LEERPLICHT/RMC Schooljaar 2010 – 2011 Een verslag van de activiteiten van Bureau Leerlingzaken in het afgelopen schooljaar.
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
Inhoud 1. Inleiding
3
2. Wettelijk kader
4
3. Leerplicht/RMC: personele bezetting en werkwijze 3.1 Bureau Leerlingzaken 3.2 Inschrijvingsplicht 3.3 Bezoekplicht 3.4 Startkwalificatie 3.5 Preventieve activiteiten
5 5 5 6 6 6
4. Wettelijk kader
7
5. Statistische gegevens gemeente Hengelo, Leerplicht en RMC 5.1 Leerplichtige leerlingen 5.2 Ongeoorloofd verzuim 5.3 Absoluut verzuim 5.4 Relatief verzuim 5.5 Het aantal verzuimmeldingen van leerplichtige jongeren 5.6 Statistische gegevens RMC
9 9 9 9 9 10 13
6. De inzet van Leerplicht en RMC instrumenten
16
6.1 6.2 6.3 6.4
Dienstverlening Informeren Preventief beleid Netwerk
16 16 17 21
7. Justitiële aanpak schoolverzuim 7.1 Strafbepalingen 7.2 Bureau Halt 7.3 De spijbelrechter en het openbaar ministerie
21 21 21 23
8. Aandachtspunten voor het komend schooljaar
23
9. Beleid 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7
25 25 25 25 26 26 26 27
Convenant voortijdig schoolverlaten Uitvoering Lokale Beleidsplan vsv “Sterk profiel 2” Werkscholen Overheveling Toezicht op de leerplichtwet Bezuinigingen op de Wet Werk en Bijstand Regionalisering van de leerplicht en RMC Transities in de jeugdzorg
10. Ouderpunt Allochtonen 10.1 Huisbezoeken/schoolbezoeken/oudercontacten… 10.2 Contacten met allochtone oudergroepen 10.3 Project mentoring vmbo-leerlingen in Hengelo
28 28 28 29
11. Casus RMC
30
1
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
Voorwoord Alle jongeren beschikken over talenten en elke jongere droomt over een mooie toekomst voor zichzelf. Ouders willen ook het beste voor hun kinderen. Een goede opleiding vormt de toegangspoort tot het ontwikkelen van talenten en het volwaardig deel uit maken van onze samenleving. De schoolloopbaan van de meeste van onze jongeren in Hengelo verloopt probleemloos. Er is ook een groep jongens en meisjes die om allerlei redenen van school verzuimt. Wanneer op het juiste moment aan deze jongeren hulp wordt verleend door de school die signaleert en de jongere meldt bij de leerplichtambtenaar of in het zorgadviesteam, wordt de hulp in gang gezet. Ook in het afgelopen jaar is er weer veel geïnvesteerd in de samenwerking tussen het Bureau Leerlingzaken en de verschillende partijen. Dit komt ten goede aan onze jongeren. Een aantal maatregelen van de Rijksoverheid zal in de komende jaren effect hebben op het werk van het Bureau Leerlingzaken. Ik denk daarbij aan de invoering van passend onderwijs en het beleid met betrekking tot de PGB. De uitdaging voor scholen en de gemeente (Bureau Leerlingzaken) zal zijn om voor iedere jongere een passende plek te vinden in het onderwijs. Het thuiszitten van leerplichtigen hebben we in de afgelopen jaren kunnen voorkomen en dat zie ik voor de toekomst als een belangrijke gezamenlijke opdracht. Ik bedank iedereen die in het afgelopen jaar een steentje heeft bijgedragen aan de uitvoering van de Leerplichtwet.
Erik Lievers Wethouder Onderwijs
2
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
1. Inleiding. Voor u ligt het jaarverslag Leerplicht/RMC over het schooljaar 2010-2011 van de gemeente Hengelo. Ten eerste onderschrijven Leerplicht en RMC dezelfde visie, namelijk dat wij, in samenwerking met alle regionale onderwijs-, zorg- en arbeidspartners alle jongeren in staat willen stellen voldoende kennis en vaardigheden te ontwikkelen waardoor zij goed toegerust zijn om succesvol de arbeidsmarkt te betreden. Van daaruit werken we met hetzelfde doel: ‘Het tegengaan van schoolverzuim en schooluitval en het vergroten van het aantal jongeren met een startkwalificatie’. Gevolg hiervan is dat de werkzaamheden steeds meer met elkaar verweven raken.
Het is dus een verslag van de uitvoerende werkzaamheden van de Leerplicht en de RMC functie voor de groep jongeren van 5 tot 23 jaar. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijke verplichting uit de Leerplichtwet die stelt dat de burgemeester en wethouders jaarlijks verslag uitbrengen aan de raad over het gevoerde leerplichtbeleid van het afgelopen schooljaar. U krijgt een toelichting op de cijfers die u in dit verslag tegenkomt: het aantal leer- en kwalificatieplichtige leerlingen, het aantal meldingen van ongeoorloofd schoolverzuim en het aantal leerlingen dat in behandeling is geweest bij het Bureau Leerlingzaken. Tevens geven wij in dit verslag inzicht in het netwerk waarvan de leerplichtambtenaren onderdeel uitmaken. De doelstelling van de Leerplichtwet is om ieder kind in Nederland de garantie te geven op het recht op onderwijs, zodat iedere jongere goed wordt voorbereid op het functioneren in de samenleving. Het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet is opgedragen aan het college van B en W. Het college mandateert deze taak aan de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar, die belast is met het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet 1969, heeft tot taak hulp te verlenen aan jongeren, ouders/verzorgers en scholen indien de jongere door (dreigend) schoolverzuim in zijn ontwikkeling wordt belemmerd en wanneer er sprake is van problematisch gedrag. Verzuimen op school, spijbelen of regelmatig ziek of te laat zijn, vormen vaak een eerste indicatie dat jongeren dreigen uit te vallen op school. Veel jongeren zonder een diploma zijn ooit begonnen als spijbelaar. Het voorkomen en bestrijden van verzuim is daarom een belangrijke taak van Bureau Leerlingzaken. Het werk wordt gedaan in samenwerking met de scholen, het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming en andere instanties. De bedoeling van dit verslag is de gemeenteraad te informeren over het in het schooljaar 2010-2011 gevoerde leerplichtbeleid. Uit de cijfers blijkt, dat er dit jaar een stijging is van het aantal meldingen van schoolverzuim. De interventies van leerplicht resulteerden voornamelijk in herstel van de schoolloopbaan door beëindiging van het verzuim, terugkeer van de leerling naar school, plaatsing op een nieuwe opleiding of vervangend onderwijs. Daarnaast heeft in veel gevallen doorverwijzing plaatsgevonden naar het Algemeen Maatschappelijk Werk, Bureau Jeugdzorg of naar een van de overige ketenpartners. Het RMC laat een lichte stijging zien van het aantal jongeren dat zonder startkwalificatie in het afgelopen schooljaar de school heeft verlaten.
3
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
2.Wettelijk kader De Leerplichtwet 1969
Wanneer geldt de kwalificatieplicht?
De Leerplichtwet is er op gericht te waarborgen dat alle jongeren aan onderwijs kunnen en zullen deelnemen (behalve de in de wet zelf genoemde uitzonderingen/ vrijstellingen).
De kwalificatieplicht geldt voor jongeren zonder startkwalificatie vanaf 16 tot de 18e verjaardag. Dit betekent dat de jongere volledig dagonderwijs volgt of een combinatie van werken en leren. Regels voor verlof, verzuim en vrijstellingen zijn gelijk aan die van de volledige leerplicht.
Hiervoor hebben alle betrokken partijen een aantal verplichtingen. Ouders zijn: verplicht om hun leerplichtige kind in te schrijven als leerling op een school en verplicht om hun leerplichtige kind de school geregeld te laten bezoeken. Jongeren vanaf 12 jaar tot en met 16 jaar zijn: verplicht de school waar zij staan ingeschreven regelmatig te bezoeken. De school is: verplicht binnen 7 dagen een melding te doen aan de gemeente van in- en uitschrijving van leerlingen; verplicht een melding te doen aan de leerplichtambtenaar wanneer een jongere zonder gegronde reden afwezig is (ongeoorloofd schoolverzuim), na 3 dagen of 1/8 deel van 4 weken1.
RMC RMC is er op gericht zo veel mogelijk voortijdig schoolverlaters te begeleiden naar een startkwalificatie. Er bestaat geen RMC-wet. Om de problematiek van de voortijdig schoolverlaters wettelijk te regelen, is in 2001 een aantal wetswijzigingen doorgevoerd 2. De wetswijzigingen houden in dat een school of instelling verplicht is om ook niet meer leerplichtige deelnemers, die de leeftijd van 23 jaar nog niet hebben bereikt, bij de woongemeente van die deelnemer te melden. Een melding moet gebeuren als een leerling zonder startkwalificatie, een maand de school niet meer bezoekt of wanneer de leerling wordt uitgeschreven of verwijderd.
De leerplichtambtenaar: stelt een onderzoek in na de melding van verzuim en neemt maatregelen tegen de overtreding; controleert of de leerplichtigen staan ingeschreven op een school/instelling; verleent wel of geen verlof voor meer dan 10 schooldagen vanwege bijzondere omstandigheden.
Wanneer volledig leerplichtig? Een kind is volledig leerplichtig vanaf de eerste schooldag van de maand volgend op de 5e verjaardag tot aan het einde van het schooljaar waarin de leerling 16 jaar wordt.
1: Dit is de wettelijke termijn, maar er kan ook eerder gemeld worden. Bijvoorbeeld als een leerling al eerder heeft verzuimd of als er grote zorgen zijn in de thuissituatie. 2: Het betreft een wetswijziging van de wet op het voortgezet onderwijs (WVO), de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) en de Wet op de expertisecentra 4 (WEC)N
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
3. Leerplicht /RMC: personele bezetting en werkwijze 3.1 Bureau Leerlingzaken Het Bureau Leerlingzaken Hengelo heeft tot doel snel en adequaat te reageren op meldingen van verzuim, schooluitval, en voortijdig schoolverlaten door scholen, zodat de verzuimduur van de leerling tot een minimum wordt beperkt en een mogelijke neerwaartse spiraal in de ontwikkeling van een jongere wordt doorbroken. Het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet (1969) is opgedragen aan het college van B en W. Zij wijzen daartoe een of meerdere leerplichtambtenaren aan. De formatie leerplicht in de gemeente Hengelo bestaat uit 4 leerplichtambtenaren (3,2 fte, waarvan 0,5 fte voor coördinatie en 0,9 fte voor administratie) Daarnaast is 1,5 fte beschikbaar voor de uitvoering van de RMC functie. In het schooljaar 2008-2009 is het Bureau Leerlingzaken door de gemeente Borne ingehuurd om de leerplichtwet in deze gemeente te handhaven. Voor de gemeenten Hengelo, Borne en Hof van Twente wordt de RMC functie uitgevoerd. Dit wordt ook wel de subregio Hengelo genoemd, als onderdeel van de RMC regio Twente, waarvoor de gemeente Enschede de contactgemeente is naar het Rijk Twente is 1 van de 39 regio’s in Nederland die zijn aangewezen voor de uitvoering van de RMC functie. Twente is ingedeeld in 4 subregio’s met 4 trekkende gemeenten
3.2 Inschrijvingsplicht Op grond van de Leerplichtwet dient de leerplichtige jongere ingeschreven te zijn bij een school zolang hij/zij nog niet voldaan heeft aan de kwalificatieplicht. Absoluut schoolverzuim wordt gecontroleerd door de jongeren die in het gemeentelijke bevolkingsregister zijn opgenomen en nog leerplichtig zijn, te vergelijken met de in- en
5
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011 uitschrijvingen die door de scholen en/ of instellingen worden aangeleverd bij de leerplichtadministratie. Nog
3.3 Bezoekplicht Naast de inschrijvingsplicht bestaat voor leerplichtige jongeren de plicht om de school, waar de leerplichtige staat ingeschreven, te bezoeken. Op grond van de Leerplichtwet is de directeur van de school verplicht om leerlingen bij de leerplichtambtenaar te melden die drie dagen achtereen of 1/8 van de lestijd binnen vier weken verzuimen. Bij minder verzuim kan een leerling ook gemeld worden bij de leerplichtambtenaar, indien de school zich zorgen maakt over de leerling. Na melding wordt de leerling vanaf 12 jaar met ouder(s)/verzorger(s) opgeroepen. Indien nodig wordt de hulpverlening, Raad voor de Kinderbescherming en/of Justitie ingeschakeld. Na het gesprek met de leerling en ouder(s)/verzorger(s) vindt terugkoppeling met de school plaats. Vaak wordt een vervolgafspraak gemaakt. 3.4 Startkwalificatie Iedere jongere hoort pas de school te verlaten wanneer een startkwalificatie is behaald. Een startkwalificatie betreft een diploma op havo/vwo niveau of een diploma middelbaar beroepsonderwijs (MBO) vanaf niveau 2. Alle jongeren die zonder startkwalificatie de school verlaten en die gemeld zijn bij het RMC worden opgeroepen voor een gesprek met 1 van de trajectbegeleiders. Het streven is om binnen 14 dagen na de melding met iedere jongere een intakegesprek te voeren. Een jongere die voor het bereiken van de 23 jarige leeftijd alsnog een startkwalificatie behaalt wordt uitgeschreven. Jongeren die na melding geen startkwalificatie behalen worden pas uitgeschreven wanneer ze de leeftijd bereiken van 23 jaar. De trajectbegeleiders kunnen een grote caseload aan, aangezien ze beschikken over een groot netwerk van voorzieningen, waardoor een snelle plaatsing (school, hulpverlening, werk) vaak mogelijk is.
3.5 Preventieve activiteiten Naast de bovenstaande taken houdt de leerplichtambtenaar zich ook met preventieve activiteiten bezig. De leerplichtambtenaar verstrekt regelmatig telefonisch informatie naar aanleiding van vragen van ouders of directeuren van scholen over wat nu wel en wat niet is toegestaan op grond van de Leerplichtwet. De in het schooljaar 2006-2007 gestarte verspreiding van een nieuwsbrief is ook in het schooljaar 2010-2011 voortgezet.) Naast de meldingen van schooldirecteuren en interne begeleiders zijn er in het schooljaar 2010/2011 ook leerlingen in beeld gekomen door de deelname van leerplichtambtenaren aan de zorgadviesteams in het voortgezet onderwijs. Sinds 2010 heeft ook het ROC van Twente een zorgadviesteam en is er een zorgadviesteam rond de school voor Praktijkonderwijs, ’t Genseler bijgekomen. Door het structureel maken van luxe verzuim-controles worden ook leerlingen opgespoord waarbij meer aan de hand is en die zorg via de leerplichtambtenaar behoeven.
6
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
4.Wettelijk kader 4.1 Kabinetsbeleid
Verbetering van de informatiestromen
Het kabinetsbeleid is gericht op het realiseren van een geïntegreerde aanpak van schoolverzuim en schooluitval van leerlingen van 5 tot 23 jaar. De ministeries van OCW, Justitie en Jeugd en Gezin werken hierin samen. Voor Leerplicht en RMC zijn de volgende beleidsonderwerpen van belang.
Om het knelpunt rondom het melden van verzuim door scholen en het uitwisselen van de juiste gegevens tussen scholen en gemeenten aan te pakken, heeft OCW en de IB-Groep een nieuwe één loketaanpak ingevoerd. Op 1 augustus 2008 is de uitrol van het Digitaal loket voor verzuim en voortijdig schoolverlaten officieel van start gegaan. Sluitende registratie en adequate melding van verzuim en voortijdig schoolverlaten is van groot belang in de strijd tegen voortijdig schooluitval.
4.2 Beleidsonderwerpen Kwalificatieplicht Het schooljaar 2008/2009 is het eigenlijke startjaar van de kwalificatieplicht. Gemeenten hebben hun formatie kunnen uitbreiden en scholen (met name de ROC’s) zijn gestart met het ontwikkelen en invoeren van een verzuimaanpak. De staatssecretaris heeft een tussenevaluatie laten uitvoeren naar de stand van zaken van de invoering van de kwalificatieplicht 3. De wetswijziging heeft vooral effect op 17-jarigen en uit het rapport blijkt dat de onderwijsdeelname van 17-jarigen in dit schooljaar met 2,4% is gestegen (van 87,9% naar 90,3%). Deze stijging van onderwijsdeelname uit zich vooral in het mbo niveau 2 en 3 en in de toenemende doorstroom van vmbo-t naar havo. Het rapport stelt verder dat het mbo nog veel tijd en inzet nodig heeft om de verzuimbestrijding aan te pakken, de zorgstructuur te versterken en de begeleiding te verbeteren. De leerplicht en RMC-functie ondersteunen dit proces.
Samenwerking in de verzuimketen Leerlingen die structureel spijbelen worden in eerste instantie door de school aangesproken, dan vaak door hun ouders, daarna door de leerplichtambtenaar, vaak ook door bureau Halt en in laatste instantie door Justitie. Het komt voor dat jongeren ook na dit hele proces nog steeds spijbelen. De samenwerking tussen de ketenpartners is voor verbetering vatbaar en het ontbreekt vaak aan voldoende inzicht in elkaars activiteiten. Dit stelt de staatsecretaris van OCW in haar brief aan de Tweede Kamer 4. Tijdens werkconferenties worden afspraken gemaakt in veel regio’s en arrondissementen. Deze voorbeelden van good practice worden op een landelijke website geplaatst en het OM is bezig met een ontwerphandleiding leerplicht 5. In deze handleiding komt informatie over de wijze van samenwerking met het OM, normen voor doorlooptijden en de wijze waarop verschillende soorten schoolverzuim in onderlinge samenwerking wordt opgepakt. Het terugdringen van schoolverzuim en het zonodig inschakelen van hulpverlening staat hierin centraal.
Aanval op de Uitval Het doel van het project Aanval op de Uitval is het realiseren van een zo hoog mogelijke reductie van het aantal jongeren die gedurende de schooljaar 2010-2011 als voortijdig schoolverlater wordt aangemerkt, ten opzichte van het schooljaar 2005-2006. De deelnemende partijen beogen een reductie van 40% met een gemiddelde jaarlijkse reductie van 10% de komende vier jaar. Het Rijk heeft het project landelijk uitgerold door middel van het afsluiten van convenanten met deelnemende partijen (scholen en gemeenten). De scholen die zijn aangesloten bij het convenant ontvangen € 2.000,- per verminderde vsv-er.
7
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
Lik op stuk beleid Landelijk is schoolverzuim officieel toegevoegd aan de ‘Haltwaardige feiten’. Dat wil zeggen dat licht tot matig schoolverzuim, waarbij geen aanwijzingen zijn voor achterliggende problemen, zonder tussenkomst van het OM kunnen worden afgedaan met een haltstraf. In de praktijk ligt de Haltnorm iets hoger om te vermijden dat (alleen) licht verzuim bij Halt terechtkomt. Licht verzuim moet in handen van ouders, school en de leerplichtambtenaar blijven De Haltafdoening vult het gebied op tussen de aanpak van het verzuim waar de school zelf voor verantwoordelijk is (licht verzuim) en ernstig verzuim waarvoor uiteindelijk een proces verbaal moet worden opgemaakt. De Haltafdoening wordt ook ingezet voor veelvuldig te laat komen.
8
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
5. Statistische gegevens gemeente Hengelo, Leerplicht en RMC Het aantal leerplichtige leerlingen in de gemeente Hengelo valt als relatief stabiel te kenschetsen. In het schooljaar 2006/2007 telde Hengelo 12295 leerlingen, in het schooljaar 2007/2008 12867 leerlingen en in het schooljaar 2008/2009 12894 leerlingen. De stijging vanaf het schooljaar 2007/2008 is te verklaren uit het feit dat leerlingen sinds 1 augustus 2007 tot hun 18de verjaardag leer-/kwalificatieplichtig zijn.
5.1 Leerplichtige leerlingen 1-1-2006 1-1-2007 1-1-2008 Leer- en kwalificatie12145 12295 12867 plichtigen De gegevens over dit jaar zijn niet beschikbaar
1-1-2009
1-1-2010
1-1-2011
12894
*
12938
5.2 Ongeoorloofd schoolverzuim Verzuim en onderwijsuitval zijn nauw met elkaar verbonden. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat sociale en/of emotionele problematiek vaak de oorzaak is van schoolverzuim. Scholen kunnen veel doen om het verzuim te beïnvloeden. Dit is echter geen eenvoudige opgave. Wanneer het verzuim goed in beeld is gebracht, kan onderzoek plaatsvinden naar de oorzaken van dit verzuim. Vaak wordt bij het onderzoek duidelijk welke achterliggende problematiek de oorzaak is van het schoolverzuim.
Schoolverzuim kan als volgt worden ingedeeld: 5.3 Absoluut schoolverzuim
Een leerplichtige jongere staat niet ingeschreven bij een school of onderwijsinstelling. Er wordt dan naar de ouder(s)/verzorger(s) een brief gestuurd met het verzoek door te geven welke school/instelling hun zoon/dochter bezoekt. Zonodig wordt een rappèlbrief verzonden. Indien dan nog niet gereageerd wordt, volgt een uitnodiging voor een gesprek met de leerplichtambtenaar of gaat de leerplichtambtenaar op huisbezoek. 5.4 Relatief schoolverzuim signaal verzuim Een leerplichtige jongere staat wel ingeschreven bij een school of onderwijsinstelling, maar deze wordt zonder geldige reden gedurende een lange of korte periode niet bezocht. Vaak liggen problemen in de gezinssituatie en/of in het contact met leraar/school hieraan 9
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011 ten grondslag. In alle gevallen van melding van relatief schoolverzuim hebben gesprekken plaatsgehad met ouders/verzorgers en/of de leerlingen zelf. Luxe verzuim Jongeren gaan niet naar school vanwege bijvoorbeeld een vakantie/uitstapje met het gezin. Met alle directeuren van het primair onderwijs en voortgezet onderwijs is de afspraak gemaakt dat tegen ouders, die hun kind(eren) zonder toestemming van de directeur van de school hebben thuisgehouden, proces-verbaal wordt opgemaakt. 5.5. Het aantal verzuimmeldingen van leerplichtige jongeren Tabel 1. Het aantal meldingen relatief verzuim van 2004-2011 (cijfers) Verzuim naar soort Signaal verzuim Luxe verzuim Totaal
2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 118 115 151 156 185 7 44 36 14 11 125 159 187 170 196
Verzuim naar schoolsoort 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 Bo 26 48 40 39 10 Sbo 3 3 6 1 1 Vo 71 90 96 89 126 Vso 25 9 27 15 12 beroeps onderwijs 0 9 18 26 47 Totaal 125 159 187 170 196
De stijging van het aantal meldingen bij het Bureau Leerlingzaken komt onder andere door de melding van 16 en 17 jarigen, zonder startkwalificatie die van school verzuimen. De invoering van de kwalificatieplicht in 2007 laat dus resultaat zien. Steeds meer scholen voor voortgezet onderwijs en het ROC van Twente betrekken leerplichtambtenaren bij hun zorgadviesteams waaruit extra werkzaamheden voortvloeien. De verzuimcontroles leveren veel vervolgwerkzaamheden op. Tabel 2. Het aantal meldingen relatief verzuim van 2006-2011 (grafiek) Naar soort
250
200
150 Signaal verzuim Luxe verzuim Totaal 100
50
0 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 10 2010/2011
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
Naar schoolsoort
250
200 Bo Sbo Vo Vso beroeps onderwijs Totaal
150
100
50
20 10 /2 01 1
20 09 /2 01 0
20 08 /2 00 9
20 07 /2 00 8
20 06 /2 00 7
0
We zien ten opzichte van het voorgaande schooljaar een stijging van het aantal meldingen van schoolverzuim van 15,3% ten opzichte van het voorgaande jaar. De verklaring ligt in de kwalificatieplicht, waardoor scholen wettelijk verplicht zijn de leerlingen te melden in de leeftijd van 16 en 17 jaar. Deze stijging zien we in heel Twente. De daling van het luxe verzuim is niet gemakkelijk te verklaren. Een oorzaak kan zijn dat ouders goed geïnformeerd worden door de scholen en dat duidelijk is dat zowel de scholen als de gemeente serieus werk maken van luxe verzuim Over de juiste gronden waarop verlof kan worden verleend, zijn de scholen geïnformeerd. Daarbij is ook aangegeven dat als schooldirecteuren ten onrechte verlof verlenen zij zelf strafbaar zijn en de leerplichtambtenaar tegen hen proces-verbaal kan opmaken. Dat willen we uiteraard zoveel mogelijk voorkomen. Voorwaarde is dan wel dat elke schooldirecteur zich aan de regels houdt. We hebben een aantal keren schooldirecteuren verzocht hun toestemming voor verlof terug te draaien. Natuurlijk zijn wij te allen tijde bereid in twijfelgevallen bij te staan door middel van het geven van advies. Ook als schooldirecteuren een afwijzing van verlof moeilijk vinden, kunnen zij ouders/verzorgers doorverwijzen naar de leerplichtambtenaar, waardoor de relatie school-ouder goed blijft en het ontevreden gevoel over de afwijzing bij de leerplichtambtenaar komt te liggen.
11
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011 Tabel 3: Relatief verzuim naar leeftijd in schooljaar 2010-2011. Leeftijd
17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4
Aantal meldingen 2009-2010 41 31 22 19 9 4 5 8 5 4 6 6 6 4
Aantal meldingen 2010-2011 30 43 42 35 19 15 3 0 3 0 2 2 2 0
De meeste meldingen van relatief schoolverzuim betrof de categorie jongeren in de leeftijd van 15 en 16 jaar. Het overzicht laat zien dat de meldingen fors toenemen op het moment dat de leerlingen naar het voortgezet onderwijs gaan. Naast de meldingen van schooldirecteuren en interne begeleiders zijn er in het schooljaar 2010/2011 ook leerlingen in beeld gekomen door de vaste deelname van leerplicht aan de meeste zorgadviesteams in het voortgezet onderwijs. Hierdoor worden problemen sneller gesignaleerd en wordt de zorg voor leerlingen verbeterd door onderlinge afstemming tussen hulpverleners. Hoewel een aantal scholen ons goed weet te vinden is het van het grootste belang de contacten nog verder uit te bouwen met scholen die weinig tot niet melden. Wij zijn ervan overtuigd dat ook daar verzuim voorkomt hetgeen onze aandacht behoeft. Ook moeten de bestaande contacten gehandhaafd worden. Schoolbezoeken zijn daarom onontbeerlijk. Dit jaar ontbreekt in het leerplichtverslag een overzicht van het aantal contactmomenten. De reden hiervoor is dat er op een andere manier dan in de voorgaande jaren wordt geregistreerd en dat deze registratie onnauwkeurig wordt, doordat DUO (dienst Uitvoering Onderwijs)ons regelmatig vraagt leerlinggegevens te checken. Iedere check betekent automatisch een melding. Dit zou geen probleem zijn als de gegevens van DUO betrouwbaar zouden zijn. Dit is niet altijd het geval en hierover is al diverse keren contact opgenomen met deze instantie.
12
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011 5.6 Statistische gegevens RMC Dit jaar zijn er 218 nieuwe voortijdig schoolverlaters gemeld bij het RMC. Het RMC had nog 577 voortijdig schoolverlaters in het bestand (jongeren tot 23 jaar die in voorafgaande jaren de school hebben verlaten en nog steeds geen startkwalificatie hebben) De totale caseload is dus nu 795 voortijdig schoolverlaters Aantal nieuw gemelde voortijdig schoolverlaters over de afgelopen jaren.
2007-2008: 2008-2009: 2009-2010: 2010-2011:
299 238 198 218
300
07-08
200
08-09 09-10
100
10-11 0
Bij het ROC van Twente is een lichte stijging te zien van het totaal aantal voortijdig schoolverlaters in Twente. Begin 2012 zal het ROC van Twente een analyse sturen van deze stijging. Binnen de groep van 218 nieuw gemelde voortijdig schoolverlaters zijn er 60 allochtonen en 158 autochtonen . Het betreft 142 mannen en 76 vrouwen Hieronder ziet u een overzicht van de laatste opleiding van de voortijdig schoolverlaters, voordat zij gemeld werden bij het RMC De jongeren die het praktijkonderwijs verlaten, worden geregistreerd door het RMC en niet verder begeleid. We geven op deze wijze uitvoering aan het Rijksbeleid.
Overige Educatie Praktijkond. BBL 4 BBL 3 BBL 2 BBL 1 BOL 4 BOL 3 BOL 2 BOL 1 HAVO VMBO
0
10
20
30
13
40
50
60
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011 De jongeren zijn bij het RMC gemeld door verschillende organisaties/instellingen. Scholen zijn wettelijk verplicht iedere voortijdig schoolverlater binnen 4 weken na uitschrijving te melden bij het RMC. Van de 218 voortijdig schoolverlaters die dit jaar zijn gemeld, zijn er 172 door de scholen gemeld. Het gebeurt nog vaak dat jongeren zich al melden bij het UWV werkplein zonder dat zich al hebben laten uitschrijven op school. De afspraak met het UWV Werkplein is dat zij de voortijdig schoolverlaters die zich melden, eerst doorverwijzen naar Het RMC. Dit is dit jaar 23 keer gebeurd. Hieronder een overzicht van alle meldende partijen:
Overige Individueel Gemeenten Werkplein Hulpverlening School
0
50
100
150
200
De acties van het RMC na de melding hebben het volgende resultaat gehad: 170 van de 218 gemelde jongeren zijn herplaatst. Herplaatsen betekent dat de jongere door een actie van de trajectbegeleider weer naar school is gegaan, bemiddeld is naar de hulpverlening, naar het UWV Werkplein etc. Het volgende overzicht betreft de herplaatsingen van alle vsvers (531 oud en 170 nieuw). Oud is: gemeld in voorgaande jaren en nog geen startkwalificatie gehaald. Deze registreren we tot het bereiken van de leeftijd van 23 jaar
14
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
bestemming praktijkonderwijs VMBO HAVO/VWO voltijd-BOL niveau 1 voltijd-BOL niveau 2 voltijd-BOL niveau 3 voltijd-BOL niveau 4 deeltijd-BOL BBL niveau 1 BBL niveau 2 BBL niveau 3 BBL niveau 4 VAVO NT2 educatie overig onderwijs, namelijk: HBO, Eega, fotovakschool, LOI/NTI, rijinstructeur, zweminstructeur
18 54 23 53 6 18
51 15 7 20 1 21
baan
279
Sociale zaken Werkplein UWV Fitis Stadsservicebedrijf (Opstap) Justitie hulpverlening overige Totaal
8 6 32 7 7 11 51 13 701
15
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
6. De inzet van leerplicht en RMC instrumenten Schoolverzuim moet zo snel mogelijk aangepakt worden, zodat het verzuim stopt en de jongere zijn schoolloopbaan weer oppakt. Hieronder volgt een beschrijving van de instrumenten zoals die in Hengelo worden ingezet, waarbij ook de samenwerking met de partners wordt beschreven.
6.1 Dienstverlening (naar scholen) /
/
Gestandaardiseerde (gedigitaliseerde) aanlevering verzuimmeldingen van scholen. Binnen het leerplichtadministratiesysteem (Key2Onderwijs) is het mogelijk de gegevens digitaal te ontvangen/verzenden naar scholen. Betrokkenheid school bij acties leerplichtambtenaar. Na een verzuimmelding maakt de leerplichtambtenaar afspraken met de school over de te ondernemen acties. De leerplichtambtenaar koppelt de resultaten hiervan terug, bijvoorbeeld door terugkoppeling van verslagen van gesprekken met ouders en leerling.
6.2 Informeren (van scholen, ouders en leerlingen)
Uitbrengen van nieuwsbrief. Bureau Leerlingzaken en het RMC Trajectbureau geven sinds 2007 halfjaarlijks een nieuwsbrief uit waarin onder andere aandacht wordt besteed aan schoolverzuim en waarin scholen worden gewezen op hun rol en verantwoordelijkheid bij het bestrijden van dit verzuim. De nieuwsbrief is een gezamenlijk initiatief van de gemeenten Borne en Hengelo.
Dag van de Leerplicht. Tijdens de landelijke Dag van de Leerplicht worden door de deelnemende gemeenten diverse activiteiten georganiseerd om het belang van de leerplicht onder de aandacht te brengen van leerlingen en hun ouders. Dit jaar viel de dag van de leerplicht op donderdag 17 maart. Over de Dag van de Leerplicht is het volgende persbericht uitgegeven.
16
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
Gemeente Hengelo wil graag aandacht vragen voor de Leerplichtwet tijdens de Dag van de Leerplicht op 17 maart. Daarom heeft bureau Leerlingzaken op vier middelbare scholen namelijk het Twickel Borne; het Gildecollege; de Grundel en de Arcade een ‘klassenbattle’ georganiseerd. De brugklas van elke school, die als eerste compleet is bij aanvang van het eerste lesuur, krijgt van wethouder Erik Lievers een leuke verassing. Zo wil hij de leerlingen belonen voor het op tijd komen. U bent van harte uitgenodigd om hierbij aanwezig te zijn.
6.3 Preventief beleid (vroegtijdig signaleren van dreigend schoolverlaten en het inzetten van zorg) Het Bureau Leerlingzaken participeert daartoe in de volgende overlegstructuren:
Zorgadviesteams rond de scholengemeenschappen In het zorgadviesteam (ZAT) worden leerlingen besproken die zijn ingebracht door de zorgcoördinator van de scholengemeenschap of door de signalerende partijen, zoals leerplichtambtenaar, jeugdgezondheidszorg en politie. Het ZAT kan besluiten dat de betreffende leerling verder geholpen kan worden binnen de interne zorgstructuur van de school, dat het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) de verantwoordelijkheid voor de zorg voor de jongere overneemt of dat het AMW opschaalt naar één van de drie Hengelose zorgteams. De zorgcoördinator en de maatschappelijk werker vormen de kern van het ZAT; de ervaring wijst uit dat ook het Bureau Leerlingzaken maandelijks aanwezig is bij de meeste ZAT’s. Het maatschappelijk werk in het ZAT is onderdeel van de basisvoorziening van het AMW en het AMW werkt volgens het huisartsenmodel. Dit betekent dat het AMW als hulpverlenende instelling een vooruitgeschoven positie inneemt. De maatschappelijk werker heeft contact met de jeugdgezondheidszorg over de te bespreken leerlingen en neemt relevante informatie uit het dossier van de jongere mee en verwijst naar de achterliggende hulpverlenende instellingen. Het AMW heeft afspraken met deze instellingen over consultatie en doorverwijzen. Per scholengemeenschap zet het AMW een maatschappelijk werker in en draagt zorg voor achtervang.
Functie van de zorgcoördinator De zorgcoördinator van de scholengemeenschap is de coördinator van het ZAT. Hij zorgt voor de inbreng van leerlingen in het ZAT. De school zorgt voor een dossier van een leerling. Uit dit
17
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011 dossier moet blijken wat het probleem is en welke stappen de school zelf heeft ondernomen in het contact met de leerling. Het AMW vervult drie functies in het ZAT
/ / /
De maatschappelijk werker heeft een consultatiefunctie voor de school. De maatschappelijk werker zoekt contact met de leerling en ouders en beoordeelt de gezinssituatie en zorgt dat de hulp in het gezin op gang wordt gebracht. Als hulp van andere hulpverlenende instanties is gewenst vervult het maatschappelijk werk hierin een coördinerende functie.
Partijen met een signalerende functie binnen het ZAT De medewerker jeugdgezondheidszorg en de politie nemen deel aan het ZAT als zij relevante informatie hebben over een te bespreken leerling of als zij zelf leerlingen willen inbrengen. Deze partijen hebben hiermee een signalerende rol. Leerplichtambtenaren hebben een duidelijke toegevoegde waarde in het ZAT, doordat zij over instrumenten beschikken, die, indien toegepast, problemen versneld kunnen laten oplossen. Een leerplichtambtenaar kan in grote probleemsituaties proces-verbaal opmaken. Dit betekent dat de situatie ook onder ogen komt bij de Raad voor de Kinderbescherming, die dan vervolgens een persoonlijkheidsonderzoek kan laten uitvoeren. Project ‘Perspectief’ In het schooljaar 2005/2006 is op VSO De Kapstok een project gestart (‘Perspectief/Op de Rails/Herstart’) voor jongeren die langdurig verzuimen en niet zijn geïndiceerd voor het speciaal onderwijs. Het project is gestart omdat het doorgaans moeilijk is om voor uitvallers direct een andere school te vinden. Bureau Leerlingzaken kan jongeren voor dit project aanmelden. Daarnaast kunnen scholengemeenschappen leerlingen met gedragsmatige problematiek melden bij Perspectief. Gedurende enkele weken/maanden wordt onderzoek gedaan naar de aard van de problematiek en wordt gekeken of de leerling teruggeleid kan worden, dan wel geïndiceerd dient te worden voor het zmok-onderwijs. Dit project is een succes; evaluatie laat zien dat in Hengelo veel jongeren weer met extra begeleiding kunnen terugkeren in het reguliere onderwijs
Samenwerking met onderwijsconsulenten Het afgelopen schooljaar heeft Bureau Leerlingzaken in een aantal zaken ouders en school het advies gegeven om een onderwijsconsulent in te schakelen. Het ging hierbij om situaties waarin ouders/verzorgers geen passende school in het primair of voortgezet onderwijs konden vinden om hun leerplichtig kind in te schrijven. Vaak had de reguliere school geen aanbod voor de problematiek van de leerplichtige leerling. Situaties waarin ook leerplicht geen ondersteuning kon bieden die tot een schoolplaatsing zou leiden. Om te voorkomen dat een leerling thuis komt te zitten kan een beroep worden gedaan op onderwijsconsulenten. Onderwijsconsulenten zijn onafhankelijke deskundigen met veel kennis en ervaring op het gebied van onderwijs aan kinderen met een handicap, ziekte of stoornis, zowel binnen het reguliere onderwijs als binnen het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs. De onderwijsconsulenten begeleiden en adviseren ouders/verzorgers van leerlingen die geïndiceerd zijn door de Commissie voor Indicatiestelling (CvI). Met deze indicatie kan men geplaatst worden op het speciaal onderwijs of op een reguliere school met ‘rugzakje’. Het kan ook gaan om een (nog) niet-geïndiceerd kind dat langdurig thuiszit (waar vooralsnog geen school voor gevonden kon worden).
18
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
Zorgstructuur primair onderwijs In het primair onderwijs is sprake van een interne zorgstructuur waar de interne begeleider een belangrijk rol in heeft. De intern begeleider heeft de mogelijkheid om externe deskundigheid in te schakelen bij problemen die binnen de school niet kunnen worden opgelost. De zogenaamde voorpost in het primair onderwijs wordt gevormd door de verpleegkundige en de maatschappelijk werker voor de scholen. De leerplichtambtenaren worden ingeschakeld wanneer noodzakelijk. De leerplichtambtenaar kan leerlingen, die direct door de school bij het Bureau Leerlingzaken worden gemeld, inbrengen in de voorpost. Multi Disciplinair Overleg (MDO) Het algemeen doel van het Multidisciplinair Overleg is het bundelen van kracht om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen: ervoor te zorgen dat het kind en/of gezin een optimale hulpverlening krijgt, waarbij het MDO team eensgezind aankoerst op de gestelde doelen en het hulpplan. Bij MDO ’s, waar leerplichtige jongeren worden besproken, schuift vaak de leerplichtambtenaar aan. Overleg met de Raad van Kinderbescherming Twee maal per jaar vindt overleg plaats met de Raad voor Kinderbescherming en worden casussen besproken. Periodiek overleg tussen leerplichtambtenaren regio Twente Er is periodiek overleg met de leerplichtambtenaren in de regio (Borne, Enschede, Haaksbergen, Hof van Twente, Losser, Almelo, Oldenzaal en Dinkelland). Het overleg vindt een keer per 2 maanden plaats. Er wordt bijvoorbeeld besproken hoe met religieuze feestdagen in relatie tot verlof om te gaan. Er is ook overleg met Duitse buurgemeenten over Nederlandse leerlingen die in Duitsland wonen en in Nederland naar school gaan en diverse landelijke ontwikkelingen. Er wordt geprobeerd zoveel mogelijk afstemming te bereiken zodat ouders, die kinderen hebben die in verschillende gemeentes naar school gaan, met eensluidende afspraken te maken krijgen. Periodiek Arrondissementsoverleg met Officier van Justitie Twee maal per jaar vindt overleg plaats met het Openbaar Ministerie. Hier wordt onder andere gesproken over de problematiek van leerplichtige asielzoekers, HALTafdoeningen en het standaardiseren van de processen-verbaal. Buiten de bovengenoemde samenwerkingsverbanden houdt Bureau Leerlingzaken zich in het kader van het preventieve beleid ook bezig met: Systematische verzuimcontroles De leerplichtambtenaren houden enkele malen per jaar verzuimcontrole op een aantal scholen, zowel binnen het voortgezet onderwijs als het basisonderwijs. De controles worden vooraf aangekondigd of hebben telefonisch plaats en richten zich op vooral luxeverzuim. Streven is ook meer onverwachte signaal verzuim-controles te houden. In het schooljaar 2008/2009 is bij de administratieve controle van het luxeverzuim ook de verzuimregistratie meegenomen.
19
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
20
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
6.4 Netwerk Door het Bureau Leerlingzaken wordt samengewerkt met de volgende ketenpartners:
De ketenpartners zijn: Openbaar Ministerie Raad voor de Kinderbescherming Sociale recherche Voogdij-instellingen Verslavingszorg UWV WERKbedrijf Uitzendbureau’s Kapstokprojecten Stadsservicebedrijf Scoren door scholing 1000 jongeren
RMC-functies binnen de regio Twente Gemeenten Borne en Hof van Twente Basisonderwijs Speciaal onderwijs Onderwijsinstellingen vo en mbo Bureau Jeugdzorg GGD, jeugdartsen Carint Stichting MEE Jeugdreclassering Bureau Halt Politie
Casus Leerplicht Deze casus geeft een beeld van het werk van de leerplichtambtenaar
Kevin staat ingeschreven bij De Kapstok, maar verzuimt regelmatig. Dat heeft alles te maken met zijn thuissituatie. Er is al een ondertoezichtstelling voor Kevin, en de voogd heeft al eens geprobeerd om Kevin te plaatsen in een vorm van begeleid wonen. Dat is mislukt. Door zijn autistische stoornis heeft Kevin weinig inzicht in zijn eigen beperkingen, dus die begeleiding zag hij al snel niet meer zitten. Kevin heeft zich vooral op zijn werk gestort ( een bijbaan ), zodat hij zo weinig mogelijk thuis is en wat geld kan sparen voor zijn toekomstig zelfstandig leven. Omdat hij al bijna 18 is, vraagt de voogd ons om proces-verbaal op te maken voor het schoolverzuim, in de hoop dat de rechter daarvoor toezicht Jeugdreclassering oplegt. Kort voor de zitting informeer ik bij de school en de verschillende stageplekken van Kevin hoe het gaat. Ik krijg te horen dat de thuissituatie niet verbeterd is: Er is sprake van pedagogische onmacht. Kevin heeft de hele zomervakantie hard gewerkt bij 2 verschillende bazen - letterlijk van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat, met als gevolg dat hij op een gegeven moment is afgeknapt. De voogd ( die zich immers terug moet trekken omdat Kevin binnenkort 18 wordt) heeft Jeugd-ACT ingeschakeld, en Kevin heeft een goed contact met de betreffende begeleider die ook naar de zitting komt. Kevin heeft ondertussen zijn banen opgezegd en heeft school en stages weer opgepakt. De rechter neemt het advies van de Raad voor de Kinderbescherming over, en legt toezicht Jeugdreclassering op. Hij legt Kevin uit dat dit bedoeld is als steuntje in de rug op zijn weg naar zelfstandigheid, en Kevin snapt dat ook. Dit voorbeeld laat zien dat een proces-verbaal nuttig kan zijn.
21
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
7. Justitiële aanpak schoolverzuim Uit onderzoek is gebleken dat criminele jongeren hun loopbaan vaak beginnen met schoolverzuim. Bestrijding van schoolverzuim is dus het middel bij uitstek om in een vroegtijdig stadium individuele problematiek aan te pakken en de kans op een mogelijk beginnende criminele carrière te verkleinen. De strafrechtelijke aanpak heeft als doel om het verzuim zo snel mogelijk te beëindigen. Hoe langer het verzuim duurt, hoe lastiger het is voor een jeugdige om de lesstof en het gewenste dagritme weer op te pakken. Het hulpverleningstraject en de leerplichtambtenaar worden daarom zo snel mogelijk ingeschakeld. Niet iedere leerplichtzaak komt voor de rechter. Bij een korte verzuimperiode kan ook een Haltafdoening of een OM-afdoening worden opgelegd. Alle processen-verbaal richtten zich op leerlingen en/of hun ouders/verzorgers. 7.1 Strafbepalingen: processen-verbaal volgens artikel 26 Lpw
Luxeverzuim Signaalverzuim
2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 7 11 13 6 8 21 23 20 18 26
Totaal
28
34
33
24
34
Er is een forse stijging van het aantal opgemaakte processen-verbaal: oorzaak is een stijging van het aantal meldingen schoolverzuim. 7.2 Bureau Halt Doel en samenwerking Wanneer er sprake is van beginnend of niet al te ernstig schoolverzuim worden de jongeren doorgestuurd naar Bureau Halt voor een leer/werkstraf. Daarmee is Bureau Halt bij uitstek de instantie, die vroegtijdig kan signaleren of er sprake lijkt te zijn van achterliggende, risicovolle problematiek. Bureau Halt stimuleert in dat geval jongeren en ouders om hulp te zoeken en verwijst hen gericht door naar organisaties voor jeugdhulpverlening. Na drie dagen spijbelen, of bij het veelvuldig te laat op school verschijnen, dient de school dit te melden aan de leerplichtambtenaar, conform de Leerplichtwet. Dit in het kader van de lik-op-stukaanpak. Leerplicht kan vervolgens een leerling doorverwijzen naar Halt voor een leer-/werkstraf. Zowel ouders als leerling moeten hiermee instemmen. Indien dit niet gebeurt, wordt proces-verbaal opgemaakt. Ook indien de leerling na oorspronkelijke instemming de Halt-straf niet tot een goed einde brengt, wordt proces-verbaal opgemaakt. In het schooljaar 2010/2011 hebben er 7 Haltverwijzingen plaatsgevonden, tegen 4 Halt-verwijzingen in het schooljaar 2009/2010. Een leerling kan maximaal tweemaal voor verzuim een Halt-straf opgelegd krijgen.
22
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011 7.3 De spijbelrechter en het Openbaar Ministerie Doel en samenwerking Het Openbaar Ministerie (OM) sleept hardnekkige spijbelaars en hun ouders steeds vaker voor de rechter. Een spijbelaar loopt een grotere kans af te glijden naar crimineel gedrag, dan jongens en meisjes die wel hun lessen volgen. Veel jeugdige delinquenten (criminelen) kennen een voorgeschiedenis van schoolverzuim. Door de snelle aanpak voorkomt het OM dat de jongere te lang van school wegblijft. In 2004 heeft het OM het initiatief genomen tot het aanstellen van een spijbelrechter in het Arrondissement Almelo en Enschede. Het doel is om de spijbelende leerling binnen een maand te laten verschijnen voor deze spijbelrechter. In het verleden werden spijbelaars wel aangepakt maar duurde het vaak maanden voordat het tot een zitting kwam. Sinds 2004 is er een spijbelrechter in het Arrondissement Almelo en Enschede en komen kinderen meestal binnen een maand op de zitting. Samen met de leerplichtambtenaar, de Raad voor de Kinderbescherming, de jeugdofficier en de ouders of gezinsvoogd bekijkt de spijbelrechter de zaak. Het doel is om de leerling weer terug te krijgen naar school. De meeste spijbelaars krijgen een ernstige waarschuwing van de spijbelrechter en moeten na een paar maanden terugkomen om te vertellen hoe het gaat.
23
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
8. Aandachtspunten voor het komend schooljaar. a. Verzuimprotocol Iedere school heeft een eigen verzuimregistratie. In 2011 zal de uitrol plaatsvinden bij de scholengemeenschappen van de zogenaamde verzuimkaart. Nieuw is de melding bij de GGD van kinderen die door langdurige ziekte of frequentie ziekmeldingen niet naar school komen. Daarnaast is in samenspraak met de scholen ook beleid ontwikkeld op het te laat komen. De verzuimkaart is een routebeschrijving van alle stappen die de school dient te zetten bij allerlei vormen van verzuim van een leerling. De verzuimkaart is vervolgens gekoppeld aan het digitaal verzuimloket van de Informatie Beheer Groep. (IB-groep) Bij de IB-groep dienen de scholen verzuim te melden. De IB-groep zorgt ervoor dat de meldingen bij de gemeenten terechtkomen. b. Dag van de Leerplicht Het thema van de Dag van de Leerplicht in 2012 is nog niet bekend. Samen met de onderwijsinstellingen willen we weer op de Dag van de Leerplicht in 2012 een actie utvoeren die de aandacht richt op het onderwerp leerplicht c. Invoering van Mens Centraal Door de gemeente Hengelo is besloten om het registratie/informatiesysteem Mens Centraal in te voeren. Ook het Bureau Leerlingzaken zal hierin gaan werken. Het grote voordeel van het werken in dit systeem is dat verschillende afdelingen binnen de ambtelijke organisatie die met cliënten/leerlingen werken informatie kunnen uitwisselen. d. Samenwerking met de Sociale Verzekeringsbank Nieuw beleid geeft leerplichtambtenaren de mogelijkheid om informatie uit te wisselen met de Sociale Verzekeringsbank. Dit kan ertoe leiden dat ouders die hun kind/eren langdurig laten verzuimen van school, gekort worden op kinderbijslag. Dit is een nieuw instrument voor het Bureau Leerlingzaken. De leerplichtambtenaren zijn zich ervan bewust dat het inzetten van dit instrument om een zeer zorgvuldige afweging zal vragen. e. Voorlichting aan directeuren van scholen Ook komend schooljaar zal er weer voorlichting aan directeuren van basisscholen worden gegeven. Doelstelling van deze voorlichting is de contacten met de basisscholen aan te scherpen en de werkwijze van leerplicht nog eens toe te lichten. De leerplichtambtenaar kan namelijk worden ingeschakeld indien er sprake is van (langdurig) verzuim en/of problemen bij een leerling. De leerplichtambtenaar kan informatie verkrijgen vanuit diverse bronnen en kan optreden indien er onvoldoende medewerking is van een leerling en/of ouders. De voorlichting kan bestaan uit een presentatie over leerplicht, het bespreken van verschillende casussen en toelichting van de verlofregeling. f.
Regionale samenwerking bij de handhaving van de Leerplichtwet Het Rijk stimuleert de gemeenten in de regio om samen te werken bij de handhaving van de Leerplichtwet. Bij de invoering van de kwalificatieplicht is tegelijk ook de mogelijkheid gecreëerd voor leerplichtambtenaren om proces-verbaal te mogen opmaken tegen leerlingen die niet woonachtig zijn in de gemeente waar de leerplichtambtenaar werkt. Iedere gemeente legt de eigen accenten bij de handhaving. 24
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011 Aan ouders is het moeilijk uit te leggen dat er verschillen zijn die ertoe leiden dat in de ene gemeente er meer toegestaan is dan in de andere. Daarnaast is er een groot verschil in de wijze waarop de gemeenten, vanuit het Bureau Leerlingzaken, de zorg voor leerlingen organiseren. In de ene gemeente kan een leerling een langere periode thuis zitten, zonder zorg, terwijl in een andere gemeente er veel initiatieven worden ontplooid om de leerling de noodzakelijke zorg te bieden. Samenwerking en afstemming, eventueel het oprichten van één bureau voor een regio, kan ervoor zorgen dat er op dit punt meer gelijkheid ontstaat. g. Voortzetting van het lik-op-stukbeleid ten aanzien van ongeoorloofd schoolverzuim Ten aanzien van het ongeoorloofd verzuim wordt getracht om met een lik-opstukbeleid dit zoveel mogelijk in een vroegtijdig stadium te sanctioneren, om daarmee te voorkomen dat het verzuim structureel wordt en leidt tot grotere problemen. Die lijn wordt voortgezet. h. Intensivering van de afstemming tussen onderwijs en zorg voor leerlingen, o.a. in de zorgadviesteams Alle locaties van het voortgezet onderwijs betrekken de leerplichtambtenaar nu bij hun zorgadviesteam. Het ROC van Twente is in september 2009 gestart met een zorgadviesteam voor alle afdelingen, in samenwerking met het AOC-Oost. i.
Stimuleren dat scholen (zorgwekkend ziekte-)verzuim en dreigende schooluitval vroegtijdig signaleren en melden Scholen zijn verplicht verzuim te melden bij de IB-groep. Via de IB-groep komen verzuimmeldingen dan bij de diverse gemeentes terecht. Voor scholen betekent dit minder werk. Voor Bureau Leerlingzaken kan dit een toename van werk betekenen als de scholen consequent via de IB-groep gaan melden. Waar scholen nu nalaten te melden, omdat het teveel werk is uit te zoeken welke leerling in welke gemeente thuishoort, zijn nu meer meldingen te verwachten. In de negen pilotgemeenten leidde dit tot een verdubbeling van het aantal meldingen. Op zich een goede zaak, omdat hierdoor een beter inzicht in verzuim is te verwachten en daardoor directer en effectiever opgetreden kan worden.
j.
Leerlingadministratie Regionaal hebben applicatiebeheerders van leerplichtsystemen en leerplichtadministraties van diverse gemeentes besloten een paar keer per jaar bij elkaar te komen om gegevens uit te wisselen. Aan deze bijeenkomsten nemen de gemeentes Hengelo, Enschede, Almelo, Borne, Haaksbergen, Oldenzaal, Dinkelland en Hof van Twente deel. Doel is elkaar van informatie te voorzien.
k. Wijkgerichte controles De leerplichtambtenaren houden enkele malen per jaar verzuimcontrole op een aantal scholen, zowel binnen het voortgezet onderwijs als het basisonderwijs. De controles worden vooraf aangekondigd of hebben telefonisch plaats en richten zich op vooral luxeverzuim. Streven is ook meer onverwachte signaal verzuim-controles te houden. In het afgelopen schooljaar zijn er luxe verzuim-controles gehouden in de krokusvakantie bij 7 basisscholen in de wijk Hasseler Es in Hengelo en 2 basisscholen in de gemeente Borne. De controle leverde 4 verzuimers op die ongeoorloofd afwezig waren. l.
Verlofregeling Uit formulieren voor aanvraag van verlof die scholen hanteren is ons gebleken dat scholen niet altijd een goede verlofregeling op papier hebben staan of hanteren. We hebben afgelopen schooljaar een paar scholen bezocht en de regeling nog eens op papier gezet en aan de scholen gestuurd, met het doel de regeling te verduidelijken. 25
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
9. Beleid 2012 9.1 Convenant voortijdig schoolverlaten Het Rijk dringt aan op nieuwe maatregelen om het voortijdig schoolverlaten verder te beperken. Het streven is een nieuw convenant tussen het Rijk, de onderwijsinstellingen voor vo, het ROC en de gemeenten. Per RMC regio worden in 2012 nieuwe afspraken gemaakt.
9.2 Uitvoering Lokale Beleidsplan voortijdig schoolverlaten Sterk profiel II Vier speerpunten van beleid zijn door de gemeente en de onderwijsinstellingen benoemd om het voortijdig schoolverlaten verder te reduceren. Dit betreft: a. stimuleren dat scholen voor vmbo en het ROC opbrengstgericht werken taal/lezen invoeren, In het schooljaar 2011 hebben de scholen gewerkt aan planontwikkeling. Deze plannen worden vanaf 2012 uitgevoerd b. vergroten van ouderbetrokkenheid. In 2011 in met alle scholen en het Centrum voor Jeugd en Gezin een plan van aanpak opgesteld. Dit plan wordt in 2012 uitgevoerd c. intensivering van mentoring. In 2011 is begonnen de scholen voor primair onderwijs verder te betrekken bij het inschakelen van mentoren (vrijwilligers die jongeren helpen die om welke reden dan ook wat extra begeleiding nodig hebben) (zie hoofdstuk 9 ) d. Ouderbetrokkenheid en opbrengstgericht werken. In 2012 zal een mini-symposium worden georganiseerd omtrent het betrekken van ouders bij het leren lezen van hun kinderen, met het accent op het signaleren en aanpakken van laaggeletterdheid van ouders. Bij de uitvoering van het beleidsplan Sterk Profiel wordt intensief samengewerkt met de lectoraten die verboden zijn aan de Hogeschool Edith Stein.
9.3 Werkscholen De Werkschool is bedoeld voor jongeren die via praktijkervaring en zorgvuldige begeleiding, aan de slag kunnen in een betaalde baan. Jongeren tussen de 16 en 21 jaar die als leerling staan ingeschreven bij het Praktijkonderwijs en het Voortgezet Speciaal Onderwijs. Het gaat om banen waarvoor in de praktijk aangeleerde (gecertificeerde) taken meer tellen dan een diploma Het Rijk streeft het volgende na met De Werkschool: Voor jongeren die de school dreigen te verlaten zonder betaalde baan en uitkeringsafhankelijk zullen worden, biedt De Werkschool het perspectief van een reguliere baan, leuke collega's, meer zelfvertrouwen en financiële onafhankelijkheid. Voor 26
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011 werkgevers levert De Werkschool praktisch geschoolde, gecertificeerde en gemotiveerde werknemers. Voor gemeenten wordt toekomstige instroom in uitkeringen en de Wajong voorkomen. Op het niveau van de regionale arbeidsmarkt wordt samengewerkt met alle betrokken organisaties. Naast werkgevers en scholen zijn dat ook gemeenten, kenniscentra (Colo), REA-instituten, (jeugd)zorginstellingen en UWV. Al deze instanties leveren een bijdrage aan het duurzaam toeleiden van deze jongeren naar betaald werk. Momenteel wordt in Twente onderzocht hoe de Werkschool kan worden vormgegeven. Uitgangspunt is dat voortgebouwd wordt op datgene dat succesvol functioneert. In 2012 zal het rapport de Twentse Werkschool verschijnen.
9.4 Overheveling Toezicht op de leerplichtwet van gemeente naar de onderwijsinspectie Op 5 juli 2011 heeft de Eerste Kamer een voorstel tot wijziging van de Leerplichtwet aangenomen. Door deze wetswijziging gaat het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet van gemeenten naar de Inspectie van het Onderwijs Leerplichtambtenaren van gemeenten houden nu toezicht op het goed uitvoeren van de verzuimregistratie door de scholen. Deze wetswijziging gaat in per 1 augustus 2012
9.5 Bezuinigingen op de Wet Werk en Bijstand Voortijdig schoolverlaters, die na enkele tijdelijke contracten bij werkgevers weer gemeld worden bij het RMC, zijn in de afgelopen jaren met succes toegeleid naar werk/leertrajecten, Vaak was er sprake van succesvolle samenwerking tussen het RMC en Sociale Zaken van de 3 gemeenten. Sociale Zaken zette scholingsmiddelen in en het RMC leidde toe naar de school. De vraag is of het mogelijk blijft, gezien de bezuinigen op het W-deel om op dezelfde wijze te blijven samenwerken. Een zelfde ontwikkeling zien we bij het UWV . Er is veelvuldig samengewerkt in de afgelopen jaren tussen RMC en UWV, waarbij het UWV scholingsmiddelen inzette zodat voortijdig schoolverlaters of getraind werden voor de arbeidsmarkt of alsnog geschoold werden en een startkwalificatie behaalden. Door deze ontwikkelingen dreigt ook het voorzieningenaanbod voor voortijdig schoolverlaters in de regio te verschralen. 9.6 Regionale samenwerking bij de uitvoering van de leerplicht en het RMC op Twents niveau Over de afgelopen jaren zien we dat in Twente de gemeenten meer met elkaar zijn gaan samenwerken. Zo voert de gemeente Hengelo voor Borne de leerplichtwet, kwalificatieplicht en het RMC uit . In het komend jaar zal verkend worden of samenwerking tussen de gemeenten geïntensiveerd kan worden. Het is 1 van de onderwerpen waarbij onderzocht wordt of samenwerking tussen onderdelen van gemeentelijke organisaties in Twente meerwaarde oplevert.
27
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
9.7 Transities in de jeugdzorg en het invoeren van passend onderwijs. De volgende jaren vindt een forse transformatie in het jeugdzorgstelsel plaats. Verantwoordelijkheden van het Rijk worden gedecentraliseerd naar de gemeenten. De gemeenten zijn straks verantwoordelijk voor de financiering en de inkoop van allerlei vormen van jeugdzorg. De provinciale jeugdzorg, de zorg voor de licht verstandelijk gehandicapten en de geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen. De uitdaging voor de gemeenten is om meer zorg op maat te gaan geven aan de jongeren. Daarnaast speelt de invoering van Passend onderwijs. Passend onderwijs dient onderwijs op maat te zijn voor iedere jongere. Geen enkel kind mag tussen wal en schip komen te vallen. Meer jongeren dienen onderwijs te krijgen in het reguliere onderwijs. Beide ontwikkelingen noemen we hier in samenhang met elkaar. Vaak is het zo dat jongeren die aangewezen zijn op het speciaal onderwijs, ook extra zorg nodig hebben, soms kan deze door de school worden gegeven, in andere gevallen zal een externe instantie in samenspraak met de school zorg verlenen aan het kind. De uitdaging voor alle betrokken partijen wordt om Passend onderwijs en zorg op maat in samenhang en op elkaar afgestemd uit te voeren. Beide ontwikkelingen gaan gepaard met forse bezuinigingen. Voor de transities in de jeugdzorg heeft de gemeente een belangrijke regierol, echter bij de invoering van passend onderwijs ligt een trekkende rol bij de samenwerkingsverbanden van de scholen. Van belang voor het functioneren van het Bureau Leerlingzaken is dat de scholen erin gaan slagen om onderling goede afspraken te maken over de opvang en begeleiding van leerlingen die bij het invoeren van passend onderwijs in het reguliere onderwijs (eventueel met extra zorg) moeten worden opgevangen. In de afgelopen jaren zijn we in onze gemeente erin geslaagd om samen met de onderwijsinstellingen ervoor te zorgen dat het thuiszitten van leerplichtige leerlingen nauwelijks voorkwam. Dit is mede in het licht van de genoemde ontwikkelingen een belangrijke opgave voor de komende jaren.
28
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
10. Ouderpunt Allochtonen De medewerker Ouderpunt Allochtonen treedt als intermediair op in geval van problemen met anderstalige leerlingen in schoolsituaties. De belangrijkste taak van het ouderpunt is het begeleiden van ouders naar hulp op het gebied van opvoeding en onderwijsvraagstukken. De werkzaamheden zijn als volgt: / / / /
Schoolbezoeken/huisbezoeken/oudercontacten/contacten met leerlingen Deelnemen aan overleggen van 3 buurtnetwerken Contacten en samenwerking met allochtone oudergroepen Projectleiding van het project mentoring vmbo-leerlingen Hengelo
In de afgelopen jaren heeft er een accentverschuiving plaatsgehad in taken van het Ouderpunt Allochtonen. De zorgadviesteams zijn ingericht, waarbij het maatschappelijk werk tot taak heeft om ervoor te zorgen dat de hulpverlening aan individuele jongeren tot stand wordt gebracht. Dit betreft hulpverlening aan zowel autochtone als allochtone leerlingen. Het Ouderpunt Allochtonen verleent hulp, specifiek bij schoolgebonden problemen. Daarnaast worden ook meer zogenaamde opbouwwerkachtige activiteiten uitgevoerd of gecoördineerd. Een voorbeeld van dit type activiteiten is ondersteuning bieden aan scholen die activiteiten organiseren voor ouders, waarbij extra aandacht gegeven wordt aan het binnen de school halen van allochtone ouders. 10.1 Huisbezoeken/schoolbezoeken/oudercontacten/contacten met leerlingen De medewerker Ouderpunt Allochtonen wordt zowel door scholen als ouders ingeschakeld in geval van problemen op het gebied van opvoeding en onderwijs. Daarvoor legt zij huisen schoolbezoeken af, voert oudergesprekken (thuis/op school) en onderhoudt zij contacten met diverse hulpverlenende organisaties om hulp te zoeken en hulp op gang te brengen. Bij verwijzing naar het speciaal onderwijs ontstaan vaak communicatie- en interpretatieproblemen tussen allochtone ouders en school. Hierbij adviseert zij ouders en scholen. Zij begeleidt ouders in hun moeilijke proces en geeft informatie over de procedure van de verwijzing. Hierbij speelt het wederzijdse vertrouwen een belangrijke rol. Verder assisteert zij bij het voorbereiden en uitvoeren van gesprekken en themabijeenkomsten met ouders en school. 10.2 Contacten met allochtone oudergroepen en voorlichtingen Het Ouderpunt Allochtonen heeft contacten met allochtone oudergroepen in Hengelo: PAOO (Platform Allochtone Ouders en Onderwijs) en SOCA (Stichting Onderwijs Comité Allochtonen). In samenwerking met deze organisaties worden activiteiten ondernomen naar scholen en ouders op het gebied van het onderwijs aan allochtone leerlingen. Het ouderpunt heeft hierin een adviserende rol. Voorbeelden van activiteiten zijn: - voorlichting aan ouders en allochtone leerlingen - bevorderen van de ouderparticipatie - aandacht schenken en ontplooien van activiteiten met betrekking tot de problematiek van allochtone leerlingen in het onderwijs.
29
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
10.3 Project mentoring vmbo-leerlingen in Hengelo De medewerker van het Ouderpunt Allochtonen is de projectleider van het project mentoring vmbo-leerlingen in Hengelo. Haar taken hierin zijn: / / / / / /
het project coördineren; contact houden met de deelnemende partijen; contacten onderhouden met projectgroepen; werving/training/begeleiding van mentoren; koppelen van mentoren aan leerlingen; deelnemen aan landelijke bijeenkomsten over mentoring.
Het mentoringproject wordt gefinancierd door het Oranjefonds voor een periode van 4 jaar. Het Oranjefonds heeft in een tussentijds evaluatiegesprek het volgende kenbaar gemaakt: 1. Er is veel waardering voor de wijze waarop in de gemeente het project is opgepakt; er is inmiddels een website voor het project ingericht, er zijn mentoren geworven en getraind. 2. Het aantal leerlingen dat gemeld wordt door het onderwijs is te laag en dit moet omhoog om ook voor de komende jaren de subsidie te handhaven. Inmiddels zijn er nieuwe afspraken gemaakt met de scholengemeenschappen. Ook zijn er nu afspraken met de scholen voor primair onderwijs en met enkele bedrijven die veel jonge werknemers in dienst hebben. In 2012 stopt de financiering van dit project.
30
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011
11. Casus RMC Onderstaande casus geeft zicht op het werk van de RMC trajectbgeleider
Casus Koray Koray werd bij Leerplicht gemeld, omdat het niet goed ging bij het VMBO. Hij verzuimde veel en behaalde slechte cijfers. Hij woonde bij zijn ouders, maar het ging niet zo goed thuis. Daarbij had hij door verschillende diefstallen contact met de reclassering. Toen hij 18 jaar werd, meldde Leerplicht hem bij het RMC. Koray wilde eigenlijk wel een opleiding volgen, maar wist niet zo goed in welke richting. Hij had wel een idee, maar dat was niet haalbaar. Hij wilde namelijk aan de universiteit Psychologie gaan studeren. Om een weloverwogen beroepsrichting te kiezen, heb ik hem aangemeld voor het project “scoren door scholing”. Dat is een programma van 10 weken waarin jongeren in een groep bezig zijn met het bepalen van een beroepsrichting. Het programma bestaat uit enkele beroepskeuzeonderzoeken, groepsgesprekken en individuele begeleiding. Er worden twee stages van twee weken gevolgd in de gewenste richtingen. De belangrijkste keuze van Koray was het werken met risicojongeren. We vonden een geschikte opleiding bij het ROC waar hij, bij voldoende aanmeldingen, in februari kon beginnen. We hadden een afspraak gemaakt voor een toelatingstest. In overleg met de reclasseringsambtenaar, afgesproken dat Koray tot die tijd bij een jongerencentrum vrijwilliger zou worden. Koray kon zeer actief en gemotiveerd zijn, maar ook wegzakken in depressies en met vrienden criminele activiteiten plegen, waardoor positieve acties werden afgebroken. Hij had weer contact met de politie en kreeg een taakstraf. De stage is daardoor gestopt en hij is niet naar de toelatingstest bij het ROC geweest. Hij zat depressief thuis. Zijn taakstraf vond hij eigenlijk wel leuk, omdat hij zich daar lichamelijk erg moest inspannen, daarbij had hij een baantje bij een pizzeria. Koray wilde nog steeds een opleiding in de richting jongerenwerk doen. We hebben een gesprek gehad bij het ROC, waar hij aangaf zeer geschikt voor dat werk te zijn, omdat hij iedereen begreep, alles van de psychologie wist en zelfs de gedachten van mensen kon lezen. De bij het gesprek aanwezigen mensen, inclusief Koray, vonden een psychologisch onderzoek wenselijk voor toelating tot de opleiding. We hebben een forensisch onderzoek aangevraagd, maar dat bleek in zijn situatie niet tot de mogelijkheden te behoren. We hebben hem aangeraden om met die vraag naar de huisarts te gaan voor een verwijzing naar een psychiater, opdat bij een psycholoog een dergelijk onderzoek gedaan kon worden. Na de taakstraf volgende weer een periode met depressie. Gedurende enkele maanden meer dan tien afspraken gemaakt waarop hij, steeds met reden (bus gemist, ziek, te laat, telefoon kwijt, moeder naar ziekenhuis…..), niet verscheen. Bij huisbezoeken gaf hij steeds aan dat hij wel in actie wilde komen, maar dat het hem gewoon niet lukte. Toch weer gesproken over een opleiding. Hij dacht toen aan Vormgeving en Entertainment bij het ROC, maar kwam daar bij een volgende afspraak weer op terug. Weer vele afspraken
31
Leerplicht/RMC schooljaar 2010-2011 gemaakt om over opleiding en/of werk te praten, maar steeds niet verschenen. Begin van het schooljaar belde hij weer voor een afspraak, omdat hij toch echt met een opleiding wilde beginnen. Twee keer weer niet verschenen en toen ik op huisbezoek kwam was het inmiddels oktober en te laat om nog te starten. Daarbij namen zijn problemen toe. Hij had inmiddels enkele duizenden euro’s schuld en die maand was er een rechtszitting i.v.m. een koperdiefstal. We hebben toen samen met het Werkplein, ROC, De Opstap, Reclassering en RMC enkele afspraken gemaakt. Hier is niets van terecht gekomen, omdat hij voor een half jaar in detentie ging. De reclassering stelde een rapport op met het advies voor een psychologisch onderzoek. De dag na zijn vrijlating ben ik op huisbezoek geweest en weer gesproken over opleiding en werk. Het was inmiddels april. Naast een opleiding Entertainment, dacht hij ook aan Handel en Horeca. Hij ging zich daar op oriënteren en ging solliciteren op enkele door ons (Werkplein en RMC) aangereikte vacatures. Het lukte hem niet om zelfstandig aan het werk te komen. Hij had al wel de keuze voor Horeca gemaakt. Ik heb hem toen gemeld bij het project “1000 jongeren”. Dat is een project voor jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en intensieve begeleiding nodig hebben. De jongere krijgt een coach en het bedrijf dat hem in dienst neemt krijgt €10.000,- euro. Daar staat wel tegenover dat de jongere een jaarcontract krijgt en goede begeleiding op de werkvloer. Koray werd geplaatst bij een horecaproject gebaseerd op het plan van Jamie Olivier. In september verscheen Koray daar niet meer. Hij zat tot juni weer vast. Met zijn moeder afgesproken dat ze mij zou bellen als hij weer thuis was. In juni op huisbezoek geweest en besproken wat hij het beste kon doen. I.v.m. zijn schulden gemeld bij BudgetAlert. Het project “1000 jongeren” wilde wel weer een poging doen, maar i.v.m. de wachtlijst zou dat nog enkele maanden duren. Daarom een afspraak gemaakt bij De Opstap. Via De Opstap kon hij bij de verschillende leerwerkprojecten stages doen om zo een beroepsrichting te bepalen. Echter op de eerste afspraak niet verschenen, omdat hij via een uitzendbureau aan het werk was. Na twee maanden ontslagen en Koray zat weer depressief thuis. Op huisbezoek geweest om een vervolg te bespreken. Weer voorgesteld om voor hulp naar de huisarts te gaan. Hij wilde een 21+onderzoek gaan doen, opdat hij bij Saxion een opleiding Psychologie zou kunnen volgen. Ik heb hem dat afgeraden gezien zijn verleden en geadviseerd met een niveau 1 opleiding te beginnen. Zorg en Welzijn sprak hem aan. Hij meldde zich aan en kreeg een intake. Hij werd aangenomen, maar het was oktober en kan hij pas in februari met Zorghulp beginnen. Inmiddels heeft hij werk gevonden bij een galvaniseerbedrijf. Tot aanvang van de opleiding wil hij dat blijven doen, in de hoop zo zijn schulden af te lossen.
32