2009-2010
rode zaal
Stefan Kaegi . Rimini Protokoll
Radio Muezzin
WO 24, DO 25, VR 26, ZA 27 februari 2010
2009-2010 / THEATER JOHAN SIMONS & PAUL KOEK . NTGENT & DE VEENFABRIEK do 3, vr 4, za 5 september 2009 Jan Fabre . Troubleyn (locatie: troubleyn laboratorium) wo 7, do 8, vr 9, za 10 oktober 2009 Lola Arias & Stefan Kaegi vr 23, za 24, zo 25 oktober 2009 Josse de Pauw . Muziektheater Transparant & I Solisti del Vento do 26, vr 27, za 28 november 2009 Mathias Woo . Zuni Icosahedron do 10, vr 11, za 12 december 2009 Jan Lauwers . Needcompany zo 20 december 2009 Heiner Goebbels & Hilliard Ensemble vr 29, za 30 januari 2010 Jürgen Gosch . Deutsches Theater za 13, zo 14 februari 2010 Stefan Kaegi . Rimini Protokoll wo 24, do 25, vr 26, za 27 februari 2010 Ivo van Hove . Toneelgroep Amsterdam za 6, zo 7 maart 2010 JAN FABRE . TROUBLEYN (locatie: troubleyn laboratorium) do 11, vr 12, za 13 maart 2010 JAN FABRE . TROUBLEYN (locatie: troubleyn laboratorium) do 18, vr 19, za 20 maart 2010 JAN FABRE . TROUBLEYN vr 26, za 27, di 30, wo 31 maart en do 1, vr 2 april 2010 Christoph Marthaler . Rote Fabrik do 29, vr 30 april 2010 Jan Fabre . Troubleyn (locatie: troubleyn laboratorium) do 27, vr 28, za 29 mei 2009
Stefan Kaegi . Rimini Protokoll
Radio Muezzin met ABDELMOTY ABDELSAMIA ALI HINDAWY, HUSSEIN GOUDA HUSSEIN BDAWY, MANSOUR ABDELSALAM MANSOUR NAMOUS, MOHAMED ALI MAHMOUD FARAG, SAYED ABDELLATIF MOHAMED HAMMAD
gelieve uw GSM uit te schakelen
De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze.
reageer & win
Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be
foyer de kunsthaven enkel open bij avondvoorstellingen in rode en/of blauwe zaal open vanaf 18.40 uur kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens pauzes Hotel Ramada Plaza Antwerp (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) Restaurant HUGO’s at Ramada Plaza Antwerp open van 18.30 tot 22.30 uur Gozo-bar open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket
Reclamepanelen omringen de bouwwerf van deSingel. De plaatsing van deze panelen levert extra middelen op om de bouwkosten te financieren. De toelating voor het plaatsen van de advertentiepanelen geldt voor de periode van de bouwwerken. Wij hopen op uw begrip.
concept, regie Stefan Kaegi geluidscompositie Mahmoud Refat videoontwerp Bruno Deville, Shady George Fakhry (in Caïro) dramaturgie Laila Soliman scenografie Mohamed Shoukry lichtontwerp, technische leiding Sven Nichterlein, Saad Samir Hassan assistentie regie, performer Dia’Deen Helmy Hamed bediening video Bodo Gottschalk productieleiding Juliane Männel, Lana Mustaqh (in Caïro) assistentie productie Katinka Vahle begeleiding gezelschap Samah Samir, Mohamed Mostafa vertaling, boventiteling Ebtihal Shedid, Ahmed Said productie Hebbel am Ufer (Berlijn), Goethe Instituut Egypte coproductie Athens Festival, Bonlieu Scène Nationale d’Annecy, Festival d’Avignon, Steirischer herbst (Graz), Zürcher Theater Spektakel (Zürich) met de steun van Kulturstiftung des Bundes, Pro Helvetia, het Departement Culturele Zaken van Berlijn Senaat Kanselarij, Onda (voor de boventiteling) met de medewerking van El Sawy Culturewheel (Caïro) met dank aan de Belgische Ambassade in Egypte, de Belgische Ambassade in Frankrijk, Mohamed Sleiman, Sakina Abushi, Neuköllner Begegnungsstätte Berlin e.V, Doa Aly, Khaled Samy, Ahmed El Attar, Mourad Sadek, Heba Afifi
De voorstelling duurt ongeveer een uur en twintig minuten. Redactie programmaboekje deSingel
Zingen en zuigen
door TIM CASPAR BOEHME
Hussein Gouda Hussein is blind. Vroeger, zegt de muezzin uit Cairo, waren de meeste muezzins blind. Tot in de jaren ‘50 zongen ze namelijk nog van op de minaret; men wilde niet dat ze van daaruit vrouwen in de buurt van de moskee konden bekijken. Hussein heeft zelf maar één keer van op de minaret gezongen. Net als zijn collega’s zingt hij zijn gebeden voor een microfoon. Luidsprekers sturen zijn stem in alle windrichtingen. Vroeger kwamen de luidsprekers uit Egypte, later uit de DDR of de Sovjetunie. Vandaag uit China. Hussein is één van de vier muezzins die regisseur Stefan Kaegi voor ‘Radio Muezzin’ kon strikken. Ze vertellen over zichzelf, over hun werk en hun familie. Er is de elektricien, die na een auto-ongeluk door de imam gevraagd werd om voor hem de gebeden in de moskee te zeggen. Of de gediplomeerde jurist en voormalig gewichtheffer, die met trots vertelt over zijn medaille van vicewereldkampioen in het citeren uit de koran. Ze hebben het niet over religie, maar over hun leven - of over wat ze van hun leven kwijt kunnen. De aanleiding voor het project van de Zwitser Stefan Kaegi, één van de drie regisseurs van het collectief Rimini Protokoll dat vermaard is om zijn realiteitsexperimenten, was een besluit van de Egyptische minister voor religieuze zaken. Vanaf volgend jaar zou het individuele gezang van de muezzins afgeschaft worden, en via de radio vervangen door één centrale gebedsoproeper. De kakofonie van het door mekaar roepen door niet altijd even getalenteerde muezzins, wier veelstemmig koor behoort tot het klankdecor van de Islamitische stad, zou daarmee afgelopen zijn. En zodoende ook de belangrijkste taak van de muezzins. Al van bij het begin van de voorstelling krijg je een kleine indruk van de eenheid in verscheidenheid, wanneer de vier muezzins de één na de ander hun gezang inzetten. Ieder zingt in zijn eigen tempo en met zijn eigen timbre. Het resultaat is niet meteen harmonisch, maar het vlechtwerk van ritmes en boventonen heeft een heel eigen schoonheid. De gecentraliseerde uitzending via de radio zou de stad overspoelen met een ondoordringbare echo van één enkel gezang. De andere muezzins zouden moeten toehoren. Toch hoeven ze niet te vrezen voor hun werk. Zoals
de toeschouwer van het ongelijke kwartet verneemt, heeft een muezzin diverse taken in een moskee. Ze werken er hoofdzakelijk als conciërge, die opent en sluit, met de stofzuiger de tapijten doet, en tijdens het gebed op de schoenen past. Telkens weer brengen ze hun dagelijkse bezigheden binnen in het stuk; de elektricien schroeft aan schakelaars op zijn tafeltje, een ander stofzuigt de tapijten die op het toneel liggen. Hoewel velen onder hen in staatsdienst zijn, is hun loon aan de magere kant. Één van de officiële gebedsoproepers moet bijklussen in een bakkerij om zijn kinderen te kunnen voeden. Niet elk van de vier zal in de toekomst moeten afzien van eigen gezang. Muhammad Ali Farag wordt als vicewereldkampioen in koranciteren gevraagd in de ganse Islamwereld. Hij mag er zich in verheugen één van de 30 uitverkorenen te zijn die via de radio mogen bidden. Omdat opnamen van de gebeden voor de minarettenuitzending niet toegelaten zijn, moet altijd live uitgezonden worden. Faraq is opgetogen dat miljoenen gelovigen hem dan kunnen horen, maar - zo nuanceert hij - “ze kunnen mij niet zien”. Zijn collega’s zijn minder overtuigd van het radioconcept. Hussein vindt dat elke muezzin zou moeten zingen zoals hij gebekt is. “Dat is beter voor de Islam.” Met ‘Radio Muezzin’ heeft Kaegi een voorstelling gemaakt over een deelaspect van de samenleving van Caïro die beroepshalve heel zelden op het toneel te zien is. Terloops gaat het daarbij ook over de islam als religie, alleszins gebracht in een sociale optiek die een nuchtere blik toelaat. Van regeringszijde in Egypte worden tal van banaal lijkende zaken in het project niet altijd goedgekeurd. Zo moesten de muezzins op het toneel afzien van hun gewone dominospel, en mochten de in de achtergrond geprojecteerde filmopnamen “geen vuilnis en geen acteurs” tonen. Maar precies in het focussen op het leven van elke dag, slaagt Kaegi in het kunststuk om op een bijna speelse manier het thema islam te behandelen, zonder ooit moralistisch of saai belerend te worden. Zoals ook in de ontwapenende uitspraak van de officiële muezzin die zijn baard liet groeien volgens de traditie van de Profeet: “Ik knip hem wel regelmatig bij, anders krijg ik pukkels.” Uit: TAZ, 5 maart 2009
© Braun/drama-berlin.de
Focus op het falen door Florian Malzacher
Een voorstelling van Rimini Protokoll is nooit perfect - en mag het ook niet zijn. Net wanneer de spelers teveel routine krijgen, zich te zeker voelen, hun rol beginnen uit te bouwen, de acteur gaan uithangen, dan verliezen de stukken meer dan charme alleen. Het onzekere, het fragiele is het bepalende moment voor datgene wat velen waarnemen als authentiek. En toch zijn deze momenten van verlies van timing, spanning, inleving, présence ook pijnlijk: Wanneer de voormalige bouwondernemer Johannes Baur op de première van 'Uraufführung' tijdelijk het noorden kwijt is, wanneer de ca. tachtigjarige mevrouw Düring in 'Kreuzworträtsel Boxenstopp' haar geheugen uitkamt voor haar volgende zin, of men in 'Sabenation' spelers mekaar hoort souffleren, zijn dat de momenten waar men zich als toeschouwer ongemakkelijk voelt. Men lijdt een ogenblik lang met ze mee, is pijnlijk geraakt - of ontroerd om de inspanning van spelers die zich niet kunnen verschuilen achter aangeleerde technieken. Het zijn momenten waarop de realiteit binnendringt, waarin men teruggeworpen wordt op het banale grondprincipe van het theater: zich samen met andere - echte - mensen in een ruimte bevinden, met de mogelijkheid op fouten, falen, niet-functioneren (tot zelfs de mogelijke dood van acteurs of nevenbuur, zoals Heiner Müller benadrukt). Het theater koketteert er toch altijd mee dat het voorbijgaand, vluchtig is, en het claimt dit moment van vergankelijkheid, van niet reproduceerbaarheid als zijn essentie, die het van alle andere kunsten onderscheidt - maar tegelijk hecht het er sinds eeuwen bijzondere waarde aan, juist een zo exact mogelijke herhaalbaarheid te suggereren. Uit: Eine Blackbox voll mit Leben, Theaterheute, november 2007
© Claudia Wiens
Interview met Stefan Kaegi door Ulrike Linzer
Voor uw stuk ‘Radio Muezzin’ hebt u een blinde koranleraar, een ex-tankchauffeur, een elektricien, een bodybuilder en een vicewereldkampioen koranciteren samen op het toneel gezet. Waarom? Stefan Kaegi: ik had ergens gelezen dat in Caïro de gebedsoproep van de 30.000 muezzins gecentraliseerd zou moeten worden en dat die in het vervolg via luidsprekers zou uitgezonden worden. Mijn protagonisten zijn allen gebedsoproepers in Caïro, en in het stuk vertellen ze over hun leven. Ik vind de metamorfose van mensen spannend wanneer ze in een nieuwe context hun leven vertellen. Wanneer een muezzin dus zijn dagelijks leven, in dit geval de moskee van Caïro verlaat om naar Berlijn te reizen, of daarna naar Athene, Zürich, Avignon, Helsinki en andere steden, om er op te treden als boodschapper van zijn dagactiviteit. U noemt uw protagonisten “experts van het dagelijks leven”, en u maakt van hun biografie een toneelstuk. Hoe vond u deze experts? Wanneer we ons werk aanvatten is er nog geen tekst. Er is alleen nauwgezet onderzoek, interesse in een plaats, een systeem, een ritueel. Vaak ontstaan ideeën evengoed uit dagdagelijkse observaties terwijl we op straat door de stad lopen, op reis zijn, de krant lezen, naar televisie kijken of met mensen praten. Wanneer een thema ons interesseert en we er experts voor zoeken, vlooien we telefoongidsen uit, plaatsen we zoekertjes, en gaan we uiteraard ter plekke, naar de milieus in kwestie. De tekst van de stukken ontstaat pas veel later op repetities, in samenwerking met onze “experts van het dagelijks leven”. De experts sturen jullie kennis bij. En daaruit construeert u een dramaturgische tekst? We beschouwen ons als een soort gastheer, die de genodigden met hun biografieën samenbrengt met de gasten. De spelers treden hier op als plaatsvervangers van hun sociale context: bijvoorbeeld uit de wereld van bouwers van modeltreintjes, van de uitvaartindustrie, van Bulgaarse truckers of Egyptische muezzins. We werken met het readymadeprincipe. We trachten dit te kaderen in ons werk. Dat is beter te begrijpen, en met alle connotaties die daarbij opduiken, ontstaat zo een zichtbare subtekst. © Claudia Wiens
Bent u er niet in geïnteresseerd om ook klassiek theater, om een bestaand stuk te ensceneren? De wereld is toch al vol van theater. Waarom iets nieuws uitvinden vòòr ik begrepen heb wat daar gespeeld wordt? Voor u theater maakte was u journalist. Ja, ik versloeg het plaatselijk nieuws in mijn Zwitsers geboortestadje Solothurn. Ik schreef over de nieuwe etalage-inrichting van het grootwarenhuis, over ledenvergaderingen van verenigingen. Daardoor was ik voortdurend op pad in mijn eigen stad en kreeg ik zicht op de meest verschillende werelden. Ik heb altijd het grootste plezier gevonden in het schrijven van portretten, en in feite doe ik dat vandaag nog steeds. Ook al staan de mensen op het toneel en vertolken ze zelf hun portret. In plaats van twee uur interview voor een artikel, hebben we nu alle tijd, maandenlang, om met de mensen samen te werken. We zoeken ze thuis op, zijn er bij in hun dagelijkse doen, en vervolgens noteren we dat samen met hen. Inmiddels zie ik mezelf meer als ghostwriter of als schrijver van toespraken. U schrijft dan wel geen toespraken voor politici of andere prominenten, maar voor mensen die u betitelt als interessant. Dat is het voordeel dat wij met ons theater hebben. Namelijk heel dicht op de mensen te kunnen inzoomen en hen een stem te geven. Krant en televisie zijn overvol met mensen die iets te zeggen konden hebben. In plaats daarvan wordt gesproken over hen. Ik vind dat theater een sterkere werking heeft, onontkoombarer is. De toeschouwers zitten of staan direct tegenover de protagonisten. Ze zijn geen nummer of een krantenkop, maar iemand aan wie men gedurende een paar uren overgeleverd is. Het heeft ook te maken met de machtspositie tussen mij en de mensen over wie ik lees in de krant, of die ik zie op televisie. Daar kan ik de bladzijde omslaan of wegzappen. In het theater is dat niet zo makkelijk. Daar kan je hoogstens weggaan uit de voorstelling. Bij projecten als ‘Cargo Sofia’ kan zelfs dat niet. Daar zit je in een tot toeschouwersruimte omgebouwde vrachtwagen met aan één kant een venster. Twee Bulgaarse vrachtwagenchauffeurs zijn sinds 2006 met dit voertuig door een tiental Europese steden getrokken, en aan de hand van hun stopplaatsen vertellen ze over hun leven. Hoe hebt u die vrachtwagenchauffeurs gevonden? Op fietstochten in het oosten heb ik vaak vrachtwagens zien staan, aan grenzen, motels, parkings in industriezones. Ik vond het spannend dat in zo’n vrachtwagencabine een gans leven besloten is. De truckers brengen vaak weken door in hun vrachtwagen, hebben ladingen conserven ingeslagen, velen hebben er zelfs tapijt in gelegd en trekken hun schoenen uit voor ze instappen. Zoiets kon ik niet brengen in een theater. De toeschou-
wers moeten meerijden om iets te ervaren van deze wereld. Hier moeten geen decors meer gebouwd worden. Ik neem de toeschouwers daarheen mee waar de decors van het leven gebouwd worden. In veel van uw stukken worden de toeschouwers geconfronteerd met hen die ons voedsel, kledij en andere waren door heel Europa of de ganse wereld vervoeren, of van wier diensten we gebruik maken, zoals ook bij ‘Call Cutta’, waar men een uur lang telefoneert met een Indische of een Indiër. Hoe belangrijk zijn deze thema’s van globalisering voor u? Zoveel zaken die we als vanzelfsprekend consumeren, en diensten waar we gebruik van maken, komen van ver, en we weten niets van hen die ze verlenen of die ze naar ons toe brengen. Daarom zoeken we naar de verhalen en de mensen die erachter schuilgaan. Mensen die voor ons meestal onzichtbaar blijven, die men niet mag of niet wil zien. Zoals die Bulgaarse truckers die onze groenten afleveren aan de achteringang van de shoppingcenters, of deze Indische callcentermedewerkers die onze internetproblemen oplossen. En waarop wil u daarmee kritiek uitbrengen? Met ons werk willen we de mogelijkheden van het theater verder ontwikkelen, die ons een ongewone kijk op onze realiteit kunnen bieden. We zijn minder geïnteresseerd in kritiek op toestanden, dan veeleer op de toestanden zelf. We zien onszelf liever als onderzoekers dan als politici. We zien theater als ‘tool’, als werktuig om de wereld te begrijpen. Wij willen maatschappelijke toestanden zichtbaar maken; er kritiek op leveren kan iedereen dan zelf. Bij uw volgende project is er geen toneel, geen spelers, en dit keer voert 'Rimini Protokoll' ook niet de regie, maar wel de afdeling 'Investors Relations' van het Daimlerconcern. Uw team heeft aandelen gekocht en aandeelhouders gezocht die afstand doen van hun uitnodiging voor de algemene jaarvergadering, om zoveel mogelijk toeschouwers tot deze opvoering toegang te verschaffen. Waarom? Dit is een gigantische show. Voor 8000 aandeelhouders is een reuzegroot blauw doek gespannen. Daarvoor, op een verhoogje zit een deel van het ensemble: zes directieleden en twintig commissarissen. Achter het doek werken tientallen toneeltechnici als back-office-souffleurs om de spelers op elke vraag een antwoord te kunnen influisteren. Het andere deel van het ensemble bestaat uit firmanten van het concern: trotse aandeelhouders, dividendbeluste aandeelhouders, roofzuchtige aandeelhouders, toeristische aandeelhouders, kritische aandeelhouders. En dan speelt ook nog de pers mee, en ook de medewerkers van de aandeelhoudersser-
vice. Het stuk begint ‘s morgens om 9 uur, en eindigt pas in de late avond met de kwijting van de raad van bestuur. U hebt tijdens uw voorbereidende research ook al deelgenomen aan aandeelhoudersvergaderingen. Wat fascineert u daar zo aan? De botsingen tussen de topmanagers en de vele kleine beleggers die gebruik maken van het forum om de vinger op een wonde te leggen, hetzij de linker deurgreep bij de S-reeks die wat hapert, ofwel vakbondsmensen in Argentinië die verdwijnen. Op de algemene vergadering mag elke aandeelhouder het woord voeren. Op een vergadering die wij bijwoonden werden mensen van het spreekgestoelte weggedragen omdat ze agressief werden tegen de voorzitter van de beheerraad. En welke rol speelt 'Rimini Protokoll' hierbij? Hoe wil u hier interveniëren? Hier hebben we niets gepland. Ook bij andere stukken improviseren we veel, en laten we de spelers een grote vrijheid. Maar dit keer is het toch nog anders, omdat we sowieso geen invloed hebben op wat daar gespeeld wordt. We brengen bij deze voorstelling hopelijk een interessante dag door; het is één van de grootst opgezette ensceneringen van het seizoen. We hebben een programmaboekje voorbereid met rolverdelingen en dramaturgische informatie over Daimler. Daar staat in wie wat waar doet. Bovendien kan men met de GSM op bepaalde telefoonnummers bepaalde operafragmenten oproepen, om live muziek te zetten op de voorstelling. En in aparte gesprekken met experts kan men vragen naar het hoe en waarom van gespeelde rolprofielen. Vorig jaar heeft de voorzitter van de raad van commissarissen zijn aandeelhouders overigens verwelkomd met “Wij scheppen waarde”, waarna de beurskoersen kelderden. Eens zien wat er deze keer komt. Uit: Der Freitag, 7 april 2009
© Claudia Wiens
Stefan Kaegi
Stefan Kaegi werd geboren in Solthurn (Zwitserland), studeerde visuele kunsten in Zürich en performance aan de Universiteit van Gießen in Duitsland. In zijn werk wil hij de realiteit op het podium brengen. In 2000 richtte Stefan Kaegi samen met Helgard Haug en Daniel Wetzel Rimini Protokoll op. Hun projecten ontstaan vanuit een concrete situatie, op een specifieke plaats, op basis van een exhaustief onderzoek. De groep tekent haar producties altijd uit in samenwerking met amateur-acteurs die Haug, Wetzel en Kaegi liever ‘specialisten’ noemen. Hun werk wordt de laatste jaren regelmatig op grote internationale podia gepresenteerd. Stefan Kaegi was voor het eerst in desingel te gast in 2007, met de voorstelling ‘Mnemopark’. Eerder dit seizoen was hij te gast met ‘Airport Kids’, een voorstelling die hij samen met Lola Arias heeft gecreëerd. Sinds 2003 zijn Stefan Kaegi en Rimini Protokoll artiest in residentie in HAU (www.hebbel-am-ufer. de) in Berlijn. © Claudia Wiens
© Braun/drama-berlin.de
theater in desingel IVO VAN HOVE . TONEELGROEP AMSTERDAM ZOMERTRILOGIE
ZA 6, ZO 7 MAART 2010 € 30 / (-25/65+) € 25 / (<19 jaar) € 8
De kunstcampus groeit + 12.000 m2 Een bouwproject van de Vlaamse Gemeenschap en de Artesis Hogeschool Antwerpen voor deSingel internationale kunstcampus en het Conservatorium van de Hogeschool Antwerpen.
Permanente toelichting vestiaire deSingel wo>zo/14>18 uur & aansluitend bij voorstellingen/concerten
2009-2010 architectuur theater dans muziek
deSingel Desguinlei 25 / B-2018 Antwerpen ma vr 10 19 uur / za 16 19 uur www.desingel.be
[email protected] T +32 (0)3 248 28 28 F +32 (0)3 248 28 00
deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van hoofdsponsor
mediasponsors