JAARVERSLAG LEERPLICHT/ RMC SCHOOLJAAR 2008-2009
1
INHOUDSOPGAVE
Voorwoord
pag. 3
Inleiding
pag. 4-5
Samenvatting
pag. 6
Hoofdstuk 1. Algemeen 1.1. Missie 1.2. Visie op voortijdig schoolverlaten en schoolverzuim 1.3. Wijkactieplan Rivierenwijk 1.4. Aantallen leerplichtigen gemeente Deventer
pag. 7 pag. 7 pag. 7-8 pag. 9
Hoofdstuk 2. Team Leerplicht/ RMC 2.1. Klantmanagement 2.2. Formatie 2.3. Integrale taakuitvoering
pag. 10 pag. 10 pag. 11
Hoofdstuk 3. Registratie en monitoring 3.1. Doel 3.2. Voortijdig schoolverlaten zonder startkwalificatie
pag. 12 pag. 12-13
Hoofdstuk 4. Handhaven en ingrijpen 4.1. Doel 4.2. Soorten verzuim 4.3. Maatregelen 4.4. Overige taken
pag. 14 pag. 14-16 pag. 16 pag. 16-18
Hoofdstuk 5. Vroegtijdig signaleren 5.1. Doel 5.2. Ontwikkelingen
pag. 19 pag. 19-20
Hoofdstuk 6. Motiveren van ouders en jongeren 6.1. Doel 6.2. Gesprekken
pag. 21 pag. 21
Hoofdstuk 7. Activiteiten en ontwikkelingen 2006-2007
pag. 22-24
2
VOORWOORD Voor u ligt het jaarverslag Leerplicht/ RMC over het schooljaar 2008-2009. In de Leerplichtwet is in artikel 25 bepaald dat burgemeester en wethouders jaarlijks verslag uitbrengen aan de gemeenteraad over het gevoerde leerplichtbeleid. Het doet ons genoegen met u de resultaten te delen die het afgelopen schooljaar zijn geboekt. Zo is het aantal voortijdig schoolverlaters fors gereduceerd, is er veel aandacht geweest vanuit het team leerplicht/rmc voor preventieve meldingen uit het onderwijs en zijn er allerlei activiteiten ontplooid voor voortijdig schoolverlaters in de Rivierenwijk. In dit verslag is de omvang van het verzuim, het voortijdig schoolverlaten en de behaalde resultaten van de bemiddelingen door de leerplicht/ RMC medewerkers in beeld gebracht. Tevens informeert het u over de activiteiten die het team Leerplicht/ RMC tijdens dit schooljaar heeft uitgevoerd en over de plannen voor het nieuwe schooljaar. Met dit verslag willen wij niet alleen aan de wettelijke taken voldoen maar ook aan alle betrokkenen laten zien dat de aanpak van schoolverzuim alsmede het terugdringen van voortijdig schoolverlaten voor de gemeente Deventer prioriteit heeft. Wij hopen u door dit jaarverslag een goed beeld te geven van de werkzaamheden die in het kader van de uitvoering van de Leerplichtwet worden uitgevoerd.
Burgemeester en wethouders van Deventer, de secretaris, de burgemeester,
3
INLEIDING Het schooljaar 2008-2009 was een jaar waarin een aantal belangrijke ontwikkelingen plaatsvond bij de aanpak van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten. In de inleiding volgt een korte beschrijving daarvan nadat eerst een beschrijving wordt gegeven van de taken en verantwoordelijkheden van de gemeente krachtens de leerplichtwet, kwalificatieplicht en RMC-wetgeving. In de volgende hoofdstukken wordt nader ingegaan op de resultaten die het afgelopen schooljaar zijn geboekt. Leerplichtwet, Kwalificatieplicht en RMC-wetgeving De doelstelling van de Leerplichtwet 1969 is het beschermen van het recht op onderwijs voor ieder kind. Zowel voor de Rijksoverheid als voor de gemeente is een strikt toezicht op de leerplichthandhaving één van de voorwaarden om voor elke leerling -een op zijn of haar mogelijkheden en beperkingen toegesneden- onderwijsaanbod te kunnen realiseren. De Leerplichtwet dient als instrument om jongeren in Nederland voor te bereiden op het functioneren in de samenleving. Het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet is opgedragen aan het college van burgemeester en wethouders. Het college mandateert deze taak aan de leerplichtambtenaar. Daarnaast heeft de leerplichtambtenaar rechtstreeks door de wet toegekende bevoegdheden (attributie). Het door de leerplichtambtenaren uitgevoerde toezicht heeft enerzijds het karakter van maatschappelijke zorg, anderzijds dat van justitieel optreden. De leerplichtwet is van toepassing op jongeren van 5 tot 18 jaar. De volledige leerplicht geldt tot 16 jaar. Op deze leeftijd worden leerlingen geacht regulier onderwijs te volgen. Leerplicht handelt in gevallen van verzuim, die door scholen worden gemeld, dan wel door de gemeente wordt geconstateerd. Het gaat hierbij om absoluut verzuim (niet ingeschreven op een school), relatief verzuim (spijbelen) en luxe-verzuim (langer ongeoorloofd verzuim rondom vakantieperiode). Leerlingen hebben na hun 16e nog de kwalificatieplicht tot hun 18e. Oftewel als ze nog geen startkwalificatie hebben, dan moeten ze nog naar school tot hun 18e. De middelen om de leerplichtwet uit te voeren, worden landelijk (niet geoormerkt) toegekend. Zij zitten in het gemeentefonds, die gemeenten van het Rijk ontvangen. Het Rijk stimuleert een regionale aanpak van leerplicht, door bijv. de middelen voor de kwalificatieplicht in de RMC-middelen uit te keren. De RMC-wetgeving geeft gemeenten de taak om voortijdig schoolverlaters te registreren en te zorgen voor teruggeleiding naar school. Nederland is ingedeeld in 39 RMC-regio’s. De Stedendriehoekgemeenten en Olst-Wijhe vormen de RMC-regio Stedendriehoek. Apeldoorn is contactgemeente en daarom namens de andere 7 gemeenten verantwoordelijk voor de wettelijke taken. Nieuwe ambtsinstructie De Leerplichtwet draagt aan het college op een instructie vast te stellen voor de leerplichtambtenaar (art. 16, lid 4). Hierin wordt vermeld hoe de wettelijke taken die de gemeente zijn opgelegd worden uitgevoerd. Ook dient aangegeven te worden hoe overleg wordt gepleegd met de leerplichtambtenaren in de omliggende gemeenten. Tevens wordt aangegeven met welke instanties bij de uitvoering van de taken wordt samengewerkt. Het college heeft onlangs een nieuwe ambtsinstructie vastgesteld. Alle onlangs gewijzigde wetten zijn hierin verwerkt alsmede de werkwijze rondom het verzuimloket. Met wetgeving wordt hier niet alleen op de Leerplichtwet en de onderwijswetten gedoeld, maar ook op de andere relevante wetgeving, zoals de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het Wetboek van Strafrecht en de Wet bescherming persoonsregistratie (Wbp). De in Deventer opgestelde ambtsinstructie heeft als voorbeeld gediend voor de instructie in de Stedendriehoek. Gestreefd wordt om te komen tot uniformering van de aanpak en de werkwijzen van de gemeente in de regio Stedendriehoek. Er is daarom gekozen voor een uitgebreide beschrijving van taken, die in nauwe samenwerking met omliggende gemeenten tot stand is gekomen. Project Aanval op schooluitval Rivierenwijk Er gaat speciale aandacht uit naar de voortijdig schoolverlaters in de Rivierenwijk, de krachtwijk waar het aantal schoolverlaters relatief gezien ongeveer 1,5 maal zo groot is als elders. Van de nietleerplichtige jongeren in de leeftijd van 18 tot 23 jaar hebben in juli 2009, ongeveer 250 jongeren geen
4
startkwalificatie. De ambitie van het college is om deze groep voortijdig schoolverlaters weer met een startkwalificatie toe te leiden naar scholing of werk. Daartoe heeft Deventer geïnvesteerd in het aantrekken van een coördinator en 3 nieuwe trajectbegeleiders. Het afgelopen half jaar zijn diverse ontwikkelingen en vormen van samenwerking in gang gezet, met als doel het in kaart brengen van de groep voortijdig schoolverlaters, deze groep benaderen en hun mogelijkheden met betrekking tot leren, combinatie werken/leren of een ander noodzakelijk traject gezamenlijk vorm te geven. Op pag. 7 wordt nader beschreven welke activiteiten in de Rivierenwijk in gang zijn gezet. Visie en uitvoeringskader voortijdig schoolverlaten Op 8 mei 2008 heeft het college de startnotitie “Voortijdig schoolverlaters: voorkomen is beter dan genezen” vastgesteld. Hiertoe is onderzoek gedaan binnen het ROC en zijn de resultaten besproken met betrokken (onderwijs)instellingen. Het bestaande beleid dient verder ontwikkeld te worden. Dat beleid wordt vormgegeven in het kader van het uitvoeringsplan Schoolverlaters Offensief Stedendriehoek (SOS) en in het kader van het in juni 2008 ondertekende convenant Voortijdig Schoolverlaters 2007-2011 Stedendriehoek. Extra aandacht zal daarnaast uit moeten gaan naar: • Het verder verstevigen van de leerplicht, waarbij deze zorgt voor een meerwaarde t.a.v. het onderwijs. Verder zullen (re)pressiemogelijkheden (o.a. de Wet Investeren in Jongeren) nader worden uitgewerkt; • Het vloeiend laten verlopen van de overgangen, vooral voor de niveau 1 en 2 leerlingen, tussen VMBO en MBO. Dit is door uitvoering van het project De Overstap op initiatief van ROC Aventus tot stand gekomen; • Meer aandacht geven aan het vroegtijdig herkennen van risicoleerlingen en het gericht aandacht geven aan deze leerlingen; • Het realiseren van een sluitende keten rond de risicojongere, inclusief het drempelloos doorgeven van informatie; • Het binnen het reguliere onderwijs weer op traject zetten van de (langdurig) uitgevallen schoolverlaters. De rol van de gemeente varieert daarbij van het zelf goed organiseren (leerplicht), het onder de aandacht brengen bij de rijksoverheid (overdracht dossiers) tot aan het zijn van de doorzettingsmacht (om de benodigde keten tot stand te laten komen).
5
SAMENVATTING In dit verslag wordt beschreven op welke wijze in het schooljaar 2008-2009 in de gemeente Deventer uitvoering is gegeven aan de Leerplichtwet en RMC-uitvoering. Hieronder volgt een korte opsomming van de belangrijkste conclusies uit het Jaarverslag. Daarnaast worden de doelstellingen voor de komende schooljaren benoemd. Cijfermatige conclusies jaarverslag Leerplicht/RMC 2008-2009 • Voortijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie (VSV-ers): In het schooljaar 2008-2009 zijn na controle 187 jongeren geregistreerd als zijnde VSV-er. Dat is sterke daling ten opzichte van het aantal in schooljaar 2007-2008. Een belangrijke reden voor deze daling is het feit dat nu gebruik wordt gemaakt van gegevens uit een andere bron, het Verzuimloket van de IB-Groep. Ook heeft het team extra inspanningen verricht, zoals o.a. via het Project Aanval op de Schooluitval Rivierenwijk. • Signaal verzuim: er is in schooljaar 2008-2009 291 keer melding gemaakt van signaal verzuim. Het merendeel daarvan was afkomstig van het voortgezet onderwijs. Dit is stijging ten opzichte van vorig schooljaar. • Luxe verzuim: in 25 gevallen is melding gemaakt van luxe verzuim. Dit aantal is afgenomen in vergelijking met voorgaand schooljaar. • Absoluut verzuim: er was in schooljaar 2008-2009 in 9 gevallen sprake van absoluut verzuim. • Proces-verbaal: er is 24 keer proces-verbaal opgemaakt in het schooljaar 2008-2009. Het overgaan tot het opmaken van een proces-verbaal is afhankelijk van de zwaarte en de inhoud van een dossier. • Preventief: er zijn 130 meldingen gedaan in een vroegtijdig stadium. Dat geeft een vergelijkbaar beeld met het aantal meldingen dat de voorgaande schooljaren is gedaan. Er is veel, in 235 gevallen, gebruik gemaakt van het BAS-spreekuur (Bewust Aanwezig op School). Dat heeft vooral te maken gehad met een adequate capaciteit waarmee het team Leerplicht/ RMC te maken had in dit schooljaar en waarbij in de grote behoefte bij de schoollocaties in het voortgezet onderwijs kon worden voorzien. • Totaal aantal meldingen: het totaal aantal gemelde leerplichtige jongeren is flink gestegen ten opzichte van vorig schooljaar naar 462 meldingen. Mogelijke reden hiervan is het beter registreren van verzuim en uitval. Het team Leerplicht/RMC heeft nu de beschikking over landelijke IB-groep lijsten. Ook zijn scholen zich meer bewust van hun verantwoordelijkheid tot het melden van verzuim en schooluitval.
Doelstellingen voor komende schooljaren • Het terugdringen van de groep voortijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie met jaarlijks 10% met als doel het behalen van een startkwalificatie. • Het BAS spreekuur structureel houden op de locaties van het Etty Hillesum Lyceum. • Het actief controleren op absoluut verzuim. Door het nieuwe registratiesysteem moet dit sneller uitgevoerd kunnen worden. Wel betekent dit een extra werkdruk voor de leerplichtambtenaar dan wel voor de administratief medewerker. • Aandacht moet blijven voor het tijdig in- en uitschrijven door de scholen. Scholen aanspreken op de meldplicht. Controle van de verzuimregistratie op alle scholen door schoolbezoeken. Scholen aanspreken op de meldplicht zoals omschreven in de Leerplichtwet. • Meer preventief gaan werken door deel te nemen aan Zorgadviesteams van de onderwijsinstellingen. • Het verstevigen van de regionale samenwerking op gebied van leerplicht/ rmc. • Lering trekking uit de ervaringen die worden opgedaan bij het Project Aanval op de Schooluitval Rivierenwijk.
6
HOOFDSTUK 1.
ALGEMEEN
1.1. Missie In het collegeprogramma 2005-2010 is de volgende missie geformuleerd: ‘Het percentage schooluitval kan en moet absoluut omlaag. Wij benadrukken in dit verband de uitvoering van de motie van de raad de schooluitval met 25% terug te dringen. Als in de oorzaken en oplossingen van die uitval belemmeringen liggen en wij kunnen die wegnemen, dan ligt daar onze prioriteit. De ambities van het college zijn helder. Daarnaast is ook in de Leerplichtwet een missie te onderkennen: ‘het waarborgen van het recht op onderwijs, het voorkomen van schooluitval en het streven naar een startkwalificatie voor elke jongere’. Vanuit de Leerplichtwet heeft de gemeente de maatschappelijke zorg voor leerlingen tot en met 17 jaar op zich genomen. Het RMC beleid, dat sinds 2002 een wettelijke taak van de gemeente is, is er op gericht zoveel mogelijk jongeren tot 23 jaar een primaire startbekwaamheid voor de arbeidsmarkt te laten verwerven en daardoor hun kansen op succes in de maatschappij te vergroten. 1.2. Visie op voortijdig schoolverlaten en schoolverzuim Voortijdig schoolverlaten is een complex en weerbarstig probleem. Er zijn oorzaken waar de gemeente wel directe invloed op heeft (bijvoorbeeld door handhaving leerplicht), maar ook zijn er oorzaken waarop de gemeente geen directe invloed kan uitoefenen (bijvoorbeeld stimulerend leerklimaat scholen). De instrumenten die de gemeente inzet, richten zich op de jongere en zijn of haar ouders, het onderwijs(systeem) en de arbeidsmarkt, zonder verantwoordelijkheden over te nemen. Schoolverzuim is in veel gevallen een voorbode van voortijdig schoolverlaten en/of afglijden naar crimineel gedrag. De gemeente Deventer hecht dan ook grote waarde aan een adequate handhaving van de Leerplichtwet. Doel daarbij is, dat het recht op onderwijs voor ieder kind wordt beschermd. Vanuit de gemeente wordt in nauwe samenwerking met werkgevers, relevante (onderwijs)instellingen en organisaties enerzijds ingezet op het voorkomen van het voortijdig schoolverlaten, anderzijds op de daadwerkelijke teruggeleiding. Jongeren en hun ouders, maar ook onderwijsinstellingen zijn de eerst verantwoordelijken voor het voorkomen van voortijdig schoolverlaten (volumebeperking). (Onderwijs)instellingen worden vanuit de regisserende en faciliterende rol die de gemeente heeft, voortdurend aangespoord en ondersteund hun eigen verantwoordelijkheid in deze te nemen. In 2008 heeft het college de notitie “Voortijdig schoolverlaten: voorkomen is beter dan genezen” vastgesteld. De visie luidt als volgt: “Voortijdig schoolverlaten vergroot het risico op werkloosheid, verspilling van talent en arbeidskracht en criminaliteit. Zaken die slecht zijn voor jongeren, hun ouders, omgeving en de maatschappij. Waar mogelijk dient te worden voorkomen dat jongeren zonder een startkwalificatie de schoolbanken verlaten. Om dat te bereiken zijn maatregelen nodig die zich richten op: aanpakken bij de bron, soepele overgangen tussen schooltypen, het bij de les houden van leerlingen en de praktijk als leermeester. Ofwel: voorkomen is beter dan genezen!” 1.3 Project Aanval op Schooluitval Rivierenwijk Via het project Aanval op de Schooluitval Rivierenwijk wil de gemeente een extra impuls geven aan de oplossing van de dominante problematiek van voortijdig schoolverlaten in de Rivierenwijk. Voor de jongeren die de school (dreigen) te verlaten, wordt trajectbegeleiding ingezet. De volgende activiteiten zijn eind 2008 van start gegaan. Het operationeel maken van de Geulstraat 33 Medio maart 2009 is dit pand in gebruik genomen en van hieruit begeleiden de trajectbegeleiders de jongeren. Door midden in de wijk te zitten zijn jongeren en hun ouders/verzorgers makkelijker bereikbaar, de trajectbegeleiders goed benaderbaar en dus is deze wijklocatie laagdrempelig. Werving en begeleiding doelgroep De namen van de voortijdig schoolverlaters in de rivierenwijk zijn verdeeld onder de trajectbegeleiders (TB). Zij nodigen de jongeren schriftelijk uit. Veelal wordt niet gereageerd op de uitnodiging. Een brief met eenvoudig taalgebruik zonder moeilijke termen is gebruikt. Er zijn gekleurde enveloppen gebruikt, zonder logo van de gemeente, in de hoop dat de brief niet bij het oud papier belandt. Als de jongeren niet te bereiken zijn na diverse keren uitgenodigd te zijn, op bezoek te zijn geweest, wordt de kwartiermaker ingezet. Hij bezoekt de gezinnen/jongeren buiten reguliere uren, spreekt ze op straat aan en motiveert de jongere door nog eens uit te leggen dat de TB hulp wil bieden en een luisterend oor heeft voor wat de
7
-
-
-
-
jongeren zouden willen en kunnen op het gebied van leren en werken. Deze aanpak heeft effect. Maar geduld hierbij is noodzakelijk, het kost tijd om in gesprek te komen. Er is een grote wisselwerking tussen de trajectbegeleider en de kwartiermaker. Werkprocessen zijn ontwikkeld en gedeeld met samenwerkingspartners Er zijn werkprocessen beschreven en gedeeld met belangrijke samenwerkingspartners. Het betreffen de werkprocessen die zowel preventief gericht zijn als de werkprocessen richting de doelgroep 18-23-jarigen zonder startkwalificaties. De werkprocessen geven de stappen aan die de medewerkers van het project Aanval op schooluitval zetten om, in afstemming met deze partners, schooluitval zo snel mogelijk te signaleren en te voorkomen als ook de stappen die zij in samenwerking met samenwerkingspartners zetten om jongeren terug te leiden naar scholing of werk. De volgende samenwerkingspartners zijn geïnformeerd en betrokken bij de toekomstige werkwijze: het ROC, de zorgcoördinatoren van Het Slatink, Het Stormink, De Keurkamp, de basisscholen en het jongerenwerk vanuit Don Bosco en Raster (Colors) en vanuit de gemeente Deventer de RMC-medewerkers. Door het betrekken van alle RMC-trajectbegeleiders wordt er binnen de gemeente een start gemaakt met een doorlopende lijn in het voorkomen en de aanpak van schooluitval. De kern in de werkwijze is dat er zo vroeg mogelijk actie wordt ondernomen in zowel preventieve als curatieve zin. Samenwerking ROC In mei 2009 is er een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met het ROC Aventus. Deze samenwerkingsovereenkomst betreft een tweetal zaken. Allereerst is er door het ROC in opdracht van de gemeente Deventer een gids/poortwachter aangesteld die in nauwe afstemming met de trajectbegeleiders van het Project Aanval op schooluitval een mogelijk aanbod binnen het ROC zoekt, ontwikkeld en bewaakt. De inzet van deze functie is om binnen het ROC het juiste persoongerichte aanbod te vinden, te organiseren in het kader van de trajectbegeleiding van voortijdige schoolverlaters. Ook is er een overeenkomst afgesloten voor de inzet van een switchklas binnen het ROC. De switchklas is een flexibele vorm van onderwijs van het ROC en is bedoeld om de voorbereiding op een terugkeer in het onderwijs of werk voor te bereiden of te ondersteunen. De bedoeling is dat hier activiteiten worden aangeboden die zeer nauw aansluiten bij de trajectplanning van de jongeren. Het aanbod kan dan ook zeer divers van aard zijn, zoals assessment, modules op het gebied van kennis, vaardigheden op competenties. Deze ontwikkelingen moeten in de loop van het jaar verder vorm krijgen op basis van praktijkervaringen. Beide opdrachten lopen in principe tot 31 december 2009 en worden tussentijds gemonitord waarbij de resultaten als basis gaan dienen voor een vervolgopdracht in 2010. Opzet huiswerkbegeleiding De gemeente Deventer heeft per 1 juli een contract afgesloten met de basisscholen en Het Stormink inzake huiswerkbegeleiding. De drie scholen gaan in het kader van een verlengde schooldag dit aanbod organiseren naar de doelgroepen leerlingen uit de Rivierenwijk. In de overeenkomst is duidelijk aanacht voor een vroegtijdige signalering van mogelijk verzuim of uitval. Deze signalen worden weggelegd bij de coördinator van het Project Aanval op schooluitval die zorg draagt voor een passend aanpak vanuit RMC/.Leerplicht/Aanval op schooluitval. Met Raster is op dit moment overleg om aansluitend op hun aanbod huiswerkbegeleiding (Colors) aanvullende ondersteuningsstructuren te ontwikkelen (mentoring, ouderbetrokkenheid). Met name worden de ervaringen van de drie scholen gebruikt om tot een dergelijke invulling te komen. Deskundigheidsontwikkeling Het afgelopen halfjaar is er veel geïnvesteerd in de deskundigheidsontwikkeling van de professionals betrokken bij de aanval op schooluitval. Voor de medewerkers van RMC/leerplicht en Project Aanval op schooluitval en externe partners zijn de volgende modules aangeboden. Intervisie, en casusbesprekingen, motiverende begeleiden,
8
verslavingsproblematiek. Dit aanbod wordt in het najaar 2009 voortgezet en wordt ingericht op basis van behoeften bij werkers of projectleiding. Vanuit de deskundigheidsbevordering is tevens een traject in gang gezet voor de trajectbegeleiders RMC om een intake- en rapportagemodel te ontwikkelen. Resultaat hiervan op dit moment is een intake- en rapportagemodel dat nu gebruikt wordt en mogelijk nog een bijstelling ondergaat in de komende weken. 1.4. Aantallen (leerplichtige) leerlingen gemeente Deventer De Leerplichtwet is van toepassing op leerlingen vanaf 5 jaar. De volledige leerplicht (5 dagen per week) begint op de eerste dag van de maand nadat de leeftijd van 5 jaar is bereikt en eindigt aan het einde van het schooljaar waarin de jongere 16 jaar wordt. De gemeente draagt krachtens de Leerplichtwet en de Kwalificatieplicht de zorg voor alle jongeren in de leeftijd van 5 tot 23 jaar die in Deventer wonen. Op 1 januari 2008 woonden 23.494 in de gemeente Deventer in deze leeftijdscategorie. In de gemeente Deventer zijn 33 basisscholen gevestigd. Het totaal aantal leerlingen in het basisonderwijs per 1 januari 2008 is 9400. In het voortgezet onderwijs zitten per 1 oktober 2008 7.718 leerlingen. In het speciaal onderwijs zitten 448 leerlingen. Het aantal leerlingen dat een MBO-opleiding volgt aan het ROC bedraagt per 1 oktober 2008 in totaal 3.475 leerlingen.
9
HOOFDSTUK 2.
Team Leerplicht/ RMC
2.1. Klantmanagement Juni 2009 is de geactualiseerde ambtsinstructie door het college vastgesteld. Deze ambtsinstructie bevat de uitgangspunten voor de uitvoering van de integrale functie leerplicht/kwalificatieplicht/RMC. Met de diverse ketenpartners (o.a. basisscholen,voortgezet onderwijs, ROC, Saxion, Raster en Don Bosco) vindt hierover afstemming plaats. Binnen de functiegroep richt de RMC zich op nieuwe initiatieven en methoden om het resultaat te bevorderen, teneinde de groep jongeren, met een veelal complexe problematiek, toe te leiden naar een opleiding met het uiteindelijke doel hen een duurzaam perspectief op de arbeidsmarkt te bieden. Met de teams Werk & Inkomen wordt samengewerkt om de Wet Investering Jongeren te implementeren (gericht op jongeren tot 27 jaar) en daar waar mogelijk samen met de jongeren op te trekken om de juiste scholing- of werk/leer trajecten te gaan ontwikkelen. Om de doelstellingen te kunnen realiseren, is het van belang dat er een kwaliteitsslag gemaakt gaat worden door de medewerkers op uitvoeringsniveau. Dit heeft echter consequenties op tactisch en strategisch niveau. Het is van eminent belang dat de diverse partners in de keten met elkaar samen werken om dit gezamenlijke doel te bereiken. Dus naast het investeren in de deskundigheid van de medewerkers is van belang, dat ook wordt geïnvesteerd in de onderlinge samenwerking en in het maken van strategische en tactische keuzes. Scholing/trainingstrajecten zijn aangeboden en uitgevoerd op de volgende niveau’s: • op uitvoeringsniveau methodisch leren werken; • competenties ontwikkelen die liggen op het gebied van het terugleiden van voortijdig schoolverlaters naar het onderwijs en/of het toe leiden naar de arbeidsmarkt; • instrumenten kunnen inzetten in de directe relatie met de jongere waarbij motiveren, ondersteunen en resultaatgericht werken, sleutelwoorden zijn ; • een attitude ontwikkelen die past bij vraaggericht en resultaat gestuurd werken; • het (leren) samenwerken met en afstemmen op betrokken organisaties. De training is eveneens gericht op de ketenpartners die een rol spelen in de uitvoering van terugkeerbegeleiding van voortijdig schoolverlaters, omdat alleen een integrale aanpak en ketenbenadering effectief is. Met ander woorden, voor de training zijn uitgenodigd de trajectbegeleiders/medewerkers RMC, leerplichtambtenaren, medewerkers vanuit het onderwijs (ZATteams), jongerenwerkers vanuit het CWI en medewerkers sociale zaken en centrum voor jeugd en gezin. Om deze cyclus te completeren heeft er door het jaar een intensieve training plaatsgevonden gericht op de samenwerking van de medewerkers met zowel interne als externe klanten. Naast de deskundigheidsbevordering is er hard gewerkt aan de verbetering van de werkprocessen. 2.2. Formatie De formatie van het team Leerplicht/ RMC zag er als volgt uit: Structureel Mw leerplichtadministratie Mw leerplicht/rmc sr. Mw leerplicht
FTE 2,58 3,11 0,5
Totalen Tijdelijk Intercedent Leerplicht/RMC Totalen
6,19 FTE 1 3 4
10
Exerne inhuur Maandag (rivierenwijk) Start (adm mdw RMC)
Exerne inhuur 0,88 0,33
Ikink Gem Voorst Don Bosco
0,67 1 0,33
Totalen
3,21
Project Aanval op Schooluitval 1 fte coördinator en 2,5 fte trajectbegeleiders
3,5
2.3. Integrale taakuitvoering Binnen de uitvoering van de taken leerplicht/ RMC is sprake van integrale werkverdeling. Voor de werkverdeling is het een vereiste dat alle medewerkers allround geschoold worden en alle ‘instrumenten’ van het leerplichtwerk tot hun beschikking hebben. Elke medewerker moet in staat zijn preventief, curatief en repressief te werken. Alle medewerkers dienen bevoegd opsporingsambtenaar te worden. Deze integrale taakuitvoering past in de visie dat het leerplichtwerk bestaat uit verschillende componenten die nauw met elkaar verbonden zijn. Voor de omgang met een jongere die problemen heeft en spijbelt, is vaak een combinatie van hulp, begeleiding en drang/dwang nodig om beweging in de zaak te krijgen. Het is in het belang van de jongere, dat hij daarbij niet met telkens verschillende personen te maken krijgt. Leerplicht is in de ontwikkeling en schoolloopbaan van jongeren vaak juist één van de weinige instanties die doorlopend (op de achtergrond) aanwezig is. Leerplicht kan verbindingen leggen met het schoolverleden van de jongere, met de thuissituatie en fungeert in belangrijke mate als spil in het zorgnetwerk. Daarvoor is het wél noodzakelijk dat Leerplicht werkt vanuit een integrale taakopvatting: preventief, curatief en waar nodig repressief. Twee leerplichtambtenaren hebben een opleiding gevolgd tot opsporingsambtenaar (BOA), zodat zij zelfstandig een proces-verbaal kunnen opmaken. De all-round functie is vorm en inhoud gegeven in de daarvoor bestemde taakmatrix en voorgelegd aan de daarvoor bestemde commissie met het voorstel de functie op te waarderen. De commissie heeft eensluidend geadviseerd de functie op te waarderen naar een hogere functieschaal. Bestuurlijke vaststelling volgt eind 2009.
11
HOOFDSTUK 3. REGISTRATIE EN MONITORING 3.1 Doel Registratie en monitoring hebben tot doel een instrument te bieden om de Leerplichtwet te kunnen handhaven en zicht te houden op individuele leerlinggegevens en schoolloopbanen. Er kan dan - zo nodig – (preventief) worden ingegrepen, waardoor schooluitval zoveel mogelijk wordt voorkomen en/of teruggedrongen. Ook kunnen de gegevens worden benut voor het verzamelen van beleidsinformatie ten behoeve van onderwijs(achterstands)beleid en jeugdbeleid en het waarnemen van trends en ontwikkelingen. Sinds maart 2005 wordt gewerkt met een registratiesysteem COW (Civision Onderwijs). Het doel van COW is te komen tot een sluitende administratie en verbetering van de registratie om op deze manier beter de Leerplichtwet 1969 te handhaven en de voortijdig schoolverlaters tot 23 jaar te kunnen volgen. 3.2. Voortijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie Jaarlijks stelt het ministerie van OC&W een RMC-budget beschikbaar. Het aantal 13–23 jarigen op 1 januari per regio is bepalend voor de verdeling van deze gelden. In het schooljaar 2008-2009 was er budget van € 179.533 beschikbaar. Ter verantwoording van de besteding van deze middelen verstrekt de regiogemeente Apeldoorn aan het Rijk jaarlijks een effectrapportage, waarin ook de gegevens van Deventer zijn opgenomen. In dit schooljaar is voor het eerst gewerkt met gegevens van de IB-Groep. In de schooljaren daarvoor was het team Leerplicht/ RMC afhankelijk van de meldingen van scholen zelf. Nu wordt geput uit de gegevens van de IB-Groep die via het Verzuimloket bij de gemeente beschikbaar zijn. Op basis van de door de IB-groep aangereikte informatie zijn in het schooljaar 2008-2009 187 jongeren geregistreerd als zijnde voortijdig schoolverlater. Dat is een sterke daling ten opzichte van het aantal in het schooljaar 2007-2008. De oorzaak daarvan kan deels gelegen zijn in de overgang naar een andere bron waaruit de meldingen van voortijdig schoolverlaters afkomstig zijn, namelijk het landelijk digitaal Verzuimloket (IB-Groep). Hierdoor is een beeld verkregen dat als behoorlijk betrouwbaar kan worden aangemerkt, hetgeen het gevolg is van een betere registratie mogelijkheid en een verbeterde melding in samenhang met inspanningen vanuit het team. Over het schooljaar 2008-2009 heeft er tevens een opschoning plaatsgevonden van de bestanden welke betrekking hebben op de totale groep voortijdig schoolverlaters (oude en nieuwe en voortijdig schoolverlaters). Aan de hand van deze opschoningactiviteit ontstaat een duidelijk beeld van het aantal leerlingen welke als voortijdig schoolverlater is aan te merken. Het aantal kon worden bijgesteld van circa 2000 naar 1200 in totaal. Casus aanpak voortijdig schoolverlaten: Elroy is 20 jaar en heeft een gesprek gevoerd over het behalen van een startkwalificatie. Hij heeft zijn vmbo diploma behaald. Vanaf het schooljaar 2005/2006 zit hij op het MBO, sector Economie en Onderneming niveau 4. Na het 2-de schooljaar staat hij hier niet meer ingeschreven. Vanuit het RMC wordt hij 2 keer aangeschreven en uitgenodigd voor een gesprek maar reageert niet. De trajectbegeleider gaat op huisbezoek en treft hem na de 3-de keer thuis aan. Hij vertelt dat het competentie gericht onderwijs hem niet bevallen is. Bovendien wil hij graag niveau 3 doen om zijn diploma te behalen, maar kan de nodige ondersteuning niet vinden op school. Dit heeft als gevolg dat hij stopt met zijn opleiding en vanaf februari 2008 aan het werk is bij een plaatselijk bouwbedrijf. Hij geeft aan dat hij geen zin meer heeft om dezelfde opleiding te doen. Samen met trajectbegeleider wordt er een afspraak gemaakt met bij het Service Center van het ROC. Elroy krijgt een intakegesprek met de contactpersoon van de MBO-dagopleiding en na een interesseonderzoek, heeft hij definitief besloten zich te richten op de administratieve sector. Het gehele onderzoek op school is nu afgerond. Hij is ontzettend blij en enthousiast dat hij nu is toegelaten tot het ROC Aventus, waar hij de 2-jarige BOL-opleiding Bedrijfsadministratie niveau 3 volgt.
12
Noot: de cijfers van schooljaar 2008-2009 zijn gebaseerd op landelijke gegevens uit Bron (IB-Groep) en de cijfers van de jaren daarvoor zijn afkomstig uit de lokale databank. Daardoor zijn de cijfers van schooljaar 20082009 niet helemaal vergelijkbaar. Wel kan worden opgemerkt dat de betrouwbaarheid van de landelijke gegevens groot is. Dit is ook aangegeven bij de beantwoording van raadvragen naar aanleiding van het jaarverslag leerplicht/rmc over schooljaar 2007-2008. Jaarlijks stelt het Rijk in november de cijfers van het schooljaar daarvoor definitief vast. Het aantal van 321 in schooljaar 2007-2008 betreft nog een voorlopig aantal, maar de afwijking in de definitieve cijfers zal niet groot zijn.
Voortijdig Schoolverlaters (VSV'ers) 600 500 400 300 200 100 0
2004‐2005
2005‐2006
2006‐2007
2007‐2008
2008‐2009
103
239
229
266
108
Vrouw
62
216
163
218
79
Totaal
165
455
392
484
187
0
0
0
321
187
Man
landelijke gegevens
In juni 2008 is het convenant voortijdig schoolverlaten in de Stedendriehoek getekend door alle onderwijsinstellingen voor VO en MBO in de regio Stedendriehoek, het Rijk en de RMCcontactgemeente Apeldoorn (namens de gemeenten in de RMC-regio). Scholen en gemeente committeren zich aan een reductie van het aantal voortijdig schoolverlaters in het schooljaar 20102011 met in totaal 40% (10% gedurende 4 jaren) t.o.v. het peiljaar 2005-2006. Het schooljaar 20082009 betrof het tweede convenantsjaar. Uit bovenstaande gegevens valt te constateren dat er ten opzichte van peiljaar 2005-2006 een reductie is bereikt van 59%. Dat is een mooi resultaat.
13
HOOFDSTUK 4.
HANDHAVEN EN INGRIJPEN
4.1 Doel Handhaven van de Leerplichtwet en ingrijpen wanneer deze wordt overtreden heeft een tweeledig doel: • in een zo vroeg mogelijk stadium voorkomen dat leerlingen voortijdig het onderwijs verlaten, uitvallen of verzuimen • ervoor zorgen dat leerlingen een diploma, dan wel minimaal een startkwalificatie behalen. 4.2 Soorten verzuim Er zijn twee soorten verzuim te onderscheiden: 1. relatief schoolverzuim: een leerplichtige jongere staat wel ingeschreven bij een school of onderwijsinstelling, maar deze wordt zonder geldige reden gedurende een lange of korte periode niet bezocht. 2. absoluut schoolverzuim: een (partieel) leerplichtige jongere staat niet ingeschreven bij een school of onderwijsinstelling.
Ad 1: Relatief schoolverzuim. Deze meest voorkomende vorm van ongeoorloofd verzuim wordt onderverdeeld in: a. signaalverzuim Dit verzuim kent vele oorzaken. Vaak liggen hieraan problemen in de gezinssituatie en/of in het contact met leraar/school/andere leerlingen ten grondslag. In 2008-2009 kwam signaal verzuim 291 keer voor. Dat is een stijging ten opzichte van het vorige schooljaar, met circa 32%. Bij signaal verzuim is er vaak sprake van psycho-sociale problematiek. Leerlingen uit het voortgezet onderwijs nemen het grootste deel van het signaalverzuim voor hun rekening.
Signaalverzuim 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0
Man Vrouw
2004‐2005 2005‐2006 2006‐2007 2007‐2008 2008‐2009
Man
116
125
151
116
153
Vrouw
103
105
119
104
138
Casus signaal verzuim: Meisje 15 jaar wordt gemeld door school vanwege het hoge aantal dagen verzuim met als reden ziekte. Jongere is bekend bij Coach. De gezinssituatie is zorgwekkend (vader is alcoholist en moeder zou border liner zijn. Jonger kind heeft PDDnos).De onderwijsinstelling alwaar deze jongere naar school gaat maakt zich grote zorgen. Jongere spijbelt hoogstwaarschijnlijk vanwege de ongezonde situatie waarin het verkeert. Vanuit Stichting de Kij wordt er gewerkt om de jongere te ondersteunen en er voor te zorgen dat zij weer naar school gaat. De moeder wordt geadviseerd om contact op te nemen met Bureau Jeugdzorg voor haar dochter. Indien blijkt dat aan het verzuim geen einde komt zal in overweging genomen worden om een AMK melding te doen zodat de Raad voor de Kinderbescherming een onderzoek kan instellen om te trachten de jongere op het juiste pad te krijgen en te houden.
14
b. luxe verzuim De wet voorziet in de mogelijkheid om tot maximaal 10 dagen per schooljaar extra verlof (buiten de schoolvakanties) te verlenen. Er moet sprake zijn van ’bijzondere omstandigheden’. De wet geeft duidelijk aan wanneer er sprake is van bijzondere omstandigheden. Jongeren worden thuisgehouden voor bijvoorbeeld een vakantie of uitstapje met het gezin. In het schooljaar 2008-2009 betrof het aantal meldingen van luxe verzuim 25 leerlingen. Dit is een daling ten opzichte van het aantal van vorig jaar met 36%. Sinds het schooljaar 2003-2004 is sprake van een streng beleid ten aanzien van luxe verzuim. Casus luxe verzuim: Ouders vragen bij de school vakantieverlof voor zoon B (11 jaar) aan, omdat zoon A in Twello (14) op school zit en zoon B in Deventer. De vakantie valt niet samen vanwege vakantiespreiding. Deventer valt onder een andere regio dan Twello. De school weigert het verlof. De eerste dag van de vakantie wordt zoon B ziek gemeld. Omdat de school het niet geheel vertrouwt vanwege een eerdere verlofaanvraag, bezoekt de school de ouders thuis. De schoolleiding trof niemand aan. De school heeft vervolgens melding gedaan bij leerplicht van 1 week ongeoorloofd schoolverzuim. De melding is naar het team Leerplicht gegaan en het team heeft de ouders uitgenodigd. Tijdens het gesprek gaven de ouders aan dat ze inderdaad hun zoon ziek hadden gemeld. Ze hadden geen artsenverklaring die hun verhaal ondersteunde. Na navraag gaven de ouders toe dat ze inderdaad op vakantie zijn gegaan. Ze hadden al drie kwart jaar geleden geboekt. De leerplichtambtenaar geeft aan dat dit geen reden is en maakt een proces-verbaal op tegen de ouders.
Luxe verzuim: verzuim doordat extra (lange) vakantie wordt opgenomen
Luxe Verzuim 25 20 15 10 5 0
Man Vrouw
2004‐2005 2005‐2006 2006‐2007 2007‐2008 2008‐2009
Man
7
14
11
21
9
Vrouw
13
14
15
18
16
Ad 2; absoluut verzuim Absoluut verzuim houdt in dat een leerplichtige jongere niet ingeschreven staat bij een onderwijsinstelling. In 2008-2009 was sprake van absoluut verzuim in 9 gevallen. Casus: Maandelijks wordt vanuit de leerplichtadministratie een lijst uitgedraaid waarop alle leerplichtigen vermeld worden waarvan niet bekend is of zij op een school staan ingeschreven. Deze leerplichtigen of hun ouders/verzorgers worden aangeschreven met het verzoek op te geven op welke school betrokkene onderwijs volgt. Als blijkt dat na controle van de terugontvangen reactie dat betrokkene op een school staat ingeschreven, volgt alsnog een registratie in de leerplichtadministratie. In het geval betrokkene niet op een school staat ingeschreven, wordt de leerplichtige of de ouders/verzorgers de kans gegeven alsnog daartoe over te gaan. Wordt hieraan geen gevolg gegeven dan maken de leerplichtige en de ouders/verzorgers zich schuldig aan absoluut schoolverzuim en volgt eventueel het opmaken van een procesverbaal.
Absoluut verzuim: leerplichtige jongeren die niet bij een onderwijsinstelling staan ingeschreven
Absoluut Verzuim 25 20 15
Aantal
10 5 0 Aantal
2004‐20052005‐20062006‐20072007‐20082008‐2009 14
21
7
0
9
4.3. Maatregelen Na elke melding van verzuim vindt een gesprek plaats met de ouders/verzorgers en de leerling zelf (indien deze ouder is dan 12 jaar). Tijdens deze gesprekken worden afspraken gemaakt, die schriftelijk worden vastgelegd en ook worden teruggekoppeld naar de meldende instantie. Houden de leerling/ouders zich niet aan de gemaakte afspraken, dan volgt een officiële waarschuwing. Als de officiële waarschuwing niet het beoogde effect heeft, wordt proces-verbaal opgemaakt en volgt een rechterlijke uitspraak die onder meer een boete voor de ouders en/of een taakstraf voor de jongere kan inhouden. Het opmaken van een proces-verbaal is dan het laatste middel om schoolbezoek af te dwingen of verzuim te beboeten. In het schooljaar 2008-2009 is er 24 maal een proces verbaal opgemaakt, het overgrote deel van deze processen verbaal betreft signaal verzuim (22 keer).
Casus: Een leerling werd door school bij leerplicht gemeld. Na de tweede melding werd door de leerplichtambtenaar een officiële waarschuwing gegeven in de hoop dat deze leerling zijn gedrag ten aanzien van zijn schoolgang zou veranderen. Echter dat gebeurde niet en betrokkene ging steeds meer verzuimen.Ook thuis waren er veel problemen. Deze thuissituatie werd mede veroorzaakt door zijn gedrag. Ondanks alle pogingen vanuit leerplicht, moest de leerplichtambtenaar de hulp inroepen van een Buitengewoon Opsporingsambtenaar om het proces-verbaal tegen deze leerling op te maken. De Buitengewoon Opsporingsambtenaar riep zowel ouders als leerling op voor een verhoor. Daarna werd het proces-verbaal naar de officier van Justitie gestuurd. Op dit moment is deze zaak nog niet op de rol gezet. Als dat gebeurt, moeten zowel de leerling als zijn ouders voor de rechter komen. Het is aan de rechter om de straf te bepalen. De rechter spreekt tijdens de zitting het vonnis uit. De Raad voor de Kinderbescherming wordt vanaf het moment dat een proces-verbaal wordt opgemaakt direct bij de zaak betrokken. De Raad voor de Kinderbescherming stelt niet alleen een onderzoek in maar zorgt ook ervoor dat de straf die door de rechter is uitgesproken uitgevoerd wordt.
4.4. Overige taken In de Leerplichtwet 1969 worden ook overige taken geregeld die het team Leerplicht/ RMC behandelt. Hieronder staat in het kort welke deze zijn met daarbij de statistische gegevens. Art. 3a Wanneer blijkt dat een leerling, die ten minste 14 jaar is, na onderzoek niet geschikt wordt geacht om volledig dagonderwijs te volgen, dan is er de mogelijkheid om vervangende leerplicht af te geven. Dit kan betekenen dat de jongere een programma volgt, dat naast algemeen vormend onderwijs en op het beroep gericht onderwijs tevens praktijktijd bevat, die bestaat uit lichte arbeid, te verrichten naast en in samenhang met het onderwijs. In 2008-2009 is dat geen enkele keer gebeurd.
Art. 3b In het schooljaar waarin de leerling 17 jaar wordt, is tot augustus 2007 sprake geweest van partiële leerplicht. In dit schooljaar kon vrijstelling van leerplicht worden gegeven. Dit houdt in dat de instelling waar de jongere wil worden ingeschreven, een begeleidingsprogramma opstelt. Het begeleidingsprogramma bevat ten minste een beschrijving van de onderwijs- en vormingsdoelen, waaronder het algemeen vormend onderwijs en op het beroep gericht onderwijs staat beschreven. Ook de werkzaamheden worden omgeschreven. Over het algemeen komt het er op neer dat een jongere nog één dag in de week onderwijs volgt en daarnaast vier dagen werkt. In het afgelopen schooljaar zijn er geen leerlingen geweest aan wie een vervangende leerplicht op grond van artikel 3b is verleend. Vervangende Leeplicht 3B 10 8 6
Aantal
4 2 0 Aantal
2004‐2005
2005‐2006
2006‐2007
2007‐2008
2008‐2009
9
8
6
0
0
Art. 5 onder a Het kan voorkomen dat een jongere dusdanig ernstige lichamelijke en/of psychische klachten heeft, dat het volgen van onderwijs niet haalbaar is. Een arts van de GGD bepaalt of vrijstelling op grond van lichamelijke en/of psychische klachten gerechtvaardigd is. Dit gold voor het schooljaar 2008-2009 in totaal 7 keer. Vrijstelling art. 5 onder a 20 15 10
Aantal
5 0 Aantal
2004‐2005
2005‐2006
2006‐2007
2007‐2008
2008‐2009
16
11
17
7
7
Art. 5 onder b Artikel 5 onder b. is van toepassing op personen die bedenkingen hebben tegen de richting van het onderwijs binnen een redelijke afstand van de woning waarop de jongere geplaatst zou kunnen worden. In het schooljaar 2008-2009 was dat geen enkele keer het geval. Vavo Vrijstelling regulier onderwijs wordt over het algemeen verleend aan jongeren die nog geen 18 jaar zijn maar het volwassenen-/ particulier onderwijs willen volgen om daar hun diploma en/of startkwalificatie te behalen. Sinds 1 januari 2006 is de wet gewijzigd. Dit houdt in dat het VO en het MBO onderling afspraken maken over de bekostiging. Het onderwijs schrijft leerlingen voor een Vavo in. Het team Leerplicht/ RMC geeft alleen bij leerplichtige jongeren vervangende leerplicht af wanneer de onderwijsinstellingen
17
het er niet met elkaar over eens zijn dat Vavo het geëigende onderwijs voor die leerling is. In 20082009 was dat geen enkele keer het geval.
Vavo 16 14 12 10 8 6 4 2 0 Aantal
Aantal
2004‐2005
2005‐2006
2006‐2007
2007‐2008
2008‐2009
14
11
1
1
0
Art. 11 onder g Het kan voorkomen dat er gewichtige omstandigheden zijn waardoor het voor de jongere niet mogelijk is de school te bezoeken. Op grond daarvan kan vrijstelling worden afgegeven. Deze is in dit schooljaar niet afgegeven. Artikel 15. Vrijstelling wegens het volgen van ander onderwijs In andere gevallen dan genoemd in artikel 5 kunnen burgemeester en wethouders op grond van bijzondere omstandigheden vrijstelling verlenen van de in artikel 4a opgelegde verplichtingen, indien wordt aangetoond, dat de jongere op andere wijze voldoende onderwijs geniet. Dit heeft in 2008-2009 geen enkele keer plaatsgevonden.
18
HOOFDSTUK 5.
VROEGTIJDIG SIGNALEREN
5.1 Doel Onder vroegtijdig signaleren wordt verstaan het onderkennen van tekenen die wijzen op (dreigende) schooluitval, met als doel jongeren en ouders voor het onderwijs te motiveren en op een zo vroeg mogelijk tijdstip de diverse vormen van schoolverzuim en -uitval te voorkomen.
Preventief 160 140 120 100 80 60 40 20 0 Aantal
Aantal
2004‐2005 2005‐2006 2006‐2007 2007‐2008 2008‐2009 108
147
122
123
130
Ten opzichte van de voorgaande schooljaren is er sprake van een stabiele situatie in de preventieve gesprekken. Preventieve gesprekken worden ook gebruikt als meldingen geen vervolg acties hebben zoals telefoongesprekken die wel opgeslagen moeten worden voor het geval dat de leerling wel gaat spijbelen. De telefonische meldingen die binnenkomen worden opgevoerd onder ’preventief’. Ook is frequent gebruik gemaakt van het BAS (Bewust aanwezig op school)-spreekuur. Het aantal leerlingen dat in dit schooljaar hiervan gebruik heeft gemaakt is 235. Dit is een enorme stijging ten opzichte van vorig jaar, welke grotendeels toe te schrijven is aan de afspraken die er zijn gemaakt tussen de scholen van voortgezet onderwijs en de gemeente over de aanwezigheid van de leerplichtambtenaren op school. Omdat het afgelopen schooljaar de capaciteit van het team weer op orde was, kon aan de vraag van scholen worden voldaan.
Aantal leerlingen BAS spreekuur 250 200 150
Aantal
100 50 0 Aantal
2004‐2005 2005‐2006 2006‐2007 2007‐2008 2008‐2009 100
125
50
30
235
5.2 Ontwikkelingen. In het afgelopen jaar is merkbaar geworden dat het terugdringen van verzuim in toenemende mate ook de aandacht van de scholen zelf krijgt. Primair ligt bij hen daarvoor de verantwoordelijkheid. In het afgelopen schooljaar is sprake van een sterke stijging (88%) van het aantal gemelde jongeren.
19
Totaal aantal gemelde leerplichtige jongeren 500 400 300
Aantal
200 100 0 Aantal
2004‐2005 2005‐2006 2006‐2007 2007‐2008 2008‐2009 396
341
294
246
462
20
HOOFDSTUK 6.
MOTIVEREN VAN OUDERS EN JONGEREN
6.1 Doel Motiveren van ouders en jongeren betekent hen het belang van een goede opleiding steeds opnieuw duidelijk maken. Het uiteindelijke doel daarvan is te stimuleren dat alle leerlingen minimaal een startkwalificatie behalen. 6.2 Gesprekken Bij (dreigende) problemen en bij schooluitval voert een medewerker van het team Leerplicht/ RMC een of meer individuele gesprekken met de jongere en zijn of haar ouders. In deze gesprekken krijgt het eigen verhaal van de leerling alle ruimte. Ook de ouders en de scholen worden erbij betrokken, uitvoerig gehoord en krijgen allen ruimte om een en ander toe te lichten. Ook worden zij betrokken bij de oplossing van het probleem. Tijdens de diverse gesprekken wordt gezocht naar de redenen van het spijbelgedrag, die binnen, maar ook buiten de school kunnen liggen. De gezinssituatie wordt zeker niet uit het oog verloren omdat daar mogelijk de oorzaak van het probleem ligt. De medewerkers van het team Leerplicht/ RMC stellen zich flexibel en empatisch op en gaan niet direct over tot bestraffen, maar proberen de leerling te motiveren om toch een startkwalificatie te behalen. Het is van essentieel belang dat de leerplicht/ RMC-medewerker betrokken is bij de situatie waarin de jongere zich bevindt maar ook de nodige distantie weet te behouden om goed te kunnen helpen. De hulp van ketenpartners kan daarbij van essentieel belang zijn. Een goede samenwerking en communicatie vormen de basis voor een adequate hulp/begeleiding.
21
HOOFDSTUK 7.
ACTIVITEITEN EN ONTWIKKELINGEN IN 2008-2009
Hieronder wordt een overzicht gegeven van de reguliere en niet-reguliere activiteiten van de Leerplicht/ RMC-medewerker in het schooljaar 2008-2009. BAS Sinds september 2004 is er het preventieproject BAS. De letters BAS staan voor Bewust Aanwezig op School. Dit geldt voor zowel de leerling, docenten als de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar houdt een spreekuur op school. In het schooljaar 2008/2009 zijn in nauw overleg met het Etty Hillesum Lyceum de overlegstructuren geactualiseerd en ingepland. De schoollocaties van het Etty Hillesum Lyceum die hierin participeren zijn Het Stormink, De Keurkamp, Het Slatink en Het Vlier. Doel van het spreekuur is om problemen vroegtijdig te signaleren waardoor schoolverzuim kan worden verminderd en/of schooluitval kan worden voorkomen. Ouders, leerlingen en docenten kunnen bij één van de medewerkers van het team Leerplicht/RMC terecht met vragen en advies rondom spijbelen, vakantie of problemen. Daarnaast kan de medewerker als intermediair fungeren tussen de ouders en de school en/of andere instanties. Omdat het niet meetbaar is of het verzuim is teruggedrongen door het instellen van het spreekuur, is in overleg met het team Kennis & Verkenning, gekozen om een meetbare doelstelling te hanteren. De doelstelling per locatie was om 25 gesprekken met hetzij ouders, docenten en/of leerlingen te voeren. Deze doelstelling is dit schooljaar gehaald aangezien er in totaal 235 BAS-gesprekken zijn gehouden. Het BAS-spreekuur voorziet in een grote behoefte van de onderwijsinstellingen en daarom is in het schooljaar 2008-2009 geïnvesteerd in aanwezigheid van team Leerplicht/ RMC op de schoollocaties. Hiertoe zijn afspraken gemaakt met de directies van de locaties van het Etty Hillesum Lyceum. Contacten/overlegvormen De meeste contacten tussen Leerplicht/ RMC en jongeren zijn met jongeren uit het voortgezet onderwijs. Daarom bezoekt de Leerplicht/ RMC-medewerker met name deze scholen regelmatig die met de zorgcoördinatoren het schoolverzuim van leerlingen bespreekt en de scholen van informatie en advies voorziet. Op drie locaties van het Etty Hillesum Lyceum, Het Stormink, De Keurkamp en Het Slatink alsmede bij de school van Rentray Onderwijs (VSO) heeft de medewerker leerplicht/ RMC structureel wekelijks overleg met de zorgcoördinator. Met de locatie Het Vlier van het Etty Hillesum Lyceum zijn de banden aangehaald en vindt er geregeld overleg plaats en is er ook een actie geweest naar die leerlingen die verzuimgedrag ontwikkelden.Op de locatie Arkelstein, praktijkonderwijs, van het Etty Hillesum Lyceum vond maandelijks overleg op de school plaats tussen de leerplichtambtenaar en de twee zorgcoördinatoren.Dit alles werkt duidelijk preventief, en daarom is dan ook de wens uitgesproken om bij de locatie De Boerhaave van het Etty Hillesum Lyceum eenzelfde overleg in te voeren. De contacten met de basisscholen, het speciaal onderwijs en het ROC kunnen en moeten nog meer gestructureerd worden. Tweewekelijks vindt overleg plaats met bureau Coach. De jongeren die in hun ontwikkeling worden bedreigd, worden in dit overleg besproken. De verschillende organisatie die in dit overleg participeren informeren elkaar over deze jongeren. Hierdoor kan er snel en adequaat hulp worden geboden. Verder is er geregeld contact met diverse instellingen zoals GGD, Bureau Jeugdzorg, Raad voor de Kinderbescherming en Meldpunt Kindermishandeling. Om vanuit het team Leerplicht/ RMC verder invulling te geven aan het klantgericht werken, heeft in 2008 een ronde plaatsgevonden langs de locaties van het Etty Hillesum Lyceum en van het ROC. Op basis van de gevoerde gesprekken zijn per locatie afspraken gemaakt om te kunnen voorzien in een toereikende bijdrage vanuit het team Leerplicht/ RMC. Tot slot kan worden gemeld dat er voorbereidingen worden getroffen om binnen ROC Aventus een ZAT in te richten dat werkt in het verlengde van - en in aanvulling op de begeleidingsactiviteiten Voortgezet Onderwijs. Bij de start schooljaar 2009/2010 zal vorm en inhoud aan het integrale overleg worden gegeven. Project Aanval op Schooluitval Rivierenwijk Het onderstaande overzicht geeft inzicht in de stappen die door de trajectbegeleiders in de Rivierenwijk gezet zijn om jongeren te bereiken, vertrouwen te winnen, afspraken en vervolgafspraken te maken, plannen te maken, testinstrumenten in te zetten. Dit kost veel tijd en inspanning. In de periode maart tot 1 juli is het volgende bereikt:
22
Contactfase - Individuele toewijzing/nog geen contact (gekregen) - contact/eerste gesprek - intentie tot samenwerken
165 4 4
Beeldvorming - Intakefase - Aanvullende informatie verzamelen
1 2
Analyse - Voorlopige analyse
2
Planvorming - Commitment van jongeren met plan van aanpak - Beroepenorientatie Uitvoering - Externe begeleiding ivm verslaving/criminaliteit etc Succesvolle bestemming - Zit op school - Werkt/wil (nog) geen contact - Werk/leertraject - Bezit startkwalificatie Overig - Verhuisd/geëmigreerd - Niet succesvolle uitstroom - Spoorloos Totaal aantal jongeren
19 1
4
24 26 1 3
7 7 1 2711
Conclusies: Contactfase: Een grote groep jongeren zijn geherhuisveste jongeren en op dit moment moeilijk te “vinden”. Of ze wonen niet op het aangegeven adres, hebben baantjes, willen niet gevonden worden, de adressen zijn postadressen (andere bewoners kennen de namen niet) etc. De kwartiermaker is ook ingezet om inzicht te krijgen, daarnaast is de projectcoördinator bezig met systemen om namen en adressen te checken. In deze fase zijn er nu 8 jongeren, waarbij het eerste contact is gerealiseerd (na veel pogingen tot contact) en dit zal verder uitgebouwd gaan worden. Beeldvorming: 3 jongeren in totaal, 1 jongere is in gesprek, voor 2 moet nog aanvullende informatie worden uitgezocht, denk hierbij aan contact leggen met de laatst bezochte school, contact met hulpverlening, alvorens verder te kunnen werken. Ook deze contacten worden verder uitgebouwd. Analyse: 2 jongeren bevinden zich in het stadium waarbij een eerste beeld ontstaat over mogelijke vervolgtrajecten. Planvorming: 19 jongeren hebben een duidelijk beeld voor ogen omtrent een nieuwe opleiding. Contact over deze jongeren is opgenomen met de onderwijsinstelling , vooral het ROC i.v.m. aanmelding en intake op het ROC. Voor een enkeling zal de weg naar het ROC niet haalbaar zijn vanwege een beperking, maar hiervoor wordt met het UWV een scholingstraject opgestart binnen de reïntegratie-instellingen. En 1 jongere oriënteert zich nog op opleidingsmogelijkheden. Hiervoor worden testinstrumenten en de “poortwachter” van het ROC ingezet om de duidelijkheid te krijgen. Dus met een beetje goede wil kunnen 20 jongeren in september van start gaan met opleiding. Uitvoering: 4 jongeren moeten eerst uitbehandeld zijn alvorens de trajectbegeleider ermee aan de slag kunnen. Contacten met de hulpverlening blijft aanwezig.
1
Er moet rekening gehouden worden met een “vervuilingsmarge” van 10%. Er is een continue doorloop in de aantallen i.v.m. het bereiken van de 18-jarige leeftijd (een nieuwe VSV) en het bereiken van de 23 jarige leeftijd (niet meer te boek staan als VSV). Bij deze laatste groep blijven de contacten doorlopen om het behalen van een startkwalificatie te bewerkstelligen. Ook de groep HBO studenten moet in beeld gebracht worden.
23
Succesvolle bestemming: 24 jongeren zitten op school, waaronder ROC, VO en speciaal onderwijs. Contact met de onderwijsinstellingen lopen. Een grote groep jongeren (26) heeft een baan, de meerderheid heeft een contract voor bepaalde duur. Zij willen op dit moment geen gesprek, zij willen blijven werken. De trajectbegeleider spreekt met deze jongeren af, dat over ongeveer 3 maanden weer contact wordt gezocht om te kijken of zij nog steeds aan het werk zijn. De meesten werken voor een uitzendbureau en hebben geen startkwalificatie. Mogelijk als zij geen verlenging van hun contract krijgen, de deur voor opleiding (leren/werken) open gaat. Zij blijven in beeld. Een jongere krijgt een interne opleiding binnen een bedrijf, de trajectbegeleider controleert de voortgang. 3 jongeren bezitten een startkwalificatie maar zij denken over doorstromen naar niveau 3 en 4. De mogelijkheden met hen worden besproken in samenwerking met ROC. Overig: de groep binnen niet succesvolle uitstroom bestaat uit tienermoeders die op dit moment niet in staat zijn te denken aan opleiding of werken, een enkeling wil alleen maar werken om haar importbruidegom binnen te halen, enkelen hebben geen verblijfsvergunning. Landelijke en regionale ontwikkelingen De aandacht voor voortijdig schoolverlaten is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Landelijke (en regionale) ontwikkelingen wijzen op een verschuiving van het ambitieniveau met betrekking tot leerplicht en RMC. Deze ambitieverschuiving legt de lat voor de uitvoering hoger. Niet alleen moet de curatieve zorg en handhaving op orde zijn, ook krijgt leerplicht steeds meer een preventieve en proactieve functie. In april 2007 heeft de gemeente Deventer een convenant Schoolverlatersoffensief Stedendriehoek gesloten. Doel hiervan is door regionale samenwerking het aantal voortijdig schoolverlaters terug te dringen. Dit project loopt eind 2009 af en wordt feestelijk afgesloten op 9 november a.s. tijdens een conferentie in Deventer. Daarnaast is er in juni 2008 vanuit de Stedendriehoek een convenant met het Rijk gesloten waarin de lokale, regionale en landelijke overheid samen met de onderwijsinstellingen van Voortgezet Onderwijs en ROC de handen ineen slaan om jaarlijks een vermindering van het aantal voortijdig schoolverlaters te realiseren met 10%. Project De OverStap Het is bekend dat in de periode van uitstroom uit het vmbo tot instroom in het mbo, een grote groep leerlingen uit het onderwijscircuit verdwijnt. Landelijk blijkt dat 25% van alle voortijdig schoolverlaters in één jaar ontstaat door vmbo-leerlingen, die na hun eindexamen het vervolgonderwijs niet bereiken. Het betreft o.a. leerplichtige leerlingen die nog een opleiding moeten volgen om tenminste een startkwalificatie (mbo niveau 2, havo of vwo-diploma) te behalen. Daartoe is het project De OverStap opgezet, waaraan alle vmbo-scholen uit de regio Stedendriehoek -op één na- samen met het ROC Aventus meewerken. Ruim voor de vmbo-eindexamens plaatsvonden werden de gegevens van de eindexamenkandidaten verzameld in één grote digitale database. Vervolgens werden van al deze examenkandidaten de keuzes voor de vervolgopleidingen ingevoerd door de decanen en werden de keuzes gecheckt bij de opleidingen waar deze leerlingen zich voor hadden aangemeld. Doel was dat de leerlingen allemaal een keuze hadden gemaakt en dat gecheckt was of zij zich daar ook hadden aangemeld. De leerlingen die geen keuze maakten of die zich niet hadden aangemeld, werden herkend door het systeem waarna actie door de eigen school of door leerplicht volgde. In het schooljaar 2008-2009 (net na de zomervakantie) kwamen er bij de gemeente Deventer 32 meldingen binnen van leerlingen die zich nog niet bij een vervolgopleiding hadden aangemeld. Hierop is vervolgens actie vanuit team leerlicht/ rmc alsmede door de school ondernomen. Van deze 32 leerlingen zijn er 3 verhuisd naar een andere gemeente, 4 zijn in behandeling genomen door leerplicht, 18 zijn weer naar school gegaan, 3 naar de marine/ het leger, 2 zijn aan het werk gegaan, 1 is werkzoekend en 1 is de wajong terecht gekomen.
24