binnen het multifunctioneel platteland (streekplan) en het verwevingsgebied (Reconstructieplan). Omdat voor deze landschappelijke versterking slechts in beperkte mate subsidies beschikbaar zijn, wordt de ontwikkeling afhankelijk gemaakt van Rood voor groen projecten Zie verder paragraaf 4.3. De gemeente zal de wijze waarop de landschappelijke versterking plaats vindt (beoogde maatregelen, Rood voor groen instrumenten) uitwerken en voorleggen aan de provincie. In de zoekzones voor landschappelijke versterking kan landschapsbouw ook
De hiervoor al genoemde gemeentelijke ecologische verbindingen De Klomp, Ederveen, Wallenburg en de verbinding Bennekomse Meent, De Kraats, De Hoeven liggen beide binnen zoekzones voor landschappelijke versterking. Landschapsbouw kan deze verbindingen versterken. ■ Om de verbinding De Klomp, Ederveen, Wallenburg meer body te geven, staat de gemeente Ede de ontwikkeling van een landgoederenzone voor. Bij de uitwerking en realisatie wordt rekening gehouden met de karakteristieken van het veenontginningslandschap, vooral de klein-
■
Deel 1. Introductie
In de landbouwontwikkelingsgebieden zal de openheid worden versterkt. Landschapsontwikkeling richt zich op erven, wegen en misschien oevers en zal daar ondergeschikt zijn aan de agrarische hoofddoelen. In de overgangszone tussen de flanken van de Veluwe en het landbouwontwikkelingsgebied streeft de gemeente echter naar landschappelijke versterking. De functionele diversiteit van het verwevingsgebied kan hier samengaan met een zekere landschappelijke verdichting. Bij functionele aanpassingen zal de gemeente Ede de betreffende initiatiefnemers stimuleren in te spelen op de
Twee groene verbindingen en landschapsbouw
schalige intensieve verkaveling. Deze zone kan gaan functioneren als groene geleding en als recreatief uitloopgebied voor alle Edenaren. Met de ontwikkeling van deze landgoederenzone wordt voor de toekomstige woon- en werkgebieden van Ede in Vallei Midden (na 2015) een groene inbedding geboden. De verbinding Bennekomse Meent, De Kraats, De Hoeven is opgebouwd uit het verdichte patroon van landschapselementen: singels, bosjes, bomenrijen, bermen en oevers. Met landschapbouw door de toepassing van de Rood voor groen instrumenten kan de natuurwaarde in deze verbinding worden versterkt. Bij de uitwerking en realisatie wordt rekening gehouden met de karakteristieken van het kampen- en broekontginningslandschap.
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
De overgangszone langs de flanken van de Veluwe
karakteristieke kenmerken van het kampen- en heideontginningslandschap.
Deel 3. Realisatie
voortvloeien uit compensatieopgaven; ten gevolge van de ontwikkeling van woningbouwlocaties.
37
38
Drie speerpunten Om deze vorm van vitale plattelandseconomie te stimuleren hanteert de gemeente drie speerpunten. ■ Voorwaarden scheppen voor de continuïteit van de agrarische bedrijven; inclusief mogelijkheden voor vernieuwing en verbreding (paragraaf 4.1) ■ ruimte bieden voor niet-agrarische activiteiten (paragraaf 4.2), ■ ruimte bieden voor landelijk wonen (paragraaf 4.3),
■
op de kaarten uitwerking Vitaal Platteland en Niet-agrarische activiteiten bij deze paragraaf is de koppeling van de beleidsuitspraken met het gebied aangegeven.
Transformatie als integrale ontwerpopgave van regio en gemeente De gemeente Ede benadert de transformaties als ontwerpopgaven, waarbij naast de economische haalbaarheid ook historie, ecologie, landschap, milieu worden betrokken. In alle gevallen ontstaan nieuwe economische mogelijkheden in combinatie met bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit van de bebouwingen, de erven en de landschappen. De realisatie van dit beleid zal afhangen van de afspraken die de regio De Vallei (de gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude en Wageningen) maakt met de provincie Gelderland over de Regionale beleidsinvulling functieverandering en nevenactiviteiten. Daarbij gaat het om de mogelijke transformatie naar niet-agrarische functies, de ontwikkeling van landelijk wonen en over de sloop van vrijkomende bedrijfsgebouwen. Bij de herziening van het bestemmingsplan, in de op te stellen beleidsdocumenten (zoals een beeldkwaliteitsplan) en in de brochure ‘Streekeigen beplanting in het buitengebied van Ede’ wil de gemeente integrale randvoorwaarden stellen en
daarnaast inspirerende handreikingen voor ruimtelijke kwaliteit geven.
4.1 Sterke levensvatbare landbouw Een sterke levensvatbare landbouw is de drager van een groen en vitaal platteland. De agrarische ondernemers kunnen twee richtingen kiezen om hun bedrijven voort te zetten en te moderniseren: specialisatie voor de wereldmarkt of verbreding van activiteiten. De gemeente wil beide richtingen mogelijk maken. Daarmee wordt direct aangesloten op het Reconstructiebeleid. Een extra stimulans kunnen de projecten van Food Valley vormen.
Specialisatie in de landbouwontwikkelingsgebieden
Voor zowel intensieve als grondgebonden bedrijven zijn er in de landbouwontwikkelingsgebieden goede mogelijkheden voor schaalvergroting, innovatie en specialisatie voor wereldmarkt. Hoewel dit het concentratiegebied voor intensieve teelten is, zijn er ook in de verwevingsgebieden – dankzijde de 30% regeling - kansen voor de uitbreiding van intensieve bedrijven. Bij de uitbreiding en nieuwvestiging van intensieve bedrijven wil de gemeente Ede de maatvoering beperken, om een fabrieksmatige bedrijfsvoering te voorkomen. De gemeente blijft uitgaan van gezinsbedrijven.
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
De gemeente Ede wil aan ondernemers en belanghebbenden in het buitengebied ruimte bieden zich te ontwikkelen. De initiatieven komen vanuit het gebied. De gemeente biedt het beleidskader en zal bij de vernieuwing en bij transformaties een dienstverlenende en faciliterende rol spelen. Voor een vitaal platteland is een verbrede plattelandseconomie noodzakelijk. Daarin wordt zowel de agrarische als de nietagrarische bedrijvigheid gezien als nieuwe economische drager. De moderne plattelandseconomie vervult ’stedelijke’ behoeften van welzijn/zorg, dagrecreatie, nieuw wonen en innovatieruimten. Alle bestaande grondeigenaren en grondgebruikers krijgen de kans zich te ontwikkelen. De ontwikkeling wordt altijd gekoppeld aan de beperking van de omvang van gebouwen en aan bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit.
Deel 1. Introductie
4. Uitwerking vitaal platteland
Deel 3. Realisatie
39
40
Verbreding
Verbreding en afstemming op de regionale economie biedt ook goede kansen voor de agrarische ondernemers. In de verwevingsgebieden liggen goede kansen in het combineren van gangbare of biologische grondgebonden landbouw, streekproducten, zorglandbouw, minicampings en andere vormen van recreatie. Hierbij passen ook “groene en blauwe” diensten zoals natuurbeheer en waterberging. De verwachting is dat in 2015 85% van de bedrijven een tweede tak op het bedrijf of een niet-agrarisch neven-beroep hebben. ■ Bij de ontwikkeling van niet-agrarische nevenactiviteiten is flexibiliteit van de kant van de gemeente Ede vereist. De gemeente wil daarvoor de noodzakelijke planologische ruimte bieden. Een kwart van het bebouwde oppervlak mag daartoe worden aangewend; tot een maximum van 350 m2 per bedrijf. ■ Recreatie en zorg – in hoofdzaak dagopvang voor mensen met psychische of psychiatrische problemen, burn-out of moeilijke arbeidsmarktplaatsing, verpleging – worden gezien als de meest geschikte vormen van nevenactiviteiten in combinatie met landbouw. Om juist deze vormen te stimuleren zal
Food Valley
De gemeente Ede steunt het Food Valley concept en wil dit versterken of verbreden als toekomstperspectief voor ondernemers in de Vallei. Ede werkt mee aan de verdere ontwikkeling door reserveringen voor productie-bedrijven op traditionele bedrijfsterreinen. Wellicht zijn na 2015 grootschalige nieuwe locaties voor bedrijven nodig. Ede zal planologische ontwikkelingsruimte bieden voor nieuwe typen van bedrijfsruimte en grondgebruik in het buitengebied. Dit zal verder ondersteund worden door de introductie van pilotprojecten waarbij de agrarische ondernemers het Food Valley concept in praktijk kunnen brengen.
4.2 Niet-agrarische functies De niet-agrarische functies bepalen in steeds sterkere mate het economisch draagvlak van het buitengebied van Ede.
Transformatie agrarische bedrijven Ondanks de kansen voor agrarische bedrijven om zich verder te ontwikkelen en om nevenactiviteiten te ontplooien, valt niet
Deel 1. Introductie
■
te voorkomen dat er voor een groot deel van de agrarische bedrijven in Ede geen toekomst meer is weggelegd. Voor de komende tien jaar wordt het aantal bedrijven dat stopt, geschat op 500. Deze bedrijven krijgen de kans om van functie te veranderen via een ‘warme’ sanering. Doordat de sloop van overtollige bebouwing wordt gecombineerd met nieuwe ruimtelijke kwaliteit en investeringen in landelijk wonen en werken ontstaat hiermee een maatschappelijke winst.
Functieverandering naar wonen
Bij sloop van alle bedrijfsbebouwing met een minimum nog nader te bepalen oppervlakte bedrijfsbebouwing mag er een nieuw woongebouw worden opgericht. Het samenvoegen of salderen van de te slopen oppervlakte van meerdere locaties is toegestaan om tot de vereiste oppervlakte te komen, mits op de locaties waar de aanvullende oppervlakte worden ‘gehaald’, alle (voormalige) bedrijfsgebouwen worden gesloopt en de bestemming wordt gewijzigd. Deze nieuwbouw kan ook elders worden gerealiseerd; bijvoorbeeld bij één van de buurtschappen of in aansluiting op de bebouwde kom bij één van de dorpen. Zie hierover de toelichting over ‘landelijk wonen’ in paragraaf 4.3.
Functieverandering naar niet-agrarische bedrijven of woonwerk-combinaties
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
De provincie Gelderland is de trekker in het gebiedsproces voor het landbouwontwikkelingsgebied Lunteren (Ede) – Kootwijkerbroek (Barneveld). De gemeente Ede gaat er van uit dat gemeenten en provincie hier samen optrekken en dat de provincie bijdraagt aan een door de gemeente Ede op te stellen planologische regeling (bestemmingsplan).
de gemeente Ede voor recreatie en zorg meer planologische ruimte bieden; maximaal 500 m2 per bedrijf. Uitbreiding van het netwerk van fiets-, wandel- en ruiterroutes zullen het buitengebied aantrekkelijker maken voor recreatie- en zorgactiviteiten. In het landbouwontwikkelingsgebied vinden dit soort stimulansen niet plaats.
In het buitengebied komen van oudsher veel niet-agrarische bedrijven voor. De niet-agrarische bedrijvigheid kan – naast wonen – uitgroeien tot één van de belangrijkste nieuwe economische dragers van het buitengebied.
Deel 3. Realisatie
Actieve provinciale inzet in landbouwontwikkelingsgebieden
41
Niet-agrarische activiteiten
42
Verblijfsrecreatie
De gemeente Ede ziet de niet-agrarische bedrijvigheid, maatschappelijke voorzieningen, zorgfuncties en recreatieve functies als belangrijke dragers van een vitaal en leefbaar platteland. Daarom wordt hiervoor planologische ruimte bij groei geboden.
Bestaande niet-agrarische bedrijven
Bij uitbreiding van bestaande nietagrarische bedrijven is een groei van 20% toegestaan tot een maximum 1000m2. Bij expansie naar meer dan 1000m2 is echter verplaatsing naar een (lokaal) bedrijventerrein nodig. In de groene verbindingen ligt het maximum op 750 m2.
Bestaande instellingsterreinen
Een bijzondere vorm van niet-agrarische bedrijvigheid zijn de vele zorginstellingen en defensieterreinen die het buitengebied
Vanwege de vraag naar meer korte vakanties wil Ede, dat er goede mogelijkheden zijn voor verblijfsrecreatie. Doel is te komen tot een verbreding van het aanbod, zodat voor verschillende doelgroepen gedurende het gehele jaar accommodaties beschikbaar zijn. Daarbij wordt gestuurd op een evenwichtige afstemming tussen ontwikkelingsmogelijkheden en ruimtelijke kwaliteit. Voor de Veluwe betekent dit een aanpak van ‘krimp en groei’. De accommodaties op de Veluwe krijgen geen ontwikkelingsruimte meer; op de flanken – in de recreatieclusters – wordt die ruimte wel geboden. De gemeente Ede acht een toename van het aantal hotels en recreatiewoningen wenselijk, zodat meer toeristen het hele jaar door naar Ede komen. Ondernemers dienen hiervoor ruimte te krijgen. Tevens wil de gemeente Ede de mogelijk-
Hotels
Voor hotels worden mogelijkheden geboden op voor toeristen aantrekkelijke locaties, waar wordt aangesloten op bestaande knooppunten en/of toeristisch recreatieve accommodaties. Een andere sterke combinatie is natuur en wellness. In een nieuw kuuroord of zorghotel kan deze combinatie worden benut. Een dergelijke wellness-voorziening zou voor de gemeente Ede een belangrijke kwaliteitsimpuls betekenen. Deze vraag moet door marktpartijen worden opgepakt en zal door de gemeente zo goed mogelijk worden gefaciliteerd
Deel 1. Introductie
Bestaande niet-agrarische activiteiten
heden voor kleinschalige campings (minicampings) in het agrarisch buitengebied verruimen.
Verblijfsrecreatie in recreatieclusters Otterlo en Lunteren
Ede stimuleert en faciliteert de kwalitatieve groei van de verblijfsrecreatie op de Veluwe in de recreatieclusters Lunteren en Otterlo. Clustervisies geven sturing aan de mogelijkheden om de capaciteit en de kwaliteit van kampeer- en bungalowterreinen te verbeteren. De ondernemers in de recreatieclusters kunnen bedrijfsplannen indienen. De plannen mogen in principe niet ten koste gaan van natuurwaarden die in de clustervisies worden omschreven. Ondernemers worden hier uitgedaagd bij te dragen aan de verbetering van ruimtelijke kwaliteit of andere algemeen maatschappelijke doelen om zo groeiruimte te verwerven. Alleen onder strikte voorwaarden en afspraken is hier uitbreiding ten opzichte van huidige bestemmingsplannen mogelijk.
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
van Ede rijk is. De huidige trend is dat deze functies niet uitgebreid worden en zelfs inkrimpen. Hierdoor is ook functieverandering van deze terreinen aan de orde. Gezien het maatwerk dat hierbij geleverd moet worden heeft de Regiovisie hierover geen uitspraken gedaan. Bij eventuele functieveranderingen van zorginstellingen en defensieterreinen streeft de gemeente naar versterking van de landschappelijke en ecologische waarde van de betreffende terreinen en voor de vestiging van nieuwe functies die zich daarmee laten verenigen. Hierbij wordt vooral gedacht aan (landelijk) wonen, zorg en verblijfsrecreatie.
Deel 3. Realisatie
In het verwevingsgebied wil de gemeente Ede de broedkamerfunctie van het buitengebied voor niet-agrarische bedrijven behouden. Nieuwe locaal gebonden niet-agrarische bedrijven kunnen zich vestigen in VAB’s. De locale binding wordt beoordeeld aan de hand van een bedrijfsanalyse, waarbij onder meer wordt gekeken naar het verzorgingsgebied en de beschikbaarheid van bedrijfsruimte elders. Buitenopslag is niet toelaatbaar. Afhankelijk van de hoeveelheid te slopen of te hergebruiken agrarische bedrijfsbebouwing is tot 1000m2 aan nieuwe niet-agrarische functies mogelijk. In alle andere gevallen en bij doorgroei wordt verwezen naar de bedrijventerreinen.
43
Uitwerking Vitaal platteland Ontwikkelen vitaal platteland
Ontwikkelen vitaal platteland
44
4.3 Landelijk wonen De mogelijkheden voor nieuw landelijk wonen zijn gekoppeld aan het beëindigen van (agrarische) bedrijfsactiviteiten en de sloop van bedrijfsbebouwing. Sturing op het aantal en de omvang van de nieuwe woningen en op de beeldkwaliteit van woning en omgeving is noodzakelijk. De optie landelijk wonen draagt voor de stoppende ondernemers sterk bij aan de kans om tot een warme sanering te komen. Hiermee kan dan tevens de behoefte aan landelijk wonen worden gedekt: een specifiek klein deel van de woningmarkt. De gemeente wil daarom op drie manieren het nieuwe landelijk wonen bevorderen.
Nieuwe woningen op het oude bouwblok Bij bedrijfsbeëindiging worden de vrijkomende bedrijfsgebouwen geheel of gedeeltelijk afgebroken. In het verwevingsgebied kan hiermee het recht op een of meer bouwtitels worden verworven, die de eigenaar op de oude bouwkavel kan verzilveren. Bij deze transformaties maakt de gemeente met de initiatiefnemer afspraken over de landschappelijke inpassing.
Nieuwe woningen bij buurtschappen In de aangewezen landbouwontwikkelingsgebieden, in de waardevolle landschappen en op de engen wil de gemeente Ede de herbouw vermijden. Vervangende woningbouw op de erven wordt hier om landschappelijke redenen minder wenselijk geacht. In het landbouwontwikkelingsgebied is dat, opdat geen toekomstige belemmering voor de agrarische hoofdfunctie mag ontstaan. In deze gevallen moet de eigenaar wel de mogelijkheid krijgen de verworven bouwtitel(s) elders te verzilveren. Dat zou kunnen bij de buurtschappen of in de directe omgeving van de dorpen; dus buiten de Zoekzones stedelijke functies. Alleen de buiten het landbouwontwikke-
lingsgebied gelegen buurtschappen de Kraats, Meulunteren en De Valk komen hiervoor in aanmerking. Over de locatiekeuzen en de landschappelijke inpassing zal het op te stellen beeldkwaliteitsplan zich uitspreken.
Deel 1. Introductie
In het nieuwe bestemmingsplan buitengebied zal hiervoor een regeling worden opgenomen.
Nieuwe woningen en landschapsbouw: Rood voor groen Binnen de zoekzones voor landschappelijke versterking – binnen het verwevingsgebied – geeft de gemeente prioriteit aan landschapsontwikkeling. Daarmee ontstaat hier voor stoppende ondernemers een extra mogelijkheid voor ‘warme sanering’. Aan hen wil de gemeente Ede via de regeling Nieuwe landgoederen de mogelijkheid bieden te investeren in landschapsbouw. Als tegenprestatie voor het slopen van bedrijfsgebouwen en voor het aanleggen van toegankelijke natuur wordt het recht gegeven om enkele nieuwe woningen van allure te bouwen (= Rood voor groen). Basis hiervoor is de provinciale landgoedregeling en de bestaande gemeentelijke uitwerking daarvan. Met diverse Rood voor groen constructies is in Ede al ervaring opgedaan. Deze ervaringen betreffen nieuwe landgoederen, de ‘stedelijke balkons’ van Veenendaal Oost en het binnen één exploitatiegebied brengen van groen en rood zoals in het ISEV exploitatiegebied is gebeurd. De gemeente Ede wil het Rood voor groen instrumentarium inzetten voor de landschapsversterking en voor de ontwikkeling
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
Het minikamperen is voor de ondernemers een belangrijke mogelijkheid om hun bedrijfsvoering te verbeteren. Voor de toeristen is het een goede manier om kennis te maken met het agrarisch bedrijf en het landelijk gebeid. De mogelijkheden voor minicampings worden verruimd door het aantal staanplaatsen per minicamping te verhogen van 15 naar 25. Minicampings blijven gekoppeld aan agrarische bedrijven. Binnen het Groene blauwe casco worden nadere eisen gesteld ten gunste van landschapsen natuurontwikkeling. Minicampings zijn niet toegestaan in het Centraal Veluws Natuurgebied. Ook in waardevolle landschappen – de open delen van de engen en het open middengebied van het Binnenveld – zijn geen minicampings toegestaan.
Deel 3. Realisatie
Minicampings
45
van het Groen blauwe casco. Daarvoor zal de gemeente Ede de bestaande landgoedregeling uitbouwen en toepasbaar maken voor uiteenlopende situaties. De Rood voor groen regeling is in principe gericht op initiatieven van particulieren. De gemeente Ede kan met de zelfde uitgangspunten ook eigen Rood voor groen projecten realiseren.
Nieuwe landgoederen in twee zones landschappelijke versterking
In de overgangszone langs de flanken van de Veluwe dragen nieuwe landgoederen bij aan de verdichting en de versterking van cultuurlandschappen. In de Bennekomse Meent, De Kraats en De Hoeven dragen nieuwe landgoederen bij aan de samenhang van de ecologische verbinding en aan de karakteristiek van de het kampenlandschap en het broekontginningslandschap. Een nieuw landgoed moet hier aan de volgende eisen voldoen; dit is de huidige landgoedregeling van de gemeente Ede. ■ Ontwikkeling vanuit een beëindigend bedrijf. ■ Minimaal 10 ha landschapsbouw; met toegankelijke natuur, bos, water, extensief grasland.
46
■
Een nieuw woongebouw van allure met maximaal drie wooneenheden; de maximale inhoud van het woongebouw is 3000 m3.
Nieuwe landgoederen in de zone landschappelijke versterking De Klomp. Ederveen, Wallenburg
In het gebied De Klomp. Ederveen, Wallenburg dragen nieuwe landgoederen bij aan de samenhang van de ecologische verbinding en aan de karakteristiek van het veenontginningslandschap. De Wallenburg is hiervoor een belangrijk referentiebeeld. Vanwege de kleinschaligheid van dit landschap zal de bestaande landgoedregeling voor dit gebied worden aangepast (kleinere afmeting van het nieuwe landgoed, beperkte omvang van de bebouwing). De gedachten gaan uit naar de volgende aangepaste regeling. ■ Ontwikkeling vanuit een beëindigend bedrijf. ■ Minimaal 5 ha landschapsbouw; met toegankelijke natuur, bos, water, extensief grasland. ■ Een nieuw woongebouw met maximaal drie (kleinere) wooneenheden; de maximale inhoud van het woongebouw is 2000 m3.
Nieuwe landgoederen als bijdrage aan de provinciale ecologische verbindingszone
Aan de randen van de provinciale ecologische verbindingen Lunterse Beek en Grebbelinie kunnen nieuwe landgoederen worden gerealiseerd. Ze vormen er een waardevolle aanvulling op. De landgoedbebouwing mag niet in de kern van de ecologische verbinding worden gesitueerd. Een nieuw landgoed moet hier aan de volgende eisen voldoen; dit is de huidige landgoedregeling van de gemeente Ede. ■ Ontwikkeling vanuit een beëindigend bedrijf. ■ Minimaal 10 ha landschapsbouw; met toegankelijke natuur, bos, water, extensief grasland. ■ Een nieuw woongebouw van allure met maximaal drie wooneenheden; de maximale inhoud van het woongebouw is 2400 m3.
5.1 De stedelijke ontwikkeling van Ede Voor Ede-stad is de verstedelijkingsopgave tot 2015 toegelicht. Daarnaast wil de gemeente Ede zorgen dat er in de zes dorpen in het buitengebied aan de locale behoefte voor wonen en werken wordt voldaan.
De ontwikkeling van Ede-stad Tot 2015 wordt een belangrijk deel van de stedelijke woningbouwopgaven in de gemeente Ede door inbreiding en reconstructie gerealiseerd: 1800 woningen in Ede-stad. Ede Oost heeft een capaciteit van 3.500 à 4.500 woningen. Verder bieden bestaande uitbreidingsprojecten ruimte, die moet worden benut. ■ In de afronding van Kernhem A en in Kernhem B is een restcapaciteit van in totaal 1.700 woningen. Het precieze aantal is afhankelijk van de mogelijkheden voor woningbouw in Kernhem B nabij de A30. ■ Daarnaast wordt Kernhem C voorlopig in reserve gehouden om tijdelijke of definitieve tegenvallers in bovengenoemde projecten te kunnen realiseren. Hier is ruimte voor maximaal 1000 woningen (thans niet mee te rekenen aan de beschikbare capaciteit). De gemeente Ede handhaaft hiervoor de aangewezen zoekzone voor wonen.
Ontwikkelingsruimte bij de zes dorpen De gemeente streeft ernaar de zes dorpen als levenskrachtige plattelandskernen te laten ontwikkelen. Dit betekent dat aan de
behoefte aan woningen zoveel mogelijk in het eigen dorp wordt voldaan.
Bennekom
Voor het dorp Bennekom geldt dit principe in mindere mate. Bennekommers kunnen ook op één van de locaties in Ede-stad een nieuwe woning krijgen.
Uitgangspunten voor ontwikkeling van de dorpen
De gewenste ontwikkeling van de zes dorpen is gebaseerd op de specifieke ruimtelijke opbouw en kwaliteit, de behoefte aan woningbouw en bedrijventerreinen en andere ontwikkelingen zoals centrumvorming en afronding van dorpsranden. Uitgangspunt hierbij is, dat bij alle dorpen eerst de beschikbare inbreidingslocaties worden benut. Pas daarna komen uitbreidingslocaties aan bod. Hiervoor wordt de ruimte gezocht binnen de aangewezen zoekzones voor stedelijke functies (Uitwerking Streekplan Gelderland, 2006). Gedurende de huidige streekplanperiode zijn buiten deze zoekzones geen nieuwe locaties voor wonen en werken mogelijk.
Verfijning zoekzones
Op basis van stedenbouwkundige afwegingen en behoefteprognoses worden nadere keuzes gemaakt over het al dan niet handhaven van (delen van) de door de provincie aangewezen zoekzones voor stedelijke functies wonen en werken. Voor die verfijning wordt een structuurplan opgesteld. Met de verfijning kan de verdere uitwerking en de realisatie van nieuwbouwlocaties doelgericht worden opgepakt. In de verfijnde zoekzones zal nog steeds een marge zijn opgenomen, om nadere afwegingen over het woningbouwprogramma en de stedenbouwkundige inrichting te kunnen maken. Na vaststelling van het structuurplan Verfijning zoekzones wonen en werken dorpen Ede worden de verfijnde zoekzones nader onderzocht en uitgewerkt. Bij de keuzes over de realisatie zullen de verwervingsmogelijkheden, de actuele
woningbehoeftecijfers, de woningdifferentiatie, de bouwdichtheden en de kostenbaten analyse een rol spelen.
5.2 Behoefte aan woningen en de huidige plancapaciteit De gemeente Ede heeft ten aanzien van de woningbouw gekozen voor de ‘beheerste groei’. Hierbij groeit het inwonertal van 106.000 thans naar 124.000 in 2030.
Woningbehoefte en capaciteit in geheel Ede Voor de periode 2004 tot 2025 is door adviesbureau Companen een woningbehoefte geraamd van een kleine 12.000 woningen. Het doortrekken van de uitkomsten naar de periode 2005-2030 resulteert in een behoefte van 13.000 woningen waarvan 6000 in de periode 2005 - 2015. Dat betekent dat de woningvoorraad in de gemeente Ede in de periode 2005 tot 2030 gemiddeld met 520 woningen per jaar dient toe te nemen (600 per jaar in de periode 2005-2015, 470 in de periode 2015-2030). Bij deze behoefteraming is er van uitgegaan dat ruim driekwart van de woningbouw voor de eigen behoefte is en iets minder dan een kwart voor vestiging van buiten de gemeente, voornamelijk uit andere WERV-gemeenten.
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
Voor de gemeentelijke verstedelijkingsopgave is de beleidsruimte volgens het Streekplan Gelderland (bepaalde zoekzones) richtinggevend. De perspectieven voor de lange termijn worden hier buiten beschouwing gelaten.
Deel 1. Introductie
5. Ede en de dorpen in het buitengebied
Reserve plancapaciteit Ede
De praktijk leert dat ongeveer 70% van de theoretisch maximale capaciteit in de genoemde locaties daadwerkelijk binnen de planperiode benut kan worden; er zijn altijd tegen-vallers die tot vertraging of minder capaciteit leiden. Vandaar dat in de streekplanuitwerking voor de Valleiregio ook Kernhem C als zoekzone voor 1000 woningen is opgevoerd. Desnoods kan vlek C nog voor 2015 gerealiseerd worden. In de hierboven aangegeven behoefte kan deels worden voorzien met plannen, die al in voorbereiding zijn of in de afgelopen jaren als capaciteit zijn aangemerkt.
47
Deel 3. Realisatie
De voetnoten in onderstaand overzicht maken duidelijk, dat de plancapaciteit voortdurend aan verandering onderhevig is. De cijfers zullen in de toekomst nog wel wijzigen.
Overzicht woningen en inwoners gemeente Ede Woningen
Voor het vasthouden van de sociale verbondenheid, de leefbaarheid en de identiteit van de dorpen is het in stand houden van de voorzieningen in de zes dorpen een absolute voorwaarde. Het Streekplan Gelderland biedt ruimte voor het bouwen op locaties in en aan de zes dorpen in het buitengebied van Ede. De gemeente heeft in 2005 twee enquêtes uit laten voeren naar de woningbehoefte in de dorpen: het Woningbehoefteonderzoek Bennekom, Lunteren, Ederveen/De Klomp (november 2005) en het Woningbehoefteonderzoek Noord Oost Ede (mei 2005). Een nieuw onderzoek zal waarschijnlijk in 2010 plaatsvinden. De betrouwbaarheid van de onderzoeken is ook nu nog behoorlijk, want er zijn tussentijds geen grotere bouwlocaties in de dorpen afgerond. Van de starters in de dorpen blijkt 62 % verhuisgeneigd. De behoefte aan nieuwe woningen lijkt zo groot te zijn, omdat de dorpen door provinciaal beleid jarenlang vrijwel ‘op slot’ hebben gezeten. Dat gold sterk in Ederveen, maar ook in het vergelijkbare Otterlo, waar lagere behoeftecijfers zijn opgegeven. Volgens de onderzoekers zou een verklaring kunnen zijn dat in Ederveen het percentage jongeren hoger is dan in een dorp als Otterlo. Over de cijfers dient nog wel een algemene nuancering te worden gemaakt. De woningbehoefte is rechtstreeks afgeleid uit de opgegeven woonwensen. Onzeker blijft of de wensen zich alle daadwerkelijk laten vertalen in een ‘koopkrachtige vraag’. De werkelijke vraag naar woningen kan lager uitvallen onder invloed van variabelen zoals bouwkosten, woningprijzen, rentestand en hypothekeerbaarheid. Omdat diepgaander onderzoek niet beschikbaar is, wordt vooralsnog gerekend met deze cijfers.
Effectieve woningbehoefte per dorp
De onderzoeken naar de woningbehoefte meten de woningbehoefte op een
48
Inwoners
%
Opp. in ha.
%
Ede stad
26.255
65
64624
61
1.948
6
Dorpen
10.254
25
27649
26
1.202
4
Bos
Woningbehoefte en capaciteit in de zes dorpen in het buitengebied, 2008 - 2013
%
Vallei
Buitengebied Totaal
944
2
2245
2
19.069
60
3.152
8
11912
11
9.729
31
4.096
10
14157
13
28.708
90
40.605
106.430
31.868
Overzicht bestaande capaciteit plannen voor woningbouw in Ede Locaties
Aantal woningen tot 2015
Aantal woningen na 2015
1.500
-
1.500
2.000 - 2.500
1.500 - 2.000
3.500 - 4.500
1.800
-
1.800
900
-
900
6.200 - 6.700
1.500 - 2.000
7.700 - 8.700
Kernhem B 1) Ede Oost 2) Overig Ede Stad (inbreiding, herstructurering) 3) Dorpen 4) Totaal capaciteit plannen
Totaal
1) ervan uitgaande dat het meest westelijke deel langs de A30 geen woonbestemming krijgt (indien wel: 1.900 woningen 2) bandbreedte conform Masterplan Ede Oost (april 2005), uitgaande van resp. 40% en 60% appartementen 3) netto toename, dat wil zeggen woningbouw min sloop (Ede Centrum, Nieuwe Landgoed, Zandlaan en diverse andere inbreidings- en reconstructielocaties) 4) uitgaande van de productienota woningbouw 2005; inmiddels blijkt de capaciteit groter te zijn.
bepaalde plaats en op een bepaald tijdstip. Zij geven slechts de bandbreedte aan waarbinnen de behoefte zich bevindt. Uitgangspunt was de plaatsgebonden woningbehoefte in 2005 waarbij geen rekening werd gehouden met de vraag van buiten het dorp. Beide onderzoeken geven cijfers voor een periode van 5 jaar (tot 2010) en sluiten dus niet exact aan op de tijdstermijn van dit plan. Een andere vraagstelling (en dus ook andere cijfers) maakten het noodzakelijk de cijfers voor Harskamp aan te passen aan vergelijkbare dorpen uit het onderzoek. Er blijkt in de dorpen een vraag te zijn naar 1900 woningen voor starters en 2030 woningen voor doorstromers: in totaal 3930 nieuwe woningen (gemeente Ede REB, 2007). Bij de berekening van de effectieve woningbehoefte in Bennekom houdt de gemeente Ede er rekening mee dat er na de inbreidingslocatie Streekziekenhuis geen ruimte meer zal zijn om de eigen woningbehoefte op te vangen. Hiervoor zal ruimte worden geboden op een van de
Edese bouwprojecten. In Lunteren en Ederveen is 30% van de doorstromers bereid een nieuwe woning buiten de kern te betrekken. Daarnaast is de verwachting dat ongeveer de helft van de geprognosticeerde 2030 vrijkomende woningen kan worden bezet door de woningzoekenden uit de eigen kern. Beide gegevens leiden tot een reductie van de effectieve woningbehoefte; zie het overzicht.
Huidige plancapaciteit per dorp
Per dorp kan het volgende beeld van de plancapaciteit tot 2015 voor woningbouw gegeven worden. ■ Ederveen beschikt over een kleine herstructureringslocatie Nieuweweg/ Leesonhof weg, waar door sloop en nieuwbouw een winst zal ontstaan van ongeveer 33 woningen. De nieuwe uitbreiding aan de de Schras/ Veldjesgraaf heeft een capaciteit van 100 woningen. Verspreid in de kern kunnen nog 20 nieuwe woningen worden gerealiseerd. De huidige
■
■
■
5.3 Ontwikkelingsruimte voor bedrijven Ede ontwikkelt zich als economische kerngebied. In samenhang daarmee is er een behoefte aan regionale bedrijventerreinen. Daarnaast is er behoefte aan ruimte voor locale bedrijvigheid in het buitengebied van de gemeente.
Deel 1. Introductie
Op basis van de behoeftecijfers wil de gemeente Ede in de komende jaren in de zes dorpen op in- en uitbreidingslocaties ongeveer 2000 woningen bouwen. De huidige plancapaciteit – vooral op inbreidingslocaties- biedt ruimte voor de helft van deze woningbehoefte. De belangrijkste conclusie uit de cijfers is, dat de huidige plancapaciteit (vooral in inbreidingslocaties) onvoldoende is, om aan de totale behoefte te kunnen voldoen. Voor de rest van de woningbehoefte zal ruimte beschikbaar moeten blijven in de verfijnde zoekzones voor de stedelijke functie wonen. In Ederveen en Lunteren zal de realisatie van woningen in de inbreidingslocaties van invloed zijn op toekomstige woningbehoefte getallen. Nieuw onderzoek – in 2010, na de realisatie van de inbreidingslocaties - zal een nauwkeuriger beeld moeten geven van de resterende woningbehoefte voor de locaties in de verfijnde zoekzones.
Regionale bedrijventerreinen in Ede
Met de voltooiing van de A30 is Ede een knooppunt geworden van oost-west en noord-zuidverbindingen voor het wegverkeer. Met de verbreding van de A12 tussen Veenendaal en Ede is in 2007 een start gemaakt. In verband met de nieuwe woningbouw in Ede-oost is een nieuwe of vernieuwde aansluiting op de A12 nodig. Deze is momenteel in studie. Ter hoogte van Veenendaal-oost is een nieuwe aansluiting van de A12 in ontwerp gereed. Deze aansluiting zal medio 2008 een feit zijn. Ook het bedrijventerrein De Klomp, onderdeel van de planvorming ISEV, zal via deze aansluiting worden ontsloten op de A12. Het station Veenendaal-De Klomp krijgt vanaf 2007 een Intercitystatus. Doordat het station Veenendaal / De Klomp direct bereikbaar wordt vanaf de snelweg, ontstaan mogelijkheden voor een transferium. De provincie Gelderland stuurt sterk aan op opwaardering van de openbaar vervoerverbindingen in noordzuidrichting, van Wageningen naar Amersfoort. Daartoe wordt de frequentie van de Valleilijn verhoogd en wordt de busverbinding van station Ede Wageningen naar Wageningen opgewaardeerd tot een hoogwaardige openbaar vervoer verbinding. Deze verbeteringen in de infrastructuur dragen bij aan de betekenis van WERV als economisch kerngebied. De gemeente Ede heeft door tijdige ruimtereserveringen (ISEV) ingespeeld op deze geografische situatie.
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
■
Huidige plancapaciteit is onvoldoende
Prognose woningbehoefte in de zes dorpen, 2008 - 2013 Verhuisgeneigde starters
Verhuisgeneigde doorstromers
Subtotaal woning behoefte
Benutting vrijkomende woningen
Totaal effect. woningbehoefte
Woning buiten het dorp
cap. in inbr. loc.
Woningbehoefte in zoekzones
Ederveen/ de klomp
295
240
535
120
415
70 **
150
195 ***
Bennekom
750
990
1740
495
1245
640 *
605
-
Lunteren
580
670
1250
335
915
200 **
170
545 ***
Harskamp
65
35
100
20
80
-
35
45
Otterlo
65
30
95
10
80
-
15
65
145
65
210
30
180
-
40
140
1900
2030
3930
1015
2915
910
1015
990
Wekerom/ de valk Totaal
* Voor dit deel van de Bennekomse woningbehoefte worden woningen buiten het eigen dorp in Ede-stad aangeboden. ** In Lunteren en Ederveen geeft 30% van de verhuisgeneigde doorstromers aan bereid te zijn een nieuwe woning buiten de eigen kern te betrekken. *** Nieuw onderzoek in 2010 zal een nauwkeuriger beeld moeten geven van de resterende woningbehoefte voor de locaties in de verfijnde zoekzones.
49
Deel 3. Realisatie
■
capaciteit is onvoldoende om aan de geconstateerde vraag naar woningen te kunnen voldoen. Binnen de Zoekzone Ederveen Zuidwest moet extra ruimte worden gevonden. Bennekom kent met het voormalige Streekziekenhuis een zeer grote inbreidingslocatie. Het exacte aantal woningen en zorgplaatsen is nog niet bekend. Thans wordt op een capaciteit van 500 woningen gerekend; voornamelijk zorgwoningen. Ook zijn er diverse kleinere inbreidingslocaties zoals Keltenwoud (30 woningen) en Beringhem (75 woningen). Daarnaast zijn er particuliere initiatieven, die nog enkele tientallen woningen kunnen opleveren. Lunteren kent diverse mogelijkheden voor inbreidingen: Molenpol (90 woningen) en de voormalige MAVO Hertenlaan/Reeënlaan (80 woningen). Omdat deze locaties niet voldoende zijn om in de huidige behoefte te voorzien, zijn nog voor 2015 nieuwe locaties nodig. Deze zijn ondermeer te vinden in het gebied tussen de dorpskern en de nieuwe rondweg: in de Zoekzone Lunteren West en Eekhoornterrein. In het recent vastgestelde Structuurplan van Harskamp is de inbreidingslocatie De Rank (35 woningen) opgenomen. Uitbreiding kan binnen de aangewezen Zoekzone Harskamp Oost bij Smachtenburg. Het structuurplan van Otterlo is toe aan een actualisering. Er zijn twee inbreidingslocaties die ruimte bieden voor 15 woningen. Momenteel worden meerdere opties voor woningbouw bezien (Zoekzone Otterlo Oost en Zoekzone Otterlo West), waarvan de capaciteit ruim voldoende is om in de behoefte te voorzien. Bij het toekomstige Kulturhus in het dorpscentrum van Wekerom is de bouw van ca. 15 wooneenheden voorzien; in combinatie met zorgvoorzieningen, dorpshuis en school. Diverse kleine inbreidingsplannen bieden ruimte voor ca. 25 woningen. Het recent vastgestelde Structuurplan van Wekerom voorziet in uitbreidingen ter weerszijden van de dorpskern: binnen de aangewezen Zoekzone Wekerom Oost (woningen voor starters) en Zoekzone Wekerom West (ca 80 woningen).
De behoefte aan bedrijventerreinen
Binnen de regio WERV richt Ede zich op vijf speerpunten: logistiek/distributie, detailhandel, dienstverlening, Food Valley, vrijetijdsbesteding. Het opvangen van de afnemende werk-gelegenheid van defensie is een zorgpunt. De autonome ontwikkelingen in de werk-gelegenheid zijn moeilijk te voorspellen (Kadernota Economisch Beleid van Ede). Voor de gemeente Ede is de samenwerking rond het concept Food Valley van belang. Dit concept wil de kracht van de regio rond voedsel benutten (Wageningen kennis; Ede productie en distributie) en een landelijke uitstraling geven. Het concept kan verschillende ruimtebehoeften tot gevolg hebben: van gewone bedrijfsterreinen tot bijzondere terreinen in verband met teelt- of veehouderijonderzoek, woon-werk-combinaties en nieuwe kansen voor agrariërs.
Toekomstscenario’s
De provincie heeft onlangs een behoefteraming gemaakt op basis van vier economische toekomstscenario’s van het Centraal Planbureau (CPB). Zie onderstaand overzicht. In de afgelopen 10 jaar werd in Ede per jaar 6 a 7 ha bedrijventerrein uitgegeven. Dit huidige tempo komt overeen met het scenario TM. In alle scenario’s wordt vanaf 2011 een lager uitgiftetempo verwacht.
Beschikbare bedrijventerreinen en bedrijventerreinen in planning
Voor de bedrijventerreinen Ede West en De Klomp is de afspraak gemaakt dat 40% van deze terreinen beschikbaar is voor bedrijven uit Veenendaal. In totaal is het aanbod voor Edese bedrijven daarmee 73 ha.
Ruimte voor lokale bedrijvigheid Bedrijventerreinen bij de dorpen en de kleine niet-agrarische bedrijven zijn belangrijke economische dragers van het buitengebied van Ede.
Niet-agrarische bedrijvigheid één van de belangrijke economische pijlers van het buitengebied. Bij doorgroei moet ruimte worden geboden op lokale bedrijventerreinen.
■
■
Bedrijventerreinen bij de dorpen in het buitengebied
■
Er zijn in de Edese dorpen veel bedrijven die sterk verbonden zijn aan de lokale gemeenschap. Bij deze bedrijven leeft de wens om hun bedrijfsuitbreidingen in of nabij de dorpen te realiseren. Vanwege de binding aan de lokale gemeenschap wil Ede ruimte bieden voor lokale bedrijvigheid in of nabij de dorpen. Voor bedrijven zonder lokale binding en voor de eventuele doorgroeiende bedrijven wordt er ruimte geboden op de grote regionale bedrijventerreinen, zoals in het ISEVgebied. In plaats van bij ieder dorp uitbreidingen van de bedrijventerreintjes toe te laten wil Ede op twee plaatsen tot een concentratie van lokale bedrijvigheid komen. Hier dient ook ruimte beschikbaar te zijn voor grote bedrijven uit het buitengebied. Daarom wordt hiervoor bij Lunteren en Wekerom ruimte geboden. Doel is het aanbieden van ongeveer 1 ha per jaar. Dus 10 ha in de periode van 2005 – 2015 en nog eens 15 ha in de periode van 2015 – 2030. ■ Een uitbreiding van De Stroet (Zoekzone 2) biedt ruimte voor de opvang voor Lunterse bedrijven. Voor de overige dorpen in noordoost Ede ligt dit terrein echter te exentrisch.
In de aangewezen Zoekzone 8 ten noorden van Wekerom is 6,6 ha beschikbaar. Daarnaast is op het bedrijventerrein Harskamp Zuid is binnen de aangewezen Zoekzone 6 nog 7,4 ha ruimte beschikbaar. Voor deze zoekzones werken zal een verfijning plaats vinden.
5.4 Stedenbouwkundige uitgangspunten voor de verfijning Bij de verfijning van de zoekzones voor wonen en werken en bij de uitwerking ervan gelden de volgende algemene randvoorwaarden. ■ In overeenstemming met het standpunt van de Gemeenteraad (december 2006) wordt ernaar gestreefd om 50% van de woningen in het goedkope segment te bouwen. Hiermee wordt bedoeld huur- en koopwoningen tot € 172.000 v.o.n. (norm provincie Gelderland). Hierbij geldt als voorbehoud dat de planexploitatie sluitend moet zijn. ■ Er worden bij de dorpen passende lage bebouwingsdichtheden voor uitbreidingen aangehouden; tussen 15 tot 25 woningen /ha. ■ Voor de compensatie van de nieuw te bebouwen ruimte zal een compensatieregeling worden opgesteld; te baseren op het aantal hectares uit te geven grond en af te stemmen op de nieuwe Wet Grondexploitatie.
Behoefte aan bedrijventerreinen in Ede Economische scenario’s
2006-2010
2011-2015
2016-2020
GE Global Economy
39,3 ha
30,7 ha
22,9 ha
TM Transatlantic Market
32,4 ha
21,0 ha
11,4 ha
SE Strong Europe; distributie
25,6 ha
18,5 ha
12,5 ha
RC Regional Community; kennis, productie, distributie
15,8 ha
8,6 ha
2,2 ha
Bron: provincie Gelderland november 2006
Aanbod bedrijventerreinen gemeente Ede Oppervlakte beschikbaar
Niet-agrarische bedrijven in het buitengebied
Heestereng/A30
In het Edese buitengebied komen vanouds naast agrarische ook veel niet-agrarische bedrijven voor. Functieverandering naar niet-agrarische functies is een belangrijke motor voor de dynamiek van het landelijk gebied.
50
6,0 ha
De Vallei
13,0 ha
Ede West
Voor Veenendaal 18,5 ha
27,5 ha
De Klomp
Voor Veenendaal 15,5 ha
23,5 ha
Optimalisatie Frankeneng – Heestereng Totaal beschikbaar
3,0 ha 73,0 ha
■
Deel 1. Introductie
■
Het dorpscentrum en de voornaamste voorzieningen moeten vanuit de uitbreiding goed bereikbaar zijn. De dorpsuitbreiding moet goed ontsloten zijn vanaf de hoofdwegenstructuur. Bedrijventerreinen dienen goed bereikbaar te zijn via de regionale hoofdwegenstructuur. Nieuwe bedrijventerreinen mogen niet ten koste gaan van ecologische verbindingszones en waardevolle landschappen. De groene landschappelijke inpassing moet deel uit maken van de planopzet. Het nieuwe bedrijventerrein mag niet de relatie tussen het dorp en het landschap verstoren.
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
■
Deel 3. Realisatie
De verfijning van de zoekzones voor stedelijke functies wonen en werken – de dorpsuitbreidingen en de bedrijventerreinen – vindt plaats op basis van de volgende stedenbouwkundige uitgangspunten. ■ Dorpsuitbreidingen mogen niet ten koste gaan van waardevolle natuurgebieden, ecologische verbindingszones en oorspronkelijke enggronden op de flanken van de stuwwal. ■ Het dorp mag groeien tot logische fysieke grenzen. ■ De specifieke ligging van het betreffende dorp in het landschap moet worden gerespecteerd. ■ Een uitbreidingslocatie moet de identiteit van het dorp versterken. Belangrijk zijn de versterking van de dorpsranden, zichtlijnen en doorkijkjes en het oplossen van ruimtelijke knelpunten. De inpassing in het landschap gebeurt met gebiedseigen landschapselementen.
51
52
Deel 1. Introductie
Ruimte voor kwaliteit Ontwikkelingsplan buitengebied Ede
Realisatie Deel 3. Realisati e
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
Deel 3. Realisatie
53
54
Inhoudsopgave
1
Inleiding57
2
Deelgebieden en projecten59
2.1
Landbouwontwikkelingsgebied59
2.2
Ederveen, Wallenburg, Doesburg
60
2.3
Het Binnenveld
61
2.4
Veluwe en Renkumse Poort
62
2.5
Algemene projecten
63
3
De Rol van de gemeente
65
3.1
Zorgvuldigheid bij de uitvoering
65
3.2
Taken van de gemeente
65
3.3
Afspraken met de provincie gelderland
65
3.4
Organisatie en communicatie
65
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
Deel 1. Introductie
4
Financiering
67
Uitvoeringsprogramma
69
5
Deel 3. Realisatie
55
56
De projecten in het uitvoeringsprogramma vormen de basis voor de realisatie. Het
uitvoeringsprogramma (in de bijlage), met een prioritering en fasering, geeft sturing aan de realisatie. Het uitvoeringsprogramma bevat alle projecten die het beleid uit het Ontwikkelingsplan gestalte zullen geven. Het gaat hierbij deels om projecten die een vernieuwend karakter hebben, vooral daar
waar stedelijke opgaven aan plattelandsopgaven zijn gekoppeld. Voor een ander deel zijn er projecten, die een voortzetting zijn van bestaand beleid dat zijn waarde heeft bewezen en dat past binnen de beleidslijnen van dit Ontwikkelingsplan.
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
Deel 3 van RUIMTE VOOR KWALITEIT gaat in op de realisatie van het plan. Belangrijk hierbij zijn de uitvoeringsprojecten, de rol van de gemeente, de organisatie en de financieringsmogelijkheden.
Deel 1. Introductie
1. Inleiding
Deel 3. Realisatie
Overzicht deelgebieden pmjp
57
58
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de investeringen per deelgebied. In het Uitvoeringsprogramma zijn deze investeringen aan de hand van prioriteit en urgentie gefaseerd opgevoerd. Op basis van de actuele uitvoerbaarheid, de beschikbare eigen financiën en cofinanciering en opvatting over prioriteit zijn alle projecten in een planning gezet. De gemeente geeft prioriteit aan het faciliteren van initiatieven van private partijen (functieverandering, Rood voor groen projecten). Voor zover nodig worden kaderstellende opgaven (randvoorwaarden en regels rood voor groen, beeldkwaliteitsplannen en dergelijke) met voorrang gerealiseerd. De gemeente streeft naar een gelijkmatig bestedingsniveau. Hiervoor gelden zowel financieel-technische (spreiding van investeringen) als personele overwegingen (vermijding van pieken in de werkdruk). Het Uitvoeringsprogramma kent vier fasen. Over de co-financiering (ILG-gelden) in de eerste drie fasen zijn met de provincie Gelderland afspraken gemaakt. ■ 2008: uitvoering € 1.704.000. Het jaarprogramma is volledig gedekt. ■ 2009 – 2010: uitvoering € 8.315.000. In 2010 vindt een midterm review over de ILG co-financiering plaats. ■ 2011 – 2013: uitvoering € 10.663.615. In 2013 eindigt de huidige ILG-periode. ■ 2014 – 2018: uitvoering € 7.359.185. Naast de eigen projecten kunnen impulsen voor nieuwe ruimtelijke kwaliteit voortkomen uit private Rood voor groen projecten. Daarin zal de gemeente Ede niet mee financieren. De uitvoering van de Reconstructieprojecten gebeurt voor rekening en verantwoordelijkheid van de provincie.
Investering in projecten per deelgebied in uitvoeringsprogramma 2007 - 2013 Kosten fysieke maatregelen en advies, voorbereiding etcetera De bedragen zijn afgerond (exclusief beheerkosten en kapitaallasten) LOG Lunteren
€ 4.500.000
De Klomp, Ederveen, Wallenburg
€ 3.500.000
Binnenveld
€ 2.500.000
Renkumse Poort
€ 1.500.000
Veluwe
€ 8.000.000
Algemene projecten, gebiedsdekkend
€ 8.000.000
Totaal
€ 28.000.000
2.1 Landbouwontwikkelingsgebied Lunteren Hieronder wordt verstaan het gehele agrarische gebied van Ede ten noorden van deelgebied Ederveen-Doesburg. De kern van het gebied bestaat uit het Landbouwontwikkelingsgebied Kootwijkerbroek – Lunteren. Het gebied strekt zich echter uit van Grebbelinie tot de rand van het CVN gebied. Het omvat dus ook multifunctionele gebieden en waardevolle landschappen zoals de engen.
Actuele ontwikkelingen en beleid Als uitwerking van het Streekplan zijn in regionaal verband een regeling voor functieverandering van agrarische bedrijven opgesteld en een regeling voor de uitbreiding van de dorpen (Zoeklocaties stedelijke functies). De laatste biedt ruime mogelijkheden voor woningbouw bij de dorpen. Uitbreiding van lokale bedrijventerreinen is mogelijk bij De Stroet, bij Wekerom en bij Harskamp. Langs de Veluwerand zijn brede zoekzones landschappelijke versterking geprojecteerd. De nieuwe regeling Functieverandering biedt ruimere mogelijkheden voor “warme” sanering en voor nevenactiviteiten. Met de verplaatsing van een intensief bedrijf uit het extensiveringsgebied bij Wekerom naar het LOG is een begin gemaakt met de uitvoering het Reconstructiebeleid.
Uitvoering reconstructie Provincie Gelderland
Rood voor groen
Prognose € 2.400.000
€ 11.500.000 € 2.000.000
€ 2.500.000 € 1.000.000
€ 4.400.000
Opgave Het Ontwikkelingsplan dient bij te dragen aan de oplossing van onderstaande problematiek. ■ de snelle afname van het aantal agrarische bedrijven ■ onzekere toekomst van bedrijven; richting grootschaliger, duurzamer, intensiever of verbreding (combineren van hun agrarische activiteiten met andere vormen van bedrijvigheid zoals recreatie, zorg, ambachten ■ gebrek aan innovatie en planologische ruimte voor vernieuwing. ■ vervlakking van de landschappelijke differentiatie; het fijnmazige kampenlandschap, de dekzandrug Westereng, de openheid van de engen (maïsteelt en boomkwekerijen), ■ moeizame realisatie van ecologische verbindingen langs de Lunterse Beek en de Grebbelinie, ■ uitbreidingswensen voor alle dorpen; bedreiging voor landschappelijke kwaliteiten en karakteristieken van dorpsranden.
Visie en projecten landbouwontwikkelingsgebied Lunteren Kenmerkend voor dit deelgebied wordt de scheiding tussen een puur landbouwkundige kern en een schil met meer gemengde functies eromheen. In het midden – het landbouw ontwikkelingsgebied - is een
59
€ 5.000.000
€ 20.000.000
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
In Ede zijn vijf deelgebieden onderscheiden, aan de hand van landschappelijke en functionele kenmerken en ontwikkelingen. Er sprake van een samenhang van het ruimtelijk beleid en de financiële programmering door de provincie (PMJP). Aan de projectenlijst is een groep algemene projecten toegevoegd. De volledige projectenlijst is opgenomen in paragraaf 5 van dit plandeel.
Deel 1. Introductie
2. Deelgebieden en projecten
Deel 3. Realisatie
meer open landschap ontstaan met een puur agrarisch karakter. Het stimuleren van agrarische vernieuwingen, al dan niet gekoppeld aan het Food Valleyconcept, heeft geleid tot vitale en duurzaam producerende bedrijven. In buurtschappen, de dorpsranden en in de zoekzones voor landschappelijke versterking hebben stoppende agrariërs hun bouwrechten verzilverd. Door het toepassen van rood voor groen constructies zijn de zoekzones voor landschappelijke versterking omgevormd tot een halfopen landschappen op de overgang van de Vallei naar de Veluwe. De ecologische verbinding langs de Lunterse Beek is tot stand gekomen mede doordat agrariërs groen/ blauwe diensten verlenen en door de komst van nieuwe landgoederen. De gewenste ontwikkeling voor het LOG Lunteren en is per thema (indeling PMJP) aangeduid en is verder uitgewerkt in projecten.
Natuur ■ ■
Uitvoering plan Zwetselaar Realisatie laatste fase provinciale EVZ Lunterse Beek.
Water ■
■
Geclusterde waterberging in landschapsstructuur, tbv. postzegelplannen inbreiding dorpen. Waterberging 10% en landschapsbouw 10% tbv uitbreidingsplannen dorpen.
Landbouw ■
■
■ ■ ■ ■
Opstelling onderzoeks- en experimentenprogramma Food Valley en WUR. Ondersteuning vernieuwing en functieverandering grondgebonden agrarische bedrijven Procesondersteuning intensieve veehouderij Projectvoorbereiding vrijwillige kavelruil en uitvoering door gebiedsmakelaar Bedrijfsverplaatsing Regionale grondbank voor actief grondbeleid ter ondersteuning van de functiewisseling.
Sociaal economische vitalisering ■
Dit deelgebied wordt aan de zuidzijde begrensd door het stedelijk gebied van Ede (ISEV en Kernhem) en aan de noordzijde door de lijn Lunterse Kade / Goorsteeg. De A30 vormt de oostelijke begrenzing en de Grebbelinie (slaperdijk) de westelijke. Dit deelgebied vormt een onderdeel van het oude buurtschap Doesburg dat tot begin vorige eeuw nog een eigen bestuurlijke eenheid was. Nu wordt dit gebied vooral gekenmerkt door de nabijheid van de stad en grootschalige infrastructuur. De doorsnijding met de A30 en ontwikkelingen in de landbouw hebben van de oorspronkelijke samenhang weinig meer heel gelaten. Het buurtschap Doesburg strekte zich uit van de hoge droge zandgronden op de Veluwe tot de lage natte veengronden bij Ederveen. Het hoogteverschil tussen oost en west is ruim 20 meter. Door deze bijzondere situatie zijn er een groot aantal landschapstypen in dit deelgebied herkenbaar. De veenontginningen rond Ederveen zijn door hun bijzondere vorm (zeer smalle langgerekte percelen) uniek in Nederland en zijn daarom ook cultuurhistorisch van betekenis. De bebouwingsdichtheid is voor een landelijk gebied zeer hoog. Dit is veroorzaakt door overerving.
Actuele ontwikkelingen en beleid In de WERV structuurvisie 2030 zijn in dit deelgebied vier zoeklocaties voor wonen en/of werken aangegeven. Door de nabijheid van grote kernen als Ede en Veenendaal en de grootschalige infrastructuur die sterk in ontwikkeling is, is de stedelijke druk groot. Met name bij Kernhem, de afrit van de A30 en bij station VeenendaalDe Klomp zijn de potenties voor stedelijke functies groot. De regiovisie Zoeklocaties stedelijke functies biedt mogelijkheden voor uitbreidingen van Ederveen (aan de westzijde) en van Ede (ten noorden van Kernhem). Vrijwel het gehele deelgebied is verder zoekzone voor landschappelijke versterking.
Kulturhus Wekerom.
Algemene maatregelen ■
2.2 De Klomp, Ederveen, Wallenburg
Opgave
Uitvoeringsorganisatie voor gebiedsprocessen Landbouwontwikkelingsgebied Lunteren. Gemeente Ede is trekker.
Het Ontwikkelingsplan dient bij te dragen aan de oplossing van onderstaande problematiek.
60
■
■
■
■
■
■
minder perspectieven voor een gezonde agrarische bedrijfsvoering; de smalle percelen, de hoge grondwaterstand, slechte ontsluiting, kleine bedrijven, minder gebiedsperspectief; kleine landbouwbedrijven, toename intensieve teelten, nevenactiviteiten, relatief groot aantal verwachte bedrijfsbeëindigingen en functieverandering, De bijzondere landschappelijke en cultuurhistorisch waardevolle setting en de samenhang tussen de afzonderlijke delen van de reeks Veluwe-Grebbelinie wordt nauwelijks als zodanig ervaren. ontbreken van de ecologische en recreatieve samenhang tussen Veluwe en Vallei; plus de A30 als grote barrière. onbenutte ecologische, recreatieve en cultuuurhistorische potenties van de Grebbelinie . invloed van bedrijventerrein BA 12 en het tussenliggende groengebied met recreatieplas.
Visie en projecten De Klomp, Ederveen, Wallenburg Het landschap tussen de Veluwe en de Grebbelinie - aan de noordflank van het ISEV gebied en Ede - is getransformeerd naar een samenhangend groengebied met een zeer gemengd gebruik; variërend van grondgebonden landbouw, waterberging, natuur, zorgfuncties, landelijk wonen tot recreatie. Het gebied functioneert als uitloopgebied voor de aanliggende kernen Ede, Veenendaal, Ederveen en Lunteren en als duurzame groene buffer. Daarmee is deze groenzone een belangrijk onderdeel van het groen blauwe casco geworden. Als dragers in deze groene zone heeft de gemeente de van oost naar west lopende recreatieve en ecologische verbindingen gerealiseerd. In het oosten sluit de zone – via een Groene Wig – aan op de Veluwe. In het westen ligt de Ecologische hoofdstructuur, met noord-zuidverbindingen langs de Grebbelinie. Voor de infrastructurele barrières (A30, Valleilijn, Hoofdweg) zijn passende oplossingen gerealiseerd in de vorm van fietsbruggen/ tunnels en ecopassages. In de zoekzone voor landschappelijke versterking is nieuwe toegankelijke natuur gerealiseerd. Dit is gelukt dankzij de verruimde mogelijkheden voor particulie-
■
Realisatie provinciale evz Lunterse Beek-Rijn, ontbrekend deeltraject Allemanskampje - natuurdeel recreatieplas Continueren realisatie groene verbinding Wallenburg: tussen Allemanskampje en Veluwe.
Landschap ■ ■
Multifunctionele groenzone Ederveen Doesburg; opstellen masterplan Wandelpad/fietspad en natuur tussen Fort Buursteeg en De Klomp.
■
Recreatie ■
Recreatieplas ISEV.
2.3 Het Binnenveld Het Binnenveld kent duidelijke omgrenzingen in de vorm van de A12 in het noorden, de Rijndijk in het zuiden en aan weerszijden de bebouwde kernen van Veenendaal, Rhenen, Wageningen en Bennekom. Het Edese deel van het Binnenveld wordt uiteraard begrensd door de gemeentegrenzen met Wageningen en Veenendaal. Het is een laaggelegen, nat, open en agrarisch gebied waar het ‘Valleigevoel’ intenser beleefd wordt dan elders in de Gelderse Vallei omdat de beboste stuwwallen van Veluwe en Utrechtse Heuvelrug hier het dichtst bij elkaar komen. De aanwezigheid van de Grift draagt hier nog verder aan bij. Tegelijkertijd is de omgeving van het Binnenveld één van de meest verstedelijkte omgevingen van de Gelderse Vallei. Dit zal in de toekomst ook steeds zichtbaarder worden vanuit het Binnenveld als de woningbouw van Veenendaal-Oost en de uitbreiding van de WUR gerealiseerd zijn. De landschapstypen die in het Binnenveld voorkomen zijn het veenontginningslandchap in het westen en het broekontginningslandschap in het oosten. Zeer kenmerkend voor het Binnenveld is de dekzandrug die vanuit de Veluwe het
Voor het WERVgebied hebben de betreffende gemeenten gezamenlijk een structuurvisie opgesteld met een doorkijk naar 2015 en 2030. Voor wat betreft het Binnenveld wordt in deze visie gestreefd naar behoud van het open, agrarische karakter en naar meer ruimte voor natuur, waterberging en extensieve recreatie. Om dit gestalte te geven hebben de samenwerkende WERV-gemeenten behoefte aan één integraal plan om het groene karakter van het Binnenveld te behouden, één uitvoeringsplan als gecombineerde uitwerking van het reconstructieplan en landschapsontwikkelingsplan. In het Binnenveld zijn en worden recentelijk diverse plannen voor deelgebieden opgesteld nl. het Uitwerkingsplan van de Reconstructie voor Binnenveld-oost, het Plan Achterberg, het Landschapsontwikkelingsplan Veenendaal, het Waterhuishoudkundig inrichtingsplan Binnenveld en het Plan van aanpak voor de Groenzone Ede-Veenendaal. Van de twee laatstgenoemde plannen wordt de uitvoering al voorbereid. Het opstellen van de ruimtelijke visie en het uitvoeringsprogramma voor het Binnenveld is gestart met een drie-daags ontwerpatelier in februari 2006. De resultaten zijn door DLG verwerkt in het boekje “Schetsschuit reconstructie Binnenveld”. Na dit ontwerpatelier is de uitwerking van de deelplannen voortgezet. Vanuit de WERV is vervolgens één ruimtelijke visie 2015 voor de ontwikkeling van het landelijk gebied van het Binnenveld opgesteld, met een uitvoeringsprogramma waarin de links naar de deelprojecten aangegeven zijn.
Opgave Het Ontwikkelingsplan dient bij te dragen aan de oplossing van onderstaande problematiek. ■ slechte verkaveling voor de grondgebonden landbouw, ■ geperkte mogelijkheden voor functieverandering, vernieuwing en bedrijfsbeëindiging, ■ beperkte natuurwaarden, ondanks hoge potenties,
■ ■ ■
ontbreken van ecologische verbindingen tussen Veluwe en Heuvelrug, beperkte recreatieve mogelijkheden, behoefte aan waterberging, fysieke en visuele verstoring (bedreiging groen karakter) door stedelijke ontwikkeling van bouwlocaties als Veenendaal-oost en bij Wageningen Kortenoord en De Born.
Deel 1. Introductie
■
Actuele ontwikkelingen en beleid
■
Visie en projecten het Binnenveld Voor het Binnenveld geldt het volgende streefbeeld. Het Binnenveld is, ondanks de voortschrijdende verstedelijking, een open landschap gebleven. In het toegankelijke landschap is ruimte voor grondgebonden landbouw, natuur, waterberging en (extensieve) recreatie. Met vrijwillige kavelruil is de bedrijfsvoering van de grondgebonden bedrijven efficiënter geworden. Melkkoeien weiden op kavels aansluitend aan de bedrijfsgebouwen. De agrarische ondernemers voegen zich naar het waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheer (ruimte voor waterberging). Ze doen aan nevenactiviteiten en dragen bij aan het beheer van natuur en landschap. In het centrale deel van het Binnenveld langs de Grift zijn de natuurgebiedjes de Hel, de Blauwe Hel, de Bennekomse Meent uitgebreid tot een samenhangende natuurzone. In het agrarische landschap is ruimte voor weidevogels. De identiteit en herkenbaarheid van het Maanderbroek, de Kraats, de Hoeven, Nergena, de Born en de Meent is versterkt door de bestaande verschillen aan te zetten en cultuurhistorische elementen (zoals de Grebbelinie en de kasteelplaats Harselo) beter zichtbaar te maken. In het zoekgebied voor landschappelijke versterking De Kraats heeft landschapsbouw geleid tot nieuwe landgoederen (rood voor groen) en versterking van het ecologisch netwerk. Langs stedelijk gebied en in de evz’s en de groenzone hebben nieuwe landgoederen bijgedragen aan de realisatie van de ruimtelijke en ecologische doelen. De groene wiggen ter weerszijden van Bennekom zijn behouden en versterkt, zodat de ruimtelijke en ecologische relatie tussen de Veluwe en het Binnenveld is behouden. Aan de noordzijde van het Binnenveld is de landschappelijke inpas-
61
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
Natuur
gebied inloopt en waarop zich een kampenlandschap heeft ontwikkeld.
Deel 3. Realisatie
ren om hier nieuwe landgoederen te stichten, gecombineerd met landelijk wonen (rood voor groen). De gewenste ontwikkeling voor De Klomp, Ederveen, Wallenburg is per thema (indeling PMJP) aangeduid en is verder uitgewerkt in projecten.
sing van Veenendaal-oost gerealiseerd: een groene inrichting gecombineerd met mogelijkheden voor extensieve recreatie (bijv. wandelommetjes), waterberging en natuur. Samen met de ecologische verbindingszone naar de Gelderse Vallei is dit gebied een duurzame groene wig zonder bebouwing tussen Ede en Veenendaal. Het agrarisch gebied is daardoor kleiner geworden. De agrarische bedrijven in de Groenzone Ede-Veenendaal hebben gebruik gemaakt van de ruime functiewisselingsmogelijkheden. Aan de oostzijde van het Binnenveld is de relatie met de Veluwe minimaal geworden door de stedelijke ontwikkeling van Wageningen en Bennekom. De ecologische relatie met het centrale gebied wordt in het agrarisch gebied gerealiseerd door aanleg en verbreding van de beplantingen en slootoevers. Langs de noord- en westzijde van Wageningen is een groene inrichting van de stadsrand gecombineerd met de ontwikkeling van extensieve recreatie (bijv. wandelommetjes), waterberging en nieuwe landgoederen. Recreatieve paden en routes zijn in overleg met grondeigenaren, bewoners en gebruikers ontwikkeld. De vier WERV gemeenten willen investeren in de ecologische, landschappelijke en recreatieve waarden van het Binnenveld. Ze streven ernaar vernieuwing en functieverandering bij agrariërs mogelijk te maken. Het veranderingsproces moet leiden tot een nieuw duurzaam economisch draagvlak in combinatie met nieuwe ruimtelijke kwaliteit. De gemeente Ede neemt hierin haar eigen verantwoordelijkheid. De gewenste ontwikkeling voor het Edese deel van Binnenveld Oost is per thema (indeling PMJP) aangeduid en is verder uitgewerkt in projecten.
Natuur ■ ■
Beheer weidevogels Realisatie Groene Grens EdeVeenendaal met 25 ha STUIT subsidie provincie Gelderland
Landschap ■ ■ ■ ■
Onderzoek landschapsfonds Cultuurhistorie op kaart en zichtbaar maken Beeldkwaliteitplan erfbeplanting en bebouwing (incl. Voorlichting) Groene wiggen op knelpuntlocaties: Ede-Bennekom
62
■
■
Continuering vervangen en aanvullen wegbeplanting omgeving de Kraats/ Nergena en De Born Kunst aan de Grift.
Recreatie; maatregelen uit Verkenning uitwerking Reconstructieplan Binnenveld Oost ■ ■ ■
Recreatieve voorzieningen en infopanelen op knooppunten ) Fietspaden oost + fietsbrug Ruiterpaden Oost.
Landbouw; maatregelen uit Verkenning uitwerking Reconstructieplan Binnenveld Oost ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Bedrijfsverplaatsing Bedrijfsplannen Inrichting geruilde kavels Algemene maatregelen Commissie en voorlichting oost (excusies, nieuwsbrief, website etc.) Gebiedsmakelaar kavelruil Programmamanager Binnenveld WERV.
2.4 Veluwe en Renkumse Poort Onder Veluwe wordt hier verstaan het CVN gebied. Hiermee wordt aangesloten op de gebiedsindeling zoals gehanteerd door programmabureau Veluwestroom.
Actuele ontwikkelingen en beleid In de Nota Ruimte is de Veluwe benoemd tot Nationaal Landschap. De grenzen ervan zijn onlangs door de provincie Gelderland vastgesteld. Het Veluwebeleid is met name gericht op het in stand houden en verder ontwikkelen van natuurwaarden. Hiervoor wordt verwezen naar het rapport Veluwe 2010. Natuurontwikkeling is voor de Veluwe bovenschikkend. Voor de overige functies geld een restrictief beleid. Het gebied moet aantrekkelijk blijven voor recreanten. Nieuwe ontwikkelingen mogen geen nadelige effecten hebben op de aanwezige natuurwaarden. Voor de recreatie zijn groeiclusters bij Lunteren en Otterlo aangewezen. Dit maakt onderdeel uit van het Krimp en Groeibeleid waarbij krimp van recreatieve
bedrijvigheid op de Veluwe wordt gecompenseerd door groei aan de randen.
Opgave Het Ontwikkelingsplan dient bij te dragen aan de oplossing van onderstaande problematiek. ■ de sterke versnippering van de Veluwe; hekken, wegen ■ ontbreken van doorgaande routes en routenetwerken voor recreanten; fietsers, wandelaars, ruiters et cetera ■ dichtslibben van de randen met recreatieve activiteiten, ■ beperkte natuurwaarden en door de toename van (intensievere) recreatie; ontreken van zonering voor verkeer, natuur en recreatie, ■ bedreiging van de diversiteit aan landschapseenheden (bos, stuifzanden, heide, landbouwenclaves) en de herkenbaarheid van cultuurhistorische fenomenen (Celtic fields, Hessenwegen), ■ Ontbreken ecologische en visuele samenhang van dal van Renkumse Beek.
Visie en projecten Veluwe Door behoud en versterking van de karakteristieken van de diverse bostypen, stuifzanden, heide en landbouwenclaves is de ruimtelijke en ecologische diversiteit op de Veluwe vergroot. Cultuurhistorische en archeologische elementen, zoals Hessenwegen en Celtic fields, zijn zichtbaar en begrijpelijk voor recreanten. Door onthekking en afwaardering van wegen is het voor dier en mens beter mogelijk de Veluwe ongestoord te doorkruisen. Het recreatieve netwerk voor fietsers, ruiters en wandelaars is verbeterd en aangevuld. Verblijfsrecratie echter is teruggedrongen naar de randen van de Veluwe. Door integrale planvorming en een goede landschappelijke inpassing zijn van de recreatieclusters bij Lunteren en Otterlo aantrekkelijke bosparken met een veelheid aan functies gemaakt. Op de open engen is het agrarische beheer afgestemd op de cultuurhistorische en ecologische waarden. De intensieve teelten zijn hier verdwenen. De oude schaapsdriften zijn hersteld. Dankzij het restrictieve beleid ten aanzien van storende en nieuwe functies is in de
■ ■
Hart van de Veluwe ontsnipperingsmaatregelen fauna herontwikkeling natuurcentrum veluwe natuurvisie gemeentelijke bosterreinen: planvorming en uitvoeringsmaatregelen inrichting Doesburger Eng enLunterse en Roekelse Engen (nader te verdelen) inrichting doesburger Eng.
Landschap ■
■ ■
■
■
Ontwikkelingsvisie Veluwe-West; provinciaal pilotproject. Visie op kwaliteiten en ontwikkelingen herstel en ontwikkeling van de karakteristieken van het Lunterse Buurtbos landgoed Kernhem: planvorming en uitvoeringsprogramma. Ontwikkeling tot stadspark masterplan behoud cultuurhistorische en archeologische elementen; planvorming en uitvoering ontwikkeling herkenbare Veluwse kernen: planvorming en uitvoering.
Recreatie ■ ■
■
■ ■ ■
recreatief attractiepunt Goudsberg: Middelpunt van Nederland fietstotaalplan Veluwe: uitvoering plan inclusief reconstructie bestaande fietspaden verbetering routenetwerken op de Veluwe; voor mountainbikes, wandelaars, ruiters, aangespannen paard e.d. recreatiecluster Lunteren - groene wig Ede-Lunteren recreatiecluster Otterlo, ontwikkeling als herkenbare Veluwse kern (pilotproject) verkenning Veluwetransferium locatie Ede Oost: opstelling keuzedocument
Algemene maatregelen ■
Onderzoek, beleidsvoorbereiding, ondersteuning initiatieven van derden voor specifiek Veluwse projecten
Natuur
■
■ ■ ■
Bouw 3e schaapskooi Ederheide Onderzoek herstel bovenloop van de Renkumse Beek Uitvoering herstel bovenloop van de Renkumse Beek.
Landschap ■
■ ■
Recreatie ■ ■
Recreatievisie Eder & Ginkelse Heide: planvorming Recreatievisie Eder & Ginkelse Heide: uitvoering Wildobservatiepunt Eder & Ginkelse Heide.
Wandelpaden/klompenpaden; ommetjes over particulier terrein Fietstotaalplan: ontbrekende schakels Gelderse Vallei.
Water
Opwaardering gemeentelijke waterlopen.
Algemene maatregelen ■ ■ ■
Vlinderdas: afronden natuurontwikkeling. ■
Recreatie ■
■ ■
dorpsranden; verbeteren overgangen van de dorpen naar het landschap kunst in het landschap uitwerking zoekzones landschappelijke versterking
Deel 1. Introductie
■ ■ ■ ■
■
■ ■ ■
2.5 Algemene projecten Dit zijn projecten die de afzonderlijke deelgebieden overstijgen.
contract Gemeente Ede - SVGV uitwerkingsplannen voor de zes dorpen structuurplan en bestemmingsplannen voor de zes dorpen bestemmingsplan buitengebied uitwerking vereveningsafspraken, instellen landschapsfonds. programmamanagement Ontwikkeling Buitengebied Ede monitoring en evaluatie uitvoeringsprogramma (M&E Systeem provincie).
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
Natuur
weer deel uit van het beekdal. Inrichtingsmaatregelen hebben er voor gezorgd dat de samenhang tussen de bovenloop en de benedenloop is hersteld. De Renkumse Beek is (periodiek) water-voerend. Dankzij inspanning van de gemeente Ede – als locale overheid en als terreinbeheerder – is de landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische diversiteit versterkt. De gewenste ontwikkeling voor de Veluwe is per thema (indeling PMJP) aan-geduid en is verder uitgewerkt in projecten.
Projecten natuur ■ ■ ■ ■ ■
ecologische netwerk: continuering realisatie groene verbindingen ecologisch netwerk: aanleg ecopassages inventarisatie flora en fauna evz en in groene verbindingen bijhouden ecologische verwachtingskaart begeleiding functieverandering. Toetsing aan natuurwetgeving.
Projecten landschap ■ ■ ■
Visie en projecten Renkumse Poort
■
De hoge bovenloop van het dal van de Renkumse Beek – met de Ginkelse Heide en de landbouwenclave Vlinderdas - maakt
■
Deel 3. Realisatie
groene wiggen de ruimtelijke en functionele samenhang tussen de Veluwe en de Vallei behouden. De gewenste ontwikkeling voor de Veluwe is per thema (indeling PMJP) aangeduid en is verder uitgewerkt in projecten.
Landschapscoördinator en adminstratieve ondersteuning project gemeentelijk landschapsbeheer onderzoek, planvorming en herstel cultuurhistorische elementen in het agrarisch buitengebied. regionaal Beeldkwaliteitsplan en uitwerkingen, inclusief visie buurtschappen opstellen beeldkwaliteitsplan LOG en De Klomp, Ederveen, Wallenburg, Doesburg..
63
64
■
3.1 Zorgvuldigheid bij de uitvoering ■
Uit de milieutoets (DHV 2007) blijkt dat uitvoering van het plan RUIMTE VOOR KWALTEIT gunstige milieueffecten kan hebben. Per project zal steeds worden bepaald wat de daadwerkelijke gevolgen van de ingrepen met mogelijk negatieve effecten zijn en hoe daar vervolgens mee kan worden omgegaan. Hiervoor moet gebruik worden gemaakt van meer gedetailleerde gegevens, zoals de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart en de ecologische verwachtingskaart van de gemeente Ede. Bij de realisatie van de projecten uit het ontwikkelingsplan zullen negatieve effecten op het milieu worden voorkomen en is het streven gericht op het creëren van een meerwaarde. Dat kan door zorgvuldig aandacht te besteden aan de betreffende milieuaspecten en door afgewogen keuzes te maken ten aanzien van de locatiekeuze, de inrichting en de eventuele compensatie. Voor de uitwerking (verfijning en planvorming) en realisatie van woningbouw en bedrijventerreinen in de zoekzones worden de milieueffecten nader onderzocht in de planMER bij het op te stellen structuurplan Verfijning zoekzones wonen en werken dorpen Ede.
3.2 Taken van de gemeente De gemeente vult de regierol in met de uitvoering van de volgende taken. ■ regisseren bij initiatieven van particulieren en ontwikkelaars. Bij dergelijke ontwikkelingen is de gemeente faciliterend aanwezig. De dienstverlening bestaat uit stimulering, begeleiding en sturing en toetsing. Om de toetsende en sturende taak goed uit voeren dienen de specifieke beleidskaders geformuleerd en bekend te zijn. ■ uitvoeringsprojecten voorbereiden: projectidee ontwikkelen, partners
zoeken en bij elkaar brengen, financiering voorbereiden, participeren of faciliteren bij de realisatie. uitwerking van stedenbouwkundige visies (structuurvisies) en bestemmingsplannen is nodig om ruimtelijk beleid vast te leggen en rechtszekerheid aan burgers te bieden. monitoring van voortgang en resultaten.
Om de gemeentelijke regierol goed uit te kunnen voeren en de uitvoering van de projecten aan te sturen, wordt het gemeentelijk programmamanagement versterkt. Vanuit het programmamanagement kunnen interne en externe opdrachten worden gegeven.
3.3 Afspraken met de provincie Gelderland De gemeente Ede maakt met de provincie afspraken over de uitvoering en financiering van het Uitvoeringsprogramma voor het buitengebied van Ede. Gezien vele concrete projecten die al voor Binnenveld Oost zijn voorbereid, kan er op korte termijn voor dat deelgebied een gedetailleerde afspraak worden gemaakt over de uit te voeren projecten en de financiering van de uitvoering. In een intentieovereenkomst worden bindende afspraken gemaakt over de eigen financiering en over de cofinanciering vanuit het investeringsbudget landelijk gebied (ILG). Voor de periode 2008 – 2013 is € 7.500.000 beschikbaar. Tevens wordt een inspanningsverplichting aangegaan om andere provinciale en Europese fondsen te verkrijgen voor de financiering van projecten uit het Uitvoeringsprogramma. Op basis van deze intentieovereenkomst wordt de eigen financiering, de cofinanciering en de uitvoering per begrotingsjaar ingevuld.
3.4 Organisatie en communicatie Communicatie wordt gericht op twee schaalniveaus: de vijf deelgebieden en de projecten.
Voor het Binnenveld bestaan hierover als concrete ideeën. De ervaringen in het Binnenveld worden benut om de communicatie in vergelijkbare gebiedsprocessen te optimaliseren. Bij de voorbereiding en uitvoering van projecten wil de gemeente samenwerken met belangengroepen.
Het Binnenveld
De beide gemeenten Wageningen en Ede zullen parallelle afspraken maken gericht op de uitvoering van projecten in Binnenveld Oost. De provincie treedt als trekker op voor de realisatie van de Reconstructiedoelen. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten. ■ De gemeente Ede treedt als trekker op namens Ede en Wageningen. ■ De WERV gemeenten stellen een projectmanager landschap en recreatie aan. Deze functionaris werkt ook in Binnenveld West. ■ Wageningen en Ede stellen een afstemmingscommissie in, met daarin vertegenwoordigers van betrokken partijen, inclusief de provincie, het waterschap en SBB. De commissie heeft tot doel te adviseren over de uitvoering en de afstemming van projecten in het Binnenveld. Het secretariaat ligt bij de gemeente Ede. ■ Voor Ede is de opgave de projecten uit het Uitvoeringsprogramma bij dit Ontwikkelingsplan Buitengebied Ede te realiseren. In de projectenlijst zijn projecten uit de Verkenning Reconstructie Binnenveld Oost en uit het Landschapsontwikkelingsplan Binnenveld opgenomen. Voor nadere advisering en projectrealisatie kan de gemeente de expertise van de Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei inhuren (SVGV). Dit gebeurt op projectbasis. ■ Bij de uitvoering van de reconstructieprojecten zal de regie bij de provincie liggen.
Landbouwontwikkelingsgebied
Voor de uitwerking van het LOG Lunteren zal de gemeente Ede op korte termijn samen met de provincie en de gemeente Barneveld de organisatie en communicatie voorbereiden.
65
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
De gemeente Ede voert regie op de ontwikkelingen in het buitengebied. De regierol is hier uitgewerkt in taken en in aspecten van organisatie.
Deel 1. Introductie
3. De rol van de gemeente Ede
Deel 3. Realisatie
66
Gemeente Ede Vanuit de budgetten buitengebied is jaarlijks € 725.000 beschikbaar.
Eigen Rood voor groen projecten
De gemeente kan zelf Rood voor groen projecten realiseren; bijvoorbeeld in de landgoederenzone rond Wallenburg. De opbrengsten hiervan worden ingezet voor de projecten in het uitvoeringsprogramma. Een voorzichtige raming leidt tot een opbrengst van € 1.500.000.
Afdrachten aan een Landschapsfonds; compensatie
Met als onderlegger de nieuwe Grondexploitatiewet kan de gemeente Ede gelden genereren ten behoeve van de uitvoering van het plan RUIMTE VOOR KWALITEIT. Bij bouwprojecten worden de afdrachten onderbouwd vanuit de toegenomen druk op de groene ruimte. Om deze toename te compenseren kan een vaste afdracht per eenheid worden ingesteld. Bij nieuwe uitleggebieden voor woningbouw of bedrijven neemt het areaal buitengebied af. De afdracht wordt dan gebaseerd op de compensatie voor de afname van het areaal groen. De aanslag wordt berekend op basis van uitgeefbare meters. Volgens een eerste verkennende berekening zou de inleg in het Landschapsfonds vanuit op handen zijnde projecten
€ 3.500.000 a € 5.000.000 kunnen bedragen (indicatie op basis van interne notitie Grondzaken, 2007). Ter voorbereiding van het Landschapsfonds is nog nader onderzoek nodig. De instelling ervan kan plaats vinden als onderdeel van het bestemmingsplan Buitengebied Ede of in een afzonderlijk vast te stellen structuurplan.
Voorlopige afspraken over afdrachten
Zolang de Grondexploitatiewet nog niet geldt en het Landschapsfonds nog niet is ingesteld kan een tijdelijke regeling gelden. Bij de verkrijging van een nieuwe woontitel bij bedrijfsbeëindiging en/of de sloop van agrarische bedrijfsgebouwen (verwacht ongeveer 500 transformaties) zal de gemeente van de initiatiefnemers bijdragen vragen voor een gemeentelijk voorzieningenfonds. Uitgaande van een afdracht van enkele duizenden euro’s per geval kan deze fondsvorming een substantiële bijdrage aan de financiering voor het buitengebied vormen. Dit kan leiden tot een opbrengst van € 1.500.000.
Een eerste verkenning leidt tot de conclusie dat uit deze fondsen maximaal € 6.000.000 mogelijk is. Omdat niet alle aanvragen worden gehonoreerd, is het realistisch uit te gaan van de helft van dit bedrag.
Private impulsen voor ruimtelijke kwaliteit Naast de projecten in het uitvoeringsprogramma worden particuliere initiatieven gerealiseerd. De gemeente heeft hierbij wel een faciliterende en begeleidende rol, maar financiert niet mee. De totale output hiervan is (indicatief!) geraamd op € 20.000.000.
Conclusie Voor de geprogrammeerde projecten in 2008 is voldoende dekking aanwezig. Op basis van de aanvullende eigen financiering en nieuwe cofinancieringen wordt in de daarop volgende jaren over de uitvoering van de projecten besloten.
De cofinanciering
Op basis van deze gemeentelijke inzet is cofinanciering mogelijk.
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
De financiering van het uitvoeringsprogramma wordt gedragen door de eigen gemeentelijke budgetten buitengebied; aangevuld met opbrengsten uit gemeentelijke Rood voor groen projecten. Op termijn kunnen daar nog inkomsten uit het in te stellen Landschapsfonds bij komen. Daarnaast zal fondsvorming - op basis van vrijwillige bijdragen van particulieren en marktpartijen – worden onderzocht. De gemeente laat samen met de drie andere WERV gemeenten een onderzoek doen naar de mogelijkheden van fondsvorming door vrijwillige bijdrage van sponsors dan wel ‘vrienden’ van het landschap. Voorwaarde is dat bijdragen voor de gevers zichtbaar besteed moeten worden. Cofinanciering komt uit ILG en andere provinciale en Europese fondsen.
Deel 1. Introductie
4. Financiering
ILG
De belangrijkste bron voor cofinanciering is de ILG subsidie vanuit de provincie Gelderland, gericht op de ontwikkeling van het landelijk gebied in de periode 2007 – 2013. Voor de uitvoering van projecten uit het Uitvoeringsprogramma is tot € 7.500.000 beschikbaar. Na 2013 gaat een nieuwe ILG-periode in.
Overige provinciale en Europese fondsen
Deel 3. Realisatie
Ook zijn er specifieke provinciale fondsen voor stedelijk gebied en recreatie (de regiocontracten), cultuurhistorie (Belvoir), de Veluwe (Veluwe 2010) en de stimulering van landschappelijke kwaliteit. Daarnaast zijn er EFRO en POP gelden. De gemeente zal samen met de provincie de mogelijkheden van Europese cofinanciering benutten. Hierover zijn thans geen harde afspraken te maken.
67
68
2008
2009-2010
2011-2013
2014-2018
Beoordeling PMJP
Opmerkingen
Deel 1. Introductie
Totaal 2008 - 2018
Dekking
Subsidiebron
Totaal 2008 - 2018
Gebiedsindeling/Thema's / projecten
Financiering gemeente
overige prov./EUfinancieringsbronnen
Reconstructi e-projecten; Uitvoering en financiering door derden
% prov. subsidieregeling
Betrokkenen
max. prov. bijdrage ILG 2007 - 2013
Trekker
Gemeente Ede: kosten planvoorbereiding, projectcoördinatie (intern en/of intern)
Bijzonderheden/ toelichting
Derden; niet overheden
Uitvoeringsprogramma Buitengebied Ede 2008 - 2018
5. Uitvoeringsprogramma
Gemeente Ede: alle projectkosten voor rekening van de gemeente
LOG Lunteren Natuur Uitvoering plan Zwetselaar
Realisatie laatste fase provinciale EVZ Lunterse Beek
Inrichting terrein in eigendom van gemeente en BBL. Herstel cultuurhistorisch landschap; met bijdrage aan de ecologische verbinding Lunterse beek. Maatregelen: aanleg houtwallen en singels, aanplant bomenrijen en aanleg/herstel van diverse kleine bosjes en andere kleinschalige natuur. Continuering bestaand beleid door aankoop en inrichting van de provinciale evz Lunterse Beek, deelgebied tussen de Buzerd en Daatselaar. De rest van de evz, incl. faunapassages, is gereed op Edes grondgebied.
Gem. Ede Grondzaken Ede
Gem. Ede prv. Gelderland, HGL, grondeigenaren, waterschap, grondzaken
_ 75.000
37.500
_ 980.000
_ 392.000
_ 37.500
_ 37.500
_0
0%
_ 37.500,00 EFRO
1.1
_ 588.000
_ 245.000
_ 735.000
75%
_ 0,00
1.1 ?
Opgenomen in een door GS goedgekeurd plan; gebiedsplan Natuur
januari 2008 duidelijkheid over prov. financieringsmogelijkheid
Water Geclusterde waterberging in landschapsstructuur, tbv. postzegelplannen inbreiding dorpen.
Waterberging 10% en landschapsbouw 10% tbv uitbreidingsplannen dorpen
Campacte waterberging buiten de kernen Otterlo, Harskamp, Gem. Ede Wekerom, Lunteren. Naar verhouding 10% waterberging en 10% landschapsbouw tov van het te bebouwen oppervlak. Martijn van de Berg levert meer info aan. Waterberging buiten de kernen Otterlo, Harskamp, Wekerom, Gem. Ede Lunteren. Naar verhouding 10% waterberging en 10% landschapsbouw tov van het te bebouwen oppervlak. Martijn van de Berg levert meer info aan.
_0
financiering vanuit bouwproject
_0
0%
_0
--
_0
financiering vanuit bouwproject
_0
0%
_0
--
_0
0%
Landbouw _ 10.000
Ondersteuning vernieuwing en functieverandering grondgebonden agrarische bedrijven
De ruime ondersteuning van de vernieuwing van agrarische Provincie LTO, SVGV, Gem. Ede bedrijven, voorkomt stagnatie en bevordert een moderne, economisch sterke en duurzame bedrijfstak. Tevens begeleiding van verbreding van grondgebonden landbouw. Ook stimuleren van biologische teelten en/of zorgboerderijen en groene en blauwe diensten. Ook functieverandering richting wonen kan voor agariers een goed optie zijn. De agrariers nemen zelf het initiatief; de contactambtenaar zorgt (namens de gemeente Ede) voor faciliteiten en begeleiding. De functie kan eventueel door een medewerker van de SVGV worden uitgevoerd.
_ 400.000
Procesondersteuning intensieve veehouderij
Begeleiding van vernieuwing en hervestiging intensieve veehouderij. Provincie Gem. Ede en Barneveld, Resultaten afwachten van provinciale onderzoeksopdracht (juni prov. Gelderland, LTO, 2007, Alterra) naar ontwikkelingsruimte voor intensieve veehouderij SVGV (op bestaande locaties en voor hervestiging) binnen het Landbouwontwikkelingsgebied, ivm. onzekerheid t.a.v. zuurgevoelige natuur (zoals Natura 2000) en wonen (wet Geurhinder en veehouderij). De functie kan eventueel door een medewerker van de SVGV worden uitgevoerd.
_ 400.000
Projectvoorbereiding vrijwillige kavelruil en uitvoering door gebiedsmakelaar
In het eerste deel van de planperiode wordt getracht via kavelruil de Provincie Gem. Ede en Barneveld, gewenste dynamiek op gang te brengen. De co_rdinerende functie prov. Gelderland, LTO, kan eventueel door een medewerker van de SVGV worden SVGV uitgevoerd. Verplaatsing van 6 bedrijven. Totale kosten _ 2.000.000. Particulier Gem. Ede, SVGV/DLG Financiering uit Reconstructie.
Bedrijfsverplaatsing
Regionale grondbank voor actief grondbeleid ter ondersteuning Met de aankoop van 10 ha landbouwgrond kan de gemeente de Gem. Ede Gem. Ede (grondbedrijf), van de functiewisseling gronddynamiek katalyseren en voorfinancieren. Gedurende 7 jaar Barneveld en andere zijn er rentekosten en transactiekosten; gesteld op _ 70.000. Het gemeente(n)? uit de Regio, saldo van aankoop en verkoop van gronden is in principe budgettair particulieren. neutraal. Om risoco's te verkennen en om afstemming te verkrijgen met andere partijen (BBL, SVGV) kan op zijn vroegst in 2008 met een regionale grondbank worden gestart. Sociaal economische vitalisering Kulturhus Wekerom
Kulturhus vormt een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid van de Gem. Ede Rabovastgoed, Woonstede, dorpen in het buitengebied. Project gaat over gebouw en openbare Kruiswerk ruimte. Het haalbaarheidsonderzoek door de ontwikkelaars is afgerond. Men is bezig met de vereiste aankopen. Start in 2008. Vanuit de begroting van EWZ wordt _ 400.000 gefinancierd.
_ 10.000
_ 5.000
_ 10.000
_0
_ 5.000 uit gereservee rde middeln voor RC en PMJP Reconstruc tie _ 400.000
2.2.2.2
Reconstruc tie _ 400.000
--
_ 150.000
Reconstruc tie _ 150.000
2.1
_ 2.000.000
Reconstruc tie _ 2.000.000
2.1.2
_ 70.000
_ 35.000
_ 700.000
_ 700.000
_ 35.000
_ 70.000
Kosten direct nemen
_ 400.000 pm
_0
0%
--
0%
_0
_0
_ 300.000 Vitaal Gelderland
Alleen vergoeding adviezen aan bedrijven; geen gemeentelijke kosten!
Prestatieovereen-komst DLG
Alleen kosten losse / ondersteunende kavelruil en techn. maatregelen
--
--
SvG 2.4
--
Prestatieovereen-komst DLG
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
Opstelling onderzoeks- en experimentenprogramma Food Valley Onderzoek en experimenten Food Valley en WUR. Gemeente kan Gem. Ede Food Valley, WUR en WUR. samen met andere institutionele en particuliere partners investeren in enkele pilots. Gemeentelijk rol is begeleidend en faciliterend. Voor 2008 concrete projecten formuleren. Project hoeven niet uitsluitend binen het LOG lunteren te worden gerealiseerd; Binnenveld kan ook.
Algemene maatregelen Uitvoeringsorganisatie voor gebiedsprocessen Landbouwontwikkelingsgebied Lunteren. Gemeente Ede is trekker.
Er moet een uitvoeringsprogramma voor het LOG Lunteren worden Gem. Ede gem. Barneveld, partners opgesteld (uitwerking Reconstructieplan), met daarin afspraken over uit het gebied, SVGV de concrete maatregelen. Hiervoor worden diverse bijeenkomsten gehouden (eventueel in de vorm vasn een Schetsschuit), een afstemmingscommissie benoemd (door de gemeente), worden (project)plannen uitgewerkt et cetera. De gemeente Ede neemt initiatief. Afstemming en samenwerking met Barneveld (deelgebied Kootwijkerbroek) wordt nader bepaald.
_ 10.000
_ 2.500
_ 5.000
_ 2.500
_ 10.000
_ 770.000
_ 308.000
_ 462.000
_ 192.500
_0
Zie ecol. Netwerk onder Algemene projecten
_0
0%
_ 577.500
75%
_0
Overig agrarisch gebied Ederveen, Wallenburg, Kernhem Natuur
Continueren realisatie groene verbinding Wallenburg: tussen Allemanskampje en Veluwe
De provinciale EVZ Lunterse Beek - Rijn is grotendeels in plannen gem Ede vastgelegd (incl. kosten) of is gerealiseerd. Alleen het deeltraject Allemanskampje tot het natuurdeel van de toekomstige recreatieplas ontbreekt en vergt een nieuwe situering van de EVZ. Dit deel van het tracee is 1,5 km lang. Er moet nog 11 ha verworven en voor natuur ingericht worden. Gedurende 6 jaar wordt jaarlijks _ 77.000 besteed. Ten noorden van de N224 wordt - tussen de grebbelinie en de A30 gem Ede een multifunctionele groenzone ontwikkeld, waarin naast de landbouw ruimte is voor natuur (evz Wallenburg), landschapsbouw en recreatieve infrastructuur. Zie verder het project Multifunctionele groenzone Ederveen - Doesburg.
HGL, SBB, DLG, prv. Gelderland, grondeigenaren, grondzaken, projectleiders van de projecten multifunctionele groenzone en recreatieplas HGL, SBB, grondeigenaren, grondzaken, projectleiders van het project multifunctionele groenzone en van het project doesburger eng
zie Ecol. Netwerk onder Algemene projecten
1.1 ?
januari 2008 duidelijkheid over prov. financieringsmogelijkheid
1.1
Alleen als opgenomen in een door GS goedgekeurd plan
Pagina 1 van 6
Deel 3. Realisatie
Realisatie provinciale evz Lunterse Beek-Rijn, ontbrekend deeltraject Allemanskampje - natuurdeel recreatieplas
69
2008
2009-2010
2011-2013
2014-2018
Beoordeling PMJP
Subsidiebron
Totaal 2008 - 2018
Dekking
overige prov./EUfinancieringsbronnen
Totaal 2008 - 2018
Gebiedsindeling/Thema's / projecten
Financiering gemeente
% prov. subsidieregeling
Reconstructi e-projecten; Uitvoering en financiering door derden
max. prov. bijdrage ILG 2007 - 2013
Betrokkenen
Gemeente Ede: kosten planvoorbereiding, projectcoördinatie (intern en/of intern)
Trekker
Derden; niet overheden
Bijzonderheden/ toelichting
Gemeente Ede: alle projectkosten voor rekening van de gemeente
Uitvoeringsprogramma Buitengebied Ede 2008 - 2018
Opmerkingen
Landschap Multifunctionele groenzone Ederveen - Doesburg; opstellen masterplan
Wandelpad/fietspad en natuur tussen Fort Buursteeg en De Klomp
Ten noorden van de N224 wordt - tussen de Grebbelinie en de A30 gem. Ede Gem. Ede, LNV, _ 80.000 _ 80.000 _ 80.000 _ 80.000 een multifunctionele groenzone ontwikkeld, waarin naast de landbouw ruimte is voor natuur (evz Wallenburg), landschapsbouw en recreatieve infrastructuur. De zone sluit aan op recreatieve groene elementen uit het ISEV-gebied, zoals de buitenplaatsenzone, de recreatieplas, het open middengebied en de evz Grebbelinie - de Grift. Landschapsbouw wordt hier gerealiseerd door particulieren dmv. rood voor groen projecten. De multifunctionele groenzone zal een overgang vormen tussen de woon- en werkgebieden van Ede en Veenendaal en het landschap van de Vallei; met ecologische en recreatieve kwaliteiten. De zone omvat de volgende elementen: natuur rond Allemanskampje, ecologische verbinding Ederveen-Zuid, ecologische schakel langs de Wallenburgsteeg, fietsviaduct en ecopassage A30, recreatieve routes, nieuwe landgoederen. In oostelijke richting worden recreatieve en ecologische verbindingen nagestreefd in de richting van de Doesburger Eng en de Veluwe (groene wig). Het landschap wordt hier ook geschikt gemaakt als recreatief uitloopgebied. Het ruimtebeslag wordt hier bepaald door de landbouw (zuidelijk deel van landbouwontwikkelingsgebied Lunteren). Voor de ontwikkeling van deze groenzone wordt een masterplan opgesteld met de mogelijke ruimtelijke invulling, de rui In aansluiting op de aanpak van het Fort aan de Buursteeg Gem. Ede gem. Ede, Prov. _ 840.000 _ 840.000 _ 210.000 _ 210.000 combi met (sleutelproject Grebbelinie) als centraal bezoekerscentrum voor de ism Utrecht/GLD (project planontwikkeling Grebbelinie, wordt de realisatie van de ontbrekende wandel- en trekker Grebbelinie), private Fort Buursteeg fietsverbinding tussen het Fort en NS De Klomp gecombineerd met Fort partijen, grondeigenaren natuurontikkeling en natuurbeheer door scholieren. De evz wordt Buursteeg hiermee versterkt en er ontstaat een groene begrenzing van M. Glorie Veenendaal-Noord net ten noorden van de N224. Omvang: 1100m lang en 110m breed, 12,1ha. Te verwerven en in te richten; _ 70.000/ha (exclusief het fietspad - zie project routenetwerken (11)??). Kosten _ 840.000 exclusief fietspad.
_0
0%
_0
0%
Natuurontwikkeling (evz), recreatieve infrastructuur, landschapsbouw komt tot stand als onderdeel van het integrale project voor zandwinning en water- en oeverrecreatie. Uitvoering door door private partij.
_0
0%
_0
--
_ 420.000 EFRO / RC/ of vanuit gelden project Grebbelini e, ook provincie Gelderland , ook privaat
--
Regiocontract zou mogelijkheid tot financiering kunnen bieden
--
Regiocontract zou mogelijkheid tot financiering kunnen bieden
Recreatie Recreatieplas ISEV
Renkumse Poort Natuur Bouw 3e schaapskooi Ederheide
Gem. Ede, priv. part.
_ 425.000
St. Edese Schaapskudde Gem. Ede, NM, Defensie
_ 425.000
_ 400.000
_ 400.000
_ 90.000
Onderzoek herstel bovenloop van de Renkumse Beek
Gem. Ede NM. SBB, Defensie, Provincie
_ 30.000
_ 30.000
_ 7.500
Uitvoering herstel bovenloop van de Renkumse Beek
Fysieke maatregelen; herstellen meanderingen, herinrichten oevers, Gem. Ede NM. SBB, Defensie, aanleggen paden. Aandacht voor zoneringsmaatregelen rondom Provincie ecoduct A12.
_ 60.000
_ 60.000
_ 15.000
ontpachting, natuurontwikkeling, recreatieve inrichting. Uitvoering 2009 en 2010
Gem. Ede Gem. Ede, prov. GLD, particulieren
_ 50.000
Recreatievisie Eder & Ginkelse Heide: planvorming
30.000 DOE-geld
Recreatievisie Eder & Ginkelse Heide: uitvoering
Visie is gericht op een optimale zonering natuur - recreatie in de bovenloop van het stroomgebied van de Renkumse Beek. Het gaat uiteindelijk om de uitvoering van maatregelen, zoals parkeervoorzieningen, fietspaden, bewegwijzering e.d. Planontwikkeling in 2008. Het project kan veranderen t.g.v. de ontwikkeling van de golfbaan Ginkel. Uitvoering vanaf 2009. 170.000 DOE-geld uitvoering en planvorming Dit project versterkt de beoogde zonering voor natuur en recreatie op de Eder & ginkelse heide. Herinriching en kwalitatieve verbetering van het wildobservatiepunt. Plan in 2012. Uitvoering in 2013.
Gem. Ede Prov., Defensie, Gelders Landschap Gem. Ede Prov., Defensie, Gelders Landschap
_ 260.000
_ 425.000 RC
_0
0%
_ 22.500
75%
_0
6.1
_ 45.000
75%
_0
6.1
_0
_ 37.500
75%
_0
1.1
_ 30.000
_ 50.000 Belvoir
-Evz opgenomen in Gebiedsplan Natuur en Landschap Evz opgenomen in Gebiedsplan Natuur en Landschap
Landschap Vlinderdas: afronden natuurontwikkeling
_ 50.000
_ 12.500
% geldt alleen voor natuurontwikkeling
Recreatie
Wildobservatiepunt Eder & Ginkelse Heide
Veluwe Natuur Hart van de Veluwe
Ontsnipperingsmaatregelen fauna.
Herontwikkeling natuurcentrum Veluwe
Natuurvisie gemeentelijke bosterreinen: planvorming en uitvoeringsmaatregelen Inrichting Doesburger Eng en Lunterse en Roekelse Engen (nader te verdelen) Inrichting Doesburger Eng
Gem. Ede Stichting natuurcentrum en NM
Totale kosten 10,8 mln. Edese bijdrage _ 83.000. In de drie grote Prov. GLD Veluwse gemeenten worden fysieke maatregelen genomen, o.a. ontsnippering/ verwijderen hekken, realiseren oversteekplaatsen en fietspaden. Het project heeft een looptijd tot 2013. Diverse fysieke maatregelen (o.a.faunatunnels/rasters afwaardering Prov. GLD wegen, a.o. N224 + gemeente Fysieke herinrichting; eigendom gemeente Ede. Gem. Ede
Gem. Ede.Arnhem, Apeldoorn, NPHV, NM, SGL
_ 30.000
_ 30.000
_ 280.000
_ 280.000
_ 250.000
_ 250.000
_ 77.000
_ 66.000
_ 11.000
NB org. Part., Gem. Ede
_ 100.000
_ 10.000
_ 10.000
Prov., stichting
_ 250.000
Betreft planvorming en uitvoeringsmaatregelen voor omvorming van Gem. Ede Gem. Ede, burgers, natuurorg. NM, GL geintegreerd bosbeheer naar natuurbeheer Aanpak zoals bij Doesburger Eng. Budget afgesproken in Gem. Ede Bewonersgroepen, Gem. Reconstructie. Gemeente dient gronden in te brengen. Bedrag te Ede, Grondzaken verdelen over alle (drie) engen. Doesburger Eng moet uitloopgebied worden van Kernhem. Ook Gem. Ede Prov. Gld., Gem. Ede verbindingen (recreatief, ecologisch) maken met de Veluwe. Diverse Grondzaken, fysieke maatregelen: paden aanleggen/verbeteren, tilten cre_ren et bewonersgroep. cetera. Molenbiotoop vrij houden. Gebiedsvisie is aan Raad gepresenteerd. Gemeente maakt beleidsvisie voor ontwikkeling en herstel. Fase 2 is gestart: uitvoeringsprogramma en gebiedsorganisatie. Budget afgesproken in Reconstructie. Gemeente dient gronden in te brengen; verworven vlek D gronden zijn te duur. Katalysator is private ontwikkeling van zorgcentrum en omgeving ervan (_ 1.000.000).
_ 210.000
_ 10.000
_ 1.200.000
_ 100.000
70
_ 30.000
_ 50.000
_ 40.000
_ 60.000
_ 100.000
_ 300.000
_ 300.000
_ 400.000
_ 700.000
Pagina 2 van 6
_ 30.000
_0
0%
_0
_0
0%
_ 128.250 EFRO
--
_ 10.000
_0
0%
_ 108.000
--
_0
_0
0%
_0
_0
_ 77.000
_ 200.000
Landschap
_ 30.000 _ 140.000
_ 142.000
_ 250.000
_ 800.000
_0 _ 11.750
_0
_ 100.000
_0
_0
_0
0%
_ 125.000
_ 125.000
_ 15.000
_0
0%
_ 210.000 _ 425.000
_ 300.000
_ 10.000
_0
0%
_ 375.000
75%
_ 900.000
75%
--
Wellicht interreg gelden _0
1.1.2
Gemeente financiert het geheel
1.1.2
Gemeente financiert het geheel
--
-4.3
Zie toelichting!
4.3
Doesburger Eng valt onder NL Veluwe, waar max. 75% prov. bijdrage mogelijk is; 9 ton legt echter te groot beslag op de 3 mln die voor de Veluwe beschikbaar is > lager bedrag prov. bijdrage zal moeten worden afgesproken!
Ontwikkelingsvisie Veluwe-West; provinciaal pilotproject. Visie op kwaliteiten en ontwikkelingen.
Aanleidingen zijn ontwikkelingen in dit gebied: Vink, Goudsberg, Gem. Ede Gem. Ede, Arnhem, HGL, rommelzone Doesburgerbuurt, Recreatie-groeicluster Otterlo, NM, prov. Gelderland landgoed Valouwe, Golfbaan, Goudsberg Middelpunt van Nederland. Aangrenzend ontwikkelingen van Ede-Oost. Gebiedsvisie is nodig om ontwikkelingen integraal te kunnen toetsen en sturen; met name op kwaliteit van natuur, landschap, arch. monumenten en recreatie. Tevens visie op maatregelen op de landbouwenclave Driesprong en de groene wig Ede Lunteren (schakel tussen Veluwe, Driesprong en Doesburgerbuurt). De ontwikkelingsvisie is een provinciale pilot voor de aanpak in Natura 2000 gebieden. Plankosten _ 30.000 (_ 15.000 door gem. Ede). Fysieke maatregelen pm uitvoering in 2009 - 2011.
Herstel en ontwikkeling van de karakteristieken van het Lunterse Buurtbos
Visie en planontwikkeling, herinrichtingsmaatregelen, herstel historisch lanenpatroon. De planvoorbereiding is in 2011. Uitvoering 2012 tot 2014) Voor het herstel en de ontwikkeling van landgoed Kernhem (= stadspark) wordt de visie geactualiseerd. Het gaat om nieuwe elementen en herstel van het parkbeeld en de lanenstructuur. Uitvoering 2010 - 2013 Behoud cultuurhistorische en archeologische elementen in het Edes deel van de Veluwe; zowel op gemeentelijke terreinen als bij particulier eigendom. Hierin worden ook 'Tijdslijnen Lunteren' en het Belgisch vluchtelingenkamp opgenomen. De objecten worden behouden, onderhouden en zichtbaar gemaakt. De gemeente Ede steunt particulieren en organisaties daarbij. Er komt een vergelijkbaar project voor het agrarische buitengebied.
Landgoed Kernhem: planvorming en uitvoeringsprogramma. Ontwikkeling tot stadspark.
Masterplan behoud cultuurhistorische en archeologische elementen; planvorming en uitvoering
Ontwikkeling herkenbare Veluwse kernen: planvorming en uitvoering
_ 85.000
Stichting Gem. Ede, Prov GLD Lunters Buurtbos Gem. Ede, part., Part., stichting
_ 100.000
Gem. Ede
_ 240.000
De imagoverbetering van de Veluwe richt zich op de drie kernen Gem. Ede, projectbureau Gem. Ede, dorpsraden, Veluwestroom Bennekom, Lunteren en Harskamp. Planvoorbereiding start in 2008. ondernemers Otterlo is pilot.
_ 475.000
_ 20.000
_ 25.000
2009-2010
2011-2013
_ 30.000
_ 35.000
2014-2018
_ 50.000
_ 35.000
_ 100.000
_ 80.000
_ 15.000
_ 90.000
_ 135.000
_ 225.000
_ 312.500
_ 45.000
_ 40.000
_ 100.000
_ 100.000
_ 225.000
_ 40.000
_ 46.000
_ 30.000
_ 200.000
_ 115.000
85000
_0
0%
_ 20.000 75% met max _ 20.000 _ 50.000 75% met een max van _ 50.000 _0 0%
_ 154.000 50-75%
Opmerkingen
_ 35.000 pilot geld
--
_0
1.1.2
_ 112.500 EFRO
4.1.1
_ 15.000 belvoir?
--
_ 0,00
Deel 1. Introductie
2008
Beoordeling PMJP
Subsidiebron
Totaal 2008 - 2018
Dekking
overige prov./EUfinancieringsbronnen
Totaal 2008 - 2018
Gebiedsindeling/Thema's / projecten
Financiering gemeente
% prov. subsidieregeling
Reconstructi e-projecten; Uitvoering en financiering door derden
max. prov. bijdrage ILG 2007 - 2013
Betrokkenen
Gemeente Ede: kosten planvoorbereiding, projectcoördinatie (intern en/of intern)
Trekker
Derden; niet overheden
Bijzonderheden/ toelichting
Gemeente Ede: alle projectkosten voor rekening van de gemeente
Uitvoeringsprogramma Buitengebied Ede 2008 - 2018
Verordening Cultuurhistorie Gld art 8 (max. _ 5.000 tbv strategische beheersvisie); art 5 en 6 bieden tav onderhoud en herstel ten hoogste 20% vd subs.kosten met max. v _ 5.000 en resp. _ 50.000 per aanvraag)
3.4.5
Recreatie Ontwikkelingsplan omschreven in Cultuurnota EWZ. Gelders Gelders Landschap Prov, Particuliere Landschap (grootste eigenaar) neemt initiatief. Verder gemeente eigenaren, Gem. Ede. Ede (6 ha) en 5 andere eigenaren. Planonderdelen zijn genoemd: inrichting middelpunt van Nederland, museale functie/ infocentrum ivm archeologische waarden, theehuisjes. Recreatiehuisjes (lodges) moeten opbrengst voor SGL genereren. Tevens herstel en beheer van Celtic field, pinetum, Lunters Buurtbos, Wekeromse Zand. Door de initiatiefnemers moet een integraal plan worden opgesteld; afgestemd op de visie voor Veluwe West. Exploitatieovereenkomst is nodig voor start van het project. Onderzoek en planvorming voor rekening van de initiatiefnemers. Financiering uit RUP-geld: _ 1.200.000 (bijdrage voor ruimtelijke kwaliteit!); gemeente draagt _ 400.000 bij. Beschikbaar RUP-geld kan ook gedeeltelijk worden ingezet voor recreatiecluster Otterlo. Gelders Landschap investeert daarnaast _ 900.000 in eigen terrein.
_ 1.600.000
Fietstotaalplan Veluwe: uitvoering plan inclusief reconstructie bestaande fietspaden
Diverse fysieke maatregelen zoals aanpassing/optimalisatie Gem. Ede Prov. GLD, routenetwerk en nieuwe fietspaden. Gemiddeld ieder jaar een terreinbeheerders, RGV fietspad. De gemeentelijke bijdrage door nieuwe organisatieopzet en financiering binnen provincie tussen 25 en 50 %.
_ 5.800.000
_ 1.600.000
_ 800.000
_ 1.200.000
_0
0%
--
_ 2.500.000
_ 1.450.000
_ 2.900.000
_ 60.000
_ 40.000,00
_ 20.000,00
_ 60.000
_0
0%
EFRO
_ 500.000
_ 250.000
_ 25.000
_ 50.000
_0
0%
_ 225.000 EFRO
--
Ambitie te hoog ivm beschikbare middelen voor FTP Veluwe; aanvragen dienen te passen binnen programma FTP Veluwe Alleen als onderdeel van landelijk netwerk; voor ruiterpaden alg is een project opgevoerd voor het Regiocontract bijdrage uit 'Groei en Krimp'
_ 205.000
_ 100.000
_ 125.000
_ 20.000
_0
0%
_ 225.000 EFRO/ Vitaal Gelderland /Interreg/ RC. Verschillen de onderdele n los van elkaar bekijken voor verschillen de regelingen
--
bijdrage uit 'Groei en Krimp'
_ 5.000
_0
50%
_0
0%
Gem. Ede Prov. GLD, terreinbeheerders, RGV
Recreatiecluster Lunteren - groene wig Ede-Lunteren
Aanpak in kader van krimp en groei. Reallocatie en herinrichting in groene wig; ten gunste van natuur en landschap.
Gem. Ede, Ondernemers Prov. GLD
_ 500.000
Recreatiecluster Otterlo, ontwikkeling als herkenbare Veluwse kern (pilotproject)
Imagoverbetering Otterlo. Voorzieningen ten behoeve van recreatieve ontwikkeling zoals restauratie-voorzieninge, en opvang bezoekers. Denkbare maatregelen voor openbare ruimte: straatmeubilair, routes, infopanelen, transferium en halte OV en realisatie parkeerplaats. Koppeling aan opstelling structuurplan Otterlo. Start in 2007.Gem _ 100.000, Provincie en Europa ieder _ 150.000, bedrijfsleven _ 50.000.
Gem. Ede, Ondernemers Prov. GLD
_ 450.000
_ 40.000
Verkenning Veluwetransferium locatie Ede Oost: opstelling keuzedocument
Verkenning van nut, noodzaak en haalbaarheid van de eventuele Prov. Part. NB org, stichting inrichting van een Veluwetranferium Ede-Oost in nabijheid van GLD, station Ede-Wageningen. De voorziening is in de huidige plannen Gem. Ede voor het nieuwe station niet opgenomen. Economische dragers ontbreken. Het project onzeker vanwege beperkte ruimte bij het nieuwe station en de beleidsprioritering van de provincie Gelderland.
_ 5.000
_ 5.000
_ 205.000
_ 5.000
_ 1.450.000 EFRO, POP, MIG
_0
3.4.7
Overige financiering RUP
_ 1.500.000
Verbetering routenetwerken op de Veluwe; voor mountainbikes, Diverse aanvullende voorzieningen en bewegwijzering. 90% voor wandelaars, ruiters, aangespannen paard ed. fysieke maatregelen en 10% voor communicatie.
_ 1.000.000
_ 400.000
3.2
_0
3.4.2
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
Recreatief attractiepunt Goudsberg: Middelpunt van Nederland
Opgenomen in 'Veluwetransferia nieuw impuls'
Landbouw Water Algemene maatregelen _ 400.000
_ 80.000
120.000
200.000
400.000
EFRO
Pagina 3 van 6
Deel 3. Realisatie
Onderzoek, beleidsvoorbereiding, ondersteuning initiatieven van Om specifiek Veluwse projecten van de grond te tillen, wordt er Gem. Ede Gem. Ede, Bureau derden voor specifiek Veluwse projecten onderzoek gedaan en of plannen opgesteld waarvoor cofinanciering Veluwestroom, … nodig is.. Jaarlijks is hiervoor _ 45.000 beschikbaar. Binnenveld; projecten uit LOP Binnenveld (WERV) en Verkenning uitwerking Reconstructieplan Binnenveld Oost en Groene Grens Natuur
71
Beheer weidevogels
De WERV gemeenten willen weidevogelbescherming realiseren, mits WERV daar toereikende subsidies voor beschikbaar komen.
Gem. Ede, WERV gemeenten, gebiedsorganisaties
Realisatie Groene Grens Ede-Veenendaal met 25 ha STUIT subsidie prv. Gelderland
Groene Grens Ede-Veenendaal: 12 ha bebouwing en 95 ha WERV groenzone waarvan 70 ha natuur. Alle kosten komen ten laste van opbrengsten uit Veenendaal-Oost en Zuidbalkon (gem. Veenendaal). Voor de planmatige uitvoering van de provinciale EVZ is na verwerving de uitwerking in een inrichtings- en beheerplan noodzakelijk. Provincie Gelderland geeft voor 25 hectare verwerving en inrichting STUIT-subsidie (stedelijk uitloopgebied).
Gem. Ede, Gem Veenendaal, prv. Gelderland, SBB, Bewoners en grondeigenaren
WERV laat onderzoeken hoe extra betrokkenheid en middelen voor het Binnenveld zijn te genereren. WERV draagt 12.000 bij in de onderzoekskosten en projectleiding. Overige kosten 30.000 voor rekening van Innovatienetwerk. In een waarderend onderzoek wordt een overzicht van cult. historische waarden gemaakt in hele Binnenveld (2009) . Kosten _ 15.000. Daarna volgt uitvoering van beheer en herstel. Kosten uit budget WERV _ 123.750.
WERV
Stakeholders Binnenveld
WERV
WERV gemeenten, 2 provincie's, rec.cie, bewoners
2008
_ 98.000
_ 10.000
_ 1.800.000
_ 180.000
2009-2010
_ 44.000
_ 360.000
2011-2013
2014-2018
_ 44.000
_ 540.000
_ 49.000
_ 720.000
Beoordeling PMJP
_0
_ 0 pm
0%
in totale exploitatie PB
Subsidiebron
Totaal 2008 - 2018
Dekking
overige prov./EUfinancieringsbronnen
Totaal 2008 - 2018
Gebiedsindeling/Thema's / projecten
Financiering gemeente
% prov. subsidieregeling
Reconstructi e-projecten; Uitvoering en financiering door derden
max. prov. bijdrage ILG 2007 - 2013
Betrokkenen
Gemeente Ede: kosten planvoorbereiding, projectcoördinatie (intern en/of intern)
Trekker
Derden; niet overheden
Bijzonderheden/ toelichting
Gemeente Ede: alle projectkosten voor rekening van de gemeente
Uitvoeringsprogramma Buitengebied Ede 2008 - 2018
Opmerkingen
_ 49.000 EFRO (met provincie overleggen of dit past binnen het programm a. Wellicht dat dit met enige creativiteit lukt
--
Vanuit het Gebiedsplan Natuur en Landschap worden alleen botanische pakketten ter beschikking gesteld (als open veenontginningslandschap)
_ 1.800.000 STUIT
--
Vanuit Programma Beheer ligt toezegging voor 25 ha
_0
--
Wel middelen (_ 8 mln) om v.a. 2009 geld in fondsen te storten, maar niet voor onderzoek. Verordening Cultuurhistorie Gld art 8 (max. _ 5.000 tbv strategische beheersvisie); art 5 en 6 bieden tav onderhoud en herstel ten hoogste 20% vd subs.kosten met max. v _ 5.000 en resp. _ 50.000 per aanvraag)
Landschap Onderzoek landschapsfonds
Cultuurhistorie op kaart en zichtbaar maken
Beeldkwaliteitplan erfbeplanting en bebouwing (incl. Voorlichting) Groene wiggen op knelpuntlocaties: Ede-Bennekom
Continuering vervangen en aanvullen wegbeplanting omgeving de Kraats/Nergena en De Born
De WERV gemeenten starten in 2007 met het opstellen van een WERV beeldkwaliteitsplan Binnenveld, gericht op streekeigen beplantingen/erven en bebouwing. Financiering uit WERV agenda. De gemeente Ede ontwikkelt een visie op de groen wig tussen Ede Gem. Ede en Bennekom. Doel: behoud van de ecologische verbinding Hoekelum-Binnenveld, behoud groene geleding tussen Ede en Bennekom. Integrale visie dient vertaling te krijgen in de diverse projecten en in het bestemmingsplan. Aanleg en vervanging van 6 km bomen in Kraats, Nergena en De Gem. Ede Born. Tevens beheer van 350 bestaande en nieuwe pootrechtbomen a _ 37.800 (_ 6.300/jr).
_ 42.000
WERV gemeenten, 2 provincie's, rec.cie, welstandcie's, bewoners projectleiders Ede-Oost, Zandlaan, Opella, RSW, prv. Gld
Gem. Ede, incl. Beheer, eigenaren pootrechtbomen en aanliggende grondeigenaren
_ 53.000
_ 53.000
_ 10.000
_ 10.000
_ 42.000
_0
0%
_0
0%
_ 40.000
75%
_0
0%
_0
_0
--
_ 86.790
_0
0%
_ 71.010
EFRO
--
_0
_0
0%
_0
0%
_0
_ 78.900
_0
Gem. Ede SVGV?
_ 13.000
_ 10.000
_ 157.800
Landart project in opdracht van CBK Ede. Budget beschikbaar Gem. Ede gesteld vanuit kunst en cultuur bij de provincie. Prov. Kunstfonds _ 70.000. Hoeft nu geen geld bij. (EWZ project) Recreatie; maatregelen uit Verkenning uitwerking Reconstructieplan Binnenveld Oost. Aanname: maatregelen- en kostenverdeling Ede - Wageningen 50/50. Recreatieve voorzieningen en infopanelen op knooppunten (uit Plaatsing van infopanelen, banken en dergelijke op Gem. Ede Rec. B.O.) rustpunten/knooppunten. Grondgebied Ede. Kosten verdeling Ede Wageningen 50/50. Fietspaden oost + 50% fietsbrug (uit Rec. B.O.) Fietsbrug en fietspaden. Fietsbrug op grondgebied Wageningen. Gem. Ede SVGV? Kosten verdeling Ede - Wageningen 50/50. Voor aanleg fietsbrug moeten alle 4 de gemeenten meewerken. Realisatie nog onzeker. In 2007 beginnen met planvoorbereiding. NB DLG is al gestart met werkgroepen!
Aanleg ruiterpaden en een menroute die onderdeel is van internationale route. Kosten verdeling Ede - Wageningen 50/50.
_0
_0
Kunst aan de Grift
Ruiterpaden Oost (uit Rec. B.O.)
_ 42.000
_ 78.900
_ 10.000
_ 62.000
_ 31.000
_ 31.000
_ 31.000
_ 31.000
_ 575.000
_ 300.000
_ 275.000
_ 275.000
_0
0%
_ 205.000
_ 102.500
_ 102.500
_ 155.000
_0
0%
Mogelijk bijdrage EFRO of Belvoir, afhankelijk van inhoud plan WERVgeld
Prov. Kunstfond s
_0
--
4.1.2
PMJP 4.1.1 geeft geen ruimte voor subsidie beplanting langs o.a. gemeentelijke wegen
--
--
_ 300.000 RC is geld aangevraa gd voor fietspad bij de Grift op grondgebi ed Wagening en hieruit kan de fiestbrug gefinancier d worden.
_ 50.000 RC
--
Regiocontract zou mogelijkheid tot financiering kunnen bieden; aanvragen dienen te passen binnen het Fietstotaalplan Veluwe
--
Regiocontract zou mogelijkheid tot financiering kunnen bieden
2.1.2
De hier en onder LOG Lunteren genoemde bedragen dienen te passen / passend gemaakt te worden in het Gld-brede budget voor gg-bedrijven! Alleen vergoeding adviezen aan bedrijven; geen gemeentelijke kosten!
Landbouw Bedrijfsverplaatsing (uit Rec. B.O.)
Verplaatsing van 3 bedrijven in Binnenveld Oost (Ede en provincie SVGV, gem. Ede Wageningen). Totale kosten _ 1.000.000. Kosten grondgebied Ede _ 500.000. Financiering uit Reconstructie.
_ 500.000
40-100% Reconstruc tie
Bedrijfsplannen (uit Rec. B.O.)
Voorlichting en advies agarische bedrijven.merendeel in gemeente Ede.
Provincie SVGV, Gem. Ede
_ 100.000
75%
Inrichting geruilde kavels (uit Rec. B.O.)
Uitvoering grond- en plantwerk. Kosten verdeling Ede - Wageningen Provincie SVGV, gem. Ede 50/50.
_ 156.250
100%
_ 500.000
Algemene maatregelen
Pagina 4 van 6
72
_ 0 Prov.subs. _ 75.000 en derden _ 25.000 _ 0 Prov.subs. _ 156.250.
2.2.2.2
2.1.1.3
% afhankelijk van soort activiteit
Gebiedsmakelaar kavelruil
Programmamanager Binnenveld WERV
Voor de afstemming van de verschillende activiteiten zal de Gem. Ede gemeente Ede, samen met Wageningen, een nieuwe adviescommisie instellen. Tevens is het nodig om periodiek informatie over de voortgang te verzorgen. Ede is trekker voor Binnenveld Oost. Vrijwillige kavelruil is de sleutel voor de ontwikkeling van agararische Provincie bedrijven. De gebiedsmakelaar werkt hierbij initi_rend en faciliterend. Inspanningen gericht op zowel Wagenings als Edes grondgebied. Voor het hele Binnenveld wordt door de vier gemeenten van WERV WERV een programmamanager aangesteld.
SVGV
SVGV, gem Ede
Wageningen, Ede, Rhenen, Veenendaal en gebiedscie, SVGV
_ 5.000
_ 2.500
2009-2010
2011-2013
2014-2018
_ 2.500
_ 5.000
_0
_ 75.000
0%
100%
_ 140.000
Opmerkingen
_0
--
Prestatieovereenkomst DLG
_ 0 Prov.subs. _ 75.000
--
Prestatieovereenkomst DLG
_ 0 Derden _ 140.000.
--
_0
0%
_0
0% ?
_0
0%
_ 0 Wegbehee rder
Deel 1. Introductie
2008
Beoordeling PMJP
Subsidiebron
Totaal 2008 - 2018
Dekking
overige prov./EUfinancieringsbronnen
Financiering gemeente
% prov. subsidieregeling
Totaal 2008 - 2018
Gebiedsindeling/Thema's / projecten
Commissie en voorlichting oost (excusies, nieuwsbrief, website etc.)
Reconstructi e-projecten; Uitvoering en financiering door derden
max. prov. bijdrage ILG 2007 - 2013
Betrokkenen
Gemeente Ede: kosten planvoorbereiding, projectcoördinatie (intern en/of intern)
Trekker
Derden; niet overheden
Bijzonderheden/ toelichting
Gemeente Ede: alle projectkosten voor rekening van de gemeente
Uitvoeringsprogramma Buitengebied Ede 2008 - 2018
Ecologische netwerk: continuering realisatie groene verbindingen
Verbinding Allemanskampje - Veluwe. Doel 5% landschapselementen vgls. model das: 6,4 ha in deelgebied 8 en 9. Verbinding Hoekelom - Bennekomse Meent (de Kraats). Doel 5% landschapselementen vgls. model das: 13,1 ha in deelgebied 10 en 11. Totaal nog 19,5 ha in 10 jaar te realiseren. Hiervan 50% realisatie met grondkostenvergoeding en 50% zonder. Elementen zonder grondkostenvergoeding worden betaald uit gem. pr. landschapsbeheer. Afgerond 10 ha met grondkostenvergoeding (of ruilgrond) kost _ 65.000/ha dus _ 650.000 in 10 jaar te starten in 2008.
Gem. Ede
_ 390.000
_ 195.000
_ 195.000
_ 390.000
Gem. Ede
_ 189.000
_ 94.500
_ 94.500
_ 47.250
_ 60.000
_ 30.000
_ 30.000
_ 60.000
_ 60.000
_0
0%
_0
--
Gem. Ede Gem. Ede
_ 200.000
_ 40.000
_ 60.000
_ 200.000
_ 200.000
_0
0%
_0
--
Gem. Ede Gem. Ede
_ 700.000
_ 140.000
_ 700.000
_ 700.000,00
_0
0%
_ 0,00
--
Landschapsco_rdinator en adminstratieve ondersteuning, totaal De landschapsco_rdinatoren met administratieve ondersteuning 1,5 fte NB de financiering is t/m 2008 geregeld verzorgen de concrete beplantingsplannen en realisatie van de landschapselemenetn in het agrarisch gebied. Zowel voor het Binnenveld (ede) als het gebied ten noorden van de A12. Kosten: _ 60.000/jaar Project gemeentelijk landschapsbeheer De gemeente Ede bevordert aanleg en herstel van kavelgrensbeplantingen, erfbeplanting/landschappelijke inpassing, natuurlijke oevers en poelen bij particulieren. Altijd is er sprake van cofinaciering met subsidies. Het gaat om 100 objecten/jaar; gemiddeld _ 200.000/jaar, waarvan gemiddeld 50% gesubsidieerd. Onderzoek, planvorming en herstel cultuurhistorische elementen De gemeente Ede stimuleert het behoud van cult. historische in het agrarisch buitengebied. objecten in het buitengebied. Dit draagt bij aan landschappelijke karakteristiek en betrokkenheid van bewoners. Voor het Binnenveld wordt _ 120.000 bestemd. Voor het overige buitengebied _ 380.000. Eerst wordt een waarderend onderzoek uitgevoerd. Regionaal Beeldkwaliteitsplan en uitwerkingen Om de dynamiek (modernisering en functieverandering) vorm te geven wordt door de Regio een regionaal beeldkwaliteitsplan opgesteld; medio 2007. Daarna wordt een uitwerking naar deelgebieden en/of landschapstypen gemaakt. Aandachtspunten zijn: landschapsbeheer, landschapsontwikkeling, maatregelen door verevening/compensatie. Voor het Binnenveld wordt deze uitwerking in september 2007 opgestart. Voor het Landbouwontwikkelingsgebied Lunteren zal een nadere uitwerking noodzakelijk zijn. Vanwege de dynamiek en de programmapunten natuur en recreatie kan voor de zone De Klomp, Ederveen, Wallenburg, Doesburg een specifiek beeldkwaliteitsplan worden opgesteld.
Gem. Ede Gem. Ede, particulieren
_ 440.000
_ 40.000
_ 80.000
_ 120.000
_ 200.000
_ 440.000
_ 440.000
_0
0%
_0
--
Gem. Ede Gem. Ede, particulieren
_ 1.960.000
_ 160.000
_ 400.000
_ 600.000
_ 800.000
_ 980.000
_ 980.000
50%
_0
4.1.1
Gem. Ede Gem. Ede, particulieren
_ 380.000
_ 160.000
_ 220.000
_ 204.000
_ 40.000
_0
0%
_0
_0
0%
_0
--
Opstellen beeldkwaliteitsplan LOG en De Klomp, Ederveen, Wallenburg, Doesburg.
Gem. Ede
_ 50.000
_ 50.000,00
_0
0%
_ 0,00
--
Gem. Ede Gem. Ede, dorpsraden
_ 60.000
_ 60.000
_0
0%
_0
--
_0
0%
0,00
--
Ecologisch netwerk: ecopassages
Programma: Hoofdweg ten zuiden van Ederveen (2x dassentunnels), N224 (2x amfibie_ntunnels), Spoorlijn (flinke amfibie_ntunnel door Prorail), Lunterseweg (dassentunnel), De Kraats (2x dassentunnels, zie LOP Binnenveld). Totaal 8 passages waarvan 7 a _ 45.000 voor _ 315.000. Inventarisatie F&F in evz en groene verbindingen Om het nut en noodzaak van de ecologisch netwerk en groene verbindingen in agrarisch gebied te ondersteunen is F&F onderzoek nodig. Het zou in onderzoek voor de ecokaart zitten maar dat zie ik niet terug - dus maar apart. Ecologische verwachtingskaart Met de Ecologische verwachtingskaart Ede wordt het mogelijk proactief te handelen bij functieveranderingen in het buitengebied. Hiermee kan worden voorkomen dat de natuurwetgeving als rem op ontwikkelingen gaat werken. Voor geheel Ede is de ecologische verwachtingskaart opgesteld. Kosten voor het vullen en het jaarlijks bijhouden _ 20.000. Begeleiding functieverandering. Toetsing aan natuurwetgeving: De functionaris geeft namens de gemeente aan initiatiefnemers en 1 fte ontwikkelaars tijdig aan, wat de ecologische randvoorwaarden zijn bij voorgenomen ontwikkelingen. De ecologische verwachtingskaart is hierbij een belangrijk instrument. De functionaris voert zelf geen nader onderzoek uit. Dat gebeurt voor verantwoordelijkhied en voor rekening van de ontwikkelende partij. De functionaris begeleidt en toetst en gaat zonodig na of opgelegde compenserende maatregelen naar behoren worden uitgevoerd.
Ede
210.000
_ 100.000
350.000
_ 141.750
Moet uit Rood voor groen regeling komen of landschaps verevening sfonds.
--
Alleen als opgenomen in een door GS goedgekeurd plan
1.1.2
Alleen als opgenomen in een door GS goedgekeurd plan
Landschap
Kunst in het landschap
Biedt voorbeelden, randvoorwaarden en gebiedsspecifieke criteria voor vormgeving van vernieuwing en functieverandering. Dit plan is een uitwerking van het regionaal beeldkwaliteitsplan. De ligging van de dorpen in het landschap verdient aandacht. In vervolg op structuurvisies per dorp worden voorstellen gedaan voor landschapsbouw. Het maken van ommetjes is een belangrijk onderdeel. Voor Harskamp, Wekerom en Lunteren (deels) worden nu voorstellen gemaakt. Otterlo (met name de Hoenderloseweg) wordt aangepakt na de structuurvisie (tijdstip pm). Voor Bennekom en Ederveen is nog geen uitwerking voorzien. Aankoop kunst. Stimuleren aankoop door derden. Kunstaankopen worden niet geactiveerd; zie commissie BBV VBA.
Alle gemeenten in de regio
Gem. Ede Gem. Ede, EWZ (EWZ), projectbur eau Veluwestr oom
_0
_0
_0
_ 0 pm
_ 50.000
_ 50.000
_ 60.000
_ 500.000
_ 60.000
--
Pagina 5 van 6
Deel 3. Realisatie
Dorpsranden; verbeteren overgangen van de dorpen naar het landschap.
Regio
_ 176.000 Mogelijk EFRO/Belv oir
% is afhankelijk van de maatregelen
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
Algemene doelen; inclusief activiteiten die op meerdere deelgebieden worden gericht Natuur
73
Onderdeel streekplanuitwerking. Hierin wordt aangegeven hoe de gemeente het Groen voor rood instrumentarium wil inzetten.
2008
2009-2010
2011-2013
2014-2018
_ 70.000
_ 157.715
_ 110.285
_ 184.000
_ 700.000
_ 500.000
_ 600.000
gem. Ede gem. Ede, prov. Gld
Beoordeling PMJP
Subsidiebron
Totaal 2008 - 2018
Dekking
overige prov./EUfinancieringsbronnen
Financiering gemeente
% prov. subsidieregeling
Totaal 2008 - 2018
Gebiedsindeling/Thema's / projecten
Uitwerking zoekzones landschappelijke versterking
Reconstructi e-projecten; Uitvoering en financiering door derden
max. prov. bijdrage ILG 2007 - 2013
Betrokkenen
Gemeente Ede: kosten planvoorbereiding, projectcoördinatie (intern en/of intern)
Trekker
Derden; niet overheden
Bijzonderheden/ toelichting
Gemeente Ede: alle projectkosten voor rekening van de gemeente
Uitvoeringsprogramma Buitengebied Ede 2008 - 2018
_0
Opmerkingen
_0
0%
_ 184.000
50%
_ 0 Mogelijk EFRO _ 165.600.
--
_ 600.000
50%
_0
3.4.7
_0
0%
_0
--
_0
0%
_0
--
_0
0%
_0
--
--
Recreatie Wandelpaden/klompenpaden; ommetjes over particulier terrein In voorbereiding zijn 2 routes bij Lunteren. In de planning staan Gem. Ede Gem. Ede, bewonersorganisatie routes bij Harskamp, Wekerom em Bennekom. Totaal zullen bewonersgroepen in Ede 8 routes te realiseren. Per route wordt over 3km boerenland gelopen. Voorbereidingskosten voor 4 routes: _ 200.000. De vergoeding per meter is _ 0.45 (LAW) plus _ 0,55 per jaar (gemeente, in 10-jarige overeenkomsten) _ 168.000. Bijkomende kleine voorzieningen en onderhoud gebeurt in het kader van gemeentelijk landschapsbeheer. Fietstotaalplan: ontbrekende schakels Gelderse Vallei
Diverse fysieke maatregelen zoals aanpassing/optimalisatie routenetwerk, nieuwe fietspaden en bewegwijzering. Gemiddeld ieder jaar een fietspad. De gemeentelijke bijdrage is 50%.
Gem. Ede Prov. GLD, gem. Ede, waterschap Vallei & Eem
Waterlopen bij de gemeente in beheer en/of eigendom worden opgewaardeerd. Oeverinrichting en -beplanting gericht op natuuren landschapswaarden. Na onderzoeksfase volgt realisatie en beheer. Martijn van de Berg levert meer info aan.
Gem. Ede
_ 368.000
_ 30.000
_ 1.200.000
_ 200.000
8.5
Water Opwaardering gemeentelijke waterlopen
_ 75.000
_ 10.000
_ 65.000
_ 75.000
_ 10.000
Algemene maatregelen Contract Gemeente Ede - SVGV
Structuurplan en bestemmingsplannen voor de zes dorpen
De gemeente maakt met de SVGV afspraken over de uitbesteding Gem. Ede Gemeente Ede, SVGV _0 van projectgebonden werkzaamheden en de inhuur van expertise. Hierover vindt afstemming plaats met de andere (Gelderse) gemeenten in de Regio. Voor alle zes dorpen worden de dorpenvisies opgesteld (Ederveen, Gem. Ede _0 Bennekom) en/of geactualiseerd (Harskamp, Otterlo, Wekerom, Lunteren). Het gaat met name om de strategie voor inbreidingen en de verfijning van de visie op de zoekzones. Ede stelt een structuurvisie op voor de zes dorpen (en vlek C). Op basis Gem. daarvan Ede Gem. worden Ede bestemmingsplannen opgesteld. Volgorde nader te bepalen. _0
_0
0%
_0
Uitwerking Visie buurtschappen
Er wordt een structuurvisie opgesteld voor de ontwikkeling van de buurtschappen. Gem. Ede Gem. Deze Ede, gaat bewonersver. in op het vastleggen en ontwikkelen van ruimtelijke _ 50.000 kwaliteit. Bij de visievorming _ 50.000 wordt tevens onderzocht in hoeverre de gem. _ 50.000 Ede hier kan inspelen op de vraag naa _ 50.000
_0
0%
_0
Bestemmingsplan buitengebied
Na de vaststelling van het Ontwikkelingsplan Buitengebied wordt een Gem. nieuwEde bestemmingsplan Gem. Ede gemaakt.
_0
_0
0%
_0
--
Uitwerking vereveningsafspraken plus eventueel instellen landschapsfonds.
De gemeente Ede onderzoekt de mogelijkheden om ten opzichte van Gem. Ede Gem. Ede, Grondzaken iniatiefnemers/ontwikkelaars objectieve kriteria te hanteren voor acceptabele ontwikkelingsruimte, winst en bijdragen aan ruimtelijke kwaliteit (verevening). De verevening kan in natura of in geld worden gerealiseerd. De gemeente wil hiermee transparant en consistent kunnen handelen. Financi_le verevening kan via een landschapsfonds worden gelabeld aan het buitengebied. Namens de WERV gemeenten wordt in 2007 een verkenning uitgevoerd naar de instelling van een landschapsfonds (gericht op het Binnenveld).
_ 40.000
Programmamanagement Ontwikkeling Buitengebied Ede
De programmamanager stuurt de uitvoering van de projecten aan. Daartoe geeft hij/zij opdrachten aan projectleiders in het gebied (WERV, DLG, SVGV, andere externen). Tevens wordt per deelgebied aan adviescommissies om advies over voortgang, prioritering, afstemming gevraagd. Zwaartepunt ligt bij het agrarische buitengebied. Om taken te verdelen wordt deeltaak uitgevoerd door programmamanager Veluwe.
Uitwerkingsplannen voor de zes dorpen
Monitoring en evaluatie uitvoeringsprogramma (M&E Systeem provincie) Subtotaal generaal Aandeel beheerskosten (5%) Totaal generaal kosten
gem. Ede, Bureau Veluwestroom, SVGV
_ 1.260.000
pm
pm
pm
_ 40.000
_ 360.000
_ 600.000
_ 4.421.250
_ 28.041.800 _ 1.704.000 _ 8.315.000 _ 10.663.615
_ 7.359.185
_ 627.900
_ 1.690.315
_ 4.421.250
_ 30.498.668 _ 1.714.000 _ 8.443.653 _ 11.291.515
_ 9.049.500
Gem. Ede SVGV
_ 60.000
_ 240.000
pm
_ 40.000
_ 20.000
50%
_0
4.1.1
_ 1.260.000
_ 1.260.000
_0
0%
_0
--
_0
0%
_0
--
_0
Beheerkosten berekenen over geinvesteerde bedragen in openbare ruimte!
_ 2.456.868
_ 10.000
_ 128.653
Racapitulatie jaarlasten Kapitaal- en/of exploitatielasten
_ 8.967.306
Beheerskosten
_ 2.456.868
_ 416.015 _ 1.488.238
_ 2.658.709
_ 4.404.344
_ 10.000
_ 128.653
_ 627.900
_ 1.690.315
_ 250.000
Beschikbare middelen Beschikbaar (vanuit meerjarenbeleidsvisie 2006-2010) Beschikbaar (vanuit beschikbare middelen MJB 2001) Beschikbaar (vanuit restant budgetten 2007) Beschikbaar (Progr.begroting 2008 - 2011)
_ 875.000
_0
_0
_0
_0
_0
_0
_ 445.000
_ 345.000
_0
_ 30.000
Totaal generaal beschikbare middelen
_ 725.000
Verplichting buitengebied: bestemmingsplannen
_ 300.000
Tekort (-) / overschot (+)
_ 1.015-
_ 230.000
#######
_0 _ 3.625.000
_ 3.625.000
_ 200.000
_0
_0
-_ 366.891
-_ 1.111.608
-_ 2.469.659
Status: A: Nagenoeg uitvoeringsgereed (project start binnen een jaar) B: Voorbereidingsfase (project start binnen 2 jaar) C: Vroege voorbereidingsfase ( project start niet binnen 2 jaar) I : Project is nog slechts een idee er zijn nog geen stappen tot projectvorming genomen
Pagina 6 van 6
74
_ 2.175.000
_ 2.175.000
--
_ 20.000
_ 11.676.290 _ 2.742.750
_ 3.545.000 _ 7.640.500
_ 5.982.260
Ambitie te hoog ivm beschikbare middelen voor FTP Veluwe; aanvragen dienen te passen binnen programma FTP Veluwe
75
Deel 3. Realisatie
Deel 2. Ontwikkelingsvisie
Deel 1. Introductie
76