Met minder regels, meer zorg? Eindrapportage 12-07-2012 Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Renske Maas – Masterstudent Universiteit Utrecht
Inhoudsopgave
1. Huidige ontwikkelingen
3
2. Inventarisatie
5
3. Resultaten
14
4. Conclusie
27
5. Aanbevelingen
28
Bijlage A
32
2
1. Huidige ontwikkelingen Per 1 januari is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ingevoerd. Vanaf 2014 maakt extramurale begeleiding, vervoer en kortdurend verblijf onderdeel uit van de Wmo. Dit behoort nu nog tot de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Vanaf 2013 vindt deze transitie al plaats voor burgers die een herindicatie aanvragen. De stelselwijzigingen in de Wmo en AWBZ stimuleert samenwerking tussen zorgverzekeraars en gemeenten. Naast deze transities worden ontwikkelingen in de samenleving vaak als redenen gezien door de partijen om samenwerking op te zoeken. Er wordt een urgentie ervaren dat veranderingen nodig zijn om de zorg betaalbaar te houden in de toekomst. Samenwerking zorgverzekeraars, zorgkantoor en gemeenten bij het SRE De 21 samenwerkende gemeenten in Zuidoost Brabant zijn verenigd in SRE verband. Het SRE is sinds een aantal jaar bezig met de mogelijkheden voor samenwerking met zorgverzekeraars en zorgkantoor. In 2010 is een vooronderzoek uitgevoerd door het SRE over de samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars bij een preventieve aanpak in de zorg. In dit onderzoek zijn de maatschappelijk en financieel nut van een eventuele samenwerking beschreven. Uit het onderzoek bleek dat de samenwerking zowel maatschappelijk en financieel nut heeft. Begin 2011 is besloten om via het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven de samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars/ zorgkantoor vorm en inhoud te geven. Gestart is met een samenwerking op het terrein van dementie (casemanagement in de „niet pluis‟ fase) en zorgcoöperaties. De verschillende partijen hebben ook los van het SRE contact gehad. Omdat er verschillen zijn binnen de regio op het gebied van samenwerking tussen de partijen zal het SRE een rol spelen in het doorspelen van kennis en ervaringen uit pilots van de subregio‟s zodat de gemeenten van elkaar kunnen leren. Een jaar na de eerste gesprekken met zorgverzekeraars en zorgkantoor is geconcludeerd dat: 1. samenwerkende gemeenten en zorgverzekeraars/zorgkantoor beseffen dat samenwerking nodig is om te komen tot kostenbeheersing en kwaliteitsverbetering; 2. deze partijen elkaar kennen en steeds meer weten te vinden en duidelijkheid is ontstaan over gezamenlijke en verschillende belangen; 3. ook andere stakeholders hun belangen hebben en invloed uitoefenen op de ketensamenwerking; 4. sturing is nodig om collectief belang te laten prevaleren boven individueel belang. De stuurgroep zorg en welzijn SRE heeft op 20 oktober 2011 besloten om een verdiepend bestuurlijk overleg te organiseren met zorgverzekeraar Coöperatie VGZ en zorgkantoor en CZ. Deze hebben in januari, maart en mei 2012 plaatsgevonden, waarbij de partijen elkaar beter hebben leren kennen, en elkaar geïnformeerd hebben over elkaars beleid en financieringsstructuren. Het gezamenlijke doel nu helder: Burgers kwalitatief goede zorg tegen betaalbare kosten aan te kunnen blijven bieden. In augustus is het volgende bestuurlijke overleg gepland.
3
Aanleiding voor een regelluwe zone Een instellen van een regelluwe zone wordt door het SRE gezien als een mogelijke verdieping op de samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars en zorgkantoor. Tijdens verschillende bestuurlijke overleggen is de behoefte uitgesproken om te komen tot een regelluwe zone. Zo ook tijdens de bestuurlijke sessie over de Digitale Agenda SRE 2020 op 3 februari 2012. Bij deze sessie werd gesproken over hoe ICT kan bijdragen aan het waarborgen van vitale wijken en kernen. Innovatie in wet- en regelgeving en vergoedingenstructuur is een van de speerpunten van de Digitale Agenda. Bij de sessie die hierop volgde werd aan de tafel van Innovatie in wet- en regelgeving en vergoedingenstructuur gesproken over behoefte aan verduidelijking in de regelluwe zone. Vraag is welke organisaties betrokken moeten worden, hoe en welke wet- en regelgeving doorbroken kan worden en waar de initiatieven liggen. De regelgeving wordt gezien als een begrenzing van de mogelijkheden binnen de zorg en een belemmering voor innovatie in de zorg. In verschillende sectoren wordt er gesproken over regelluwe zorg en hoe dat kan leiden tot verbeterde diensten, samenwerkingsmogelijkheden en financiering. De verwachting is dat er kansen kunnen ontstaan om zorg te verbeteren omdat de afschaffing van (een gedeelte van) de regels leidt tot tijd- en geldbesparing. In mijn masterscriptie staat de regelluwe zone in de zorg centraal. In opdracht van het SRE zijn de mogelijkheden van een regelluwe zone onderzocht. Dit heb ik gedaan door te onderzoeken wat de beleidstheorie achter dit beleid is. Mijn onderzoek kan daarmee een ondersteuning zijn bij het ontwikkelen van een regelluwe zone. Mijn inzicht op de beleidstheorie van dit beleid is hiermee een opzet om de probleemperceptie, de beleidsdoelen, de middelen en de effecten in kaart te brengen. De beleidstheorie kan echter, net als het beleid zelf, altijd verder ontwikkeld worden. Het kan aanknopingspunten bieden voor betrokkenen om het beleid te verbeteren in de toekomst. In deze rapportage zal ik een beknopte versie van de resultaten van mijn onderzoek weergeven, waarna ik aanbevelingen zal formuleren voor de gemeenten. Voor degene die geïnteresseerd zijn in mijn volledige scriptie kunnen een exemplaar opvragen bij het SRE.
4
2. Inventarisatie Voor mijn onderzoek heb ik documenten bestudeerd en expertinterviews gehouden. In dit hoofdstuk worden de geïnventariseerde plannen beschreven. De initiatieven zijn zowel binnen als buiten de regio geïnventariseerd. De initiatieven binnen de regio zijn de dorps- en wijkgerichte aanpak in Gemert-Bakel, de Zorgcoöperatie van Laarbeek, 1e en 2e lijn PoZoB, Digitale Agenda SRE, en het platform Veldhoven Vernieuwend Vitaal. Buiten de regio wordt VenloDroom meegenomen. Daarnaast worden een aantal projecten uit Experiment Regelarm van het VWS beschreven. Dit zijn De Zorgboog, Careyn Zuwe Aveant, BrabantZorg en Surplus. Een overzicht van de geïnterviewde experts is terug te vinden in Bijlage A. Overige ontwikkelingen Voordat deze initiatieven toegelicht worden zijn er nog een aantal relevante ontwikkelingen met betrekking tot een regelluwe zone die genoemd kunnen worden. Er zijn veel initiatieven en er is veel ambitie. Ambities zorgverzekeraar/zorgkantoor CZ – Regioregie en pilots integrale ketenzorg dementie De aanpak van regioregie is een strategische keuze vanuit het CZ. Het hoofddoel is om verzekerden in de regio betere en betaalbare zorg te kunnen leveren. Wanneer in een gebied het percentage verzekerden van CZ laag ligt zal er samengewerkt moeten worden met andere verzekeraars. Dit gebeurd momenteel al in Eindhoven, waar samengewerkt wordt met VGZ. Het vergt een gedragsverandering van zowel zorgaanbieders, zorgverzekeraars, zorgkantoor en gemeenten als van burgers. Er zal gebruik worden gemaakt van shared savings. Kort samengevat houdt dit in dat wanneer een zorgverlener de kosten van zorg verminderd, het bespaarde geld verdeeld wordt over de betreffende organisaties en grotendeels in de regio wordt geherinvesteerd. Regioregie kan innovatieve projecten in de zorg faciliteren en ondersteunen. Echter loopt men tegen regels aan. Door regelarm te werken kan er bekeken worden welk regels en processen afgeschaft kunnen worden. Er wordt gefocust op innovatie op het gebied van implementatie en het effectiever maken van de invoering van beleid. Als bestaande regels in de weg staan bij het in- en/of uitvoeren van beleid kan een experimenteerstatus aangevraagd worden. Dit is nu echter nog niet duidelijk, hier moeten eerst argumenten voor verzameld worden. De wil is er echter wel, met vooral beleidsmatige argumenten. Regioregie heeft een relatie met het initiatief van 1e en 2e lijn PoZob, die in één van de tabellen nader omschreven wordt. Zorgverzekeraar CZ heeft een inkoopmodel Integrale Ketenzorg Dementie ontwikkeld. In drie pilotregio‟s wordt gedurende drie jaar met het model geëxperimenteerd, waaronder regio Eindhoven en omgeving. CZ wil komen tot een kwalitatief beter en doelmatig integraal zorgaanbod dat overeenkomst met de behoeften en wensen van de dementerende en mantelzorg, ongeacht de financiering van onderdelen van het aanbod. Het iBMG en IQ Health zijn gevraagd de pilots te evalueren, waarbij de invloed van het CZ-inkoopmodel Integrale Ketenzorg Demente op kwaliteit, effectiviteit en kosten van de zorg en ondersteuning voor dementerenden, hun mantelzorgers en betrokken zorgprofessionals getoetst wordt. De pilot-gemeenten worden geselecteerd. Er wordt contact gelegd met Best, Nuenen, Veldhoven, Son en Breugel en Eindhoven Stratum.
5
Ambities zorgverzekeraar Coöperatie VGZ – Wijkgerichte benadering Coöperatie VGZ wil een gedragsverandering in de zorg bewerkstellingen (zorgverzekeraar, zorgverlener en burger) die inspeelt op de échte problemen (behoefte) van en rondom de burger. VGZ wil koploper op worden op het gebied van wijknetwerken. De komende jaren richt VGZ zich op het inrichten van randvoorwaarden voor het slagen de gedragsverandering door middel van wijknetwerken en diverse pilots om in 2015 het middel wijknetwerken landelijk uit te rollen. Momenteel zijn er gesprekken tussen VGZ en de gemeenten Eindhoven en Veldhoven. Gemeenten In Eersel wordt geprobeerd ketensamenwerking te realiseren binnen zorg en welzijn. Probleem is dat gegevens over zorgvragers vaak niet uitgewisseld mogen worden. De regels van de bekostiging vanuit de Wmo en AWBZ worden door zowel gemeenten als zorginstellingen als een belemmering ervaren. Eersel wil met een regelluwe zone bereiken dat de zorgvrager zo goed mogelijke hulp kan ontvangen tegen zo laag mogelijke kosten en met zo weinig mogelijk inspanning. In Eindhoven is er ook de ambitie om een regelluwe zone te creëren. Regelluw betekent hier dat men samen wil uitvinden hoe de zorg ingedeeld moet worden. Uitgangspunt is dat het effect wat beoogd wordt gedefinieerd wordt, en in tweede plaats van hoe het precies geregeld moet zijn en wie het moet gaan doen. Het regelluwe aspect moet ook als tijdelijk worden gezien. In die periode kun je experimenteren en regels limiteren, maar regelloos kan het nooit zijn. De ambitie is om in Vaartbroek een pilot te starten. Vaartbroek wordt gerenoveerd en zou een goede basis zijn voor een regelluwe zone. Zorgcirkels Voor het project Zorgcirkels Eindhoven en De Kempen is omschreven welke wetten belemmerend werken voor de innovatie in de zorg. Zorgcirkels is bedoeld om de zorgverlening in de nacht te verbeteren en tevens de personele inzet in de hand te houden. De ervaringen in de nachtzorg kunnen een basis gaan vormen voor meer samenwerking tussen aanbieders van zorg in het algemeen. Het project Zorgcirkels loopt echter tegen regelgeving aan van o.a. Inspectie voor de Gezondheidszorg en de brandweer.. Het project gaat ook na het verlopen van de subsidietermijn van Slimme Zorg verder. Er is een eindverslag en een maatschappelijke businesscase opgesteld. Slimmer Leven 2020 Tot slot wordt er in het Business plan Slimmer Leven 2020 (2012) een regelluwe zone als ambitieproject omschreven. Toelichting daarbij is dat er een cross-sectoraal project beoogd wordt met participerende organisaties uit het wonen-, zorg- en welzijnsdomein. Om innovatie en het maken van ruimte voor baanbrekende experimenten te realiseren zullen er in een afgebakend gebied soepelere regels gelden. De initiatieven In de volgende tabellen wordt per initiatief beschreven welk probleem ervaren wordt, wat het doel of de ambitie is, hoe dit bereikt wordt, welke randvoorwaarden gesteld zijn, welke resultaten beoogd worden en welke actoren betrokken zijn.
6
1e en 2e lijn PoZoB De organisatie(s) Welk probleem wordt ervaren?
Welk doel of welke ambitie wordt nagestreefd?
Hoe wordt dit bereikt?
Welke randvoorwaarden zijn opgesteld (succes- en faalfactoren)?
Welke resultaten worden verwacht/beoogd?
Welke actoren zijn betrokken?
PoZoB heeft samen met Coöperatie VGZ, CZ, De Ondernemende Huisarts (DOH) en Zorgbelang Brabant het project “Slimmer met zorg” opgezet. - De kosten in de zorg rijzen de pan uit. Wat hiermee samenhangt is dat de solidariteit langzaam verloren gaat als de kosten blijven stijgen. - Slechte samenwerking van partijen in de zorg. Zowel medisch niet als op logistiek gebied. - Als er niets veranderd wordt de zorg alsmaar ontoegankelijker. - De trend moet omgebogen worden. We moeten toe naar een manier van zinnige en zuinige zorg met elkaar. - Pijlers hierbij zijn kwaliteitswinst, gezondheidswinst en patiëntentevredenheid. - De zorg moet zoveel mogelijk geconcentreerd zijn in de wijk rond de patiënt. - Men wil gaan inzetten op populatiebekostiging. De definitie van populatiebekostiging die gegeven wordt is de optelsom van alle premies in de Zvw (en op termijn AWBZ/WMO?) en deze op een zo efficiënt mogelijke wijze inzetten om gezondheidswinst te behalen zonder rekening te houden met schotten of bestaande werkwijze. - Er is onlangs een intentieverklaring ondertekend door CZ, VGZ, PoZoB en DOH. Er zijn afspraken gemaakt dat zij, samen met andere relevante stakeholders, een integrale aanpak gaan ontwikkelen die moet leiden tot goede en betaalbare zorg. - De huidige stand van zaken is dat er aan een werkplan gewerkt gaat worden waarin potentiële effectieve interventies uitgewerkt worden. Er zullen meetpunten opgesteld worden om resultaten vast te kunnen stellen m.b.t. kwaliteit, klantervaring, toegankelijkheid en kosten. - Partijen moeten het als hun maatschappelijke verantwoordelijkheid zien om dat te doen wat in hun vermogen ligt om kwalitatief goede, toegankelijke en betaalbare zorg veilig te stellen. - Men moet gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor een integrale populatiegebonden aanpak, gericht op betere zorg tegen lagere kosten. - De focus ligt momenteel op het tot stand brengen van een integrale benadering. De mogelijkheden worden onderzocht hoe men een duurzame verbintenis kan aangaan. - Door de 1e lijn te versterken zal de 2e lijn ontlast worden, wat de kosten drukt/ - Een regelluwe zone wordt gezien als iets voor op de langere termijn in het werkplan. Momenteel zijn PoZoB, DOH, CZ, Coöperatie VGZ en Zorgbelang Brabant betrokken.
7
Digitale Agenda SRE De organisatie Welk probleem wordt ervaren? Welk doel of welke ambitie wordt nagestreefd?
Hoe wordt dit bereikt?
Welke randvoorwaarden zijn opgesteld (succes- en faalfactoren)? Welke resultaten worden verwacht/beoogd?
Welke actoren zijn betrokken?
De Digitale Agenda is een programma dat vanuit het SRE ontwikkeld wordt. Een van de prioriteiten in het uitvoeringsplan is het creëren van een regelluwe zone. Innovatie in de wet- en regelgeving en vergoedingenstructuur is nodig. Er worden grenzen ervaren bij het invoeren van digitale diensten om eigen kracht en zelforganisatie van burgers in wijken te versterken. Het doel is om in een plattelandsgebied en een stedelijk gebied regelluwe zones te creëren. In deze gebieden kan men op creatieve wijze innovaties plegen en experimenteren met de bestaande regelgeving. Uiteindelijk moeten deze projecten oplossingen bieden die bijdragen aan een soepelere regelgeving en een meer integrale vergoedingenstructuur. Door grenzen op te zoeken en niet overal vooraf toestemming voor te vragen kan innovatie in de zorg bereikt worden. Er zal wel sprake zijn van risicomanagement wanneer niet alle betrokken partijen toestemmen zullen geven - Politieke lokale commitment is een vereiste om te kunnen starten. - Risicomanagement - Direct communiceren met betrokkenen In 2012 verwacht men de twee regelluwe zones gecreëerd te hebben en dat de doorbraakprojecten hiervoor klaar zijn. In 2013 hebben debatten geleid tot een breed maatschappelijk draagvlak voor de oplossingsrichtingen die in experimenten gedurende twee jaar worden ontwikkeld en getest. In 2015 verwacht men dat de oplossingen zijn getest, waarvan de resultaten en het bewijs voor de impact duidelijk zijn omschreven zodat ze repliceerbaar en opschaalbaar zijn. Het SRE en de gemeenten. Het SRE zal andere lopende samenwerkingsinitiatieven met zorgverzekeraars en de coöperatie Slimme Leven 2020 kunnen verbinden aan de regelluwe zone. Er zullen meerdere stakeholders betrokken worden.
8
Veldhoven Vernieuwend Vitaal Veldhoven Vernieuwend Vitaal is een project dat opgezet is vanuit de gemeente De organisatie Veldhoven om een aantal doorbraken te kunnen maken als het gaat om het zelfredzamer maken van de inwoners. Momenteel wordt er een convenant opgesteld, waarvoor eind mei weer een bijeenkomst is gepland. Welk probleem wordt Men wil burgers bewust maken van de ontwikkelingen in de eigen wijk. Bij het opstellen van een wijkactieplan loopt men tegen de regelgeving aan vanuit de ervaren? Wmo, AWBZ en Zvw. Welk doel of welke Er zijn 3 projectlijnen opgesteld. De focus van de projectlijnen is het bevorderen ambitie wordt van levensgeluk van burgers, het stimuleren van zelfsturend en zelfhelend vermogen, burgers medeverantwoordelijk maken, zelf- en samenredzaamheid, nagestreefd? zorg en ondersteuning in de buurt en producerende burgers. - Een regelluwe zone waarbij partijen die tot nu toe geld geven aan aanbieders, Hoe wordt dit bereikt? dit geld ter beschikking stellen aan een wijk om samen met de zorgaanbieder een plan uit werken. - Het inzetten op meer preventie en voorlichtende voorzieningen waarbij de keten van zorg anders ingericht wordt ook als een onderdeel van een regelluwe zone gezien. - Men wil de budgetten van verschillende partijen bij elkaar brengen. De zorg moet anders ingericht worden en de financiën moeten anders geregeld worden. - Deze twee aspecten van regelluwheid willen ze in één keer in een goed systeem zetten. - Men wil een wijk een neutraal gebied aanbieden, waarin ze zonder regels een wijkplan kunnen ontwikkelen samen met de financiers. Welke randvoorwaarden - Vertrouwen tussen organisaties en in het project zijn opgesteld (succes- en - Communicatie tussen organisaties en met burgers - Om de transitie van de huidige naar de nieuwe situatie te maken wordt regelluw faalfactoren)? zelf als randvoorwaarde gezien. Welke resultaten worden Er is een verdienmodel geformuleerd: Vitale burgers en vitale wijken, actieve burgerparticipatie, burgers hebben mede verwacht/beoogd? zeggenschap en dragen mede verantwoordelijkheid over de inzet van financiële middelen, denken in algemeen belang groeit, denken in eigenbelang reduceert, preventie van ziekte, meer en langduriger gezond, economisch langere inzetbaarheid van burgers , populatiegebonden afspraken tussen financiers en leveranciers, maximaal resultaat per bestede euro, optimale afstemming en coördinatie, eenduidige aansturing en regie, en sociale cohesie Welke actoren zijn Het projectplan zit nog in de ontwikkelfase, maar als mogelijke kernpartners worden de volgende organisaties genoemd: gemeente, wijkbewoners Heikant, betrokken? SWOVE, Stimulans, MEE, RSZK, Zuidzorg, Severinus, GGzE (Fact), gzc Heikant, gzc Bolzen, MMC, Simac en Pozob, zorgkantoor en zorgverzekeraars
9
Zorgcoöperatieve ontwikkelingen (Gemert-Bakel en Laarbeek) De organisatie Welk probleem wordt ervaren?
Welk doel of welke ambitie wordt nagestreefd?
Hoe wordt dit bereikt?
Welke randvoorwaarden zijn opgesteld (succes- en faalfactoren)? Welke resultaten worden verwacht/beoogd? Welke actoren zijn betrokken?
De gemeente Gemert-Bakel. Er is een uitvoeringsplan opgesteld om te komen tot een dorps- en wijkgerichte aanpak. - Dubbele vergrijzing en een krimp van de bevolking. - De huidige aanpak werkt kostenopdrijvend, de zorg wordt onbetaalbaar. - De budgetten staan onder druk. Doordat budgetten elkaar overlappen worden er onnodige kosten gemaakt. - Alles integraal te kunnen en mogen bekijken. - De budgetten bij elkaar leggen om te bekijken hoe men met zo min mogelijk budget zoveel mogelijk algemene voorzieningen hebt. - Uiteindelijk wil men adequate zorg kunnen aanbieden - Mensen mogen niet alleen consumeren maar moeten ook iets terug doen. Dit in kader van wederkerigheid. - Een goed geprofessionaliseerd netwerk en steunsystemen opzetten - Vanaf het begin organisaties en burgers actief betrekken, mee laten praten en denken en verantwoordelijkheid geven. - Met beleidsvrijheid door regelluw te mogen werken met zo min mogelijk bureaucratie. - Er wordt door Trimbos een onderzoek uitgevoerd met de volgende onderzoeksvragen: (1) In welke mate is kleinschalige zorg kosteneffectiever vergeleken met reguliere zorg? (2) Welke informele zorg (o.a. omvang, type en door wie) ontvangen ouderen bij respectievelijk kleinschalige en reguliere zorg? En (3) Welke factoren zijn essentieel voor het succesvol inzetten van kleinschalige zorg in de gemeente Gemert Bakel? - De doelgroep moet tijdig bereikt worden, vertrouwen in burgers en organisaties, communicatie - Er wordt verondersteld dat een vermindering in regelgeving nodig is om de dorps- en wijkgerichte aanpak te ontwikkelen en succesvol te laten verlopen.
In Laarbeek is de coöperatieve vereniging Tot Uw Dienst opgericht. De coöperatie in Laarbeek is een van de zorgcoöperatieve ontwikkelingen die een regelluwe zone beoogd. - Belemmerende regelgeving - Oplopende kosten - De blokken in de financiering staan innovatie in de weg
-
-
De gemeente, zorgprofessionals, dorpsondersteuners, zorgverzekeraar.
mantelzorgers,
vrijwilligers,
- De leefbaarheid vergroten van de inwoners - Voorzien in de behoefte van de leden op gebied van wonen, welzijn en zorg. - Zorgvragers houden eigen regie over hun leven en krijgen zo min mogelijk zorgaanbieders in huis.
- Er wordt een makelaarsfunctie uitgeoefend om vraag en aanbod om elkaar aan te laten sluiten - Een regelvrije zone zou de ontwikkeling van de coöperatie verbeteren en de eerder genoemde problemen kunnen verlichten - Er zijn gesprekken met CZ over hoe de ZZP‟ers behouden en ingezet kunnen worden - Er worden afspraken gemaakt met CZ over één budget. Een lumpsumfinanciering is gewenst. - De coöperatie zet ook in op het gebruik van meer ICT
- Medewerking van de zorgverzekeraar - Een ervaren knelpunt is dat huisartsen niet aansluiten. Medewerking van huisartsen is wel gewenst om de effecten van de coöperatie te bereiken - Vertrouwen, communicatie
Benoemde actoren zijn het bestuur van de coöperatie, zorgadviseur, zorgaanbieders, externe diensten en zorgverzekeraar.
Experiment Regelarm – Careyn Zuwe Aveant, De Zorgboog, BrabantZorg en Surplus Careyn Zuwe Aveant is een zorgorganisatie en is verbonden aan Experiment Regelarm van het VWS. Plan van aanpak is uitgeschreven. De organisatie is voornamelijk actief in Zuid-Holland en de regio Breda - Administratieve lasten in de zorg - Het stelsel van financiering en verantwoording
De Zorgboog is een organisatie in de regio Helmond voor wonen, zorg en welzijn in de regio Helmond. Er is een plan van aanpak ingediend bij het VWS in het kader van Experiment Regelarm. Er wordt een administratieve rompslomp ervaren rondom indicaties en herindicaties in de thuiszorg.
- Verminderen van regelgeving en administratieve last voor professionals en meer regelruimte en meer zelfstandigheid van professionals. - Terugdringen van inzet van professionele zorg - Integreren van extramurale zorg en huisartsenzorg (ontschotting in de 1 e lijn) - Ontschotting tussen zorg en welzijn realiseren, dus tussen de AWBZ, ZvW en Wmo - Zorgprofessionals en cliënten moeten anders gaan kijken en denken, met name hoe zaken buiten de formele zorg geregeld kunnen worden. - wijkverpleegkundige verbindt professionals en de sociale omgeving. - professionals zelforganiserend maken van en ontbureaucratiseren van het systeem en extra aandacht voor preventie - zelfredzaamheid en preventie bevorderen, de ondersteuning van informele zorg te intensiveren en nieuwe technologie in te zetten. Voldoende tijd plannen, daadkracht en aangepaste regelgeving. Ook vertrouwen in de professional en de cliënt, eenvoud in de processen, systemen, verantwoording en financiering, integraliteit van diensten en verschuiving van formele zorg naar informele zorg worden als randvoorwaarden genoemd. Kostenverlaging en kwaliteitsverbetering vormen dan het toetsingskader bij het vormgeven van deze randvoorwaarden.
Binnen het kruiswerk wil de organisatie graag experimenteren met een ander wijze van omgaan met zorgindicaties. Het voorgestelde experiment richt zich op doelmatiger en efficiënter werken, met behoud van kwaliteit van zorg.
Welke resultaten worden verwacht/beoogd?
Meer samenhang, zowel in de zorg als in het sociale milieu, en besparing van zorguitgaven voor de maatschappij als geheel.
Welke actoren zijn betrokken?
Raad van Bestuur, Directie VVT-Extramuraal, projectmanager, stuurgroep (verpleegkundige, verzorgenden, medewerkers back office, zorgteammanagers, regiomanagers), klankbordgroep ( Leden zijn onder andere VWS, zorgverzekeraars/ zorgkantoor, universiteit, cliëntenvertegenwoordiging, opinion leader) en onderzoeksgroep
Daarnaast kan er tijdwinst worden behaald, de professional kan meer inspelen op de behoefte van de klant, de AIV inkoop wordt overbodig, bepaalde registraties kunnen komen te vervallen en de klant betaalt uitsluitend eigen bijdrage voor wat er geleverd wordt. Bespaarde tijd ingezet kan worden ter bevordering van de kwaliteit van zorg richting de cliënt. Zorgkantoor, zorgverzekeraars, thuiszorg, CIZ en uiteindelijk ook gemeenten.
De organisatie
Welk probleem wordt ervaren? Welk doel of welke ambitie wordt nagestreefd?
Hoe wordt dit bereikt?
Welke randvoorwaarden zijn opgesteld (succes- en faalfactoren)?
Diverse regelgevingen en declaraties zullen moeten worden weggenomen, verminderd of aangepast. Het plan van aanpak benoemd de CIZ regelgeving, bijbehorende declaratieregelgeving NZA, AO/IC, AZR en zorgkantoor, MSVT regelgeving van zorgverzekeraars en de declaratieregelgeving van verpleging in de thuiszorg.
-
11
Experiment Regelarm (vervolg) De organisatie
BrabantZorg levert thuiszorg in de gemeenten Bernheze, Boekel, Den Bosch, Grave, Kerkdriel, Landerd, Maasdonk, Oss, Sint-Oedenrode, Uden en Veghel en neemt deel aan Experiment Regelarm.
Welk probleem wordt ervaren?
- Administratieve lasten - De relatie tussen het zorgkantoor, zorgaanbieders en de cliënt is niet goed - Grootste last wordt ervaren van het berichtenverkeer in de AZR. Hier richt het experiment zich op.
Welk doel of welke ambitie wordt nagestreefd?
- Overbodige ballast uit het systeem halen - Het zuiver stellen van de rollen van diverse partijen die een rol hebben in het organiseren van zorg rondom een cliënt - Tijd winnen door overbodig berichtenverkeer te schrappen, en deze tijd weer investeren in de zorg voor de cliënt. - Het AZR berichtenverkeer wordt geschrapt - De ICT voorzieningen worden hierop aangepast
Hoe wordt dit bereikt?
Welke randvoorwaarden zijn opgesteld (succes- en faalfactoren)? Welke resultaten worden verwacht/beoogd?
- Een goede samenwerking tussen zorgkantoor en de organisatie is vereist - De ICT voorzieningen moeten tijdig worden aangepast - Intern zal er een aanpassing van de werkwijze nodig zijn. Het is van belang dat het personeel ook achter de veranderingen staan.
Welke actoren zijn betrokken?
Zorgkantoor, CIZ, zorgaanbieder, CAK en de cliënt.
Het berichtenverkeer in AZR zal sterk verminderen. - De verantwoording wordt afgelegd aan de cliënt, en niet aan het zorgkantoor waardoor het zorgkantoor veel minder informatie nodig heeft - De gewonnen tijd kan geïnvesteerd worden in de zorg voor de cliënt.
Surplus Zorg is een organisatie met een aanbod in zorg, wonen en welzijn in Midden- en West-Brabant. Er is een plan van aanpak ingediend bij het VWS in het kader van Experiment Regelarm. Het betreft een experiment rondom begeleiding met alle aanbieders in de zorgkantoorregio West-Brabant - Druk om de decentralisatie van de functies van de AWBZ vorm te geven. - De complexiteit hiervan leidt tot sturen op het halen van deadlines en het tijdig voldoen aan regelgeving. - Systeeminnovatie en procesverbetering onder druk te staan. - Administratieve lasten voor zorgprofessionals omdat zij vaak voor meerdere gemeenten werken Ondersteuning dicht bij de burger organiseren, zodat ook deze kwetsbare doelgroep naar vermogen kan participeren. Er moet een samenhangend aanbod van extramurale zorg en welzijn georganiseerd zijn. Dit moet zichtbaar zijn in dat er geen overlap in het zorgaanbod is voor de individuele cliënt, Een regelarme inrichting van de functie begeleiding. - Een regionale focus m.b.t. de samenwerking tussen gemeenten, zorgkantoren en zorgaanbieders op gebied van aanbod. Het voorkomt stapeling en afwenteling van zorg. - Lokaal organiseren wat lokaal kan. De regio neemt een ondersteunende en adviserende rol in. - Er moet gestuurd worden op voortgang. - Ondersteuning van gemeenten is van groot belang. - Het doel en de aanpak zijn zo regelarm mogelijk.
- Voor de cliënt: Afgestemde zorg dicht bij huis, minder verschillende hulpverleners, meer regie over eigen leven en zorgvraag (maatwerk), helderheid over procedures en aanbod. - Voor zorgaanbieders: Minder administratieve lasten, hogere werktevredenheid door meer tijd voor de cliënt te hebben en minder overhead, afgestemde zorg als gevolg van goede samenwerking tussen professionals, vrijwilligers en zorgaanbieders. - Voor de financier (overheid, zorgkantoor, verzekeraar): minder stapeling van regelingen en interventies, minder overhead, slimme zorg aan kunnen bieden waardoor kosten gedeeld kunnen worden over de partijen, geen afwenteling van consequenties op elkaar. Ministerie van VWS, achttien gemeenten, zorgkantoor (CZ), zorgaanbieders, Regio WestBrabant.
12
VenloDroom in Venlo De organisatie
Welk probleem ervaren?
wordt
Welk doel ambitie nagestreefd?
welke wordt
of
Hoe wordt dit bereikt?
Welke randvoorwaarden zijn opgesteld (succes- en faalfactoren)?
VenloDroom is in 2011 van start gegaan in Venlo-Oost. Er is sprake van een drie-jarige ontwikkelpilot op het gebied van vernieuwing in wonen, welzijn en zorg. - Vanuit VenloDroom wordt er niet zozeer gesproken van een probleem, maar meer over de maatschappelijke opgave die Nederland heeft. - Als gevolg van de vergrijzing en daarmee de onbetaalbaarheid van de verzorgingsstaat zal er een cultuuromslag gemaakt moeten worden. - Verantwoordelijkheid teruggeven aan burgers. - Creëren van een integrale, zelfsturende, en betrokken en outreachende werkwijze van op het gebied van wonen-welzijn-zorg in Venlo Oost. - Organiseren van een ontschotte vorm van samenwerking en financiering van het aanbod van wonen-welzijn-zorg. - Leveren van een samenhangend, vernieuwd, effectiever en efficiënter dienstverleningsaanbod voor wonen-zorg-welzijn in Venlo-Oost. - Fungeren als pilot voor de nieuwe werkwijze in kader van de kanteling van de Wmo en de doorontwikkeling van WWZ. - Het terugdringen van bureaucratie en overmatige regelgeving. Er is gewerkt aan drie hoofdtaken om de doelstellingen te bereiken: opstart en uitvoering van projecten, visie en methodiekontwikkeling, en netwerkontwikkeling en –verbinding. - Onpartijdige sturing is van groot belang. - De financiers moeten achter het project staan. Dit om het risico te verminderen dat ze later in het project afhaken.
Welke resultaten worden Kort samengevat zijn dit de resultaten van wat er bereikt is in 1 jaar: - Bewoners zijn actief en het aantal vrijwilligers stijgt. Deze burgerparticipatie verwacht/beoogd? wordt doorontwikkeld via een bewonersnetwerk. - De nieuwe werkwijze vraagt een cultuuromslag van burgers, professionals, management en bestuurders. Door middel van scholing en begeleiding wordt de werkwijze op uitvoerend niveau omarmd, maar het doorleven vraag nog altijd veel aandacht. - Er zijn integrale wijkteams en een buurtwerkbedrijf ingericht Welke actoren zijn De initiatiefnemers: De Zorggroep, Proteion Thuiszorg, Dichterbij, Woonwenz, Stichting Wel.Kom, het VGZ Zorgkantoor Noord- en Midden-Limburg en de betrokken? gemeente Venlo. Naast het zorgkantoor ook de zorgverzekeraar VGZ betrokken. Gemeente, zorgkantoor en zorgverzekeraar borgen de acties.
13
3. Resultaten In dit hoofdstuk wordt een beknopte versie van de resultaten van mijn onderzoek gepresenteerd. Ik zal de veronderstelde doel-middel relaties en oorzaak-gevolg relaties bespreken die de geïnterviewde experts leggen met betrekking tot een regelluwe zone. Doel-middel relaties Bij het bestuderen van de gegevens kon ik concluderen dat de helderheid van de veronderstelde doelen en middelen wisselend was. Doelen waren vaak al concreter omschreven dan de middelen. Dit kan verklaard worden door het feit dat de meeste projecten nog in ontwikkeling zijn. De visie is in deze fase van de ontwikkeling van de projecten concreet, maar een concrete vertaalslag naar de uitvoering moet nog gemaakt worden. In Figuur 1 zijn de relaties grafisch weergegeven in een doelenboom. Na het analyseren van de gegevens heb ik één einddoel geformuleerd: Kostenbesparing met behoud van kwaliteit. Bij het analyseren van de documenten kon ik concluderen dat dit einddoel zelden als concrete doelstelling werd geformuleerd. Het wordt gezien als het doel wat men op lange termijn wil bereiken. Dit kwam ook naar voren bij de expertinterviews. “ Het hoogste doel is voor mij dus om zorg bereikbaar te houden voor alle burgers, juist ook voor de kwetsbare groepen. (…) Dat betekent onder andere dat ook de kosten voor ons beheersbaar moeten blijven.” Bovenstaand citaat van de wethouder van Veldhoven illustreert dat het einddoel gericht is op de kosten en kwaliteit van de zorg. De subdoelen die ik heb onderscheiden bij het analyseren van de gegevens zijn het ontwikkelen van een integraal aanbod van zorg en welzijn en het bevorderen van de doelmatigheid van zorg. Er wordt verwacht dat wanneer er meer ingezet wordt op de integraliteit van zorg en welzijn dat er kosten bespaard kunnen worden en de kwaliteit van zorg omhoog gaat. Dit subdoel hangt samen met het tweede subdoel, de doelmatigheid van zorg. Wanneer de zorg efficiënter ingericht wordt kunnen er kosten bespaard worden. Om deze subdoelen te bereiken wordt verwacht dat er een innovatie in wet- en regelgeving nodig is, dat er geïnnoveerd moet worden in de werkwijze van het zorgsysteem, dat er samenwerking tussen gemeenten, zorgverzekeraars, zorgkantoor, zorgaanbieders en burgers plaats moet vinden, en dat de cultuuromslag en gedragsverandering in de zorg bevorderd moet worden. Deze vier aspecten benoem ik tot de sub-subdoelen, omdat ze niet als middelen gezien kunnen worden. Niet alle projecten richten zich op al deze subdoelen. Zo richten de projecten van Experiment Regelarm zich voornamelijk op het innoveren in wet- en regelgeving en het innoveren in het zorgsysteem. Deze experimenten hebben een tijdsbestek van 2 jaar, waarin de focus wordt gelegd op het aanpakken van belemmerende regelgeving.
14
“CZA beziet het experiment 'regelarme instelling' in bovenstaande context. Zij beschouwt dit als een extra steun in de rug bij de implementatie van een traject waarvoor de voorbereidingen momenteel worden getroffen en op onderdelen wordt geëxperimenteerd. Het experiment regelarme instellingen sluit daar naadloos op aan en wordt daarom beschouwd als een mogelijke extra facilitator en versneller voor de implementatie van „Het Dorp‟. Omgekeerd biedt 'Het Dorp' ideale randvoorwaarden voor het vormgeven van het experiment.” Bovenstaand citaat uit het projectplan van Careyn Zuwe Aveant illustreert hoe het project zowel op korte als lange termijn een visie heeft ontwikkeld. Experiment Regelarm wordt gebruikt om regelverarming te bereiken, maar dit is enkel de eerste fase. Op de lange termijn wordt in latere fasen ingezet op de cultuuromslag, integrale zorg en ontschotting. Aan deze sub-subdoelen heb ik diverse sub-sub-subdoelen en middelen gerelateerd. Omdat ik niet uitgebreid in kan gaan op alle relaties zal ik de relaties met betrekking tot de regelluwe zone verder bespreken, omdat deze centraal staat in deze scriptie. Later in de paragraaf zal ik de overige relaties nog kort uiteenzetten. Regelluwe zone Bij de analyse heb ik ten eerste een verband gelegd tussen het inzetten van een regelluwe zone en het innoveren in wet- en regelgeving. Dit verband wordt in alle projecten gelegd en is in de meeste projecten ook de enige expliciete relatie. Overige relaties die gelegd zijn komen meer voort uit de expertinterviews, en zijn dus vaker impliciet. “Een regelluwe zone is nodig voor het laten landen ofwel de uitrol van digitale diensten op brede schaal van minstens 10.000 inwoners. Het doel is om in minstens één geografisch plattelandsgebied en minstens één geografisch stedelijk gebied innovatie te plegen in wet- en regelgeving op creatieve wijze…” Bovenstaand citaat uit het uitvoeringsplan van de Digitale Agenda SRE illustreert de verwachting dat een regelluwe zone mogelijkheden biedt om te innoveren in wet- en regelgeving. Ten tweede is er de verwachting dat een regelluwe zone de ontwikkelingen kan bevorderen van vernieuwende initiatieven in de zorg. Het wordt gezien als een middel om te innoveren in de werkwijze in de zorg. Deze verwachting komt in de meeste projecten naar voren. “Zij hebben het initiatief genomen om in Venlo tot een nieuwe aanpak en werkwijze in de zorg en welzijn te komen. (…) Organiseren van een regelvrije ruimte. Wonen-welzijn-zorg wordt georganiseerd zonder last van regelgeving van regiepartijen/financiers en professionele organisaties. (…) Creëer een regelvrije ruimte waarin professionals met ruim mandaat aan de slag kunnen gaan.”
15
Dit citaat uit het projectplan van VenloDroom illustreert de verwachting dat een regelluwe zone ruimte biedt om zonder belemmerende regelgeving te kunnen komen tot een vernieuwde werkwijze in de zorg. Ten derde wordt een regelluwe zone gerelateerd aan het bevorderen van samenwerking tussen gemeenten, zorgverzekeraars, zorgkantoor, zorgaanbieders en burgers. Deze relatie is voornamelijk gebaseerd op de interviews met de experts van projecten van de zorgcoöperaties en VenloDroom. Een regelluwe zone dient hier als middel om over de schotten heen te kunnen samenwerken. de veronderstellingen met betrekking tot deze relatie zijn impliciet. Variabelen die ik bij het analyseren van de gegevens vaak kon relateren aan de relatie tussen een regelluwe zone en het bevorderen van de samenwerking in de zorg is een integraal zorgbudget creëren en het verbeteren van de aansluiting tussen de lijnen in de zorg. Dit werd voornamelijk benadrukt bij de projecten van de zorgcoöperaties en VenloDroom. “Als je vanaf het begin mensen actief betrekt en mee laat denken, en mee laat praten, ze een stukje verantwoordelijkheid geeft en dat ook serieus neemt, dan heb je veel van dat soort dingen niet nodig. En dan kun je het beperken tot het minimum wat ook echt nodig is.” Ten vierde wordt de regelluwe zone gerelateerd aan de cultuuromslag en gedragsverandering in de zorg. Deze relatie wordt geïllustreerd door het volgende citaat van de zorginkoper integrale zorg van Zorgcoöperatie VGZ. “Het doel van de regelluwe zone is in ander gedrag terecht te kunnen komen. (…) Dus het is maar een tussenfase, maar soms zijn regels knellend en verhinderen dat je in de andere wereld terecht komt.” Het (tijdelijk) verminderen van regels wordt dus als middel gezien om de gedragsverandering onder zowel burgers als organisaties te realiseren. Concluderend kan worden gezegd dat er meerdere relaties verondersteld worden met betrekking tot een regelluwe zone. Het is mijns inziens echter zo dat deze relaties niet onafhankelijk van elkaar gezien worden. De verschillende relaties hebben ook effect op elkaar. Zo kan het sub-subdoel innovatie in de werkwijze gerelateerd worden aan de cultuuromslag en gedragsverandering. Om te innoveren zal deze cultuuromslag en een gedragsverandering noodzakelijk zijn. De overige doel-middel relaties Voor een innovatie in wet- en regelgeving worden het terugdringen van overbodige regelgeving en indicaties en de aansluiting tussen de 0e-, 1e-, 2e- en 3e lijns zorg verbeteren genoemd. Met andere woorden, er wordt verwacht dat deze sub-sub-subdoelen bijdragen aan een innovatie in wet- en regelgeving. Aan innovatie van de werkwijze van het zorgsysteem heb ik het gebruik van ICT, het ontwikkelen van integrale arrangementen, het creëren van een integraal zorgbudget en het sturen op preventie gekoppeld. Bij het gebruik van ICT worden concrete middelen genoemd, namelijk het inzetten van zorgsites, E-Health en domotica. Bij het bevorderen van de samenwerking tussen gemeenten, zorgverzekeraars, zorgkantoor, zorgaanbieders en burgers wordt verondersteld dat de aansluiting op de 0e-, 1e-, 2e- en 3e lijns zorg verbeteren, integrale zorgarrangementen ontwikkelen, integraal zorgbudget creëren en een kennisplatform in de regio leiden tot een betere samenwerking.
16
Om de cultuuromslag en gedragsverandering te bevorderen wordt het versterken van burgerparticipatie en zelfredzaamheid en het sturen op preventie genoemd. Om de burgerparticipatie en zelfredzaamheid te versterken worden wijkgericht werken, een sociaal steunsysteem en zorgcoöperatie als middelen gezien. Tot slot worden stuur- of projectgroepen als middel aangedragen om de ontwikkeling van de doelen en middelen te sturen. Deze relaties worden niet in elk project gelegd, maar het geeft wel een overzicht van de verwachtingen met betrekking tot de doelen en hoe deze bereikt kunnen worden. Hiermee wordt ook duidelijk gemaakt dat het instellen van een regelluwe zone alleen niet tot het bereiken van doelen leidt, maar dat er meerdere variabelen van invloed zijn.
17
Figuur 1 – Diagram doel-middel relaties Zorgsites Beter gebruik van ICT E-Health
Domotica
Innovatie wet- en regelgeving Terugdringen van overbodige regelgeving en indicaties
Aansluiting 0e, 1e, 2e en 3e lijns zorg verbeteren
Stuur-/ projectgroepen
Integraal zorgbudget creëren
Sociaal steunsysteem
Integraal aanbod zorg en welzijn ontwikkelen
Regelluwe zone
Integrale arrangementen ontwikkelen
Wijkgericht werken
Innovatie werkwijze
Kostenbesparing met behoud van kwaliteit Samenwerking tussen gemeenten, zorgverzekeraars, zorgkantoor, zorgaanbieders en burgers bevorderen
Doelmatigheid zorg bevorderen
Legenda: Doel
Kennisplatform in de regio creëren Burgerparticipatie en zelfredzaamheid versterken
Subdoel
Bevorderen cultuuromslag / gedragsverandering
Sub-subdoel Sub-sub-subdoel
Zorgcoöperaties Sturen op preventie
Middel
18
Oorzaak-gevolg relaties Bij de analyse van de documenten valt op dat er weinig aandacht wordt besteed aan de oorzakelijke verbanden. De relaties die ik als onderzoeker leg zijn dan ook voornamelijk gebaseerd op de expertinterviews, om op die manier de impliciete relaties expliciet te maken. Probleemperceptie Om de oorzaak-gevolg relaties te reconstrueren wordt ten eerste het gedefinieerde probleem geformuleerd. De algemene probleemperceptie is de problematiek rondom de stijgende zorgkosten. Van de 20 expertinterviews noemden 8 experts expliciet de kosten in de zorg als het probleem waar het beleid zich op richt. Wanneer de stijgende zorgkosten niet expliciet al het centrale probleem werd genoemd, werd het later in het interview in bijna alle gevallen alsnog in verband gebracht met een ander probleem of oorzaak. “Al die dingen bij elkaar hebben ervoor gezorgd, of zorgen ervoor dat een systeem onhoudbaar is en ook niet meer betaalbaar is daardoor. Dus we zullen wat moeten doen.” Dit citaat van de wethouder van Gemert-Bakel illustreert dat er verondersteld wordt dat de stijgende zorgkosten door meerdere aspecten wordt veroorzaakt. Bij het analyseren van de gegevens heb ik vijf oorzaken onderscheiden die het meest genoemd werden in de interviews. Ik zal bij de twee oorzaken die het meest genoemd zijn dieper ingaan op de veronderstellingen, de overige oorzaken zal ik later in de paragraaf kort bespreken. Bureaucratie De oorzaak voor de stijgende zorgkosten die het meest genoemd is in de interviews is de bureaucratie in de zorg. In 18 interviews wordt gesproken over de regels, administratie en overhead in de zorg. Met betrekking tot bureaucratie wordt ook de verkokering in of schotten tussen de wetgeving benoemd. Hierbij wordt specifiek gesproken over de Wmo, AWBZ en de Zwv. Verder wordt er gesproken over de hoeveelheid aan overhead in de zorg en het indicatiesysteem. “Het grootste probleem is dat we met z‟n allen dertig procent overhead nodig hebben om de zorg georganiseerd te krijgen. En die moeten we met elkaar willen reduceren tot een procent of zes, zeven. (…) Er blijft te veel geld aan de strijkstok hangen om het georganiseerd te krijgen.”
In dit citaat van de staffunctionaris verpleging en verzorging van Surplus wordt de veronderstelling dat bureaucratie leidt tot het probleem van de zorgkosten in Nederland verwoord. Bij de projecten van Experiment Regelarm wordt er meer nadruk gelegd op het aanpakken van de bureaucratie dan bij de overige projecten. Dit kan verklaard worden door het feit dat de opzet vanuit het ministerie van VWS gericht is op het verminderen van bureaucratie in de langdurige zorg, zoals in het projectplan van Careyn Zuwe Aveant wordt beschreven.
19
Verkeerde prikkels Ook prikkels in het zorgsysteem wordt als oorzaak aangeduid. Met name bij de expertinterviews komt naar voren dat er „verkeerde‟ prikkels in het zorgsysteem aanwezig zijn. Door 8 experts worden verkeerde prikkels als oorzaak genoemd. Verkeerde prikkels is een verzamelterm die naar voren is gekomen in de terugkoppeling naar de experts toe. Hierin noemen de wethouder, de beleidsmedewerkster en de projectleider Wmo van de gemeente Veldhoven verschillende prikkels in het zorgsysteem die innovatie in de zorg en daarmee kostenbesparing belemmeren. Bij de analyse van de expertinterviews bleek dat meerdere experts ook zulke prikkels noemen, waarna ik ze onder hetzelfde oorzakelijke verband heb geplaats. Ik zal een aantal prikkels opsommen. Ten eerste de financiering op basis van verrichting. Het voorkomen van ziekten wordt op deze manier niet gestimuleerd, omdat organisaties financieel afhankelijk zijn van de handelingen die ze verrichten. Dit leidt vervolgens tot het overproblematiseren. Ten derde wordt ook het feit dat de zorg aanbodgericht is in plaats van vraaggericht genoemd als een verkeerde prikkel, iets wat samenhangt met het handelen naar eigen belang van organisaties. Ten derde zijn er geen positieve prikkels om zelfzorg en informele zorg aan te sturen en aan te laten sluiten op de formele zorg. “ Het is natuurlijk het makkelijkst om een indicatie af te geven want dan heb je die perverse prikkel dat je daar aan het werk blijft als organisatie. Maar als je zorgt dat het informeel opgelost kan worden, buitenshuis door vrijwilligers in groepsverband. Want dat is dan in de zorg heb je ook maar beperkte handen, we hebben overal personeelskosten. Dan kun je toch in ieder geval die mensen de dingen laten doen die het hardst nodig zijn.”
Het bovenstaande citaat, uit het interview met de beleidsmedewerkster van de gemeente Veldhoven, illustreert de veronderstelling dat verkeerde prikkels belemmeren dat er gestuurd wordt op zelfzorg en informele zorg, en dus meer gebruik wordt gemaakt van professionele zorg, wat meer kosten met zich meebrengt. Overige oorzaak-gevolg relaties Zoals genoemd heb ik nog een aantal oorzakelijke verbanden onderscheiden bij de analyse. Dit zijn een gebrek aan samenwerking, individualisering van de maatschappij en de demografische ontwikkelingen in ons land. Het gebrek aan samenwerking wordt zowel expliciet als impliciet in verband gebracht met de kosten in de zorg. Oorzaken van het gebrek van samenwerken die door een aantal experts worden genoemd zijn het nastreven van het eigenbelang van de organisatie, de onzekerheid over de verdeling van financiën, macht en regie bij het samenwerken en uiteenlopende doelen en „talen‟ van organisaties. Het gebrek aan samenwerking uit zich in de afwenteling en stapeling van zorgverlening. Zo lang organisaties langs elkaar en niet met elkaar gaan werken zal deze afwenteling en stapeling aanhouden. Verder wordt een gebrek aan aansluiting tussen 0e-, 1e-, 2e- en 3e lijns zorg als een gevolg van een gebrek aan samenwerking gezien, en leidt vervolgens tot een stijging in de zorgkosten. De individualisering van de maatschappij en haar burgers wordt ook benoemd als oorzaak. Dit heeft als gevolg dat er minder sociale cohesie is in de samenleving, wat weer veroorzaakt dat er meer vraag naar formele zorg is. Wanneer er minder informele zorg beschikbaar zal formele zorg eerder nodig zijn. Formele zorg is duurder dan informele zorg, dus de stijgende kosten in de zorg kunnen ook gezien worden als een gevolg van de individualisering.
20
Tot slot worden de demografische ontwikkelingen genoemd. Vergrijzing en ontgroening leiden tot een hogere zorgvraag en minder arbeidskrachten. Hierdoor stijgen de zorgkosten. “Als je niks zou wijzigen aan de manier van organiseren dan heb je de komende 15 jaar, of niet eens meer, heb je rond de 400.000 extra medewerkers in de zorg nodig, en er komen op de gehele arbeidsmarkt 20.000 bij in diezelfde periode (…) Ja en wat er dan gebeurd is alleen maar gewoon de vergrijzing doorgerekend, wat dat aan zorg met zich meebrengt (…) Kijk de gemiddelde leeftijd is behoorlijk aan de hoge kant, onder personeel. Dus je weet gewoon dat je de komende jaren alle zeilen moet bijzetten om voldoende mensen aan het bed te hebben.”
Dit citaat, uit een interview met de voorzitter van de raad van bestuur van De Zorgboog, illustreert deze verwachting met betrekking tot de vergrijzing en ontgroening in Nederland. De veronderstelling is dat het leveren van zorg steeds schaarser wordt en de zorgvraag juist stijgt, wat leidt tot hogere zorgkosten. Hoewel in Figuur 2 de oorzakelijke verbanden apart zijn gepresenteerd, is het niet zo dat verondersteld wordt dat deze variabelen onderling geen effect op elkaar hebben. De analyse sluit niet uit dat de variabelen invloed op elkaar kunnen hebben. Dit is echter niet de focus van dit onderzoek. Het pijlenschema maakt de verbanden die gelegd worden met de stijgende kosten inzichtelijk.
21
Figuur 2 – Pijlenschema oorzaak-gevolg relaties
Aangrijpingspunten Tussen de doel-middel en oorzaak-gevolg relaties zijn een aantal aangrijpingspunten. Zo breng ik het innoveren in wet- en regelgeving, met de achterliggende indirecte middelen, in verband met de oorzaak bureaucratie. Het innoveren in de werkwijze heeft een verband met zowel bureaucratie als met de verkeerde prikkels. De samenwerking tussen gemeenten, zorgverzekeraars, zorgkantoor, zorgaanbieders en burgers kan direct in verband worden gebracht met de oorzaak dat er een gebrek aan samenwerking is, maar ook met de bureaucratie. Tot slot kan de cultuuromslag en de gedragsverandering in verband worden gebracht met de individualisering en met verkeerde prikkels. Met betrekking tot de regelluwe zone heb ik in mijn analyse ook een aantal aangrijpingspunten gelegd. Een expliciet aangrijpingspunt is dat de regelluwe zone in verband kan worden gebracht met de bureaucratie. De regelluwe zone richt zich op het probleem van de bureaucratie omdat regels tijdelijk aan de kant worden gezet. Overige relaties zijn meer impliciet. “Wij proberen eigenlijk vanuit het probleem en de oplossing te denken. (…) Het heeft allemaal met regels en het veranderen van regels te maken. (…) En er scharrelen een heleboel regels over, en er worden straks nauwelijks nog indicaties afgegeven. Dat betekent een nieuwe indicatiestelling en (…) afstelling tussen partijen. (…) En aan de ene kant het afnemen van de professionele zorg omdat we ook wat anders kunnen leveren dan professioneel voor de burgers, dat is de beweging wat burgers doen en voor elkaar kunnen doen (…) en dat andere is dat we de systemen veranderen.”
Deze citaten van de projectleider van VenloDroom illustreert de meer impliciete aangrijpingspunten van de regelluwe zone. Naast het veranderen van de regels is de verwachting dat het effect kan hebben op afstelling tussen partijen, wat ik relateer aan het gebrek aan samenwerking tussen partijen. Focus op maatschappelijk nut Het bereiken van de doelen vergt een ommekeer in de normen en waarden in de zorgwereld. Een aantal experts beperken deze ommekeer niet tot alleen de zorgwereld maar de gehele maatschappij. Zoals in het project van VenloDroom wordt beschreven is dat we van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving toe moeten. Alle experts erkennen dat het niet makkelijk zal zijn om deze cultuuromslag te bereiken, maar stellen daarbij dat het wel noodzakelijk is. “Ja, er is gewoon geen keuze, klaar. En ik ben blij dat deze firma in ieder geval die visie heeft van daar moeten we heen. Dat houdt in dat we niet meer alleen een wij zijn, nee, de hele firma is aan zet. (…) Nou dan heb je potentieel. Alleen er zitten lastige stapjes in. Nou ja het zij zo.”
Het bovenstaande citaat uit het interview met de zorginkoper integrale zorg van Coöperatie VGZ illustreert dat verondersteld wordt dat het onvermijdelijk is dat de visie in de zorgwereld veranderd. Het normatieve kader deze beleidstheorie vindt zijn kern in de verwachting dat het systeem onhoudbaar is en de zorgkosten te hoog zullen worden om voor iedereen de zorg toegankelijk te houden. De scenario‟s die worden geschetst over de stijgende zorgkosten in de toekomst worden niet acceptabel geacht. De demografische ontwikkelingen in Nederland zijn een belangrijke drijfveer om kritisch te kijken naar de houdbaarheid van het zorgsysteem. Men acht het niet acceptabel dat kwetsbare burgers geen toegang meer tot de zorg zouden hebben doordat deze onbetaalbaar is geworden. Een oorzakelijk verband wat direct met het zorgsysteem in verband wordt gebracht is de regelgeving en bureaucratie. Deze wordt als overmatig ervaren. Een regelluwe zone wordt hier dan ook wenselijk geacht om ten eerste die regelgeving en bureaucratie terug te dringen. Door te experimenteren met geen, minder of andere regelgeving verwacht men in kaart te kunnen brengen waar de kostenopdrijvende factoren zitten in het zorgsysteem. Daarnaast maakt het ruimte om te innoveren en om de samenwerking op te zoeken met overige organisaties in de zorgwereld. Waar bijvoorbeeld regels de samenwerking tussen zorgverzekeraars en gemeenten in de weg kunnen staan, is er in een regelluwe zone de mogelijkheid om te experimenteren met samenwerkingsverbanden om te kijken of er win-win situaties gecreëerd kunnen worden voor beiden partijen. De regelluwe zone zal dus oude gedragsmechanismen moeten doorbreken. Volgens de experts is dit mogelijk als het beleid gezamenlijk wordt gedragen door alle betrokken actoren. De nadruk mag niet meer liggen op welke economische winst er te halen is, maar er moet geïnvesteerd worden in de maatschappelijke ontwikkelingen. Sommige experts ervaren echter dat deze opvatting niet onder alle betrokken organisaties heerst. Zo licht de projectleider van VenloDroom toe dat het ook niet realistisch is dat alle betrokkenen met eenzelfde gedachte in het project stappen. Naar zijn mening gaat de top van de woningcoöperatie ver mee in het project, maar is de sector GGZ wat meer conservatief en terughoudend. De gereconstrueerde beleidstheorie De gereconstrueerde beleidstheorie is een samenstelling van de veronderstelde relaties. In Kader 1 zijn de relaties in als-dan stellingen vertaald.
24
Kader 1 - De beleidstheorie van een regelluwe zone Als: Een regelluwe zone in de zorg wordt ingezet Dan: -
-
-
-
wordt een innoverende werkwijze minder belemmerd o want het biedt ruimte om te experimenteren met het systeem, de regels en middelen o want het biedt ruimte om te experimenteren met ICT o want het biedt ruimte om zorg dichter bij de burger te organiseren o want het biedt ruimte om integrale budgetten en arrangementen te creëren vindt er innovatie in wet- en regelgeving plaats o want de overbodige wet- en regelgeving kunnen worden geïdentificeerd en aangepast of weggelaten worden o want het biedt ruimte om te experimenteren met de regelgeving zal er een effectievere samenwerking tussen partijen tot stand komen o want het biedt ruimte om te organiseren over de schotten in de financiering tussen de Wmo, AWBZ en Zvw heen o want het biedt ruimte om een betere aansluiting tussen de 0e-, 1e, 2e en 3e lijn te bewerkstelligen o want het biedt ruimte om formele en informele netwerken beter op elkaar aan te laten sluiten o want men kan breder samenwerken rondom een problematiek wordt de benodigde cultuuromslag en gedragsveranderingen gestimuleerd o want het biedt ruimte om de overgangsfase van oud naar nieuw te maken o want het biedt mogelijkheden om te sturen op zelfsturing van professionals en burgers o want het regelarme draagt bij om vraaggerichte zorg te kunnen faciliteren
Wat leidt tot: - mogelijkheden om een integraal aanbod van zorg en welzijn te ontwikkelen o want minder belemmering van de regels leidt tot het makkelijker vorm kunnen geven van integrale zorg en welzijn met andere partijen o want er kan over financieringsdomeinen heen arrangementen gebouwd worden - een bevordering van de doelmatigheid van de zorg o want door de overbodige regelgeving uit het systeem te halen is er meer tijd voor zorg o want het claimgedrag van burgers wordt verminderd en wederkerigheid gestimuleerd o want er kan meer ingezet worden op preventie om zware zorg uit te stellen o want het levert nieuwe of vernieuwde diensten op En daardoor: - kunnen er kosten bespaard worden met behoud van kwaliteit.
25
Succes- en faalfactoren Tijdens de interviews heb ik de vraag voorgelegd wat de veronderstelde succes- en faalfactoren zijn. De volgende succes- en faalfactoren werden genoemd. Succesfactoren: - Vertrouwen van en in alle organisaties - Commitment van alle organisaties, ook intern - Er echt achter durven te staan - Het willen leren en delen - Communicatie is belangrijk in deze processen - Niet spreken over het geld maar spreken over hoe je de zorg wil organiseren en of je daar iets aan elkaar hebt - De omslag moet intrinsiek vanuit alle organisaties en de burger komen - De financiers moeten er achter staan - Onpartijdige sturing - Lange termijn visie - Knelpunten op tafel te leggen om te kijken hoe we tot oplossingen kunnen komen. Faalfactoren: - Bij het invoeren van een regelluwe zone meteen weer een aantal regelsystemen inbouwen - Niet alle partijen zijn bereid om mee te werken - Geen draagvlak bij zowel de informele als de formele zorg. Als er geen draagvlak is bij de informele zorg of vrijwilligers, dan zijn de resultaten die volgen uit de experimenten in de regelluwe zone nog altijd te duur omdat je het allemaal met professionals moet doen - Resultaten op korte termijn willen boeken
26
4. Conclusie De resultaten geven een overkoepelend beeld van de verwachtingen die de beleidsmakers hebben. Bij de beleidsformulering hebben beleidsmakers expliciete dan wel impliciete veronderstellingen over hoe een regelluwe zone uiteindelijk leidt tot het gewenste effect. Door vooraf deze veronderstellingen te toetsen kan worden vastgesteld of het beleid kans heeft op succes. Bij het trekken van conclusies uit het onderzoek wordt rekening gehouden met dat de projecten nog in ontwikkeling zijn. De verwachting is dat een regelluwe zone de ontwikkelingen kan bevorderen van vernieuwende initiatieven in de zorg, dat men kan innoveren door belemmerende regelgeving te identificeren en aan te passen, en dat het kan dienen als tussenfase om ruimte te geven aan organisaties om in ander gedrag terecht te komen. Uit de analyse blijkt dat alle projecten (zowel impliciet als expliciet) een gelijk einddoel hebben: Kostenbesparing met behoud van kwaliteit van de zorg. Dit wordt gezien als het doel op de lange termijn. Door in te zetten op integraliteit van zorg en welzijn en doelmatigheid van de zorg zou de zorg efficiënter ingericht worden waarmee kosten bespaard worden. Na het analyseren blijkt uit de plannen en rapportages dat er veel nadruk wordt gelegd op het stellen van doelen en subdoelen, maar dat er nog maar weinig concrete middelen worden beschreven. Het gepercipieerde probleem was vaak niet expliciet vernoemd in de plannen en rapportages. Na het analyseren van de documenten en expertinterviews kon geconcludeerd worden dat het probleem wat aangepakt dient te worden de stijgende zorgkosten zijn. Genoemde oorzaken van dit probleem zijn de bureaucratie van het zorgsysteem, een gebrek aan (efficiënte) samenwerking tussen betrokken partijen, de verkeerde prikkels in het zorgsysteem, de individualisering van de maatschappij en haar burgers en de demografische ontwikkelingen. De financiële winst die een regelluwe zone kan opleveren wel wordt genoemd, maar er wordt veel nadruk gelegd op winst die behaald kan worden met betrekking tot de maatschappelijke ontwikkelingen. De scenario‟s die geschetst worden over de stijgende zorgkosten worden niet acceptabel geacht. Het bereiken van de doelen vergt een ommekeer in de normen en waarden in de zorgwereld. Hoewel wordt erkend dat de cultuuromslag die gemaakt moet worden niet makkelijk zal zijn, wordt het wel noodzakelijk geacht. De nadruk mag niet meer liggen op welke economische winst er te halen is, maar er moet geïnvesteerd worden in de maatschappelijke ontwikkelingen. Hoewel in het onderzoek bij verschillende aspecten kritische kanttekeningen zijn geplaatst, mag het experimentele karakter van de projecten met een regelluwe zone niet uit het oog verloren worden. De aanpak wordt gekenmerkt door trial en error. De dilemma‟s en kritieken die in dit onderzoek zijn besproken moeten dan ook vooral worden opgevat als aanknopingspunten om de aanpak van een regelluwe zone te verbeteren.
27
5. Aanbevelingen Op basis van het onderzoek kan ik een aantal aanbevelingen doen. Het zijn aanbevelingen die zowel de voorbereiding voor als de uitvoering van een regelluwe zone betreffen. Ik begin daarbij met aanbevelingen met betrekking tot de uitvoering, waarna ik verder ga met aanbevelingen over regionale afstemming. Tot slot komen de aanbevelingen voor de bestuurlijke overleggen tussen SRE, gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoor aan bod. Uitvoering Maak duidelijke afspraken Het ontstaan van wederzijds vertrouwen is van wezenlijk belang om effect te bereiken met een regelluwe zone. Zet vooraf afspraken op papier over wat men van elkaar mag verwachten. Deze afspraken kunnen vastgelegd worden in de vorm van een bestuurlijke intentieverklaring tussen alle betrokken partijen. Het lijkt wellicht een open deur, maar door het doel helder te stellen voor alle partijen weten zij hoe hun bijdrage aan de ontwikkeling van het beleid er concreet in de praktijk uit kan zien. Het project omvat dan duidelijke richtlijnen voor de uitvoering en zijn ze ook beter toetsbaar wanneer de tussentijds of ex post geëvalueerd worden. Belangrijk is om te denken in gezamenlijke doelen, maar wel rekening te houden met ieders belang en verantwoordelijkheid. Het is mijns inziens niet noodzakelijk of zelfs mogelijk om bij alle initiatieven eenzelfde regelluwe zone in te voeren. Probeer dan ook geen blauwdruk te creëren. Wat regelluw is kan verschillen per context. Wat echter wel van belang is om bij elk initiatief duidelijk te stellen wat nou precies regelluw is: Worden alle regels aan de kant gezet, worden enkele regels aan de kant gezet, wordt de regelluwe zone gebruikt om te achterhalen welke regels er eigenlijk aan te kant gezet moeten worden om de gewenste doelen te bereiken? Maak dus duidelijk hoe de regelluwe zone precies gebruikt gaat worden. Inventariseer de maatschappelijke en financiële effecten Er blijken weinig feiten bekend te zijn over de effectiviteit van een regelluwe zone. De aanbeveling om de maatschappelijke effecten inzichtelijk te maken kan helpen om in het perspectief van de bezuinigingen de juiste keuzes te maken. Door vooraf rekening te houden met zowel de gewenste als de ongewenste effecten kan daar tijdens de uitvoering beter op ingespeeld worden. Hoewel een regelluwe zone een experimenteel karakter heeft, is het relevant om vooraf te bepalen welke contextfactoren van invloed kunnen zijn. Hoe groot is bijvoorbeeld de kans dat organisaties niet mee willen werken, of dat de doelgroep niet zit te wachten op de veranderingen? Door deze factoren in kaart te brengen kunnen maatregelingen getroffen worden om de negatieve factoren te beperken en eventueel te bepalen wat actiepunten kunnen zijn wanneer deze negatieve factoren optreden. Monitoren In de meeste projecten wordt aandacht besteed aan het monitoren van de effecten van de regelluwe zone in de zorg. Het is echter aan te bevelen om duidelijk te stellen wie deze monitoring uitvoert en wat precies gemonitord wordt. Dit geldt ook voor kwaliteitsmetingen. Waarop wordt kwaliteit gebaseerd? En door en bij wie wordt deze kwaliteit gemeten?
28
Onpartijdige sturing Het opzetten van een regelluwe zone betreft een complex beleid en er zijn veel betrokken partijen, met verschillende belangen. Een onpartijdige sturende partij kan bijdragen om de ontwikkeling en uitvoering goed te laten verlopen. De transformatie in de zorg verloopt beter als actoren in het proces worden begeleid. De veronderstellingen van de beleidstheorie gaan niet op als er geen medewerking is. Inzicht in de opvattingen van actoren is noodzakelijk om beter te communiceren en betere afstemming op de doelgroep te bereiken. Hou het regelluw Zoals gesteld heeft een regelluwe zone een experimenteel karakter. Dat alles vanaf het begin vlekkeloos verloopt kan niemand garanderen. Zoals een aantal projecten ook al goed hebben aangegeven is wanneer er iets fout gaat het niet meteen dichtgetimmerd moet worden met regels om te voorkomen dat het weer gebeurd. Geef de veranderingen kans om te ontwikkelen.
Regionale afstemming Start bij bestuurlijke overleggen tussen SRE, gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoor Het inzetten van een regelluwe zone is niet nieuw. Het wiel hoeft dus niet opnieuw uitgevonden te worden. Het is aan te raden om de opzet en uitvoering van de regelluwe zone vanuit de bestuurlijke overleggen tussen SRE, gemeenten en zorgverzekeraars en zorgkantoor te organiseren. Gemeenten, zorgverzekeraars en het zorgkantoor zijn in deze de financiers, en zullen daarom betrokken moeten zijn bij de inrichting van een regelluwe zone. Wanneer de organisatie vanuit deze partijen begint stappen ze er samen in en kunnen samen de opzet en uitvoering bepalen zodat niemand voor verrassingen komt te staan. Zorgkantoren zijn regionaal georganiseerd en georiënteerd, zorgverzekeraars landelijk, maar vaak wel met focus op specifieke doelgroepen en gemeenten op dorpen- en wijkniveau. Zaken moeten op dorpen- en wijkniveau georganiseerd worden, maar is het handig om de voordelen van regionale samenwerking via het SRE goed te benutten. De insteek is dus dat de vernieuwende initiatieven op zorggebied op lokaal niveau georganiseerd en dus ook geïnitieerd worden. Gemeenten die niet meedraaien in een regelluwe zone, kunnen in een later stadium gebruik maken van de opgedane kennis. Het SRE heeft in deze een ondersteunende rol. Het SRE kan de „trusted third party‟ zijn, de tussenpersoon die de uitwisseling van informatie en berichten verzorgt tussen de partijen. Bij het inzetten van een regelluwe zone is natuurlijk niet alleen samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars en zorgkantoor nodig. Het is onvermijdelijk dat er een groot aantal partijen betrokken worden wanneer de regelluwe zone gebruikt wordt om het zorgsysteem te veranderen. Partijen als het ministerie van VWS, NZA, woningbouwverenigingen, ziekenhuizen, thuiszorgorganisaties, huisartsen en GGZ kunnen betrokken worden, maar ook mantelzorgers en vrijwilligers zijn van belang om een goede samenwerking tussen alle partijen te bewerkstelligen.
29
Kennisdeling Belangrijk is om de initiatieven te volgen en te delen. Kijk goed wat er al aanwezig is in het werkgebied, integreer deze in het plan en bouw van daaruit verder door te kijken wat er nog mist. Het is aan te bevelen om tot een consensus te komen over welke initiatieven en experimenten daadwerkelijk worden uitgevoerd. Door met elkaar duidelijk afspraken te maken kan voorkomen worden dat initiatieven of experimenten langs elkaar heen gaan zonder dat hier kennis van is. Door elkaar hiervan op de hoogte te stellen kan met leren van elkaars ervaringen.
SRE, gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoor Het is essentieel dat ingezet wordt op het maatschappelijke belang, en minder op het economische belang. De regelluwe zone kan voor beiden effectief zijn, maar om effecten op de lange termijn te bereiken moet het maatschappelijke belang voorop staan. Het starten van het organiseren van een regelluwe zone begint bij de bestuurlijke overleggen tussen SRE, gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoor, maar zal uitgroeien tot een groter netwerk met organisaties. Dus hoe nu verder? Rol van het ministerie Tijdens het bestuurlijk overleg tussen SRE, gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoor is aangegeven dat het van belang kan zijn om met de drie partijen gezamenlijk op te trekken naar ministerie van VWS om beleidsmatige struikelblokken te bespreken. Door het ministerie erbij te betrekken kunnen de problemen worden besproken en informatie uitgewisseld worden. Zet in op bestaande initiatieven Er is momenteel kennis van vijf initiatieven in de regio. Elk initiatief zet in op een ander niveau: De Digitale Agenda SRE focust op het inzetten van ICT in de zorg, Slimmer met Zorg (PoZoB) richt zich op het verbinden van de 1e en 2e lijn, De Zorgboog focust op het niveau van regelarme instellingen, de zorgcoöperatie van Laarbeek richt zich op het inzetten van ZZP‟ers, en de zorgcoöperatie van Gemert-Bakel focust op de dorps- en wijkgerichte aanpak. Er zijn dus initiatieven op verschillende terreinen, met ieder een andere kijk op een regelluwe zone. Het is dus niet nodig om vanuit het bestuurlijk overleg een project op te starten. CZ heeft in deze ook aangegeven beperkte capaciteiten te hebben om nieuwe projecten op te starten. Richt je daarom tijdens de bestuurlijke overleggen tussen SRE, gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoor op deze initiatieven. Zorg voor een informatiesysteem Zoals genoemd kan het SRE tussenpersoon zijn die kennis heeft van de voortgang en resultaten, zodat deze gedeeld kunnen worden met de regio. Bij het portefeuillehoudersoverleg van 13 juni is duidelijk geworden dat het nog ontbreekt aan een concrete en duidelijke houding met betrekking tot een regelluwe zone. Het is daarom van belang om de kennis te delen over de beslissingen die genomen worden met betrekking tot deze initiatieven en, op langere termijn, de resultaten die geboekt worden bij deze initiatieven. Blijf daarbij ook kijken naar de initiatieven buiten de regio, zoals VenloDroom, ter inspiratie. Leer van de ervaringen die daar zijn opgedaan.
30
Vorm een werkgroep Het is raadzaam om vanuit het SRE een werkgroep in te stellen, die bestaat uit betrokkenen van de initiatieven in de regio. Hoewel de initiatieven elk op een ander terrein werkzaam zijn, kunnen ze (vooral op de lange termijn) aanvullend zijn op elkaar. Tijdens bijeenkomsten kan de voortgang van de projecten besproken worden en de eventuele vervolgstappen bediscussieerd worden. Mijns inziens zou een werkgroep die eens in de twee à drie maanden bijeen komt een toevoegende waarde kunnen hebben op de ontwikkeling van de initiatieven. Opdracht van de werkgroep is, naast afstemming, aanbevelingen doen voor de gesprekken met het ministerie over de gewenste veranderingen. En tot slot… Waak voor het feit dat de regelluwe zone niet dichtgetimmerd wordt met regels door de betrokken partijen. Accepteer dat er neveneffecten kunnen optreden die niet wenselijk zijn. Om het gewenste maatschappelijke effect te bereiken zal er een omslag plaats moeten vinden bij alle betrokken partijen. Dit zal niet vanzelfsprekend gaan, maar geef de initiatieven in de regelluwe de kans zich te ontwikkelen zonder daar meteen weer regels aan te hangen.
31
Bijlage A – Lijst van interviews Binnen de SRE regio Digitale Agenda SRE 2020
PoZoB
Respondent - Externe adviseuse SRE - Wethouder innovatie, cultuur en openbare ruimte gemeente Eindhoven - Beleidsmedewerkster Welzijn - Wethoudster Zorg & Welzijn - Projectleider Veldhoven Vernieuwend Vitaal - Projectleidster Wmo gemeente Veldhoven - Zorginkoper integrale zorg Coöperatie VGZ Directeur PoZoB
Zorgcoöperatieve ontwikkelingen Gemeente Gemert-Bakel Zorgcoöperatie Hoogeloon Zorgcoöperatie Laarbeek Milieudienst SRE
Wethouder Zorg & Welzijn Voorzitter Coöperatie Hoogeloon Voorzitter Coöperatieve Vereninging "Tot uw Dienst" Laarbeek Adviseur Plattelandsontwikkeling & Pro
Gemeente Veldhoven Veldhoven Vernieuwend Vitaal
Buiten de SRE regio Venlodroom
Project WoonWijs
Experiment Regelarm Careyn Zuwe Aveant Brabantzorg De Zorgboog Surplus
- Projectleider Venlodroom - Gemeente Venlo, beleidsadviseuse Wmo - Zorginkoper VGZ - Voorzitster Projectgroep WoonWijs - Projectleider Wmo gemeente Boxtel
Projectdirecteur Beleidsadviseuse, organisatiebeleid BrabantZorg Voorzitter Raad van Bestuur De Zorgboog Staffunctionaris Verpleging en Verzorging Surplus
32
33