NR.8 16 december
2013
onafhankelijk magazine
Tijmen van Oldenrijk
Student met bagage Plagiaat
meer regels nodig Reportage
lol zonder alcohol jaaroverzicht 2013
english pages see page 32
robot wordt inpakker
8 Delta nr. 8
16 december
2013
“Vooral de manier waarop robot Eva het glas champagne vasthoudt was even uitvogelen. Op deze manier kon ze het stevig bij het steeltje houden en leek het nog het meest op het echte proosten.” (Fotograaf Hans Stakelbeek)
REAGEER!
12
www.delta.tudelft.nl
colofon
Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur) - @franknu, Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, Saskia Bonger - @sbonger, Tomas van Dijk - @tomasvd, Connie van Uffelen - @connievanu, Jos Wassink - @joswashere Medewerkers aan dit nummer Heather Beasley Doyle, Jorinde Benner, Stephanie Goseine, Robbert Fokkink, Dap Hartmann, Auke Herrema, Job Hogewoning, Heather Montague, Damini Purkayastha, Molly Quell, Jimmy Tigges Foto’s Sam Rentmeester, Hans Stakelbeek
Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden Lay-Out Liesbeth van Dam Redactie-adres Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848,
[email protected] Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510,
[email protected] Druk Deltahage, Den Haag Oplage 8.000 Jaargang 45 ISSN 2213-8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon
cover
interview
inpakrobot
tijmen van oldenrijk
Onderzoeksprogramma Factory in a Day van het Delft Robotics Institute wil robots toegankelijk maken voor kleine bedrijven. Voor het eerst werd een robot ingezet bij een praktische klus: kerstpakketten inpakken. “Hij ouwehoert tenminste niet.”
Hij stopte twaalf jaar geleden met zijn studie vanwege een depressie. Als dertiger zit hij nu weer in de collegebanken. “Ik worstelde een periode met de vraag: waar doe ik het allemaal voor?”
16
Delta 9 verschijnt op maandag 14 januari
28 reportage
english pages
lol zonder alcohol
meet the winners
Vanaf 2014 mogen jongeren onder de achttien geen alcohol meer drinken. Veel TU-studenten van 17 of jonger zijn er niet, maar op elke vereniging lopen er wel een paar rond. "We spreken elkaar erop aan als het fout dreigt te gaan.”
We talk to this years four DEWIS nominees, the only four women at the university to graduate with their PhDs cum laude.
VERDER Column Kort nieuws Sport campusnieuws partyspotters Job de kok tekstverhaal jaaroverzicht 2013 master desgevraagd krasse knarren column Science Survival Guide There’s an app
04 05 06 07 15 15 20 23 29 30 31 31 33 34 35
Delta Voor mijn college Turning Technology into Business registreren zich ieder jaar meer studenten op Blackboard dan ik aankan. Het is bijzonder intensief onderwijs met veel interactie, participant-centered case studies, opdrachten en presentaties. Daarom zijn vijftien groepen van vijf studenten wel het maximum. Bovendien vullen 75 studenten de mooie collegezaal van YesDelft bijna tot aan de nok. Iedere groep werkt aan een technologie die op de TU is ontwikkeld. In veel gevallen is die technologie gepatenteerd. Doel van het vak is om toepassingen voor die technologie te bedenken en uit te zoeken welke daarvan commercieel interessante zijn. Dat is lang niet altijd het geval, maar mocht dat wel zo zijn, dan is de vraag wat de beste manier is om het intellectueel eigendom te gelde te maken. Dat kan bijvoorbeeld door een licentie te verstrekken aan een bedrijf dat zich al bezig houdt met dergelijke toepassingen, maar het kan ook in de vorm van een eigen bedrijf zijn, een zogenaamde technostarter. Dat is natuurlijk wel het leukste, want dan sta je aan de wieg van een piepjonge onderneming die misschien over 10 jaar een omzet van 500 miljoen euro heeft. De YesDelft incubator (letterlijk: couveuse) zit er vol mee. Het motto is niet voor niets building tomorrow’s leading firms. Om de meer dan honderd aanmeldingen terug te brengen tot maximaal 75, krijgen de studenten voorafgaand aan het eerste college een aantal opdrachten. Wie die opdrachten niet uitvoert, doet niet mee, zo simpel is het. Het zijn tamelijk eenvoudige opdrachten, zoals ‘beschrijf in een half A4-tje waarom je dit vak wilt volgen’ en ‘zoek op internet een plaatje dat voor jou het begrip technologie verbeeldt’. Googlen op het woord ‘technology’ en dan een willekeurig plaatje kiezen is niet voldoende. Als ik twee dezelfde plaatje ontvang, hebben twee mensen niet genoeg hun best gedaan. Ook vraag ik iedereen naar zijn/haar favoriete boek. Daar zitten fantastische klassiekers tussen (‘The Catcher in the Rye’, ‘Lord of the Flies’, ‘Brave New World’, ‘L’Etranger’) maar ook boeken die mij totaal onbekend zijn, bijvoorbeeld uit China (‘The Story of Stone’) of uit India (‘Wings of Fire’). Soms is het een boek waarvan ik denk, als dit het beste boek is dat je ooit gelezen hebt dan heb ik nog wel een paar suggesties voor je. Een aantal boeken werd meer dan eens genoemd: ‘The Kite Runner’ (2x), ‘De Ontdekking van de Hemel’ (2x) en ‘The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy’ (3x). Iedereen weet nu dus wat het favoriete boek is van zijn groepsgenoten. Hopelijk inspireert dat studenten om meer te gaan lezen. En het werkt! Vorige week zat er een half uur voor aanvang van het college al een student in de zaal. Hij las ‘Der Zauberberg’ van Thomas Mann in een Engelse vertaling. Dat deed me goed.
Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
TU Delft Studentenvakbond VSSD houdt dinsdag 17 december een lustrum-debat met als thema ‘Braindrain: waar gaat onze kennis heen?’ Lokale fracties van CDA, GroenLinks, SP, STIP, D66 en VVD kruisen de degens over drie stellingen, die te maken hebben met de constatering dat Delft er niet in slaagt kenniswerkers vast te houden. VSSD vice-president Koen Kwakman gaat in op zijn eigen stellingen.
1 Investeren in de kenniseconomie is weggegooid geld.
4 Het lustrumdebat is een campagne-avond voor de gemeenteraads-
2 Delft moet meer
5 Op welke vraag wil je terugkomen?
investeren in het uitgaansleven.
“Op de eerste. De kenniseconomie is belangrijk voor Delft. Nederland wil tot de top-vijf van kenniseconomieën in de wereld behoren. Dat zijn landelijke en lokale investeringen voor nodig. Op bedrijventerrein Technopolis is daar vlakbij de TU veel ruimte voor. Natuurlijk is er concurrentie met Rotterdam en Leiden, maar er zijn genoeg niches te bedenken die in Delft terecht kunnen. Elke euro die je investeert in de kenniseconomie, krijg je volgens YesDelft twaalf keer terug. Naast een baan hebben kenniswerkers een huis en wat leuks te doen nodig. Ook dat is investeren in de kenniseconomie.” www.vssd.nl
nee
ja
3 In plaats van studentenwoningen kan Delft beter starterswoningen gaan bouwen.
nee
verkiezingen.
nee
1000 Medewerkers van Sport & Cultuur hebben duizend euro ingezameld voor de slachtoffers van de tyfoon op de Filippijnen. Toen giro 555 werd geopend, ontstond bij medewerkers spontaan het idee om zelfgebakken cupcakes, stukken taart en plakken cake in het sportcafé te verkopen voor minimaal één euro per stuk. “We hebben zelfs een plak cake voor vijftig euro verkocht”, zegt Samantha Liebregts. De actie leverde 980 euro op en werd met twintig euro extra van een medewerker overgemaakt aan giro 555.
Tweets
(Foto: Koen Kwakman)
columndaphartmannfavorieteboek
4
Kort Meer en uitgebreider nieuws op www.delta.tudelft.nl
Kunstroof
Zijn de zeven geroofde 'Kunsthal-schilderijen' verbrand in een kacheltje? Dat vrezen de Roemeense onderzoekers die het as uitplozen. Delftse wetenschappers gaan het hoopje stof ook onder de loep nemen. www.delta.tudelft.nl/27546
Biogas Geen drommen mensen, zoals gewoonlijk bij grote broer het Glazen Huis. De Glazen Studentenbus trok afgelopen week door het land en deed op 9 december Delft aan. De studenten zamelden geld in voor het Rode Kruis, dat daarmee kindersterfte door diarree tegen kan gaan. Het Glazen Huis gaat vanaf 18 december een week lang op slot in Leeuwarden. (Foto: Hans Stakelbeek)
Wie je moet kennen Hoogleraar bouwrecht prof.mr.dr. Monika Chao-Duivis (Bouwkunde) heeft de verkiezing Legal Woman Of The Year 2013 gewonnen onder meer omdat ze zich als vrouw succesvol beweegt in een mannenwereld. Legal Women is een belangengroepering voor vrouwelijke juristen. Haar verkiezing werd woensdagavond 4 december bekendgemaakt op het hoofdkantoor van ABN-Amro in Amsterdam. Chao-Duivis is sinds 2004 hoogleraar bouwrecht aan de TU. Ze is gespecialiseerd in privaatrecht, waarbinnen ze zich vooral richt op contracten-, aanbestedingsen aansprakelijkheidsrecht. Zowel de eerste als tweede prijs van de International Sports Engineering
Association (ISEA) is gewonnen door TU-studenten. Jelle Joustra kreeg de eerste prijs voor zijn afstudeeronderzoek ‘Thermal optimization of competitive sailing gear’. Hij ontwierp warme en comfortabele zeilpakken voor het Nederlandse olympische team. Anne van Schaijk werd tweede met haar ontwerp van de Volans, een eenpersoons recreatieve roeiboot, ontworpen om de roeisport toegankelijker te maken voor een breed publiek. Door de starheid van de huidige chirurgische instrumenten kan een hersentumor soms maar gedeeltelijk worden weggehaald.
Prof.dr.ir. Paul Breedveld, van de afdeling biomedical engineering van 3mE, ontwikkelt vanwege dit soort beperkingen flexibele operatie-instrumenten, geïnspireerd door de anatomie van inktvistentakels. Op woensdag 11 december hield hij zijn intreerede als hoogleraar. Breedveld legt de lat hoog. Hij richt zich op schedelbasischirurgie. ‘De schedelbasisoperatie wordt vanwege haar hoge moeilijkheidsgraad ook wel de koningin van de chirurgie genoemd. Als we goede flexibele instrumenten voor een dergelijke operatie weten te maken, dan kunnen we de rest ook aan’, zei Breedveld tijdens zijn rede.
Geld verdienen terwijl je mensen in ontwikkelingslanden helpt. Het bedrijf SimGas, opgericht door de broers Sanne en Mirik Castro (allebei TU-alumni), wil aantonen dat dat kan. SimGas maakt, verkoopt en installeert biogassystemen. www.delta.tudelft.nl/27570
Onvrede
Toekomstonderzoeker Patrick van der Duin (TBM) is ‘sympathisant’ van het vorige maand opgerichte Platform Hervorming Nederlandse Universiteiten (H.NU). Dat wil de ‘breed gedeelde onvrede’ onder universiteitsmedewerkers aanpakken. Veel medewerkers zouden zijn murw geslagen door top down opgelegde maatregelen. “Er moeten een paar hoogleraren opstaan die het ‘anders’ gaan doen. Met praten kom je niet altijd verder.” www.delta.tudelft.nl/27581
Protonentherapie
Twee van de vier initiatieven voor een protonenkliniek hebben groen licht gekregen van minister Schippers (volksgezondheid). Daaronder het samenwerkingsverband tussen TU Delft, Erasmus MC en LUMC. Dat er klinieken zullen komen, is daarmee niet gezegd. Zorgverzekeraars Nederland zei onlangs protonentherapie niet te willen opnemen in de basisverzekering. www.delta.tudelft/nl/27544
Betuttelen
Toon Borren (25) studeerde dit jaar af bij technische bestuurskunde en nam deel aan de Nationale Denktank 2013. Deze week presenteerde de denktank oplossingen voor herinrichting van de zorg. “Ik ben anders naar ouderen gaan kijken. Het zijn mensen zoals jij en ik, alleen dan wat ouder. We moeten kijken hoe we ouderen kunnen benutten in plaats van ze te betuttelen.” www.delta.tudelft.nl/27574
IN THE SPORTLIGHT
sportzaken
Jonina Magnusdottir (IJsland) Specs
1.70 meter
Loodzware omstandigheden
Gewicht
68 kilo
Nationale titel voor roeitalent, schaatsers in de achtervolging en curlingers voldoen niet aan eigen verwachtingen.
Geboortejaar 1987 Onzichtbaar Torius-logo achter de lokken.
studie: TBM (Sepam: systems engineering policy analysis and management)
Sport: Handbal, bij Torius
Elastiekje om de lange haren, zodat ze tijdens het spel niet voor de ogen wapperen..
andere sporten: In IJsland: vissen, hardlopen, bergwandelen, skiën.
Officieel wedstrijdshirt van Torius.
Sterke punten: “Goede technische achtergrond. Ik kan ook goed ‘een wedstrijd lezen’.” Zwakke punten: “Mijn uithoudingsvermogen. Op trainingen ben ik soms te fanatiek. Ik kan slecht tegen mijn verlies.” Blessuregevoeligheid, lichamelijke zwakheden: “Ik moet oppassen voor mijn rug en knieën.”
Handbal is een erg fysieke contactsport, daarom zijn lange nagels verboden.
Waarom handballen? “Voor mij is het een uitdaging op lichamelijk, mentaal en sociaal gebied. Het is leuk om met een groep naar een bepaald doel te streven. Ik houd van het technische aspect en van het vele duwen en trekken in het veld.” Waarom bij Torius? “Omdat het een vereniging van de TU is. De club is een goede mix van sportieve ambitie en een relaxte sfeer. Bij Torius train ik tweemaal per week en speel ik in het weekend een wedstrijd. Dat is uitstekend te combineren met mijn studie.” Ambities? “Blijven handballen zo lang ik het leuk vind om te trainen.” Ergens een hekel aan? “Het is een binnensport en je hebt veel mensen nodig, daarom kun je niet altijd overal zomaar handballen. Een ander punt: in IJsland spelen we met van hars voorziene ballen waardoor je beter grip hebt en de bal beter kan controleren. Op het sportcentrum mag dat helaas niet, omdat de vloer dan vies wordt.”
Zweetbandje, want het kan er heftig aan toe gaan tijdens een wedstrijd.
Draagt meestal een strak slidingbroekje onder de wedstrijdbroek.
Oude, versleten handbalschoenen. Goede handbalschoenen horen veel steun aan de enkels te geven en veel dynamische bewegingen op te vangen. Een goede vering is vereist. (Foto: Sam Rentmeester)
Hoogtepunten/prijzen? “Ik ben ooit tweede geworden op het juniorenkampioenschap van IJsland en heb meegetraind met de IJslandse nationale selectie.”
Laga kreeg aan het begin van dit studiejaar een meer dan veelbelovend talent in de schoot geworpen. Dat de studentenroeivereniging daar een groot plezier aan gaat beleven, bleek vorige week zaterdag tijdens het NK indoorroeien in Amsterdam. Op de ergometer peddelde de 17 jaar jonge Laila Youssifou in slechts 6:55,1 over de virtuele finish na twee kilometer. De eerstejaars studente werktuigbouwkunde werd daarmee niet alleen Nederlands jeugdkampioen, maar liet daarmee ook een nieuw nationaal meisjesrecord in de boeken optekenen. En dan te bedenken dat zij nog geen drie jaar geleden eigenlijk in een heel andere boot wilde stappen. “We gingen vanuit school een oriëntatie met een sport doen”, legde de Almeerse toen uit aan een lokaal medium. “Ik wilde eigenlijk kanoën, maar dat zat al vol. Toen ben ik gaan roeien en dat vond ik leuk om te doen.” Van fysiek supertalent Youssifou, zoals deskundigen haar omschrijven, gaan we ongetwijfeld nog veel horen. Over topsport geschreven, eind november reisden de vier curlingers van Team Van Dorp af naar Noorwegen, om daar als nationale equipe Nederland te vertegenwoordigen op het EK in Stavanger. De opzet was het halen van goud in de B-poule, om zo promotie naar de Europese A-poule te bewerkstelligen. Ter plekke kwam het team echter niet verder dan de strijd om de derde plaats tegen Hongarije, die ook nog eens verloren werd met 7-5. “Dat was vrij teleurstellend”, bevestigde de Delftse student technische- bestuurskunde Jaap van Dorp, naar wie het team als aanvoerder genoemd is. “Vorig jaar wonnen we nog brons. We hadden meer van onszelf verwacht, maar speelden die week helaas niet goed genoeg.” In het halen van het ultieme doel, de Winterspelen van 2018 in Korea, heeft de TU-student overigens nog altijd het volste vertrouwen. Je kunt natuurlijk ook het ijs op zonder stenen en zonder bezem voor corrigerende veegwerkzaamheden. Gewoon, om te schaatsen. Liefst zes ploegen vaardigde de Delftse studentenschaatsclub ELS af naar het NSK ploegenachtervolging op de onoverdekte Jaap Edenbaan in Amsterdam. Met zoveel teams val je statistisch gezien altijd wel in de prijzen, moeten ze daar gedacht hebben. En dat gebeurde ook. In het totale deelnemersveld van negentien viertallen eindigde het snelste Delftse team als tweede. “Ze waren uiteraard zeer tevreden, maar als je op 0.09 seconde achter de winnaar eindigt, is dat toch ook een beetje zuur”, aldus voorzitter Joey Asser die het behalen van zilver nog wat extra gewicht trachtte te geven: “Het waren loodzware omstandigheden. Het waaide flink en het ijs was zwaar.”
Tips?
[email protected]
Delta
7
TU Delft
campus Crèche en wellicht tweetalige basisschool op campus
Student TU helpt cold case team
Een crèche met vijf groepen, samen goed voor ongeveer zestig kinderen. De leidsters zijn er tweetalig, het gebouw duurzaam en de omgeving groen. Eind 2014 moet de TU haar eigen kinderdagverblijf hebben. En als het lukt ook een internationale basisschool en buitenschoolse opvang.
Een student van hoogleraar Wim Uijttewaal heeft ‘een klein puzzelstukje’ kunnen bijdragen aan het onderzoek naar de dood van Cassandra van Schaijk in 2007. Een cold case team heropende de zaak afgelopen juni.
De locatie waar dit alles moet komen, is nog niet definitief. Daarom wil Ronald Kuil van facilitair management en vastgoed die voorlopig niet noemen. Wel heeft het de voorkeur dat er ruimte is voor crèche, school en bso. Die kunnen faciliteiten delen. De crèche zal worden gerund door de Stichting Rijswijkse Kinderopvang, die al verschillende locaties heeft in Delft. Er komen vijf groepen, waar ongeveer zestig kinde-
ren terecht kunnen. Het kinderdagverblijf moet duurzaam worden en moet komen in een 'groene omgeving die kinderen prikkelt, inspireert en uitdaagt'. De nieuwe opvang is toegankelijk voor alle kinderen, al hebben die van TU-medewerkers voorrang. De verwachting is dat veel internationale werknemers interesse zullen hebben. Vandaar dat het Engels
doelgroep behoefte heeft aan een internationale basisschool en een buitenschoolse opvang op de campus. Over die basisschool zijn gesprekken gaande met Scholenstichting Laurentius. Die opent in maart 2014 een internationale basisschool in Delft, waar de voertaal Engels zal zijn. Volgens Kuil gaat het om een ‘groeimodel’: de school begint
'De kinderen kunnen bijvoorbeeld gymmen bij sport en cultuur' naast het Nederlands een belangrijke rol gaat spelen. Dinsdag 11 december kregen TUmedewerkers tussen de 25 en de 40 jaar een behoeftenonderzoek toegestuurd. Zij worden daarin bevraagd over hoeveel dagen per week en weken per jaar zij van het kinderdagverblijf gebruik willen maken. Ook mogen zij zich onder meer uitspreken over de groepssamenstelling, breng- en haaltijden, de viering van feestdagen, de lunch, buitenspelen en eventuele extra diensten als kapper, yoga- en zwemles. Als laatste wil de TU weten of de
klein en moet langzaam groter worden. Wellicht past daar eind 2014 een overstap naar de TUcampus in, denken de onderhandelende partijen. Kuil spreekt van een ‘hartstikke leuk initiatief’, dat ‘een hele mooie aanvulling is op de campus’ en dat past bij het internationale imago van de TU. Hij denkt dat er zeker sprake zal zijn van synergie tussen de basisschool en de universiteit. “We kunnen voorzieningen delen. De kinderen kunnen bijvoorbeeld gymen bij sport en cultuur en gebruikmaken van de bibliotheek.” (SB)
De nieuwste Delfly Explorer kan rondvliegen zonder ergens tegenaan te botsen. De vliegende robot die maandag 16 december gepresenteerd wordt, is volgens mede-ontwikkelaar dr. Guido de Croon (L&R) uniek omdat hij genoeg energie en intelligentie aan boord heeft om zelfstandig te vliegen. De robot kan zo snel vliegen als een stadsfiets, kan diepte zien en die informatie verwerken tot een nieuwe koers wanneer een botsing dreigt. Volgende versies worden uitgerust met een camera en zender. De foto is samengesteld uit tientallen opnamen van een rondvlucht in een collegezaal. (Foto: Delfly team)
De 17-jarige Cassandra van Schaijk verdween in maart 2007. Drie weken later werd haar levenloze lichaam gevonden in de Noorderplassen in Almere. Onduidelijk bleef destijds hoe zij daar was gekomen. Een zogeheten cold case team doet nu een nieuwe poging om te achterhalen wat er gebeurd kan zijn. De politie wil onder meer vaststellen waar het meisje te water is geraakt. Die vraag legde zij neer bij hoogleraar vloeistofmechanica Wim Uijttewaal. Eerder onderzocht hij hoe aan de hand van informatie over stroming kan worden bepaald waar een lijk onder water ligt, nadat een speurhond een geurspoor heeft opgepikt. Uijttewaal vertelt dat hij het vindt horen tot zijn maatschappelijke taak om aan dit soort onderzoek bij te dragen. Hij vond een student civiele techniek die een bacheloreindproject moest doen en die stevig genoeg in zijn schoenen stond. Hem zette hij op de vraag van de politie. Uijttewaal: “Deze student heeft veel gegevens verzameld: over de windcondities in die weken, over de bodemligging, over de invloed van het gemaal in de buurt op de stroming in het water. Al deze mechanismen samen, gecombineerd met wat we weten van windgedreven stroming, maken het mogelijk een berekening te maken van hoe het stoffelijk overschot door het water verplaatst kan zijn.” Daarbij moet worden aangetekend dat er weinig harde gegevens voorhanden waren en veel onzekere factoren. Het is de student desondanks gelukt om een beter beeld te geven van de mogelijke locaties waar Van Schaijk te water is geraakt. Uijttewaal heeft met de politie afgesproken dat over die conclusie niets naar buiten komt. “Zij moeten ermee verder. Ik wil niet de indruk wekken dat wij zo’n ingewikkelde zaak kunnen oplossen. We hebben één van de puzzelstukjes kunnen aandragen.” Het team van de politie bracht de zaak afgelopen dinsdag onder de aandacht in het RTLprogramma ‘Plaats delict’. Ze loofde tienduizend euro uit voor de gouden tip. (SB)
Delta
Tekst: Jos Wassink Foto’s: Hans Stakelbeek
9
TU Delft
Robot wordt inpakker Een robot als inpakker. Of als bomenplanter, of poffertjesbakker. Het onderzoeksprogramma Factory in a Day van het Delft Robotics Institute wil robots toegankelijk maken voor kleine bedrijven en begon daar in november mee met een tweedaagse workshop.
E
en reutelende oude Chevrolet komt tot stilstand achter het gebouw voor Industrieel Ontwerpen. Een man stapt uit. Hij draagt een afgezakte spijkerbroek en een petje op een kaal hoofd. Een knaloranje sweater spant om zijn buik. Ver voorover reikend haalt hij tientallen dozen tevoorschijn van de achterbank. Als directeur van de Handlingcompany, een bedrijf dat inpakwerk doet voor kerstpakketten, goodiebags en blije dozen, is Sylvester Fuijk wel gewend om aan te pakken, maar dat is meestal niet in het gezelschap van tien hoogopgeleide techneuten die hem nu staan op te wachten. “We gaan vandaag geschiedenis schrijven”, heet dr.ir. Martijn Wisse (Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen) de deelnemers aan de tweedaagse robotworkshop welkom. Wisse leidt het onderzoeksprogramma Factory in a Day, dat de drempels wil wegnemen die het midden- en kleinbedrijf er nog van weerhouden om robots in te zetten. Het vierjarige onderzoeksproject ontving onlangs een ondersteuning van bijna acht miljoen euro van het Europese FP7-programma Factory of the Future. Het programma
dat geleid wordt door het Delft Robotics Institute, telt zestien partners, waaronder veel technische bedrijven, en heeft een totaalbudget van elf miljoen euro. Voor het onderzoeksprogramma is het een historische dag omdat voor het eerst een robot ingezet zal worden bij een praktische klus uit de omgeving. Lukt het om binnen twee dagen een werkende opstelling te bouwen? En: wat voor team en gereedschappen heb je nodig om zo’n klus te klaren? De praktijk moet het uitwijzen in deze en volgende workshops.
Tien man en een robot Voorbijgangers bij studio 14 in het IO-gebouw kijken verwonderd naar binnen. Op een paar lange tafels liggen doosjes met onder andere Mentos, Tucs, Redband, misosoep, kippenbouillon, wasmiddel en wokrijst. Aan de andere kant van de tafel zijn mannen opgewekt bezig om producten uit de dozen te pakken, in een verzameldoos te doen en door te schuiven naar de volgende. Had ik die Redband nou al gehad of niet? Ondernemer Sylvester Fuijk kijkt geamuseerd toe en is blij dat het bij hem op het bedrijf er doorgaans meer gestructureerd aan
toe gaat. Hoewel ook daar soms artikelen ontbreken of juist dubbel in zitten. Het begint allemaal met ‘de standaarddoos’ – die wordt op een avond in elkaar geknutseld door een medewerker met speciale talenten. Glazen potjes moeten nooit aan de buitenkant en altijd van elkaar gescheiden zijn door iets onbreekbaars. Koekjes moeten omgeven worden door schokdempend materiaal. Op basis van dat soort overwegingen ontstaat de ‘standaarddoos’ die de volgorde bij het inpakken bepaalt. Elke inpakker doet er vijf tot zes producten bij en schuift de doos door. Best gezellig werk hoor, daar niet van. Maar medewerkers krijgen na verloop van tijd last van hun rug . Zou een robot daarbij kunnen helpen? De robot die Wisse voor dit doel op het oog heeft, is een tweede generatie industriële robot: kleiner dan de bekende oranje monsters uit een autofabriek, minder gevaarlijk en makkelijker te programmeren. En met een aanschafprijs van 25 duizend euro ook een stuk goedkoper. Tijdens de workshop wordt het inpakken afgewisseld met het beurtelings werken aan een ontwerp voor een robotlijn. Zo ontstaan er >>
10
De externe poorten van de robot zitten niet in het zicht.
Delta
TU Delft
Nu de robot werkt, kunnen bij de mannen de armen over elkaar.
‘Soms is de rigide logica van de robot een struikelblok’ na een klein half uur vijf verschillende ontwerpen, waaraan vrijwel iedereen een klein stukje heeft bijgedragen. Stellages met producten, lopende banden, carrousels en natuurlijk robotarmen duiken in elke schets op. Sommige ontwerpen zijn heel sluw voorzien van een weegschaal voor de eindcontrole. Aan het eind van de ochtend verdeelt Wisse het automatiseringsvraagstuk in vier delen, waar verschillende groepjes mee aan de slag zullen gaan: waar oppakken; waar neerleggen; hoe te grijpen en hoe om te gaan met afwijkingen. Technicus Dries Oort kan niet wachten tot het wat concreter wordt. Zijn handen jeuken. En zijn oren trouwens ook: “Zoveel als jullie praat ik in een hele week nog niet.”
Bugs en boutjes Een inpakker hoef je niet uit te leggen waar het volgende potje kippenbouillon staat - dat ziet iedereen. Maar een robot ziet dat niet. De oppakgroep moet dus zorgen dat de dozen met producten op de millimeter op hun plek staan, anders grijpt de robot ernaast. De groep, bestaand uit technicus Jan van Frankenhuyzen, ondernemer Sylvester Fuijk en ondergeteken-
de, besluit met industrieel montagemateriaal (merk RK) verstelbare geleiderails te bouwen waartussen dozen tegen een aanslag geduwd moeten worden. Twee lichtdetectors ‘zien’ of de dozen op hun plek staan – er is voor gekozen om de robot slechts twee producten in twee dozen te laten doen. Als dat lukt, moet het makkelijk zijn de robots verder uit te breiden. Maar voor het zover is hebben de mannen dringend behoefte aan een handje M6-boutjes van 16 millimeter lang. En die blijken erg moeilijk te vinden. De lege-dozengroep (bestaande uit onderzoeksleider Martijn Wisse en robothandenspecialist ir. Eduard Stigter) heeft gekozen voor een scheefstaande rollenbaan om de dozen mee aan te voeren. Drie pneumatische zuigers (twee klemmen en een blokkade) houden de dozen vast aan de onderkant van de baan waar de robotarm er iets in moet leggen. Als dat gebeurd is, laat het systeem (in casu: de robot) de dozen doorrollen en wacht op twee nieuwe lege dozen. Lichtsensors geven aan of die op hun plek staan. De robot moet dus scheefstaande dozen vullen. “Ze vonden het niet leuk, maar ze weten het nu wel”, zegt Wisse daarover.
Dries en IO-onderzoeker ir. Kanter van Deurzen hebben een drukvat opgehaald bij Festo om vacuümproeven mee te doen. Dat klinkt raar, maar in de industrie is overdruk via een venturibuisje een beproefde manier om schakelbare onderdruk te bereiken. Een rubberen zuigmond pakt net zo gemakkelijk doosjes bamigroenten als flessen wasverzachter op. Alleen op het gebobbelde oppervlak van een zak snoepjes krijgt de zuigmond geen grip. Geen probleem – ze kiezen gewoon producten die wel met vacuüm gaan. In het begin overwegen ze nog het gebruik van een robothand, maar ze realiseren zich al snel dat je met een hand om een product heen moet kunnen. Bij producten in dozen kan dat zelden. Een vacuümgrijper is dan handiger. Robotprogrammeurs ir. Jan Warnaars (net afgestudeerd op robotarmen) en dr.ir. Erik Schuitema (gepromoveerd op het programmeren van menselijke robots) zijn in een oneindige lus beland. Het opgeven van posities gaat eenvoudig door de robot bij de hand te nemen. Ook ‘snapt’ de robot waar hij de potjes vandaan moet halen als er twaalf bij elkaar in een doos staan, zelfs als het in meerdere lagen is. Maar
Eduard Stigter maakt de robot met de afstandsbediening wegwijs.
soms is de rigide logica van de robot toch een struikelblok. “Je moet er net zo lang dingen uitgooien tot dat ding niet meer zeikt”, raadt iemand aan over het computerprogramma. Maar in plaats van er opdrachten uit te gooien, blijkt het toevoegen van een ‘wacht’-commando hier de oplossing.
Nauwkeurig klusje Het is vier uur op donderdagmiddag. Bij velen hangt het hemd uit de broek en staat het zweet op het voorhoofd. Studio 14 ruikt intussen als een sportlokaal. In het komende uur moeten aanvoer van dozen, aanvoer van producten en een geprogrammeerde robot tot een werkend geheel samengevoegd worden. De tafel en de rollenbanden voor aan- en afvoer van de dozen moeten aan elkaar vast gemaakt. Een stel grote lijmklemmen biedt de snelste oplossing. Ondertussen ligt Wisse ruggelings onder de opstelling om de nummers van de logische poorten te achterhalen en daar de lichtsensors en de hydraulische kleppen op aan te sluiten. De robotprogrammeurs staan met vlekken in hun nek de laatste aanpassingen in het programma bij te werken. Voor iedere beweging moeten ze
de precieze plek aangeven voor benadering, laten vallen en terugkeer. Dat is een nauwkeurig klusje. En dan zijn er nog de conditionele bepalingen: “Als twee laag wordt, dan is product A aanwezig.” Van die dingen. Tegen vijf uur rondt procesbegeleider ir. Tomas Platzer het proces af. Laat maar zien hoever we komen. Bij de eerste poging gaat het hefboompje niet naar beneden waardoor de dozen niet doorrollen. Een los contact is de oorzaak. Bij de tweede poging zet de robot zich trillend in beweging, langzaam nog om geen fouten te maken. Foutloos pakt ‘hij’ een pakje bamigroenten en legt het in de onderste doos, daarna een tweede pakje in de andere doos. Gejuich stijgt op. Dan volgen keurig twee kuipjes pindasaus. De robotarm trekt zich terug en de dozen glijden verder. Nieuwe dozen glijden er voor in de plaats en de robot gaat weer aan de slag. Aangespoord door het succes, voeren de programmeurs de snelheid van de robot op en binnen de kortste keren is iedereen druk bezig om dozen aan te slepen om het apparaat aan het werk te houden. Met drie seconden per product is de robot nu net zo snel als een menselijke inpakker. “En hij ouwehoert niet”, valt Fuijk
op. Hij ziet soms zijn hele inpaklijn stilvallen omdat iemand zijn belevenissen van het weekend moet delen. Hier is het andersom: de robot weet niet van ophouden en zet iedereen aan het werk. Martijn Wisse zegt met plezier terug te kijken op de eerste workshop. Er zullen nog een groot aantal volgen. Er is al overleg met een bomenplanter in de buurt, en met een poffertjesbakker. Uiteindelijk wil Wisse weten hoeveel en wat voor specialisten er nodig zijn om een robot in één dag op een werkplek te installeren. Maar ook heel praktisch: wat voor materiaal en gereedschap moet je in je bus hebben zitten om dat voor elkaar te krijgen. Als daar een bedrijfje uit voorkomt, vindt Wisse dat best. Maar hij vindt dat niet het belangrijkst. “Bij een universiteit gaat het in de eerste plaats om de verspreiding van het idee van fast robotics.” << De robot is aan het werk te zien op bit.ly/1bUEUr3
12
Delta
TU Delft
Tijmen van Oldenrijk (36) stopte twaalf jaar geleden voortijdig met zijn bachelor technische natuurkunde vanwege een depressie. Als dertiger met bagage zit hij nu weer in de collegebanken, werkt hij als studentassistent en wil hij zich graag inzetten voor internationale studenten.
‘relaties zijn belangrijk voor studenten’
Tekst: Connie van Uffelen Foto’s: Hans Stakelbeek
Delta
E
en dertiger die zich inschrijft voor een fulltime opleiding, dat zie je niet vaak aan de TU. “Dat klopt. Ik ben in 1995 met technische natuurkunde begonnen en haalde toen mijn propedeuse in één jaar. In het tweede jaar kwam ik in een drukker studentenhuis en zijn mijn ouders gescheiden. Dat heeft op mij een grote impact gehad. Ik ben toen in een depressie geraakt en ging uit de pas lopen met mijn studie. Dat heb ik niet meer kunnen herstellen. Na zes jaar ben ik gestopt door gebrek aan motivatie en geld.” Wat ben je daarna gaan doen? “Ik ben in Rotterdam als communicatiemedewerker gaan werken bij een christelijke organisatie, Victory Outreach. Zij helpt drugsverslaafden en probleemjongeren een nieuw leven opbouwen. Dat was iets heel anders. Dankbaar werk. Ik was al vier jaar lid van die kerk en actief in de band, als zanger en muzikant. Ook leidde ik een koor. In die periode hadden we voor het eerst een Europese conferentie, in Rotterdam, en was er volop werk. Het was voor mij idealisme wat meespeelde. Ik was nooit zo gefocust op een carrière of veel geld verdienen, meer op een bijdrage leveren, iets kunnen betekenen.” Hoe ben je uit je depressie gekomen? “Ik zie daar de hand van God in: via relaties met mensen die zich met mij verbonden en voor mij klaar stonden. Na negen jaar kreeg ik ineens het idee en de moed om mijn studie toch af te maken. In die periode zijn ook mijn ouders weer bij elkaar gekomen. De familiebanden zijn sterker geworden. Dat heeft veel goed gedaan. Toen het misging met mij had ik niet zo veel mensen om mij heen. Ik worstelde een periode met de vraag: waar doe ik het allemaal voor? Die situatie is nu helemaal veranderd. Daarom zie ik ook hoe belangrijk relaties zijn voor studenten, vooral als ze het even moeilijk hebben met hun studie of op andere vlakken. Ik heb door de jaren heen een duidelijk beeld gekregen waar ik voor leef en dat ik van het leven houd. Nu heb ik een gevoel van rust. Een gevoel van met zekerheid naar de toekomst kijken.” En nu studeer je weer. Heb je elke dag colleges? “Nee, ik had nog maar een beperkt aantal vakken voor de bachelor te volgen en het einde is nu in zicht. Het duurde een tijd voor ik er weer in zat. Het kostte me nogal veel moeite omdat het vrij wiskundig is. Het is een andere manier van werken, zo na een aantal jaren mensen helpen. Het eerste jaar na mijn terugkeer was echt een worsteling. Moeilijk te combineren, omdat ik toen werkte voor het Braziliaanse bedrijf Gelnex in Rotterdam. Ik was daar aangenomen als sales representative voor Duitstalige klanten en ging om die reden een maand naar Duitsland. Daardoor miste ik een belangrijk tentamen. Het heeft me een tijd gekost een goede balans te vinden in het stellen van prioriteiten en het verdelen van mijn energie. Hoe is dat, weer studeren tussen begin twintigers? “Dat gaat bijzonder goed. Ik merk dat ik er toch helemaal tussen pas. Ik voel me heel jong en val niet op. Soms schrikt een studiegenoot wel eens als die mijn leeftijd hoort.”
‘Alles heeft voor mij nu kleur, helderheid en uitdaging’
13
TU Delft
Behandelt die je dan anders? “Nee.” Zien studenten je als een soort grote broer? “Soms. Soms merk ik dat ik meer levenservaring heb. Een enkele keer was er sprake van een kloof. Voor een minorvak bij technische bestuurskunde had ik bepaalde ideeën over dingen die beter moesten aan ons werkstuk en aan onze werkwijze. Dat werd door de groep soms niet zo begrepen. Het kwam pas naar voren bij de evaluatie, toen de docent zei dat we het anders hadden moeten doen. Tijdens vakken bij Techniek, Bestuur en Management ontdekte ik dat ik verder wilde in de academische wereld, ondanks het feit dat ik al ouder ben. Tijdens de lessen identificeerde ik me meer met de leraar dan met de leerlingen. Ik zag mezelf al als docent voor een groep staan en kreeg continu ideeën hoe ik kon helpen het onderwijs verder vorm te geven. Nu wil ik verder in wetenschapscommunicatie, in de breedste zin. Dat heeft er toe geleid dat ik in die richting ben gaan werken: als student-assistent bij het Delft Center for Systems and Control.” Wat doe je daar? “De vakgroep waarbij ik werk, richt zich onder meer op adaptieve optica. Dit is een technologie waarmee de beeldscherpte van bijvoorbeeld telescopen drastisch verbeterd wordt door razendsnelle compensatie van verstoringen in het binnenkomende licht. Ik heb ondersteunende taken voor communicatie en soms coördinatie. Ik redigeer teksten en help bij het maken van wetenschappelijke posters. Als student-assistent merk ik dat ik dezelfde mentaliteit heb als bij Victory Outreach: hoe kun je als organisatie vooruit? Ik heb geen eigen onderzoek. Dat geeft me de ruimte te kijken naar oplossingen die voor de hele groep nuttig kunnen zijn. Nu werk ik tussen promovendi en dat is heel fijn, want die zitten meer in dezelfde leeftijdsfase als ik. Met hen kan ik goed overweg. Onlangs hadden wij bij de lunch een goed gesprek over het huwelijk: wel of niet trouwen? Heel boeiend, over ‘de waarde van een papiertje’ versus de waarde van toewijding en er in slechte tijden voor vechten.” Is het een beetje te combineren: werk én studie aan de TU? “Het is niet gemakkelijk. Toen ik naar Delft verhuisde en op de TU ging werken, ging het veel beter. Ik werk nu twee dagen in de week en heb het voordeel dat ik vrij flexibele werktijden heb. Dat scheelt enorm. De uitdaging zit voor mij in zelfmanagement. Bij Gelnex werkte ik drie dagen in de week. Door vlak voor een tentamen naar Duitsland te gaan, bracht ik een offer dat ik beter had kunnen laten. Ik denk dat dat vaker gebeurt bij studenten die naast hun studie moeten werken.” >>
14
Delta
TU Delft
‘Ik was nooit zo gefocust op een carrière of veel geld verdienen’ Je zei dat relaties heel belangrijk zijn voor studenten en dat je die zelf niet had toen het misging. “Ik denk dat relaties voor mensen altijd belangrijk zijn. Je wordt toch gewoon blij van mensen om je heen? Ik had leuke contacten met medestudenten, maar ik had ook vrienden nodig die me konden bijsturen, vooral oudere met meer ervaring. Als ik me verplaats in internationale studenten, zou ik het geweldig vinden om tijdens een studie in het buitenland leuke contacten te hebben. Voor hen wil ik iets betekenen.” Zet je je in voor internationale studenten? “Niet zozeer vanuit activiteiten. Ik merk dat ik het bijzonder boeiend vind om met ze om te gaan en ik heb een passie voor culturen en talen. Die heb ik veel gebruikt in Rotterdam. Bij onze afdeling op de TU heeft dat zich doorgezet, omdat we hier jonge wetenschappers vanuit de hele wereld hebben. Tegelijkertijd heb ik al twee keer meegemaakt dat een goede vriend die bij mij kwam eten, zei dat het de eerste keer was dat hij bij een Nederlander was uitgenodigd. Terwijl de een al maanden en de ander langer dan een jaar in Nederland woonde. Dan denk ik: dat kan beter. Ik zie dat de TU zelf al veel doet en hoor vooral goede geluiden over de faculteit Luchtvaarten Ruimtevaarttechniek.” Vertel eens? “Ik hoor hoe die faculteit vorm geeft aan het internationale programma, bijvoorbeeld. De Engelstalige bachelor. In de ontvangstweek worden er al groepen gevormd en organiseert de faculteit van alles. Het gaat niet alleen om activiteiten, maar om de hele cultuur. Ik denk dat wij als Nederlanders heel open en sociaal zijn en prima in staat om betere gastheren te zijn. Toch merk ik dat studenten die zelf uit een zeer gastvrije cultuur komen, hier nog vaak op zichzelf leven. Het kost soms tijd voordat ze aansluiting vinden. Terwijl zij het juist nodig hebben, omdat ze bij familie weg zijn. Ik hoop dat we met de Kerst gastvrijheid tonen en dat wij er met zijn allen aan kunnen bijdragen dat hun studietijd hier in Nederland de tijd van hun leven is.” Betekent dit dat jij nu zelf wat gaat organiseren voor internationale studenten? “Ik bespreek nu met een paar vrienden of we iets met Kerst kunnen doen. Kerst is bij uitstek de tijd waarbij je normaal gesproken bij familie bent.
CV Tijmen van Oldenrijk (Amsterdam, 1977) begint in 1995 aan zijn studie technische natuurkunde en haalt zijn propedeuse glansrijk in één jaar. Daarna lukt het niet meer vanwege een depressie. Na vijf jaar gooit hij het bijltje erbij neer. “Ik wou dat ik eerder was gestopt”, zegt hij nu. Van Oldenrijk gaat als communicatiemedewerker aan de slag bij Victory Outreach, een christelijke organisatie die on-
der andere drugsverslaafden helpt een nieuw leven te beginnen. Negen jaar later krijgt hij het idee en de moed zijn natuurkundestudie alsnog af te maken. Hij verruilt zijn appartement voor een studentenhuis en is sinds dit jaar studentassistent bij het Delft Centre for Systems and Control. Het liefst gaat hij verder met de master wetenschapscommunicatie.
Dan is het extra leuk als je met vrienden een leuke avond hebt. Ik denk aan een lounge-setting in een hotel zodat het huiselijk is. Het is altijd leuk om met internationale studenten samen te komen, dus ik verwacht dat het een mooie tijd zal worden.”
Wil je uiteindelijk promoveren? “Ja. Zeker. Zoals ik het nu zie, wil ik dat doen op het gebied van analyse & ontwerp van kennisstructuren en processen. Professioneel gezien ben ik nu echt op mijn plek. Toen ik het moeilijk had zag alles er anders uit. Donker. Ook de TU vond ik toen geen fijne plek. Nu vind ik het een van de mooiste plekken om te werken en te studeren. Alles heeft voor mij nu kleur, helderheid en uitdaging. Ik ben nu op alle gebieden in mijn element.” <<
Wat: WayBack, Dropbox en Bang The Skillet spelen verzoeknummers Waar: Het 'glazen' Konings Huys, Markt 38 Wanneer: 21 december van 13.00 tot 21.00 uur prijs: jouw donatie aan het goede doel Partyprognose:
8
15
party Spotters
nee tegen diarree Een dag lang gratis live muziek en je steunt er nog een goed doel mee ook. De Delftse bands WayBack, Dropbox en Bang The Skillet spelen op 21 december in het 'glazen huis' van Konings Huys op de Markt zoveel mogelijk geld bij elkaar voor 3FM Serious Request - en jij mag de nummers aanvragen. 'Zeg nee tegen diarree'. Geen protestactie tegen de lokale shoarmaboer, maar een serieus bedoelde slogan: 3FM zamelt met de jaarlijkse goede-doelenactie Serious Request geld in om dysenterie tegen te gaan in de wereld. Met de opbrengst zorgt het Rode Kruis voor schoon drinkwater en zeep, de bouw van sanitaire voorzieningen, en voor training en informatie over het belang van goede hygiëne. De Delftse bands WayBack, Dropbox en Bang The Skillet helpen samen met het Konings Huys maar wát graag mee aan de actie. En ach, zo'n slogan moet wel blijven hangen. Noordwijkerhout heeft spontaan een Buikloop georganiseerd. 'Let's clean this shit up', propageert 3FM zelf. Een dankbaarder onderwerp voor taalspelletjes bestaat natuurlijk niet. Een beetje spannend is het wel, want het Serious Request-optreden van Niels Geusebroek bij de schaatsbaan op de Beestenmarkt vorig jaar, lokte - gek genoeg - drie man en een paardenkop. Maar dat was rond lunchtijd, en het Konings Huys pakt het iets grootser aan. Het eetcafé zet een heus 'glazen huis' op de Markt, geïnspireerd op het echte Glazen Huis in Leeuwarden waarin drie 3FM-dj's zich in de week voor kerst opsluiten voor het goede doel. De bands spelen in een doorzichtige tent van 13.00 tot 21.00 uur gratis voor publiek. Voor € 2,50 kun je een nummer aanvragen bij de band, en voor een euro koop je een lootje waarmee je meedingt naar allerlei prijzen. Gewoon wat in de collectebus stoppen mag natuurlijk ook. Bedrijfsleider Melvin Dekker van het Konings Huys is niet zo bang voor een tegenvallend bezoekersaantal a la Geusebroek. "In de tent passen drie- tot vierhonderd man, dus ik verwacht in totaal zeker twee- tot drieduizend man publiek." Geen al te wilde schatting, want het café hield vorig jaar al een vergelijkbare actie, maar dan met alleen WayBack en slechts tot 18.00 uur in een kleinere tent - "maar die zat vijf uur lang vol". De ondernemer heeft ondertussen ook collega's geschaakt voor het evenement, onder wie café Belvedère op de Beestenmarkt. In de reeks van vier zaterdagen Pop Out, waarbij telkens een band optreedt, doneert het café de opbrengst van één avond aan Serious Request. Dat betekent dus dat je bier drinkt voor het goede doel. En het grapje dat je de worstenbroodjes op de Markt maar beter links kunt laten liggen, maken we maar niet. (JB) www.hetkoningshuys.eu
Koude handen, warm hart Hoe, is meestal de vraag die ik krijg. Hoe krijg je je vlees altijd op de juiste temperatuur, precies zoals je hem wilt hebben, precies sappig, precies goed? Tja, het is eigenlijk een grote anticlimax, want het antwoord is zo simpel dat je er net zo goed zelf tegenaan had kunnen lopen. Het antwoord, mijn beste lezers, de heilige graal van perfect gegaard, is een thermometer. Zo simpel is het. Wel een digitale graag, die zijn het meest precies. Met de Kerst voor de boeg is dat hét cadeau voor de enthousiaste kookfanaat die er helaas te vaak net naast zit. Belofte van mij, geef er een keer ongeveer twintig euro aan uit en je zult nooit meer hetzelfde naar het garen van producten kijken. Het garen van vis, vlees en gevogelte is een proces waar je de eiwitten omzet van een rauw stadium naar een ‘gaar’ stadium. Deze omzetting gebeurt soms door zuur (citroensap bij vis), maar meestal door temperatuur. En laat het nou zo zijn dat als je de temperatuur rond het omslagpunt te pakken hebt, je producten er altijd perfect uit zullen komen. Nooit meer droog vlees, niet-gare kip of doodgebakken vis! Hierbij de miktemperaturen als kleine geheugensteun voor de meest voorkomende producten. Rundvlees, biefstuk: Rare bij 50, medium bij 55 en well done bij 60 graden Varkensvlees: voor veiligheidsredenen 65 tot 70 graden aanhouden Kip: voor veiligheidsredenen tussen de 70 en 72 graden aanhouden Vis: op 55 graden zijn de meeste vissoorten precies goed Zo zie je het dat het verschil bij biefstuk tussen rare en well done slechts tien graden is. Het begrijpen van de effecten van temperatuur op producten is de sleutel om beter te gaan koken. Prettige kerstdagen en een gelukkig Nieuwjaar!
Met geslepen messen, Job Hogewoning
drank!
Nog een kleine twee weken, en dan mogen jongeren onder de achttien geen alcohol meer drinken. Beetje jammer voor de eerstejaars van zeventien, die vanavond nog doodleuk legaal ondersteboven aan de tap hangen, maar bij de eerste vuurpijl op 1 januari strafbaar bezig zijn. Hopen dat je snel achttien wordt dan maar, of lapt alcoholminnend én - schenkend Delft de nieuwe regel aan zijn laars?
O
p de Delftse studentenpopulatie is het aantal zeventienjarige TU'ers te verwaarlozen. Toch lopen er op elke studentenvereniging wel een paar rond en zijn minderjarige studenten - zeker als je hbo'ers meetelt - rijkelijk vertegenwoordigd in de Delftse horeca. Natuurlijk, want drinken mag in Nederland als je zestien jaar of ouder bent. Tot 1 januari tenminste. Daarna wordt de nieuwe alcoholwet van kracht, die bepaalt dat alcohol alleen nog maar verkocht en geschonken mag worden aan jongeren boven de achttien jaar. Oók op studentenverenigingen. Gebeurt dat
toch, dan is de onderwijsinstelling medeverantwoordelijk. Daar sta je dan, als zeventienjarige op de sociëteit met je jaarclub die tien bier bestelt en jou gezellig aan de ranja zet. Maar: een eerstejaars van zeventien is bijna achttien - wat maken die paar maanden uit? Hoe streng gaan studentenverenigingen straks om met de nieuwe wet? Een tijdje geleden ontvingen ze stuk voor stuk een briefing van de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV), met tips hoe ze minderjarige studenten aan het appelsap kunnen houden. “De sociale controle is groot, dus veel mensen weten wie de minderjarige leden zijn”,
zegt preses Anne Kamp van de LKvV. “Studenten moeten elkaar in de gaten houden.” Maar voor de zekerheid stellen alle besturen regels op.
Ook niet stiekem En daar luisteren de Delftse verenigingen natuurlijk braaf naar. "Ja", reageert voorzitter Jan Keenan (22, vijfdejaars technische bestuurskunde) van studentenvereniging Virgiel stellig. Hij heeft zijn huiswerk gedaan: "Op 1 januari hebben wij welgeteld zes leden rondlopen onder de achttien jaar." En die mogen geen alcohol drinken. Ook niet stiekem in een hoekje, als zijn vriend van
achttien het voor hem bestelt. No mercy: "Het is de wet, en daar hebben wij ons aan te houden. Dit is het moment waarop we kunnen laten zien wat voor vereniging we zijn, en dat je zonder alcohol ook lol kunt hebben." Voor de zekerheid hanteert Virgiel vanaf januari een leeftijdsgrens van achttien jaar voor externe feesten. "Gewoon om het onszelf gemakkelijk te maken; we gaan niet werken met polsbandjes." Want je kunt alcoholloos feesten nog zo leuk laten lijken, uiteindelijk wil iedereen op een studentenfeest natuurlijk gewoon een biertje. Of tien. Voor de gewone avonden bij de vereniging krijgen de >>
Vier manieren waarop de durfal de alcoholwet tart Fake ID Go old school; neem een fake id! Leen er eentje van iemand die op je lijkt, of knutsel een beetje handig. Het is niet alsof je door de douane moet wanneer je een drankje bestelt; de barman kijkt waarschijnlijk nauwelijks. Indrinken Gezellig, net als op de middelbare school! Een lading vrienden, muziekje en wat lekkere flessen die zijn aangeschaft door degenen die wel oud genoeg zijn. Tegen de tijd dat je bent ingedronken, past er in de kroeg of op de sociëteit geen biertje meer bij en ga je maar wát lief aan het water. Oudere vrienden ... regelen dat drankje wel voor je. Kwestie van snel naar binnen tikken voordat iemand je polsbandje opmerkt, of gewoon meesmokkelen naar de wc. Heupflacon Ooit weleens gefouilleerd bij je vereniging? We bedoelen maar... Appelsap of Apfelkorn: who notices the difference?
'Die TU-studenten zijn allemaal ouder hoor, het is niet zomaar een mbo-opleiding' barmannen een lijst met de minderjarige leden. "We weten van elkaar wie zeventien is", zegt Keenan, "en spreken elkaar erop aan als het fout dreigt te gaan met alcohol. Dat maken we vanaf de kennismakingstijd al duidelijk."
Boete of schorsing Hartstikke nobel, maar een beetje hypocriet is het natuurlijk wel dat de zeventienjarige die op 30 december nog onder luid gejuich van zijn medeleden aan de tuinslang hangt, twee dagen later opeens aan de ranja moet. "Ik zou het zelf ook niet leuk hebben gevonden", reageert de voorzitter, "maar ik begrijp het grote plaatje, als je de feiten leest over wat alcohol doet met jongeren." Lid worden van Sint Jansbrug dan maar? Helaas: daar krijgen zeventienjarigen ook nul op het rekest. "We hebben er vier rondwandelen", heeft president Thomas Horstink (22, vijfdejaars
werktuigbouwkunde) paraat. "Ik snap dat het even inhouden is voor die vier, maar over een paar jaar weet niemand beter. En je kunt ook genieten van een vereniging zonder alcohol." Ook bij Jansbrug krijgt het barpersoneel dus een lijst met leden aan wie niet geschonken mag worden. Voor introducés geldt een identificatieplicht. Wie de alcoholleeftijd schendt, krijgt een straf die kan variëren van een geldboete tot schorsing tot het moment dat het betreffende lid achttien is. Het Delftsch Studentencorps hanteert een vergelijkbare maatregel. President Allard de Stoppelaar (24, bouwkundebachelor en aankomend student civiele techniek) is luid en duidelijk: wie van de veertien zeventienjarige leden (op totaal ruim 1800 leden) de alcoholregel schendt, vliegt er minimaal een halfjaar uit. "Niet alleen omdat we ons als corps aan de wet willen houden, maar ook omdat ze onze
reputatie schenden als ze zich misdragen." Even heeft de vereniging overwogen een leeftijdsgrens te hanteren van achttien jaar. "Maar we hebben meer te bieden dan drinken. Toneel, hockey en tennis bijvoorbeeld. Dat willen we minderjarige leden niet ontnemen." Op evenementen als de Kriminele, bij toegang tot corpsdiscotheek Lorre en voor introducés hanteert de vereniging wel een leeftijdsgrens van achttien jaar. De hoofden van de minderjarige leden prijken op een lijst bij de bar voor de reguliere avonden op de 'Zaak'.
polsbandjes Bij de Delftsche Studentenbond wordt het leven als zeventienjarige er ook al niet makkelijker op. De studentenvereniging heeft er geen moment over nagedacht om de hele vereniging gewoon maar achttienplus te maken, maar president Zimo Sibbing (22, technische wis-
kunde en technische natuurkunde) overweegt voor open feesten wel een polsbandjessysteem in te voeren. "We twijfelen nog." Welgeteld twee leden zijn nu zeventien jaar. "Na de Owee zullen daar vijf tot tien minderjarigen bijkomen", gokt Sibbing. De sociale controle op de Bond is groot genoeg om te voorkomen dat meerderjarigen hun minderjarige medeleden toch een biertje toeschuiven, denkt de president. "En mocht het toch gebeuren, dan stellen we daar een maatregel tegenover." Hij zegt liever niet welke. "Er hangt een te grote geldboete of misschien zelfs het intrekken van onze horecavergunning boven ons hoofd om er minder serieus mee om te gaan." En op de omzet heeft de nieuwe maatregel niet tot nauwelijks effect. De Koornbeurs, geen studentenvereniging maar een jóngerenvereniging met leden vanaf zestien jaar, zit ondertussen met de han-
Tekst: Jorinde Benner/HOP Foto’s: Sam Rentmeester/Hans Stakelbeek
Delta
19
TU Delft
Alcohol in een minderjarig brein Alcohol is in grote hoeveelheden voor niemand gezond, maar voor jongeren kan het desastreus zijn. Alcohol breekt hersencellen af, óók de cellen die nog moeten rijpen. Pas rond het 24ste levensjaar zijn de hersenen uitontwikkeld. Tot het achttiende levensjaar ontwikkelt met name de prefrontale cortex. Die regelt onder meer het karakter, zelfcontrole, organisatievermogen en het vermogen om rekening te houden met anderen. Verder tast alcohol bij pubers de cognitieve functies aan, de botontwikkeling én de seksuele ontwikkeling, omdat het de hormoonbalans verstoort. Een klein deel van die schade kan hersteld worden door langere tijd niet te drinken, maar dat is nou juist iets wat veel jongeren tot achttien jaar niet onder controle hebben. De eerste gevallen van Korsakov - dat vrouwen overigens sneller ontwikkelen dan mannen - bij twintigers zijn al vastgesteld. (Bron: Verslavingszorg Noord Nederland, Centrum voor Jeugd en Gezin)
den in het haar. Voor hen is de wet financieel wel ingrijpend. "We zien per januari al een terugloop in het aantal externe feestjes dankzij die regel", zegt bestuurslid Joanne Jimmerink (23), masterstudent bouwkunde en civiele techniek aan de TU. "We zijn wel benauwd voor onze omzet, ja." De vereniging roept per 1 januari een polsbandjessysteem in het leven. "Verder zullen onze portiers veel strenger moeten controleren, en bij entree om een id vragen." Ook De Koornbeurs gaat werken met een 'zwarte lijst' achter de bar. Barpersoneel dat toch alcohol schenkt aan minderjarigen, wordt waarschijnlijk de toegang tot de Koornbeurs ontzegd.
Niet zo nauw Je mag bidden dat je op 2 januari jarig bent als zeventienjarige. Heb je zo snel je vwo afgerond, krijg je ranja op je volwassenheid. Gelukkig kun je altijd nog de reguliere
Delftse horeca in, want die lijkt het niet zo nauw te nemen met de regel. "Jonger dan achttien?" Als Coby Aldenberg, vrouw van de eigenaar van Café De Klok aan de Oude Delft de telefoon opneemt, valt ze bijna om van verbazing. "Nee joh, die komen helemaal niet bij ons, voor ons gaat die hele alcoholregel niet op. Die TU-studenten zijn allemaal ouder hoor, het is niet zomaar een mbo-opleiding. Je komt echt niet op de TU als je jonger bent." De Klok heeft dan ook geen enkele stap genomen om op leeftijd te gaan controleren. "Ja, misschien als ik eens keer denk: goh, dat is wel een heel jonkie. Ik bedoel: zeg nooit nooit; iedereen weet dat het niet zo goed is om heel jong al alcohol te drinken. Maar zo'n jonkie heb ik hier nog nooit gezien." Bij Café Tango aan de Nieuwstraat, vaste stek van een hoop TU-studenten, is de reactie niet veel anders. "Echt jonge studenten komen hier
niet zoveel, eerder 21-plus. In een paar jaar tijd hebben we misschien één keer om een identificatie gevraagd, en die bleek onterecht. Wij hebben geen enkele reden om ons alcoholbeleid strenger te maken, maar bij twijfel vragen we natuurlijk altijd om een id." Arjen Boot, eigenaar van Café De V aan de Voorstraat, lijkt daarentegen onverbiddelijk - in eerste instantie. "Wij gaan vanaf 1 januari iedereen id'en, we hebben geen keus." Maar zijn klandizie is niet onder de achttien jaar, denkt hij. "Bij twijfel vragen we naar identificatie." Een stuk of zeven telefoontjes later lijkt de houding van de Delftse horeca eenduidig: geen polsbandjes, geen loeizwaar deurbeleid, maar bij twijfel over de leeftijd een id-check. Goed nieuws voor de minderjarigen aan de TU, maar corpspresident De Stoppelaar baalt er wel een beetje van. "Dat maakt het voor ons natuurlijk niet makkelijker om de
regel te handhaven. Overal mogen ze drinken, maar op hun eigen vereniging niet."
Trechter Zelfs de TU zelf maakt zich vooralsnog niet al te druk om de nieuwe regel. "Voor ons geldt wat overal geldt", zegt een woordvoerder, "en dat gaan we gewoon doorvoeren." Geen polsbandjes, geen id-controles, geen extra waakzaamheid tijdens een diesborrel waar een wijntje zo is meegepakt? "Wij doen precies hetzelfde als wat andere instellingen doen." Toch: een goede minderjarige eindexamenkandidaat, is voor zijn studietijd paraat: een heupflaconnetje doet het goed als eindexamencadeau, komend jaar. <<
20
Delta
TU Delft
‘Je hebt goede en slechte referenties, studenten hebben daar geen idee van’ (Bas Flipsen, docent bij Industrieel Ontwerpen)
21
Tekst: Connie van Uffelen
Studenten en plagiaat. Het lijkt een onuitroeibaar probleem, ook aan de TU Delft. De universiteit probeert het op verschillende manieren tegen te gaan, maar duidelijker en vooral uniforme regels zouden geen kwaad kunnen.
S
tudenten die andermans werk overschrijven zonder juist te citeren of parafraseren, of zonder hun bron te vermelden. Het is bij bijna alle faculteiten een jaarlijks terugkerend fenomeen, blijkt uit cijfers van examencommissies. “Bij iedere vergadering is het een vast onderwerp”, zegt Erik Ootes, secretaris van de examencommissie van Bouwkunde. “Het wordt meer gemeld. Dat vragen we docenten ook, hoe klein het ook is. We moeten het weten, om te voorkomen dat studenten het randje opzoeken.” Want studenten gaan nog wel eens over het randje: bij Bouwkunde telde Ootes in het collegejaar 2011-2012 zeven gevallen van plagiaat en een jaar later acht. Bij Industrieel Ontwerpen bleek twee jaar geleden bij één vak sprake te zijn van zes gevallen van plagiaat, waarbij in totaal negentien studenten betrokken waren. Dat waren niet allemaal fraudeurs. “Gemiddeld is de helft fraudeur en de helft bron van de geplagieerde tekst”, zegt secretaris van de examencommissie, Joop van Eijk. Bij de overige faculteiten krijgen examencommissies jaarlijks steevast een handjevol meldingen. Een uitzondering lijkt Technische Natuurwetenschappen: daar waren de afgelopen twee collegejaren geen meldingen van plagiaat, en het jaar daarvoor slechts één. “Studenten draaien mee in lopend onderzoek”, zegt Corrie Zeeuw van de examencommissie daarover.
Plagiaatfolder De universiteit probeert plagiaat wel tegen te gaan. In de code of ethics TU Delft staat: ‘Studenten van alle niveaus zijn bekend met het gepubliceerde beleid op het gebied van plagiaat en fraude aan de universiteit’. Uit een inventarisatie van de dienst onderwijs en studentenzaken blijkt dat vijf faculteiten aan het begin van het studiejaar actief een plagiaatfolder onder de aandacht brengen van studenten. Bouwkunde houdt het bij een praatje van de directeur onderwijs en Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek en Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3mE) hebben de plagiaatfolder op hun website gezet. In de plagiaatfolder staat wat parafraseren en citeren is en hoe dat globaal moet: altijd met een correcte bronvermelding en bij citeren met aanhalingstekens. Verder waarschuwt de folder dat werkstukken met een plagiaatscanner kunnen worden gecontroleerd en dat de examencommissie een straf kan opleggen variërend van een berisping of uitsluiting van een of meer tentamens tot een jaar uitsluiting van alle tentamens. Verder biedt de bibliotheek drie cursussen informatievaardigheden aan: information literacy l, ll en lll. Nummer l is voor
eerstejaars bachelorstudenten. Afgelopen jaar hebben voor het eerst alle bacheloropleidingen cursus l in het curriculum gehad. Onderdeel daarvan is een plagiaattest, ontwikkeld door Indiana University. De test bestaat uit tien vragen met voorbeelden om plagiaat te leren herkennen. Cursus ll is een verdieping en lll is voor masterstudenten. Daarnaast verzorgt het Instituut voor Talen en Academische Vaardigheden van de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM) bij diverse (maar niet alle) opleidingen het vak schriftelijk rapporteren. Technical writing is het Engelstalige zusje en scientific writing een tweedejaars vervolgvak. Deze vakken zijn ook als keuzevakken te volgen. Bij het vak schriftelijk rapporteren komt vooral wetenschappelijk plagiaat aan bod. Een andere vorm is het overschrijven van elkaars huiswerk of het kopiëren van scriptiesonline.nl, vertelt coördinator en docent communicatieve vaardigheden Pauline Post. “Dat is wat je het spieken anno 2013 kunt noemen.” Zelfs als docent rapportagetechnieken merkt Angeniet Kam elk jaar wel een keertje dat studenten elkaars huiswerk overschrijven. “Terwijl je in je instructie heel duidelijk hebt gezegd dat ze het individueel moeten doen.”
Recidivist Pijnlijk vond Kam vorig jaar een geval van opzettelijk plagiaat. Het betrof een eindwerkstuk voor een cijfer. “In de cursus had ik die student al veel feedback moeten geven op taal. Het werkstuk was vrijwel perfect geschreven. Dan denk je: hier klopt iets niet helemaal, hoe zit dit?” Kam haalde de tekst door Safe Assign, de plagiaatscanner waarmee docenten via Blackboard teksten kunnen vergelijken met internet en alles wat eerder in Safe Assign is opgeladen. De plagiaatscanner meldde geen score die bij Kam de alarmbellen deed rinkelen. Daarna googlede Kam één verdacht zinnetje uit het werkstuk. Het bleek uit een rapport te komen dat de student had gebruikt. “Zeker vijftig procent van zijn werkstuk bestond letterlijk uit dat onderzoek”, zegt Kam. De student gaf toe dat het misschien niet zo slim was. Maar ja, hij had ‘zoveel andere dingen te doen’. Bij de examencommissie bleek dat de student een recidivist was. “Hij mocht zich twee kwartalen niet inschrijven voor dit vak. Dit zijn gelukkig incidentele gevallen.” De plagiaatscanner brengt dus niet elk plagiaat aan het licht. Safe Assign vergelijkt alleen teksten: in tekeningen, berekeningen, schema’s en formules vindt de scanner geen overeenkomsten. De TU onderzoekt overigens alternatieven. Als een tekst bij de plagiaatscanner een lage score oplevert, is er weinig overeenkomst met andere teksten. Maar bij welk percentage check je? “Ik ga pas kijken bij een score boven de tachtig procent”, zegt Ernest van Breemen. Hij is bij Industrieel Ontwerpen een van de voorlopers in het gebruik van de plagiaatscanner. “Als er een werkstuk is ingeleverd waarbij de vragen zijn overgetypt en de antwoorden weinig tekst bevatten, is er al gauw een hoge score van ruim vijftig, zestig of zeventig procent. Dat gebeurt zo veel dat ik scores tussen vijftig en tachtig procent nauwelijks bekijk.” >>
22
‘In Azië zijn de woorden van de meester vaak nog erg belangrijk: niets beter dan dat’ Van Breemen is bij IO coördinator van het bachelor eindproject en geeft het vak product in werking. Het was bij dit vak dat twee jaar geleden negentien studenten waren betrokken bij plagiaat. Bij dit vak zijn studenten in groepen ingedeeld en moeten ze sinds een aantal jaren in duo’s een werkstuk inleveren. Ze mogen niet samenwerken met iemand in een andere groep. “Vanaf het begin zijn er jaarlijks delen van andermans werk ingeleverd, bijna uitsluitend werk van andere duo’s. Als we ieder individueel zouden laten werken, zouden we tweemaal zo veel nakijkwerk hebben. Daar heb ik het aantal uren niet voor, zelfs niet met student-assistenten.” Het gebeurt volgens Van Breemen regelmatig dat studenten een werkstuk van een voorgaand jaar te pakken krijgen, bijvoorbeeld omdat ze zijn geholpen door een ouderejaars. “Die heeft dan gezegd: kijk hier eens naar. En in plaats van dat te gebruiken als leermateriaal, hebben ze het gewoon van voor tot achter overgeschreven.” Voor het bachelor eindproject heeft Van Breemen een testmogelijkheid in Safe Assign ingebouwd. Studenten kunnen dan vooraf zelf kijken hoe groot de overeenkomst in hun werkstuk is. “Je kunt ze zo begeleiden en ze nog eens verwijzen naar de juiste manier van refereren. Daar leren ze van.” Zijn collega Bas Flipsen maakte eens mee dat twee groepjes bijna hetzelfde stuk hadden ingeleverd. “Dan zie je dat twee projectgroepjes aan één tafel gaan zitten samenwerken en vraag ik me af: moet ik ze nou stimuleren om samen te werken of ze gescheiden houden? Het is toch sneu als iemand zijn kennis deelt en daarna gestraft wordt. Ik vond het heel moeilijk.” Flipsen vindt studenten soms slecht refereren. “Dan hebben ze een rapport geschreven en zetten ze er tien urls van websites achter. Dan vraag ik: waar heb je deze referentie gebruikt? ‘Ja, dat weet ik niet.’ Maar ja, daar gaat het nou net om. Je moet ook de titel van het stuk hebben en de schrijver ervan proberen te vinden. Anders kun je het niet nazoeken. Je hebt goede en slechte referenties en studenten hebben daar geen idee van.”
Stress en onvermogen Een gebrek aan kennis en onervarenheid zijn vaak oorzaken van plagiaat, zo bleek uit literatuuronderzoek van Dimitra Dodou en Joost de Winter (2011) van de faculteit 3mE. Studenten zouden plagiaat van internet minder erg vinden, omdat ze het web als een openbare bron beschouwen. Slecht time management, een verkeerde interpretatie van teamwork, de gewoonte vanuit de middelbare school om te reproduceren, stress en onvermogen waren andere redenen voor plagiaat, vonden Dodou en De Winter. Uit hun literatuuroverzicht blijkt ook dat sommige typen studenten meer plagiëren dan andere. Er is een hoger risico bij jonge of zwakke studenten, studenten die verbaal minder sterk zijn of juist zeer ambitieuze studenten. Een van de belangrijkste oorzaken van plagiaat door internationale studenten is een probleem met de Engelse taal. Studenten voelen zich dan zo onzeker over hun herformuleren dat ze andermans woorden gebruiken. Daarnaast blijken bij internationale studenten culturele waar-
den een rol te spelen. Dat merkt Angeniet Kam ook: “Buitenlandse studenten zijn vaak niet voldoende op de hoogte van gewoontes in onze westerse cultuur. In Azië zijn de woorden van de meester vaak nog erg belangrijk: niets beter dan dat. Dus als je de meester overschrijft is dat alleen maar oké, even gechargeerd gezegd. Dat is een ander soort schrijfcultuur.” Dodou beschreef in haar paper ook haar ervaringen met achttien masterstudenten die elk drie teksten moesten schrijven. Na de eerste opdracht bleken vier studenten plagiaat te hebben gepleegd, waarna Dodou ze schriftelijke uitleg gaf over plagiaat. Bij de tweede opdracht deden deze studenten het beter, maar waren er zes nieuwe gevallen. Die zes kregen ook schriftelijke instructies en een gesprek, waaruit bleek dat er een gebrek aan kennis was. Daarom besloot Dodou een klassikale instructie te geven en merkte ze dat het ging om onwetendheid, niet om opzet. Van de twaalf aanwezige studenten bleken er na de derde opdracht nog maar twee plagiaat te plegen. Hoewel het om een zeer kleine groep ging en plagiaat niet helemaal was verdwenen, is Dodou hoopvol. “Ik vermoed dat het wel goed komt. De tientallen rapporten die elke student schrijft, bieden voldoende gelegenheid om te leren. Plagiaat kan worden geëlimineerd door instructie.” Toch zouden die instructies aan de TU nog wel wat beter kunnen, vinden Pauline Post en Angeniet Kam. Zij behandelen bij hun vakken verschillende manieren van bronvermelding en geven daar veel voorbeelden van, zoals bijvoorbeeld de veelgebruikte stijl van de American Psychological Association (APA, voorbeeld: onder dit artikel). “Dat geeft meteen al aan wat het probleem is”, zegt Kam. “Hier bij TBM is APA een veel voorkomende stijl, maar bij de studies luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, technische natuurkunde, molecular science & technology en andere opleidingen gebruiken ze een numeriek systeem. Dat maakt het voor studenten soms bijzonder verwarrend. De ene docent schrijft dit voor, de andere dat. De TU heeft daar geen centraal beleid in. Het zou al helpen als je per faculteit een handzaam boekje of een online voorschrift maakt met regels die voor de hele bachelorfase gelden. Dat geeft duidelijkheid.” Docenten zelf doen het overigens ook niet altijd goed, merkt Kam. “Projecthandleidingen voldoen vaak niet helemaal aan de eisen. Studenten hebben dan wel een argument als ik zeg dat hun titelbeschrijving niet in orde is. Dat zeggen ze ook letterlijk: ‘Ja maar ik heb het overgenomen zoals het in de projecthandleiding stond’. Tja, docenten zijn niet feilloos en ook maar mensen.” << (Bron: Dodou, D., De Winter, J.C.F. (2011). ‘Why students’ plagiarism is such a persistent phenomenon: A literature review and empirical study’. Geraadpleegd op www.sefi.be/wp-content/papers2011/T14/192.pdf)
Tekst: Redactie Delta Foto’s: Sam Rentmeester/Hans Stakelbeek
23
De mensen, de dingen
24
Delta magazine
emensendedingendemensendedingendemensendinge ANKA mulder
Weerpalen Een netwerk van tienduizenden weerstations die Afrikanen meer zekerheid geven over weer en water en zo zorgen voor hogere landbouwopbrengsten. Dat is de droom van Nick van de Giesen (CiTG) en zijn Amerikaanse collega’s professor John Selker en dr. Marc Andreini. Deze zomer vond in Kenia de aftrap plaats van hun project de Trans African Hydro Meteorological Observatory. Afrikaanse studenten bouwden daar met goedkope elektronica low budget weerstations.
Van directeur onderwijsen studentenzaken, via secretaris naar lid van het college van bestuur. Op 1 april volgt Anka Mulder Paul Rullmann op als ‘vicepresident for education and operations’. Daarbij hoort de aanstelling als beheerder van de universiteitsdienst (ud). Drie maanden na haar aantreden moet Mulder bekendmaken dat de ud miljoenen moet bezuinigen.
Curriculum Een gigantische operatie. De voorbereidingen voor een nieuw curriculum voor tien van de vijftien bacheloropleidingen vergen de eerste acht maanden van het jaar veel tijd en aandacht van docenten en onderwijskundigen. Maar in september kan het nieuwe onderwijsprogramma van start. Vakken zijn vanaf nu per module en vaak per thema gegroepeerd, er lopen minder vakken naast elkaar en studenten worden actief gehouden met tussentoetsen, deeltoetsen en het schrijven van verslagen. Alles om hen sneller door de studie te loodsen.
Delta magazine
25
endemensendedingendemensendedingendemensende Geldverdeling Na jaren soebatten tussen TU-bestuur en de medezeggenschap is het dit voorjaar eindelijk zover: de TU heeft een nieuw model voor de verdeling van overheids- en collegegelden over de faculteiten. Deze budget toekenningssystematiek (BTS) zorgt volgens de betrokkenen tot een evenwichtiger verdeling van geld. De faculteiten krijgen vanaf 2014 ieder een basisbedrag, waarmee de kwaliteit van onderzoek, onderwijs en valorisatie gewaarborgd moet zijn. Daarnaast krijgen zij een variabel deel dat afhankelijk is van het aantal behaalde studiepunten, promoties en ontwerpcertificaten.
Rennende robot Hij huppelt rond als een ballerina. De eerste Delftse rennende robot, robot Phides, moet inzicht verschaffen in de wijze waarop mensen rennen. Volgens de maker, de in januari gepromoveerde dr.ir. Daniel Karssen (3mE), ontbreekt dat inzicht nu nog grotendeels. En dat is nadelig voor de ontwikkeling van hulpmiddelen die gehandicapte mensen laten rennen, zoals hardloopprotheses.
PIETER STOUTJESDIJK Een huis dat je zonder schroeven en spijkers in elkaar steekt; dankzij dat concept werd ir. Pieter Stoutjesdijk dit jaar benoemd tot beste afstudeerder bij Bouwkunde. De ingenieur bouwde een maquette van een huis met een computergestuurde freesmachine. De woning bestaat uit 2484 onderdelen. Die passen naadloos (‘friction fit’) in elkaar. De techniek is goed te gebruiken in rampgebieden waar in razend tempo nieuwe huizen gebouwd moeten worden, meent Stoutjesdijk.
Quantumcomputer “Het is onze ambitie om als eerste ter wereld een werkende quantumcomputer te ontwikkelen”, zei prof.dr.ir. Leo Kouwenhoven op 2 oktober bij de bekendmaking van de vestiging van het QuTech Centre in Delft. QuTech, dat halverwege 2014 de poorten zal openen, is de voortzetting van het in december geopende QC-lab waarin onderzoekers van TNW en EWI onderzoek doen aan quantumbits, verstrengeling en communicatie zonder verstoring van de quantumtoestand. Het is onderzoek dat regelmatig de kolommen van Nature en Science haalt. Quantumbitcorrectie en het programmeren van quantumcomputers zijn de nieuwste onderwerpen van onderzoek. In het QuTech-lab zullen de onderzoekers samenwerken met onderzoeksinstituten als TNO en SRON en met hightech bedrijven. De overheid draagt jaarlijks vier miljoen euro bij, de TU vijf miljoen. Aanzienlijke steun was er al eerder vanuit EU en Microsoft.
26
Delta magazine
emensendedingendemensendedingendemensendinge Numerus fixus Met tegenzin vraagt de faculteit 3mE in september een numerus fixus aan voor de studie werktuigbouwkunde. Die zal gelden voor het studiejaar 2014-2015. 3mE kan het grote aantal eerstejaars niet meer aan. Dat is zuur, omdat de arbeidsmarkt juist staat te springen om werktuigbouwkundigen. Niet voor niets willen de faculteit en het TU-bestuur zo gauw mogelijk af van het beknotten van de instroom tot zeshonderd studenten. Daarvoor zal 3mE eerst moeten uitbreiden.
Ontslagen In november worden de details bekend van de bezuinigingen bij de universiteitsdienst. Veel diensten kunnen toe met het schrappen van kleinere projecten. De TU Delft Library en de dienst human resources moeten relatief veel mensen laten gaan. Voor alle diensten samen gaat het om een bezuiniging van bijna 6,9 miljoen euro. Er verdwijnen 44 arbeidsplaatsen, grotendeels via natuurlijk verloop.
Lex keuning Na bijna veertig jaar onderzoek aan zeiljachtrompen in de Delftse sleeptank, heeft botenexpert dr.ir. Lex Keuning (3mE) zijn levenswerk vrijgegeven aan jachtbouwers en onderzoekers. De Delft Systematic Yacht Hull Series staat online. Met de meetgegevens van zeventig rompvormen, die Keunings de afgelopen 39 jaar bestudeerde, kun je software maken die de prestaties van schepen al tijdens het ontwerp voorspellen. dsyhs.tudelft.nl
Delta magazine
endemensendedingendemensendedingendemensende Satelliet De TU heeft er een satelliet bij. Op 21 november om 08.10 uur, is Delfi-n3Xt gelanceerd vanuit Yasny in Rusland met een oude Russische Dnepr-raket. Bijna vijf jaar hebben studenten en medewerkers van de TU er aan gewerkt. Het is de tweede Nederlandse universitaire satelliet en de opvolger van de eerste TU-satelliet, Delfi-C3, die in april 2008 werd gelanceerd. Hoewel ontworpen voor een jaar, functioneert die satelliet ook nog steeds.
gijs kuenen Nieuw ontdekte microben geven mogelijk inzicht in het vroegste leven op aarde, denkt microbioloog en emeritus hoogleraar prof.dr. Gijs Kuenen (TNW). Hij komt al drie jaar achtereen in Californië voor onderzoek aan bacteriën uit drie hoogbasische bronnen (pH12). Inmiddels zijn de organismen geïsoleerd en is hun DNA gelezen. Het is Kuenen en collega’s een raadsel hoe iets kan leven in zulk basisch water dat bovendien nauwelijks fosfor, stikstof of zwavel bevat – de bouwstenen van het leven. Men vermoedt dat het eerste leven op aarde onder vergelijkbare omstandigheden is ontstaan.
Wereldkampioen
Snelste fietser Sebastiaan Bowier sjeesde half september met een duizelingwekkende snelheid van 133,78 kilometer per uur in de hightech ligfiets Velox3 door de woestijn van Nevada. Daarmee veroverde hij het wereldrecord en werd hij de snelste fietser op aarde. Het was 0,6 km/u harder dan het staande wereldrecord van de Canadees Sam Wittingham. De Velox is een project van studenten van de TU en studenten bewegingswetenschappen van de VU Amsterdam, verenigd in het Human Power Team.
Lagaaister Mirte Kraaijkamp wint op het WK-roeien in Zuid-Korea een gouden medaille in de lichte dubbelvier. Ze is daarmee de eerste vrouw van Laga die wereldkampioen is. Nu traint Kraaijkamp voor de Olympische Spelen in 2016.
28
Advertenties
ALGEMEEN In kantoorgebouw ‘Torenhove’ zijn kantoorruimten beschikbaar vanaf circa 35 m2. Het gebouw telt 22 verdiepingen van 845 m2 waarvan circa 7.600 m2 wordt gehuurd door gemeente Delft. De overige kantoorruimten worden zowel door grote als kleine bedrijven met een grote verscheidenheid in bedrijfsactiviteiten gehuurd. Het kantoorpand is gelegen naast winkelcentrum ‘De Hoven Passage’. BEREIKBAARHEID Het pand is gelegen nabij het centrum van Delft en goed bereikbaar middels de Voorhofdreef en de Kruithuisweg, de A13 (Den Haag-Rotterdam), afslag Delft-Zuid, alsmede de A4 (verlengde Den Haag-Amsterdam). Voor de deur bevindt zich een tram- en bushalte met een directe verbinding naar centraal station Delft en Den Haag. PARKEREN Naast de Torenhove bevindt zich een zogenaamde ‘groene’ parkeergarage met circa 550 parkeerplaatsen. Er zijn tevens oplaadpunten voor elektrische auto’s aanwezig waar tegen betaling gebruik van kan worden gemaakt. Op de begane grond is een afgesloten fietsenstalling ten behoeve van de gebruikers van de kantoren. WERKPLEKVERHUUR Werkplek van ca. 9 m2. Maximaal 3 personen per kantoorkamer. € 130,- per maand excl. BTW per werkplek. Incl. gebruik algemene ruimtes, toiletten, portierdiensten en schoonmaak algemene ruimtes. HUURPRIJS REGULIERE VERHUUR Huurprijzen vanaf € 100,-. Parkeerplaats in de parkeergarage kost € 750,- per jaar. Per 3 units van 35 m2 verplicht één parkeerplaats te huren.
TORENHOVE: IDEALE LOCATIE VOOR HIGHTECH BEDRIJVEN MET EEN BAND MET DE TU Green Valley is een innovatief software huis gespecialiseerd in applicaties waarmee organisaties de dienstverle ning richting hun klanten verbeteren en tegelijkertijd enorm veel kosten besparen: een duidelijke winwin. Dit geldt ook voor de samenwerking tussen Van der Vorm Vastgoed en Green Valley, dat al sinds de startup in 1998 door TU Delft alumnus Rens Boogerd gevestigd is in Torenhove. “Een prima locatie dichtbij alle uitvalswegen en belangrijke OV-knooppunten met een winkelcentrum aan onze voeten. Onze medewerkers komen hier graag en gemakkelijk.“, zegt Rens die als algemeen directeur zijn bedrijf heeft laten groeien tot een van de drijvende krachten achter de digitaliseringsslag van de overheid. “We zijn nu ongeveer 100 man groot met onze hoofdvestiging in Torenhove en nog twee andere vestigingen in België en Noord-Amerika.” “De band met de TU blijft altijd bestaan. Ik ben zelf in Delft afgestudeerd als IO’er, net als twee van mijn mededirectieleden. Daarnaast werken bij ons een groot aantal software architecten en consultants, die ook hun educatieve roots hebben op de TU. Zij zijn vaak voor hun eerste baan of via een afstudeeropdracht of stage bij ons binnengekomen en vervolgens niet meer weggegaan. En ook nu, tijdens de crisisperiode, staat onze deur open voor nieuw lokaal en academisch geschoold talent.”
How do you make a lithography system that goes to the limit of what is physically possible? At ASML we bring together the most creative minds in science and technology to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Per employee we’re one of Europe’s largest private investor in R&D, giving you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done. Join ASML’s expanding multidisciplinary teams and help us to continue pushing the boundaries of what’s possible.
www.asml.com/careers /ASML
@ASMLcompany
Torenhove heeft de groei van Green Valley altijd goed kunnen faciliteren. Rens hierover: “We hebben een paar behoorlijke groeispurts meegemaakt in de 15 jaar dat we hier zitten. Van der Vorm is daarin altijd een hele flexibele partner voor ons geweest. We zijn begonnen met drie werkplekken en zitten nu rond de 75. Het is altijd makkelijk geweest om in Torenhove snel bij te schalen, zelfs op aansluitende verdiepingen. Qua locatie, maar ook wat betreft flexibiliteit en faciliteiten biedt Torenhove ontzettend veel perspectieven voor startende ondernemers, zeker voor degenen met een band met de stad Delft.” Rens vertelt enthousiast over andere leuke aspecten aan Torenhove. “Het contact met andere bedrijven in het pand, zowel groot als klein en met een enorme variatie aan disciplines. Naast tech-gerelateerde clubs zitten hier bijvoorbeeld ook een ontwerpbureau, een innovatieadviesburo en een belasting- en administratiekantoor in het pand. Handig als je snel ’s wat hulp nodig hebt, want die laagdrempeligheid werkt heel goed.” Daarnaast is Rens erg te spreken over
het ruimtelijke karakter en het uitzicht van het gebouw. “Vooral dat laatste is echt indrukwekkend. Wij zitten op de 16e etage en hebben van alle kanten een fantastisch uitzicht. Niet alleen over de stad - je kijkt ook met gemak naar de skyline van Rotterdam, de Maasvlakte en steden als Den Haag en Zoetermeer. Medewerkers, klanten en andere bezoekers vinden dat echt geweldig.” Voor meer informatie kunt u zich wenden tot Gemma Hares 010 - 209 27 24 die de verhuur verzorgt of surfen naar www.vormvastgoed.nl. Zij heet nieuwe bedrijven van harte welkom en kan u bijna altijd een passende werkplek of ruimte aanbieden.
www.vormvastgoed.nl
De master
Matthieu Welsink
Grote beurt voor de stormvloedkering Over sommige dingen moet je niet te veel nadenken: wat niet weet, wat niet deert. Dat de stormvloedkering in de Hollandsche IJssel al twee jaar is afgekeurd bijvoorbeeld, terwijl hij het laagste punt van Nederland droog moet houden. Civiel ingenieur Matthieu Welsink onderzocht hoe die kering het best kan worden aangepakt. komst, met de verwachte zeespiegelstijging, droog te houden: óf je damt de Hollandsche IJssel af, of je verbetert de huidige dijken langs de Hollandsche IJssel, ontwerpt een compleet nieuwe stormvloedkering, óf je renoveert en verbetert de huidige stormvloedkering. Nieuwe dijken tasten het natuurlijke karakter aan van de omgeving, die is aangeduid als beschermd natuurgebied. Een nieuwe kering voegt niet zo veel toe aan wat je met aanpassing van de huidige kering ook al kunt bereiken. Ik kon Rijkswaterstaat dus eigenlijk maar één ding aanbevelen. Door staal toe te voegen aan de constructie, kan de stalen deur al veel meer kracht hebben. Iedere civiel ingenieur wil wel een nieuwe stormvloedkering bouwen, maar ik heb de focus gelegd op iets wat haalbaar is." Hoe snel die renovatie nodig is, weet niemand. "Het hangt af van hoe snel de zeespiegel stijgt", zegt Welsink. "Mijn aanpak zal zeker nodig zijn, maar dan zijn we zeker tien jaar verder. Bovendien moet dan ook nog gekeken worden naar de overige zwakke punten van de kering." Hij kijkt maar niet te ver vooruit, staat vooralsnog nog letterlijk met zijn voeten in de bagger. "Klusje via Stud; ik moet een sloot inmeten", lacht hij. "De banen in de waterbouw liggen niet voor het oprapen: alle bedrijven wachten op aanbestedingen voor ze iemand aannemen." Geeft niet, na jaren studie neemt hij liever de tijd om te wachten op die ene geweldige job. In de tussentijd vermaakt hij zich prima: "Want ach, zo'n sloot inmeten is ook iets met water." (JB)
Onderzoek: 'Adaptation of the Hollandsche IJssel storm surge barrier' 'Eindcijfer:
7,5
(Foto: Sam Rentmeester)
G
een paniek, zo snel overstroomt het IJsselgebied van Gouda tot Capelle aan den IJssel niet, grijnst Matthieu Welsink (25). "De stormvloedkering in Krimpen aan den IJssel is inderdaad tijdens de laatste toetsronde in 2011 al afgekeurd, maar zo'n toets moet je zien als een soort APK. Een auto die de keuring niet doorkomt, blijft meestal ook nog wel even rijden." Het gaf hem de gelegenheid af te studeren op het vraagstuk wat nu moet gebeuren met die kering. Hij werd gebouwd na de watersnoodramp en zo langzamerhand mankeert er nogal wat aan. Welsink: "De staat van de betonpalen zou nader bekeken mogen worden. De dijken langs de Hollandsche IJssel zijn niet optimaal. En een veel acuter probleem: de sluiting van de kering werkt niet goed meer." Pardon? "Geen zorgen, Rijkswaterstaat is ermee bezig in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Ik kon mijn onderzoek dus al snel specificeren naar de stalen deur in de kering. Die is in 1998 voor het laatst vervangen, toen er een schip tegenaan was gevaren. Bij Rijkswaterstaat in Lelystad heb ik oude tekeningen opgevaagd van die deur, en ben gaan doorrekenen hoe je de stormvloedkering steviger kunt maken." Want een beetje zorg is wel gegrond, volgens de civieler: "Een kleine zeespiegelstijging, en hij houdt het niet meer." Wat overigens ook nog zou betekenen dat het zoute zeewater zich een weg zou banen in de IJssel, met alle ecologische en economische gevolgen van dien. Drie maanden lang verdiepte hij zich in het onderwerp. "Uiteindelijk kwam ik op vier opties om het gebied in de toe-
30
Delta
TU Delft
desgevraagd
Tweet
Op talrijke plekken onder de zeebodem bevinden zich grote hoeveelheden zoet water, meldde de Volkskrant vorige week.
hun artikel. Zeker in gebieden waar men kampt met watertekorten kan dat interessant zijn. Het water is vaak wel een beetje brak, maar met ontziltingsinstal-
‘De vraag voor ons ingenieurs is nu: wat kunnen we met die voorraden?’ laties is dat te verhelpen. Het gebeurt nu ook al, maar dan met zeewater. Hydroloog dr.ir. Mark Bakker (faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen) is enthousiast over de bevindingen. “Dit is een belangrijke stap vooruit, die ieders ogen opent ten aanzien van een grote voorraad zoet water waarvan nog vrijwel niemand op de hoogte was”, zegt hij desgevraagd. “De vraag voor ons
ingenieurs is nu: wat kunnen we met die voorraden?” Het exploiteren van onderzeese zoet water is meer te vergelijken met oliewinning dan met een gewone grondwaterwinning, meent Bakker. “Het zoete water wordt niet aangevuld, dus het raakt op een gegeven moment op. Dat is natuurlijk niet erg, als er maar goed vooruit gepland wordt. Ook moet men er heel zeker van zijn dat het onderzeese zoetwatersysteem niet in contact staat met het terrestrische systeem, want dan heeft de winning ook een effect op het grondwater onder het land. Er zijn genoeg gebieden in de wereld waar de uitstroming van zoetwater over een strook van vele kilometers uit de kust plaatsvindt.” “Ook is het natuurlijk de vraag hoe duur het is om dit water te winnen. Om het rendabel te maken moet het vele malen goedkoper gebeuren dan de winning van olie op zee.” (TvD)
Onze spelers zijn al sinds eind september aan het repeteren. Zangles, stemles, script uitspelen. Trots op onze cast van 11 ! #delftselente Op zoek naar een manier om haar 24ste lustrum te vieren besloot studievereniging Stylos een theaterstuk op te voeren over de geschiedenis van het huidige pand van Bouwkunde. Daar zat in de jaren zestig en zeventig het universiteitsbestuur in gehuisvest. “Het waren nogal roerige tijden vanwege studentenprotesten voor de democratisering van de universiteiten”, zegt Nina Bohm van Stylos. “Het pand van Bouwkunde werd bezet en wij laten dat in ons theaterstuk ‘Delftse Lente’ zien. Het stuk is geschreven door een professionele regisseur, Marleen van Dalen, en wordt opgevoerd door elf studenten van Stylos plus een kleine crew van figuranten. Ze brengen in beeld hoe de protesten verliepen en welke sfeer er hing. Het is heel gevarieerd met zang, beweging en spel.” Decor is de faculteit waarin de bezetting zich heeft afgespeeld. Theatervoorstelling 'Delftse Lente', 28 februari om 19.30 uur en 1 maart om 14.30 en 19.30 uur. www.delftselente.nl
Strip: Auke Herrema
D
at er zoetwaterreserves onder de zeebodem zijn, is al ee n halve eeuw bekend. Maar voor het eerst hebben onderzoekers nu een schatting gemaakt van de hoeveelheid fossiel water. Hydrologen, onder wie onderzoekers van de Vrije Universiteit, denken dat er in de hele wereld een voorraad is van een half miljoen kubieke kilometer van dit fossiele zoete water, honderd keer zoveel als de mens sinds 1900 in de hele wereld aan de ondergrond heeft onttrokken. Ze schreven er begin december een artikel over in Nature. Voor de oostkust van de Verenigde Staten, bij Suriname, Engeland, Portugal, Zuid-Afrika, Zuidoost-Azië en Australië; op de wereldkaart die de onderzoekers aan hun artikel toevoegden, wemelt het van de bewezen reservoirs en vermoedelijke locaties. Soms bevinden deze zich meer dan honderd kilometer uit de kust. De waterbekkens zijn ontstaan tijdens glaciale perioden toen de zeespiegel veel lager stond dan nu en continentale randen droog stonden. Regenwater, water van rivieren en meren sijpelden de grond in. Dat grondwater werd later afgedekt door een laag klei en vervolgens door de zee. Dat zoete water zou gewonnen kunnen worden, suggereren de onderzoekers in
Delta
Foto: Sam Rentmeester
31
TU Delft
krasse knarren
Links en rechts Dries Gisolf
Yernaz Remautarsing heeft een landelijk meldpunt, waar studenten kunop de universiteit. Yernaz is zelf een overtuigd libertijn, maar studeert toch politicologie aan de UvA. Hij zoekt het wel op. Net als een homofiel die in Rusland op vakantie gaat. Jongen, kom toch studeren in Delft. Wij zijn de universiteit van Anton Mussert en Abdul Qadir Khan. Aan de andere kant, Hans Janmaat studeerde ook politicologie aan de UvA en heeft daar nooit last van gehad. Ik overdrijf een beetje. Links en rechts, dat is iets anders dan fascistisch en niet-fascistisch. Links en rechts, dat is het verschil tussen geloof in de staat en geloof in het individu. Twee extreem verschillende sociale systemen
Hoogleraren gaan net als alle andere medewerkers met hun 65ste met pensioen. Maar er zijn uitzonderingen. Deze week: expert in akoestische beeldvorming prof.dr.ir. Dries Gisolf (68).
D
e kamer bij technische natuurkunde ziet er opvallend helder en opgeruimd uit. Kleurig schilderijtje aan de muur boven een lege tafel. Nee, veel tijd brengt emeritus hoogleraar Gisolf hier niet door. De meeste tijd is hij bij YesDelft, waar zijn start-up Delft Inversion is gehuisvest. Vandaag was hij er ook de hele dag, afgezien van een bezoek aan de garage en twee uur in de tandartsstoel. Over het aantal uren kan hij geen schatting maken. Vijf dagen, avonden en weekends – hoeveel is dat? “Wat is werken, wat is hobby? Daar zit bij mij geen verschil tussen. Ik doe gewoon wat me boeit.” Gisolf mag vijftigstejaars zijn (in
1963 begon hij zijn studie aan de TH Delft), de emeritus hoogleraar maakt vooral de indruk van een jonge ondernemer. Tot zijn 55ste werkte Gisolf bij Shell en reisde de hele wereld over. Hij vond het fijn praktisch bezig te zijn, en bleef ook de wetenschapper die zondagmiddag met een natuurkundeboek aan tafel zat. Langzaam ontwikkelde hij het idee dat de in de praktijk gebruikte seismiek zijn grenzen had bereikt. De interpretatie van weerkaatsingen van geluidsgolven uit de ondergrond hangt af van het gebruikte fysische model van de bodem. “Het waren simpele modellen met een paar aardlagen en grensvlakken. Daar is al dertig jaar niks aan veranderd.” Op zijn 55ste solliciteerde hij vanuit Nigeria als hoogleraar akoestische beeldvorming aan de TU. Die baan bood hem de mogelijkheid om zijn ideeën uit te werken voor een betere modellering en omgekeerd: een betere beeldvorming. “Het model is nu uitgebreid met meervoudige reflecties. De toepasbaarheid is daardoor groter en we kunnen het hele signaal gebruiken, terwijl we vroeger tien procent gebruikten en negentig procent als ruis beschouwden. Dat is de doorbraak.” Na zijn emeritaat in 2010 heeft
‘Wat is werken, wat is hobby? Daar zit bij mij geen verschil tussen’
Gisolf samen met twee oud-promovendi (dr.ir. Peter Haffinger en dr.ir. Panos Doulgeris) gewerkt aan het bedrijf Delft Inversion dat de verbeterde analyse van de seismiek als dienst aanbiedt aan olieen gasbedrijven. Voor die tijd was Gisolf leider van de groep akoestische beeldvorming. Dat betekende stukken tekenen, personeelschef zijn, strategisch denken en jezelf presenteren in de faculteit. “Ik ben blij dat ik dat heb kunnen laten vallen” zegt Gisolf. “Ik ben meteen met twee armen de techniek weer ingedoken.” Qua ambities is Gisolf een praktisch man. Hij geeft niet veel om publicaties. Hij is meer gedreven door iets te bedenken en het dan ook te doen. Natuurlijk is het de bedoeling dat de start-up opbloeit, maar hoe groot het bedrijf moet worden, daar is Gisolf nog niet uit. “Iedereen zegt dat een bedrijf moet groeien. Ik geloof daar niet zo in. Als je groeit, veranderen de taken. In plaats van nieuwe dingen te bedenken en met klanten praten zit je dan weer te managen – en ik was nu net zo blij om daar van af te zijn.” De eindstreep is nog niet in zicht, “zo lang het goed gaat en ik gezond blijf.” Een echt levensmotto heeft hij niet. Wel drukt hij studenten op het hart dat ze een echte vaardigheid moeten ontwikkelen, want daar kun je altijd mee aan de slag.
met de waarheid in het midden. Een beetje saai dus, en het is misschien daarom dat we tegenwoordig liever discussiëren over de voors en tegens van de multiculturele samenleving. Aan de ene kant staan de mensen die pleiten voor een boerkaverbod. Aan diezelfde kant staan ook de mensen die pleiten voor Zwarte Piet, terwijl je bij die vent vanwege de schmink het gezicht ook niet echt kan herkennen. Aan logica ontbreekt het wel eens, maar dat heb je nu eenmaal met geloven. Het geloof in links of rechts is, net als elk ander geloof, een onderbuikgevoel. Studenten zijn jong en docenten zijn oud. Ze bezien de wereld met een andere blik. Voeg daar nog eens bij dat er sprake is van een onevenwichtige machtsverdeling en het is niet zo gek dat Remautarsing goed scoort met zijn meldpunt. Hij zat donderdag bij Pauw en Bitterbal. Spreken in het openbaar heeft hij wel geleerd op de UvA, want hij haalde Freek de Jonge moeiteloos onderuit. Ondertussen keek Yernaz belangstellend naar de weelderige voortuin van zijn buurvrouw en medelibertijn Rita Verdonk. Toch een beetje een rechtse graaier.
columnROBBERTFOKKINK
nen klagen over linkse indoctrinatie Dries Gisolf studeerde in 1971 af als natuurkundig ingenieur. In 1975 volgde zijn promotie in Utrecht. Een loopbaan bij Shell bracht hem via Rijswijk, Oman, Drenthe, Australië, Maleisië, Den Haag en Nigeria in 2000 terug naar Delft als hoogleraar. In 2010 ging hij met emeritaat. Ook muzikaal is hij actief: als trombonist in twee bigbands.
32
Delta
TU Delft
Text: Heather Beasley Doyle
2012’s best female graduates
This is the last Delta until after the holiday break. If you're looking for a way to spend your time off, check out the suggestions for discount cards in this edition's
international pages
Survival Guide.
Just four women earned cum laude PhDs at TU Delft in 2012, making them the year’s Dewis nominees. These stellar academics showed intelligence, grit and determination, yet they say that they couldn’t have succeeded alone.
I
lse Oosterlaken earned degrees in technology & society and philosophy before becoming coordinator of 3TU Centre for Ethics and Technology in 2006. While working there, she decided to earn another degree, a doctorate applying the capabilities approach to technology. Oosterlaken said that her research is not just philosophy for philosophy’s sake, describing the approach as a normative framework concerned about individual autonomy, wellbeing and justice. The approach had been applied to other fields, but she was among the first to bring it to technology. She successfully secured research funding for herself and two other doctoral students, then completed her program at an impressive pace and built an international network along the way. Since graduating, Oosterlaken has been writing a book while working as a postdoctoral fellow at TU Delft. Laura Anitori’s PhD path took a less direct route. “There were obstacles”, she said, adding that she had to fight to get her PhD. The process happened in two parts, both in terms of topics and in terms of time. A native of Italy, Anitori graduated in 2005 with a telecommunications engineering degree and moved to Enschede shortly thereafter as a PhD student at the University of Twente. When university reorganization forced Anitori to abandon her research there, she took at job at TNO, but says she “always had this regret that I didn’t finish my PhD”. So in 2010 she began collaborative doctoral work at TNO and TU Delft, fusing a new idea with her old topic, ultimately racing against pregnancy to finish her work. “I worked very hard”, she says, “You have to try to be the best.” She stresses that proactivity and finding top-level scientists to collaborate with were also crucial to her success. Looking ahead, Anitori only knows one thing about her work: “It has to be a new challenge.” Femke van Wageningen-Kessels’s
PhD path also featured time off—two breaks for the births of her children. Van Wageningen-Kessels started her academic career by ear-ning degrees in industrial design engineering and applied mathematics at TU Delft before beginning her PhD in traffic flow models in 2007. “In the beginning I was disappointed with the level of mathematics”, she said. She quickly realized that “in this field I can really do something, really contribute” and she chose to do so using her mathematics background in a collaborative way. Now a postdoctoral fellow at TU Delft studying crowd management, Van Wageningen-Kessels recently moved to Oman, where she hopes to gain international experience. Elham Ashoori has gained international experience right here in Delft. An Iran native, she earned a degree in chemical engineering before arriving
here in 2008 to study petroleum engineering. Although Ashoori thought she was on a smooth path, a few months into her research, she changed her focus completely. This shift proved challenging, as did segueing from chemical into petroleum engineering; to get up to speed, Ashoori attended master’s classes in the field while doing doctoral research. She says that she worked hard work, but credits her advisor, Bill Rossen, and her mentor Dan Marchesin for her success. “I really owe them a lot”, she says of the professors, adding, “I am not the same person that I was before working with them. I was really lucky”, she concludes.
'The inspiring and creative ways she used to present her complex research outcomes at international top conferences makes her a true role model for young researchers’ Professor Serge Hoogendoorn, Femke van Wageningen-Kessels
‘She created a whole new research community out of the blue. What she’s done is not what a normal PhD student does, she performs as a mature scholar’ Professor Sabine Roeser, about Ilse Oosterlaken
‘With her open-minded attitude and her sense for cooperation she was able to bring the research questions… to a level of brilliant and very useful solutions in a short time’ Professor Peter Hoogeboom, about Laura Anitori
‘Elham was the bridge [between a petroleum engineer and a mathematician]. She was the channel of communication and now we have a really fruitful collaboration. She did a remarkable job’ Professor Bill Rossen, about Elham Ashoori
Delta
TU Delft
33
science Where are all the people? During his PhD research, anthropologist Leeke Reinders lived among professionals and inhabitants of a post-war neighbourhood. He noticed that the end-users are often absent in the design process.
nique nearer to home, in the Schiedam district of Nieuwland: a neighbourhood that was built according to modernist principles and offered working-class housing in four-storey flats with large communal lawns in between. Meanwhile lots of immigrants have moved into Nieuwland, resulting in tensions between old
D
The outcomes are staggeringly various, and give unexpected insights in how people actually live
ynamic neighbourhoods appeal to Reinders. For instance, he lived for half a year in the Paris banlieues, best known for the numerous cars that were set alight during the civil unrest in 2005. He found out that by friendly saying bonjour, the youngsters distrusted him even more. Only when he learned a bit of argot (street French) and dressed a little wilder, he was allowed a bit nearer. He used the same blending-in tech-
and new inhabitants. Renovations have been undertaken with the purpose of upgrading the area to attract young working families and make the housing more profitable. Reinders wanted to compare the view of designers and policymakers with those of the inhabitants. The
city planners’ perspective is usually well preserved in plans, maps, reports and designs. Reinders contrasts that view with those from the inhabitants half a century later. He used the technique called ‘narrative mapping’ by having people draw their personal map while being interviewed about their surroundings. The outcomes are staggeringly various, and give unexpected insights in how people actually live. Confronted with those radically different perspectives, Reinders recommends architects and students to go and visit a place before they start designing. “Look around, talk with some people, see how public and private spaces work instead of just starting up Google maps.” (JW)
SHORT Simulated atheroscleoris
TU researchers have developed a mathematical model that shows where exactly cholesterol will accumulate in a neck artery. The Royal Society Interface published their findings last month. The research that Dr. Sasa Kenjeres (Transport Phenomena Section, Faculty of Applied Sciences) and MSc student Alexander de Loor (Burgers Centre for Fluid Dynamics) presented shows that there is a strong dependence between the uptake of LDL (‘bad cholesterol’) in the carotid artery wall and the underlying local blood flow pattern. Their calculations corresponded very well with data on rabbit experiments from literature. delta.tudelft.nl/27547
delta.tudelft.nl/27516
No more squinting By modeling the soft tissue biomechanics and the suspension of the human eye Dr. Sander Schutte believes surgery to correct crossed eyes can be improved.
Risk of cholesterol deposition depends on the flow (maximum at red) (Image: Sasa Kenjeres)
Evolution in a petri dish
A
s an engineer Schutte was stunned when he first started studying the eye. The eyeball has no system with pulleys behind it. Yet it turns in almost pure rotation. “The rotation of the eye is achieved by interacting soft tissues only. It’s fascinating”, says the researcher who studied these interacting soft tissues and who defended his thesis ‘The improvement of strabismus surgery, the role of the suspension of the human eye’ last month at the MMME faculty. The ultimate goal of Schutte’s work is to help improve surgery for patients who are cross eyed. Most of these operations are corrections of horizontal eye position by relocating the insertion of one eye muscle on the eye a few millimeters backwards. These surgeries could be substantially improved. About twenty per cent of all patients need a reoperation because their strabismus was over- or under corrected. One cause of this error is the fact that the anatomy and physiological properties of the eyeball, the muscles and the orbital fat vary greatly between patients. To model the way all the tissues act together, Schutte studied dissected eyes and also a functioning eye of a person suffering from Crouzon syndrome who had bulging eyes and went through surgery. Schutte made CT scans behind the eye to visualize the
Strabismus surgery is a simple procedure which has hardly changed since it was first devised in the nineteenth century. Photo: Wikipedia)
muscles and orbital fat interacting with one another while the patient was looking in different directions. He also had the rigidity of muscles and the viscosity of the fat analyzed on students with an MRI scanner. Combined with his finite element model this type of MRI data could help surgeons to much better predict the right muscle insertion location. Unfortunately MRI is still too expensive to perform on all patients before surgery. (TvD) delta.tudelft.nl/27573
There is a lot more to evolution by natural selection than just the survival of the fittest. Or so Dr. Hubertus Beaumont of the Kavli Institute of Nanoscience and his colleagues found. The Delft researchers elaborated on an experiment published in 2003 in Science. American researchers had found that when bred under certain laboratory conditions for many generations the bacterium Pseudomonas fluorescens lost all heartiness to evolve. Beaumont also steered strains of P. fluorescens down an accelerated evolutionary path in his laboratory and then reintroduced the original bacterial strain to the newly bred bacteria to see how these bacteria would compete with one another. By doing so he could deduce that the lack of evolution was hardwired in the ancestor. “We demonstrated that adaptive radiation is constrained by the ecology of the founder”, says Beaumont who published his findings last month in the journal Proceedings of the National Academy of Sciences. delta.tudelft.nl/27571
34
Delta
TU Delft
Text: Damini Purkayastha Photo: Hans Stakelbeek
delft survival guide Survive the tourism While you’re in the Netherlands, don’t miss the opportunity to check out the rich collection of art and history in the country. Here’s a range of special discount cards that can help you do so without burning a hole in your pocket. Delftpas Want to discover every nook and cranny of Delft while you’re here? The Delftpas is a good place to start. The original cost of the card is €60, but students get a hefty discount and can buy it for €20. The card gets you into most museums in Delft. You also get a discount on membership at the city library DOK, Theatre de Veste and the Filmhuis. The pass includes access to a swimming pool and a lot more. It is also valid at a number of places in Rotterdam, including the Euromast. You get a 50% discount on the entry fee at the Gemeentemuseum Den Haag and free entry at the Escher Museum. For more information: www.delft.nl/ inwoners/Cultuur_sport_en_vrije_ tijd/Delftpas
Museumpas Are you a museum buff? Then invest in a Museumkaart. The card gives you access to 400 museums across the Netherlands for a year. For €49.95, you can visit the best museums in the country and the quirkiest ones. The House of Anne Frank, the Hermitage museum, the Van Gogh Museum and the Rijksmuseum in Amsterdam are included. Individual tickets to these alone would cost you more than the pass. Besides entry, several partner museums also offer card holders
The Rotterdampas and the Delftpas cover similar venues.
discounts on their gift shops and, sometimes, a free gift. For instance, the Municipal Museum Amsterdam offers card holders a Malevich canvas bag. For more information: www.museumkaart.nl/
eight different places every single day, try the Always Free pass, which costs a small fortune at €309 per month. For more information: www.ns.nl/reizigers/producten
NS cards
It might be worth your while to get in on memberships at the shops you frequent. The discounts are often worth it. Albert Heijn, for instance, has something called a Bonus Card. Each day different products in local stores have bonus stickers and cardholders can buy them for a discount. Ikea has a Family Card which gets you discount on certain products and a free coffee in the restaurant. Even the local Gall&Gall has membership cards that can get you up to 10% off on your favourite wine. For more information: Check with individual shops
If you’re going to be travelling outside Delft often, take a look at the various discount options that the NS has to offer. The Dal Voordeel (Advantage) card gets you 40% on off-peak time travels for €50 a year, while the Altijd Voordeel card gets you discount at any hour of the day for €20 per month. Other cards include the Dal Vrij and the Weekend Vrij with other discounts that may be of use to you. If you travel to
Are you a museum buff, invest in a Museumkaart
Shopping cards
Other City Passes Like the Delftpas, other cities in the Netherlands have their own discount cards. Most of the venues in the Delftpas overlap with those of the Rotterdam Pass. The IAmsterdam card opens doors to most museums in Amsterdam and gets you unlimited travel on the local trams, one free canal cruise and other discounts. You can buy a 24, 48, or 72 hour card for €42, €52 or €62. There are smaller passes such at the Hofvijver pass in Den Haag for €12.50 which gets you into a collection of city museums and the Combiticket available in Delft for €16.50, which gets you into the churches, museums and Vermeer Centrum. So you could consider these options if you have guests visiting for a short while. For more information: Check with local tourist information points.
Delta
Internationals making their mark at TU Delft The international community was well represented at the Best of Delft awards as international students managed to pioneer in very specific research areas of their fields.
T
hree of the eight students honored made the international community proud on the afternoon of the Best of Delft ceremony, held at the Aula of the TU Delft campus. A moderately small event, the near three hundred attendees were treated to a ceremony celebrating the best students and teachers in 20122013 from each faculty of the university. Starting with the expected opening lines from Karel Luyben, TU Delft’s Rector Magnificus, the audience was enlightened about the importance
of receiving such recognition. What followed the Rector’s speech was an immensely enjoyable set of presentations from recipients, students briefly outlining their thesis work while teachers honored by student-made videos. The best students were all chosen by faculty members, while the reverse held true for the best teachers. They were cho-
The best students were all chosen by faculty members sen by a voting process carried out within the complex network of student organizations at the TU. A panel consisting of the Rector Magnificus, the Vice-Rector and the chair of the Delft University Fund ultimately decide which of the nominees to award the title of best student. Ashish Patel (India) came from the Faculty of Mechanical, Maritime and Materials. Through his research, scientists are now
able to properly envision and illustrate certain heat transfer characteristics in fluid transportation. This is something that could not formerly be done until Patel’s work. Bahareh Barati, an Iranian scholar in Industrial Design focused on designing a set of probes that will play a role in retail lighting in the coming years. She is now working on a paper for the International Journal of Design. The final international honored, also from India, was Kaveri Iychettira. She dealt with analysing the performance of the electricity capacity market in Europe in the Faculty of Technology, Policy and Management. Ultimately, Hilde Coumou, a Dutch student who is persuing a double master’s degree in Life Sciences Technology – Cell Factory track and in Science Education was awarded the top student spot. (SG)
Lekker learning Post-graduate education took a tasty, tempting and temporary turn on November, when Emily van Vught and Yoni Runderkamp opened Choc pop-up store in Volendam.
T
he store is part of the master’s students’ Industrial Design Engineering (IDE) graduation project, the focus of which is retail design. Van Vught and Runderkamp have positioned their store as a temporary holiday retail outlet. As they apply what they’ve learned about store lighting, window displays and a host of other retail details, they’ll also try to determine if there’s a market for chocolate in their central Volendam location. Choc features high-end chocolates from Chocstar.nl, Davinci and Zwarthoed, with a focus on holiday products such as chocolate letters for Sinterklaas. “We can carefully say that it’s a success”,
35
TU Delft
said Runderkamp, who went on to say that she and van Vught dreamed up Choc just a couple of weeks before the store opened. Since then, Choc has served up free hot chocolate with whipped cream and offered a voucher in the local Volendam newspaper offering a free chocolate bar with a purchase of €15 or more. Recently, the students added a port wine and chocolate package to their festive selection. The store stems from FEM pop-up, a company van Vught and Runderkamp established last February. Choc is open for business until December 31, when its doors will close—that means Volendam chocolate enthusiasts have only a few more weeks to shop before the TU Delft’s enterprising retail experts move onto their next big venture. (HBD)
There’s an app for that
T
U Delft has it’s very own app and Delta editor Molly Quell uses it regularly. “The app has both a campus map and a directory, which are the features I find most useful,” she says. Aside from that, it has public transit information, an event calendar, access to Blackboard and the ability to search the library collection. It also includes a news feed, where you can read the latest Delta articles. “It has a cool feature where you can find a free workstation in the library which I would have found really useful as a student.” she goes on. It’s available for both Android and iPhone and is integrated with the Blackboard mobile platform.
nostalgia
D
espite missing home, Majid Zamani, 30, really likes The Netherlands. So much that he’s accepted a position as Assistant Professor at Industrial Design Engineering after working as a Postdoctoral Researcher at the Delft Center for Systems and Control for just over a
year. He moved here in 2012 after completing his PhD at UCLA but he’s originally from Isfahan, Iran. He visited home in March and brought back a backgammon set which he plays often with his wife. (Photo: Hans Stakelbeek)
Choc Location: at the corner Dwarsstraat and W.J. Tuijnstraat 14a, Volendam
Interested in being featured in Nostalgia? Contact us at
[email protected]
Contents International
32
'2012's best female graduates'
34
Survive the tourism
Text: Heather Montague Photo: Hans Stakelbeek
35
Nostalgia There’s an app for that
See www.delta.tudelft.nl for the translation of page 20: Students’ plagiarism
The bike of Ricardo Reinoso-Rondinel
W
hen Ricardo ReinosoRondinel moved to Delft from his native Peru one and a half years ago naturally, he bought a bike. But the police ended up taking that bike from the train station because it was illegally parked. Unfortunately, it was never recovered. So about six months ago he bought a used bike in good condition. He chose it because it was a good quality. “I do not have to go to the bike repair shop every time as is the case for cheap bikes,” he said. Reinoso-Rondinel uses his Batavus for daily commuting between his house in Delft and the TU Delft campus. In fact, friends often compliment him for having such a nice bike. “They want to park their non-luxury bikes next to mine because they think that thieves will choose my bike instead of theirs,” he says. However not everyone he encounters has been so complimentary. One night, Reinoso-Rondinel had a close call while cycling. He was on his way from campus to the center of Delft around midnight when he almost collided with a scooter. “I couldn’t see her because the bike road was curved and she was going fast,” he explained. Luckily, the driver of the scooter slowed in time for him to maneuver back into his own lane. But that’s not where the story ends. “Then I saw her coming to me,” he said, “so I stopped my bike and my friends did as well. I said sorry but she started yelling at me and saying nonfriendly Dutch sentences,” he goes on. He tried to get her to listen, but apparently she would not stop yelling. “So I said a couple of famous English words and I took my bike and we left her screaming in the middle of the street.” When asked what he thinks about cycling in the Netherlands he responds, “I think bike roads and signs are very clear but you have to watch out for Dutch scooter girls.”
Name: Ricardo Reinoso-Rondinel (Peru, Civil and Geosciences, Ph.D. candidate) Price: €450 Brand Batavus Striking Feature: High quality