100 80 60
Oost
40
West
20
Noord
0 1e
3e
kwrt
kwrt
Jaarverslag Waddenmodel RMC Noord Groningen 2007 Schooljaar 2006 - 2007
Gemeenten: Appingedam Bedum Delfzijl De Marne Eemsmond Loppersum Winsum
RMC Noord Groningen Contactgemeente: Gemeente Delfzijl Postbus 20000 9930 PA DELFZIJL
Tel. (0596) 63 99 11 © maart 2008
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
2/37
INHOUDSOPGAVE Voorwoord
5
Hoofdstuk 1 Samenvatting
7
Hoofdstuk 2 Korte schets toekomstige ontwikkelingen aanpak voortijdig schoolverlaten
9
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
Kwalificatieplicht 18 jarigen Nota ministerie SZW "Iedereen doet mee" ZorgAdviesTeam (ZAT)en zorgstructuur MBO Jongmonitor – Verzuimportaal IBG-pilot 'Verzuim- en Bronportaal' Lokaal educatieve agenda, CJG's en Wmo Passend Onderwijs – zorgplicht Samenwerking tussen Provincie Groningen, instellingen en de drie RMC’s 2.9 Europese samenwerking 2.10 Openbaar Ministerie 2.11 Leer- werkloketten
9 9 9 10 10 10 10 11 11 12 12
Hoofdstuk 3 Resultaten schooljaar 2006 – 2007 Waddenmodel
13
Hoofdstuk 4 Resultaten 2006- 2007 RMC trajectbegeleiding
21
4.1 Nieuwe systematiek berekening inzet en bekostiging RMC trajectbegeleiding 2007 4.2 Totalen jongeren in bestand RMC en inzet RMC trajectbegeleiding 4.3 Onderscheid trajecten RMC trajectbegeleiding Hoofdstuk 5 Preventie Onderzoek 5.1 Wat is het Preventie Onderzoek?
21 22 22 25 25
Hoofdstuk 6 Ontwikkeling Jeugdwerkloosheid landelijk versus Waddenmodel
29
Hoofdstuk 7 Concept Conclusies en aanbevelingen 2006–2007
31
Hoofdstuk 8 Overleg en Organisatiestructuur
35
Bijlage 1
37
Lijst met afkortingen
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
3/37
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
4/37
Voorwoord De gemeente Delfzijl is, als contactgemeente, verantwoordelijk voor de uitvoering van het Regionaal Meld en Coördinatiepunt (vanaf nu RMC) voortijdig schoolverlaten. De RMC wet is vastgesteld in 2001. De gemeente voert de RMC wet in samenwerking met de 7 gemeenten in Noord Groningen uit, te weten Appingedam, Loppersum, Eemsmond, Winsum, Bedum, De Marne en Delfzijl. Ten Boer is in januari 2007 na toestemming van het ministerie OCW overgestapt naar het RMC gebied Centraal Groningen. Dit in het kader van de samenwerking tussen de gemeenten. In het kader van het Waddenmodel Noord Groningen (vanaf nu Waddenmodel) wordt de aanpak van voortijdig schoolverlaten uitgevoerd in nauwe samenwerking met de afdelingen (inter)gemeentelijke Sociale Zaken/Diensten, de CWI's in Delfzijl en Winsum en het UWV. Niet alleen om jongeren zonder startkwalificatie te herplaatsen naar onderwijs maar ook om jongeren met een startkwalificatie te plaatsen naar werk. Zoals uit deze rapportage 2006-2007 zal blijken werpt de nauwe samenwerking tussen de betrokken partijen in Noord Groningen in het kader van het Waddenmodel, nog steeds, zijn vruchten af. We zien een dalende trend m.b.t. het aantal gemelde schoolverlaters. Het aantal jongeren dat herplaatst wordt naar een duaal traject (leren en werken) neemt toe. Mede dankzij de aantrekkende arbeidsmarkt en de inspanningen van de consulenten GSD/CWI en de RMC trajectbegeleiders. De onderlinge samenwerking tussen de gemeenten is verder toegenomen. Dit met name binnen de gevormde Bedrijfs Verzamel Gebouwen (BVG) Winsum en Delfzijl. De preventieve acties naar scholen, zorg en justitie zijn versterkt en werpen hun vruchten af. Het Preventieproject dat de overstap van gediplomeerde VMBO naar het MBO bewaakt en begeleidt is zeer succesvol geweest. In het afgelopen schooljaar zijn belangrijke stappen genomen m.b.t. de geautomatiseerde meldingen van verzuim en de In-, Door- en Uitstroomgegevens (IDU) door de scholen aan de gemeenten. Het heeft geleid tot invoering van het in de stad Groningen ontwikkelde Verzuim Portaal. Hiermee kunnen scholen jongeren die verzuimen digitaal melden bij de woongemeente. Toch zijn wij van mening dat er nog onderdelen te verbeteren zijn in de aanpak. Zowel preventief binnen de scholen als ook wat betreft de herplaatsing van jongeren naar scholing en of werk. De jaarrapportage is minder omvangrijk dan vorig jaar. Voor meer achtergrond informatie verwijzen wij u naar de jaarrapportage van vorig jaar, schooljaar 2005–2006. Hoofdstuk 1 bevat een samenvatting van de belangrijkste resultaten en conclusies van de jaarrapportage Waddenmodel schooljaar 2006-2007. In hoofdstuk 2 volgt een korte schets van de toekomstige ontwikkelingen betreffende voortijdig schoolverlaters en verwoorden we de kern en de organisatiestructuur van het Waddenmodel. In hoofdstuk 3 gaan we in op de resultaten van het Waddenmodel wat betreft de aanpak van voortijdig schoolverlaten. In hoofdstuk 4 worden de resultaten van de RMC trajectbegeleiding kort samengevat. In hoofdstuk 5 gaan we in op de resultaten van het Preventieproject (overstap VMBO gediplomeerden naar het MBO en in hoofdstuk 6 op de jeugdwerkloosheid in Noord Groningen. Hoofdstuk 7 bevat de conclusies en aanbevelingen. In hoofdstuk 8 tot slot geven we een schematisch overzicht van de organisatiestructuur van het Waddenmodel. De financiën van dit Waddenmodel zijn in een aparte bijlage beschreven, die u desgewenst kunt opvragen. Wij wensen u mede namens de gemeenten en betrokken instellingen veel leesplezier. Als u vragen heeft neemt u dan gerust contact met ons op. Dhr. H. ten Brinke –
[email protected], 06 460 81 333, tijdelijk RMC coördinator Noord Groningen. Mw. Van der Veen, wethouder onderwijs Delfzijl Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
5/37
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
6/37
Hoofdstuk 1 Samenvatting De gemeenten in Noord Groningen hebben sinds 2001 een structurele samenwerkingsrelatie in het kader van de RMC wet om de sluitende aanpak van jongeren naar onderwijs en werk aan te pakken. In het kader van dit zogenaamde Waddenmodel is afgesproken naast 3 kwartaalrapportages een jaarlijkse beleidsrapportage op te stellen. In onderstaande vindt u een korte samenvatting van de belangrijkste resultaten en conclusies. Resultaten De resultaten die de samenwerkingspartners in het Waddenmodel RMC Noord Groningen in het schooljaar 2006 – 2007 geboekt hebben zijn wederom goed. In totaal zijn 480 schoolverlaters zonder startkwalificatie geregistreerd bij het RMC Delfzijl. Van de 317 jongeren die in traject zijn genomen door de uitvoerders van het Waddenmodel is 82.1% procent herplaatst naar onderwijs en werk. De bestemming van de resterende 163 jongeren is bekend. Een groot gedeelte is naar een niet scholings- dan wel werk gerelateerd traject verwezen, waaronder WSW dan wel een zorgtraject. Daarnaast is een klein deel nog in behandeling. (Zie hoofdstuk 2 voor meer informatie.) De inzet van de leerplichtambtenaren in nauwe samenwerking met de consulenten van de sociale diensten, CWI, UWV en de RMC trajectbegeleiders is opnieuw zeer effectief gebleken. Het resultaat van het Waddenmodel afgelopen is nog steeds hoger dan het landelijk gemiddelde van 30%. Een belangrijk onderdeel van de preventieve aanpak is dat het afgelopen schooljaar het Preventieproject is uitgevoerd door het RMC. Hierbij zijn in samenwerking met alle scholen in de regio de gediplomeerden begeleid naar het MBO. De uitkomst van dit project is opgenomen in de rapportage. Met enige trots kan gesteld worden dat na controle door het ministerie van OCW van de bijna 600 kandidaten die begeleid zijn naar het MBO slechts 3 niet in ons systeem als risico overstapper bekend waren. Ook deze drie zijn overigens alsnog begeleid naar school en werk. In augustus 2007 hebben de gemeenten middelen gekregen van het Rijk voor de uitvoering van de startkwalificatieplicht tot 18 jaar. Hiermee vervalt de partiele leerplicht. De gemeenten gaan komend schooljaar deze middelen gezamenlijk inzetten in nauwe samenwerking met de vacatureteams van het CWI/GSD om meer duale trajecten voor jongeren te realiseren. Gezien de enorme vraag op de arbeidsmarkt is het nu of nooit. De jeugdwerkloosheid is in Noord Groningen vorig jaar opnieuw met ongeveer 25% gedaald. Conclusies Het Waddenmodel RMC Noord Groningen functioneert goed. De coördinatie en communicatie tussen het RMC, de gemeenten en betrokken instellingen zijn sterk verbeterd, zowel binnen de gemeenten zelf als met de sociale diensten, CWI en UWV (BVG gebouwen in Winsum en Delfzijl). Veel gemeenten investeren, vanuit het werkdeel van de WWB, daar waar wenselijk en noodzakelijk, in jongeren zonder uitkering en zonder startkwalificatie, bijvoorbeeld door de scholing te bekostigen. Dit betekent dat jongeren met middelen van de sociale diensten alsnog op een duaal traject gezet kunnen worden. Opvallend is dat het uitgangspunt van het Waddenmodel: startkwalificatie en werk gaat boven inkomen, nog steeds vragen oplevert binnen de gemeenten. Dit ondanks de 80% herplaatsingen. Ook het uitgangspunt dat de leerplichtambtenaren verantwoordelijk zijn voor de eerste benadering van de jongeren en het caseload beheer wordt regelmatig ter discussie gesteld. Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
7/37
Toch blijken deze twee punten de kern te zijn van het succes van het Waddenmodel. Het benaderen van 18 t/m 22 jarigen door de leerplichtambtenaren heeft als voordeel dat zij toch een vorm van gezag uitdragen. Daarnaast is de gekozen benadering om naast dit gezag daadwerkelijke hulp en begeleiding aan te bieden aan de jongeren van essentieel belang. Het feit dat jongeren weten dat zij in beeld blijven bij de partners draagt bij aan het verminderen van het shop gedrag. Voor komend jaar zien wij een aantal belangrijke ontwikkelingen m.b.t. de aanpak van voortijdig schoolverlaten. Dit betreft de aanpak startkwalificatieplicht 18 jarigen en de samenwerking met de BVG gebouwen en de werk- leerloketten. Ook de extra gelden die er voor de preventieve aanpak binnen de ROC’’s ter beschikking komen in het kader van de af te sluiten convenanten II – aanpak voortijdig schoolverlaten zullen een extra impuls aan het terugdringen van de uitval geven.
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
8/37
Hoofdstuk 2 Korte schets toekomstige ontwikkelingen aanpak voortijdig schoolverlaten Onderstaande bevat een beschrijving van een aantal toekomstige ontwikkelingen waar de gemeenten en instellingen mee te maken krijgen in relatie tot de aanpak van voortijdig schoolverlaten. In de vorige jaarrapportage is hier uitgebreid op ingegaan. Voor de komende kabinetsperiode staan voorlopig de volgende extra maatregelen van het actieplan Aanval op de uitval (april 2006) genoemd. 2.1 Kwalificatieplicht 18 jarigen De startkwalificatieplicht voor jongeren van 16 tot 18 jaar is vastgesteld. Voor zover de jongeren geen startkwalificatie hebben, zijn zij tot hun 18de jaar verplicht door scholing – al dan niet in combinatie met werk – een startkwalificatie te halen. Het wetsvoorstel is vastgesteld en gaat in vanaf augustus 2007. Daarvoor is in 2007 € 50 miljoen en vanaf 2008 structureel € 130 miljoen beschikbaar. In het portefeuillehoudersoverleg jeugd van 4 oktober 2007, is vastgesteld deze wettelijke taak gezamenlijk uit te voeren binnen de samenwerking BVG van Winsum en Delfzijl. Jammer genoeg kwamen de middelen pas half december 2007 beschikbaar en heeft de daadwerkelijke uitvoering op zich laten wachten. Voordeel is dat een helder uitvoeringsplan is opgesteld. In januari 2008 gaan we aan de slag om meer jongeren op een duaal traject te plaatsen. In de uitvoering zal een medewerker dicht bij de leerplichtambtenaren en BVG gebouwen geplaatst worden. Deze medewerker zal mede namens de vacatureteams van het CWI – GSD de markt benaderen. Dit betekent een verdere uitwerking van de nauwe samenwerking tussen gemeentelijke afdelingen onderwijs, sociale diensten en de instellingen CWI en UWV. Voor de jongeren en de werkgevers betekent het dat er voor hen geen onderscheid is in de benadering. Ze worden helder en eenduidig benaderd en geïnformeerd over mogelijkheden die er zijn voor subsidie en ondersteuning. Een apart uitvoeringsplan is opgesteld. 2.2 Nota ministerie SZW "Iedereen doet mee" Jongeren van 18 tot 23 jaar, die niet op school zitten, niet werken, geen uitkering hebben en niet ingeschreven staan bij het CWI (de thuiszitters), kunnen door de gemeente een informatie- en meldplicht opgelegd krijgen. Daarmee kunnen ze in beeld worden gebracht en worden aangezet een startkwalificatie te behalen of aan het werk te gaan. Bij het niet nakomen van verplichtingen kunnen de jongeren beboet worden. Gemeenten hebben de mogelijkheid deze informatie- en meldplicht in te voeren en zijn vrij in de wijze waarop. Met betrekking tot de beschikbare middelen is nog veel onduidelijk. Verwezen wordt naar de mogelijkheden voor gemeenten om WWB-middelen in te zetten. Deze maatregel is nog niet officieel vastgesteld maar veel gemeenten anticiperen wel op de maatregelen. Deze maand is de nota verschenen en deze zal binnen de reguliere overleggen besproken worden. Er zal een inventarisatie gemaakt worden van de wijze waarop de gemeenten de regelingen invullen. 2.3 ZorgAdviesTeam (ZAT)en zorgstructuur MBO Belangrijkste van de extra maatregelen van Aanval op de uitval zijn het uitbreiden van het aantal preventie-unit (ZorgAdviesTeams) (ZAT) in het MBO en versterking van de zorgstructuur voor MBO-leerlingen niveau 1 en 2. Op de ROC's in Groningen gaat het om het uitbreiden van het aantal ZAT's naar alle geledingen, zodat alle jongeren die het nodig hebben snel hulp geboden kan worden. Voor deze maatregelen is € 70 miljoen per jaar beschikbaar. De landelijke maatregel is ingevoerd door voormalig Minister Van der Hoeven op basis van de Groningse resultaten. Verwacht wordt dat er in april 2008 vanuit de ministeries aanvullen wettelijke maatregelen opgesteld worden over de voorwaarden waaraan een ZAT moet voldoen. In ieder geval zal een ZAT een belangrijke regionale functie voor 1 indicatie krijgen. Hiermee wordt bedoeld de integrale indicatie voor geïndiceerde Jeugdzorg als wel de indicaties voor PraktijkOnderwijs (PrO) en Regionale Expertise Centra (REC) als wel Leerweg Ondersteunend Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
9/37
Onderwijs (LWOO). Ook dient er een directe relatie gelegd te worden met de (gemeentelijke) regionale Centra voor Jeugd en Gezin. De uitkomsten van beide instrumenten zullen een belangrijke input kunnen geven aan de Lokaal Educatieve Agenda's van de gemeenten in samenwerking met de instellingen. Ook voor het MBO worden ZAT's een verplichting. Hoe deze voor Noord worden georganiseerd is op dit moment nog in ontwikkeling. 2.4 Jongmonitor – Verzuim Portaal De afgelopen jaren hebben de gemeenten fors geïnvesteerd in de Jongmonitor. In januari 2007 is deze structureel geworden. De rapportage zal in het voorjaar beschikbaar zijn. Dit project houdt in dat alle gemeenten hun leerplichtadministratie van 0 tot en met 22 jaar in orde hebben. Met de leerplichtambtenaren is regelmatig overleg geweest over de ontwikkeling in deze. Het verzuim portaal is in gevoerd zodat scholen verzuim en voortijdig schoolverlaten direct kunnen melden bij een gemeente. Gewerkt wordt aan een portaal voor de IDU gegevens. 2.5 IBG-pilot 'Verzuim- en Bron portaal' Handig is dat ontbrekende gegevens van jongeren bij de IBG automatisch opgevraagd kunnen worden. Onhandig is dat de IBG besloten heeft zelfstandig een Verzuim en Bron portaal in te richten naar Gronings voorbeeld. In eerste instantie zou de ontwikkeling nog twee tot drie jaar duren. In januari 2008 is duidelijk geworden dat het Portaal van de IBG in augustus 2008 operationeel is. Toegezegd is dat de provincie Groningen pilotgebied zal zijn. Ondertussen gaan wij door met het aansluiten van de ontbrekende scholen. 2.6 Lokaal educatieve agenda, CJG's en Wmo In deze drie onderdelen is de aanpak jeugd een belangrijk item. Veel gemeenten zijn druk doende om de uitvoering op te pakken. De uitvoering van het Waddenmodel en de preventie acties met de (V)MBO scholen in Noord Groningen passen binnen deze ontwikkelingen en kunnen naadloos ingevoegd worden. Op verzoek van het RSNOG is eind oktober 2007 vanuit het portefeuillehoudersoverleg jeugdbeleid besloten 2 regionale stuurgroepen VO – PrO – gemeenten in te richten. Voor meer informatie over deze wettelijke kaders en maatregelen verwijzen wij u naar de website van het Nederlands Jeugdinstituut en CMO Groningen. 2.7 Passend Onderwijs – zorgplicht In 2010 wordt voor alle scholen Primair Onderwijs – (Speciaal) Voortgezet Onderwijs en ROC's de zorgplicht ingevoerd. Op 30 september 2005 is vanuit het Ministerie van OCW de notitie 'Vernieuwing van de zorgstructuren in het funderend onderwijs' verschenen. De notitie gaat in op knelpunten in het onderwijs aan leerlingen die extra zorg nodig hebben. Centraal in deze notitie, die ondertussen aangeduid wordt met de term Passend Onderwijs, staat het komen tot 1 onderwijsstelsel, met 1 onderwijswet. Scholen hebben vanaf 2010 de zorgplicht voor elke jongere die aangemeld wordt bij een individuele school. De scholen dienen onderling nieuwe (bestuurlijke) samenwerkingsafspraken te maken over de opname van jongeren met een beperking dan wel (arbeids)handicap. Kort gezegd komt de zorgplicht erop neer dat de besturen en de scholen voor Speciaal Onderwijs – Primair Onderwijs – Voortgezet Onderwijs dienen te komen tot samenwerkingsverbanden waarin afspraken zijn gemaakt over de opname van en een passend onderwijs aanbod voor jongeren (ongeacht hun beperking). Indien een school dit passende aanbod niet (volledig) zelf kan verzorgen dienen hiertoe met omliggende scholen afspraken gemaakt te worden. De zorgplicht gaat in 2010 in werking. Hierbij zijn de samenwerkende scholen zorgplichtig. Indien dit voor de school aanpassingen betekent, kan de school hierbij een beroep doen op de gemeenten. Ook in het kader van de planning van vervoer is afstemming cruciaal. Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
10/37
Naast de afstemming over een passend regionaal aanbod is de lijn met ouders van belang. De samenwerking met de zogenaamde Zorg Advies Teams (Jeugdzorg – GGz thans Lentis/JONX – GGD – Schoolmaatschappelijk werk) en de voorliggende voorzieningen van gemeenten in het kader van de wet op de Jeugdzorg zijn belangrijke lijnen die in provinciaal en regionaal verband de komende jaren uitgewerkt dienen te worden. Het ministerie laat de (samenwerkingsverbanden) en scholen veel eigen ruimte om deze zorgplicht vorm te geven. Vanuit de Provincie Groningen, enkele instellingen en gemeenten is een quickscan opgesteld over hoe de vorming Passend Onderwijs ervoor staat en welke ondersteuning met kan gebruiken. Uit deze quickscan en de gesprekken hierover is duidelijk geworden dat er ook voor de ministeries in het Noorden veel belangrijke ontwikkelingen en ervaringen zijn die als input voor andere provincies – regio's als wel de nog te vormen wet – en regelgeving kunnen dienen. Hiertoe is aan het Noorden verzocht een pilot aanvraag in te dienen. De onderhandelingen hierover lopen nog. 2.8 Samenwerking tussen Provincie Groningen, instellingen en de drie RMC’s Om verbeterpunten en ontwikkelingen effectief aan te kunnen pakken achten de drie RMC’s in de provincie Groningen een gezamenlijk actieplan noodzakelijk. In het kader van dit actieplan Voortijdig Schoolverlaters (VSV) kan de samenwerking tussen de RMC's verder verstevigd worden door meer uitwisseling en afstemming, door gezamenlijke activiteiten en door provinciale monitoring. De samenwerking tussen RMC’s in de provincie Groningen wordt ook door andere partijen wenselijk geacht. Uit de regionale stuurgroepen onderwijs/gemeenten, die momenteel in een groot deel van de provincie Groningen functioneren, komt het signaal de link te willen leggen met problemen die provinciebreed spelen. Verder constateren gemeenten dat de afstemming tussen gemeenten, onderwijsinstellingen en de drie RMC's kan worden verbeterd. De RMC's hebben een gezamenlijk actieplan VSV opgesteld en ingediend bij de provincie Groningen, afdeling Welzijn en Onderwijs. Deze aanvraag is eind 2007 gehonoreerd. De activiteiten lopen van januari 2008 tot en met 2010. Convenanten II Het ministerie van OCW stelt aan de MBO's middelen ter beschikking om het voortijdig schoolverlaten terug te dringen met 40% per jaar. Het ministerie stelt hiertoe samen met de RMC's convenanten op. De drie RMC's hebben besloten gezien het verspreidingsgebied van de ROC's en het AOC dit gezamenlijk op te pakken. De convenanten worden in juni 2008 afgesloten. Een provinciale bijeenkomst met de belangrijkste spelers is gepland op 12 maart aanstaande. 2.9 Europese samenwerking Noord Groningen participeert in het EQUAL project Keten Sluiten met perspectief, dat tot eind 2007 loopt. Zie voor meer informatie de website www.school4job.nl. Dit project is aangevraagd door CMO Groningen in opdracht van de drie noordelijke provincies. Noord Groningen heeft het onderdeel – verdieping Waddenmodel naar werk – opgenomen. Doelstelling is in samenwerking met het CWI, UWV, de sociale diensten, het RMC en het bedrijfsleven de instroom van jongeren in leren en werken (duaal leren – BBL) te versterken. De betrokken landen Litouwen, Duitsland en Finland en de provincie Groningen hebben aangegeven verder te willen samenwerken betreffende Interreg 4 en Euregio doelstellingen en middelen. De wijze waarop Noord Groningen betrokken zal worden is nog niet bekend. De RMC coördinator zal de gesprekken volgen en de gemeenten en instellingen indien noodzakelijk informeren. Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
11/37
2.10 Openbaar Ministerie Het Openbaar Ministerie wil scholen en gemeenten die zich niet houden aan de wettelijke verplichtingen, bestuurlijke en of gerechtelijke boetes op gaan leggen. Dit vanwege het feit dat veel jongeren die uiteindelijk bij het OM terechtkomen dan wel voor de kinderrechter verschijnen een lange historie hebben van spijbelen en verzuim. Doorgaans is dit niet eerder door de scholen gemeld of de gemeenten hebben geen actie ondernomen. In toenemende mate schakelen ouders advocaten in. Door gebrekkige dossiervorming bij de scholen en de gemeenten worden zaken geseponeerd. Een ontwikkeling die door de gemeenten in de gaten gehouden moet worden. De leerplichtambtenaren hebben drie keer per jaar een regulier overleg met het OM. Vanuit het RSNOG, de leerplichtambtenaren en de RMC contactgemeente Delfzijl, is contact gezocht met het OM. De jeugdofficier heeft deelgenomen aan het provinciaal RMC Platform. Zij zal ook de regio's bezoeken. De maatregelen die het OM heeft genomen zijn globaal de volgende: - Een inventarisatie van de beschikbare leerplichtcapaciteit voor 4 – 18 jarigen. De gemeenten die niet voldoen aan de norm worden hierop aangesproken in het driehoeksoverleg Veiligheid; - Het OM zal de gemeenten aanspreken op het niet hebben van een Bijzonder Opsporings Ambtenaar (BOA). De jeugdagenten zullen in de toekomst minder ingezet kunnen worden om een BOA op te stellen. Voor Noord is dit een probleem omdat er geen BOA’s zijn. De leerplichtambtenaar van Winsum en de Marne volgt op dit moment een BOA opleiding - De scholen die niet tijdig verzuim – spijbelen melden worden hierop aangesproken. Het OM kan de directeuren hierop aanspreken en eventueel een boete opleggen; - Het OM zal eerder de preventieve maatregel opleggen om een jeugdreclasseerder in te zetten op het kind en het gezin. Bij herhaling of niet accepteren zal overgegaan worden tot straf of een boete; - De jeugdagenten blijven actief participeren in de ZAT's; - Het OM zal ook de ROC's – AOC aanspreken op melden van verzuim, spijbelen en voortijdig schoolverlaten. Daarnaast is een vertegenwoordiger van Bureau Jeugdzorg – Jeugdreclassering op het Uitvoerdersoverleg Waddenmodel geweest om informatie te verschaffen over de trajecten van de reclassering. Het verzoek aan BJZ is om voor Noord Groningen een contactpersoon aan te stellen. De onderhandelingen hierover lopen. 2.11 Leer- werkloketten Op verzoek van de gemeenten en het CWI zal het RMC nog nauwer gaan samenwerken met de partners in de BVG gebouwen. Zoals bij onderdeel 1 is beschreven zal per BVG een halve fte beschikbaar zijn om jongeren te helpen aan een BBL baan. Ook werkgevers worden bezocht. Daarnaast zullen de RMC trajectbegeleiders actief gaan participeren binnen de leer-werkloketten van de BVG gebouwen. Jongeren dan wel werkgevers die vragen hebben over leren en werken kunnen aangemeld worden. De RMC trajectbegeleider zal jongeren en werkgevers helpen om een passende opleiding te vinden. Indien werkgevers een BBL baan beschikbaar hebben zal het RMC bemiddelen en jongeren benaderen die op dit moment op een dagopleiding zitten. Dit alles in nauwe samenwerking en afstemming met de partners binnen de leer-werkloketten en de BVG gebouwen.
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
12/37
Hoofdstuk 3 Resultaten schooljaar 2006 – 2007 Waddenmodel We gaan in op de belangrijkste resultaten en uitkomsten van het Waddenmodel schooljaar 20062007. In een aantal gevallen zijn de resultaten vergeleken met vorig schooljaar. Alle gegevens zijn gebaseerd op de jaarlijkse effectrapportages van het RMC aan het ministerie van OCW en de rapportages RMC trajectbegeleiders.
VSV bestands- en herplaatsinsgegevens RMC Noord-Groningen 2000-2006 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0
836 718 646663 536 464464
700 560
533
480
455
288 235235 140
2000 2001
317
239239 136
2001 2002
174
2002 2003
2003 2004
2004 2005
2005 2006
instroom VSV in RMC-bestand Totale bestand op jaarbasis Herplaatsingen VSV
2006 2007
In het schooljaar 2006-2007 werden er 560 jongeren geregistreerd als voortijdig schoolverlater. Hierbij dient het "oude" bestand van vorig schooljaar 2005–2006 opgeteld te worden. Voor het schooljaar 2006– 2007 is het totaal bestand 560. Door landelijke afspraken is in deze rapportage alleen over de 480 "nieuwe" schoolverlaters gerapporteerd. Dit leidt tot verwarring tussen de RMC’s in de provincie Groningen maar staat ook haaks op de afspraken gemaakt in het kader van het Waddenmodel. Vorig schooljaar is toegezegd om ook het oude bestand in beeld te brengen. Dit is niet gelukt vanwege het feit dat een groot gedeelte van dit bestand bestaat uit werkenden. Het idee was dit mee te nemen in de aanpak van de startkwalificatieplichtigen. Door het laat beschikbaar komen van de extra middelen is dit uitgesteld tot volgend schooljaar. Ook het bestand dat niet naar school en of werk is verwezen nemen we mee. Het bestand van 480 is het bestand na een eerste controle door RMC contactgemeente Delfzijl en de gemeenten. Bij de RMC contactgemeente zijn in het schooljaar 2006–2007 in totaal 1311 "schoolverlaters" gemeld. Een groot deel van deze jongeren bleek na screening wel in het bezit te zijn van een startkwalificatie of al op een andere opleiding te zitten. Na het starten van het Waddenmodel in 2001 nam het aantal geregistreerde VSV-ers sterk toe door de verbeterde registratie en aanpak. Het hoogtepunt werd in 2003 bereikt met 716 VSV-ers. In de jaren daarna is het aantal langzaam terug gelopen.
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
13/37
Totaal aantal meldingen schooljaar 2006–2007 Waddenmodel Schooljaar 2004 Percentage 2005 Percentage 2005 2006 Totaal meldingen bij 1431 100% 1159 100% RMC Na screening van totaal meldingen blijven de volgende categorieën over Doorstromers 385 9% 131 11% Jongeren met 230 16% 332 29% startkwalificatie Verhuisd 60 4% 87 7,5% Nog in onderzoek 110 8% 76 6,5% Jongeren zonder 646 45% 533 46% startkwalificatie na screening door leerplicht
2006 Percentage 2007 1311 100%
247 281
19% 21%
113 8 480
9% 0.6% 37%
In totaal werden er bij de RMC contactgemeente 1311 jongeren als voortijdig schoolverlater gemeld. Deze meldingen kwamen van het CWI, de scholen en overigen, zoals het Bureau Jeugdzorg, de politie, de ouders en zelfs door de jongeren zelf. Bij screening door de leerplichtambtenaar van de woongemeente konden deze meldingen worden onderverdeeld in de categorieën benoemd in de bovenstaande tabel. Hierover zijn eind 2007 heldere afspraken gemaakt met het MBO. Ook zij hebben middelen ter beschikking gekregen om de bestanden en de wijze van aanlevering te verbeteren. Daarnaast hebben ze actief toegang tot het Verzuimportaal. De eerste voorlichtingen aan de betrokken medewerkers van het MBO en het RMC zijn uitgevoerd en worden elk jaar herhaald. De digitale aanlevering door de scholen en het automatisch inlezen in het leerplichtsysteem onderwijs moeten de administratieve handelingen terug kunnen brengen. De vervuilde bestanden leveren de partners in het Waddenmodel en met name de leerplichtadministraties –ambtenaren nog teveel extra werk op. Aangezien eind 2007 de digitale verwerking van zowel de BRON bestanden als het verzuim en voortijdig schoolverlaten operationeel is, kan de leerplichtadministratie dekkend zijn. Vanuit het RMC zijn met leerplichtambtenaren opnieuw de afspraken en digitale mogelijkheden doorgenomen. Ook is er een overleg geweest met en voorlichting gegeven aan de scholen voor Voortgezet Onderwijs (zowel de administratie als de zorgcoördinatoren), om het systeem nogmaals uit te leggen en opnieuw afspraken te maken. Met het MBO en het (V)MBO is afgesproken de voorlichtingen jaarlijks te herhalen.
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
14/37
Totaal aantal meldingen Voortijdig Schoolverlaters bij Waddenmodel Enkele cijfers en grafieken uit de verplichte effectrapportage aan het ministerie OCW. Schooljaar 2002-2003 2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007 totaal meldingen 716 689 646 533 480 totaal prioritair 120 543 450 429 -allochtoon/autochtoon/onbekend 31/660/25 33/578/69 44/573/29 67/465/1 49/430/1 totaal in bemiddeling RMC 141 234 307 196 130 trajectbegeleiding totaal herplaatsten 443 295 393 288 317 man/vrouw/onbekend 396/268/52 360/222/107 302/199/145 273/161/99 307/154/19 Onder prioritair wordt verstaan alle jongeren die niet in het bezit zijn van een VMBO diploma. Duidelijk moge zijn dat dit een kwetsbare groep blijft wat betreft het voortijdig schoolverlaten. Het ministerie van OCW heeft besloten deze categorie NIET meer apart op te nemen in de effectrapportage. Omdat het veel nazoekwerk bevat voor de leerplicht en RMC is dit ook door ons achterwege gelaten in de registratie. Wel wordt in de eerste gesprekken nadrukkelijk gekeken naar de vooropleiding. Op basis van het vorig schooljaar is er bestuurlijk aangegeven dat het geslacht van de jongeren bekend moet zijn. Dit is verbeterd, maar het kan nog beter. Door wie werden de meldingen gedaan bij het Waddenmodel Schooljaar
2004-2005
School Jeugdhulpverlening Politie/Justitie CWI/Sociale diensten Gemeente, op grond van absoluut verzuim Overige, namelijk ...zelf, UWV RMC elders... Totaal
162 3 0 367 69
Percentage 2005/200 Percentage 2006-2007 6 26% 124 23% 152 0,5% 4 0,8% 6 1 57.5% 287 54,2% 180 11% 93 17% 121
Percentage 31.7% 1.3% 0,2% 37,5% 25,2%
32
5%
25
5%
20
4,2%
633
100%
533
100%
480
100%
De eerste melder wordt geregistreerd. Het CWI is nog net de belangrijkste melder van voortijdig schoolverlaters aan de RMC contactgemeente. Positief is dat er een toename is van het aantal jongeren dat door met name de MBO instellingen wordt gemeld. Ook de meldingen door de leerplichtambtenaren nemen door de intensieve kontakten met de scholen toe. De samenwerking met de CWI's en de gemeentelijke Sociale Diensten in het kader van het Waddenmodel voor met name de doelgroep 18 t/m 22 jarigen blijft van essentieel belang. Landelijk is Noord Groningen hierin nog steeds voorloper. Deze goede samenwerking draagt er zeker toe bij dat voortijdig schoolverlaters snel in beeld zijn en begeleid kunnen worden naar het onderwijs dan wel werken en leren.
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
15/37
Aantal meldingen naar leeftijd bij RMC 2002-2003 2003-2004 Schooljaar jonger dan 16 jaar 16 jaar 17 - 22 jaar onbekend Totaal
26 67 621
13 74 597
2004-2005
2005-2006
2006-2007
11 53 571
5 11 399 118 533
17 45 418 0 480
De tabel laat zien dat het aantal voortijdig schoolverlaters jonger dan 17 jaar sterk is toegenomen. De verklaring is enerzijds dat de problematiek op jonge leeftijd toeneemt en de actieve deelname van de leerplichtambtenaren aan de Zorg Advies Teams (Preventieunits) van de scholen, waardoor jongeren eerder in beeld zijn. Anderzijds neemt de populatie jongeren die met een verkeerde school- en beroepskeuze naar het MBO doorstroomt toe. Het feit dat de leeftijdsregistratie is verbeterd kan ook een verklaring voor de toename zijn. Zoals vorig jaar bestuurlijk is afgesproken is de leeftijdsregistratie nu sluitend. Totaal aantal gemelde voortijdige schoolverlaters opgesplitst per gemeente en per schooljaar. Schooljaar 2002-2003 2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007 Perc Appingedam 102 101 93 68 56 11.7% Bedum 51 31 30 30 23 4,8% De Marne 56 58 53 66 70 14.6% Delfzijl 192 234 210 167 194 40,4% Eemsmond 123 88 107 86 47 9,8% Loppersum 83 77 64 43 35 7,3% Ten Boer 31 37 19 11 4 0,8% Winsum 79 63 70 62 51 10,6% 717 689 646 533 480 100% Het aantal voortijdig schoolverlaters per gemeente daalt. Opvallend is de daling in de gemeente Eemsmond. Een eenduidige verklaring is hiervoor niet te geven. Totaal herplaatsingen onderwijs en werk in het schooljaar 2005 2006 en 2006 - 2007 Totaal in bestand RMC 533 480 Totaal in begeleiding 371 =N 386 =N Herplaatst onderwijs 196 52,8% 185 47.9% Herplaatst Werk (zonder opleiding) 92 24,7% 132 34.1% Totaal herplaatsingen naar onderwijs en werk 288 77,6% 317 82.1% Het aantal herplaatsingen naar onderwijs is afgenomen en naar werk toegenomen. Op zich is dit een zorgelijke ontwikkeling omdat deze jongeren aan het werk gaan zonder diploma. Uit ervaringsgegevens blijkt dat deze groep bij een dalende arbeidsmarkt als eerste ontslagen wordt. Het werk ligt op dit moment voor het oprapen en veel jongeren kiezen voor een inkomen. Wellicht dat de gezamenlijke inzet van de middelen kwalificatieplicht hier verandering in kan brengen om meer jongeren naar duaal leren te begeleiden.
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
16/37
Herplaatsingen naar onderwijs en werk percentage herplaatsingen per jaar
100 82.1
90 80
78
75 70
70 60 50 40 30 20 10 0 2003-2004
2004-2005
2005-2006
2006 2007
Het aantal herplaatsingen naar onderwijs en werk stijgt. Zoals al eerder gesteld ligt het aantal herplaatsingen per jaar naar onderwijs en werk in Noord Groningen hoog (80%). Landelijk wordt 30% herplaatst naar onderwijs en werk. De drie RMC's in de provincie Groningen hebben afgesproken komend schooljaar dezelfde registratie methodiek te hanteren. Het ministerie van OCW is niet geïnteresseerd in het oude bestand omdat dit zou betekenen dat het aantal schoolverlaters zonder startkwalificatie zou toenemen. Het aantal BBL (duaal leren) is toegenomen van 39 naar 51. Het aantal herplaatsingen naar werk zonder opleiding is toegenomen. Het aantal jongeren in de caseload (nog in behandeling/onbekend) van de leerplichtambtenaren is sterk afgenomen. De herplaatsingen zijn een GEZAMENLIJKE inspanning van de leerplichtambtenaren, consulenten GSD/CWI/UWV en de RMC trajectbegeleiders.
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
17/37
1
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 20 21 22
23 24 25 26 27 28
Herplaatsingen naar onderwijs en werk Onderbouw VO (incl. LOM) (VMBO klas 1-2, HAVO/VWO klas 1-3) Praktijkonderwijs (incl. MLK) Bovenbouw VMBO (klas 3-4) Bovenbouw HAVO/VWO (klas 4-6) Voltijd BOL niveau 1 Voltijd BOL niveau 2 Voltijd BOL niveau 3 Voltijd BOL niveau 4 Deeltijd BOL niveau 1 Deeltijd BOL niveau 2 Deeltijd BOL niveau 3 Deeltijd BOL niveau 4 BBL niveau 1 BBL niveau 2 BBL niveau 3 BBL niveau 4 Volwasseneneducatie (incl. inburgering/RITS Opleiding en werk (echter geen Crebo ROC's / AOC Werken voor werk – GSD – CWI (sollicitatie training, weerbaarheid) Doorstart Subtotaal onderwijs Baan (zonder opleiding) Totaal herplaatsingen naar onderwijs en werk Wachtbestand onderwijs – landmacht ed. Wil niet(s) WSW (gesubsidieerde arbeid) UWV traject Zorg – psychisch, zwanger, kind Justitie reclassering traject
2005-2006 prioritair totaal 1
3 1 5 25 4 2
8 3 5 43 13 8
2,1% 0,8% 1,4% 11,7% 3,5% 2,1%
9 9
11 27 1
3,0% 7,4% 0,3%
7
58 49 107
2
29 Totaal van aantal herplaatsingen
30 31 32 33 34 35 36
Verhuisd 23 jaar Onbekend in GBA en leerling-bestand Caseload leerplichtambtenaar Caseload RMC Doorstromer Onduidelijk/onderzoek Hoogst haalbaar PraktijkOnderwijs 37 Totaal
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
2006 2007 proc priorita totaal ir 0,3%
8
proc
3 5 45 9 15
0.8% 1.6% 14% 2.8% 4.7%
1,9%
6 35 2 8 21
1.9% 11% 0.6% 2.5% 6.6%
25
6,8%
8
2.5%
44
12,0%
27
8.5%
196 92 288
52,8% 24,7% 77,6%
1 185 132 317
0.3% 47.9% 34.1% 82.1%
7 4 12 18 39 3
1,9% 1,0% 2,24% 4,8% 10,5% 0,8%
36 4 2
371 N = 100
386
15 33 9 90 7 8
533
13 14
N = 100
24 16 16,8%
5 6 36 7 480
18/37
Toelichting bestemming in verslagperiode herplaatste VSV-ers Algemeen Volgens de toelichting op de RMC effectrapportage wordt herplaatsing gedefinieerd indien een jongere verwezen en herplaatst is naar een onderwijstraject. Dit betekent naar een school volgens de nummers 1 tot en met 17. Dit zijn alle reguliere opleidingen in het PraktijkOnderwijs, Voortgezet Onderwijs en Middelbaar BeroepsOnderwijs. Dus de ROC's en de AOC. Ook de jongeren die een niet geaccrediteerde opleiding volgens de BVE wet (ROC's en AOC) vallen hieronder. Dit klinkt technisch maar elke opleiding binnen het onderwijs heeft een Crebo nummer en is officieel erkend (geaccrediteerd). Een landelijk geldig diploma. Echter er zijn ook opleiding die niet binnen dit stramien vallen. Hieronder vallen de thuis studies (LOI, etc.) en de bedrijfsopleidingen van bijvoorbeeld Albert Heijn. Die mogen volgens de norm wel geteld worden. Zie nummer 18. Indien alles uit de kast is gehaald maar een jongere kan en of wil niet herplaatst worden naar onderwijs dan is werken een tweede optie. Ook deze worden volgens de richtlijnen van het ministerie van OCW geteld. Zie nummer 19. Uitstroom Maar is dit uitstroom? Nee dus, want ze hebben nog geen startkwalificatie. Pas als een jongere in het bezit is van een startkwalificatie spreken we officieel van uitstroom. Ook als jongeren overlijden, verhuizen dan wel 23 jaar worden is het volgens de RMC effectrapportage uitstroom. In de jaarlijkse effectrapportages worden de jongeren die geen bestemming hebben en de jongeren die nog niet behoren tot de categorie uitstroom benoemd als het "oude bestand". Het bestand vanaf augustus 2007 is dus het nieuwe bestand. Hier wordt in het land (en ook in het Waddenmodel) zeer verschillend mee om gegaan. Ook in Noord Groningen wordt het "oude" bestand niet (meer) gemonitord. Dat was ooit wel de afspraak en dit moet in het uitvoerdersoverleg Waddenmodel besproken worden. Immers de jongeren zonder startkwalificatie die nu werken zijn kwetsbaar en de jongeren op een zorgtraject zou je wel moeten blijven volgen om te monitoren of zij niet verder in de problemen komen?! Normen effectrapportage Wat is/wordt gezien als een resultaat? Volgens het Ministerie van OCW is het plaatsen op een ander traject dan scholing en of werk geen resultaat die mee telt voor de landelijke norm. Naar onze mening tellen die dan ook als resultaat in het kader van het Waddenmodel. Zie nummer 19. Immers, Werken voor Werk, dan wel andere trajecten ingezet met het CWI en de GSD hebben het doel te leiden tot werk dan wel een combinatie met scholing. In het traject zit vaak ook een "scholingscomponent". Bijvoorbeeld sollicitatietraining e.d. De medewerkers hebben ten aanzien van de nummers 23, 24, 25, 26, 27 en nummer 28 werk verzet om deze jongeren te begeleiden. Echter ze zijn wel onderdeel van de resultaten van het Waddenmodel. Ten aanzien van het nr. 33 kan gesteld worden dat het aantal in de caseload een stuk lager is dan vorig jaar. Zie verder bijlage I voor een toelichting per onderdeel.
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
19/37
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
20/37
Hoofdstuk 4 Resultaten 2006- 2007 RMC trajectbegeleiding In dit hoofdstuk zijn de kerncijfers opgenomen van de resultaten RMC trajectbegeleiding. Na melding van een schoolverlater bij de RMC contactgemeente Delfzijl wordt deze doorgemeld naar de woongemeente van de jongere. De leerplichtambtenaar screent de jongere en indien er sprake is van een jongere zonder startkwalificatie wordt deze aangeschreven dan wel opgeroepen. Indien een jongere na 3 tot 5 gesprekken niet te herplaatsen is dan wel een ingewikkelde en complexe achtergrond heeft kan, via de RMC contactgemeente Delfzijl, de RMC trajectbegeleiding ingeschakeld worden. De RMC trajectbegeleiding neemt de jongere onder haar/zijn hoede en zoekt samen met de ketenpartners (leerplicht, CWI, UWV of gemeentelijke sociale diensten) een passend traject voor de jongere. Aantal jongeren aangemeld en herplaatst door RMC trajectbegeleiding Schooljaar 2004-2005 2005-2006 2006-2007 Percentage Naar opleiding 95 101 63 48.4% Naar werk 34 44 42 32.4% Overig/loopt nog/verhuisd 41 51 25 19.2% Totaal 170 196 130 100%
Totaal aantal uitgevoerde trajecten door RMC trajectbegeleiders Opgesplitst per gemeente en per schooljaar. Schooljaar 2002-2003 2003-2004 Appingedam 31 40 Bedum 9 12 De Marne 21 20 Delfzijl 23 41 Eemsmond 26 25 Loppersum 9 10 Ten Boer 9 4 Winsum 13 8 141 160
2004-2005 29 3 20 68 20 1 2 27 170
2005-2006 2006-2007 Percentage 28 22 16% 4 1 0,8% 47 7 5% 40 54 42% 24 11 9% 9 17 13% 3 1 1% 41 17 13% 196 130 100%
4.1 Nieuwe systematiek berekening inzet en bekostiging RMC trajectbegeleiding 2007 Vanaf 2007 dragen de gemeenten financieel NIET meer bij aan de RMC trajectbegeleiding. Dit vanwege het feit dat de rijksbijdrage van het RMC voor RMC trajectbegeleiding is verhoogd met € 100.000. Wel hebben de gemeenten aangegeven om de aantallen aangeleverd bij de RMC trajectbegeleiding te monitoren. Voor 2007 is door de RMC contactgemeente Delfzijl in samenwerking met de gemeenten een andere systematiek voorgesteld voor de inzet RMC trajectbegeleiding. Uiteindelijk is besloten op basis van de wisselende aantallen, de beschikbare capaciteit RMC trajectbegeleiding en leerplicht dit niet door te voeren. Wel is aangegeven de aantallen per drie maanden bij te houden en de berekende aantallen per gemeenten als gemiddelde te nemen. Het aantal meldingen bij de RMC contactgemeente Delfzijl voor RMC trajectbegeleiding neemt voor het eerst af over de afgelopen jaren. Daarnaast neemt het aantal langdurige trajecten waarbij sprake is van complexe problematiek toe.
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
21/37
4.2 Totalen jongeren in bestand RMC en inzet RMC trajectbegeleiding In onderstaande het totaal aantal jongeren dat na 3 tot 5 gesprekken is doorgeleid naar de RMC trajectbegeleiding. Schooljaar 2005 - 2006
Appingedam Bedum De Marne Delfzijl Eemsmond Loppersum Ten Boer Winsum
Totaal bestand RMC 68 13% 30 6% 66 12% 167 31% 86 16% 43 8% 11 2% 62 12% 533 100%
Totaal uitgevoerd door RMC-trajectbegeleiding 28 4 47 40 24 9 3 41 196
14% 2% 24% 20% 12% 5% 2% 21% 100%
Totaal Uitgevoerd door leerplichtambtenaar 40 26 19 127 62 34 8 21 337
41% 13% 71% 24% 28% 21% 27% 66%
Schooljaar 2006 - 2007
Appingedam Bedum De Marne Delfzijl Eemsmond Loppersum Ten Boer Winsum
Totaal bestand Totaal bestand RMC-traject begeleiding RMC 56 12% 22 23 5% 1 70 15% 7 194 40% 54 47 10% 11 35 7% 17 4 1% 1 51 11% 17 480 100% 130
Totaal RMC versus trajectbegeleiding 17% 1% 5% 42% 8% 13% 1% 13% 100%
34 22 63 130 38 18 3 34 350
39% 3% 10% 28% 23% 49% 25% 33%
4.3 Onderscheid trajecten RMC trajectbegeleiding De portefeuillehouders Jeugdbeleid hebben gevraagd om onderscheid te maken naar inzet en duur van trajecten door de RMC trajectbegeleiders. Mede om de inzet per gemeente financieel te kunnen vertalen en meer inzicht te krijgen in de duur en inhoud van de trajecten. Door de Landelijke Vereniging Leerplichtambtenaren (Ingrado) zijn er voor de inzet van de gemeenten opnieuw normen ontwikkeld voor de berekening van capaciteit uitvoering van gemeentelijke taken voor leerplichtigen 4 tot 17 jarigen en uitvoering niet leerplichtigen en voortijdig schoolverlaters 18 t/m 22 jarigen in het kader van de RMC wet. Voor de uitvoering van de RMC coördinatie taken (coördinatie, registratie, melding en regelen verwijzing) krijgt de RMC contactgemeente (Delfzijl) aparte gelden. Daarnaast zijn voor de inzet van de RMC trajectbegeleiding bij de RMC gemeente extra middelen ter beschikking. (zie de begroting) De gemeenten maken, ook gebaseerd op de Ingrado-normen en de eigen opgedane ervaringen, onderscheid in de volgende trajecten. A. Lichte begeleiding (uitgevoerd door de leerplichtambtenaren van de gemeenten) Administratie, bellen naar achtergronden en 1 tot 3 gesprekken. Totaal 4 tot 10 uur. Indien er sprake is van een langer durend traject kan de jongere aangemeld worden voor RMC trajectbegeleiding in samenwerking en afstemming met de leerplichtambtenaren) Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
22/37
B. Middel zware begeleiding (RMC trajectbegeleiding) Administratie, bellen en 3 tot 6 gesprekken. Totaal 10 tot 18 uur. C. Zware begeleiding (RMC trajectbegeleiding) Administratie, bellen, bezoeken school en thuis, begeleiding naar zorg. Totaal 18 tot 24 uur. Indien er sprake is van een langer traject dient de jongere aangemeld te worden voor een zorgtraject. Dit kan zijn geïndiceerde jeugdzorg dan wel maatschappelijk werk. De RMC trajectbegeleiders zijn geen hulpverleners. Wel wordt de jongere en het traject teruggekoppeld naar de gemeentelijke leerplichtambtenaar. Dit om de jongeren te kunnen blijven volgen. Conclusies landelijk onderzoek Uitkomst van landelijk onderzoek is dat er geen uniforme aanpak en urenverdeling is te benoemen voor de inzet trajectbegeleiding in Nederland. De onderlinge verschillen tussen de gebieden en de beschikbare middelen met name voor de grote steden is te groot. Duidelijk moge zijn dat de resultaatverantwoordelijkheid voor de 4 t/m 22 jarigen, die ligt bij de leerplichtambtenaar in het Waddenmodel, zeer effectief is. Dit geldt ook voor de inzet van de RMC trajectbegeleiding. Immers het Waddenmodel heeft een gemiddelde score van 80% t.o.v landelijk 30%. De leerplichtambtenaar voert voor voortijdig schoolverlaters de lichte begeleiding uit. Indien de leerplichtambtenaar schat dat het meer tijd kost, wordt de RMC trajectbegeleiding ingeschakeld. Deze voeren de middelzware en zware trajecten uit. Het uitgangspunt van het RMC is dat er sprake is van een meervoudige problematiek, indien een traject meer dan 24 uur duurt. Het traject is dan niet alleen gericht op scholing en of werk. Indien er sprake is van een "zorg" traject dient verwijzing en inzet van (jeugd) hulpverlening ingeroepen te worden. Dit betekent ons inziens niet dat het RMC dan wel de gemeenten de jongeren loslaten. Immers het doel m.b.t. startkwalificatie en werk blijft aan de orde.
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
23/37
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
24/37
Hoofdstuk 5 Preventie Onderzoek In dit hoofdstuk besteden we aandacht aan het Preventie Onderzoek dat jongeren met een VMBO diploma begeleidt naar het MBO. Dit project wordt al jaren onder de noemer Kort Screenings Onderzoek “’De Overstap”uitgevoerd in de Provincie Groningen. Het project is dusdanig succesvol dat het Ministerie van OCW besloten heeft eenmalig aan alle RMC gemeenten middelen ter beschikking te stellen om het project in te voeren. Tot vorig jaar werd het Preventie Onderzoek uitgevoerd met middelen van de RMC's, het RSNOG en de MBO scholen instellingen in de provincie Groningen. Het project is in Groningen ontwikkeld omdat bleek dat veel jongeren uit het VMBO die na het behalen van een diploma aangeven verder te leren in het MBO na de vakantie niet aangekomen zijn bij het MBO en tussen wal en schip vallen. Ook melden veel jongeren zich te laat aan bij het MBO en is inschrijving niet meer mogelijk. Belangrijker is dat veel jongeren een verkeerde school- en beroepskeuze maken en zij al na enkele maanden het MBO verlaten. Dit schooljaar is het project uitgevoerd door de RMC trajectbegeleiders in nauwe samenwerking met de decanen van de scholen en de begeleiders van de Cursistendienstverlening van de MBO's. 5.1 Wat is het Preventie Onderzoek? Kort en goed komt het project neer op de volgende stappen. Alle jongeren vullen via de decanen van de VMBO scholen een keuze in. Jongeren die een "risico" keuze maken en of nog geen keuze maken worden actief begeleid door de RMC trajectbegeleiders en de decanen om dit alsnog te doen. Jongeren die willen werken en leren worden aangemeld bij het CWI en worden begeleid om een baan te vinden. Jongeren die een verkeerde keuze maken idem. Hen wordt duidelijk gemaakt dat de opleiding die zij kiezen voor hen een verkeerde keuze dan wel niet arbeidsmarkt relevant is. Na het behalen van het diploma VMBO worden de inschrijvingen gecontroleerd bij het MBO. Jongeren die nog niet ingeschreven zijn worden alsnog opgeroepen in de zomervakantie door het RMC dan wel het MBO. Na de zomervakantie volgt opnieuw een check. 5.2 Uitkomsten Preventieonderzoek Risicofactor 2005 2006 2007 BBL (MBO) zonder BPV plaats 31 12 46 Geen opleiding 16 10 13 Geen keuze 15 8 19 Wachtlijst intake ed. 9 20 9 Onduidelijke bestemming 21 4 25 Werken zonder scholing 1 2 2 Totaal 93 56 114 Totaal gediplomeerden VMBO 726 Het aantal diplomakaarten van gediplomeerden was 726. In totaal 114 risicojongeren. Dit is 15% Resultaten schooljaar 2006 2007 Overige BPV plek gevonden bij opleiding Gaat BOL (volletijd MBO) doen i.p.v. BBL (werken en leren) Geen BPV plek wel ingeschreven BBL Heeft zich alsnog aangemeld voor een opleiding Is aangenomen in uniformberoep Gaat werken zonder startkwalificatie Totaal Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
4 34 17 2 52 3 2 114 25/37
Het aantal jongeren met een "risico overstap" is niet gedaald. Het is zelfs toegenomen. Oorzaak is dat de RMC trajectbegeleiders vanuit hun expertise de diplomakaarten zelf nogmaals gescreend hebben. Het aantal risicojongeren is met name gestegen vanwege het feit dat niet bekend was bij welke MBO instelling de jongeren zich ingeschreven had. Ook de aanmeldingen voor een BBL-opleiding zijn zeer nauwkeurig bekeken. Dit omdat bekend is dat deze jongeren moeilijk zelfstandig een werkplek vinden. Het is echter niet zo dat de RMC trajectbegeleiders het werk van de decanen hebben overgedaan. De extra risicojongeren zijn terug gemeld aan de decanen. Zij hebben in eerste instantie opnieuw met de jongere en eventueel de ouders gesproken. Ook zijn jongeren eerder aangemeld bij het CWI om een betaalde werkplek te vinden. Dit is uitermate succesvol geweest. Komend schooljaar zullen de contacten tussen de decanen, de RMC trajectbegeleiders en de CWI consulenten eerder gelegd worden.
Risicofactoren
2% 0% 22% 40% 8% 17%
bbl zonder bpv plaats geen opleiding geen keuze wachtlijst intake e.d. onduidelijke bestemming werken zonder scholing
11%
Resultaat overige 3%2%4% bpv plek gevonden bij opleiding 29%
gaat bol ipv bbl volgen geen bpv plek wel ingeschreven bbl
45%
heeft zich alsnog aangemeld voor opleiding 15% 2%
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
is aangenomen in uniformberoep gaat werken zonder startkwalificatie
26/37
Toelichting risicofactoren Het is opvallend dat een groot aantal jongeren kiest voor leren en werken (duaal leren) en nog geen baan heeft. Dit is een belangrijk risico. De inzet van het CWI is hierbij zoals eerder gemeld zeer waardevol geweest. Het aantal jongeren dat nog geen keuze heeft gemaakt na het behalen van het VMBO diploma is veel te hoog. Na controle bleek dat veel jongeren een onduidelijke keuze opgeven op het formulier. De ingevulde opleidingen kloppen niet. De decanen dienen hier beter op te letten. Eigenlijk zijn de risicofactoren niet veranderd de afgelopen jaren maar ze komen steeds terug. Na interventie blijkt het grootste gedeelte alsnog geplaatst dan wel herplaatst te worden. Het onderwijs dient hier een kwaliteitsslag te maken. Verder zal het RMC Noord Groningen het komende jaar ook de jongeren die uitstromen uit het HAVO onderwijs volgen in de vakantie. Daarnaast willen wij nadrukkelijk aandacht blijven besteden aan de doelgroep PraktijkOnderwijs en monitoren of zij wel een werkplek dan wel vervolgopleiding hebben. Wij zijn van mening dat met name de uitstroom VMBO BBL gevolgd moet worden ook al zijn zij niet aangemerkt als risico overstapper. Hierbij is belangrijk dat voor deze doelgroep de dossiers van de jongeren overgedragen worden aan het MBO. Dit moet natuurlijk in overleg met de jongeren en de ouders. Het zal bijdragen aan een betere school- en beroepskeuze en begeleiding in het MBO. Dit omdat er meer achtergrondinformatie over de jongeren bekend is in het MBO. Zowel op sociaal/emotioneel gebied als wat betreft kennis. Resultaten Zoals duidelijk blijkt uit het overzicht zijn de resultaten zeer goed. Het Ministerie heeft op basis van de BRON bestanden de uit- en instroom vergeleken. Het RMC Noord Groningen heeft van de overstappers 114 risicojongeren aangemerkt. Na controle door het Ministerie bleken 3 jongeren niet opgemerkt te zijn. Deze worden, via de gemeenten, alsnog benaderd. De uitslag is nog niet bekend. Een dergelijk resultaat is een compliment waard voor de RMC trajectbegeleiders en de betrokken decanen en andere medewerkers. Aanpak komend schooljaar Dezelfde werkwijze zal gehanteerd worden. De scholen worden tijdig geïnformeerd. De scholen kunnen en moeten nog meer gebruik maken van de expertise van het CWI en het RMC. De voorlichting worden georganiseerd op locatie van de scholen of de BVG gebouwen. De niet risicojongeren worden direct na de vakantie gecontroleerd. Ook de PraktijkOnderwijs en de Havo-uitstroom wordt meegenomen. Daarnaast zal in maart 2008 een controle plaatsvinden op het aantal herplaatste risicojongeren of deze mogelijk alsnog stoppen met de MBO-opleiding.
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
27/37
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
28/37
Hoofdstuk 6 Ontwikkeling Jeugdwerkloosheid landelijk versus Waddenmodel 40%
20%
Pr ov
in
W in su m
Lo pp er su m
Ee m sm on d
ijl fz D el
ar ne M de
B ed um
A pp in ge da m
en ng ni dG ro
ci
e
C W
-20%
N oo r
IL
an
de
lij k
G ro ni ng en
0%
-40%
-60%
-80%
2005 2006 2007 tot en met okt.
-100%
De jeugdwerkloosheid daalt niet verder bij de meeste gemeenten. Overwegend doen de gemeenten het goed t.o.v. de provincie Groningen en het landelijk gemiddelde. In de cijfers van het CWI is niet te herleiden of de ingeschreven jongeren wel of niet een uitkering hebben. Voor het komende jaar streven wij er naar om dit in beeld te brengen. Welke jongeren ingeschreven bij het CWI hebben een uitkering en welke staan ingeschreven als "positieverbeteraar"? Volgend schooljaar willen wij beter zicht hebben op bovenstaande gegevens en nadrukkelijker kunnen duiden waar met name de groei van de jeugdwerkloosheid door veroorzaakt wordt. Het is opvallend dat een aantal gemeenten een sterke stijging van de jeugdwerkloosheid heeft, die vooreerst niet helder te verklaren is. De Jeugdwerkloosheid is landelijk sterk afgenomen. De gemeenten in Noord Groningen doen het t.o.v. de Provincie Groningen goed. Landelijk daalt de jeugdwerkloosheid sterker.
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
29/37
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
30/37
Hoofdstuk 7 Concept Conclusies en aanbevelingen 2006–2007 De conclusies en aanbevelingen zijn gerelateerd aan de wettelijke kerntaken van de RMC wet 2001. Deze zijn: 1. Preventie 2. Registratie en Administratie 3. Meldingen en Herplaatsingen 4. Netwerken 5. Financiën In de conclusies en aanbeveling is ook de verantwoording over de geplande uitvoerende- en beleidsactiviteiten vanuit het werkplan 2007 meegenomen Ad 1 Preventie Gezien het feit dat het aantal gemelde schoolverlaters daalt en dat de jeugdwerkloosheid in Noord Groningen afneemt, mede gezien het economische tij, kan voorzichtig gesteld worden dat de preventieve aanpak zijn vruchten afwerpt. 1.a Kort ScreeningsOnderzoek (KSO) Gesteld kan worden dat de uitvoering van het Kort Screenings Onderzoek (KSO) in de zomer (waarbij alle jongeren met een diploma VMBO gevolgd worden naar het MBO) niet minder risicoleerlingen heeft opgeleverd. Schooljaar was nog 2004–2005 was het 10% van de gediplomeerde VMBO'ers een risico en het schooljaar 2005–2006 was dat gedaald tot 5%. Dit schooljaar 2006–2007 was het 15% procent. Het is voor het eerst dat de RMC trajectbegeleiders het (KSO) Preventie Onderzoek hebben uitgevoerd. Nieuw aan de huidige aanpak is dat de trajectbegeleiders zelf ook risicoleerlingen hebben gescoord op de diplomakaarten die door de scholen zijn aangeleverd. Vervolgens zijn zij met decanen aan het werk gegaan. Die hebben opnieuw gesprekken met deze leerlingen gevoerd. Dit heeft uitstekend gewerkt. Ook zijn leerlingen samen met de decanen doorverwezen naar de BVG gebouwen. Daar zijn zij opgevangen door CWI medewerkers en uitgebreid geïnformeerd over de arbeidsmarkt situatie in het Noorden en de mogelijkheden voor duaal leren. Ook deze nieuwe aanpak heeft zeer goede resultaten gehad. Leerlingen hebben opnieuw een betere school- en beroepskeuze gemaakt en meer leerlingen zijn verwezen naar een baan inclusief een opleiding. Voor herhaling vatbaar volgend jaar maar de afspraken dienen wel eerder tot stand te komen. Eind 2007 en begin 2008 zijn de eerste afspraken met de scholen gemaakt om het aantal risicojongeren te verminderen. 1.b Rapportages verzuim, schoolverlaten en effecten preventie-units (ZAT's) Met het bestuur van de Stichting Samenwerkingsverband VO –SVO Noord- en Oost-Groningen (RSNOG) is vorig schooljaar afgesproken dat de rapportage over de effectiviteit van deze afspraken gerapporteerd wordt in december 2007. Ook dit jaar is dit niet gelukt omdat de scholen te laat de gevraagde informatie aangeleverd hebben en de rapportage pas in maart 2008 beschikbaar is. Dit is jammer omdat deze rapportage opnieuw niet meegenomen kon worden in deze RMC jaarrapportage. Daarnaast blijft het een probleem de ROC's en het AOC te overtuigen dat zij verplicht zijn (partieel) leerplichtige leerlingen die verzuimen en spijbelen te melden bij de leerplichtambtenaar van de gemeenten en de ouders van de leerlingen. Het is onze overtuiging dat dit het voortijdig schoolverlaten zeker zou verminderen. Nu kunnen de leerplichtambtenaren pas zeer laat in actie komen.
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
31/37
1.c Tussentijdse instroom Tot vorig jaar hanteerde het MBO op 1 oktober een teldatum voor alle aanwezige jongeren. Na deze peildatum vindt er door het Ministerie van OCW geen bekostiging meer plaats. Ondanks het feit dat het MBO een flexibele instroom kent wordt dit niet overal gehanteerd. Dit betekende dat veel jongeren meer dan een half jaar moesten wachten op een vervolgopleiding. In 2008 wordt op 1 februari nog een teldatum gehanteerd. Wij zijn van mening dat dit zal leiden tot minder uitval. Aanbevelingen - Verdere professionalisering van de decanen; - Eerder starten met school- en beroepskeuze; - Met name aandacht voor BeroepsBegeleidendeLeerweg VMBO leerlingen. Hebben grootste risico op uitval in het MBO; - Deelname VMBO decanen aan voorlichtingsdagen CWI; - Specifiek in beeld brengen uitstroom PraktijkOnderwijs en uitstroom HAVO 3, 4 en 5 zonder diploma; - Het maken van nieuwe afspraken met de scholen in het gebied om de afgesproken registraties en uitwisseling van gegevens rond verzuim, voortijdig school-verlaten en ZAT's tijdig aan te leveren; - De preventieve acties dienen verder ontwikkeld te worden in relatie met de convenanten VSV en het actieplan VSV; - MBO dient eerder verzuim en spijbelen te melden bij de leerplichtambtenaren. Besluit bestuurlijk overleg Geen
Ad 2 Registratie en Administratie De verantwoordelijkheid voor een juiste leerplicht- en RMC administratie ligt in eerste instantie (wettelijk en volgens de afspraken Waddenmodel) bij de gemeenten. In het kader van het project Jongmonitor is hier veel aandacht aan besteed. Niet bij alle gemeenten is deze leerplicht- en RMC administratie in orde. Ook de administratie van de RMC contactgemeente Delfzijl kan nog nauwkeuriger. Met het CWI is overeengekomen om in 2008 alle jongeren te vragen naar een kopie van het diploma. Dit zal de administratieve last van het RMC en de gemeenten verminderen. De bestanden van de ROC's zijn minder vervuild. De aanlevering van de gegevens gaat sneller en beter. Dit omdat met name het Noorderpoortcollege en het Alfa-college een informatiepunt hebben ingevuld. Echter binnen de units is nog niet doorgedrongen dat de leerplichtwet en de kwalificatieplicht ook op het MBO van toepassing is. Hieraan dient ook bestuurlijk aandacht besteed te worden. Bij voorkeur provinciale afspraken om onduidelijkheid te voorkomen tussen de drie RMC’s, gemeenten en scholen. Tijdens het leerplichtambtenarenoverleg van 22 januari 2007 is het verwerken van administratieve gegevens aan de orde geweest. Afgesproken is dat er een helder overzicht komt van alle initiatieven en projecten op dit gebied. Dit is in maart/april 2008 klaar. Daarnaast zal per onderdeel bekeken worden welke acties ondernomen worden. Hierbij worden ook de acties voor de gemeenten zelf opgenomen. Ook hier ontbreekt het in sommige gevallen, volgens de gemeenten zelf, aan kennis en is er onvoldoende capaciteit om de bestanden te verwerken.
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
32/37
Overigens moet hierbij als laatste nog opgemerkt worden dat het registreren en administreren veel tijd en energie kosten. De aantallen zijn echter niet zo groot dat ze niet handmatig verwerkt kunnen worden. Ten onrechte wordt nog wel eens gedacht, niet alleen in onze regio, dat het leerlingnummer en automatisering alle problemen op zullen lossen. Daarbij kan gesteld worden dat gezien het resultaat van het Waddenmodel de jongeren voor een groot deel sluitend geregistreerd en aangepakt worden. Het geheel blijft kwetsbaar. Met name wat betreft de leerplichtadministratie en bij vervanging en ziekte van de leerplichtambtenaren. Ook is de leerplichtfunctie op dit moment te versnipperd. Jongeren met startkwalificatie De afspraak in het Waddenmodel is dat het RMC contactgemeente Delfzijl per kwartaal rapporteert over de jongeren zonder startkwalificatie, gebaseerd op de leerplichtadministraties van de gemeenten. De Sociale Diensten rapporteren over de jongeren met startkwalificatie. Wie werkt en wie werkt niet. De laatste jaren is dit door een aantal oorzaken niet tot stand gekomen. De vraag aan de gemeenten ligt voor of deze rapportage alsnog weer opgepakt moet worden. Gezien het beperkt aantal jongeren is dit in 2007 niet goed van de grond gekomen. Gezocht wordt naar een subregionale oplossing m.b.t. een vertegenwoordiger van de sociale diensten. Aanbevelingen - De gemeenten en het RMC contactgemeente Delfzijl dienen er intern op toe te zien dat de registratie en administratie nog verder worden verbeterd; - De gemeenten dienen opnieuw bestuurlijke afspraken te maken met de VO-scholen, de ROC's en AOC; - De gemaakte afspraken met het OM en de Reclassering moeten worden bewaakt en verder uitgewerkt; - Neem in de kwartaalrapportage van het Waddenmodel RMC Noord Groningen ook de resultaten m.b.t. de jongeren met startkwalificatie op. Besluit bestuurlijk overleg Geen. Ad 3 Meldingen en Herplaatsingen Zoals uit de rapportage blijkt neemt het aantal gemelde schoolverlaters bij het Waddenmodel af. Ook neemt het aantal meldingen door de scholen toe en van het CWI af. Dit is een positieve ontwikkeling die verder doorgezet moet worden. Duidelijk moge zijn dat de preventieve acties blijkbaar effect hebben. In toenemende mate wordt door de uitvoerders geconstateerd dat de problematiek zwaarder wordt. Het aantal moeilijke gevallen dat aangemeld wordt bij de RMC trajectbegeleiders neemt ook toe. Het komende jaar worden vanuit het Waddenmodel verdere acties ondernomen om met de politie, jeugdhulpverlening, jeugdreclassering en jeugdzorg afspraken te maken ter verbetering van de meldingen. Vanuit de Sociale Diensten, het UWV en de CWI's Winsum en Delfzijl wordt hard gewerkt aan een integrale aanpak van jongeren. Zij ondersteunen nog steeds de doelstelling van het Waddenmodel. De interne afstemming tussen de Sociale Diensten en afdelingen Onderwijs is verbeterd. De resultaten van de gerichte aanpak om jongeren niet in de uitkering te krijgen, te bemiddelen naar een duaal traject en werkgevers gericht en eenduidig te benaderen is succesvol. De jeugdwerkloosheid blijft dalen. Het aantal duale trajecten neemt toe mede dankzij de inzet van het CWI en extra inzet van de Sociale Diensten. De afdelingen Onderwijs van de gemeenten hebben geen dan wel nauwelijks middelen voor het (gedeeltelijk) bekostigen van trajecten Onderwijs en Werk. De leerplichtambtenaar dient hiervoor in overleg te gaan met de afdeling Sociale Zaken. Deze samenwerking verloopt steeds beter en effectiever. Het ministerie van SZW heeft opnieuw aangegeven dat inzet van het Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
33/37
werkdeel van de Sociale Diensten voor jongeren zonder uitkering mag. Ook het UWV, die overigens niet opdracht heeft om te scholen, was tot vorig jaar huiverig om te investeren in scholing. Deze trend is het afgelopen jaar doorbroken en met name voor Wajong-jongeren verbeterd. Aanbevelingen - Het uitvoerderoverleg Waddenmodel verfijnt het opgestelde uitvoerders - werkplan voor 2007. Zij komt met een plan van aanpak om de genoemde instellingen m.b.t. de zorgtrajecten te betrekken bij de doelstelling van het Waddenmodel. Besluiten bestuurlijk overleg Geen.
Ad 4 Netwerken De netwerken met de direct betrokken participanten in het Waddenmodel moeten in 2008 aangetrokken worden. Met name de contacten met de ROC's, het AOC, het Openbaar Ministerie en de zorginstellingen. Besluit bestuurlijk overleg Geen.
Ad 5 Financiën In een apart jaarverslag is de afrekening 2007, de vastgestelde begroting 2008 en de begroting 2009 opgesteld ter besluitvorming. Besluit bestuurlijk overleg Zie besluitnotitie portefeuillehoudersoverleg (separaat op te vragen).
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
34/37
Hoofdstuk 8 Overleg en Organisatiestructuur
Bestuurlijk
Beleid
Afstemming
Portefeuillehouders overleg Jeugdbeleid/Onderwijs Regioraad Noord Groningen 4 keer per Waddenmodel kwartaalrapportage Beleids- en Besluitvormend
Overleg beleidsambtenaren Onderwijs Beleidsvoorbereidend Afspraken
Leerplichtambtenarenoverleg Noord Groningen Afstemming Adviserend Afspraken
Overleg RMC Coördinatie(intern) Intern overleg RMC medewerkers Kwartaalrapportages Effectrapportage Registratie etc
Uitvoerdersoverleg Waddenmodel (extern) RMC, leerplichtambt, consulenten sociale dienst, CWI consulenten Adviserend Ontwikkeling Afspraken
Casuïstiek Preventieunits Zorgcoördinator(en) scholen Consulenten GGD, GGz-jeugd (JONX) en Bureau Jeugdzorg Leerplichtambtenaar (Politie) RMC trajectbegeleider (op afroep door leerplichtambtenaar)
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
Afstemmingsoverleg Waddenmodel (extern) Caseload overleg jongeren RMC coördinator (RMC trajectbegeleider(s)) CWI
35/37
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
36/37
Bijlage I
Lijst met afkortingen
AOC AWBZ BVG BOL BBL ESF
Agrarische Opleidings Centra (in onze regio AOC Terra Winsum en Groningen) Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten BedrijfsVerzamelGebouw Beroeps Opleidende Leerweg – MBO Beroeps Begeleidende Leerweg - MBO Europees Sociale Fonds
GGD GGz GSD MBO MKB MLK LPA OCW OM
Gemeentelijke Gezondheids Dienst Geestelijke Gezondheids Zorg Gemeentelijke Sociale Dienst Middelbaar Beroeps Onderwijs Midden en Klein Bedrijf Moeilijk Lerende Kinderen LeerPlichtAmbtenaar Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Openbaar Ministerie
PCW PGB PO PrO
Platform Complementair Werken Persoons Gebonden Budget Primair Onderwijs PraktijkOnderwijs
REA REC
ROC
Wet op de (Re)integratie Arbeidsgehandicapten Regionaal Expertise Centra (doof, blind, gehandicapt en moeilijk opvoedbaar) Regionaal Expertisecentrum Noord Nederland (indicatie en begeleiding REC) Regionaal Meld- en Coördinatiepunten voor voortijdige schoolverlaters Regionaal Opleidings Centra
SO SVO SW SZW
Speciaal Onderwijs Speciaal Voortgezet Onderwijs Sociale Werkvoorziening Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
UMCG UWV
Universitair Medisch Centrum Groningen (Ziekenhuis) Uitvoering Werknemers Verzekeringen
VMBO VO VO Raad
Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs Voortgezet Onderwijs Raad voor Voortgezet Onderwijs
Wajong WAO Wmo WSW WWB
Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wet Sociale Werkvoorziening Wet Werk en Bijstand
RENN RMC's
Waddenmodel RMC Noord Groningen Jaarrapportage schooljaar 2006- 2007
37/37