Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2002 is de roep om overzicht en inzicht in de Drechtstedenactiviteiten groot. In de Perspectiefnota 2002-2006 die in oktober 2002 verschijnt, zijn alle projecten benoemd en beschreven om zo een helder beeld te geven van de stand van zaken van dat moment en om de politieke agenda voor de komende jaren te kunnen bepalen. ‘Met de Perspectiefnota in de hand moeten de Drechtsteden nu de omslag maken van visie naar uitvoering’, zo is te lezen in het voorwoord van voorzitter Bandell in de Perspectiefnota. ‘De Drechtsteden weten wat hen te doen staat. (…) De samenwerking werkt en dat levert resultaat op. Het geeft echter ook verplichtingen, met name in de concrete uitvoering’, aldus Bandell. In oktober 2002 vergaderen de gezamenlijke gemeenteraden over de perspectiefnota. Tijdens deze bijeenkomst in de Augustijnenkerk in Dordrecht gaan de gemeenteraden akkoord met de perspectiefnota en aanvaarden zij deze als leidraad voor de besluitvorming en beleidsuitvoering voor de komende jaren. Via een gezamenlijke verklaring wordt uitgesproken dat de aanwezigen zich ervan bewust zijn dat de samenwerking in de Drechtsteden net zo sterk is als de zwakste schakel. Elke bestuurder zal zich naar vermogen inzetten als ambassadeur voor de Drechtsteden. Tijdens de bijeenkomst krijgt het Drechtstedenbestuur opdrachten mee die voortvloeien uit de perspectiefnota. Nu, bijna aan het eind van de raadsperiode is het tijd om te kijken wat er in de afgelopen periode gerealiseerd is. Resultaten moeten worden geborgd en meegegeven aan de nieuwe raadsleden en bestuurders. De evaluatie van de perspectiefnota draagt hieraan bij.
1
‘In de afgelopen twee jaar is de visie van de Drechtsteden als netwerkstad vertaald in een streefbeeld, programma’s en projecten die in de komende periode verder moeten worden uitgewerkt.’
Met het vaststellen van de perspectiefnota in 2002 is besloten de daarin opgenomen plannen uit te voeren. De perspectiefnota markeerde het eind van papieren plannen en start van de uitvoering. Via het experiment Grotestedenbeleid zijn we eraan gewend geraakt om op regionaal niveau meer structureel en integraal te werken. Dit werpt zijn vruchten af in bijvoorbeeld het regionaal MOP. Vervolgens is aan de commissie Dijkstal gevraagd om ons een spiegel voor te houden. Dat resulteerde in Manden maken. Dit proces heeft een sneeuwbaleffect gehad in de Drechtsteden. Er zijn investeringsafspraken gemaakt met de provincie Zuid-Holland. Er is een investeringsfonds opgericht waaraan alle gemeenten de eerste bijdragen hebben geleverd en waarmee daadwerkelijk projecten worden uitgevoerd. We hebben hard gewerkt om het draagvlak onder de gemeenteraadsleden beter vorm te geven in het dualisme. In 2004 is daarom als experiment begonnen met de Drechtraad. Begin 2006 evalueren we dit experiment, maar de verwachting is dat de Drechtraad naar behoren functioneert. Ook in de nieuwe gemeenschappelijke regeling neemt de Drechtraad zijn positie in. Ook de ontwikkelingen rondom de samenwerkende sociale diensten, de Drechthopper en het Regionaal Bureau Leerplicht zijn successen van de Drechtsteden. Wat inmiddels vanzelfsprekend is, is dat de Drechtsteden meer en meer als netwerkstad gaan functioneren, met alle kenmerken die daarbij horen. Het principe van netwerksamenwerking is in de Drechtsteden ontstaan vanuit het besef dat individuele gemeenten te klein zijn om grote taken en projecten alleen op te pakken en te groot om voorbij te gaan aan de karakteristieke kenmerken van elke gemeente. In de afgelopen twee jaar is de visie van de Drechtsteden als netwerkstad vertaald in een streefbeeld, programma’s en projecten die in de komende periode verder moeten worden uitgewerkt. De basis hiervoor ligt mede in de uitkomsten van de onlangs gehouden bestuurskrachtmeting. Dit overzicht van onze gezamenlijke inspanningen in de afgelopen jaren geeft maar weer eens aan dat er echt veel gebeurt in de regio. Het zijn allemaal kleine en grote ijkpunten die bij elkaar opgeteld de goed draaiende en intensieve samenwerking maken tot wat hij is. Het past ook bij dit gebied om deze uitspraak te laten volgen door de opmerking dat er ook nog veel moet gebeuren. Ik wil u vanaf deze plek bedanken voor uw bijdrage aan de Drechtsteden in de afgelopen jaren, op wat voor manier dan ook. Of u raadslid, bestuurder of medewerker bent, maakt geen verschil. We maken samen de Drechtsteden tot een succes!
R.J.G. Bandell Voorzitter Drechtsteden
2
3
Het resultaat van de afgelopen vier jaar samen werken in de Drechtsteden is in drie delen op te splitsen. Het eerste deel van dit document omvat een overzicht van de algemene activiteiten in de Drechtsteden in de periode 2002-2006.
1:
Overzicht algemene activiteiten
In de highlights wordt een overzicht gegeven van de meest markante gebeurtenissen van de afgelopen jaren. Vervolgens wordt teruggekoppeld wat er gerealiseerd is van de tien opdrachten die het Drechtstedenbestuur van de gemeenteraden heeft meegekregen bij de aanvaarding van de perspectiefnota. Dan volgen ontwikkelingen die de samenwerking mede hebben bepaald: het experiment Grotestedenbeleid, de uitgevoerde bestuurskrachtmeting en het proces Manden maken. Pagina-indeling: • Highlights raadsperiode 2002-2006 • Opdrachten aan het Drechtstedenbestuur • GSB-experiment • Bestuurskrachtmeting • Manden maken
2:
Uitwerking
Het tweede deel van de evaluatie blikt terug op de uitwerking van bovenstaande grote lijnen. Dit overzicht begint op pagina 16 met een terugblik op de kandidaatstelling voor de Floriade in 2004 en het toeristisch en recreatief concept Hollands Glorie dat daaruit ontstaan is. Daarna wordt aandacht besteed aan drie belangrijke ontwikkelingen naar aanleiding van het proces Manden maken, namelijk de lobby richting Europa, de oprichting van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden per 8 maart 2006 en een overzicht van de bestuurlijke en ambtelijke veranderingen in de Drechtsteden Pagina-indeling: • Van Floriade……naar Hollands Glorie • Europa & de Drechtsteden • Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden • Overzicht bestuurlijk & ambtelijke veranderingen
3: Programma’s en projecten
16 en 17 18 19 20 en 21
Het derde en laatste deel van dit overzicht is geheel gewijd aan de programma’s en projecten. Per beleidsveld (Sociaal, Fysiek en Economie & Bereikbaarheid) is terug te lezen welke voortgang geboekt is. Het gaat dan zowel om de projecten uit Manden maken als om de thema’s die in de perspectiefnota 2002-2006 staan genoemd, zodat een volledig overzicht ontstaat. Pagina-indeling: • Sociaal • Fysiek • Economie & Bereikbaarheid
4
6 en 7 8 en 9 10 11 12 t/m 15
22 t/m 26 27 t/m 33 34 t/m 39
5
>
>
6
2002 De perspectiefnota
Met het vaststellen van de perspectiefnota 2002 - 2006 is besloten de daarin opgenomen plannen uit te voeren. De nota markeert het eindpunt van de (papieren) discussies over het ambitieniveau van de Drechtsteden en het startpunt van de daadwerkelijke uitvoering van de plannen.
Het regionale GSBexperiment
Het experiment dat de Drechtsteden in 2002 e.v. zijn aangegaan richt zich op een samenhangende aanpak van de regionale en stedelijke uitdagingen. Kenmerkend is de aanpak via drie pijlers: de economische, de sociale en de fysieke. De GSB-systematiek op regionaal niveau heeft er voor gezorgd dat de samenwerking meer gestructureerd en integraal is geworden.
2003 De commissie Dijkstal
De bevindingen van het regionale GSB-experiment zijn de aanleiding geweest om aan de commissie Dijkstal te vragen ons een spiegel voor te houden. Dit gebeurt in het laatste kwartaal van 2003, waarna het rapport ‘Samen stad betekent wat’ wordt gepresenteerd. Toewerken naar een gezamenlijk doel, minder bestuurlijke drukte en meer uitvoering zijn belangrijke boodschappen.
>
2004 Drechthopper
In januari 2004 is de Drechthopper gaan rijden in Alblasserdam, H.I. Ambacht, Dordrecht, Papendrecht en Zwijndrecht. De aanvankelijk gemaakte prognoses van het aantal gebruikers is dik overschreden. Uit onderzoek onder verenigingen van patiënten en clienten blijkt de doelgroep overwegend tevreden. Inmiddels is besloten om voor de periode 2006 -2010 het contract met de huidige vervoerder te verlengen.
Kandidaat voor de Floriade
De Drechtsteden stellen zich kandidaat voor de Floriade. Hoewel de Drechtsteden zich uiteindelijk moeten terugtrekken, leidt het concept ‘Holland in ZAP-formaat’ tot het toeristisch concept Hollands Glorie. Daarnaast worden veel projecten uit het Floriade-concept toch al uitgevoerd in de Drechtsteden. Het bidbook heeft aangetoond welke mogelijkheden de Drechtsteden bieden op recreatief en toeristisch gebied.
Regionaal Bureau Leerplicht
Op 30 september 2004 is het Regionaal Bureau Leerplicht + geopend, na een voorbereidingstijd van twee jaar. Het RBL+ voert voor alle Drechtstedengemeenten, behalve ‘s-Gravendeel, plus enkele gemeenten uit de AlblasserwaardVijfheerenlanden de leerplicht en de regionale meldingen en coördinatiefunctie (RMC) uit.
Manden maken
Drechtraad verwerft positie in Drechtsteden
Het rapport van de commissie Dijkstal is de impuls om in 2004 het eindbod Manden maken te presenteren. Het kent een viertal samenhangende onderdelen. Het streefbeeld voor de regio, de programma’s en projecten, de bestuurlijke organisatie en de ambtelijke organisatie. Met de vaststelling van het Overdrachtdocument Manden maken in het Drechtstedenbestuur op 23 december 2004 wordt Manden maken (in materiële zin) de gedeelde verantwoordelijkheid van Drechtraad en Drechtstedenbestuur. Met twee vergaderingen van de Drechtraad in korte tijd gaan de raadsleden in de Drechtsteden op 1 december 2004 voortvarend van start. Iedere politieke fractie wijst een vertegenwoordiger aan en op 19 januari 2005 is de eerste officiële vergadering. De voorzitter van het Drechtstedenbestuur wordt tevens voorzitter van de Drechtraad. De Drechtraad wordt ondersteund door de gezamenlijke griffiers uit de Drechtsteden. De Drechtraad als aantrekkelijk platform voor dialoog, mening- en visievorming en standpuntbepaling (kaderstelling en controle).
>
2005 Het regionaal MOP 2005 - 2009
De gewenste kwaliteitssprong van de regio komt tot uitdrukking in drie strategische (beleids)processen die nauw met elkaar zijn verweven (Manden maken, GSB/ISV, MOP). Het Drechtstedenbestuur constateert dat de samenhangende elementen tussen deze processen zo talrijk zijn, dat ze ze verbonden heeft in het Meerjaren OntwikkelingsProgramma Dordrecht/Drechtsteden 2005 – 2009.
Het ISD-dossier
De colleges van Dordrecht, Papendrecht en Zwijndrecht besluiten in hun vergadering van 23 augustus 2005 om de drie gemeenteraden voor te stellen een Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) op te richten. De ISD kan per 1 januari 2007 operationeel zijn. Een ISD biedt meer mogelijkheden voor een betere dienstverlening, heeft een veel sterkere positie ten opzichte van de ketenpartners en het rijk en is efficiënter en dus goedkoper dan drie afzonderlijke diensten. Later in 2005 sluiten ook H.I.Ambacht, Sliedrecht en Alblasserdam zich aan bij de ISD.
Bestuurskrachtmeting
Op verzoek van de provincie ZuidHolland laten de Drechtsteden in 2005 per gemeente een bestuurskrachtmeting laten uitvoeren. Aanvullend, en op verzoek van de Drechtsteden, wordt ook een regionaal onderzoek verricht.
7
Tijdens de aanvaarding van de perspectiefnota kreeg het Drechtstedenbestuur acht opdrachten mee. Sommige opdrachten zijn uitgevoerd, andere moeten nog gebeuren.
8
Definieer verplichte en niet-verplichte projecten
In de afgelopen periode is de discussie rondom verplichte en niet-verplichte projecten niet expliciet gevoerd. Sommige gemeenten nemen niet deel in bepaalde projecten, bijvoorbeeld omdat op hun grondgebied uitvoering niet mogelijk is. De discussie rondom verplichte en niet verplichte taken hangt nauw samen met de invoering van een eigen gemeenschappelijke regeling voor de Drechtsteden (Wgr).
Werk resultaatgericht en integraal
Via het Grotestedenbeleid en het proces Manden maken is resultaatgericht en integraal werken ingevoerd in de Drechtsteden. In de eindrapportage van Berenschot wordt onder meer geconstateerd dat het inzetten van de GSB-systematiek op regionaal niveau ervoor heeft gezorgd dat de samenwerking meer gestructureerd en integraal is geworden. De afspraken die in Manden maken zijn gemaakt, met een compleet pakket van streefbeeld, programma’s & projecten, bestuurlijke & ambtelijke organisatie en investeringsfonds, hebben er toe geleid dat de organisatie van de Drechtsteden erop ingericht is om grote regionale opgaven gezamenlijk op te pakken.
Geef prioriteit aan veiligheid
Veiligheid is in de afgelopen jaren hoger op de agenda komen te staan. Het blijft echter een onderwerp dat constant aandacht vergt. Externe veiligheid heeft bijvoorbeeld in het project Spoorzone/Maasterras een prominente plaats. Op het terrein van sociale veiligheid zijn in de regio Zuid-Holland Zuid duidelijke afspraken gemaakt. Dit geldt onder meer voor voorkoming van huiselijk geweld en jeugdpreventie.
Bepaal de agenda voor sociaal beleid
Sociaal beleid is in deze periode serieus op de politieke agenda komen te staan. Een ambitieuze bestuurscommissie is gestart met het bepalen van de richting van het beleid in een uitgebreid interactief traject. Direct daarna werd begonnen met de uitvoering: oprichting van het Regionaal Bureau Leerplicht (RBL+) en ondertekening van het jeugdconvenant met de provincie.
Besteed meer aandacht aan onderwijs en kennisinfrastructuur
Op het gebied van onderwijs en kennisinfrastructuur is hard gewerkt. De plannen voor het Leerpark in Dordrecht worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven in de regio. Daarnaast worden Lokale Onderwijs Centra (LOC) opgezet.
Geef meer aandacht aan Groen, Water en Milieu
De visie op Groene Contramal in de Drechtsteden is uitgewerkt in een Uitvoeringsprogramma. Om de uitvoering daadwerkelijk gestalte te geven, is een coördinator aangesteld en zijn onderdelen opgenomen binnen het proces Manden maken. Er zijn twee inrichtingsvisies tot stand gekomen voor een groene verbindingen in de Drechtsteden. De realisatie van een hiervan is onderdeel van Manden maken (de ecologische verbindingszone nummer 70).
Water
De vervuiling van het oppervlaktewater is aanleiding geweest voor de start van het project ‘onkruidbestrijding op bedrijventerreinen’. Gewerkt wordt aan een communicatieplan. Het Nationaal Bestuursakkoord Water vraagt om een regionale uitwerking waardoor gemeenten en waterschappen gezamenlijk aan de slag moeten. Tijdens de regionale waterconferentie is hierover uitgebreid gesproken en zijn afspraken gemaakt.
Milieu
Er zijn duurzaamheidsdoelstellingen geformuleerd met als doel duurzaamheid te integreren in planontwikkelingen en instrumenten te gebruiken bij ruimtelijke ontwikkelingen. Er is gepoogd een overdracht van provinciale bodemsaneringstaken naar de Drechtsteden te bewerkstelligen, maar dit is helaas niet gelukt. De Milieumonitor is een constante factor en is de afgelopen jaren elk jaar verschenen en geeft inzicht in de ontwikkelingen op milieugebied. Aan Natuur en Milieu Educatie is verder vorm gegeven door het opstellen van een meerjarenplan en een jaarlijks werkplan. Aangesloten is bij de thema’s van het Milieu Uitvoeringsprogramma van de verschillenden gemeenten. Externe veiligheid en fijnstofproblematiek zorgen voor beperkingen in de ontwikkelingen binnen de regio. Aan oplossingen wordt gewerkt in het programma Milieu & Infrastructuur.
Betrek de gemeenteraden meer bij de Drechtsteden Maak een publieksbrochure
Als experiment en onderdeel van het proces Manden maken is in 2004 gestart met de Drechtraad, waarin iedere politieke fractie is vertegenwoordigd. De Drechtraad heeft enkele spelregels afgesproken in het Drechtraadmanifest. In april 2003 verschijnt de publieksbrochure ‘De Drechtsteden, gericht op de toekomst’. In het kort wordt hier in de regionale samenwerking tot 2006 toegelicht.
9
In 2002 hebben de Drechtsteden deelgenomen aan een uniek landelijk experiment van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: het experiment Grotestedenbeleid (GSB).
Het experiment richt zich op een samenhangende aanpak van de regionale en stedelijke uitdagingen. Kenmerkend is de aanpak via drie pijlers: de economische, de sociale en de fysieke. Met deze opzet wordt de versnippering van projecten tegengegaan,
Conclusies
In juni 2004 is het GSB-experiment geëvalueerd. Uit de eindrapportage blijkt dat: • ondanks de dreiging van stroperigheid in het proces het GSB geholpen is met een regionale inbedding. Dit omdat de problemen van de grote stad praktisch altijd gebaat zijn bij een regionale oplossing; • in de Drechtsteden heeft de GSB-systematiek geleid tot een intensivering van de bestaande regionale samenwerking en heeft ze geleid tot meer aandacht voor de integraliteit van regionale vraagstukken, voor realisatie van doelstelling en voor een scherpere focus op de uitvoering. Inmiddels is in de regio het proces Manden maken dan al van start gegaan, dat naadloos aansluit op de intenties en conclusies van het GSB-experiment. Ook is een regionaal Meerjarenontwikkelingsprogramma voor het Grotestedenbeleid opgesteld.
Op verzoek van de provincie Zuid-Holland laten de Drechtsteden in 2005 per gemeente een bestuurskrachtmeting laten uitvoeren. Aanvullend wordt ook een regionaal onderzoek verricht. Dit onderzoek is een doorvertaling van de consequenties van de uitkomsten van de lokale metingen naar het regionale niveau.
Uitkomsten in het kort
De resultaten van de metingen worden gebruikt om te leren en niet om elkaar op af te rekenen. De bestuurskrachtmetingen zijn onderling niet met elkaar te vergelijken, vanwege de verschillende maatschappelijke opgave in ieder gemeente. Iedere bestuurskrachtmeting is daarmee uniek. De gemeente ’s-Gravendeel is niet in het aanvullende onderzoek opgenomen, omdat van deze gemeente geen recent vergelijkend materiaal aanwezig is. Berenschot doet drie prioritaire aanbevelingen: • Gebruik de uitkomsten van de lokale metingen om elkaar verder te brengen. Gemeenten die sterk scoren in bepaalde (organisatie-)onderdelen kunnen aan andere suggesties doen. Faciliteer en stimuleer een setting waarin deze onderlinge ‘hulp en bijstand’ normaal is. Dit versterkt de kracht van de Drechtsteden als geheel aanzienlijk; • Versterk de uitvoering door een doorbraak te forceren als het gaat om de inrichting van de ambtelijke organisatie van de Drechtsteden. Het gaat dan met name om Bureau Drechtsteden, de ROM-D en de verhouding met de gemeenten; • De Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden is vastgesteld door de gemeenteraden. Met de aanbevelingen van de commissie Dijkstal nog in het achterhoofd lijkt het van groot belang om de regionale afspraken te borgen in die gemeenschappelijke regeling. De bestuurskrachtmetingen zijn in november 2005 afgerond. De lokale metingen en het vervolgens samengestelde regionale onderzoek worden in de gemeenteraden gepresenteerd en besproken. Uit de aanbevelingen blijkt dat de uitkomsten van de lokale metingen prima kunnen worden gebruikt om de Drechtsteden als geheel verder te brengen.
10
11
De aanleiding voor Manden maken ligt in het regionale GSB-experiment dat de Drechtsteden in 2002 zijn aangegaan. Het directe gevolg van het experiment is het maken van een kwaliteitssprong in de regio. Dit vanwege de grote behoefte aan het daadwerkelijk vormgeven.
De commissie Dijkstal
Manden maken
De bevindingen van het regionale GSB-experiment zijn aanleiding geweest om aan de commissie Dijkstal te vragen ons een spiegel voor te houden. Op 13 januari 2004 heeft de heer Bandell in Kunstmin het rapport ‘Samen stad betekent wat’ in ontvangst genomen. De kern van dit rapport is dat ‘een duidelijke richting voor de samenwerking onbekend en ongedeeld is. Er zijn veel plannen, maar de uitvoering komt onvoldoende van de grond. De gemeenten hebben geen gezamenlijke prioriteiten gesteld en de ambities zijn nagenoeg niet financieel vertaald. Bestuurders zijn druk met elkaar en het ambtelijke realiseringsvermogen is beperkt. Ondertussen lukt het nog onvoldoende om de woonmilieus aantrekkelijker te maken, is het aanbod voor scholing en opleiding nog niet sterk genoeg, voeren de gemeenten geen volledig samenhangend beleid voor de vestiging van bedrijven, concentreren probleemgroepen zich in Dordrecht en neemt de hoogwaardigheid van de regio nog niet toe’. Dijkstal heeft duidelijk gemaakt dat de oplossingsrichting ligt in het maken van een kwaliteitssprong in het woon-, werk- en leefmilieu in ons gebied. De concrete resultaten moeten snel zichtbaar zijn. Manden maken zou de basis moeten leveren die kwaliteitssprong mogelijk te maken. De focus moet daarbij worden verlegd van beleidsontwikkeling naar uitvoering. De opzet van Manden maken ziet er als volgt uit: • formuleren streefbeeld voor de Drechtsteden; • definiëren van projecten waarbij in 2007 daadwerkelijk de schop de grond in gaat; • maken van een regionaal investeringsfonds van € 50 à € 60 miljoen aan gemeentelijke en provinciale bijdragen om de projecten te financieren; • opzetten van een regionale ambtelijke organisatie die deze projecten kan uitvoeren en een zekere toekomstbestendigheid heeft; • neerzetten van een bestuurlijke organisatie die in overeenstemming is met de ambities.
Streefbeeld
12
‘Samen stad aan het water’, dat is het motto waar de regio Drechtsteden de komende jaren aan blijft werken. Samengevat werkt de regio toe naar een regio Drechtsteden die een aantrekkelijke vestigingsplaats voor bewoners, bedrijven en bezoekers is. Een stedelijk gebied dat aantrekkelijk is voor de markt om in te investeren. Het is nodig een Drechtstedenbril te dragen om over de eigen gemeentegrenzen te kunnen kijken. Voor de korte termijn betekent dit uiteraard verzilvering van de afspraken Manden maken, maar voor de toekomst keuzes om echt en onderscheidend ‘Samen stad aan het water’ te zijn.
13
vervolg Manden maken Overzicht programma’s en projecten Kennisinfrastructuur
Transfercentrum HBO Onderwijsleerbedrijven LOC De Grienden (Sliedrecht) LOC Zwijndrechtse waard LOC-Papendrecht/ Alblasserdam ICT-platform
Sociale ontwikkeling
Route 23 Bijzondere doelgroepen
Economie (spoorzone, Shipping Valley, toerisme)
Wonen en Groen
Bereikbaarheid
Overig
14
Maasterras (Spoorzone) Oosteind (Papendrecht) Zeehavens (Dordrecht) Frankepad/Grotenoord (H.I.Ambacht) Hofkwartier (Dordrecht) City Lounge (Dordrecht) Energiehuis (Dordrecht) Groote Lindt (Zwijndrecht) Haven Zuid (Alblasserdam) Voorpoort (Sliedrecht)
Onderdijkserijweg (Zwijndrecht) Noordoevers (Zwijndrecht, H.I.Ambacht) Dordwijkzone (Dordrecht) Zone 70 (H.I.Ambacht) Recreatief steunpunt Sliedrecht HKS-Heuvelman (‘s-Gravendeel) Studie grondbedrijven Groene Contramal
HOV-D Aansluiting A-15 Aansluiting A-16 (Volgerlanden) Euryza Parkeervoorziening Papendrecht Fileproblematiek A16-N3-A15/externe veiligheid
Regionaal investeringsfonds
Het motto van het eindbod Manden maken is investeren en uitvoeren. In het eindbod zijn de volgende programma’s opgenomen: economie, wonen en groen, bereikbaarheid en kennisinfrastructuur en sociale ontwikkeling. In totaal gaat het om 23 investerings- en 9 ontwikkelingsprojecten in de zeven Drechtstedengemeenten. Voor investeringsprojecten geldt de afspraak dat uiterlijk in 2007 met de uitvoering wordt begonnen. De ontwikkelingsprojecten zijn gericht op het versneld in uitvoering brengen van het betreffende project, ook uiterlijk 2007. Een belangrijk aspect bij het proces Manden maken is dat enkele belangrijke regionale projecten zijn geselecteerd. Inzet is deze versneld in uitvoering te brengen. De Drechtstedengemeenten hebben in dat verband afgesproken tot een regionaal investeringsfonds te komen. Het investeringsvolume bedraagt € 300 miljoen. Daarvan wordt € 50 miljoen ingezet via het regionaal investeringsfonds en provinciale investeringsimpuls. Het resterende bedrag wordt gedekt door de individuele gemeenten, derden en exploitatie-inkomsten. Ook wordt getracht Rijksen Europese subsidies te verkrijgen.
Meerjareninvesteringsafspraken
Op 14 september 2005 hebben Provinciale Staten unaniem besloten in de komende jaren € 11,2 miljoen bij te dragen aan de uitvoering van de programma’s en projecten uit Manden maken. Afhankelijk van de voortgang komt er in 2006 nog een bedrag van € 3,8 miljoen beschikbaar. De inzet van deze provinciale middelen sluit aan op de ambitie om op hoofdlijnen te sturen en de daadwerkelijke uitvoering over te laten aan de regio. Deze verantwoordelijkheid betekent dat de bijdragen gekoppeld zijn aan prestaties van de Drechtsteden.
Slag naar uitvoering
In 2005 is voor de projecten uit Manden maken definitief de slag gemaakt naar de uitvoering. Op alle projecten is voortgang geboekt en bij veel projecten worden binnenkort de voorbereidingen afgerond. In 2005 is bij veertien investeringsprojecten groen licht gegeven. Dit betekent dat de spade tussen nu en eind 2007 de grond in gaat, dan wel dat het project al gestart is. Bij negen ontwikkelingsprojecten is eveneens groen licht gegeven. Dit betekent dat gestart is c.q. binnen een redelijke termijn gestart zal worden met een haalbaarheidsstudie, onderzoek, e.d. Bij enkele investeringsprojecten staat het licht nog op rood. Gegeven het risicoprofiel (bv. fijnstofproblematiek, eigendomsverhoudingen, beschikbare middelen, organisatorische knelpunten) is het niet ondenkbaar dat het licht helaas op rood blijft.
Instelling, beheer, werkwijze, e.d. van een Investeringsfonds Europese Subsidies
15
Het bidbook is geen weggegooid geld geweest, maar toont juist aan welke potenties het gebied heeft. Het toeristisch concept dat in het bidbook wordt beschreven, is het dan ook waard om te worden uitgevoerd, passend binnen het streefbeeld van de Drechtsteden.
Begin 2004 zijn de Drechtsteden gestart met een onderzoek naar de haalbaarheid en mogelijkheden om de Floriade in 2012 in de Drechtsteden te organiseren. Onder leiding van burgemeester Pijlman van ’s-Gravendeel is de startnotitie ‘Holland in ZAP-formaat’ opgesteld. Het water wordt gekozen als dé verbinding tussen de verschillende attracties en is daarnaast de drager van cultuur en historie. Net voor de zomer 2004, na een uitgebreide visitatie, oordeelt de Nederlandse Tuinbouwraad dat de Drechtsteden tot de beste vier kandidaten behoort, samen met Rotterdam, Venlo en Arnhem. De gemeenteraden in de Drechtsteden stemmen voor de zomervakantie in met het vervaardigen van een bidbook. Papendrecht en Sliedrecht geven op voorhand aan niet te willen participeren.
In het Eindbod Manden maken is een aantal projecten opgenomen rondom het toeristisch concept Drechtsteden ‘Hollands Glorie’: Hofkwartier, City Lounge, Energiehuis en Mercon Kloos. Belangrijkste uitgangspunt is de ontwikkeling van de toeristische as Rotterdam-Dordrecht met daarin de attracties Molengebied Kinderdijk, de historische binnenstad van Dordrecht en Nationaal Park de Biesbosch. Eind 2004 is door het Drechtstedenbestuur de gedachte meegenomen van de gemeente Alblasserdam om bij de ontwikkeling van het toeristisch concept eveneens de locatie Haven Zuid te betrekken. In april 2005 is gesteld dat eind 2005 richtinggevende uitspraken moeten worden gedaan over de koppeling tussen de locaties Mercon Kloos met Haven-Zuid. Het Mercon Kloos terrein zou (mede) moeten worden ingericht als toegangspoort en ontvangstruimte voor het Werelderfgoed Kinderdijk. Een mogelijke optie ter versterking van het concept is het koppelen van de locatie Haven-Zuid aan de locatie Mercon Kloos.
Met natuur- en milieuorganisaties wordt bij het opstellen van het bidbook uitgebreid overleg gevoerd in de zomerperiode. Het bedrijfsleven in de regio laat weten de Drechtsteden als een kans voor de regio te zien, zowel vanuit het oogpunt van promotie als vanuit de kansen voor de werkgelegenheid. Naast de input van bedrijfsleven en natuur- en milieugroeperingen wordt Bureau Drechtsteden bijgestaan door een kleine club van raadsleden die vooral meedenken over het proces rondom de Floriade en de communicatie richting de gemeenteraden.
16
Besluitvorming
Oktober 2004 wordt de maand van het produceren en inleveren van het bidbook, het examen bij de Nederlandse Tuinbouwraad, maar ook de maand van de besluitvorming door de gemeenteraden, het andere, even belangrijke examen. Eind oktober oordeelt de gemeenteraad van Hendrik-Ido-Ambacht als eerste dat de (financiële en andere) risico’s niet opwegen tegen de voordelen die er met een Floriade te behalen valt.
Niet afhankelijk van Floriade
De voorzitter van het Drechtstedenbestuur concludeert in een bijeenkomst van de gemeenten direct na de besluitvorming in Hendrik-Ido-Ambacht dat de samenwerking in de Drechtsteden (gelukkig) niet van de Floriade afhangt. Veel projecten die ten behoeve van de Floriade moeten worden uitgevoerd, zijn al opgenomen in het proces van Manden maken. Het bidbook is daarmee geen weggegooid geld geweest, maar toont juist aan welke potenties het gebied heeft. Het toeristisch concept dat in het bidbook wordt beschreven, is het dan ook waard om te worden uitgevoerd, passend binnen het streefbeeld van de Drechtsteden.
In het Drechtstedenbestuur van december 2005 is een aantal uitgangspunten voor Hollands Glorie vastgesteld. Hollands Glorie steunt op drie pijlers, te weten Kinderdijk, de binnenstad van Dordrecht en de Hollandse Biesbosch met het water als onmisbare verbindende schakel. Mercon Kloos wordt niet langer aangemerkt als de primaire schakel tussen het werelderfgoed Kinderdijk en de historische binnenstad van Dordecht. De investeringsbijdrage uit Manden maken wordt voor dezelfde doeleinden overgeheveld naar de locatie Haven-Zuid die verder wordt uitgewerkt. Ten slotte verwerft de gemeente Alblasserdam de gronden van Haven Zuid uit het oogpunt van het belang van de centrumontwikkeling van Alblasserdam, invulling van Shipping Valley-functies en een belangrijk onderdeel van het toeristisch-recreatief concept Drechtsteden.
Doelstellingen
Met de toeristische visie worden de volgende doelstellingen gerealiseerd in de Drechtsteden: • versterking/verbreding van het toeristisch aanbod; • vergroting van het aantal bezoekers; • langere verblijfstijd in de Drechtsteden; • vergroting van de bestedingen; • versterking van het imago van het gebied en de trots van de eigen inwoners. Met als effect vergroting van werkgelegenheid en versterking van de economische positie/klimaat.
17
Vanuit de Drechtsteden wordt met het strategiedocument geprobeerd om de mogelijkheden van Europese en landelijke subsidies op elkaar af te stemmen.
Als onderdeel van Manden maken wordt onderzocht of de Drechtsteden in aanmerking komen voor bijdragen uit de Europese structuurfondsen. Op 8 september 2005 is door het Drechtstedenbestuur het Strategiedocument Drechtsteden vastgesteld. Door de individuele gemeenten wordt, met uitzondering van Dordrecht, weinig of geen gebruik gemaakt van Europese subsidies. Vanuit de Drechtsteden wordt met het strategiedocument geprobeerd om de mogelijkheden van Europese en landelijke subsidies op elkaar af te stemmen.
Twee sporen
De Drechtsteden hebben zich tot doel gesteld aansluiting te zoeken bij subsidieprogramma’s van de Randstadprovincies en daarnaast bij de positionpaper van de G27. In de komende periode wordt gekozen voor twee sporen: • Nagaan of de meest kansrijke projecten uit Manden maken nog een bijdrage kunnen krijgen van de structuurfondsen 2000-2006. Mogelijk kan dit via de fastferry en waterbus. De River Ferry Services van de Southend on Sea Borough Council biedt inhoudelijke aanknopingspunten voor de Drechtsteden. Op de rivier de Thames ten oosten van Londen wil men een hovercraftdienst voor forensen en toeristen opzetten. Men zoekt hiervoor buitenlandse partners voor een Interreg project. Er wordt onderzocht of het mogelijk is om hier als partner bij aan te sluiten. • Bepalen van een strategische positie voor de Drechtsteden en gebruik maken van de structuurfondsen 2007-2013. Op het gebied van de Europese structuurfondsen zijn veel veranderingen op komst. Voor 2007 worden belangrijke beslissingen genomen over de verdeling van de toekomstige structuurfondsen in de periode 2007-2013. Door nu in te spelen op wensen en eisen van met name de Europese Commissie is het mogelijk een goede positie te krijgen binnen de toekomstige ESF. Het succes van een claim op Europese middelen hangt af van de mate waarin wordt aangesloten bij programma’s en beleidsvoornemens van die overheden die zijn betrokken bij de verdeling van ESF-gelden. In het Strategiedocument wordt de nadruk gelegd op Manden maken en meer in het bijzonder op enkele grote projecten zoals Spoorzone, breedband ICT-netwerk, Kenniscentrum Shipping Valley en uitbreiding van kennisinfrastructuur.
Drechtraad
18
Ook in de Drechtraad is in een workshop gesproken over de mogelijkheden voor de Drechtsteden en Europese subsidies. Het vastgestelde strategisch document is overhandigd aan de provincie, waarmee een duidelijk signaal wordt afgegeven dat de Drechtsteden willen meedingen.
Begin januari 2006 hebben alle gemeenten ingestemd met de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden (GrD). De regeling treedt de dag na de gemeenteraadsverkiezingen, op 8 maart 2006, in werking. Met de inwerkingtreding van de GrD kan de bestuurscommissie Drechtsteden worden opgeheven.
Uitvoering eindbod
In het eindbod Manden maken is geadviseerd dat het bij een dergelijke grote investeringsagenda als in Manden maken wenselijk is om een zelfstandige regeling met rechtspersoonlijkheid voor de Drechtsteden te starten. In de afgelopen jaren is gebleken dat de Wgr Zuid-Holland Zuid (en de daarbij behorende Bestuurscommissie Drechtsteden) voor de realisatie van de ambities niet langer toereikend is.
Gemeenschappelijke regeling
In de Wet gemeenschappelijke regeling staat dat de raden, de colleges en de burgemeester van twee of meer gemeenten afzonderlijk of samen een gemeenschappelijke regeling kunnen treffen ter behartiging van een of meer bepaalde belangen van die gemeenten. Een gemeenschappelijke regeling is niets meer en minder dan een juridisch kader waarin organisatie en procedureregels voor de regionale samenwerking worden vastgelegd. Het is gebruikelijk dat aan een gemeenschappelijke regeling lokale bevoegdheden worden overgedragen. Het overdragen van bevoegdheden is geen doel op zich, maar moet een effectieve aanpak van de regionale opgaven ondersteunen. Een juridische verankering van de samenwerking vermindert de vrijblijvendheid en vergroot de slagkracht. Een goed voorbeeld is het regionaal investeringsfonds. Momenteel is het in de Drechtsteden niet mogelijk om een transparante manier verantwoording af te leggen over de uitgaven uit dit fonds, omdat de Drechtsteden in juridisch opzicht geen zeggenschap hebben. Een tweede voorbeeld is dat de betrokkenheid van de gemeenteraden wordt vastgelegd. Dit gebeurt door de instelling van een algemeen bestuur: de Drechtraad. De voorgestelde regeling heeft een uniek karakter. Nergens in Nederland wordt aan de raden zoveel directe invloed op de verlengd lokale samenwerking toegekend als via hun deelname in de Drechtraad.
Evaluatie
In de GrD wordt een nieuwe werkwijze van Drechtraad en Drechtstedenbestuur vastgelegd. Daarmee wordt een stap voorwaarts gezet in het proces van regionale samenwerking. In de slotbepaling staat dat de Drechtraad zorgt voor een evaluatie van de regeling in 2009. Bij deze evaluatie worden alle deelnemers betrokken.
Inspraakverordening
Tijdens de Drechtraad in oktober 2005 is door ECO-Dordt een motie ingediend om een inspraakverordening op te stellen. Deze motie is aangenomen. In de Drechtraad van januari 2006 is door het Drechtstedenbestuur een conceptversie gepresenteerd. Na formele instelling van de Drechtraad na de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2006, kan de verordening worden vastgesteld.
Opheffing bestuurscommissie
Met de inwerkingtreding van de GrD kan de bestuurscommissie Drechtsteden opgeheven worden. Verwacht wordt dat de Drechtraad en het Drechtstedenbestuur vanaf 1 juli 2006 operationeel zullen zijn. Om te voorkomen dat het werk tijdens het formatieproces stil ligt, kan de bestuurscommissie nog functioneren totdat het Drechtstedenbestuur in functie treedt. Aan het Algemeen Bestuur van Zuid-Holland Zuid wordt verzocht de bestuurscommissie Drechtsteden, met ingang van de datum waarop het Drechtstedenbestuur in functie treedt, op te heffen.
19
2005 is een overgangsjaar waarin wordt gewerkt aan een nieuwe bestuurlijke en ambtelijke organisatie van de Drechtsteden. Aanleiding hiertoe is het medio 2004 uitgebrachte Eindbod Manden maken en het daarbij behorende organisatieadvies van de commissie Scholten.
Bureau Drechtsteden neemt verantwoordelijkheid in nieuwe Regio Drechtsteden
Begin 2005 is Bureau Drechtsteden gestart met een verandertraject om mede vorm te geven aan de bestuurlijke en ambtelijke vernieuwing. Dit met het oog op de nieuwe organisatie van de Regio Drechtsteden zoals die in 2007 gerealiseerd wordt en gebaseerd op de ontwikkelingen in de regio in de afgelopen jaren. Bureau Drechtsteden heeft in de toekomst vier taken in de Regio Drechtsteden: • Bestuurs- en management ondersteuning. Binnen dit taakveld houdt het bureau zich bezig met het faciliëren van de bestuurders en bestuursorganen die samenwerken in de Drechtsteden. Die ondersteuning bestaat uit advisering en logistieke ondersteuning. Hetzelfde geldt voor de ondersteuning van de Algemene Directie i.o.; • Beleids- en programmacoördinatie. Binnen dit taakveld houdt het bureau zich bezig met de regie en afstem-
• •
Bestuurlijke vernieuwing
Algemene directie in ontwikkeling
20
ming van de inhoudelijke samenwerking tussen de zeven gemeenten op diverse beleidsterreinen. Het bureau doet dit vanuit een procesgerichte benadering: het bureau monitort en stuurt erop dat de inhoudelijke producten aansluiten bij de strategische ontwikkeling van het Drechtstedengebied als geheel en bij de politieke en bestuurlijke belangen van de partners in de samenwerking; Strategieontwikkeling voor de regionale samenwerking in het algemeen; Staffuncties als managementtaken, financiën en beheer, communicatie, enzovoort.
Om de projecten uit Manden maken uit te kunnen voeren, is een daadkrachtig regionaal bestuur nodig, waarbij ook draagvlak en democratische legitimatie van het grootste belang blijven. Op 1 december 2004 vindt de eerste formele vergadering van de Drechtraad plaats. Teneinde de bestuurlijke drukte te verminderen en integraliteit te bevorderen, zijn de voorheen zeven Bestuurlijke Commissies in juli 2005 gefuseerd tot de Bestuurlijke Commissie Fysiek, de Bestuurlijke Commissie Economie & Bereikbaarheid en de Bestuurlijke Commissie Sociaal. Het vervangen van de Ambtelijke Adviesgroepen door meer flexibele en resultaatgerichte overlegvormen is één van de eerste stappen die genomen zijn in de ambtelijke reorganisatie. 2006 wordt het jaar waarin de Drechtsteden verder worden omgevormd. Zo wordt geoefend met een nieuwe managementstructuur waarin de gemeentesecretarissen een belangrijke rol krijgen. In de aansturing van de netwerkorganisatie vormen de gemeentesecretarissen de algemene directie van de Drechtsteden. In het nieuwe plaatje worden de op te richten Intergemeentelijke Sociale Diensten (ISD) en het Shared Service Centre (SSC) onderdeel van de gemeenschappelijke regeling. Ook het Regionaal Bureau Leerplicht (RBL+) wordt hier ondergebracht. Dit vergt behoorlijk wat aansturing en coördinatie, ook in relatie tot de rol van Bureau Drechtsteden die hierin haar eigen verantwoordelijkheid neemt. Daarnaast heeft de nieuwe rol van de gemeentesecretarissen gevolgen voor de eigen ambtelijke organisatie in de gemeente.
Shared services in de Drechtsteden
Eind juni 2005 hebben de colleges opdracht gegeven aan de gemeentesecretareissen om onderzoek te doen naar de haalbaarheid van een gezamenlijk Shared Service Centre (SSC). De gemeente ’s-Gravendeel neemt niet deel aan dit onderzoek. Een SSC houdt in dat diensten en medewerkers van diverse gemeenten worden ondergebracht in een gemeenschappelijke organisatie. Later in 2005 besluit ook regio Zuid-Holland Zuid zich aan te sluiten bij het onderzoek vanwege de betrokkenheid van de regio bij de verschuiving van taken en medewerkers die de komende periode te verwachten zijn. De doelstelling van het onderzoek dat in september 2005 van start is gegaan, is het leveren van informatie op basis waarvan de colleges op gefundeerde gronden een besluit kunnen nemen over de haalbaarheid van een SSC in de Drechtsteden. Bij positieve resultaten van het onderzoek is de volgende stap het komen tot een intentieovereenkomst. Mede op basis van de resultaten van de bestuurskrachtmeting wordt gewerkt aan de versterking van de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Ook binnen de doorontwikkeling van de netwerkorganisatie Drechtsteden past het onderzoek naar een SSC. Belangrijke factor voor de vorming van een SSC zijn de economische voordelen die er te behalen zijn. Voor het geheel van de Drechtstedengemeenten en de regio wordt een besparingsvoordeel op jaarbasis geraamd van tussen de acht en 12 miljoen euro. Overigens is dit voordeel in de eerste jaren deels nodig om de aanloop- en overgangskosten op te vangen. Ten slotte is een regionaal SSC van belang voor het slagen van andere ontwikkelingen in de Drechtsteden. Het uitgangspunt is dat het SSC wordt ingebed in de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. Er wordt gewerkt aan een bestuursopdracht. Voor die tijd is het van belang dat de colleges zich uitspreken over de uitwerkingen tot nu toe en het perspectief dat daar uit spreekt. De contourenschets is daarom voorgelegd aan de colleges. In de nieuwe periode kan vervolgens het onderwerp worden besproken met de nieuwe gemeenteraden. De gemeentesecretarissen en de portefeuillehouders P&O trekken dit onderwerp gezamenlijk.
21
In 2004 is de Visie ‘Kansrijk in de Drechtsteden, Sociaal beleid op de kaart’ vastgesteld. Uitgangspunt is dat sociaal beleid draait om het verhogen van de sociale kwaliteit van de samenleving in de Drechtsteden. Het sociale streefbeeld is een regio met een breed aanbod aan voorzieningen op het gebied van onderwijs, welzijn en zorg, waar bewoners en bezoekers in verschillende richtingen en op verschillende niveaus aanbod van hun gading vinden.
Vanuit de visieontwikkeling is het eerste meerjarige programma voor sociaal beleid in de Drechtsteden voor de jaren 2004 -2007 geformuleerd. Inmiddels is dit programma geactualiseerd in het programma 2006-2008, dit onder meer naar aanleiding van de wens van de provincie Zuid Holland om met alle regio’s Regionale Agenda’s Samenleving op te stellen. Over deze RAS, of het programma van de Bestuurlijke Commissie sociaal 2006 – 2008 is in februari 2006 met de provincie een bestuursconvenant ondertekend. Op basis van dit convenant stelt de provincie per jaar zo’n 7 á 8 ton voor sociaal beleid beschikbaar aan de Drechtsteden. Het programma is te onderscheiden in 4 thema’s Jeugd & Onderwijs, Leefbaarheid & Veiligheid, Zorg & Integratie en Sociale Infrastructuur.
22
Regionaal Bureau Leerplicht+
In de afgelopen periode is het RBL+ gerealiseerd. Op 30 september 2004 is het bureau geopend na een voorbereidingstijd van twee jaar. Het RBL+ voert voor alle Drechtstedengemeenten, behalve ‘s-Gravendeel, plus enkele gemeenten uit de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden de leerplicht en de regionale meldingen en coördinatiefunctie (RMC) uit. Het RBL+ is een van de partners in Route 23 (zie verderop). Het bureau wordt ondergebracht in de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden.
Kennis Infrastructuur Drechtsteden (KIS-D)
Verbetering van de Kennisinfrastructuur in de Drechtsteden is ook opgenomen in Manden Maken. Kis-D is onderverdeeld in de projecten: Realiseren 3 Loc’s ( in Sliedrecht, Zwijndrecht-Ambacht en in Papendrecht/West-alblasserwaard.) Onderwijsleerbedrijven, Virtueel ICT-platform, Coördinatie Stageplaatsen en Uitbreiding Hoger onderwijs.
Route 23
Het project heeft als doel het voorkomen en het bestrijden van de jeugdwerkloosheid en richt zich op jongeren tussen de 16 en 23 jaar, met als primaire doelgroep ‘kansarme’ jongeren. In het project werken de sociale diensten van Dordrecht, Zwijndrecht, Sliedrecht, Alblasserdam en Hendrik-Ido-Ambacht samen met het CWI, Bureau Jeugdzorg, Roc Da Vinci, RBL+, MEE en het UWV. Via een gestroomlijnde intake en multidisciplinaire aanpak tracht men de ‘kansarme’ jongeren snel in beeld te krijgen en door te leiden naar een adequaat traject richting school, werk en/of zorg.
Expertisecentrum ZMOK
In de afgelopen periode is een lesplaats voor Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen in de Drechtsteden gerealiseerd.
Afstemming lokaal jeugdbeleid en Jeugdzorg
Nadat eerst in 2004 een raamconvenant met de provincie is gesloten, is in juli 2005 het convenant Jeugdzorg getekend. Als onderdeel van de regionale agenda samenleving is er een regionaal actieplan opgenomen waarin de te leveren prestaties zijn opgenomen. Met het convenant komt er een duidelijke verbinding tussen het gemeentelijke jeugdbeleid en de Jeugdzorg (Jeugdhulpverlening en -bescherming) waar de provincie verantwoordelijk voor is.
Sociale wijkaanpak bij herstructurering
Monitor Leefbaarheid & Veiligheid
Het doel is om door middel van kennisuitwisseling over de sociale wijkaanpak in (herstructurerings)wijken in de verschillende Drechtstedengemeenten te komen tot kennisuitbreiding. Dit project is niet goed van de grond gekomen aangezien de gemeenten er bij nader inzien onvoldoende het nut ervan inzagen. Uiteindelijk heeft wel uitwisseling van kennis en een bepaalde aanpak plaatsgevonden tussen Dordrecht en Zwijndrecht. Het project is vervolgens van het programma afgevoerd. Deze monitor is in 2003, voor de eerste keer in het kader van het GSB-experiment, en in 2005 uitgevoerd. De resultaten komen begin 2006 beschikbaar. Met de uitkomsten kunnen gemeenten hun gebiedsgerichte beleid aanscherpen.
Voorkomen huiselijk geweld bij relatiestarters
Ontwikkelen en uitvoeren van een project op het voortgezet onderwijs dat jongeren, relatiestarters, bewust maakt van huiselijk geweld en hen aanzet tot het voorkomen dan wel het weerstaan daarvan. Dit project is in 2004-2005 succesvol uitgevoerd op 2 V.O.scholen in de regio. Voor de komende jaren voert de GGD het op meerdere scholen in de regio uit. Daarnaast zal in 2006 via ‘Train de Trainer’ de methodiek ook aan andere organisaties overgedragen worden, zodat die het ook kunnen uitvoeren.
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
Rondom de invoering van de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning hebben de Drechtsteden gezamenlijke beleid ontwikkeld. De beleidsontwikkeling vindt interactief plaats, vertegenwoordigers van zorgvragers en aanbieders worden erbij betrokken, o.m. in het WMO-platform en in diverse taakgerichte werkgroepen en expertmeetings. Het doel is om zoveel mogelijk eenheid in beleid in de Drechtsteden te krijgen om ongelijkheid in de regio te voorkomen met natuurlijk de mogelijkheid om zaken lokaal in te kleuren, in samenwerking met veelal op regionale schaal georganiseerde zorgaanbieders. Daar waar mogelijk uitvoering gezamenlijk organiseren vanwege schaalvoordeel, een regionale backoffice, b.v bij de nieuwe ISD, met lokale loketten. Het kabinet wil de WMO in laten gaan per 1 januari 2007. De voorbereiding en implementatie zullen nog zeker heel 2006 en 2007 doorlopen.
Gespreide huisvesting en zorg voor bijzondere groepen
In dit, in Manden maken opgenomen, project wordt eerst de huidige spreiding van voorzieningen voor bijzondere groepen (volgens Definitie startnotitie 30/09/04) en de wensen tot uitbreiding, verplaatsing e.d. van betrokken organisaties in kaart gebracht. Vervolgens worden in overleg met betrokken zorg en huisvestingsorganisaties en gemeenten verdeelafspraken gemaakt, waardoor een evenwichtiger spreiding van voorzieningen tot stand komt. Het project kent een stuurgroep met daarin de regionaal portefeuillehouder (vanuit BC Sociaal, die het primaat heeft), een vertegenwoordiger vanuit BC Fysiek, vanuit de woningbouwcorporaties en de zorginstellingen. Het effect is een evenwichtiger spreiding van voorzieningen voor bijzondere groepen over de regio. In het kader van de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) wordt in 2006 een regionaal meldpunt bij de GGD gestart in samenwerking met lokale zorgnetwerken.
23
vervolg Sociaal
Binnen de Drechtsteden bevinden zich tal van voorzieningen & activiteiten op het gebied van cultuur, sport, die van groot belang zijn voor de bevolking.
Wonen, Zorg en welzijn ouderen
Onderzocht wordt in welke vorm wonen en zorg voor ouderen het beste in gemeenten en wijken gerealiseerd kan worden. Geïnventariseerd is hoe de huidige stand in de gemeenten is en wat nog verder nodig is en wat meerwaarde heeft om regionaal aan te pakken. Het project loopt nog door in de nieuwe periode. Het is een coproductie van de BC Fysiek en de BC Sociaal waarbij de BC Fysiek het primaat heeft en de, door de provincie hiervoor beschikbaar gestelde middelen opgenomen zijn in de RAS, de begroting sociaal.
Drechthopper
Na een voorbereidingsperiode waarin geprobeerd is het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) als open systeem (vorm van openbaar vervoer) in te voeren in de Drechtsteden, is in januari 2004 de Drechthopper uiteindelijk als gesloten systeem gaan rijden in de Drechtstedengemeenten Alblasserdam, Hendrik Ido Ambacht, Dordrecht, Papendrecht en Zwijndrecht. Deze voorziening voor gehandicapten en 75+ (gesloten systeem) heeft in de afgelopen jaren zo goed gefunctioneerd dat de prognoses in een aantal gemeenten overschreden werden, wat voor de gebruikers goed en voor de gemeentelijke financiën minder goed was. Bij kwalitatief onderzoek door de regionale patiënten- en cliëntenvereniging bleek de doelgroep overwegend tevreden. Dit geldt ook voor het gebruikerspanel. Inmiddels is besloten om voor de periode 2006 -2010 het contract met de huidige vervoerder te verlengen.
Het programma Sport en Cultuur is in de perspectiefnota 2002-2006 omschreven in de prioriteiten voor Vrijetijd. Met de herschikking van de taken binnen de bestuurlijke commissies is dit onderdeel onder de BC Sociaal terechtgekomen. Het doel van het programma Sport en Cultuur is: • om de samenwerking tussen de Drechtstedengemeenten op cultureel gebied vergroten • het versterken van de positie van de Drechtsteden als regio voor cultuur; • het vergroten van de samenhang in het voorzieningenaanbod om de kwaliteit en de efficiëntie te verbeteren; • samenwerking en professionalisering op het gebied van sport Hiermee wordt een culturele uitstroom in de regio tegengegaan en wordt tegelijkertijd de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de woonomgeving van mensen vergroot. Binnen de Drechtsteden bevinden zich tal van voorzieningen en activiteiten op het gebied van cultuur, sport, die van groot belang zijn voor de bevolking. De omvang van de Drechtsteden vraagt om een voorzieningen- en activiteitenniveau dat: • goed functioneert en afgestemd is op de vraag; • op elkaar is afgestemd en samenwerkt daar waar dat gewenst en mogelijk is. In het verlengde hiervan zijn in het verleden vooral kort lopende projecten en activiteiten opgepakt waarmee uitvoering wordt bewerkstelligd. In de beleidscyclus is het gebruikelijk dat eerst beleid geformuleerd wordt, op grond waarvan vervolgens programma’s en projecten worden vastgesteld. Vrije tijd beschikte echter (nog) niet over een beleidskader. Daarom is een Strategisch Plan Vrije Tijd opgesteld, waaruit de projecten voortvloeien en op grond waarvan prioriteitsstelling heeft plaatsgevonden. Het Strategisch Plan Vrije Tijd geeft de (beleidsmatige) samenhang en synergie weer van sport, cultuur, (recreatie en toerisme). Daarnaast maakt het Strategisch Plan Vrije Tijd de raakvlakken met andere beleidsvelden, zoals ruimtelijke ordening en verkeer en vervoer, zichtbaar. Zo is het Strategisch Plan als het ware de ‘paraplu’ waaronder de diverse werkzaamheden van vrije tijd een plaats hebben gekregen.
Cultuurprofiel Drechtsteden
24
In de notitie ‘Als Ware Het Een Stad, Cultuurprofiel De Drechtsteden’ is aanbevolen de onderscheidende kenmerken van de Drechtsteden, het water, de historie en de menselijke stem als uitgangspunten te gebruiken voor het ontwikkelen en uitvoeren van projecten. Op basis van deze notitie is gekozen voor de uitwerking en uitvoering van een tweetal projecten. Deze projecten zijn: a. Festival VOX (voorheen Festival De Stem genoemd); b. Versterken en afstemmen popoefenruimtes en poppodia; Sinds 2003 worden de projecten VOX en Hutspod jaarlijks uitgevoerd.
25
vervolg Sociaal: Sport & Cultuur
In het beleidsveld Fysiek zijn de volgende programma’s ondergebracht: ruimtelijke ontwikkeling, wonen & stedelijke vernieuwing, groen, water & milieu. Het regionale ruimtelijk beleid is gericht op het goed laten functioneren van de regio. Goed voor de inwoners, bezoekers, bedrijven en instellingen van alle Drechtstedengemeenten.
Regiotheater
In de achterliggende raadsperiode is onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van een regiotheater met drie zalen voor de Drechtsteden. Aan dit onderzoek lag de denklijn ten grondslag, dat met de komst van een regiotheater de lokale podiumaccommodaties in stand blijven. Op dit moment wordt in meerdere gemeenten nog gewerkt aan haalbaarheidsonderzoeken voor de realisatie van theaters. In afwachting daarvan is een regionale pas op de plaats gemaakt.
Afstemming programmering theaters
Besloten is om het traject van samenwerking te starten met een aantal concrete nieuwe samenwerkingsvormen. Genoemd kunnen worden: • verdiepen afstemming programmering; • gezamenlijke krant; • amateur theaterfestival on tour; • gedeelde website. Het ligt in de bedoeling om de invulling van de samenwerkingsvormen in september 2006 te evalueren.
Versterking en afstemming evenementen(bureau)
26
Herijking ruimtelijke visie Drechtsteden
Uit onderzoek is gebleken dat geen behoefte bestaat aan een regionaal evenementenbureau. Wel is besloten tot afstemming en integratie van de evenementenkalender die met ingang van 2006 jaarlijks verschijnt.
Samenwerking bibliotheken
De intentie is uitgesproken om binnen Zuid-Holland Zuid Oost vóór 2008 gezamenlijk een basisbibliotheek te vormen die bestaat uit een gezamenlijke backoffice, diverse frontoffices en opererend onder één bestuur.
Samenwerking zwembaden
In vervolg op het rapport van Marktplan Adviesgroep heeft de samenwerking op het gebied van marketing, personeel, inkoop en energie gestalte gekregen. Het doel is om binnen afzienbare tijd helderheid te krijgen over de wens om tot een gemeenschappelijke beheersorganisatie voor zwembaden te komen.
Sport(accommodatie)beleid
Een belangrijk deel van dat goed functioneren heeft betrekking op de woon en leefkwaliteit. Vanuit het motto ‘Samen stad aan het water’ hebben de Drechtsteden gezamenlijk de opgave om een hoogwaardige ruimtelijke vertaling te maken van het streefbeeld. Dat betekent dat de functionele regio een uitgebalanceerd pakket aan woonmilieus, typen bedrijventerreinen en voorzieningen biedt en dat de bestuurlijke Regio er zorg voor draagt dat dit pakket zich met kwaliteit kan blijven ontwikkelen. Er zal nog nader bezien moeten worden wat de concrete betekenis van de onlangs door de Eerste Kamer vastgestelde Nota Ruimte voor de regio kan zijn.
Uit een gehouden conferentie in 2004 is gebleken dat samenwerking mogelijk is op een aantal nader uit te werken onderwerpen (sportservicebureau’s, sportbedrijf, breedtesportstimulering/BOS-regeling, sportstimulering).
In 2002 is in opdracht van het Drechtstedenbestuur gestart met de herijking van de in 1997 verschenen Structuurvisie Drechtsteden 2030, omdat het toekomstperspectief veranderd is en daarom de visie op de ruimte daarin mee moet. Een nieuw ruimtelijk kader is noodzakelijk. Via een open en interactief proces heeft dit in 2005 geresulteerd in een geactualiseerde visie op de ruimtelijke hoofdstructuur van de regio ligt: ‘Ruimte geven’. Hierin wordt sterk geredeneerd vanuit het concept van de ‘Balanced Region’, waarbij de woon- en leefkwaliteit voorop staan. De nieuwe visie gaat uit van een thematische benadering rond wonen, werken, voorzieningen, groen en mobiliteit. Nieuw in vergelijking met de vorige visie is, dat scherpe keuzes worden voorgelegd over een aantal hoofdpunten van beleid, ook op het punt van projecten en locaties. Inmiddels is ‘Ruimte geven’ in de regionale inspraak geweest. De nota is door het Drechtstedenbestuur en de Drechtraad vastgesteld. De zeven gemeenten behandelen de herijking vervolgens in februari 2006. De Drechtraad heeft tevens het Drechtstedenbestuur opdracht gegeven het ruimtelijk kader uit te werken in een actieprogramma en dit onderdeel te laten zijn van het nieuwe regioprogramma voor de komende raadsperiode.
Zuidvleugel
De Drechtsteden participeren in het Bestuurlijk Platform Zuidvleugel (BPZ). In december 2005 is een nieuwe agenda 2010-2020 voor de belangrijkste Zuidvleugel-ontwikkelopgaven vastgesteld. Deze opgaven dienen bij te dragen aan de verdere ontwikkeling van de Zuidvleugel als netwerkstad van bestuur en recht, kennis en logistiek. Voor de periode na 2010 heeft het BPZ in het kader van het Verstedelijkingsprogramma Zuidvleugel een aantal integrale opgaven geformuleerd. Voor de regio Drechtsteden zijn de volgende opgaven van belang: • Spoorzone Drechtsteden/Maasterras (één van de 9 topprioriteiten Zuidvleugel); • Stedenbaan Zuidvleugel; • Groen en water in en om de stad; • Binnenstedelijke opgave; • Kenniscentra en bedrijventerreinen.
27
vervolg Fysiek
Het imago van de Drechtsteden op het gebied van woonkwaliteit is niet goed. Door uitbreiding en vernieuwing van de woningvoorraad wordt geprobeerd dit imago te verbeteren. Het mechanisme van de woningmarkt functioneert gebrekkig.
Kwaliteitsteam Drechtoevers
Merwedezone
28
Het Drechtoeverproject is in 2004 in afgeslankte vorm voortgezet. De kern van de activiteiten is het advieswerk van het kwaliteitsteam en het organiseren van enkele debatten over ruimtelijke kwaliteit. De ambtelijke ondersteuning en communicatie wordt gefinancierd uit de inwonerbijdragen van de gemeenten. De leden van het kwaliteitsteam worden voor hun adviezen betaald uit de projecten waarover geadviseerd wordt. Voor elke adviesaanvraag wordt een offerte gemaakt, waarbij het aantal te besteden uren uitgangspunt is. Grote projecten zijn o.m. Stadswerven, Noordoevers en Maasterras. Kleine projecten zijn o.a. Euryza, Haven-Zuid, Jachthaven Papendrecht, EZH-terrein (Oostpoort) en dijklint Alblasserdam-Sliedrecht. Het project Merwedezone omvat de gehele (stedelijke) west- en zuidrand van de Alblasserwaard vanaf Kinderdijk tot en met Gorinchem, inclusief de overgangszone van het verstedelijkte gebied naar de open Alblasserwaard. In de Merwedezone is onder meer sprake van onvoldoende ruimtelijke kwaliteit. Een tekort aan capaciteit voor de berging van oppervlakte water, verminderde bereikbaarheid voor recreatief (langzaam) verkeer en de landschappelijke inpassing van de Betuweroute. Een groot aantal partijen, waaronder de Drechtsteden, heeft hiertoe in december 2004 een intentieverklaring ondertekend. Er is een stuurgroep van gemeenten en de beide regio’s ingesteld onder voorzitterschap van de provincie. Afstemming vindt plaats met het project MerwedeLingeLijn. Verder bestaat er samenhang met de herijking ruimtelijke visie Drechtsteden, het manden maken project ‘Recreatief Steunpunt Sliedrecht’ en het project Hollands Glorie.
Oorzaken hiervan zijn een stagnerende woningbouw, herstructurering op een te laag tempo en de nog steeds hoge prijzen op de koopmarkt. Gevolg is dat de doorstroming niet op gang komt. Aan de onderkant van de woningmarkt komen te weinig woningen vrij voor starters en mensen met lage inkomens. Aan de bovenkant van de markt leidt het tot het vertrek van huishoudens met hogere inkomens naar elders.
Woonvisie regio Drechtsteden ‘Spetterend wonen in de Drechtsteden!’
De regionale koers voor het beleidsveld wonen/stedelijke vernieuwing is vastgelegd in de Woonvisie (2004). De doelstelling van de woonvisie is ‘een regio met kwaliteit’ met als subdoelstellingen: zeggenschap en keuzevrijheid, hogere kwaliteit van de woningen, hogere kwaliteit van de woonomgeving. Hieraan is een programma verbonden voor de korte (2000-2005), middellange (2005-2010) en lange termijn (2010-2015). Het programma kent een kwalitatieve insteek, gericht op het behouden, versterken, transformeren en ontwikkelen van de voor de regio gewenste woonmilieus. Hiervoor wordt gewerkt met een woonmilieutypologie. De woonvisie bevat diverse beleidsthema’s: vergroten keuzevrijheid/zeggenschap bewoners (w.o. particulier opdrachtgeverschap), zelfstandig wonen in combinatie met voorzieningen voor ouderen en zorgbehoevende, de huisvesting van maatschappelijk kwetsbare groepen, bouwen voor hogere inkomens en spreiding van lagere inkomens over de regio. Jaarlijks wordt ter uitvoering van de woonvisie een Jaarplan uitgebracht. Hierin worden de belangrijkste ontwikkelingen op de woningmarkt weergegeven, de beleidsinzet en het (voortschrijdende) regionale woningbouwprogramma. Tevens verschijnt er jaarlijks een Woonmonitor. In het verlengde van de woonvisie zijn/worden diverse beleidsprojecten opgestart: • Woonconsumentenparticipatie (afgerond in 2004); • Huisvesting bijzondere doelgroepen (samen met de sociale pijler, loopt door in 2006); • Wonen en zorg voor ouderen (samen met de sociale pijler, loopt door in 2006); • Uitwerken woonmilieudifferentiatie (in 2006); • Verbeteren regionale woonmonitor (in 2006 e.v.).
29
vervolg Fysiek: Wonen
Woningbouwafspraken 2005-2010
Task Force Woningbouw Drechtsteden
Noordoevers – H.I. Ambacht en Zwijndrecht
Studie grondbedrijven/ transparantieonderzoek
Woonruimteverdeling
30
In vervolg op de intentieafspraken uit 2002 zijn in 2004 definitieve afspraken gemaakt met Rijk en provincie op het gebied van woningbouw tot 2010. Kern hiervan is de bouw van 9.000 nieuwe woningen. Hiervoor stelt het Rijk de regio een prestatiegericht budget beschikbaar (BLS-subsidies). Een verdeelvoorstel voor de subsidie is uitgewerkt en ligt ter goedkeuring bij de provincie. Het Convenant bevat ook afspraken op het gebied van milieu, werken, openbaar vervoer/infra en groen. Nadat in 2002 is geconstateerd dat de regionale woningbouwproductie achterliep, is besloten een regionale Task Force op te richten. Vanaf 2003 is door de regionale Task Force een werkwijze ingevoerd van twee keer per jaar toetsen van de voortgang van de woningbouwproductie op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau. Inmiddels is de Taskforce een vaste dienst die toeziet op de uitvoering van de woningbouwprogramma’s, knelpunten signaleert en voorstellen doet voor oplossingen. Het werkterrein is uitgebreid met de ISV-projecten. Met ingang van 2006 is de officiële benaming Task Force Woningbouw Drechtsteden. Binnen het project Noordoevers worden ca. 1.300 tot 1.500 woningen gerealiseerd. Tevens worden de natuurlijke waarden van het gebied Sophiapolder/Galgeplaat versterkt en worden de oevers ingericht als recreatief gebied. Voor de bedrijven aan de Rietbaan, die verplaatst moeten worden, wordt een bedrijventerrein ingericht op de Antoniapolder. In het kader van de discussie over de ROM-D hebben de gemeenten en het Drechtstedenbestuur besloten om de regierol voor de uitvoering bij het Drechtstedenbestuur te leggen. In het kader van de PALT (Prestatieafspraken Lange Termijn) is met de woningcorporaties afgesproken te komen tot meer transparantie in relatie tot de gemeentelijke grondbedrijven. De huidige situatie kenmerkt zich door grondbedrijven die allemaal hun eigen methodiek hanteren. Met het oog op de genoemde transparantie wordt gestreefd naar meer uniformiteit binnen de grondexploitaties. Hiertoe wordt op dit moment een studie uitgevoerd.
Platform Drechtsteden bouwt/Woonpromotie
Het Platform Drechtsteden heeft tot doel om het gesprek te organiseren tussen projectontwikkelaars, woningcorporaties en gemeenten van de Drechtsteden over ontwikkelingen op de woningmarkt en de voortgang van de woningbouw. Twee keer per jaar wordt er een bijeenkomst georganiseerd om een onderwerp te bespreken en informatie uit te wisselen. Regionale woonpromotie, en in het bijzonder de Stichting Woonpromotie Drechtsteden, is in 2005 geëvalueerd. Begin 2006 wordt een voorstel voor het vervolg geschreven, in nauw overleg met de marktpartijen.
Prestatieafspraken Lange Termijn
De PALT-afspraken zijn in 2003 getekend door corporaties en gemeenten. De afspraken zijn gericht op het uitvoeren van de Woonvisie, onder andere het transformeren van de sociale woningvoorraad. Daarnaast worden jaarlijks korte termijn afspraken gemaakt (PAKT-afspraken) die in lokale afspraken worden doorvertaald.
ISV (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
Het ISV programma 2000-2005 is afgerond. Voor 2005-2010 is een nieuw ISV(2)-programma opgesteld. Het accent hierin ligt op de herstructurering van woongebieden. Er is sprake van een gezamenlijke inzet en verdeling van de ISV-middelen door de programmagemeenten (Dordrecht uitgezonderd). Hieraan gekoppeld zijn een regionaal bodem- en geluidprogramma.
HKS/Heuvelman, ’s-Gravendeel
Het HKS/Heuvelman-terrein ligt aan de oevers van de Dordtse Kil. Het is momenteel een nat bedrijventerrein, waarop twee bedrijven gevestigd zijn. Onderzocht wordt welke mogelijkheden er zijn om deze bedrijven te verplaatsen, en het terrein een woonbestemming te geven. Hierbij spelen verschillende aspecten een rol, zoals de planologische ruimte voor functiewijziging, de milieuaspecten (bodemsituatie en geluidscontour/Zeehaven Dordrecht) en de financiële haalbaarheid.
De woonruimteverdeling is in vergaande mate geregionaliseerd als gevolg van de invoering van één regionaal woonruimtetoewijzingssysteem. In 2004 is dit systeem gewijzigd. De uitvoering geschiedt door de Stichting Woonkeus. Woningcorporatie Woondrecht in Dordrecht hanteert sinds 2004 een afwijkend systeem. In dit kader zijn tevens twee regionale commissies actief, namelijk de Voorrangscommissie (voorheen Urgentiecommissie) en de Klachtencommissie. Vanaf 2005 is een nieuwe Voorrangsregeling van kracht geworden en met ingang van 2006 is een nieuwe Voorrangscommissie ingesteld. De werkwijze van de Klachtencommissie wordt tegen het licht gehouden.
31
De inspanningen van de Drechtsteden op het gebied van groenontwikkeling vinden plaats op basis van het Ontwikkelingsplan en -programma Stedelijke vernieuwing en Groene contramal en het daarop gebaseerde Uitvoeringsprogramma Groene Contramal.
Het concept van de Groene contramal gaat uit van een samenhangend stelsel van groen- en recreatiegebieden rondom het stedelijk gebied van de Drechtsteden. De Groene contramal is daarmee een stelsel van routes en plekken, dat het stedelijk gebied van de Drechtsteden verbindt met de groene gebieden rondom het stedelijk gebied. Deze verbindingen richten zich vooral op fietsers en voetgangers.
Uitvoeringsprogramma Groene Contramal
Groen projecten in Manden maken
32
Om concreet uitvoering te geven aan de Groene contramal is eind 2002 het Uitvoeringsprogramma Groene Contramal vastgesteld. Bij het opstellen van het Uitvoeringsprogramma zijn projecten geïnventariseerd, die een bijdrage leveren aan het realiseren ervan. Het betreft lokale en regionale projecten op het gebied van groenontwikkeling, recreatieve bereikbaarheid en toegankelijkheid van de groene gebieden die de Drechtsteden omringen. Voorbeelden zijn ecologische verbindingszones, fietspaden, fietsroutes, ruiterroutes, verbetering recreatief gebruik waterbus. Inmiddels zijn verschillende projecten uit het uitvoeringsprogramma gerealiseerd. Ook zijn er projecten als gevolg van voortschrijdend inzicht, veranderde lokale prioriteitstellingen op de lange baan geschoven dan wel definitief geschrapt uit het Uitvoeringsprogramma. Het Drechtstedenbestuur heeft opdracht gegeven om inrichtingsvisies op te stellen voor 2 ecologische verbindingszones in de Drechtsteden; de zone 69 en 70. De komende jaren zullen deze ecologische zones gerealiseerd gaan worden, door gemeenten, waterschap en andere betrokkenen. In het kader van Manden maken is niet alleen financiering van een onderdeel van Zone 70 beschikbaar, maar ook voor het realiseren van een fysieke verbinding tussen de beide zones. De Drechtsteden ondersteunen de uitvoering van lokale groen projecten. In het kader van Manden maken worden de projecten Ecologische verbindingszone 70 in Hendrik-Ido-Ambacht, de Dordwijkzone in Dordrecht en het Recreatief steunpunt in Sliedrecht ondersteund. Van de eerste twee projecten loopt de uitvoering op schema. De realisatie van het recreatief steunpunt is mede afhankelijk van de ontwikkeling van een ruimtelijke visie voor de Merwedezone. Naast deze concrete investeringsprojecten heeft het Drechtstedenbestuur in het kader van Manden maken ook geld beschikbaar gesteld voor de versnelling van de realisatie van de Groene contramal. Deze extra inzet wordt deels besteed aan concrete uitvoeringsprojecten, maar ook aan het actualiseren van de Groene contramal als concept. De herijking van de ruimtelijke visie is hiervoor de aanleiding.
Rood-groen balans Drechtsteden
Behalve aan het realiseren van groen is ook aandacht besteed aan de meer beleidsmatige aspecten. Zo is er onderzoek gedaan naar de verhouding tussen de toekomstige woningbouwontwikkeling en de hoeveelheid toegankelijk groen in de Drechtsteden. De uitkomsten hiervan zijn input voor de noodzakelijke actualisering van het uitvoeringsprogramma van de Groene Contramal.
Zuidvleugel zichtbaar groener
Op de Zuidvleugelconferentie van december 2005 hebben de Drechtsteden het akkoord Zuidvleugel Zichtbaar Groener mee ondertekend. Hierdoor zijn belangrijke financiële randvoorwaarden geschapen voor de realisatie van het Strategisch Groenproject Eiland van Dordrecht.
Programma Water
Water is in de afgelopen periode op de agenda van de Drechtsteden gekomen. Het gaat hierbij zowel om water in kwalitatieve zin (verontreiniging) als om water in kwantitatieve zin (te veel dan wel te weinig water). Aandachtspunten zijn zowel de kwaliteit van het water als de afstemming tussen ruimtelijke ontwikkelingen en de belangen van de waterhuishouding. Op nationaal en bovenregionaal niveau is sprake van veel ontwikkelingen, zoals het Nationaal Bestuursakkoord Water en de Deelstroomgebiedsvisies, die vragen om een vertaling naar de Drechtsteden. In overleg met de waterbeheerders in de Drechtsteden is de gezocht naar de juiste wijze van samenwerking hierbij. De vorming van 2 integrale waterschappen in de Drechtsteden heeft voor een vernieuwde impuls in de samenwerking gezorgd. In samenwerking met de waterschappen wordt gezocht naar mogelijkheden om het gebruik van bestrijdingsmiddelen te verminderen en zodoende een bijdrage te leveren aan de verbetering van de waterkwaliteit in de Drechtsteden.
Programma Milieu
De Drechtsteden kennen een hoge milieubelasting als gevolg van de doorsnijding met grote infrastructuur en als gevolg van de compactheid van het stedelijk gebied. De samenwerking richt zich op gezamenlijke beleidsontwikkeling en monitoring. Bijzonder aandachtspunten zijn externe veiligheid en luchtkwaliteit omdat deze twee milieuaspecten ruimtelijke ontwikkelingen in de Drechtsteden beperken. In het kader van het Programma Milieu en infrastructuur willen de Drechtsteden de regionale en lokale inspanningen ter verbetering van de milieukwaliteit bundelen. Eind 2005 heeft de BC Fysiek prioritaire projecten benoemd die de Drechtsteden in het kader van het programma in de komende jaren gaan uitwerken. Het programma bestaat op dit moment uit vijf verschillende activiteiten die zich richten op externe veiligheid, luchtverontreiniging, geluidzonebeheer bedrijventerreinen en hoogspanningsleidingen. Op deze onderdelen worden in 2006 concrete activiteiten ondernomen. De samenwerking tussen de Drechtsteden bij de aanpak van luchtkwaliteit heeft een impuls gekregen door de ondertekening van een intentieverklaring door alle partijen in de Zuidvleugel. Inmiddels is bij het ministerie van VROM een regionaal actieprogramma ingediend, met het verzoek aan het rijk om daarvan een deel van de kosten te dragen.
Monitor Milieu- en leefomgevingskwaliteit
De afgelopen jaren hebben de Drechtsteden jaarlijks een milieumonitor uitgebracht. Hierin worden de prestaties van de gemeenten onderling vergeleken. Op basis daarvan worden aanbevelingen voor lokale en regionale beleidsaanpassingen te komen.
Natuur- en Milieueducatie
De afgelopen periode hebben de Drechtsteden besloten om de samenwerking in het kader NME te intensiveren. De samenwerking die eerder via ZHZ plaatsvond, is gestopt. De Drechtsteden hebben nu een eigen programma, dat voor de Drechtsteden wordt gerealiseerd door het NME-centrum Weizigt te Dordrecht.
Overdracht provinciale bodemtaken
De Drechtsteden hebben gepoogd de provinciale bodemtaken regionaal te organiseren om zodoende ruimtelijke projecten en bodemsanering beter op elkaar af te kunnen stemmen. Echter bij de uitwerking van de mogelijke overdracht bleek dat het niet kostenneutraal kon plaats vinden, waarop besloten is af te zien van de overdracht.
33
De inspanningen van de Drechtsteden op het gebied van de economische ontwikkeling vinden plaats op basis van het Strategisch Economisch Profiel (SEP). Het SEP is in 2000 opgesteld door de provincie Zuid-Holland, Kamer van Koophandel en de Drechtsteden en bevat de visie van deze partijen op de economische ontwikkeling van de Drechtsteden.
De economische visie in het SEP bestaat uit twee hoofdlijnen. Zo wordt ingezet op het vernieuwen en versterken van de economische sectoren waar de Drechtsteden van oudsher sterk in zijn. De inzet van de Drechtsteden richt zich hierbij vooral op alles wat te maken heeft met vervoer over water. Het gaat dan om logistiek en binnenvaart, maar ook om scheepsbouw en –reparatie, baggerindustrie en alles wat hier aan industriële toeleveranciers bij betrokken is. Dit onderdeel van het SEP staat bekend onder de naam Shipping Valley. De andere hoofdlijn van het SEP heeft tot doel de economische structuur van de Drechtsteden te verbreden, door sectoren zoals zakelijke dienstverlening, detailhandel, horeca, leisure en toerisme te versterken. Daarnaast geeft het SEP aan dat het voor de economische ontwikkeling van de Drechtsteden van wezenlijk belang is dat er in de Drechtsteden een aantrekkelijk vestigingsklimaat geboden wordt voor bedrijven en inwoners.
Shipping Valley
Maasterras (Spoorzone)
Herstructurering bedrijventerreinen / Bedrijventerreinstrategie
34
Shipping Valley behelst de visie van de Drechtsteden op het versterken en vernieuwen van de bedrijvigheid in de bedrijfstakken die tot het maritieme cluster behoren. In het kader hiervan hebben de Drechtsteden intensief samengewerkt met partners Kamer van Koophandel Rotterdam en de provincie Zuid-Holland. Verschillende studies en onderzoeken zijn afgerond. Een belangrijke inhoudelijke basis voor de verdere uitwerking van Shipping Valley is de Ontwikkelingsvisie Shipping Valley. Vanuit deze visie zijn verschillende concrete deeltrajecten ontwikkeld, zoals haalbaarheidsonderzoeken voor het clusteren van scheepsbouw- en scheepsreparatiebedrijven op 4 verschillende locaties in de Drechtsteden, onderzoek naar de mogelijkheden van de Drechtsteden bij het transport en verwerking van groenten en fruit en de logistieke kansen van met name de Dordtse Zeehaven. Om de zichtbaarheid van Shipping Valley voor alle betrokkenen te vergroten is in 2005 de website www.shippingvalley.nl gelanceerd. Een belangrijke locatie voor de ontwikkeling van de zakelijke dienstverlening in de Drechtsteden is gelegen tussen de stations van Dordrecht en Zwijndrecht. Een randvoorwaarde voor een succesvolle ontwikkeling van dit gebied is het wegnemen van belemmeringen als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor. Voor dit gebied, dat inmiddels de naam Maasterras heeft gekregen, is in de afgelopen jaren een stedenbouwkundig Masterplan opgesteld. Dit Masterplan wordt verder uitgewerkt en moet medio 2006 leiden tot een realisatiestrategie. Niet alleen de Drechtsteden onderkennen het belang van de ontwikkeling van deze locatie, ook de Zuidvleugel en het ministerie van VROM doen dat. In het kader van Manden maken is voor de aanpassing van de stadsbrug en de daarmee samenhangende investeringen circa 4 miljoen euro gereserveerd Naar aanleiding van de voorgang van de herstructureringsprojecten in het kader van Manden maken heeft het Drechtstedenbestuur geconstateerd dat er voor de sturing van de herstructurering en de ontwikkeling van nieuwe terreinen een gezamenlijke strategie noodzakelijk is. Ook in het kader van de evaluatie ROM-D is geconstateerd dat een dergelijke strategie noodzakelijk is. Begin 2006 heeft het Drechtstedenbestuur een uitwerkingsvoorstel hiervoor goedgekeurd.
Oosteind (Papendrecht)
Dit project maakt onderdeel uit van de regionale herstructureringsopgave (natte) bedrijventerreinen zoals opgenomen in het regionale economische programma, onderdeel Shipping Valley. Het wordt door de gemeente opgedeeld in twee delen: een revitaliseringsopgave en een herstructureringsopgave. De revitalisering richt zich vooral op een complete herinrichting van de Ketelweg in combinatie met vervanging riolering en dijkverzwaring, en de opzet van een organisatie voor bedrijfsterreinmanagement. De (nog te starten) herstructureringsfase is vooral gericht op optimalisering van het gebruik van de havenbekkens en aangrenzende terreinen door een herinrichting van de havens (het juiste bedrijf op de juiste plaats, mede in relatie tot Shipping Valley).
Zeehavens (Dordrecht)
Dit project heeft tot doel om via herstructurering het gebruik van het gebied door bedrijvigheid die past bij het type terrein te vergroten. Het ministerie van Economische Zaken heeft het project opgevoerd op de Top 30 van landelijke projecten, waarmee belangrijke kansen kunnen worden verzilverd binnen de economie. Speciale aandacht voor de milieuproblemen is noodzakelijk. Het Drechtstedenbestuur heeft op 8 september 2005 voor fase 1 een financiële bijdrage van € 994.420,- toegekend, waarbij tevens is besloten een rol te spelen in het zonebeheer van gezoneerde industrieterreinen en bij de verdere belangenafweging en besluitvorming over de parallelle Drechtstedenprojecten.
Frankepad / Grotenoord (H.I.Ambacht)
Wil herstructurering van het gebied kans van slagen hebben, dan moet actief worden gezocht naar locaties waar uit het gebied te saneren bedrijvigheid – omdat zij niet tot de doelgroep behoort – een alternatieve vestigingslocatie kan vinden. Een dergelijk gebied kan beschikbaar komen door de transformatie van het gebied LangewegZuidwende van een gebied waar de agrarische functie centraal staat, naar een gebied waar de bedrijven- en kantorenfunctie centraal staan.
Groote Lindt (Zwijndrecht)
Groote Lindt is een watergebonden bedrijventerrein aan de Oude Maas, waarvoor een herstructureringsopgave verondersteld wordt. Het betreft in deze fase een verkenning van de omvang van de problematiek c.q. de intensiteit van de herstructureringsopgave. De gemeente neemt ook het aangrenzende terrein De Geer in het project mee.
Voorpoort / Plaatje (Sliedrecht)
De herontwikkeling van het Plaatje als watergebonden bedrijventerrein hangt nauw samen met de herontwikkeling van de Molendijk als gemengd gebied voor wonen en werken (met gedeeltelijke transformatie van werken in wonen). Het Plaatje is eigendom van ABB die op deze locatie woningen wilde ontwikkelen. Het plangebied is een kansrijke locatie voor de clustering van scheepsbouw- en scheepsreparatiebedrijven.
Haven-Zuid (Alblasserdam)
In het kader van Shipping Valley is Haven-Zuid benoemd als een kansrijke locatie voor de clustering van bestaande regionale scheepsbouw- en scheepsreparatiebedrijven. Tegelijkertijd wordt voor deze locatie een toeristische invulling voorgestaan in het kader van Hollands Glorie. De inzet van het Drechtstedenbestuur en de gemeente is er op gericht te komen tot een optimale en haalbare invulling van beide ontwikkelingen op deze locatie.
35
vervolg Economie & Bereikbaarheid
De Drechtsteden willen de toeristische potenties van de regio beter benutten en daarmee de regionale economie een nieuwe impuls geven. Het is belangrijk om de verschillende attracties van het toeristisch concept ‘Hollands Glorie’ met elkaar te verbinden en de onderlinge samenhang te vergroten.
Kantoorprogrammering
ROM-D
36
Verbreding van de economische structuur is een belangrijke doelstelling en het stimuleren van de verdere ontwikkeling van de zakelijke dienstverlening is daarbij belangrijk. In eerdere instantie hebben de Drechtsteden als uitwerking van het SEP al een visie op de kantoorontwikkeling opgesteld. Op basis van deze visie zijn de Drechtsteden gestart om door middel van een gezamenlijke prioritering en programmering van de ontwikkeling van nieuwe locaties het aanbod beter in overeenstemming met de verwachte vraag te brengen. In 2005 vindt een herbezinning plaats op de manier waarop met de ROM-D moet worden omgegaan. De provincie en de Drechtsteden geven gezamenlijk opdracht voor een evaluatie. De algehele conclusie luidt dat de ROM-D in de huidige opzet niet functioneert. De belangrijkste reden hiervan is dat er geen samenhang is tussen projecten, partijen en processen. Het lokale belang prevaleert boven het regionale belang, waardoor de regionale economie niet kan worden versterkt. Dit is de centrale doelstelling van de ROM-D. Besloten wordt dat de ROM-D moet worden omgevormd. Het evaluatierapport presenteert een mogelijk organisatiemodel voor de ROM-D nieuwe stijl dat er vanuit gaat dat het Drechtstedenbestuur (GR Drechtsteden) de kaders stelt waarbinnen het bedrijf ROM-D voor eigen rekening en risico functioneert. De GR Drechtsteden vormt samen met provincie en private partijen de aandeelhouders. In het eerste kwartaal van 2006 wordt een bedrijfsplan gepresenteerd.
Het alom aanwezige water kan hierbij een sleutelrol vervullen. Het water is in dit kader meer dan ‘weg’ alleen, het is een attractie op zich. Immers, al tijdens het varen naar Dordrecht, Biesbosch, Kinderdijk en Rotterdam glijdt het typisch Hollandse landschap aan de toeristen voorbij. Dat kan aan boord zijn van de Waterbus of de Fast Ferry maar ook van een rondvaartboot, partyschip of riviercruiseschip.
Hofkwartier
Met de ontwikkeling van het Hofkwartier kan Dordrecht zich transformeren tot prominente en veelbezochte Oud-Hollandse cultuurstad. Het Hofkwartier wordt het cultureel-historisch centrum van de Drechtsteden, waarin de unieke elementen uit de geschiedenis van Dordrecht en omstreken zoals de Statenzaal, samenkomen. Het vernieuwde Dordrechts Museum en de huisvesting van het Regionaal Cultuurhistorisch Centrum maakt het aanbod compleet.
City Lounge
De City Lounge is als de hotellobby van Dordrecht, een herkenbare en zichtbare plek, waarin de stad haar bezoekers ontvangt, informeert en uitdaagt, onder andere over de geschiedenis en de beleving van de stad. Het laat in één oogopslag zien wat de stad (en zijn omgeving) te bieden hebben. Concreet houdt het project in de realisatie van een gebouw van allure met daarin werkplekken, vergaderruimte, ontvangstruimte voor groepen, VVV-winkel en -balie en presentatieruimte. Het project wordt in 2006 opgeleverd.
Energiehuis
Het project betreft het op een inspirerende en adequate wijze huisvesten van instellingen die een culturele dynamo vormen en vooral jongeren een fantastisch podium biedt. Door de nieuwe voorziene functies kan het Energiehuis en zijn omgeving uitgroeien tot een broedplaats voor kunsten en vermaak in de regio. Het beoogd effect is onder meer 250.000 bezoekers/deelnemers per jaar.
37
Bereikbaarheid binnen een zich verder verstedelijkend gebied is van vitaal belang voor de Drechtsteden.
Fileproblematiek A15-N3-A16/ externe veiligheid
Het in 2002 vastgestelde mobiliteitsplan geeft een visie op het bereikbaar houden en maken van de regio. De visie beschrijft vooral ‘wat’ nodig is en gedeeltelijk ook ‘hoe’ de Drechtsteden dit gaan doen. Het gaat daarbij om personen- en goederenvervoer. Bij personenvervoer betreft het de fiets, het openbaar vervoer, de auto en het parkeren. Voor het goederenvervoer zijn dit spoor, weg en water.
Dit project maakt onderdeel uit van het bredere regionale programma bereikbaarheid. Er is een nadere studie nodig rondom de problematiek A15-N3-A16 in het kader van aansluitingen en externe veiligheid. Het is van belang als regio een krachtige vuist te maken richting provincie en Rijkswaterstaat. Vanuit de regionale prioriteitstelling moet de discussie met kracht worden aangegaan. De gemeenten Dordrecht, Papendrecht en Sliedrecht hebben ideeën ingebracht. De inzet is gericht op concrete acties ter vermindering van de congestie, alsmede het wegnemen van onveilige situaties.
Regionale vervoersautoriteit
De Kadernota HOV-D kan gezien worden als de belangrijke openbaar vervoer component binnen het mobiliteitsplan. Inmiddels zijn projecten voor de uitvoering voorbereid. Deze projecten bestaan uit een breed scala van maatregelen: doorstromingsmaatregelen, HOV-D haltes, vernieuwde knooppunten, dynamische reisinformatie en stimulans halte MerwedeLingelijn. Hiermee wordt een duidelijke en voor de reizigers herkenbare stap gezet in de uitvoering van de HOV-D.
De provincie heeft niet ingestemd met het voorstel tot aansturing van het openbaar busvervoer per 2007 vanuit de Drechtsteden. De provincie blijft dus ook in 2007 vervoersautoriteit. Wel worden voorstellen besproken om tot een bepaalde vorm van samenwerking te komen. Deze samenwerking heeft betrekking op de openbaar vervoerconcessie voor het ‘Drechtsteden Alblasserwaard Vijfheerenlanden’ gebied; een vertegenwoordiging vanuit de Drechtsteden participeert hierin.
Vervoermanagement
Bereikbaarheid zorgt er voor dat eenieder zich snel en makkelijk kan bewegen binnen de gemeente, om naar het werk te gaan, een dagje te gaan winkelen of om plezierig thuis te komen. Lang niet overal zijn echter bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid met elkaar in balans. Het Mobiliteitsplan vormt hiervoor het kader.
Mobiliteitsplan
Hoogwaardig Openbaar Vervoer Drechtsteden
Uitbreiding dienstregeling Waterbus/Fast Ferry
Investeringsproject Euryza (zwijndrecht)
Ontwikkelingsproject: Parkeervoorziening (Papendrecht)
38
In de achterliggende raadsperiode is de dienstregeling op diverse momenten aangepast en uitgebreid. In 2003 is in de spits een halfuursregeling in Sliedrecht toegevoegd. Eerder werd de halte Papendrecht Oosteind in gebruik genomen en werd in een spitsregeling ingevoerd. In 2005 zijn de voorbereidingen gestart voor de verdere uitbreiding van de dienstregeling. Naast nieuwe halteplaatsen in Hendrik-Ido-Ambacht en Papendrecht West levert het de reiziger in 2006 een betere service op. In juni 2004 is de aanbesteding voor de Fast ferry gegund aan Waterbus b.v. Hiermee is het grootste ov netwerk over water gerealiseerd Het project kent aspecten van wonen, cultuur en parkeren in relatie tot een betere benutting van de waterbus. Vanuit de regionale optiek is het vooral als onderdeel van de Drechtoevers de ontbrekende schakel tussen het Zwijndrechtse centrum en de Dordtse binnenstad. Het combineren van dit plan met gebouwd parkeren in relatie tot de waterbus en de binnenstad van Dordrecht, resulteert in een betere bereikbaarheid van de centra.
Fietsknooppuntensysteem
In 2004 ondertekenden de gemeenten in de Drechtsteden het afsprakendocument vervoermanagement Dechtsteden. Hierin zijn concreet te nemen maatregelen opgenomen voor de gemeenten als werkgever. Tevens hebben gemeenten toegezegd stimulerend op te treden bij concreet vervoermanagement voor bedrijven en bedrijventerreinen. Begin 2006 vindt een evaluatie plaats van de concreet bereikte resultaten. De recreant fietst aan de hand van nummers een bepaalde route. Deze nummers worden toegekend aan knooppunten. De knooppunten worden aangegeven op een kaart en op ieder knooppunt wordt een informatiepaneel geplaatst, dat een overzicht geeft van alle knooppunten in het gebied. De fietsende recreant is dus niet alleen afhankelijk van een kaart. Financiering heeft plaatsgevonden vanuit het BDU 2005. De oplevering staat gepland in het eerste kwartaal 2006.
In de gemeente zijn mogelijkheden voor een parkeervoorziening voor mensen die het centrum van Dordrecht willen bezoeken en hiervoor de waterbus willen gebruiken. Het eindbod stelt daartoe een ontwikkelingsbudget beschikbaar. De gemeente zoekt hiervoor aansluiting bij reeds bestaande plannen voor de bouw van parkeervoorzieningen (ontwikkelingsvarianten voor een theater aan het water).
39
Colofon
Dit is een uitgave van De Drechtsteden: Alblasserdam, Dordrecht, ‘s-Gravendeel, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht.
Bureau Drechtsteden Postbus 365 3300 AJ Dordrecht tel. +31(0)78 648 06 00 fax +31(0)78 648 06 40 e-mail:
[email protected] website: www.drechtsteden.nl Eindredactie: Vormgeving: Foto’s: Datum: Oplage:
40
Bureau Drechtsteden Impuls Publiciteit, Alblasserdam maart 2006 1500 exemplaren