Ruggespraak
3 12 Goed gebruikmaken van bodembiologie 20 Nieuw laboratorium HZPC R&D 32 Afscheid na dertig jaar 'people's business' 4 Louise Fresco, bestuursvoorzitter Wageningen UR:
Eten is weten is geweten
Relatiemagazine van HZPC • jaargang 17 • nummer 3 • oktober 2015
voors p raa k
Tevreden over 2014/15
In deze Ruggespraak 4
Op 8 oktober aanstaande wordt de jaarrekening van HZPC vastgesteld door de aandeelhouders. De certificaathouders krijgen direct na deze aandeelhoudersvergadering bericht over het resultaat en het dividend. Eind oktober zal het jaarverslag gereed zijn en is het verslag beschikbaar voor iedereen die het wil lezen in het Engels en het Nederlands op de website van HZPC. Een gedrukte versie wordt dit jaar niet gemaakt. Voor HZPC was het afgelopen jaar een lastig jaar. De gerealiseerde winst is slechts de helft van wat het jaar ervoor is gerealiseerd. In 2014/15 hebben we goede zaken gedaan in Afrika en het Midden-Oosten, maar in Europa was de markt van gecertificeerd pootgoed veel kleiner dan in andere jaren. Daarbij komt dat we gemiddeld bijzonder hoge pootgoedopbrengsten hadden. In Nederland was de opbrengst gemiddeld, maar met name in Frankrijk was de opbrengst bijzonder hoog. Een hoge opbrengst in combinatie met een lagere afzet is geen basis voor een hoge winst. Dit voelen de telers, maar zeker ook HZPC. HZPC is wel tevreden over het resultaat van het afgelopen jaar, gezien de beschreven marktomstandigheden. Daarnaast heeft HZPC in Europa een concurrerende prijs kunnen betalen aan haar pootgoedtelers. Daar kunnen we ook tevreden over zijn. Het tonnage dat HZPC in totaliteit heeft verkocht of in licentie heeft laten telen, is door deze marktomstandigheden gedaald. Buiten Europa is dat cijfer gestegen, maar binnen Europa gedaald. De langetermijndoelstellingen van HZPC zijn echter niet veranderd. We willen blijven groeien in afzet van gecertificeerd pootgoed, zowel in Europa als daarbuiten.
• Ruggespraak
Jaar 2015/16 We zijn volop bezig met het jaar 2015/16. De pootgoedopbrengsten lijken goed en komen overeen met onze planning.
2
De verwachting is dat we wederom een redelijke afzet gaan krijgen naar het Midden-Oosten en Noord-Afrika. De omstandigheden in de landen waar gevochten wordt, zijn minstens zo lastig als vorig jaar. Maar we doen er alles aan om de pootaardappelen op de plaats van bestemming te krijgen. De productie van voedsel in die gebieden gaat door en we zien het ook als onze plicht om daar goed pootgoed voor te leveren. We verwachten dat de pootgoedafzet in Europa weer terugkeert naar het niveau van twee jaar geleden. De consumptieaardappelmarkt laat veel hogere prijzen zien dan een jaar geleden. Hierdoor zal het gebruik van ongecertificeerd pootgoed
(farm saved seed) weer wat lager zijn. Een belangrijk deel van de aardappelen in Europa wordt geplant met ongecertificeerd pootgoed. In het ene land meer dan in het andere land. Het blijft onze belangrijkste concurrent in de afzet. Door het gebruik van ongecertificeerd pootgoed fluctueert de vraag naar gecertificeerd pootgoed op Europese schaal van het ene op het andere jaar gemakkelijk met tien procent plus of min. We gaan nu het derde jaar in met een boycot van Rusland op de import van aardappelen. De eerste twee jaar heeft het product pootaardappelen een uitzondering gekregen onder strikte voorwaarden. We hopen dat we ook dit jaar weer zo'n uitzondering krijgen. Op de lange termijn wil Rusland zelfvoorzienend gaan worden. Door de boycot wordt er veel geïnvesteerd in Rusland om meer zelfvoorzienend te worden in de productie van voedsel. HZPC zal daar ook in mee moeten gaan. Veranderingen die er aan staan te komen Vanaf 2016 hebben we in de EU eenzelfde aanduiding van de klassen in het pootgoed. Het heeft lang geduurd voordat we tot dit systeem zijn gekomen. De eisen die aan iedere klasse zijn verbonden, worden nog per land bepaald. Tot verdere uniformering is Europa niet gekomen en dat zal ook nog wel even op zich laten wachten. In Nederland verandert er niet zo veel. De eerste generaties zullen PB1, 2, 3 en 4 gaan heten en vervolgens krijgen we de bekende klassen S, SE, E en A. De omzetting van de huidige klassen naar de EU-klassen zal plaatsvinden bij de NAK-aangifte in 2016. We willen graag dat dit alles gecontroleerd wordt door een zelfstandige keuringsdienst. Het lijkt erop dat de politiek meer oren heeft naar de wensen van het bedrijfsleven. De discussie is zeker nog niet tot een einde gekomen, maar maakt wel een wending, die wij positief ontvangen. De kwekers, ongeacht het gewas, hebben nu te werken met de internationale afspraken die gemaakt zijn over biodiversiteit. We zullen moeten kunnen aantonen waar we de genen vandaan halen die in onze rassen zitten en we zullen moeten betalen voor het gebruik van 'genetische rijkdommen' in de wereld. Een ieder die kweekt zal er aan mee moeten betalen, of je nu werkelijk planten gebruikt uit verre landen of dat je met bestaande rassen kweekt. Verder vereist het veel administratie, omdat altijd helder moet zijn waar welke genen vandaan komen in het veredelingsprogramma. We zien dit als een beperking. Maar deze besluiten zijn genomen door nagenoeg alle landen van de wereld, waaronder de EU en Nederland. Deze afspraken zijn vastgelegd in het 'Nagoya' protocol waarover we in een eerdere uitgave van Ruggespraak hebben geschreven. Ik wens een ieder bijzonder veel succes met het afronden van de oogstwerkzaamheden en vervolgens met het klaarmaken van goede, hoog kwalitatieve partijen pootgoed voor onze gewaardeerde klanten. Gerard Backx
22 The World Potato Congress in China 'Develop Together for a Better Future'
Eten is weten is geweten
Interview met Louise Fresco, bestuursvoorzitter Wageningen UR
8
Teelt in beeld
Noblesse
9
Meer kunnen dan patatten eten
9
Jaarverslag digitaal
24 Werken over de grens
4
Interview met Agatha van der Lei en Engel Louwes
Financieel nieuws
27 Een gezond succes
8
10 College van telers Op bezoek in Spanje 12 CSR 15 ZOS Duurzame investering bij de ZOS 16 Nederland Rondje langs de velden
Het Nationaal Schooltuinproject
28 Uit de markt 29 België gastland Potato Europe 2015
24
30 HZPC velddagen 31 In memoriam
12
31 Nieuw ras: Carminelle
27
32 Een dag uit het leven van Hero Veenstra
18 Internationaal Rondje langs de velden 20 Nieuw laboratorium HZPC R&D
22
34 Nieuwe medewerkers 20
31 Agenda & Personeel
32
van de redactie
Roep om piepers 'Brood is er genoeg, koffie klotst er tegen de plinten op, maar aan aardappelen heeft de Voedselbank Bolsward al maanden een groot gebrek', stond er zo half augustus in de Leeuwarder Courant. Dat vraagt natuurlijk om een reactie van HZPC, bij monde van Koenraad Witteveen, manager Human Resource: 'Het zou best kunnen dat er op dit moment minder aardappelen van ons naar de voedselbank gaan, maar de toevoer komt ongetwijfeld wel weer op gang. HZPC levert juist veel aardappelen aan de voedselbank. Vorig jaar was dat ca. 35.000 kilo alleen al van het kwaliteitslab in Emmeloord en nu, half september, staat de stand al op 20.000 kilo. Vanuit Emmeloord wordt het distributiecentrum Noordoost-Nederland in Meppel voorzien, dat op haar beurt veertig voedselbanken bevoorraadt. R&D in Metslawier levert aan de voedselbanken in Dongeradeel en Dantumadeel. En ook vanuit Joure, uit proefvelden en kleinverpakkingen, wordt geleverd.
Elke veertien dagen worden zo 6.300 klanten van de voedselbanken voorzien van baaltjes aardappelen.' Tja, het blijft natuurlijk een natuurproduct, dat tijd nodig heeft om te groeien. Maar Bolsward kan gerust zijn. Ook daar is inmiddels de eerste vrachtwagen, mét piepers, gearriveerd.
3
interview
Eten is weten is geweten Sinds vorig jaar 1 juli is prof. dr. ir. Louise O. Fresco voorzitter van de raad van bestuur van Wageningen UR (WUR). Na een inwerkperiode volgde zij Aalt Dijkhuizen op die op 1 maart van dit jaar na 12 jaar afscheid nam van WUR. Louise Fresco is een internationaal gerenommeerd deskundige op het gebied van voedselzekerheid, internationale samenwerking en wetenschap. Ook presenteerde zij 'Fresco's Paradijs', een docuserie over voedselproductie. In die zesdelige serie, uitgezonden in 2013 en herhaald in 2014, trok Louise Fresco onder het motto ‘eten is weten is geweten’ de wereld over. Ruggespraak legde haar de volgende vragen voor:
• Ruggespraak
Is het wereldvoedselprobleem een armoedeprobleem of een daadwerkelijk gebrek aan voldoende voedsel? Het is vooral een armoedeprobleem, een probleem van verdeling. De hele wereld produceert genoeg voedsel, alleen wordt het niet gelijkmatig verdeeld over iedereen die het nodig heeft. Sommigen eten te veel (obesitas treft meer mensen dan honger). Japan bijvoorbeeld produceert niet genoeg voedsel, hoewel de landbouw op een hoog peil staat, maar er is niet voldoende landbouwgrond. Afrika daarentegen heeft grond genoeg, maar het productieniveau is laag door onvoldoende inzet van kennis en middelen.
4
Waarom speelt de aardappelteelt in de traditionele rijstlanden nog een erg bescheiden rol, ondanks de teeltvoordelen van de aardappel ten aanzien van de waterbehoefte? In traditionele rijstlanden is het een groot gedeelte van het jaar gewoon te warm en te nat (moesson) om aardappelen te telen. Dan doet zo’n moerasplant als rijst het beter. Overigens, zo bescheiden is de rol van de aardappel in die landen ook niet meer. In India, Bangladesh, Vietnam en China - traditionele rijstlanden - telen boeren al meer dan 10 miljoen hectare, een derde van de mondiale teelt. De aardappel is daar nu de belangrijkste groente. Dat was dertig jaar geleden nog bescheiden, maar nu niet meer. De aardappel wordt in die regio veel als wintergewas geteeld. Poten eind november, oogsten eind februari: te koud voor rijst, precies goed voor de aardappel. Het is de droge tijd, maar relatief koud en met lage gewasverdamping. Op die manier maakt het gewas
veel beter gebruik van water dan de eerste rijstteelt voor de moesson, die ook geïrrigeerd moet worden. Per calorie voedsel is de aardappel daarmee vergeleken bijna vier keer zo doelmatig met water. In hoeverre is een gebrek aan een sterk centraal/lokaal bestuur in de ontwikkelingslanden een extra zorg met betrekking tot voedselzekerheid? Ja, dat is een extra zorg, maar er zijn ook landen met een sterk centraal bestuur, denk maar aan Noord-Korea, waar ook voedselgebrek is. Het is vooral een kwestie van verkeerd bestuur. Misschien nog vaker wel een onvermogen om goed te kunnen besturen vanwege interne conflicten. De hongersnoden in Ethiopië indertijd bijvoorbeeld, hadden ook zo’n oorzaak. Is het nodig om, met miljoenen aan braakliggende hectare vruchtbare grond op aarde, genetisch gemodificeerde rassen te introduceren? Er is inderdaad veel braakliggende grond, bijvoorbeeld in Rusland en Oekraïne. Dat heeft veelal te maken met grondaankopen door niet-boeren met geld van onbestemde bronnen. In ontwikkelingslanden ligt ook vaak land braak om het weer vruchtbaar te maken en te laten rusten omdat boeren niet in kunstmest kunnen investeren. Zo gezien is er nog land genoeg. Echter, als GM-gewassen bijvoorbeeld resistent zijn tegen ziekten en plagen dan maakt dat de teelt, waar die dan ook plaatsvindt, alleen maar milieuvriendelijker en veiliger voor de boeren, landarbeiders en consumenten.
'We hebben dan ook een verantwoordelijkheid om bij te dragen aan het wereldwijde voedselvraagstuk en aan de kracht van de Nederlandse landbouwsector'.
Wat zijn de grootste barrières in het proces om sneller gentechnologie toe te passen in de aardappelteelt? Loopt de aardappel niet mijlen ver achterop in vergelijking met de maïsteelt? Er zijn een paar barrières. De grootse barrière is dat de aardappel bijna onverwerkt op je bord ligt. Als die aardappel dan als GM is toegelaten, zal er waarschijnlijk een vermelding op de verpakking moeten staan. Daarmee is het zichtbaar voor de consument dat het een GM-product is. Die ziet dan mogelijk af van aankoop, omdat GM een negatieve lading heeft. Eind negentiger jaren is zo’n reeds door de US FDA-toegelaten aardappel, met een gen uit een bacterie die hem resistent maakte tegen de coloradokever, gesneuveld. Door het negatieve imago van GM-producten laten we op milieuvlak echt grote kansen liggen. De dialoog met de samenleving moet daarom beter op gang komen. Met de aardappel lopen we inderdaad achter en dat is heel jammer, omdat er een heel grote milieuwinst is te halen. In een van onze projecten naar duurzame resistentie hebben we aardappeleigen genen gebruikt om de aardappel resistent te maken tegen Phytophthora. Dat is gelukt! Maar het is de vraag of het op korte termijn praktijkrijp gemaakt zal worden. Dat is een gemiste kans. Wat zijn de risico’s voor de EU-telers van een verdere liberalisering van de agrarische wereldhandel? Liberalisering biedt voor de Nederlandse en Europese telers veel kansen. Vergeet niet dat wij wereldwijd leidend zijn als het gaat om pootgoed. Veel handel in landbouwproducten is bovenregionaal en de afzetmarkt van producten in de driehoek Londen-ParijsBerlijn biedt voldoende kansen voor de telers in de buurt van deze driehoek. En wat zijn de gevolgen voor de ontwikkelingslanden met een sterke bevolkingsgroei? Die landen waren überhaupt niet gebaat bij bescherming. Zij hebben meer behoefte aan voedsel dat in een geliberaliseerde markt wellicht goedkoper is. Ze hebben weinig aan importheffing als ze zelf voedselschaarste hebben. Welke mogelijkheden ziet u voor de aardappel wereldwijd en in welke gebieden/landen liggen er mogelijkheden? De aardappel is nu na tarwe en rijst het derde voedselgewas. Er is wel meer maïs, maar dat gaat veelal naar vee en wordt tegenwoordig ook als biobrandstof gebruikt. De aardappel brengt zijn eigen water mee bij het poten en heeft dus weinig last van droogte aan het begin. De aardappel maakt ook geen stro aan, dus van alles wat er groeit kun je bijna tachtig procent eten. Van granen kun je slechts maar iets meer dan vijftig procent eten. Bovendien hoef je niet te wachten tot het gewas rijp is. Het is maandenlang oogstbaar. Rijst moet in water staan, de aardappel niet. Verwer-
>> 5
'Als er over 35 jaar vijftig procent meer CO2 in de lucht zit, brengt de aardappel dertig procent meer op. De concurrentiekracht van de aardappel ten opzichte van granen zal sterk toenemen.' king is gemakkelijk: er hoeft niet te worden gedorst, gemalen, water en gist worden toegevoegd, een oven worden gebouwd en dergelijke. Afboenen en koken volstaat. Natuurlijk valt over smaak niet te twisten, maar wat gaat er nu boven een lekkere gekookte aardappel, een frietje, chips of stamppot? Er zijn met name nog mogelijkheden in Azië en Afrika. Vergeleken met ‘het noorden’, zoals Rusland, Europa en Amerika, maken ze daar nu een inhaalslag. Er vinden daar nu zeer adequate pootgoedprogramma’s plaats, gebaseerd op snelle vermeerderingstechnieken. Bovendien neemt het gebruik van fungiciden en kunstmest toe; de aardappel is een zeer responsief gewas. Hoe gaan we een wereldbevolking van 9 miljard mensen in 2050 van voedsel voorzien en met welke dillema’s moeten we rekening houden? Die gaan we gewoon voeden. De huidige trends van productietoename vlakken nog niet af. De gemiddelde aardappelopbrengst mondiaal is 20 t/ha. Die kan bij gebruik van goede rassen, pootgoed en inputs verdubbelen. Niet onbelangrijk en wellicht essentieel is, dat van alle gewassen de knolgewassen en met name de aardappel het meeste baat hebben bij klimaatverandering. Als er over 35 jaar vijftig procent meer CO2 in de lucht zit, brengt de aardappel dertig procent meer op, granen nog geen tien procent en maïs (een C4-gewas) boert zelfs achteruit. En die hogere opbrengst gaat ook nog gepaard met minder watergebruik omdat de huidmondjes bij meer CO2 een beetje sluiten, zodat er ook minder water verdampt. De concurrentiekracht van de aardappel ten opzichte van granen zal sterk toenemen. Het is onontkoombaar dat we effectief en efficiënt met de beperkte resources zullen moeten omgaan. We zullen toe moeten naar een goed georganiseerde productie op de schaarse landbouwgronden en we zullen nieuwe ketens moeten ontwikkelen, dichtbij de grote metropolen. Water, grond, fossiele brandstof, meststoffen en arbeid zullen beperkende factoren worden. In de Nederlandse agrarische sector, met zijn nauwe verbinding met Wageningen UR en met een goed georganiseerde keten, laten we zien hoe die productie kan worden vormgegeven. Daar mogen we best trots op zijn.
• Ruggespraak
EU/Nederlands landbouwbeleid
6
Nederland kent in vergelijking met de andere EU-landen een hoog kennisniveau op het gebied van de aardappelteelt. Hoe kan dit nog beter te gelde worden gemaakt in de wereld? Er zijn nog meer mogelijkheden om intellectueel eigendom te gelde te maken via kwekersrecht (licenties), patenten, als GM
gaat werken en via beslissingsondersteunende systemen (BOS) en op sensing (remote met drones, satelliet op de trekker) gebaseerde big data. Er vinden volop ontwikkelingen plaats op dit terrein en we lopen voorop. Ook qua genetische kennis is Nederland hét aardappelland. Hoe kan binnen de EU de rol van de teler als producent van aardappelen als een eerste levensbehoefte het beste worden versterkt? Belangrijk is dat de teler toegang heeft tot kennis. Akkerweb is daarvan een van de beste voorbeelden. Heeft het opheffen van het ministerie van Landbouw & Visserij inmiddels tot een zichtbare verschraling geleid in de binnen- en buitenlandse landbouwpolitiek en zijn daar zichtbare elementen van? Er is bij het ministerie nog steeds veel aandacht voor de agrofoodsector. Twee van de negen topsectoren zijn direct gekoppeld aan die sector en er is veel aandacht voor de kennisontwikkeling in de sector. Vergeet niet dat de sector de enige maakindustrie van enige omvang is in ons land en verantwoordelijk is voor tien procent van het bruto nationaal product (BNP). Dat zit ook bij dit kabinet goed tussen de oren. Maar evident is wel dat de sector zakelijk en proactief met ideeën en initiatieven komt. Is Nederland met zijn hoge kostprijs in de landbouw nog wel een geschikt land voor voedselproductie? In Nederland zijn we in staat om die hoge kosten voor grond en arbeid om te zetten in incentives voor het verbeteren van onze productiesystemen. We zijn in staat om hoge opbrengsten per eenheid grond, meststof of water te realiseren met lage emissies. We zijn wereldwijd wat dat betreft een voorbeeld, of het nu gaat om kasteelt, veehouderij of volle grondteelt. Natuurlijk kunnen we de wereld niet voeden, maar we kunnen wel de kennis en technologie leveren om dat mogelijk te maken. Tegelijkertijd blijven we in de regio Europa een belangrijke producent. De kostprijs voor de aardappel is in Nederland bijna het laagst in de hele wereld. Niet voor niets vindt ons pootgoed een plek van Bangladesh tot Cuba. Onze frites worden ingevroren aangetroffen in Japan, Australië, Chili en landen daar tussenin omdat ze goedkoop zijn. Nederlandse boeren hoeven bijna niet te beregenen De meesten doen dat dan ook niet. Daarnaast hebben we vruchtbare, alluviale gronden en een superlang groeiseizoen met lange dagen.
Over de aardappel: Wat is uw mening over de positie van de aardappel en hoe kunnen we die positief beïnvloeden? Uiteindelijk bepaalt de consument. Die zegt welke kwaliteit voor welk product gewenst is. Dus het is van belang te weten welke producten de consument wil. Hoe beter de prijs-/kwaliteitsverhouding van die producten, hoe aantrekkelijker de aardappel. Wat is uw mening over de duurzaamheid van de aardappel? Tarwe op een goed perceel levert 10 t/ha op. Tegen 15% drogestof: 8,5 t/ha. De aardappel op datzelfde goede perceel levert 60 t/ ha op. Tegen 21% drogestof (zetmeel, eiwit, mineralen + bonus vitamine C) = 12,6 ton. De aardappel is dus bijna vijftig procent
meer efficiënt dan granen en maakt dus vijftig procent beter gebruik van de uiteindelijk schaarse hulpbronnen als land en water. Waar zouden we nog kunnen verduurzamen? Gebruik van beslissingsondersteunende systemen (BOS): alleen toedienen van water, mineralen en gewasbeschermingsmiddelen als een BOS zegt dat het moet. En dan ook niet overal op het veld evenveel, maar plaatsspecifiek! Precisielandbouw! Dit naast de inzet van innovatieve veredelingstechieken; natuurlijk om gewassen resistent te maken tegen ziekten en plagen. Daarmee is dan ook minder inzet van chemische middelen nodig.
'We kunnen de wereld niet voeden, maar we kunnen wel de kennis en technologie leveren om dat mogelijk te maken'
In een aantal gevallen wordt er zeer negatief over de voedingswaarde van de aardappel in het menselijk dieet gesproken, zoals in het Atkinsdieet en in het boek ‘De voedselzandloper’. Wat is uw kijk hierop? Het gaat altijd om evenwichtige maaltijden en voedingspatronen. De aardappel is een product met een unieke samenstelling en bevat veel nutriënten. Dat past uitstekend in een goed uitgebalanceerd dieet.
Over Louise Fresco: Sinds kort bent u voorzitter van de raad van bestuur van de WUR. Hoe zijn uw eerste ervaringen en welke hoofdthema’s zijn van groot belang voor de komende twintig jaar bij de WUR? Wageningen UR zit wereldwijd in de top drie van de kennisinstellingen op het gebied van landbouw en life sciences. De laatste jaren zelfs als nummer één. Dat is heel inspirerend. We hebben dan ook een verantwoordelijkheid om bij te dragen aan het wereldwijde voedselvraagstuk en aan de kracht van de Nederlandse landbouwsector. Dat is de uitdaging: lokaal en internationaal met elkaar verbinden en ervoor te zorgen dat we in Nederland kennis kunnen en mogen blijven ontwikkelen om die bijdrage tot stand te brengen. Onze wetenschap en onze sector zijn een beetje uit beeld geraakt bij de consumenten en burgers en ik zie veel wantrouwen tegenover technologische en wetenschappelijke oplossingen. We moeten daar niet voor weglopen, maar de dialoog aangaan. We moeten met elkaar in gesprek over wat er moet en kan gebeuren om de voedselvoorziening voor de komende vijftig jaar veilig te stellen. In ons strategisch plan noemen we dat de ‘Wageningen dialogues’ en ik hoop dat ook het bedrijfsleven zich eraan committeert. Het is van groot belang dat we het wantrouwen wegnemen en dat we - in dialoog - gezamenlijk bouwen aan een duurzame en efficiënte voedselproductie. Het zal geen sinecure zijn om straks negen miljard mensen te voeden, maar vanuit de Nederlandse sector en vanuit Wageningen UR kunnen we een reusachtige bijdrage leveren.
7
p roductie N ederland
financieel
Teelt in beeld:
Meer kunnen dan patatten eten
Noblesse
HZPC heeft in het afgelopen seizoen, met al zijn medewerkers, telers en kwekers en rekening houdend met alle omstandigheden, een bijzondere prestatie geleverd. HZPC heeft goed en verstandig ingespeeld op uitdagende marktomstandigheden. Het afgelopen seizoen is dan ook geëindigd met een positief financieel resultaat van EUR 4,5 miljoen.
Noblesse (RZD 95-1618 x Victoria) is een middenvroeg ras met als voornaamste afzetgebied Noordwest-Europa.
Het seizoen 2014/15 was een duidelijk moeilijker jaar voor HZPC dan 2013/14. De marktomstandigheden op de Europese markt waren lastig. In het noordwesten van Europa waren de groeiomstandigheden het afgelopen seizoen goed en het aanbod van consumptieaardappelen groot. Uit ervaring weten we dan dat dit zal leiden tot bijzonder lage consumptieaardappelprijzen op de gehele Europese markt. Als gevolg van deze lage prijzen, is de vraag naar gecertificeerd pootgoed vervolgens beduidend lager dan in een gemiddeld jaar. En dat betekent weer dat er lagere verkopen en iets lagere verkoopprijzen zijn voor pootgoed in de Europese markt.
In de tweede helft van juli zit ik bij Klaas van der Schaar aan de picknicktafel en geniet van de koffie en het mooie uitzicht over de velden. Klaas vormt samen met zijn vrouw Gretha de maatschap Van der Schaar-Post in Minnertsga. Ze hebben één medewerker in dienst. Naast de reguliere pootgoedteelt voor HZPC, waarvoor ze de rassen Carrera, Innovator, Noblesse, Rosi, Spunta en Sylvana telen, vermeerderen ze ook nog een aantal zaailingen op verzoek van HZPC. De rotatie op het bedrijf is 1 op 3 en alle uitplant wordt vermeerderd vanuit miniknollen.
De implementatie van de langetermijnstrategie van de onderneming is ook dit seizoen goed uitgevoerd. De langjarige verkoopplannen en productie zijn ook dit jaar weer getoetst aan de marktverwachtingen en aan de productievolumes. Onze nieuwe joint venture Mahindra-HZPC in India heeft in het eerste jaar een positief resultaat gerealiseerd. Hoewel dit een beperkt resultaat is, is HZPC bijzonder verheugd dat het resultaat in het eerste jaar al positief is.
Opslag De miniknollen worden het eerste jaar met een stammenrooier in kisten geoogst en onder de kapschuur gezet. Medio oktober gaan ze dan in de mechanische koeling. Dit materiaal wordt in maart gesorteerd en in kiembakken gedaan. De tweedejaars stammen worden volgens dezelfde procedure geoogst en bewaard, maar worden na het sorteren in kisten opgeslagen. Geschikt voor zwaardere grond Noblesse is ook geschikt voor teelt op de zwaardere percelen van het bedrijf. Voorafgaand aan de aardappelteelt is de voorvrucht bieten of uien. De aardappelpercelen worden bij voorkeur in december geploegd. Het pootbed wordt met een rotorkopeg klaargemaakt, waarna op traditionele wijze wordt geplant, dus zonder rugopbouw vooraf. Van der Schaar poot 75.000 tot 80.000 planten per hectare. Het poten gebeurt op maaiveldniveau met een tweerijige snarenbed-pootmachine; bij het poten wordt Actare en Amistar toegepast.
• Ruggespraak
In de herfst vindt de Kalibemesting in vloeibare vorm plaats, later aangevuld met 100 kg Kali 60. Bij het poten wordt APP gegeven, terwijl voor het frezen zwavelzure ammoniak en Kalkamon wordt toegepast. In totaal krijgt Noblesse 130 kilo stikstof, 230 kg Kali en 20 kg fosfaat. Tijdens het groeiseizoen gebruikt Klaas van der Schaar ook Toptrace, waarin stikstof, magnesium en mangaan zit. Als Phytophthora-middel wordt één keer per week Valbon ingezet. Naast Sumicidin Super als luisbestrijder wordt ook minerale olie gebruikt.
8
In de selectie zijn tot dusver weinig problemen voorgekomen. Noblesse is een ras met een goed tal, waardoor een goede opbrengst mogelijk is. Door middel van klappen en spuiten met Spotlight, plus twee liter minerale olie, wordt het loof vernietigd
HZPC Holland B.V. heeft over het boekjaar 2014/15 een nettoresultaat behaald van EUR 4,5 miljoen. Het rendement op het gemiddeld eigen vermogen komt uit op 10,6%. De raad van commissarissen heeft 65% van de nettowinst van de vennootschap ter beschikking gesteld aan de aandeelhouder. Dit komt overeen met een bedrag van EUR 2,9 miljoen. Per certificaat betekent dit een dividend van 3,75 euro. Tijdens de afgelopen internationale sales meeting, gehouden in september, werd de aftrap voor het nieuwe verkoopseizoen gegeven. Onze verkopers staan weer klaar om het pootgoed tegen de beste prijzen aan de man te brengen. Ik heb daar weer alle vertrouwen in. Op 12 november aanstaande zal de algemene ledenvergadering worden gehouden van de Vereniging HZPC. Het afgelopen jaar was een bijzonder uitdagend jaar en het bestuur en de directie zullen dan de gebeurtenissen van het afgelopen jaar graag toelichten. Ook de financiën worden dan nader toegelicht. Mag ik weer op uw komst rekenen? Graag heet ik u dan persoonlijk welkom en schud ik u de hand. Tot dan! Herman D. Heijtmeijer, CFO a.i.
Jaarverslag 2014/15 digitaal Bedrijfsgegevens • Mts van der Schaar-Post
• Waarvan 2 ha Noblesse
• 35 ha pootgoed
• 20 tot 25 % afslibbaar
en na vier dagen wordt er nog een keer nagespoten. Het rooien vindt na ca. drie weken plaats met een bunkerrooier. De oogst wordt opgeslagen in kisten en behandeld met Diabolo. Het lijkt erop dat Noblesse weinig gevoelig is voor zilverschurft. Aandachtspunt voor Noblesse is de gevoeligheid voor Phytophthora. De sterke punten van Noblesse zijn volgens Klaas van der Schaar: sterk tegen schurft, goede opbrengst en gemakkelijk in de selectie. Bennie Huizenga, buitendienstmedewerker
aan ten aanzien van gebruiksgemak, navigatie en zoekfunctie.
In overleg met het bestuur van Vereniging HZPC is besloten ons jaarverslag alleen digitaal te publiceren. Een elektronisch jaarverslag scheelt veel druk- en verzendkosten en past in ons beleid om het gebruik van papier te reduceren met het oog op duurzaamheid. Belangrijk is, dat beschikbaarheid en vindbaarheid van informatie voor certificaathouders wel worden geborgd. Het digitale jaarverslag zal evenals voorgaande jaren beschikbaar zijn in het Nederlands en in het Engels. Het online platform waarmee we werken is hetzelfde als die bij het vorige jaarverslag, ons duurzaamheidsverslag en ons digitale magazine Inzpire wordt gebruikt. Via onze website kunt u deze vinden. We brengen hierin steeds verbeteringen
Alle jaarverslagen staan straks online: www.hzpc.com
Uiteraard bieden we dit jaar op onze website ook een PDF-versie van het jaarverslag die u (deels) kunt afdrukken indien u liever vanaf papier leest. Aan alle leden van de vereniging en overige certificaathouders sturen we eind oktober een uitnodiging voor de Algemene Ledenvergadering c.q. de certificaathoudersvergadering op 12 november. Bij versturing van deze uitnodiging zal het jaarverslag online staan en ontvangt u de informatie waar de web-versie en de printbare PDF-versie van ons jaarverslag 2014/15 te vinden zijn op onze website. Het jaarverslag van de Vereniging HZPC wordt ook alleen digitaal gepubliceerd – de PDF-versie zal online komen te staan.
9
Het college van telers op de trappen van het aquaduct van Segovia.
college van telers voor dat steeds meer Spaanse boeren de teelt vaarwel zeggen. Alternatieve gewassen zijn er in veel gevallen genoeg, zoals sla, broccoli, graan, meloenen of zonnebloemen.
Intersur
College van telers op bezoek in Spanje
• Ruggespraak
Hoewel Spanje vooral bekend staat als een zonnig vakantieland met mooie stranden, tapas en een rijke cultuur, is dit land voor HZPC vooral een belangrijk exportland. Eind mei heeft het college van telers een bezoek gebracht aan Spanje. We hebben ervaren dat uiterlijke kwaliteit van het pootgoed nog steeds een bepalende factor is bij de verkoop.
10
Onze bestemming was Castilla-León, een autonome staat in het noordwesten van Spanje. Deze staat is onderverdeeld in negen provincies en het geheel ligt op een centraal plateau 'Le Meseta', op een hoogvlakte van 700 tot 1.000 meter boven zeeniveau. Met een inwonersaantal van ongeveer 2,5 miljoen op een oppervlakte van 95.000 km2, is het een vrij dun bevolkt gebied. De organisatie van deze reis lag in handen van de medewerkers van HZPC Spanje. Dit zijn de gebroeders Rogelio en José Marti en Gonzalo Gonzáles. Alle drie hebben hun eigen taak wat betreft de verkoop van pootaardappelen, de introductie van nieuwe rassen en de klachtenafhandeling. De vader van de gebroeders Marti is vroeger begonnen met de verkoop van pootaardappelen voor De ZPC. Daarna hebben de twee broers deze relatie voortgezet bij HZPC. Op een gegeven moment zijn zij in dienst van HZPC getreden. Zo is HZPC España ontstaan. In een later stadium is Gonzalo Gonzáles bij dit team gekomen. In vogelvlucht hebben wij de voornaamste aardappelgebieden van Castilla-León gezien, waar wij allen van onder de indruk zijn geraakt. Ook hebben wij een aantal oude steden kunnen bezoeken om zo wat van de Spaanse cultuur te kunnen proeven.
Relatief kleine aardappelteelt De landbouw in dit gebied bestaat voor het grootste gedeelte uit de teelt van graan, die ongeveer 2 miljoen ha beslaat. De aardappelteelt is met 20.000 ha relatief klein. De groeiomstandigheden zijn in dit gebied ook niet makkelijk. Het duurt vrij lang voordat er in het voorjaar geplant kan worden. Vanaf de tweede helft maart gaan de aardappelen de grond in. Door de geringe neerslag moet men al snel gaan beregenen. Overal zie je dan ook grote pivots in de landerijen staan. Het water moet van ongeveer 100 tot 150 meter diepte opgepompt worden. Doordat de grond grofzandig is en vanwege het hete weer overdag, moet dit om de vijf dagen herhaald worden. Dit kost de Spaanse teler al gauw 150 euro per keer per ha aan brandstofkosten.
Dalend consumptieareaal Het consumptieareaal in Spanje is de afgelopen tien jaar gedaald van 150.000 ha naar 65.000 ha. Dit heeft alles te maken met een behoorlijke concurrentie op de aardappelmarkt vanuit Frankrijk. De constante kwaliteit voor een scherpe prijs die ieder jaar vanuit Frankrijk de consumptiemarkt van Spanje binnenkomt, zorgt er-
Op de eerste dag van onze reis hebben wij een bezoek gebracht aan Intersur, een van de belangrijkste klanten van HZPC in Spanje. Het bedrijf ontvangt ons pootgoed op drie verschillende vestigingen verdeeld over Spanje. De vestiging die wij hebben bezocht is gevestigd in El Carpio, een dorp waar de akkerbouw en met name de aardappelteelt de belangrijkste economische activiteit is. De gemiddelde toerist heeft hier ook weinig te zoeken. Vanuit deze vestiging, compleet met koelcel, wordt 450 ha van pootgoed voorzien. Tevens verhandelt Intersur de opbrengst van dit areaal. De belangrijkste rassen in dit gebied zijn Monalisa, Colomba, Red Scarlett en Frisia. De opbrengst gaat direct na het rooien hoofdzakelijk richting de kleinverpakker. Dit product is vooral bedoeld voor de binnenlandse markt. Roodschillig product, zoals Red Scarlett, is meer bedoeld voor de nabij gelegen Portugese markt. Opslagfaciliteiten zijn zeer beperkt aanwezig; de meeste telers zijn dan ook overgeleverd aan de grillen van de markt op het tijdstip van de oogst. Door de slechte prijzen van de consumptieaardappelen vorig jaar is de aardappelteelt dit jaar, zoals ons reeds bekend was, sterk gekrompen: in dit gebied met twintig procent, in sommige andere gebieden nog meer.
Ibersnacks De volgende dag hebben we een bezoek gebracht aan Ibersnacks, wederom in Medina del Campo. Dit bedrijf maakt snacks en chips van zowel maïszetmeel als aardappelen. Per jaar wordt hier ongeveer 10.000 ton aardappelen tot chips verwerkt. Ook hier is het belangrijk dat de aardappelen van een goede kwaliteit zijn. Afgelopen jaar had men 3,78 kg aardappelen nodig voor 1 kg chips. De aardappelen worden voor een groot gedeelte op contract geteeld. Het zijn vooral hectarecontracten met een beperkte toeslag voor de kwaliteit. Hiermee wil men voorkomen dat de telers niet voor de kwantiteit gaan, maar voor de kwaliteit. De afgelopen jaren heeft men proeven gedaan met Crisps4all en Taurus, maar helaas zijn deze rassen niet goed genoeg voor dit bedrijf. Voor het grootste deel gebruikt Ibersnacks het ras Hermes, maar men is wel op zoek naar nieuwe rassen. Na afloop konden wij terugzien op een zeer geslaagde reis, waar we zowel op aardappel- als op cultureel gebied ruim aan onze trekken zijn gekomen. Nanning Giliam, secretaris
Ifaca Dezelfde dag hebben wij nog een HZPC-klant bezocht: Ifaca. Dit is een familiebedrijf dat zich bezighoudt met de handel in en het verpakken van consumptieaardappelen, zoals Colomba. Op dat moment was men aardappelen aan het inpakken, afkomstig uit het zuiden van Spanje, waar men eind mei al druk aan het oogsten was. De telersprijzen lagen op dat moment rond de 40 euro per 100 kg. Dit bood weer enig perspectief. Wat opviel bij dit bedrijf was de enorme koelloods, die gedeeltelijk onder het maaiveld lag. Hier werd de opbrengst van de leverende telers in kisten opgeslagen, een type kist zoals die in Frankrijk ook veel voorkomt, met de schoren aan de buitenkant.
Melendez De volgende dag hebben we een bezoek gebracht aan Melendez, een groot verpakkingsbedrijf in Medina del Campo. Deze vestiging is nog maar drie jaar oud en professioneel van opzet. Het geheel zag er schoon en geordend uit. Wij namen eerst een kijkje in het lab, waar de ingekomen partijen worden gewassen en beoordeeld op uitwendige kwaliteit. De partijen worden hier beoordeeld op hun geschiktheid voor de diverse bestemmingen en een eerste prognose voor de uitbetaling aan de consumptieteler. De monsters uit het lab worden nog een paar weken bewaard om bij eventuele klachten een referentie te hebben. Wat ons opviel was de groene tl-verlichting die hier overal gebruikt wordt. Dit is tegen de groenverkleuring van de gewassen aardappelen. De afnemers hanteren strenge normen voor verpakte aardappelen: van voor ons ogenschijnlijk mooie partijen, liep het percentage uitschot soms wel op tot dertig procent! Gedurende de hele reis viel het ons ook op dat men het ontvangen pootgoed net zo beoordeeld als de aardappelen die men zelf aflevert. Dus vooral op uiterlijke kwaliteit. Men wenst het pootgoed dan ook het liefst vrij van zilverschurft en gewone schurft te ontvangen.
Beoordeling van een consumptieperceel van onze afnemer Intersur.
De aardappelpercelen in Noord-Spanje worden om de vijf dagen beregend.
11
Laatste jaar praktijkproef kruislings poten bij maatschap Bierma-Modderman
Goed gebruikmaken van bodembiologie
Poldervoorbeeld in Espel
Mix van groenbemester
Albrecht-methode
Voor Bierma is pootgoedteler Marcel Nijenhuis uit Espel erg inspirerend. ‘Hij poot de aardappelen op 90 cm ruggen zelfs nog verder uit elkaar. De onderlinge afstand tussen de twee rijen aardappelen in de rug is 26 cm, bij ons is dat 20 cm. En Nijenhuis gebruikt hoofdzakelijk maat 28/35 pootgoed en plant 200.000 knollen per ha. Maar dat is op lichte grond, hij kan beregenen en kan het hele jaar wel rooien. Hij heeft dus meer variabelen om de opbrengst te sturen.’
Bierma is ook gestopt met de monocultuur van groenbemesters. Hij zaait niet meer enkel gele mosterd of bladrammenas, maar een mix van dieper en minder diep wortelende gewassen. ‘Variatie geeft meer balans. Wij eten zelf ook niet graag elke dag hetzelfde. In de groenbemester voegen we voor een gedeelte mycorrhiza-schimmels toe in de hoop deze schimmels, die met de plant in symbiose leven, over te houden tot het volgende seizoen.’
HZPC heeft haar doelstellingen voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO/CSR) kleurrijk verwoord in het Jaarverslag Duurzaamheid. De praktijk vraagt moed van de ondernemer om te bewegen en oplossingen uit te proberen op het eigen bedrijf. Ruggespraak ging mee op de rooier van Durk en Elise Bierma uit Waaxens, die drie seizoenen de rassen Innovator, Victoria en Carrera kruislings hebben gepoot in brede ruggen van 90 cm.
De proef met kruislings poten is niet het enige experiment op het bedrijf. Bierma is niet bang om buiten gebaande paden te treden. Stro blijft tegenwoordig verhakseld op het land. Afvoeren is een verlies van kostbare mineralen en organische stof. ‘En je voorkomt structuurbederf van het land in een kwetsbare periode. Met PRP - een mengsel van 28 verschillende sporenelementen - voeden we de bodem en een EMpreparaat bespoedigt de vertering van het stro. Op één van de percelen hebben we dit jaar siliciumhoudende Biovin gebruikt, voor sterkere en meer weerbare celwanden.’ Biovin is een biologische bodemverbeteraar op basis van uitgeperste druiven met bacteriën en bodemschimmels. Dit zorgt in de aardappelen voor extra opname van sporenelementen, zoals silicium en calcium.
De Amerikaanse bodemdeskundige William Albrecht ontwikkelde begin vorige eeuw de naar hem genoemde bemestingsmethode. Hij benut de bodem optimaal door voedingselementen met elkaar in balans te brengen. De methode maakt onderscheid tussen direct oplosbare voedingsstoffen en aan humus en klei geadsorbeerde voedingsstoffen. De kern van het verhaal van Albrecht is dat er een minimum én een maximum geldt voor de gehaltes in de bodem. Door overschot van het ene ontstaat een tekort van het ander element, omdat ze elkaar verdringen bij opname door de plant. Is er bijvoorbeeld een fosfaatoverschot, dan ontstaat er een tekort aan opneembaar calcium, magnesium, mangaan, zink en zwavel. Is de bodem in balans, dan bespaart dat bijsturing met chemie en bemesting en groeit er een gezonder gewas, dat bovendien meer opbrengt.
• Ruggespraak
Begin september rolt bij Waaxens een rijke oogst Innovators over de rooier. Grote hoeveelheden kleigrond uit de brede rug vallen keurig gezeefd terug op het land. ‘En dat is precies waar ik het meest over inzat’, zegt Durk Bierma. ‘Een meeropbrengst uit het kruislings poten leek me prima haalbaar. Maar zijn ze ook te rooien uit deze klei...’ In 2013 en 2014 ging het vlot met het rooien. De opbrengst kon beter. Dit is het jaar van de waarheid. Maatschap Bierma-Modderman teelt jaarlijks 35 ha S-pootgoed op gronden met vijftien tot dertig procent afslibbare klei. Verder bestaat het bouwplan uit wintertarwe en zomergerst. Met buurman De Groot wordt 15 ha grasklaver uitgewisseld. Als er pas in het voorjaar kan worden ingezaaid worden er erwten aan toegevoegd.
12
Tekst en foto’s: Jacob de Hoop, deeltijdboer en auteur ‘Boeren met Smaak’
grond. De praktijk op het veld bleek echter weerbarstig. In 2013 en 2014 was er, ondanks 12 procent meer plantgoed per hectare, geen significante meeropbrengst. De kostprijs van zo’n 200 euro per hectare extra leverde gemiddeld eerder een verlies dan de beoogde meeropbrengst. Alleen het ras Innovator reageerde succesvol. Het scoorde in 2014 een meeropbrengst van 17 procent. De bemesting en het middelengebruik per hectare verschilt niet van de rest. Omgerekend betekent het dat er bij een hogere opbrengst per aardappel gemiddeld minder middelen en minder bemesting is gebruikt.
Het driejarig proefproject kruislings poten (zie pagina 14) kwam bij Durk en Elise Bierma in 2013 niet zomaar uit de lucht vallen. ‘Net als iedere andere pootgoedteler zoeken wij naar de hoogste knolopbrengst per hectare’, verklaren ze. Elise vertelt dat ze zich tien jaar geleden hardop begonnen af te vragen of de ruggen van 75 centimeter wel de meeste opbrengst leverden. ‘Grond is duur en pootgoed levert een goed saldo op. Als je planten beter gaat verdelen, zoals op bedden, heb je meer zon en meer grond per plant. In de consumptieteelt, met name in het buitenland, zie je wel meer teelt in bedden of op ruggen van 90 centimeter. Maar dat is op lichte grond.’
De resultaten over 2015 volgen in december/januari. Een vlammend positief resultaat is dus nog niet zichtbaar. Qua bewerking zijn er ook nog open vragen. Elise is van mening dat resultaat voor een groot deel heeft te maken met de rugopbouw. Daar moet het gebeuren. ‘Het proefperceel op het erf deden we handmatig. We hadden royale, luchtige ruggen. Bij het frezen van de 90 cm ruggen hadden we de machine wellicht minder compact moeten afstellen.’ In 2013 bleef bijvoorbeeld de knolzetting iets achter; het was een koud voorjaar. Als de brede rug inklinkt of te compact wordt, zou deze minder gemakkelijk kunnen opwarmen en verstikkend werken. In 2014 zijn dataloggers geplaatst om temperatuurverschillen tussen 75 cm ruggen en 90 cm ruggen te vergelijken. Er bleek weinig temperatuurverschil waarneembaar.
Tuinhark
Zuid-Afrika
Aanvankelijk gingen Durk en Elisa op het erf met schop en tuinhark aan de slag om hun eerste proefperceel te maken met ruggen op 90 centimeter, waar de planten kruislings in de rug werden geplant. De onderlinge groeiruimte tussen de planten werd hierdoor 24 centimeter, terwijl dat in de rug van 75 cm slechts 18 cm is. Het resultaat was verrassend. De luchtige, brede ruggen brachten een duidelijke meeropbrengst van tien procent. In 2013 kregen ze het voor elkaar om goedkeuring te krijgen voor een gesubsidieerde driejarige proef van kruislings poten op eigen
Intussen trekt de proef steeds meer aandacht van collega-telers en er wordt elders ook geëxperimenteerd. Tijdens de Potato Days spraken de Bierma’s een Engelse teler die pootgoed in een vierkant plant, met een vijfde poter in de midden, wat hoger in de rug. In Waaxens kwam ook bezoek van een Zuid-Afrikaan, die als bedrijfsleider werkt voor fritesfabrikant McCain. ‘Hij was geïnteresseerd in de verhoogde capillaire werking van de 90 cm ruggen, als middel tegen droogteschade in Afrikaanse valleien. En hij wilde graag onze aangepaste machines zien.‘
'Grond is de ‘black box’ waarover nog veel is te leren'
‘Lange tijd keken we hoofdzakelijk naar de pH- en NPK-waarden. Met precisielandbouw zochten we vooral technische oplossingen. Maar voor het oplossen van de meeste kwalen en problemen kom je toch bij de grond uit. Grond is de ‘black box‘ waarover nog heel wat is te leren. We zoeken hoe we binnen onze intensieve grondbewerking de bodembiologie meer voor ons kunnen laten werken. Schimmels hebben meterslange vertakkingen. Goede bodemschimmels zijn dus heel kwetsbaar in ons bouwplan. Het minerale bodemleven is nog moeilijk te meten, daar ligt een grote uitdaging. Met de Albrecht-methode (zie kader) volgen we de onderlinge verhoudingen tussen schimmels, bacteriën, wormen, aaltjes, sporenelementen en mineralen. We leren steeds beter hoe voeding beschikbaar komt voor de plant. Onze zoektocht gaat door. In ruggen van 75 of van 90 centimeter. Ooit zullen we weten wat het beste is voor ons gewas.’
Bron: o.a. Jan Bokhorst, Cropfuel en Akkermagazine
>>
13
ZOS
Rassen reageren wisselend op kruislings poten Mts Bierma-Modderman in Waaxens sluit dit jaar een driejarig proefproject af, waarin aardappelplanten beter worden verdeeld. Zo is er meer groeiruimte dan in de gangbare ruggen van 75 centimeter, terwijl gemiddeld per plant minder bemestingsmiddelen nodig zijn. Dat is de uitdaging. Drie rassen pootgoed zijn kruislings gepoot in 20 brede ruggen van 90 centimeter, naast 8 ‘controle’ ruggen van 75 centimeter. Het project is een samenwerking van HZPC, Broekens Mechanisatie, studenten van Van Hall Larenstein en Projecten LTO Noord. Bierma koos op advies van HZPC voor drie uiteenlopende rassen. Carrera, als vroeg ras en omdat die hoog in de rug groeit en gevoelig is voor groen worden. Innovator vanwege het relatief zwakke wortelstelsel. In de brede rug is een betere capillaire werking waardoor dit positief zou moeten uitwerken bij dit droogtegevoelige ras . En Victoria, als laat ras. De knollen van Victoria zitten diep en breed. De vraag is of deze ook onder natte omstandigheden, met veel modder te zeven, nog goed is te rooien.
Duurzame investering bij de ZOS Omdat de ZOS een grote hoeveelheid energie afneemt, is de afgelopen jaren diverse malen de mogelijkheid om zélf energie op te wekken overwogen. Daarbij waren duurzaamheid en lagere energiekosten het uitgangspunt.
De resultaten van de eerste twee jaar waren wisselend. Ondanks 12 procent meer plantgoed, bleef de beoogde meeropbrengst van gemiddeld tien procent over de drie rassen uit. Wel was er afgelopen jaar een forse meeropbrengst van 17 procent bij Innovator. De eindrapportage van het tussentijds bemonsteren en de eindopbrengst worden december/januari verwacht. Deze praktijkproef van drie jaar lijkt te kort voor definitieve conclusies. De betrokkenen zien graag een vervolg van dit project op SPNA Kollumerwaard.
Durk Bierma wijst de twee moederknollen (Innovator) aan, in de brede rug. Per plant is er meer zon en meer grond.
Durk en Elise Bierma
Die overwegingen raakten in een stroomversnelling omdat in 2014 twee zaken bij elkaar kwamen: ten eerste een subsidieregeling voor zonnepanelen en ten tweede een nieuwe regelgeving dat Nederland vanaf 2024 vrij van asbestvrij moet zijn. Particulieren, bedrijven en (overheids-)instellingen mogen dan geen asbestdaken meer bezitten. Zo kwam de realisatie van dit project in beeld, want de (asbest)platen op het dak van het ZOS-gebouw waren nodig aan vervanging toe. Daarom is besloten het asbest te verwijderen en een nieuw dak te plaatsen met zonnepanelen.
naar behoren en is er in één maand 34.000 kWh opgewekt. Niet slecht voor die donkere augustusmaand! Het deel dat meer wordt opgewekt dan verbruikt, wordt terug geleverd aan het net en vergoed door de energiemaatschappij. De terugverdientijd van de installatie ligt ruim onder de tien jaar. De gehele operatie is uiteindelijk zonder grote problemen verlopen. We zijn blij met deze duurzame investering in ZOS Emmeloord! Rienk Woudwijk, directeur ZOS B.V.
Asbestsanering Geen geringe klus, want in totaal gaat het om ca. 9.700m2. Afgelopen juni kwamen de mannen in de witte pakken en is het saneren van de asbestplaten gestart, waarna het nieuwe dak kon worden gelegd. Dat was een spannende klus in verband met de weersomstandigheden. Uiteindelijk hadden we redelijk geluk met het weer, maar de laatste dag kwam er helaas een stortbui, waardoor een zeer grote hoeveelheid water in een deel van de loods is terechtgekomen met stroomuitval tot gevolg. We kunnen niet anders dan de saneerders en dakleggers een pluim geven omdat ze een buitengewone prestatie hebben geleverd om dit in twee weken tijd voor elkaar te krijgen. ZOS Emmeloord is ruim op tijd asbestvrij!
• Ruggespraak
Plaatsing zonnepanelen
14
In augustus zijn de zonnepanelen geplaatst en in twee weken tijd is de installatie gebruiksklaar opgeleverd. In totaal zijn er 1.424 panelen gelegd met een opbrengend vermogen van 350.000 kWh per jaar. De installatie bespaart hiermede een CO2-uitstoot van 198 ton per jaar. Thans draait de installatie
15
Rondje langs de velden Nederland
Friesland
Zuid-Nederland
Vanaf de tweede week van de maand april is men in Friesland begonnen met poten. De omstandigheden leken goed, echter op de zwaardere gronden heeft men nog wel last van kluiten. De groei kwam door het koude voorjaar zeer traag op gang met als gevolg veel onderzeeërvorming. Enkele percelen zijn als gevolg van deze onderzeeërs overgepoot en in een enkel geval ingezaaid met gras. De selectie gaf over het algemeen geen enkel probleem, echter aan het eind van de keuringperiode werd er iets meer bacterie gevonden. Het werd droog, maar gelukkig kregen we tijdens of net na de knolzetting regen waardoor er weinig knollen geabborteerd zijn. Op de zwaardere percelen die te laat water hebben gehad is de opbrengst wat minder, verder lijkt de opbrengst goed. Qua schurft wordt er wel iets gevonden, maar niet in zeer ernstige mate. Op dit moment is ongeveer 15 procent gerooid. Door de regen van afgelopen dagen staat het rooien weer even stil. Gezien de aanwezigheid van enkele moederknollen is deze rooionderbreking welkom.
Het plantseizoen is omstreeks half april begonnen. De omstandigheden waren goed. Ondanks dat we geen vorst gehad hebben, was de structuur van de grond beduidend beter dan in 2014. Het groeiseizoen verliep heel traag. Dit werd veroorzaakt door lage temperaturen in het begin, gevolgd door minimale regenval. Dit betekent dat het groeiseizoen minimaal 14 dagen langer heeft geduurd. Beregenen vanuit een bron is in het zuiden maar op enkele plaatsen mogelijk. Het gevolg hiervan is zeer wisselende opbrengsten met beduidend meer schurft. De verschillen in opbrengsten worden niet alleen veroorzaakt door de vraag of men wel of niet kan beregenen, maar ook door de kwaliteit van de grond. In jaren van normale regenval zie je dat de regenval de grond van mindere kwaliteit compenseert. In jaren met weinig regenval zie je ook vaak dat het rottingsproces van de moederknollen maar slecht op gang komt. Dit proces zal nu echter wel sneller gaan. Op het moment van dit schrijven is er meer dan voldoende regen gevallen. De laatste tien dagen is er in het zuidwesten plaatselijk meer dan 100 mm naar beneden gekomen. Ook is er melding gemaakt van flinke hagelschade van gewassen die nog groen stonden. Al met al weer een grote uitdaging voor de pootgoedteler om zijn product goed uit de grond te krijgen, op de juiste manier te drogen en om het zonder problemen weer af te leveren.
Menno Fokkema, 2 september 2015
Noord-Holland Maatschap Bouma Ulrum, Groningen
Groningen oogst 2015 Het poten van de aardappelen kon onder normale omstandigheden worden uitgevoerd. Ondanks het feit dat we geen vorst van betekenis hebben gehad, was de structuur van de grond gemiddeld goed te noemen. Eind april waren de meeste aardappelen gepoot. De periode die hierop volgde was droog en vooral koud. Het frezen van de aardappelruggen kon ook vlot worden uitgevoerd, maar de aardappelen kwamen maar zeer traag boven de grond. Al met al heeft dit wel geleid tot twee tot drie weken groeivertraging. Het koude voorjaar, tot ver in juni, had ook als gevolg dat er, met name in de gevoelige rassen, 'onderzeeërs' voorkwamen. In de eerste keuringsweken zijn daarom al percelen gedeclasseerd op onregelmatige stand en ontwikkeling. Uiteindelijk werden de temperaturen wat hoger en verliep de groei normaal en kon de achterstand worden ingelopen. Tot begin juli bleef het nogal droog, maar de regen kwam op 2 juli net op tijd.
Het aantal knollen per plant varieerde van normaal tot erg goed. Oppervlakkige schurft kwam wel voor, maar viel gemiddeld genomen erg mee. De veldkeuringen zijn ook goed verlopen, alhoewel er nog wel wat is afgekeurd en gedeclasseerd vanwege bacterieaantasting en soms vermenging. Vooral bij de laatste veldkeuring is er nog wat gedeclasseerd vanwege de aanwezigheid van bacterieplanten in het perceel. Op basis van de proefrooi-monsters die we nu aan het verwerken zijn lijkt de opbrengst in Groningen aanzienlijk hoger te liggen dan vorig jaar. De kwaliteit lijkt goed en er is een hoger percentage aan bovenmaatse knollen. De regen die in de zomer zo welkom was speelt ons nu parten met het rooien. In augustus is er vrij veel regen gevallen en op dit moment is er in Groningen nog maar drie procent gerooid. De oogst lijkt erg goed, maar is nog niet binnen. Kor Sikkema, 1 september 2015
Het is in de eerste periode een erg droog groeiseizoen geweest. Alles ontwikkelende zich langzaam, wel veertien dagen later dan normaal. De selectie is goed verlopen. Het uitleveren van uitplantpartijen, welke dubbel gecontroleerd zijn op Erwinia, lijkt wel zijn vruchten af te werpen. Het resulteert in minder verlagingen in de aangekochte uitplantpartijen. In de periode van begin mei tot 14 augustus is er 148 mm regen gevallen. Vanaf 14 augustus tot 7 september 260 mm. Tot 7 september is ongeveer zeven procent gerooid. Het wachten is op droog weer; ook alle moederknollen zijn nog niet weg. Op dit moment zijn we als buitendienst volop bezig met het sorteren van de proefrooimonsters. De gemiddelde opbrengsten lijken die van vorig jaar te halen met daarbij grote verschillen per perceel/teler. Zo rond de 40 ton in de maat 28/opw. De knolzetting was dit jaar gemiddeld gesproken niet slecht. Alleen wat vroege rassen, zoals Primura en Adora lijken het wat te laten zitten. Ten aanzien van schurft is de kwaliteit wat minder dan oogst 2014. Er zijn meer partijen boven schurftschaal 1,5. Het sorteerseizoen wordt nu al wat later dan vorig jaar. Ook zal het straks niet meewerken dat partijen, die gerooid zijn onder te natte omstandigheden, een rotje in de box/kist geven. Gelukkig zijn steeds meer telers zich ervan bewust dat partijen met een kachel drogen veel winst geeft. We hopen dat de rest van de oogst op korte termijn binnengehaald wordt, dat de nacontrole uitslagen meevallen en voor steeds meer telers, dat de Chitwoodi-uitslagen vlot en goed mogen verlopen. We hopen op een goed sorteerseizoen met voldoende afzet.
Leen Vogelaar, 31 augustus 2015
Flevoland 2015 Het poten was dit voorjaar binnen een paar weken gepiept. De structuur van de grond was redelijk, de ondergrond was wel vrij stug. De temperatuur was vrij lang erg laag, wat duidelijk te zien was in de trage opkomst met hier en daar de vorming van onderzeeërs. Ook is er in het begin op de schurftgevoelige gronden vroeg beregend om schurft te voorkomen. De selectie is goed verlopen en in het begin van het seizoen erg rustig. Later in het seizoen begonnen er hier en daar wel weer bacterieproblemen te spelen. De opbrengsten zijn gemiddeld genomen goed te noemen. Zeker de vroege rassen hebben het dit jaar beter gedaan dan het gemiddelde over de jaren. De kwaliteit lijkt ook goed; er zijn geen problemen met Rhizoctonia en schurft, wat niet wil zeggen dat er niets voorkomt, maar het is goed te doen. Nu, begin september, is het zaak niet te vroeg het land weer op te gaan na de verschillende forse buien. We komen zeer geregeld verstikte knollen tegen en deze hebben toch hun tijd nodig om niet te versmeren bij de oogst. Ook de moederknollen willen slecht verteren, dus ook nu weer is geduld een schone zaak. Al met al moet de oogst nu, begin september, nog echt van start gaan De meeste telers hebben een begin gemaakt, maar het weer moet nu nog even meewerken. John van Meel, 4 september 2015
• Ruggespraak
Willem Esselink, 10 september 2015
16
Maatschap Bouma Ulrum, Groningen
Door het koude voorjaar waren er veel problemen met onderzeeërs.
17
Rondje langs de velden Internationaal Frankrijk Het poten begon in de tweede helft van april onder goede omstandigheden en werd afgerond begin mei. Gedurende het groeiseizoen was de temperatuur, uitgezonderd eind juli, aan de lage kant en het was ook droog. Als gevolg hiervan is de opbrengst 10% tot 15% lager dan afgelopen jaar met grote verschillen tussen vroege rassen, met minder tal en grove partijen, en latere rassen met normale opbrengsten. Percelen die voldoende water kregen of geïrrigeerd konden worden hebben dezelfde opbrengst als vorig jaar. In het oosten van het teeltgebied ligt de opbrengst minimaal 20% lager, maar een juiste inschatting van de totale oogst is op dit moment nog moeilijk te maken. Voor wat betreft de kwaliteit kan worden gezegd dat er meer schurft en Rhizoctonia (als gevolg van de lage temperatuur) voorkomen, met name in het ras Monalisa. Virus heeft geen problemen opgeleverd. Er is nu (11-09) 60% gerooid: we lopen ongeveer twee weken achter ten opzichte van ‘normaal’. Wat betreft de markt: de prijzen voor de consumptieaardappelen zijn tot dusver goed, de stemming is op dit moment beter dan vorig jaar. We verwachten voor zover we dat nu kunnen inschatten dat we een beter seizoen tegemoet gaan (verkoop van grotere hoeveelheid tegen betere prijzen) dan afgelopen seizoen. Alain Mercier, 11 september 2015
Engeland
• Ruggespraak
Begin april zijn de eerste pootaardappelen geplant. De temperatuur was goed en er kon geplant worden in grond met een optimale structuur. Helaas werden de omstandigheden eind april tot eind juni een stuk minder. De dag- en nachttemperaturen lagen enkele graden lager dan gemiddeld. Hierdoor was er een zeer trage groei. Nadat de temperaturen in juli eindelijk wat opliepen, begon het gewas zich snel te ontwikkelen. De grootste commerciële rassen als Innovator, Mozart, Sagitta, Taurus en Vivaldi stonden er goed voor. Hier en daar waren er opkomstproblemen doordat een percentage van de knollen niet kiemde. Dit jaar werd er ook meer virus aangetroffen in Yorkshire. Dit kwam
18
Schotland: de oogst wordt binnengehaald.
ook duidelijk tot uiting door het aantal luizen dat werd aangetroffen in de vangbakken. In de derde week van juli zijn de eerste, vroeg geplante percelen doodgemaakt. De laatste percelen zijn eind augustus geklapt en gespoten. De opbrengsten per hectare zijn met 30 ton ‘gemiddeld’ te noemen. Wel is het percentage bovenmaat iets groter. Er zijn dit jaar geen noemenswaardige kwaliteitsproblemen voor wat betreft schurft en poederschurft. Er is tot op heden ca. 30% gerooid. Boudewijn van der Weide, 18 september 2015
Schotland Nadat het planten in de derde week van mei was afgerond, volgde een langzame groei. Koude en natte omstandigheden gedurende het hele voorjaar en zomer zorgden voor een trage ontwikkeling. Zelfs de maand juli - het regende bijna elke dag was voor Schotse begrippen te koud. De rassen die vermeerderd worden in Schotland zijn onder andere Challenger, Innovator, Panther, Sagitta, Taurus en Vivaldi. Phytophthora en virus gaven weinig problemen tijdens het groeiseizoen, maar door de natte en koude omstandigheden was er een behoorlijke bacteriedruk. Diverse percelen zijn hierdoor dan ook gedeclasseerd. Vanaf week 32 zijn de eerste percelen geklapt en gespoten. De gemiddelde opbrengst in Schotland ligt op 32 ton. Ook hier zijn de partijen iets grof gegroeid. Wederom zijn er dit jaar geen problemen met schurft en/of poederschurft, maar het drogen en bewaren zal de nodige aandacht vragen. Boudewijn van der Weide, 18 september 2015
Finland Bij HZPC Kantaperuna wordt dit jaar ongeveer 400 ha aan pootaardappelen geteeld. Dit is ondergebracht bij twintig telers. Na drie erg warme en lange groeiseizoenen op rij was het dit jaar, vooral in het begin van het seizoen, in Noord-Finland erg moeilijk. De poters werden vanaf half mei tot half juni gepoot, wat
Finland: aanaarden van aardappelveld op 8 juli.
heel normaal is voor dit gebied. Echter, het was erg koud. Ook de daarop volgende weken bleef het koud met temperaturen tussen de 10 en 15 graden. Deze lage temperatuur, gecombineerd met een overvloed aan regen ten opzichte van ‘normaal’, had een grote achterstand tot gevolg. Eind juni/begin juli werden de meeste aardappelen aangeaard. Ik was rond 8 juli in Finland en toen werden de laatste percelen aangeaard. De temperatuur ging toen naar rond de 18 graden en je kon de aardappelplanten als het ware zien groeien. Met 24 uur daglicht weet je niet wat je ziet in vijf dagen tijd. Eind juli en de maand augustus was het tegenovergestelde van begin juli. Het was namelijk zonnig en warm. De aardappelen groeiden bijzonder snel en nu, half september, lijkt de oogst net iets boven het vijfjarige gemiddelde te komen. De opbrengst per ha ligt rond de 25 ton in de maat 28/50. Toppers zijn Colomba en Red Scarlett met opbrengsten van meer dan 40 ton. Enkele rassen hebben zelfs een opbrengst die nog hoger is. De kwaliteit is dit jaar goed met weinig schurft en Rhizoctonia. Er is nu ongeveer 50% gerooid. Joop Jukema, 18 september 2015
Duitsland Het poten begon later dan vorig jaar. De meeste aardappelen zijn in de tweede helft van april gepoot. Dit werd gevolgd door een hele lange periode van koud weer, waardoor het lang duurde voordat de aardappelen boven kwamen. Het gevolg was dan ook dat de selectie later dan gebruikelijk begon. De aardappelen op de meeste percelen waren voor 15 juni nog te klein en dus niet selecteerbaar. Er wordt in Sleeswijk Holstein, waar ruim 90% van de Duitse pootgoedvermeerdering groeit, veel met minerale olie gespoten. Het motto is hier: vroeg beginnen met olie. Dit werpt ook zeker z’n vruchten af. Er is de laatste paar jaar weinig selectiewerk. Er viel op z’n tijd regen, wat de zetting en de kwaliteit ten goede kwam. Begin juli werd het aardig droog in dit gebied; dit zorgde ervoor dat de groei wat stagneerde. Begin augustus ging het flink regenen; zo werden neerslaghoeveelheden van 140 tot 180 mm in acht dagen gemeten. Doordat het daarvoor droog was, heeft deze grote hoeveelheid regen gelukkig niet voor veel schade gezorgd. De aardappelen zijn vervolgens doodgespoten. De kwaliteit en opbrengst zijn goed. Wel moet worden opgemerkt dat de verschillen in Duitsland groot
Finland: miniknollenproductie met Kari Komulainen (rechts) en Joop Jukema.
zijn. In grote delen van Duitsland is het heel lang erg droog en warm geweest. Op dit moment (22-09) wordt er weer gerooid. Het gaat echter net als in Nederland: dan weer een paar dagen rooien, dan weer een aantal dagen stilstaan vanwege de regen. Op dit moment is ongeveer 60% van het pootgoed voor HZPC Duitsland gerooid. Het wordt dit jaar een langdurige proces om de oogst binnen te krijgen. De opbrengst en kwaliteit zijn goed. Garco van den Berg, 22 september 2015
Polen Een extreem droge en warme zomer en recordlage opbrengsten. In grote delen van Polen heeft het de laatste maanden nauwelijks geregend. Vooral in Zuid-Polen is het nog steeds erg droog. Veel gewassen zijn te vroeg afgestorven vanwege de droogte en de hoge temperaturen. In Noord-Polen zijn de opbrengsten ook lager, maar er viel meer neerslag dan in de rest van Polen. De verwachting is dat Polen ongeveer 1.5 miljoen ton minder aardappelen zal oogsten dan voorgaande jaren. De opbrengsten in de potermaten zijn lager dan vorig jaar en er is meer bovenmaat. Op dit moment (22-09) is ongeveer 60% gerooid. De kwaliteit is goed, er is weinig schurft en rhizoctonia. De oogst van vroege tafelaardappelen was best wel goed. Door het koude en droge voorjaar was de oogst wel een paar weken later dan normaal; de prijzen lagen op een gemiddeld niveau. Voor het hele vroege segment worden veel Carrera’s en Volumia’s geteeld, waarvan 90% wordt voorgekiemd en gepoot onder fleece. Op die manier zijn telers in staat om na 80 tot 90 dagen de eerste aardappelen te rooien. Bijna alle geoogste aardappelen zijn dan niet huidvast en worden afgezet op de lokale markt, bazars en supermarkten. Rond begin augustus schakelt men over op huidvaste en wasserijgeschikte aardappelen. Voor dit segment hebben Colomba en Gioconda het uitzonderlijk goed gedaan. Rassen voor lange bewaring hebben een veel lagere opbrengst. Er is ook meer schurft en enige doorwas. De prijzen liggen op dit moment op een gemiddeld niveau. Dit heeft te maken met aanbod uit Noord-Duitsland, waar de opbrengsten aanmerkelijk hoger liggen dan andere delen van Duitsland. Engel Louwes, 22 september 2015
Finland: aardappelveld op 8 juli.
19
R&D
26000 2900
100
8950
A
100
2300
30 1850
30
HWA afvoer naar sloot/open water
150
5800
150
5500
100
250
100
2000 6500
250
4250
250
1200
850
850
800
2601
850
1200
850
*
11600
6450 100
1060
100
1060
100 150
150
3050
3600
5750
5900
100
1200
1800
1600
2100
100
600
100
3700
100
100
850
18500
1200
1200
1800
800
1900
1400
100
850
250
Nieuw laboratorium HZPC R&D
Uitbreiding
Bestaand: 31600mm
LUIFEL
150
Plattegrond nieuw laboratorium 6914
9016
3000
150
100 33214
1934 100
3600
7900
100
LUIFEL
100
150
A
tek.nr.
BLAD 03 schaal : Zie tekening
Plattegrond 1:100
Project Opdrachtgever Onderdeel
: : :
Nieuwbouw Laboratorium te Metslawier HZPC Holland BV Werktekeningen
datum : 20-01-2015 gew.
: 26-02-2015
get.
: JT
De Wissel 19 9076 ZN St. Annaparochie tel: 0518-409393 fax: 0518-409399 E-mail:
[email protected]
• Ruggespraak
Sinds de start van de afdeling Moleculaire Biologie eind 2009 zijn de moleculaire werkzaamheden en daarmee het aantal collega’s die in het laboratorium werkzaam is, sterk in omvang gegroeid. Het bestaande laboratorium werd te klein voor zowel moleculair biologische, plantenziektekundige en weefselkweekactiviteiten.
20
Begin 2014 is besloten om al het plantenziektekundige werk en de werkzaamheden rond het in vitro brengen van nieuwe rassen te isoleren van de andere laboratoria en hiervoor een nieuw laboratorium te bouwen. De locatie was al snel bepaald: op het grasveld achter de bestaande fyto-unit, het gebouw waar knolmonsters en plantmateriaal worden verwerkt en op ziekten worden onderzocht. Met een groepje collega’s die werkzaam zullen zijn in het nieuwe laboratorium zijn in april 2014 de eerste plannen en tekeningen gemaakt. Het nieuwe laboratorium zou gekoppeld worden aan de bestaande fyto-unit en ca. 500 m2 groot worden. Begin mei 2014 zijn de tekeningen bij de gemeente ingediend voor de aanvraag van een bouwvergunning. Na behoorlijk wat vertraging is uiteindelijk begin februari 2015 een voorlopige vergunning afgegeven en kon worden begonnen met de bouw! In de tussentijd zijn we druk bezig geweest met het optimaliseren van de laboratoriumindeling, het aanvragen van offer-
tes bij bouw- en installatiebedrijven en het opstellen van een budget. De keuze voor het bouwbedrijf en de installatiebedrijven was inmiddels gemaakt. De oorspronkelijke tekeningen zijn ondertussen zeker vijftien keer gewijzigd, mede door de ideeën die zijn opgedaan bij het bezoek aan de laboratoria van Rijk Zwaan. Er is uiteindelijk gekozen voor een indeling in drie grote laboratoria: 1. Schoon laboratorium voor mediumbereiding en weefselkweekactiviteiten. 2. Desinfectie- en non-Q lab (niet-Quarantaine): Plantenziektekundige werkzaamheden met non-Q organismen en de activiteiten rond de eerste fase van het in vitro brengen van nieuwe rassen, oftewel het desinfecteren en in vitro brengen van planten uit de kas. 3. Q lab (Quarantaine): Plantenziektekundige werkzaamheden met Q-organismen. Daarnaast zijn er natuurlijk de algemene laboratoriumruimtes aanwezig, zoals een chemicaliënruimte, keuken, magazijn en de ruimte voor apparaten.
De maand februari 2015 is besteed aan het grondwerk, fundering, riolering en het storten van de betonvloer. Daarna konden de wanden worden uitgezet, de dakpanelen en kozijnen worden geplaatst en was het gebouw begin april 2015 wind- en waterdicht! In de maanden april tot en met juni was het vervolgens druk met de installatiewerkzaamheden. Er is boven het plafond een heel kanaalwerk van buizen aangelegd voor de luchtbehandeling en klimaatregeling. Uiteindelijk konden we eind juli, begin augustus alle spullen uit het oude laboratorium verhuizen. Ook is toen het nieuwe meubilair in het laboratorium geplaatst en is de nieuwe apparatuur geïnstalleerd. Op maandag 21 september is het nieuwe laboratorium officieel geopend en konden de collega’s van R&D een kijkje nemen. De reacties waren positief. Conclusie: na een lang traject met de nodige ups en downs kunnen we nu zeer tevreden zijn met het resultaat en met veel plezier in dit nieuwe laboratorium gaan werken! Tekst: Doretta Boomsma, programmaleider Plantenziektenkunde
21
9 th W orld Potato C ongress in C hina
'Develop Together for a Better Future'
• Ruggespraak
In de periode van 25 tot 30 juli hebben er in de plaats Yanqin (district Beijing) vier verschillende aardappelcongressen plaatsgevonden. Een van de congressen was 'The 9th World Potato Congress'. Aan dit congres hebben 900 personen deelgenomen uit 37 verschillende landen. Ongeveer 600 van deze 900 personen waren Chinese deelnemers. Bij het congres was ook een beursgebouw waar, naast een aantal internationale bedrijven, vooral veel Chinese bedrijven zich presenteerden.
22
Naast plenaire sessies waren er vooral veel technische sessies, waarin meerdere lezingen over verschillende onderwerpen werden gegeven. De onderwerpen die aan bod kwamen waren rasontwikkeling, research, productietechnieken, verwerking, bewaring, promotie en consumentenvoorkeur. Gerard Backx was één van de vele sprekers op dit congres. Belangrijk onderwerp tijdens dit congres was natuurlijk China zelf. Een land waar grofweg twintig procent van de wereldbevolking leeft, maar slechts tien procent van zijn oppervlakte kan
gebruiken als landbouwareaal om zijn bevolking te voeden. Ook een land met een toenemend gebrek aan water. De aardappelbranche is al belangrijk maar gaat een nog grotere rol spelen in het voedselaanbod op het bord van de Chinese consument. De Chinese overheid heeft aardappelen bestempeld als een zogenaamd vierde 'staple' voedsel, zoals brood, rijst en pasta dit al vele jaren zijn. 'Staple' betekent voedsel dat routinematig in grote hoeveelheden wordt geconsumeerd en dat een belangrijk onderdeel is van de dagelijkse maaltijd. In het geval van aardappelen moet dan gedacht worden aan aardappelpro-
ducten die verwerkt worden in brood, pasta’s (noodles), snacks, maar ook in vele andere lokale producten. Op het congres werden meer dan honderd producten getoond waarin aardappelen verwerkt waren. Aardappelen worden in China gezien als 'bread for the poor', een voedselproduct waarvan de Chinese overheid ook onderkent dat het per eenheid water, veel meer voedsel (vanwege de hoge opbrengsten) en ook veel meer voedingsstoffen oplevert dan andere gewassen. Het doel van de Chinese overheid is om de huidige aardappelconsumptie van 41 kg per hoofd van de bevolking met vijftig procent te verhogen. Omdat de huidige structuur en capaciteit van de bestaande aardappelbranche daartoe niet is ingericht, zullen er nog een aantal grote uitdagingen overwonnen moeten worden. Uitdagingen, zoals: • het hebben van de juiste aardappelrassen, waar vandaag de dag een tekort aan is omdat men veelal met lokale en oude rassen werkt. Daarom zal er researchcapaciteit opgebouwd moeten worden; • ditzelfde geldt voor productietechnieken en kennis, waarbij zeker de grootschaligheid en mechanisatie van belang zijn om de stappen vooruit te kunnen maken; • een volgende uitdaging is het verder uitbouwen van de verwerkingscapaciteit om al die aardappelen te verwerken in 'staple food'; • daarbij is ook goede opslagcapaciteit voor lange bewaring van groot belang en • dit alles vraagt om management, kennis en kunde, die vandaag de dag onvoldoende aanwezig zijn. Kortom, er moet nog heel veel gebeuren voordat China zo ver is, maar één ding is duidelijk: het doel is bepaald en de Chinezen kennende gaan zij ervoor!
Aardappelen worden in China gezien als 'bread for the poor' HZPC is al vele jaren actief in China en we hebben er sinds 2015 onze eigen vestiging: HZPC China. Op dit moment zijn wij met meerdere collega’s bezig om onze HZPC-positie verder te verstevigen. Inmiddels zijn onze eerste drie rassen goedgekeurd voor kwekersrecht, waardoor wij vervolgstappen in de commercialisering van deze rassen kunnen maken. In de komende uitgave van 'De aardappelwereld' kunt u meer over het congres, maar ook over de Chinese markt en spelers lezen.
23
interview Wroclaw - als voormalige Duitse Hanzestad ook wel bekend als Breslau - is de plaats waar de Poolse Agata Bialecka (meisjesnaam) vandaan komt. En uitgerekend in deze stad kwam Engel terecht toen hij vier jaar geleden naar Polen vertrok om daar de ontluikende markt voor tafelaardappelen te veroveren met dochterbedrijf HZPC Polska. Zij mist bij vlagen haar thuisstad, hij mist juist de rust en ruimte van het platteland. Maar beiden missen ze hun familie, want de keerzijde van werken over de grens is dat je altijd iets achterlaat. Toch lonkte voor Agata en Engel de uitdaging van het onbekende, daarom passen ze zo goed bij HZPC. Ruggespraak was benieuwd naar de avonturen van een Poolse in Nederland en een Nederlander in Polen en ontdekte toen pas dat de stad Wroclaw toevallig de gemene deler is in hun verhalen.
Fries gehucht Bij een internationale loopbaan denken Nederlanders uiteraard niet snel aan Metslawier, de R&D-locatie van HZPC in het open landschap van Noordoost-Friesland. De Poolse Agata wist tijdens haar studie toegepaste biologie aan de Wroclaw Universiteit al dat ze het beste over grenzen kon kijken voor een interessante functie. Toch had zij toen nooit kunnen bedenken dat ze zo’n gedroomde baan in een Fries gehucht zou vinden. Ze weet nu hoe lastig het is om in Metslawier vacatures te vervullen, omdat in Nederland weinig mensen bereid zijn naar het hoge noorden te verhuizen. ‘Dat ik door de liefde in Friesland terecht kwam, bleek uiteindelijk dus heel gunstig. Door de crisis had ik me ingesteld op een lange zoektocht, omdat ik begreep dat de banen in het noorden heel dun gezaaid zijn. Maar binnen drie maanden na mijn komst kon ik al bij HZPC aan de slag als moleculair bioloog.’ Agata ontmoette haar Friese prins - een natuurfotograaf - toen zij beiden een half jaar studeerden aan een universiteit in Noorwegen. Eenmaal terug in Polen besloot ze na een oriëntatie op de Nederlandse taal de stap te wagen, inmiddels ruim zes jaar geleden. ‘De liefde was de belangrijkste reden om naar Friesland te komen, maar net als veel van mijn studievrienden was ik sowieso wel naar het buitenland gegaan. In Polen zijn gewoon minder kansen, terwijl ik me graag goed wil ontwikkelen, het liefst bij een groot internationaal bedrijf. Daarom ben ik heel blij met mijn baan bij HZPC. Ik kon hier meteen goed functioneren omdat Engels een belangrijke voertaal is in ons werk. De Friezen hier spreken soms beter Engels dan Nederlands’, lacht Agata, die de Nederlandse taal inmiddels behoorlijk vloeiend beheerst, zowel mondeling als schriftelijk.
• Ruggespraak
Werken over de grens
24
Agata Helena van der Leij (29) werkt sinds zes jaar als moleculair bioloog bij HZPC R&D. Engel Louwes (59) is al dertig jaar actief onder de vleugels van HZPC en heeft als salesmanager veel gepionierd in nieuwe functies. De overeenkomst tussen deze twee professionals? Ze zijn gedreven, willen groeien in hun werk en zijn beiden internationaal georiënteerd. Bovendien blijkt de historische Poolse stad Wroclaw een verbindende factor in dit dubbelinterview.
Fijne werkcultuur De openheid op het werk ervaart Agata als een groot en heel prettig cultuurverschil. ‘In Polen is de baas echt meneer en je hebt maar uit te voeren wat hij zegt. Op de werkvloer is veel stress, maar medewerkers houden hun mond uit angst om hun baan te verliezen. Het was dan ook een aangename verrassing om te merken dat ik bij HZPC als werknemer echt meetel. De baas - die ik gewoon bij zijn voornaam mag noemen - is oprecht benieuwd naar mijn mening. Het onderling uitwisselen van visies en ideeën binnen het team is echt fijn werken. En fouten maken is geen ramp, daar leren we juist van. Zo’n open werkhouding komt de creativiteit, kwaliteit en de werkresultaten ten goede. Daar kunnen de Polen een voorbeeld aan nemen.’ Agata begrijpt wel waarom openheid in Polen nog vaak ontbreekt. ‘De geschiedenis heeft invloed op de aard van het volk. Vroeger was er in Polen bijna niets te krijgen. Wie iets extra’s wilde be-
'Het is juist opvallend dat Polen zich dwars door de Europese crisis heen zo snel is blijven ontwikkelen’ machtigen, moest het stiekem via een omweg zien te regelen. Dat is een voedingsbodem geweest voor de corruptie die nu nog veelvuldig voorkomt. Die mentaliteit moet anders, meer openheid en eerlijke regels voor iedereen. Die wens hoor ik van meer landgenoten die naar het buitenland zijn vertrokken. Tegelijk beseffen we dat zo’n verandering tijd kost, dat gebeurt niet in één generatie. Omgekeerd kunnen de Nederlanders van Polen leren om minder te zeuren. De Hollandse klaagcultuur verbaast me, juist omdat alles zó goed is geregeld. Al snap ik het beter naarmate ik hier langer woon, want verbetering zit in de aard van Nederland. Als het beter kan, moet het ook beter. Door die instelling is alles hier natuurlijk ook zo goed geregeld.’
Enorme vooruitgang Engel Louwes heeft op zijn beurt in Polen kennisgemaakt met de trage bureaucratie, corruptie en minder goede sociale voorzieningen. ‘Laatst was ik mijn rijbewijs kwijt, toen duurde het meer dan twee maanden voordat ik over een nieuw document kon beschikken. Zaken als zorg en pensioen zijn hier ook niet zo goed geregeld, maar daar heb ik als Nederlander weinig mee te maken. Anderzijds is in Polen een enorme vooruitgang merkbaar waarvan veel Europeanen geen idee hebben. De overheid heeft de keuze gemaakt om eerst te focussen op vernieuwing van de infrastructuur en het creëren van werkgelegenheid. De wegen zijn hier uitstekend en ook nieuwbouw en renovatie pakken ze heel goed aan. Van achterstand is echt geen sprake, integendeel. Het is juist opvallend dat Polen zich dwars door de Europese crisis heen zo snel is blijven ontwikkelen.’ Die ontwikkeling brengt economische groei en daarmee ook kansen voor de pootgoedsector. ‘De Polen zijn echte aardappeleters’, weet Engel. Inderdaad vertelde Agata al dat er in haar thuisland gemiddeld vijf dagen per week piepers op tafel staan, meestal gekookt of gepureerd. Valt daar dan nog wel een markt te veroveren? ‘Het gaat vooral om een omslag’, stelt de salesmanager. ‘Polen kopen hun aardappelen nog heel traditioneel op de markt, bij bazaars en in groentewinkels. Slechts twintig procent koopt hun aardappelen bij de supermarkt, tegen maar liefst negentig procent van de Nederlanders. Met de
25
‘Bij nul starten en er dan een succes van maken, daar ga ik voor' toenemende welvaart verandert het koopgedrag ook in Polen, alleen voldoen de huidige rassen over het algemeen niet aan de hoge kwaliteitseisen van de supermarkten. Dat vraagt om een andere benadering van de markt. Daarom introduceren wij nieuwe rassen, gecombineerd met goede service, know how, productondersteuning, marketing, enzovoort.’
Obstakels overwinnen De uitdaging in Polen is Engel wel toevertrouwd. In zijn lange loopbaan bij HZPC koos hij al vaker voor het opbouwen van iets nieuws. ‘Bij nul starten en er dan een succes van maken, daar ga ik voor. Met HZPC Polska hebben we in de afgelopen vier jaar al een goede basis gelegd voor het vergroten van ons marktaandeel in de retail versmarkt. In het begin draaide alles om netwerken en vertrouwen winnen. De taal speelt daar een belangrijke rol bij. Het leren van Pools valt me zwaarder dan Frans, Spaans of Italiaans. Gelukkig redden de Polen zich meestal prima in het Engels, maar ik doe echt mijn best een aardig woordje Pools te spreken. Alleen al omdat de moeite zeer wordt gewaardeerd in dit land. Met vakjargon en instructies aan telers kan ik een beroep doen op mijn Poolse collega’s, want we hebben inmiddels negen medewerkers bij HZPC Polska, allemaal zeer gedreven en doelgericht. Toch hoort obstakels overwinnen erbij als je start in het buitenland: één stap vooruit, twee stappen achteruit. Nu de fundamenten staan, zie ik een mooie toekomst voor HZPC in Polen. En voor mezelf ook, zeker sinds ik samenwoon met mijn Poolse vriendin.’
• Ruggespraak
Engel heeft zich bewust in de historie van het land verdiept en geniet van de stad en omgeving waar hij woont. ‘Wroclaw is een prachtige historische stad, al houd ik als buitenmens meer van het platteland. Werk staat hier centraal, daar ben ik voor naar Polen gekomen. Ik ga er honderd procent voor en dat vraagt focus. Naarmate ik ouder word, ontdek ik wel steeds meer hoe belangrijk een goede balans is tussen werk en privé. En ik mis mijn kinderen en kleinkinderen. Maar doordat ik hier
26
woon, ervaar ik het werk intensiever. Daarom is contact met het moederbedrijf heel belangrijk, zeker bij de teleurstellingen of lastige vraagstukken in de beginfase. Herman Verveld is voor mij op die momenten een zeer gewaardeerde sparringpartner, heel waardevol. Want hoe prima mijn zakelijke contacten in Polen inmiddels ook zijn, soms heb je gewoon Nederlandse back-up nodig.’
Het Nationaal Schooltuinproject:
Een gezond succes!
Goed geregeld Heeft Agata ook Poolse back-up nodig in Nederland? In het werk niet echt, daar vindt ze juist veel houvast bij haar leidinggevende, collega’s en haar schoonfamilie. Privé bleek de backup van thuis vooral fijn na de geboorte van haar dochtertje Lena. ‘Mijn moeder is overgekomen uit Polen om mee te helpen tijdens mijn zwangerschapsverlof, dat was heerlijk. Nu ben ik net weer begonnen met werken, fulltime, omdat ik de kostwinner ben. Even wennen, want het verlof vloog voorbij. In Polen kunnen vrouwen na de geboorte een half jaar met betaald verlof, dat is dus weer beter geregeld dan in Nederland. Zo heeft elk land zijn voor- en nadelen. Ik blijf een Poolse, maar ik voel me hier wel thuis en zie hier ook de toekomst voor ons gezin. Alles is goed geregeld en er zijn veel mogelijkheden. Bij HZPC heb ik bovendien nog genoeg te leren en te ontwikkelen in de moleculaire biologie.’ Heeft ze nog tips voor Nederlanders die in Polen gaan werken? ‘Heb geduld’, lacht Agata. Heel herkenbaar voor Engel. Welkom zijn Nederlanders in ieder geval in Polen, heeft hij ervaren. ‘We zijn een voorbeeld voor hen en wat betreft landbouwkennis hebben we zeker wat te brengen. Omgekeerd is Polen voor mij een voorbeeld in het omarmen van veranderingen, ook als ze worden opgelegd. De Polen zetten geen hakken in het zand en er heerst geen klaagcultuur zoals bij ons, ze spelen gewoon zo goed en kwaad als het gaat in op het leven zoals het zich aandient. Dat maakt snelle ontwikkeling en groei mogelijk.’ Is het daarom dat Agata zo gemakkelijk kan aarden in Nederland? ‘Misschien wel, maar ik denk dat de openheid in dit land er vooral voor gezorgd heeft dat ik mijn draai kon vinden. Alles is bespreekbaar en dan kom je er samen altijd uit.’ Amber Boomsma
Voor het derde opeenvolgende jaar sponsort HZPC het Nationaal Schooltuinproject. Dit initiatief van Spar Holding BV is bedoeld om kinderen bewust te maken van waar groente vandaan komt en hoe het groeit. Kinderen leren daarnaast ook dat groente gezond en lekker is en dat het leuk is om groente in een schooltuintje te telen. De kinderen krijgen tijdens de looptijd van het Nationaal Schooltuinproject informatie over de natuur en het proces vanaf het zaadje tot het kopen van de producten in de winkel. Ook in 2015 hebben scholen, BSO's en kinderdagverblijven zich massaal aangemeld. HZPC heeft 1.750 pakketten met twee verschillende rassen geleverd; zo hebben 30.000 kinderen dit jaar kennis gemaakt met Annabelle en Innovator. Met dit 'Schooltuinpakket' kunnen de leerlingen hun eigen moestuin opstarten en beginnen met het verbouwen van groente. Het pakket bestaat uit alle benodigde kweekmaterialen voor het traject, waaronder een kweekzak, potgrond, verschillende zaden, diverse kweekmaterialen en leuke aanvullende leermiddelen die in de klas, maar ook thuis gebruikt kunnen worden.
Gouden schoffel 2015 Met een blog wordt behalve een kweekinstructie ook actuele en aanvullende achtergrondinformatie gegeven, waaronder tips van en over telers. Naast leren valt er ook regelmatig iets te verdienen of te winnen! De deelnemers maken ook kans op de Gouden Schoffel 2015. Deze Gouden Schoffel wordt aan het eind van het moestuinseizoen uitgereikt door Piepertje Pom én de sponsorende SPAR, Attent of Intratuin. Tevens verdienen de deelnemende leerlingen aan het einde van het Nationaal Schooltuinproject een officieel Moestuindiploma, ondertekend door Piepertje Pom. Een aantal HZPCcollega’s heeft in het kader van het Schooltuinproject een gastles gegeven op een aantal scholen, waarbij kinderen in de leeftijd van zes tot twaalf jaar van alles te weten konden komen over de aardappel. De gastles werd gevolgd door een bedrijfsbezoek aan een teler, waar de kinderen in het veld konden zien hoe de aardappels groeien en met welke machines aardappels geplant en gerooid worden. Keigaaf, vonden de kinderen het! Meer info op: www.schooltuinproject.nl
27
French Fries, Crisps en Peeled
TRADITIONAL RETAIL FRESH FRENCH FRIES TRADITIONAL RETAIL FRESH FRENCH FRIES
CRISPS CRISPS
PEELED PEELED
uit de mar k t
Traditional 23 september 2015 Bij het schrijven van dit artikel zijn we nog niet gestart met de aflevering. We verwachten begin oktober te starten, wat ruim twee weken later is dan in het vorige seizoen. Ook dit jaar zullen we door de late oogst een beroep moeten doen op onze productie in Frankrijk. In vele markten heeft Nederlands pootgoed de voorkeur, maar bij aanzienlijke leveringsvertraging is de herkomst minder belangrijk. De omstandigheden van de late oogst zijn frustrerend voor onze telers, maar ook voor verkopers en klanten, die de vroege verkoopmogelijkheden maar deels kunnen benutten. De laatste jaren hebben we meer moeilijke oogstomstandigheden meegemaakt. We kunnen ons afvragen of dit een terugkerend patroon wordt als gevolg van de klimaatverandering. Punt van zorg is dat vroege markten tijdig beleverd moeten worden. Als wij dit niet kunnen, zullen concurrerende landen deze hiaten benutten. Als sector maken wij ons hierover zorgen en dit staat dan ook hoog op onze agenda van zaken die we dringend moeten aanpakken, met behulp van creativiteit en ideeën van alle betrokkenen. Eerdere plannen hebben helaas niet geleid tot zichtbare verbeteringen. Binnenkort beginnen de onderhandelingen met de zogenaamde volumelanden en gezien de informatie zijn wij redelijk optimistisch over de vraag naar HZPC-pootgoed. Prijsontwikkeling door beperkte vroege beschikbaarheid is goed, maar geen echte weerspiegeling van de prijzen voor de komende maanden. De verwachting voor Europa lijkt goed, maar overzee hebben we te maken met dalende olie-inkomsten van belangrijke afzetlanden en devaluatie van munteenheden ten opzichte van de euro. Dit kunnen en zullen we niet compenseren, maar we vragen ons af hoe lang ons product betaalbaar blijft voor de eindgebruikers. Daarnaast spelen de al vaker genoemde conflicten. Alle zaken bij elkaar, maakt ons vak boeiend en gaan we de uitdaging weer aan om onder alle omstandigheden de best mogelijke prestatie te leveren. Ko Geelhoed - sectormanager Traditional
• Ruggespraak
Retail Fresh
28
22 september 2015 Het is nu oktober en het kan niet anders dan dat we het over het weer hebben! Het begin van dit seizoen was koud, daarna was het in veel delen van Europa heet en droog en aan het einde van het zomerseizoen was het in de meeste aardappelgebieden weer nat en koud. Aan de ene kant betekent dit dat aardappeltelers gedurende de
hele groeiperiode reden hadden om bezorgd naar hun gewas te kijken. Aan de andere kant hadden onze aardappelrassen de gelegenheid om zich onder deze wisselende omstandigheden van hun goede kant te laten zien. Het gevolg van die wisselende weersomstandigheden is dat het moeilijk is om prijzen te voorspellen! Het is duidelijk dat dit geen ‘standaardjaar‘ gaat worden. Allereerst door de areaalafname in de verschillende gebieden, maar ook door de droogte en regenval. De meeste oostelijke en zuidelijke landen van Europa hebben onder de droogte geleden, terwijl de noordelijke gebieden geprofiteerd hebben van de regen later in het seizoen. De oogst in Frankrijk, België, Duitsland en Nederland is gemiddeld drie weken vertraagd. Door voortdurende periodes van zware regenval kan er op veel plaatsen niet worden geoogst. Wat dit uiteindelijk betekent voor de opbrengst, de interne en externe kwaliteit en bewaarbaarheid van deze natte oogst is nog niet goed te voorspellen, maar het heeft al wel invloed op de onmiddellijke beschikbaarheid. Op dit moment zien we aan de consumptieaardappelnoteringen dat onzekerheid samen met matige beschikbaarheid de prijzen tot boven het gemiddelde drijven. De huidige situatie lijkt erg op die van twee jaar geleden (seizoen 2013), waarin een wereldwijde gemiddelde aanvoer leidde tot een globale gemiddelde prijs. Het feit dat de meeste middenvroege gebieden in Spanje, Italië en Portugal hun aardappelen al verkocht hebben, waardoor ze vroegtijdig moeten importeren, werkt prijs ondersteunend. De markt zal toch nog haar verrassingen hebben, zoals met de vastkokende kwaliteitsaardappel (chaire ferme) in Frankrijk bijvoorbeeld. Als gevolg van een scherpe daling in het aangeplante areaal is in vergelijking met de standaard tafelaardappel, de prijs voor de mooie chaire ferme aardappel uit Frankrijk bijna Traditionele opslag van pootgoed het dubbele. Ofschoon er per land en segment grote verschillen zijn, zou een matige beschikbaarheid, gecombineerd met potentiële bewaarproblemen, de markt weleens naar hoge prijzen kunnen stuwen, met name in de tweede helft van het seizoen. Een positieve stemming zo vroeg in het seizoen is belangrijk, want het is een positief signaal voor de telers in de vroege gebieden in Spanje, Italië, Portugal, Duitsland, Polen, Tsjechië, Slowakije; alle belangrijke markten voor de sector Retail Fresh. Dit zijn ook de markten waar wij onze eerste orders binnenhalen en die de toon zetten voor het begin van ons verkoopseizoen. Dit is de fase waar wij ons op dit moment in bevinden: het begin van het verkoopseizoen, het noteren van onze orders van primeuraardappelen en het discussiëren over de weersomstandigheden en de mogelijke gevolgen daarvan. Lilian Escalon - sectormanager Retail Fresh
23 SEPTEMBER 2015 Op dit moment moet de hoofdoogst voor het grootste gedeelte in Europa nog gerooid worden. Na een koude start en een droge zomer is er aan het eind van de groeiperiode veel regen gevallen. Deze genoemde weersomstandigheden hebben hun invloed op opbrengst en kwaliteit. Er moet nog veel werk plaatsvinden om alles op een goede manier binnen te krijgen. De bewaring zal ook de nodige vakmanschap vragen om de kwaliteit te kunnen behouden. De opbrengst ligt op een heel ander niveau dan vorig jaar en dit wordt ook duidelijk in de prijsvorming van dit moment en die voor de langere termijn. De prijzen liggen op een veel hoger niveau dan vorig jaar. De situatie voor Crisps is ongeveer gelijkwaardig aan die van de French Fries: minder opbrengst en een hoger prijsniveau. Bij Crisps is de prestatie van Taurus dit jaar wederom prima en bewijst het ras zijn waarde in een grote reeks van landen. De introductie van Heraclea verloopt uitstekend. Bij French Fries besteden we dit seizoen veel aandacht aan een verdere optimalisatie van het ras Challenger. Op Potato Europe zijn we een uitvoerige campagne gestart om telers meer bewust te maken wat er nodig is om een optimaal product te oogsten en te bewaren. In het QSR-segment (Quick Service Restaurants) beves-
tigt Innovator zijn reputatie. In een jaar met een groeiseizoen als dit is het verkrijgen van voldoende lengte voor het QSRsegment vaak een probleem. Innovator stelt daarbij nooit teleur. De verdere introductie van Ivory Russet verloopt prima in een aantal belangrijke witvlezige QSR-markten. De komende maanden zullen we alle resultaten van dit seizoen binnen krijgen, analyseren en kan de evaluatie plaatsvinden. Het is duidelijk dat de lat hoog ligt en er slechts plaats is voor rassen die een toegevoegde waarde bieden aan de gehele waardeketen. De lat ligt ook hoog ten aanzien van de kwaliteit van het pootgoed dat we leveren aan onze klanten. Bij de uitgifte van de vorige Ruggespraak van juni was nog niet bekend hoe de uiteindelijke kwaliteit van het geleverde pootgoed was geweest. Dit vanwege de trage start. Het uiteindelijke resultaat viel bij een enkel ras niet mee. Er waren te veel teleurstellingen. Dit kan en moet beter. Inmiddels zijn er een aantal acties ingezet om dit te verbeteren. Het is nog vroeg in het seizoen, maar de vooruitzichten voor de pootgoedverkoop zijn duidelijk beter dan die van het vorig seizoen. Martin Jansen Klomp - sectormanager Processing
België gastland Potato Europe 2015 Volgens een vierjaarlijks ritme doet Potato Europe telkens één van de vier kernlanden van de aardappelteelt aan. Na Frankrijk, Nederland en Duitsland was België op 2 en 3 september weer aan de beurt voor dit grootse openlucht aardappelevenement. Bezoekers van alle continenten weten de weg hiernaar te vinden. Aangezien in België en omringende landen de verwerkende industrie steeds verder doorgroeit, lag de focus van HZPC op de sector French Fries. Met het ras Challenger hebben we een troef in handen om een groter aandeel in deze markt te veroveren. In onze stand stond dan ook Challenger centraal. Naast bezoek van onze vaste klanten was er ook veel belangstelling van handelaren en telers. In België wordt nog altijd een groot deel van de consumptieaardappelen vrij geteeld, waarbij de rol van de handelaar nog steeds belangrijk is. Het aanbieden van verse Challenger
frites, middels een frietfiets, was een groot succes. Menig bezoeker kon de verleiding niet weerstaan, wat weer een mooie aanleiding was voor gesprekken. Kortom, we kijken terug op een zeer geslaagde beurs, waar we onze HZPCrassen uitstekend onder de aandacht hebben gebracht.
29
HZPC Velddagen 2015
Weuthendag 2015 op sommige locaties nog te vroeg om verschillen te zien in de proeven. In het veld konden de telers zoals vertrouwd ook een aantal nieuwe en bekende rassen bekijken. Bij de schuur kregen de telers een presentatie over de innovaties en ontwikkelingen binnen HZPC.
In memoriam Afgelopen zomer is op 28 juni voormalig kweker
Deze zomer zijn voor de tweede maal de HZPC-velddagen gehouden. Pootgoedtelers konden in hun regio naar een bijeenkomst in de nieuwe opzet. De grote groep werd net als bij de vorige bijeenkomst opgesplitst in vier kleinere groepen, die langs de verschillende onderwerpen rouleerden. Dit jaar was het centrale thema van de velddag: ‘knolaantal’.
In het veld werden verschillende proeven met betrekking tot knolaantal bekeken en besproken. Zo was er een proef met verschillende productiemethoden van miniknollen, een voorbehandelingsproef met Talent, Ethyleen en Restrain, een plantafstandenproef met het ras Innovator en een plantafstandenproef met diverse nieuwe rassen. Doordat het seizoen een erg trage start kende was het
Tijdens één van de velddagen werd er ook een middageditie georganiseerd voor studenten van landbouwscholen. Op deze manier konden studenten een kijkje nemen bij HZPC in het veld. Ze kregen uitleg van een teler over zijn bedrijf en de voorkomende werkzaamheden op een akkerbouwbedrijf. In het veld werden de verschillende demorassen en aanlegde proeven gepresenteerd. Tot slot vertelde een buitendienstmedewerker over zijn functie en hoe hij na zijn schoolperiode bij HZPC aan de slag is gegaan. Na afloop van de workshops kon een ieder genieten van de ‘Fish & Chips’ en werd er nog gezellig nagepraat. Het waren wederom geslaagde velddagen.
De Potato Days zullen anders zijn dan voorheen. Marten van Kammen was jarenlang heer en meester tussen zijn Fish en Chips. Helaas is hij deze zomer overleden. Een gewaardeerd fritoloog ging van ons heen.
De Bednary Agro Show in Polen is een van de grootste agroshows in Europa. Dit jaar vond de show plaats van 18 tot 21 september. Er waren meer dan 800 standhouders en 150.000 bezoekers. HZPC Polska was er natuurlijk ook!
Hessel Bierma overleden op de leeftijd van 90 jaar. Bierma was een echte aardappelliefhebber en heeft, toen het ras Bintje geplaagd werd door veel Y-virus, eraan bijgedragen dat er gezonde stammen van het Op 27 augustus 2015 was er weer een groot aantal mensen uit de internationale aardappelhandel en verwerkende industrie aanwezig op de jaarlijkse Weuthendag. Naast de mogelijkheid om de verschillende demovelden te bezoeken was er ook veel ruimte voor onderlinge gesprekken en contacten. Uiteraard ging het vaak over het late, droge groeiseizoen en de invloed daarvan op de Europese aardappeloogst. Zoals elk jaar werd de dag geopend door de directeur van Weuthen, de heer Ferdi Buffen. De heer Buffen is gematigd positief over de markt. De krimp van het aardappelareaal met 3 tot 5% en het droge, warme weer in aanzienlijke delen van Europa geven naar verwachting een minder grote opbrengst. Dit leidt tot een markt met kansen. Desondanks is door de regen van de laatste weken de stemming op zowel de dagmarkt als de termijnmarkt wat gematigd. Een termijnmarkt (op 27 augustus) van 17.50 euro voor april 2016 lijkt wat ondergewaardeerd; de nagroei door de recente regen zou daarin nog verandering kunnen brengen. Een te grote hoeveelheid regen tijdens de oogst zal ook nog veel invloed op de prijs kunnen hebben. "In de komende vijf jaar zal de vraag naar aardappelen voor de verwerkende industrie naar verwachting wereldwijd stijgen. Europa zal daarvan het meest profiteren, onder andere door leveringszekerheid en nieuwe investeringen. De hele aardappelketen staat daarbij voor grote uitdagingen en kansen. Laten we die gezamenlijk benutten!", aldus de heer Buffen!
• Ruggespraak
Open dag R&D
30
In het kader van het Weekend van de Wetenschap heeft HZPC R&D op zaterdag 3 oktober een open dag georganiseerd. Gedurende de dag hebben ca 250 mensen een bezoek gebracht aan Metslawier. De bezoekers waren zeer geïnteresseerd en hebben veel positieve reacties achtergelaten. Al met al was het een zeer geslaagde dag.
ras werden geselecteerd. Zijn grootste succes in het kweekwerk is het ras Dali. In een aantal Europese landen wordt dit ras nog steeds geteeld.
~
Na een kort ziekbed is op 5 juli Bartel Reitsma overleden. Reitsma was ondanks zijn hoge leeftijd nog actief kweker bij HZPC. In 1955 is hij begonnen met het kweekwerk en hij was succesvol door het ras Canberra op de rassenlijst te krijgen. Reitsma werd 88 jaar.
~
Op 12 juli is plotseling kweker P. Wiersma overleden. Wiersma kweekte het ras Susanne. Hij was inmiddels gestopt met kweken, maar bleef belangstellend. Zijn laatste kwekersreis maakte hij mee in Rusland. Wiersma werd 76 jaar.
Carminelle (HZD 04-813) Betekenis van de naam: Een vervoeging van mooi rond
Kweker HZPC
• Vastkokend • Mooie heldere schil • Zeer hoog knolaantal • Goede resistentie tegen kringerigheid • Schilkleur blijft zeer helder na bewaring
RETAIL FRESH
Foto: Roelof Varkevisser
31
een dag uit het leven van H E R O V E E N S T R A
Afscheid na 30 jaar people’s business
doordouwer! Thuis leerde ik al: alles eruit halen wat erin zit. Wij kregen sport met de paplepel ingegoten en die winnaarsmentaliteit heeft onmiskenbaar invloed gehad op mijn werk.”
Je benoemde eerder al je stevige basis, van thuis meegekregen. Waar zit ‘m dat in? ,,Het leven op de boerderij, maar ook de opvoeding. Mijn moeder zei vroeger al: je moet je overal kunnen redden. Als jongen baalde ik wel eens dat ik mijn bord altijd netjes moest leegeten, maar daar heb ik in mijn buitenlandse reizen veel profijt van gehad. Klanten willen je altijd blij maken met eten, soms ook met maaltijden die je misschien niet zo lekker vindt. Ik eet altijd alles op en reken maar dat dit een voordeel is bij het zakendoen. Vooral als klanten je gastvrij bij hen thuis uitnodigen. Dus ik ben blij met onze opvoeding, ook wegens het sportieve karakter. Sport loopt als een rode draad door mijn leven. Dit werk vraagt om een goede fysieke en mentale conditie en het sporten heeft me daarbij geholpen. Gezonde competitie- en prestatiedrang hebben bovendien bijgedragen aan mijn successen als verkoper. Maar boven alles is het menselijke contact belangrijk in dit werk, dat durf ik duidelijk te stellen na dertig jaar.”
Het is bij deze aflevering eerder een kwestie van ‘een leven in één dag’. We blikken namelijk terug op maar liefst dertig jaar HZPC met sales manager Hero Veenstra (65), die per november met pensioen gaat. De aardappelcowboy kan een boek schrijven over alle avonturen in zijn loopbaan, maar de kern is kort en krachtig: 'Never a dull moment!' Hero doet zijn naam eer aan: de sportieve en gedreven boerenzoon pionierde met succes in Oostbloklanden, reed drie keer de Elfstedentocht, beklom bergen en was betrokken bij alle facetten van HZPC door de zakelijke uitdagingen die hij met beide handen aanpakte. Als avonturier die nieuwsgierig is naar de wereld, verzamelde hij bovendien een schat aan ervaringen. “Het is mijn stevige basis waardoor ik dit werk kon doen”, is zijn overtuiging. “Dankzij mijn jonge jaren op het door mijn vader eigenhandig opgebouwde boerenbedrijf - dat mijn tweelingbroer heeft overgenomen - heb ik altijd verwantschap gevoeld met agrarisch ondernemers. Zeker, scoren in de verkoop geeft een kick, want ik ben een salesman. Maar wat dit werk echt waardevol maakt, is dat boeren in allerlei landen door HZPC-rassen meer rendement realiseren. Dat onze eigen telers daar vervolgens een goede prijs aan overhouden voor hun pootgoed, is een win-win-situatie.”
• Ruggespraak • Ruggespraak
Waarom sales in de pootgoedsector?
3232
“Na de landbouwschool en een commercieel technische studie op Nyenrode vertrok ik naar Amerika om iets van de wereld te zien. Ik was eerst een half jaar cowboy op een bedrijf met 1500 vleeskoeien, daarna heb ik er gestudeerd en gereisd. Door die ervaring keek ik met andere ogen naar het akkerbouwbedrijf van mijn vader in de Flevopolder en wist ik dat mijn toekomst niet daar lag. Een uitgestippeld toekomstplan had ik niet; ik ben een doener, geen dromer. Dus ik pakte aan wat er op mijn pad kwam. Eerst heb ik elf jaar kweekwerk gedaan - want mijn verbondenheid met de landbouw bleef - en daarna werkte ik twee jaar bij een handelsbedrijf in bietenzaad, maïs en granen. Ik kon mijn commerciële ambities daar onvoldoende kwijt, maar kreeg een prachtige kans toen de toenmalige ZPC-directeur mij zag Tekst: Amber Boomsma; foto's: Roelof Varkevisser
Pootgoed verkopen is people’s business?
zitten als salesman. Dus zo kwam ik op mijn 35e terecht in de pootgoedsector en daar heb ik me altijd thuis gevoeld, mede door de kansen die het bedrijf me gaf.”
,,Absoluut! Een digitale snelweg naar succes zie ik in deze sector niet snel komen. Juist in de handel met andere landen is het persoonlijke contact essentieel. Het draait om vertrouwen en elkaar iets gunnen, en daarvoor moet je elkaar in de ogen kunnen kijken. Dat leer ik ook aan mijn opvolger, die ik al twee jaar aan het inwerken ben. Een te groot ego is niet handig in dit werk. Het gaat niet om je eigen mooie praatjes, maar om goed luisteren naar klanten. Door je oprecht te verdiepen in hun werk en leven, kun je inspelen op wat zij nodig hebben. Dat is de sleutel tot succes.”
Wat waren de mooiste kansen die je kreeg?
Was het klantencontact de drijfveer in je werk?
“Dat begon eigenlijk meteen bij De ZPC, omdat ze mij als pionier naar het Oostblok stuurden. Een avontuur dat ik graag aan wilde gaan en waar het thuisfront - ik had intussen een gezin - ook mee instemde. Een bijzondere kans, bleek later. Want toen de Berlijnse Muur in 1989 viel, bracht dat een keten van veranderingen op gang in de landen waar ik werkzaam was. Er waren nieuwe structuren en andere rassen nodig. In die periode heb ik echt kunnen bijdragen aan het leggen van een nieuwe basis voor plaatselijke boeren én voor de pootgoedhandel. De fusie met Hettema bracht ook mooie uitdagingen. De schaalvergroting leidde tot een compleet andere manier van denken en werken. Als hoofd verkoop van De ZPC kwam ik in het MT van HZPC terecht. Daar heb ik veel van geleerd, maar ik ben en blijf een doener. Daarom was ik weer prima in mijn element toen er in 2001 een nieuw hoofd verkoop kwam en ik als export- en salesmanager onder meer Rusland, Wit-Rusland, de Baltische Staten, Kazachstan en Oezbekistan onder mijn hoede kreeg.”
,,Zonder mensen geen avonturen en uitdagingen. Je beleeft het samen, dus ja, het ontmoeten van allerlei verschillende mensen was een fascinerend onderdeel van mijn loopbaan. Van boeren en distributeurs tot overheden, vaak Bourgondische levensgenieters die me gastvrij onthaalden. Zo ontstaan ook vriendschappelijke banden, zeker na tientallen jaren samenwerken. Dat is me dierbaar, want de keerzijde van mijn baan was dat mijn sociale leven thuis op een laag pitje stond door het vele reizen. Een prachtige herinnering is daarom het feest dat ik in Kroatië gaf om mijn vijftigste verjaardag te vieren: vrienden, familie, collega’s, klanten uit de omringende landen… iedereen kwam samen om te genieten. Geweldig, ze praten er nog over.”
Welke aanpak is typerend in jouw loopbaan? ,,Mijn handelsmerk is dat ik verkoop alsof het mijn eigen BV is. Daarom zijn korte lijnen en een goed samenspel met de binnendienst zo belangrijk. Het was mooi om daar in de jaren na de fusie binnen het nieuw gevormde HZPC mede vorm aan te kunnen geven. Het goed gestroomlijnde samenspel aan de achterkant is waar wij ons mee onderscheiden in de markt. En die aanpak past goed bij mij, want ik ben een teamspeler. Maar zeker ook een
Gevaarlijk sportief Op een reis in Iran hield ik mijn conditie op peil door een rondje hard te lopen in een park op hun vrije dag. Na twee rondjes zag ik alle vrouwen met hoofddoekjes uit het park verdwijnen. Veel mannen begonnen te schreeuwen naar me en ze sloten me op door de poorten van het park dicht te gooien. Via een snelle listige sprint wist ik aan de ’religieuze politie‘ te ontkomen en verstopte me in de keuken van het hotel. Achteraf bleek dat ik niet met een korte broek en polo met korte mouwen over straat mocht lopen. Bij arrestatie had het raar af kunnen lopen.
Nooit meer In Wit-Rusland hadden ze een cultureel programma georganiseerd. Toen we naar een sportvliegveld reden, wist ik al hoe laat het was. Ik moest een parachutesprong maken met een buddy. Geen probleem zei ik, maar toen ik het vliegtuigje zag, dacht ik er toch anders over. Een vliegtuig van 65 jaar oud, met een open deur, geen veiligheidsgordels... Toen we eindelijk op 3.000 meter hoogte zaten kon ik natuurlijk geen nee zeggen en hup... springen; 27 seconden vrije val, sensationeel! En gelukkig ging toen de parachute open. Een fantastische ervaring, maar dat doe ik nooit meer in een Oostblokland.
Wat geef je mee aan je opvolger? ,,Net kwam het belang van menselijk contact al ter sprake, maar de basis is natuurlijk óók productkennis. Het is heel simpel: je moet weten waar je over praat. Kennisoverdracht is een essentieel onderdeel van de verkoop, want hoe beter je verkochte rassen het doen, hoe succesvoller je op de lange termijn bent in de pootgoedhandel. Voor mij persoonlijk is het altijd een voordeel gebleken dat mijn vader en tweelingbroer beiden boer zijn. Ik ken het boerenleven en ook het gevoel van boeren dat zij altijd de laatste in de commerciële lijn zijn, terwijl zij wel een goed product moeten leveren. En als verkoper heb ik me altijd gerealiseerd hoe belangrijk de kwaliteit van het pootgoed is. Daarmee maak je het verschil ten opzichte van de concurrentie.”
Stoppen met werken is een grote stap. Wat zijn je plannen? ,,Eerst een poosje helemaal niets. Afstand nemen, loskomen van het werk, afkicken. Ik ben er altijd mee bezig, het zit onder mijn huid. Mijn vrouw zei ook: het werk moet eerst uit je systeem. Daarna zie ik het wel. Ik ben en blijf een doener, dus ik zal vast niet stil zitten. Het is fijn dat ik straks meer aandacht kan besteden aan mijn sociale leven in Nederland en ik wil graag een goede opa zijn door echt tijd aan de kleinkinderen te besteden. Bovendien ga ik - samen met mijn broer en zus voor mijn ouders zorgen, die beiden dik in de negentig zijn en nog op zichzelf wonen. Verre reizen staan ook op het programma, genieten van nieuwe plekken en nieuwe ontmoetingen. Want het werkt stopt, maar het avontuur mag zeker blijven.” Amber Boomsma
33
Personeel nieuwe medewer k ers
• Ruggespraak
Roberto Miglino (51) Geboren in Napels (Italië) en in 1986 naar Nederland verhuisd vanwege studie en onderzoek. Hij is gehuwd met Evelyn en vader van Jonathan (11) en Gaia (15). Onlangs is hij verhuisd naar Leek om dichter bij Metslawier te wonen. Wat is je functie en wat houdt het in? In juni ben ik als plantenviroloog bij de afdeling Fytopathologie in Metslawier begonnen. Als plantenviroloog wil ik mijn aandacht richten op de relatie tussen virussen en planten (aardappelen) en wil ik een systeem opzetten om virus-resistente aardappelrassen en virus-resistente plantengenen te identificeren. Ik werk met mijn collega’s ook nauw samen op het gebied van nematoden en de pathologie van nematoden. Virussen met knolsymptomen en nematoden zijn mijn focusgebieden. Wat heb je hiervoor gedaan? Nadat ik aan de Universiteit van Napels op het onderwerp plantenpathologie/virologie ben afgestudeerd, ben ik naar Wageningen gekomen en heb ik als assistent in opleiding (aio) daar onderzoek kunnen doen. Ik heb mijn PhD en mijn postdoctoraal aan de Universiteit van Leiden behaald. Ik heb 16 jaar bij het Internationaal Bloembollen Centrum in Lisse aan bloembollenvirussen gewerkt, eerst als onderzoeker en later als laboratoriumbegeleider. Waarom HZPC? Ik zocht naar mogelijkheden om mijn kennis in de landbouwbouwsector in te zetten. Die kans kwam toen HZPC besloot om hun kennis over nematologie en virologie uit te breiden en daarvoor een toegepaste onderzoeker zocht. Ik beschouw HZPC als een zeer innovatief en dynamisch bedrijf met een duidelijke bedrijfsvisie en veel zeer gemotiveerde medewerkers. Wil je nog iets delen met je nieuwe collega’s? De internationale werkomgeving en mijn collega’s hebben mij op fantastische wijze welkom geheten in de organisatie. Wat mij opvalt is het familiegevoel met collega's die werkelijk geïnteresseerd zijn en de tijd nemen om naar je te luisteren.
34
Ton Frijters (58) Woont in Wageningen met zijn vrouw Margje Soet en twee kinderen; zoon Ate van 14 en dochter Tula van 11. Wat is je functie en wat houdt het in? Ik ben per 1 juli in dienst bij HZPC als quality & trial manager China, daarnaast heb ik de dagelijkse leiding van onze vestiging in Peking. Met deze functiecombinatie komt HZPC duidelijker en serieuzer over in China. Niet onbelangrijk gezien de ambitieuze plannen in het Rijk van het Midden. Wat heb je hiervoor gedaan? Hiervoor was ik al werkzaam in China in de aardappelkolom, deels als werknemer, deels als consultant. Dat laatste ook al voor onder andere HZPC. Waarom HZPC? Wat ik tot nu ervaar bij HZPC is dat het een enthousiaste club mensen is met een grote passie voor aardappelen. Dat ligt me wel. En uiteraard de reputatie die HZPC wereldwijd heeft als kweker van fameuze aardappelrassen.
Wil je nog iets delen met je nieuwe collega’s? Ik vrees dat ik in Joure voornamelijk zal schitteren door afwezigheid. Collega’s zijn echter van harte welkom in China.
Laura Lebeau (23) Woont in het centrum van de stad Lille en is op 16 februari als assistent logistiek begonnen. Ze is single. Wat is je functie en wat houdt het in? Als assistent logistiek organiseer ik in Frankrijk het transport van pootaardappelen van de teler of van een van onze bewaarloodsen naar de klant. Ik ben sinds september ook verantwoordelijk voor de export. Wat heb je hiervoor gedaan? Voordat ik bij HZPC kwam werken heb ik in Lille een tweejarige opleiding in Transport & Logistiek gedaan. Daarna heb ik een paar maanden door Australië gereisd. Ik heb verschillende soorten werk gedaan, telkens voor een periode van een paar maanden en daar veel ervaring mee opgedaan. Waarom HZPC? Ik had voordat ik bij Huchette - Cap Gris-Nez ging werken nog nooit van HZPC gehoord. Ik heb geen boerenachtergrond en ik wist helemaal niets van aardappelen. Maar het is echt interessant om iedere dag meer over die wereld te leren; ik vind het heel prettig om voor de HZPC-groep te werken. Wil je nog iets delen met je nieuwe collega’s? Toen ik hier begon was ik heel erg onder de indruk, omdat de poot- en consumptieaardappelwereld echt heel bijzonder is. Ik geniet van wat mijn collega’s mij met zoveel passie willen leren.
Céline Verryser (34) Woont in het noorden van Frankrijk en heeft een zoon. Ze is op 1 september bij HZPC begonnen. Wat is je functie en wat houdt het in? Ik ben als salesmanager verantwoordelijk voor de directe verkoop naar telers in de regio Nord-Pas-de-Calais. Verder behartig ik ook de pootgoedverkopen naar handelsbedrijven die zich bezighouden met bijvoorbeeld tuincentra en hobbytuinders. Wat heb je hiervoor gedaan? Ik heb als salesmanager voor een bedrijf gewerkt dat zich bezighield met het adviseren en ontwikkelen van sociale voordelen voor werknemers zonder grote directe financiële gevolgen voor het bedrijf. Waarom HZPC? Ik heb voor HZPC gekozen omdat ik al eerder voor een internationaal bedrijf heb gewerkt. Het is interessant om met de mogelijkheden en moeilijkheden van twee verschillende landen te leren werken. De aardappelwereld is nieuw voor mij, maar ik ben heel blij dat het hele team hun kennis met mij wil delen. Wil je nog iets delen met je nieuwe collega’s? Mijn eerste week bij HZPC begon op Potato Europe! Mijn tweede week ben ik naar de internationale salesmeeting geweest en daar kreeg ik de bevestiging dat HZPC een bedrijf is met grote ambities.
Agenda
HZPC Holland B.V.
HZPC Spanje
Potato Days 2015
In dienst
Dienstjubilea
Donderdag 5 november 9.00 - 17.00 uur Vrijdag 6 november 9.00 - 16.00 uur
15-06-2015: Roberto Miglino, Plant Pathologist, R&D 01-07-2015: Ton Frijters, Quality & Trial Manager, Joure 14-09-2015: Diederik Woertink, medewerker Productie & Logistiek, Joure 21-09-2015: Anouk Piquet, moleculair analist R&D
Op vrijdagmiddag zijn de HZPC-telers uitgenodigd voor een bijeenkomst met als thema 'Precisielandbouw: toegevoegde waarde voor de aardappelteelt'. Ontvangst vanaf 13.00 uur. Om 15.00 uur presenteren consumptieteler Jacob van den Borne en pootgoedteler Derk Gesink hun ervaringen en hun visie op dit thema.
Uit dienst
Algemene Ledenvergadering 2015 De leden- /certificaathoudersvergadering zal op donderdag 12 november om 19.30 uur te Joure plaatsvinden.
Teler Informatie Bijeenkomsten Buitendienstgebied Datum Locatie Leen Vogelaar 24-11 Cultureel centrum 'De Halle' Rooseveltlaan 1A, Axel Garco van den Berg 25-11 Cafetaria 'De Butler' Hoofdstraat West 46, Uithuizen Hans Rooms/ 25-11 Akkermans Leisure LeenVogelaar Heense Molenweg 23 De Heen Joop Jukema 25-11 Herberg 'Gekroonde Leeuw', Sytzamaweg 15, Arum Kor Sikkema 26-11 Cafetaria 'De Butler' Hoofdstraat West 46, Uithuizen Willem Esselink (Texel) 30-11 Hotel 'Texel Postweg 134, De Cocksdorp Menna Hospers 30-11 Eetcafé Hoornstertil Mernaweg 60, Wehe den Hoorn John van Meel 01-12 Rest. 'De Ducdalf' Westerrand 38, Espel Derk Johan van Dam 01-12 Rest. 'Eemshaven' Schafferweg 29, Losdorp Rein Spoelhof 02-12 R&D HZPC Roptawei 4, Metslawier Willem Esselink/ 02-12 Café 'Bij de Buren' Hans Lakeman Brinkweg 15, Wieringerwerf Menno Fokkema 03-12 'Het Graauwe Paard' Monnikebildtdijk 1, Oude Bildtzijl Eise Timmerman 03-12 Restaurant 'Saaze' (incl. H. Rooms) Dam 16, Kraggenburg Boudewijn v.d. Weide 03-12 R&D HZPC Roptawei 4, Metslawier Bennie Huizenga 03-12 Café 'Willibrord' Hoofdstraat 22, Kloosterburen
31-08-2015: Mireille Mulder, analist R&D 08-09-2015: Willem Vellema, buitendienstmedewerker
Dienstjubilea 40 jaar in dienst: 14-07-2015: Andries Zwager, coörd. Emballage/ TQM manager, Joure 25 jaar in dienst: 01-10-2015 : Joop Jukema, buitendienstmedewerker 25 jaar in dienst: 01-08-2015: Carla Bakker, secretaresse Productie & Logistiek, Joure
25 jaar in dienst: 01-09-2015 : José L. Marti, technical manager
Huchette Cap Gris-Nez SAS In dienst 15-05-2015: Laura Lebeau, Logistics & Transport assistant 01-09-2015: Céline Verryser, salesmanager
ZOS Dienstjubilea 40 jaar in dienst: 21-07-2015 : Johannes Ferwerda, sorteer- & laadchef, Stiens
25 jaar in dienst: 03-09-2015 : Wiltje Wijtsma, vestigingsmanager, Wehe den Hoorn
COLOFON Hoofdredacteur Jan Hendrik van der Tas Eindredacteur Martin Jansen Klomp Redactieleden Bennie Huizenga, Johannes Terpstra, Henk Visser Redactie Jessica de Bey Redactiesecretariaat Annechien Born-Stok, Janny van der Weide Vormgeving De Bey Communicatie & Vormgeving B.V. Druk Graphic Minds Aan dit nummer werkten mee: Gerard Backx, Garco van den Berg, Amber Boomsma, Doretta Boomsma, Christa de Bos, Lilian Escalon, Willem Esselink, Menno Fokkema, Ko Geelhoed, Nanning Giliam, Herman D. Heijtmeijer, Jacob de Hoop, Joop Jukema, John van Meel, Alain Mercier, Engel Louwes, Harm Post, Kor Sikkema, Herman Verveld, Leen Vogelaar, Boudewijn van der Weide, Siemen van der Woude, Rienk Woudwijk e.a. Fotografie Ad van Luyk, Jacob de Hoop, Roelof Varkevisser e.a. Adres Postbus 88, 8500 AB Joure Telefoon 0513 - 489 888 Fax 0513 - 489 800 E-mail
[email protected] Internet www.hzpc.com Ruggespraak is een uitgave van HZPC Holland B.V. Verschijnt vier maal per jaar. Oplage 2.250 ex. Jaargang 17 Copyright © HZPC, Joure. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
35
Uitnodiging
HZPC Potato Days 5 - 6 november 2015 • Joure
U bent van harte welkom!