RISICO-INVENTARISATIE EN –EVALUATIE Stichting De Haagse Scholen
Prinses Marijkeschool Den Haag
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD ....................................................................................................................................... 2 1
SAMENVATTING ............................................................................................................................ 3 1.1
2
ORGANISATIEBESCHRIJVING ..................................................................................................... 7 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
3
ARBEIDSOMSTANDIGHEDENBELEID ............................................................................................... 9 VERZUIMBELEID ........................................................................................................................ 11 RE-INTEGRATIEBELEID .............................................................................................................. 12 ALGEMEEN/ARBEIDSMIDDELEN .................................................................................................. 13
RI&E PSYCHOSOCIALE ARBEIDSBELASTING ........................................................................ 14 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9
5
KERNPROCESSEN ....................................................................................................................... 7 FUNCTIEGERELATEERDE RISICO’S ................................................................................................ 7 BIJZONDERE GROEPEN ................................................................................................................ 7 MEDEZEGGENSCHAP PRINSES MARIJKESCHOOL........................................................................... 8 NIEUW- EN/OF VERBOUWPLANNEN ............................................................................................... 8
RI&E BELEID OP BOVENSCHOOLSNIVEAU .............................................................................. 9 3.1 3.2 3.3 3.4
4
PLAN VAN AANPAK VOOR DE PRINSES MARIJKESCHOOL ................................................................ 5
TAAKINHOUD............................................................................................................................. 14 W ERKTEMPO EN HOEVEELHEID .................................................................................................. 15 RELATIE MET COLLEGA'S ........................................................................................................... 16 RELATIE MET LEIDINGGEVENDE .................................................................................................. 16 INFORMATIE .............................................................................................................................. 16 ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN ....................................................................................................... 17 W ERKPLEZIER .......................................................................................................................... 17 PSYCHISCHE GEZONDHEID ........................................................................................................ 17 LICHAMELIJKE GEZONDHEID ....................................................................................................... 17
RI&E UITVOERING OP SCHOOLNIVEAU................................................................................... 18 5.1 BEDRIJFSHULPVERLENING ......................................................................................................... 18 5.1.1 Kerngegevens BHV ......................................................................................................... 19 5.2 VEILIGHEID EN GEZONDHEID SCHOOLGEBOUW ............................................................................ 20 5.3 VEILIGHEID EN GEZONDHEID GYMNASTIEKLOKAAL ....................................................................... 26
6
LITERATUURLIJST ...................................................................................................................... 28
BIJLAGEN ............................................................................................................................................ 29 BIJLAGE 1 BIJLAGE 2
VERANTWOORDING VAN HET ONDERZOEK ........................................................................ 30 TOETSINGSRESULTATEN GECERTIFICEERDE KERNDESKUNDIGE ........................................ 32
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
1
Voorwoord Vraagstelling De risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E) heeft voor de Prinses Marijkeschool, als onderdeel van Stichting De Haagse Scholen, een tweeledig karakter. Enerzijds wordt de RI&E gebruikt als basis voor het opstellen van een plan van aanpak, waarin de voornemens staan vermeld om de arbeidsomstandigheden te optimaliseren. Daarnaast wordt met het uitvoeren van de RI&E voldaan aan de wettelijke verplichting tot het uitvoeren van een dergelijk onderzoek (artikel 5 arbeidsomstandighedenwet). Uitvoerder RI&E De RI&E is uitgevoerd door Human-Invest, vertegenwoordigd door Mark Smakman (Organisatieadviseur/Veiligheidskundige). Human-Invest is een zelfstandig organisatieadviesbureau, dat zich mede gespecialiseerd heeft in de onderwerpen arbeidsomstandigheden en verzuim. HumanInvest is een betrouwbare partner die staat voor resultaat gericht werken, transparante dienstverlening en innovatie. Wijze uitvoering RI&E Dit rapport is tot stand gekomen op basis van de informatie die op het moment van het onderzoek beschikbaar was bij Human-Invest. De risico-inventarisatie is als volgt uitgevoerd: • Onderzoek naar de psychosociale arbeidsbelasting; • Bovenschoolse beleidsinventarisatie (arbo, verzuim en re-integratie en facilitair); • Beoordelen van de aanwezige arbo-documenten; • Een gesprek met de schooldirecteur; • Een rondgang langs alle lokalen en werkruimten waarbij de risico’s en knelpunten geïnventariseerd zijn; • Evaluatie van risico’s en knelpunten en rapportage; • Nabespreken van het rapport; • Toetsing van het rapport door een gecertificeerde arbodeskundige (zie bijlage 2). Opzet van dit rapport Naast de algemene hoofdstukken: voorwoord en samenvatting bestaat deze rapportage uit twee delen. Het eerste deel betreft beleidsmatige (bovenschoolse) onderwerpen, het tweede deel betreft onderwerpen op school- en werkplekniveau. Voor deze tweedeling is gekozen omdat op deze wijze alle aspecten met een organisatiebreed en beleidsmatig karakter samengevoegd kunnen worden en díe elementen die een meer praktische uitwerking behoeven per school/werkplek aangegeven kunnen worden. De aandachtspunten binnen de organisatie zijn weergegeven in het plan van aanpak (1.1). Achter in het rapport is een literatuurverantwoording, de verantwoording van het onderzoek en de toetsingsresultaten opgenomen. In de gebruikte tabellen wordt met vinkje (√) aangeven welke onderwerpen voldoende aanwezig of geïmplementeerd zijn, met een kruisje (Χ) wordt aangeven welke onderwerpen nog niet voldoende aanwezig of geïmplementeerd zijn. Indien het onderwerp niet van toepassing is maar wel inventarisatieplichtig, dan wordt dit aangeduid met een 0 (n.v.t.) In de kolom categorie wordt aangeven wat de risicoschatting is door de adviseur (zie ook bijlage 1). Leestips: Hoofdzaken + weinig tijd
Lees dan:
Hoofdzaken
Lees dan:
1.0 Samenvatting 1.1 + 1.2 Plan van aanpak 1.0 Samenvatting 1.1 + 1.2 Plan van aanpak 3.0 RI&E Beleid 4.0 RI&E PSA 5.0 RI&E Uitvoering
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
2
1
Samenvatting
De drie manieren om aan arbeidsomstandigheden te werken zijn hieronder aangegeven. Feitelijk maakt het niet uit waar begonnen wordt. In de praktijk wordt vaak begonnen met het verzuimbeleid omdat dit veelal de makkelijkste en snelste aanpak is. Een effectief arbeidsomstandigheden-, verzuim- en re-integratiebeleid (AVR) is echter actief op alle drie de fronten.
Arbeidsomstandigheden anders bekeken
Werken aan balans tussen persoon en werk
Sturen op symptomen
Personeelsbeleid
Verzuimbeleid
ARBO Voorlichting, ergonomie, binnenklimaat, geluid e.d. Preventief arbobeleid In de onderstaande tekst wordt aangegeven hoe de Prinses Marijkeschool “scoort” op deze gebieden. Verzuim- en re-integratiebeleid: Het verzuim- en re-integratiebeleid binnen Stichting De Haagse Scholen is goed uitgewerkt. Er is een ziekmeldings- en re-integratieprotocol aanwezig. In het protocol ontbreekt een beschrijving van het arbeidsomstandighedenspreekuur. Personeelsbeleid: Het HRM en arbeidsomstandighedenbeleid binnen Stichting De Haagse Scholen is goed uitgewerkt. Er zijn verschillende samenhangende documenten en procedures aanwezig. Het onderwerp “arbeidsomstandigheden, verzuim en re-integratie” is voldoende geïntegreerd in deze documenten en procedures. Psychosociale arbeidsbelasting De welzijnsenquête kan als representatief worden beschouwd. Een groot aandachtspunt is werktempo en hoeveelheid. Aandachtspunten zijn taakinhoud, relatie met leidinggevende, informatie, arbeidsomstandigheden en psychische en lichamelijke gezondheid. Onderwerp Taakinhoud Werktempo en hoeveelheid Relatie met collega's Relatie met leidinggevende Informatie Arbeidsomstandigheden Werkplezier Psychische gezondheid Lichamelijke gezondheid
Score Aandachtspunt Groot aandachtspunt Geen aandachtspunt Aandachtspunt Aandachtspunt Aandachtspunt Geen aandachtspunt Aandachtspunt Aandachtspunt
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
3
Nota bene Human-Invest adviseert uitsluitend over die onderwerpen die de kwalificatie “groot aandachtspunt en zeer groot aandachtspunt” hebben gekregen. Deze onderwerpen worden opgenomen in het plan van aanpak. Preventief arbobeleid: De fysieke arbeidsomstandigheden zijn redelijk op orde. Door de maatregelen uit het plan van aanpak (zie 1.1) uit te voeren worden de arbeidsomstandigheden nog verder verbeterd. De maatregelen hebben vooral betrekking op: − Opstellen ontruimingsplan; e − Realiseren 2 nooduitgang speellokaal kleuters; − Wegwerken van snoeren; − Nader onderzoeken en verhelpen binnenklimaatklachten.
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
4
1.1
Plan van aanpak voor de Prinses Marijkeschool Onderwerp
Algemeen 1. Medezeggenschap Arbeidsomstandighedenbeleid 2. Interne organisatie 3.
Genotsmiddelen
Verzuimbeleid 4. Arbeidsomstandighedenspreekuur
Algemeen/Arbeidsmiddelen 5. Schoonmaak
6.
Elektrische installatie
Psychosociale arbeidsbelasting 7. Algemeen 8.
Werktempo en hoeveelheid
Bedrijfshulpverlening 9. Organisatie bedrijfshulpverlening
Maatregelen
Categorie Start datum
Eind datum
Verantwoordelijke Afgerond
Zet het RI&E-rapport op de agenda van het overleg
IV
Mei 2011
Mei 2014
Schooldirecteur
Laat de arbocontactpersonen van de scholen binnen een stadsdeel een arbowerkgroep formeren Afspraken maken over het gebruik van genotsmiddelen en opnemen in het schoolveiligheidsplan
V
Mei 2011 Mei 2011
Mei 2014 Mei 2012
Stichting De Haagse Scholen Schooldirecteur
III
Mogelijkheid van tot het bezoeken van het arbeidsomstandighedenspreekuur beschrijven in het ziekmeldings- en re-integratieprotocol
IV
Mei 2011
Mei 2014
Stichting De Haagse Scholen
Treed in overleg met het schoonmaakbedrijf om de kwaliteit van de schoonmaak te verbeteren en op een acceptabel niveau te krijgen Opstellen van een inspectieplan (conform NEN 3140) voor de aanwezige elektrische installaties
III
Mei 2011
Mei 2012
Schooldirecteur
II
Feb. 2011
Mei 2011
Schooldirecteur
Bespreek de resultaten van de welzijnsenquête in een teamvergadering Bespreek in functioneringsgesprekken de objectieve werkdruk verhogende factoren en de persoonlijke effectiviteit van de medewerker
III
Mei 2011 Mei 2011
Mei 2012 Mei 2012
Schooldirecteur
Feb. 2011
Mei 2011
Leg de organisatie van de bedrijfshulpverlening vast met behulp van NEN 8112:2010
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
III
II
Schooldirecteur
Schooldirecteur i.s.m. Stichting De Haagse Scholen
5
10. Uitvoering nooduitgangen en vluchtwegen
Veiligheid en gezondheid schoolgebouw 11. Gangen en trappen 12. Les- en werkruimtes algemeen 13. Geluid en lawaai in les- en werkruimtes 14. Klimaat en temperatuur in les- en werkruimtes 15. Gereedschappen/middelen 16. Speellokaal kleuters
De nooduitgangen en vluchtwegen van het speellokaal van de kleuters voldoen aan de onderstaande normen: 30 m van de evacuatieweg die de trappen of uitgangen verbindt; 45 m van de toegang tot de dichtstbijzijnde trap of uitgang; 80 m van de toegang tot een tweede trap of uitgang. Desondanks bestaat er kans op insluiting bij een calamiteit. Onderzoek samen met DHS de mogelijkheid tot het realiseren van een tweede nooduitgang in het speellokaal van de kleuters
II
Feb. 2011
Mei 2011
Schooldirecteur i.s.m. Stichting De Haagse Scholen
Laat de trap naar het speellokaal van de kleuters met een coating behandelen waardoor deze stroef wordt Werk de snoeren weg in kabelgoten of bindt ze op met kabelbinders Treed in overleg met de installateur om de lawaaihinder van het ventilatiesysteem te verhelpen Inventariseer en verhelp de klachten ten aanzien van het binnenklimaat Laat het bestaande afzuigpunt boven de kopieermachine plaatsen voor voldoende afzuiging Laat de afschermkappen van de TL-verlichting vastzetten
II
Feb. 2011 Feb. 2011 Mei 2011 Feb. 2011 Mei 2011 Feb. 2011
Mei 2011 Mei 2011 Mei 2012 Mei 2011 Mei 2012 Mei 2011
Schooldirecteur
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
II III II III II
Schooldirecteur Schooldirecteur Schooldirecteur Schooldirecteur Schooldirecteur
6
2
Organisatiebeschrijving
2.1
Kernprocessen
Gegevens school
Directeur Arbocontactpersoon Aantal personeelsleden Aantal leerlingen Onderwijsvorm
2.2
Prinses Marijkeschool Abraham van Beyerenstraat 1c 2525 TA Den Haag Tel.: 070-3884035 Fax: 070-3887899 Dhr. H. Landman Mw. M. Warmerdam ± 35 ± 185 Openbaar basisonderwijs
Functiegerelateerde risico’s
Lichamelijke belasting (staan) Lichamelijke belasting (tillen) Beeldschermwerk ≥ 2 uur/dag Agressie Werkdruk
2.3
√
Conciërges
Leerkracht
Omstandigheid ↓
Directeur
Functies
√
√ √ √ √ √
Administratief medewerk(st)er
Op basis van deze risico-inventarisatie en -evaluatie zijn de volgende functiegerelateerde risico’s geïnventariseerd. In onderstaande tabel zijn deze overzichtelijk weergegeven, de grootte van het risico is hierbij niet aangegeven.
√ √
Bijzondere groepen
Aanwezige risico’s ↓ Lichamelijke belasting: • Bukken, hurken en knielen; • Het in één handeling te tillen gewicht dient kleiner te zijn dan tien kilo; • Vanaf de twintigste week mag niet vaker dan tien keer per dag maximaal vijf kilo getild worden; • Vanaf de dertigste week mag niet vaker dan vijf keer per dag maximaal vijf kilo getild worden. Tijdens de RI&E zijn geen specifieke risico’s geïnventariseerd voor de bijzondere groepen
Ouderen
Bijzondere groep
Zwangere (bijv. gymlerares)
Binnen de organisatie zijn de volgende bijzondere groepen (in het kader van de Arbo-wet) werkzaam:
√
√
Advies: Geen.
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
7
2.4
Medezeggenschap Prinses Marijkeschool
De inspraak op bestuursbeleid aangaande alle scholen vindt plaats in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Op schoolniveau is de medezeggenschapsraad (MR) het inspraakorgaan. Inspraak heeft altijd betrekking op beleid(-sbesluiten): er is dan sprake van adviesrecht of instemmingsrecht. De MR kan zowel gevraagd als ongevraagd adviseren m.b.t. zaken die de school aangaan. In het primair onderwijs zijn personeel en ouders gelijkelijk vertegenwoordigd in een personeels- en een oudergeleding. De omvang van de MR is afhankelijk van de schoolgrootte en in het reglement geregeld. De MR op de Prinses Marijkeschool bestaat uit maximaal 5 personeelsleden (nu 3) en maximaal 5 ouders (nu 1). In de GMR is in principe elke school vertegenwoordigd door een ouderlid of een personeelslid uit de MR. Arbo, verzuim en re-integratie staat incidenteel op de agenda van het MR-overleg. Advies: Het verdient aanbeveling het rapport van de risico-inventarisatie & -evaluatie op de agenda van het MR-overleg te zetten.
2.5
Nieuw- en/of verbouwplannen
De Prinses Marijkeschool heeft geen nieuw- en/of verbouwplannen die verregaande consequenties hebben voor de arbeidsomstandigheden. Advies: Geen.
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
8
3
RI&E Beleid op bovenschoolsniveau
3.1
Arbeidsomstandighedenbeleid
Onderwerp
Structuur
Schoolveiligheidsplan
Arbobeleidsverklaring / Visie AVR Interne deskundigheid Interne organisatie Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden t.a.v. arbeidsomstandigheden Werving & selectie
Inwerkprocedure nieuwe werknemers Leeftijdsfasebewust personeelsbeleid Incidenten - registratie, - melding en - analyse Mobiliteits- en exitgesprekken Gesprekkencyclus
Inventariseren Huidige situatie
Binnen de Prinses Marijkeschool is een schoolplan aanwezig. In het schoolplan is het arbo-, verzuim- en re-integratiebeleid en (integraal) personeelsbeleid voldoende geïntegreerd Binnen de Prinses Marijkeschool is een schoolveiligheidsplan opgesteld. In het schoolveiligheidsplan wordt aandacht besteed aan de fysieke en sociale veiligheid Binnen de Prinses Marijkeschool is de missie en visie ten aanzien van de onderwerpen arbo, verzuim en re-integratie beschreven in het schoolveiligheidsplan Binnen de Prinses Marijkeschool is op schoolniveau een arbocoördinator aangesteld Binnen De Haagse Scholen is geen gestructureerd bovenschools overleg aanwezig Binnen de Prinses Marijkeschool zijn de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden ten aanzien van arbeidsomstandigheden beschreven. De uren zijn opgenomen in de normjaartaak en het taakbeleid
Evalueren Risico
√ aanwezig / geïmplementeerd Χ nog niet voldoende ingevoerd of aanwezig 0 n.v.t. Categorie √
√
√
√ Onvoldoende samenwerking
Χ √
Binnen de Prinses Marijkeschool worden competenties en/of bekwaamheidseisen vastgesteld. Bij de werving en selectie van nieuwe medewerkers worden sollicitanten geselecteerd op deze competenties en/of bekwaamheidseisen Binnen de Prinses Marijkeschool krijgen nieuwe medewerkers de map “Nieuw Personeel”. In de map is arbo, verzuim en re-integratie voldoende opgenomen Binnen de Prinses Marijkeschool is leeftijdsfasebewust personeelsbeleid opgesteld. Regelingen als BAPO en FPU worden toegepast Binnen de Prinses Marijkeschool zijn schriftelijke afspraken gemaakt over het registeren, melden en analyseren van incidenten en ongevallen
√
Binnen de Prinses Marijkeschool worden mobiliteitsgesprekken gehouden met medewerkers Binnen de Prinses Marijkeschool worden POP-, functionerings- en beoordelingsgesprekken gehouden met de medewerkers. In deze gesprekken is arbo, verzuim en re-integratie voldoende opgenomen
√
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
V
√
√ √
√
9
Ongewenste omgangsvormen
Jaarlijkse evaluatie
Genotsmiddelen − − −
Alcohol Drugs Medicijnen
Roken
Binnen de Prinses Marijkeschool zijn schriftelijke afspraken gemaakt over de ongewenste omgangsvormen als agressie, geweld, discriminatie en seksuele intimidatie. Daarnaast is er een vertrouwenspersoon en een klachtenprocedure Binnen de Prinses Marijkeschool wordt jaarlijks het arbeidsomstandighedenbeleid en de RI&E geëvalueerd en worden er periodieke schoolverkenningen gehouden Binnen de Prinses Marijkeschool zijn geen Gevaar voor schriftelijke afspraken gemaakt over het gebruik concentratieverlies van genotsmiddelen tijdens het werk Binnen de Prinses Marijkeschool geldt een wettelijk rookverbod
√
√
Χ
III
√
Adviezen: Interne organisatie: Laat alle arbocontactpersonen van de scholen binnen een stadsdeel een arbowerkgroep formeren. De arbo-werkgroep kan het uit te werken arbeidsomstandighedenbeleid voorbereiden en ondersteuning bieden bij de implementatie op de eigen school. Beleid genotsmiddelen: Door het onder invloed zijn van stimulerende en/of verdovende middelen treedt concentratieverlies op, waardoor reactiesnelheid afneemt en gevaarlijke situaties kunnen ontstaan voor de persoon zelf, maar ook overige medewerkers bij het uitvoeren van werkzaamheden en het houden van toezicht. Neem afspraken omtrent het gebruik van deze middelen op in het schoolveiligheidsplan. Stel eventueel een sanctiebeleid op.
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
10
3.2
Verzuimbeleid
Onderwerp
Verzuimvisie
Doelstellingen
Verzuimreglement
Poortwachter
Verzuimregistratie Verzuimanalyse Deskundige ondersteuning (arbodienst)
Casemanager
Overleg
Verzuimgesprekken
Arbeidsomstandighedenspreekuur
Inventariseren Huidige situatie
De visie op het onderwerp ‘verzuim’ staat beschreven in het ziekmeldings- en reintegratieprotocol In het ziekmeldings- en re-integratieprotocol zijn geen concrete doelstellingen opgenomen ten aanzien van verzuim. De stichting heeft er vooralsnog voor gekozen geen resultaatafspraken ten aanzien van verzuim op te stellen De afspraken over hoe te handelen bij optredend verzuim zijn beschreven in het ziekmeldings- en re-integratieprotocol De poortwachterstappen worden nageleefd. De stappen zijn geborgd in het ziekmeldings- en re-integratieprotocol Het verzuim wordt individueel geregistreerd Er wordt periodiek een verzuimanalyse gemaakt Stichting De Haagse Scholen heeft in het kader van de nieuwe Arbo-wet gekozen voor de ‘vangnet-regeling’: een contract met een gecertificeerde arbodienst. Daarnaast heeft Stichting De Haagse Scholen een arbeidsdeskundige in dienst Uiterlijk in de achtste week wordt een casemanager (= direct leidinggevende) aangesteld Binnen Stichting De Haagse Scholen is Sociaal Medisch Overleg (1 x per maand). Het SMO wordt bijgewoond door de direct leidinggevende, bedrijfsarts en arbeidsdeskundige Medewerkers worden aangesproken op hun verzuimgedrag. Er worden verzuimgesprekken gevoerd met frequent verzuimende medewerkers (meer dan 3 keer per jaar) De mogelijkheid tot het bezoeken van het arbeidsomstandighedenspreekuur is onvoldoende beschreven in het ziekmeldingsen re-integratieprotocol
Evalueren Risico
√ aanwezig / geïmplementeerd Χ nog niet voldoende ingevoerd of aanwezig 0 n.v.t. Categorie √
0
√ √ √ √ √
√ √
√
Preventieve acties zijn moeilijker te nemen door ontbreken van informatie bij de verzuimbegeleider
Preventief Medisch Een PMO (PO-Actief) wordt aangeboden aan onderzoek (PMO) de medewerkers ouder dan 45 jaar
Χ
IV
√
Advies: Arbeidsomstandighedenspreekuur: Maak bekend dat er voor medewerkers de mogelijkheid bestaat om op eigen initiatief het arbeidsomstandigheden (preventieve) spreekuur te bezoeken. Het arbeidsomstandighedenspreekuur is bedoeld voor vragen en problemen met betrekking tot gezondheid en werk, die nog niet tot verzuim hebben geleid.
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
11
3.3
Re-integratiebeleid
Onderwerp
Terugkeergesprekken Persoonlijke gevolgen ziekteverzuim Passende arbeid Re-integratiefaciliteiten
Budget
Inventariseren Huidige situatie
Evalueren Bedreiging
Door de direct leidinggevenden worden terugkeergesprekken gehouden met verzuimende medewerkers De medewerkers worden geïnformeerd over de persoonlijke gevolgen van (langdurig) ziekteverzuim middels door de arbodienst Voor medewerkers wordt zonodig passende arbeid gezocht Indien nodig wordt in overleg met de direct leidinggevende en de verzuimbegeleiders reintegratiefaciliteiten ingezet zoals bijv. werkplekaanpassingen of trainingen Er is budget voor re-integratieactiviteiten
√ aanwezig / geïmplementeerd Χ nog niet voldoende ingevoerd of aanwezig 0 n.v.t. Categorie √ √ √ √
√
Advies: Geen.
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
12
3.4
Algemeen/Arbeidsmiddelen
Onderwerp
Algemeen Gebruiksvergunning Schoonmaak
Onderhoud
Communicatie
Inkoop
Arbeidsmiddelen Elektrische installatie en elektrische arbeidsmiddelen
Inventariseren Huidige situatie
De brandweer heeft voor de school een gebruiksvergunning afgegeven De Prinses Marijkeschool heeft een contract met een extern schoonmaakbedrijf. Over het algemeen is men ontevreden over de kwaliteit van de uitvoering van de schoonmaakwerkzaamheden. Er is een logboek aanwezig om eventuele opmerkingen door te geven De school is eigendom van Dienst OCW Gemeente Den Haag. OCW is verantwoordelijk voor het groot onderhoud van het gebouw. Stichting De Haagse Scholen (Facilitaire Dienst) is verantwoordelijk voor klein onderhoud en reparaties Tijdens het schoolbezoek is geconstateerd dat men tevreden is over de ondersteuning bij onderhoud en reparaties Binnen de Prinses Marijkeschool zijn afspraken gemaakt over de inkoop van speeltoestellen, hulpmiddelen en meubilair conform de veiligheidsen ergonomie-eisen De elektrische installaties in de Prinses Marijkeschool worden niet gekeurd en onderhouden conform NEN 3140 door een gespecialiseerd bedrijf
Evalueren Risico
√ aanwezig / geïmplementeerd Χ nog niet voldoende ingevoerd of aanwezig 0 n.v.t. Categorie √
Gezondheidsklachten door onvoldoende hygiëne
Χ
III
√
√ √
Elektrocutie
Χ
II
Adviezen: Schoonmaak: Het verdient aanbeveling in overleg te treden met het schoonmaakbedrijf om de kwaliteit van de schoonmaak te verbeteren en op een acceptabel niveau te krijgen. Elektrische installatie en elektrische arbeidsmiddelen: Het verdient aanbeveling om een inspectieplan (conform NEN 3140) op te stellen voor de aanwezige installaties. Vastgelegd moeten worden: − De te inspecteren installaties; − De uit te voeren inspecties; − De tijd tussen twee opeenvolgende inspecties; − Een representatieve steekproef. Bovenstaande kan geregistreerd in een technisch handboek.
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
13
4
RI&E Psychosociale arbeidsbelasting
De welzijnsenquête is verspreid onder 29 medewerkers van de Prinses Marijkeschool. Hiervan zijn uiteindelijk 19 exemplaren geretourneerd en verwerkt door Human-Invest. De respons komt hiermee op 65% en is goed te noemen. Dit betekent dat de resultaten als representatief kunnen worden beschouwd voor de totale populatie medewerkers. Normering In onderstaande tabel wordt aangegeven hoe de normering tot stand is gekomen. Tabel A laat de verhouding zien tussen percentage respondenten dat het onderwerp een aandachtspunt vindt en de beoordeelde zwaarte van het aandachtspunt. Tabel A Verhouding tussen percentage respondenten en zwaarte aandachtspunt 0-20% van de respondenten Geen aandachtspunt 21-60% van de respondenten Aandachtspunt 61-80% van de respondenten Groot aandachtspunt 81-100% van de respondenten Zeer groot aandachtspunt
In tabel B wordt de relatie weergegeven tussen zwaarte van het aandachtspunt en de snelheid waarmee actie wordt geadviseerd. Tabel B Verhouding tussen aandachtspunten en vervolgaanpak Geen aandachtspunt Aandachtspunt Midden Groot aandachtspunt Hoog Zeer groot aandachtspunt Hoog
Bevindingen De resultaten worden op 1 niveau weergegeven: de groep waar de enquête is uitgezet als geheel (totaal N=19). De tabellen waarin de resultaten worden genoemd dienen op de volgende wijze gelezen te worden. In de eerste kolom wordt het thema genoemd. In kolom twee worden de resultaten genoemd van alle respondenten van de Prinses Marijkeschool. Hierbij worden de percentages van de gescoorde antwoordopties vermeld. In kolom 3 staat de conclusie en wordt de zwaarte van het aandachtspunt vermeld (zie ook 'normering').
4.1
Taakinhoud
Nr. 1.
Aspect Ik kan zelf beslissen hoe ik het werk uitvoer
2.
4.
Ik beleef in voldoende mate vrijheid in de planning van mijn werkzaamheden Ik heb voldoende mogelijkheden om het begin en einde van mijn werktijden en mijn pauzes te variëren Ik ervaar voldoende afwisseling in mijn werkzaamheden
5.
Ik vind mijn werk voldoende gevarieerd
6.
Mijn werkkring biedt mij voldoende zekerheid voor de toekomst
7.
Ik heb voldoende mogelijkheden om mijn kennis en ervaring te vergroten door bijvoorbeeld scholing
3.
Totaal 73% ja 26% nee 84% ja 15% nee 15% ja 84% nee 89% ja 10% nee 94% ja 5% nee 63% ja 36% nee 84% ja 15% nee
Conclusie
Conclusie: Uit de enquête is op te maken dat de respondenten over het algemeen voldoende autonomie ervaren in hun werkzaamheden. Autonomie heeft te maken met de vrijheid die medewerkers hebben bij het bepalen van de inhoud, methode en tempo van hun werk. Medewerkers met veel autonomie hebben controle over hun werkzaamheden en kunnen zelfstandig bepalen hoe ze hun werk uitvoeren, welke methode ze toepassen om het werk gedaan te krijgen en in welk tempo ze werken. Daarnaast ervaren de respondenten voldoende afwisseling en vinden zij het werk gevarieerd.
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
14
4.2
Werktempo en hoeveelheid
Nr. 8.
Aspect Ik kan gemakkelijk een vrije dag opnemen
9.
Ik werk maandelijks over
10.
Ik heb te veel werk te doen
11.
Mijn werk stapelt zich wel eens op
12.
Ik heb wel eens te weinig te doen in mijn functie
13.
Ik vind mijn werk emotioneel belastend (geestelijk inspannend)
Totaal 21% ja 78% nee 73% ja 26% nee 73% ja 26% nee 84% ja 15% nee
Conclusie
100% nee 57% ja 42% nee
Conclusie: Uit de enquête is op te maken dat de respondenten de hoeveelheid werk als hoog ervaren. 84% van de deelnemers geven aan dat het werk zich wel eens opstapelt en 73% van de medewerkers geeft aan dat zij te veel te doen hebben. In het onderwijs wordt veel gesproken over werkdruk. Er wordt ook veel over geklaagd: we hebben het allemaal zó druk! De vraag is of dat ook objectief het geval is. Werkdruk is veelal ook een subjectief begrip: de één ervaart soms meer werkdruk dan de ander. Uit het onderzoek komt naar voren dat de medewerkers het werk over het algemeen als emotioneel belastend ervaren. Het werken met leerlingen kan veeleisend zijn. In tegenstelling tot het werken met dingen of informatie, geldt voor het werken met mensen dat zij "terugpraten". Het voortdurend moeten omgaan met mondige leerlingen, ouders/verzorgers of collega's die mopperen kan een negatieve invloed hebben op het welbevinden. Adviezen: Werkdruk: Breng in het werkoverleg de objectieve werkdruk verhogende factoren (piekbelasting en regelmogelijkheden) in kaart en zoek in gezamenlijk overleg naar oplossingen. Daarnaast kan in functioneringsgesprekken aandacht besteedt worden aan de persoonlijke effectiviteit (bijv. planning) van de medewerkers. Te veel én opstapeling van het werk verhoogt de werkdruk en kan leiden tot uitval. Emotionele belasting: Het is verstandig beleid op te stellen inzake emotionele belasting. U kunt hierbij denken aan opvang en begeleiding na emotionele of traumatische gebeurtenissen. Ook kunt u denken om voor beginnende medewerkers intervisie bijeenkomsten te organiseren. De intervisie kan begeleid worden door ervaren docenten. Ook het scholen van de leidinggevenden in preventie en herkenning van psychische overbelasting door emotionele belasting is een optie (opnemen scholingsplan).
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
15
4.3
Relatie met collega's
Nr. 14.
Aspect Ik vind de onderlinge sfeer op het werk goed
Totaal 100% ja
15.
Ik erger me de laatste drie maanden aan anderen op het werk
21% ja 78% nee
16.
Er zijn de laatste drie maanden conflicten in mijn team
17. 18.
In mijn team worden wel eens storende seksueel getinte opmerkingen gemaakt Ik stoor mij wel eens aan seksueel getinte gedragingen in het team
19.
Ik kan als dat nodig is mijn collega's om hulp vragen
20.
Ik voel mij voldoende gewaardeerd door mijn collega's
21.
In mijn team worden collega's gepest, geïntimideerd en agressief benaderd
Conclusie
100% nee 100% nee 100% nee 100% ja 94% ja 5% nee 100% nee
Conclusie: Uit de enquête is op te maken dat de respondenten de onderlinge sfeer als goed ervaren. De medewerkers voelen zich voldoende gewaardeerd door collega’s en kunnen hen om hulp vragen als dat nodig is. Bovendien is er geen sprake van ongewenste omgangsvormen. Uit het onderzoek komt naar voren dat enkele medewerkers zich de laatste drie maanden ergeren aan anderen op het werk. Er zijn geen conflicten binnen het team.
4.4
Relatie met leidinggevende
Nr. 22.
Aspect Ik ervaar voldoende ondersteuning door mijn direct leidinggevende
23. 24.
Ik krijg voldoende feedback over mijn werkzaamheden en resultaten door mijn direct leidinggevende Ik voel mij voldoende gewaardeerd door mijn direct leidinggevende
25.
Ik vind het werk binnen mijn team goed georganiseerd
Totaal 78% ja 21% nee 52% ja 47% nee 84% ja 15% nee 68% ja 31% nee
Conclusie
Conclusie: Uit de enquête is op te maken dat de respondenten over het algemeen positief zijn over hun direct leidinggevende. 78% van de medewerkers ervaart voldoende ondersteuning en 84% voelt zich voldoende gewaardeerd. Het krijgen van feedback door de leidinggevende wordt over het algemeen als onvoldoende ervaren. Bovendien geeft het merendeel van de respondenten aan dat zij het werkproces goed georganiseerd vinden.
4.5 Nr. 26.
Informatie
27.
Aspect Ik word goed op de hoogte gehouden van het reilen en zeilen van de organisatie Ik heb voldoende werkoverleg
28.
Ik vind het werkoverleg voldoende effectief
Totaal 57% ja 42% nee 94% ja 5% nee 78% ja 21% nee
Conclusie
Conclusie: Uit de enquête is op te maken dat de respondenten goed op de hoogte worden gehouden van het reilen en zeilen van hun school. 94% geeft aan voldoende werkoverleg te hebben. Tenslotte geeft 21% aan het werkoverleg onvoldoende effectief te vinden. Gebrek aan effectief werkoverleg gaat veelal ten koste van de kwaliteit van het werk. Ook neemt hierdoor de druk op de onderlinge verhoudingen toe en werkt het conflicten in de hand. Door gebrek aan overleg kan ook een verminderde betrokkenheid bij de organisatie ontstaan.
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
16
4.6
Arbeidsomstandigheden
Nr. 29.
Aspect Ik heb last van lawaai of andere verstoringen op de werkplek
30.
Ik vind mijn werk fysiek inspannend
31.
Ik vind het klimaat op mijn werkplek (warmte, kou, lucht, etc.) goed
Totaal 21% ja 78% nee 42% ja 57% nee 31% ja 68% nee
Conclusie
Conclusie: Uit de enquête is op te maken dat de respondenten over het algemeen ontevreden zijn over de arbeidsomstandigheden. De negatieve score ten aanzien van binnenklimaat is ook geconstateerd tijdens de rondgang. In het RI&E-rapport zijn hierover adviezen opgenomen.
4.7
Werkplezier
Nr. 32.
Aspect Ik vind mijn werk boeiend
33.
Ik heb plezier in mijn werk
34.
Meestal vind ik het prettig om aan de werkdag te beginnen
35.
Ik voel mij verbonden met de organisatie
4.8
Conclusie
Totaal 57% ja 42% nee 36% ja 63% nee 63% ja 36% nee
Conclusie
Totaal 68% ja 31% nee 21% ja 78% nee
Conclusie
Psychische gezondheid
Nr. 36.
Aspect Ervaart u bij uzelf de laatste drie maanden een opgejaagd gevoel?
33.
Piekert u de laatste drie maanden meer dan vroeger?
34.
Slaapt u de laatste drie maanden goed?
4.9
Totaal 94% ja 5% nee 94% ja 5% nee 94% ja 5% nee 78% ja 21% nee
Lichamelijke gezondheid
Nr. 35.
Aspect Voelt u zich de laatste drie maanden gezond?
36.
Hebt u gezondheidsklachten die naar uw mening veroorzaakt worden door het werk?
Conclusie: Uit de enquête is op te maken dat de respondenten het werk boeiend vinden en plezier hebben in het werk. Bij psychisch gezondheid geeft 57% van de medewerkers aan een opgejaagd gevoel te ervaren, 36% geeft aan de laatste tijd meer te piekeren en 63% slaapt minder goed. Deze scores kunnen duiden op een verminderde belastbaarheid van de medewerkers. Medewerkers met een verminderde belastbaarheid kunnen over het algemeen minder belast worden dan gezonde medewerkers. De balans tussen de belasting (wat iemand moet doen) en de belastbaarheid (wat iemand aankan) wordt daardoor minder in evenwicht. Er ontstaat een verzuimrisico bij deze medewerkers. Bij lichamelijke gezondheid geeft 31% van de medewerkers aan zich de laatste drie maanden niet gezond te voelen. Deze score is verontrustend.
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
17
5
RI&E Uitvoering op schoolniveau
In dit deel van de rapportage worden per lokaal en/of ruimte de risico’s geïnventariseerd en geëvalueerd.
5.1
Bedrijfshulpverlening
Onderwerp
Inventariseren Huidige situatie
Organisatie bedrijfshulpverlening
De organisatie van de bedrijfshulpverlening is niet vastgelegd conform NEN 8112:2010 Leidraad voor ontruimingsplannen voor gebouwen
Bedrijfshulpverleningsoefeningen Bedrijfshulpverleners
Er worden periodiek ontruimingsoefeningen gehouden
Inhoud opleiding bedrijfshulpverleners
Periodieke herhalingslessen Schoolgids
Communicatie Herkenning Calamiteiteninstructies EHBO-middelen
Brandblusmiddelen Noodverlichting Uitvoering nooduitgangen en vluchtwegen
Evalueren Risico
√ aanwezig / geïmplementeerd Χ nog niet voldoende ingevoerd of aanwezig 0 n.v.t. Categorie Medewerkers zijn II Χ niet op de hoogte van risico's en de wijze waarop calamiteiten moeten worden bestreden √
Er zijn 6 opgeleide BHV-ers. Dit is voldoende. In de RI&E is vastgesteld dat er dagelijks (op basis van 1 BHV-er op 50 aanwezigen) tenminste 4 BHV-ers tegelijk aanwezig dienen te zijn. LET OP: Er moeten voldoende BHV-ers zijn opgeleid om deze bezetting te kunnen garanderen (als gevolg van bijvoorbeeld ziekteverzuim) De inhoud van de BHV-training die gevolgd wordt is voldoende afgestemd op de risico’s: Brandbestrijding Communicatie Levensreddende handelingen Ontruimen De bedrijfshulpverleners volgen periodieke herhalingslessen Leerlingen en ouders van de school zijn op de hoogte van de afspraken bij mogelijke calamiteiten Er wordt mondeling gecommuniceerd door de BHV-ers De BHV-ers zijn tijdens een calamiteit herkenbaar aan een reflecterend vestje In de klaslokalen zijn calamiteiteninstructies opgehangen Er zijn voldoende EHBO-middelen aanwezig De aanwezige EHBO-middelen zijn duidelijk zichtbaar en goed bereikbaar opgehangen De EHBO-middelen worden periodiek gecontroleerd en aangevuld Er zijn voldoende brandblusmiddelen aanwezig De aanwezige brandblusmiddelen zijn duidelijk zichtbaar en goed bereikbaar opgehangen Het gebouw is voorzien van voldoende toereikende noodverlichting De nooduitgangen en vluchtwegen zijn goed uitgevoerd De loopafstand tot de nooduitgangen of het trappenhuis bedraagt minder dan 30 meter De nooduitgangen en vluchtwegen zijn vrij van obstakels
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
√
√
√ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ 18
Onderwerp
Aanduiding nooduitgangen en vluchtwegen
Inventariseren Huidige situatie
Evalueren Risico
De nooduitgangen en vluchtwegen worden aangeduid met internationale pictogrammen
√ aanwezig / geïmplementeerd Χ nog niet voldoende ingevoerd of aanwezig 0 n.v.t. Categorie √
5.1.1 Kerngegevens BHV Kerngegevens bedrijfshulpverlening Bedrijfshulpverleners Inhoud BHV-opleiding
Tijdsschema herhalingslessen EHBO Brandbestrijding Ontruimingsoefeningen Periodieke keuringen Brandbestrijdingsmiddelen Brandmeldcentrale EHBO-middelen
Minimaal 4 Brandbestrijding Communicatie Levensreddende handelingen Ontruimen 1 x per jaar, tenminste 1 dagdeel 1 x per 2 jaar, tenminste 1 dag 1 x per jaar 1 x per jaar 1 x per jaar 4 x per jaar
Toelichtingen: Organisatie bedrijfshulpverlening: Leg de organisatie van de bedrijfshulpverlening vast met behulp van NTA 8112-2 “Leidraad voor het samenstellen van een ontruimingsplan voor onderwijsgebouwen”. Het ontruimingsplan moet in hoofdstukken worden opgezet. In deze hoofdstukken komen de verschillende aspecten aan bod en worden hierin uitgewerkt. Van de volgorde en de nummering van de hoofdstukken mag niet worden afgeweken. De inhoud van het ontruimingsplan bestaat uit de volgende onderdelen, met de bijbehorende nummering: 1. Inhoudsopgave; 2. Inleiding en/of toelichting; 3. Situatietekening (ligging van het bouwwerk); 4. Gebouw, installatie- en organisatiegegevens; 5. Alarmeringsprocedure intern en extern; 6. Stroomschema alarmering; 7. Wijze van ontruiming en ontruimingsorganisatie; 8. Wat te doen bij brand- of ontruimingsalarm door personeel; 9. Taken receptie/portier (of daar waar de melding binnen komt); 10. Taken Hoofd Bedrijfshulpverlening (coördinator bedrijfshulpverlening); 11. Taken bedrijfshulpverlener; 12. Taken ontruimingsploeg; 13. Taken directeur/directie; 14. Tekeningen; 15. Verklaringen van symbolen; 16. Logboek ontruimingsplan.
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
19
5.2
Veiligheid en gezondheid schoolgebouw Beschrijving van aandachtspunt per lokaal en/of ruimte
Toegang/Schoolplein 1 Schoolterrein en schoolgebouw zijn voor iedereen goed en veilig toegankelijk. Eventuele hoogteverschillen zijn ook voor lichamelijk gehandicapten te overbruggen. 2 Het schoolterrein heeft een deugdelijke afrastering die geen scherpe randen of uitsteeksels heeft en overklimbaar is. 3 Uitgangen van het schoolterrein naar de openbare weg zijn overzichtelijk in verband met het verkeer. 4 Fietsers komen zonder gevaar vanaf het schoolterrein in het verkeer en omgekeerd. 5 De bestrating van het schoolplein bevat geen gebreken (zoals losliggende tegels, kuilen, slechte afwatering enz.). 6 Indien het terrein grenst aan beglazing, dan is gezorgd dat kinderen er niet doorheen kunnen vallen (bijvoorbeeld door een stootplank ongeveer op schouderhoogte van een kind). 7 Nieuwe speeltoestellen (zoals schommels, klimtoestellen, glijbanen) zijn voorzien van een CE-markering en worden jaarlijks geïnspecteerd door een bevoegd controleur. 8 De speeltoestellen zijn in ieder geval: − Stevig in de grond verankerd; − Geschikt voor de doelgroep; − Afgeschermd tegen spontaan inlopen (denk bv. aan schommels); − Zijn goed onderhouden, stevig en niet doorgeroest of verrot. 9 Er is een logboek bij ieder speeltoestel. 10 De ondergrond is van een zacht materiaal (zoals zand, gras, houtschaafsel of rubber tegels) zodat bij een val geen ernstig letsel kan ontstaan. 11 Zandbakken: − Worden na gebruik afgedekt met een zandbaknet tegen bevuiling door dieren; − Hebben een waterdoorlatende ondergrond; − Worden tenminste éénmaal per jaar verschoond. 12 Vóór en ná schooltijd en tijdens de pauzes is er voldoende overzicht en toezicht. 13 Het schoolplein is groot genoeg in verhouding tot het aantal leerlingen. 14 De jongste groepen hebben een passende speelgelegenheid. 15 Als er afvalbakken op het schoolplein staan, zijn deze onbrandbaar en zijn ze opgesteld op afstand van het schoolgebouw. 16 De centrale afvalberging is afgesloten en bij voorkeur op enige afstand van de school gelegen. 17 Met betrekking tot fietsers geldt het volgende: − Er is voldoende gelegenheid voor het veilig stallen van fietsen; − Op het schoolplein mag niet gefietst worden; − Indien de school beschikt over een inpandige fietsenstalling, dan mogen leerlingen daar alleen met de fiets aan de hand naar binnengaan. 18 De beplanting op en rondom het schoolplein is ongevaarlijk (bijvoorbeeld geen doornen), is niet giftig en is laag gesnoeid. 19 Bij het risico op contact met zwerfafval (kapotte bierflesjes, spuiten drugsgebruikers, e.d.) ná weekenden en/of vakanties, heeft de school adequate preventieve en curatieve maatregelen getroffen.
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
√ in orde Χ niet in orde - n.v.t. √ √ √ √ √ √ √ √
√ √ √
√ √ √ √ √ √
√ √
20
Gangen en trappen 1 De in- en uitgangen zijn veilig toegankelijk: geen val- of struikelgevaar of scherpe voorwerpen. 2 De gangen en trappen zijn goed verlicht. 3 Gangen, trappen, wanden, leuningen en uitgangen zijn vrij van uitstekende, puntige of scherpe delen. De wandafwerking is niet ruw. 4 Vloeren en traptreden zijn voldoende stroef. Er zijn geen losse De trap naar het speellokaal vloerdelen en oneffenheden die struikelgevaar kunnen van de kleuters is veroorzaken. onvoldoende stroef 5 Kledinghaken, deurknoppen, radiatorknoppen of andere scherpe objecten zijn glad afgewerkt of goed afgeschermd, zodat ze niet gemakkelijk aanleiding kunnen geven tot verwondingen. 6 De trappen zijn van leuningen voorzien: − Breedte < 1,20 m: tenminste aan één zijde; − Breedte > 1,20 m: aan beide zijden; − Breedte > 2,20 m: tevens een tussenleuning. 7 Situaties waar gevaar voor vallen van hoogte bestaat, zoals vloeropeningen en bordessen zijn deugdelijk afgeschermd. 8 Niveauverschillen zijn goed visueel gemarkeerd, bijvoorbeeld door kleurverschil, materiaalverschil of pictogrammen. 9 Gangen, trappen en (nood)uitgangen zijn vrij van obstakels of opslag en niet geblokkeerd. 10 De in de school aanwezige rookwerende (tocht)deuren zijn zelfsluitend en worden gesloten gehouden (of de kleefmagneten, dranger of vloerveren worden ontkoppeld door middel van rookdetectie). 11 In de gangen, hallen en gemeenschapsruimten zijn de (nood)uitgangen met pictogrammen aangegeven. 12 De breedte van nooduitgangen en vluchtwegen is: − Voor 1 t/m 25 personen: 0,60 m; − Voor 26 t/m 100 personen: 0,75 m; − Voor meer dan 100 personen: 1,20 m (of 2 x 0,75). 13 Op de plaatsen waar gedrang mogelijk is, zijn glazen en transparante deuren en vlakken beveiligd tegen doorvallen van leerlingen (bijvoorbeeld door gebruik van veiligheidsglas of stootbalk). 14 Glazen of transparante deuren en vlakken zijn voorzien van een markering op ooghoogte (1.40 meter). 15 Het gevaar dat vingers bekneld raken bij toegangsdeuren en zware tussen- /klapdeuren is adequaat bestreden. Sanitaire voorzieningen 1 Er zijn voldoende goede toiletten voor personeel aanwezig. 2 Er zijn afzonderlijke toiletten voor jongens en meisjes. 3 Er is een goede ventilatie/afzuiging bij de toiletten zodat er geen stankoverlast is. 4 Op of nabij de toiletten is gelegenheid voor handen wassen door middel van wasbakken. 5 Bij de toiletten zijn voorzieningen met betrekking tot: − De afvoer van maandverband; − De verkrijgbaarheid van maandverband. 6 De wand- en vloerafwerking in de sanitaire ruimten is stroef en vlak. Het materiaal op wanden en vloer is niet poreus. 7 Er is tenminste één toilet aanwezig dat bereikbaar en geschikt is voor lichamelijk gehandicapten. 8 Op de voorruimte van de toiletten die bestemd zijn voor de jongste leerlingen is zicht vanuit een groepsruimte mogelijk. 9 De toiletten zijn voldoende verlicht (door kunst- of daglicht). 10 De eventueel aanwezige warmwaterkranen t.b.v. kinderen zijn voorzien van een thermostaat die is ingesteld op maximaal 38 graden en alleen door het personeel is in te stellen.
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
√ √ √ Χ √
√
√ √ √ √
√ √
√
√ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √
21
Lunch- en andere voorzieningen 1 Er is een aparte ruimte voor het personeel aanwezig, waar men de pauzes kan doorbrengen. 2 De personeelsruimte is voldoende bemeten voor het aantal personeelsleden en heeft voldoende stoelen en tafels. 3 De overblijfvoorzieningen voor de leerlingen leveren geen veiligheidsproblemen op. 4 Borstvoedinggevende vrouwen beschikken over een (af te sluiten) ruimte waar ze borstvoeding kunnen geven of kunnen kolven. Onderhoud, orde en netheid 1 Alle delen van de school worden schoongehouden volgens een op schrift gesteld programma, afgestemd op het gebruik en de functie van de ruimte. 2 Er zijn voorzieningen om onderhouds- en schoonmaakmiddelen, hulpmaterialen, gereedschappen e.d. op te bergen in een af te sluiten ruimte. 3 De afsluitbare voorzieningen om onderhouds- en schoonmaakmiddelen, hulpmaterialen, gereedschappen e.d. op te bergen worden goed gebruikt. 4 Schoonmaakmiddelen die gevaarlijk zijn bij consumptie worden achter slot en grendel bewaard. 5 De afvalbakken in de lokalen worden het liefst dagelijks na het einde van de lestijd geleegd in de grote afvalcontainer. Les- en werkruimtes algemeen 1 Wandcontactdozen, stekkers, verdeeldozen en snoeren zijn onbeschadigd en voldoende afgeschermd 2 Er liggen geen losse snoeren op de grond. In de klaslokalen liggen losse snoeren op de grond 3 De vloerafwerking is: − Antistatisch; − Geluiddempend; − Voetwarm (niet koud); − Doelmatig te reinigen. 4 De vloer in het handvaardigheids- en/of technieklokaal wordt niet glad tijdens het gebruik (bijvoorbeeld door water of zaagsel). 5 Bij de aanschaf van planten en dieren wordt gelet op giftigheid, veiligheid, hygiëne en mogelijke allergische reacties. 6 In de lesruimtes zijn geen dieren aanwezig die allergische reacties kunnen veroorzaken. 7 Er wordt in de school niet gerookt. Er kan een specifieke ruimte worden aangewezen waar wel gerookt mag worden. Afmetingen van les- en werkruimtes 1 De les- en werkruimtes zijn voldoende groot voor het aantal mensen dat aanwezig is. 2 De looppaden zijn minstens 60 cm breed. 3 De vrije strook tussen de bordwand en de voorste tafelrij bedraagt minstens twee meter. 4 Het schoolbord is in hoogte verstelbaar en geeft geen lichtreflecties of schitteringen. Geluid en lawaai in les- en werkruimtes 1 De akoestiek en verstaanbaarheid worden als goed ervaren. 2 Er wordt geen hinder ondervonden van: In gehele schoolgebouw is lawaaihinder van het − Verkeerslawaai; ventilatiesysteem − Aangrenzende ruimten; − Ventilatiesystemen (lawaai). Verlichting in les- en werkruimtes 1 In werk- en lesruimtes kan daglicht binnenkomen. 2 Er is uitzicht naar buiten mogelijk. 3 Er is voldoende daglicht en kunstlicht voor de aard van het werk.
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
√ √ √ -
√ √ √ √ √ √ Χ √
√ √ √ √ √ √ √ √ Χ
√ √ √
22
Men heeft geen last van: − Flikkerend licht; − Glans; − Scherpe contrasten; − Hinderlijke lichtval. door de toepassing van kunstlicht. Klimaat en temperatuur in les- en werkruimtes 1 De temperatuur wordt zowel in de zomer als in de winter als behaaglijk ervaren.
√
4
De temperatuur is per ruimte regelbaar. De vochtigheidsgraad is in de zomer en in de winter aanvaardbaar. 4 Verschijnselen die kunnen wijzen op onvoldoende ventilatie doen zich niet voor. 5 Hinderlijke tocht door luchtverversingsinstallaties komt niet voor. 6 Werk- en verblijfsruimtes aan de zonzijde zijn voorzien van zonwering, bij voorkeur aan de buitenzijde. Meubilair in les- en werkruimtes 1 De tafels en stoelen zijn: − Stabiel; − Verkeren in goede staat van onderhoud; − Zijn vrij van splinters en andere beschadigingen. 2 Het meubilair is voldoende aangepast aan de lengteverschillen van de leerlingen . Minimaal éénmaal per jaar (liefst aan het begin van het schooljaar) wordt er gecontroleerd of de leerlingen op/aan het juiste meubilair zitten. 3 Kasten en stellingen zijn deugdelijk, voldoende stabiel en verankerd, en planken worden niet overbelast. 4 Het meubilair (stoel en tafel) voor de medewerkers is ergonomisch verantwoord. Werkhoudingen/afwisseling (denk aan OOP) 1 Er is voldoende afwisseling tussen de verschillende werkhoudingen (zitten/staan). 2 Degenen die regelmatig zware lasten tillen, passen de juiste tiltechniek toe en worden hierover met enige regelmaat voorgelicht. Beeldschermwerk 1 De school weet welke medewerkers langdurig beeldschermwerk verrichten en weet welke voorzieningen/hulpmiddelen worden geboden. 2 Bij beeldschermwerk is de werkplekinrichting goed afgestemd op het werk en de lichaamsafmetingen van de medewerkers en de leerlingen. Gereedschappen/middelen 1 Kopieerapparatuur en printers zijn veilig en geven geen hinder: − De apparatuur heeft een veilige elektrische aansluiting; − Bij veelvuldig gebruik van deze apparatuur wordt er voldoende geventileerd. 2 Elektrisch solderen kan veilig worden uitgevoerd. 3 Handgereedschappen zoals hamers, vijlen en zagen zijn in goede staat. 4 Elektrisch handgereedschap: − Is in goede staat; − Snoeren zijn onbeschadigd; − Is dubbel geïsoleerd of werkt onder veilige spanning. 5 Ladders, trappen en ander klimmateriaal zijn in goede staat en worden goed onderhouden en gekeurd. 6 Werknemers zijn voorgelicht over het veilig gebruik van ladders, trappen en ander klimmateriaal.
Er zijn klachten over de behaaglijkheid van de temperatuur
Χ √ √
2 3
Er zijn klachten over de ventilatiemogelijkheden
Χ √ √ √
√
√ √ √ √
√ √
Er is onvoldoende ventilatie in de kopieerruimte
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
Χ
-
-
23
7
Handgereedschappen en werkmaterialen zijn veilig en overzichtelijk opgeborgen, bij voorkeur in een speciaal daarvoor bestemde kast. Gevaarlijke stoffen 1 In de RI&E is een overzicht opgenomen van die gevaarlijke Er worden alleen stoffen die op de school worden gebruikt. schoonmaakmiddelen gebruikt 2 De verpakking van gevaarlijke stoffen is: − Deugdelijk en onbeschadigd; − Van geschikt materiaal. 3 De gevaarlijke stoffen hebben de volgende etikettering: − Naam produkt; − Gevaarssymbolen; − Gevaarsaanduiding; − Veiligheidsaanbevelingen. 4 De gebruikers van de gevaarlijke stoffen kennen de betekenis van de symbolen en aanduidingen op de etiketten. 5 Het is bekend welke maatregelen genomen moeten worden wanneer er iets mis gaat. 6 Alle gevaarlijke stoffen zijn op veilige wijze opgeslagen: − Voldoende lekopvang (plaatsing in lekbak); − Voldoende brandwerend; − Voldoende ventilatie. 7 Alle gevaarlijke stoffen worden buiten bereik van leerlingen bewaard. 8 De school (vloer- en dakbedekking, CV-installatie, isolatiemateriaal) is gecontroleerd op de aanwezigheid van asbest. Voor zover asbesthoudende materialen aanwezig zijn, leveren deze geen gevaar voor de gezondheid op. 9 Afwerkingsmaterialen van wanden, vloeren en plafonds bevatten geen voor de gezondheid schadelijke gassen en dampen. Elektriciteit en gas 1 Verlichtingsarmaturen en apparatuur zijn in goede staat en veilig aangesloten. 2 Aansluitingen ('stekkers'), schakelaars, contactdozen ('stopcontacten') en snoeren zijn onbeschadigd. 3 Apparatuur met aarding en voorzien van verlengsnoeren is op aarding aangesloten. 4 Snoeren voor permanente aansluiting van apparatuur worden geleid in kunststof pijpen of kokers. 5 De elektrische voorziening aan aquaria is geaard. 6 Bij natte activiteiten is de contactdoos voorzien van een spatwaterklep. 7 De hoofdschakelaar voor elektriciteit is goed bereikbaar. 8 Voor de schakel-/zekeringkast geldt: − Deze is in goede staat en gesloten; − Er is een begrijpelijk schema aanwezig; − Indien nog aanwezig zijn de patroonhouders opgevuld. 9 Schakelruimtes en de CV-ruimte worden niet voor opslag gebruikt. 10 De centrale hoofdafsluiter van het gas is goed bereikbaar. 11 Alle gastoestellen verkeren in goede staat en worden jaarlijks door een deskundige gecontroleerd. Speellokaal kleuters 1 Jaarlijks vindt er een veiligheidheidscontrole plaats van het speellokaal en de speel- of gymnastiektoestellen. 2 Het onderste gedeelte van de wanden is glad of is afgeschermd. 3 De vloerafwerking is: − Veerkrachtig; − Naadloos; − Stroef. © 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
-
√ √
√ √ -
√ √
√
√ √ √ √ √ √ √
√ √ √ √ √ √
24
4
Scherpe, uitstekende delen (bijvoorbeeld van radiatoren of vastzetinrichtingen) zijn goed afgeschermd.
5 6
De beglazing bestaat uit veiligheidsglas. Er is een aangrenzende berging aanwezig, waarin alle toestellen opgeborgen kunnen worden. De sporten van het wandrek: − Zitten goed vast; − Kunnen niet meedraaien; − Vertonen geen beschadiging; − Zijn vrij van splinters. De spankabels, kettingen en lieren van het wandrek zijn in goede staat. Het klimtoestel: − Is in goede staat; − Is vrij van splinters; − Kan stabiel worden opgesteld. De glijplank/glijgoot en wipplank zijn onbeschadigd. De houten onderdelen van de springkast: − Passen stevig in elkaar; − Zijn onbeschadigd. De matten: − Hebben voldoende schokdemping; − Zijn onbeschadigd. In of nabij het lokaal is een EHBO-trommel met eenvoudige inhoud aanwezig.
7
8 9
10 11
12
13
Afschermkappen van verschillende TL-verlichting hangen los
Χ √ √ √
√ √
√ √ √ √
Toelichtingen: Klimaat en temperatuur in les- en werkruimtes: Het verdient aanbeveling de klachten ten aanzien van het binnenklimaat nader te inventariseren. U kunt dit doen door: - Een vragenlijstonderzoek onder alle medewerkers; - Het verrichten van indicatieve metingen (o.a. CO2, luchtvochtigheid en temperatuur); - Het verzorgen van een voorlichting binnenklimaat. Meer informatie ten aanzien van het binnenklimaat kunt u vinden in: − Naar een betere atmosfeer ... ‘Hoe verbeteren we de kwaliteit van de binnenlucht in onze school’, een uitgave van Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Onderwijs; − “Een Nieuwe Frisse School, Je leer beter in een frisse school”, http://www.senternovem.nl/frissescholen/publicaties/een_nieuwe_frisse_school.asp.
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
25
5.3
Veiligheid en gezondheid gymnastieklokaal Beschrijving van aandachtspunt per lokaal en/of ruimte
Algemeen 1 Als de gemeente of een externe instantie eigenaar van het gymnastieklokaal is, dan is er sprake van: − Een gebruikersovereenkomst tussen de gemeente/externe instantie en de school; − Een aanspreekpunt (beheerder of beheerscommissie); − Mogelijkheden om defecten en tekortkomingen door te geven; − De aangegeven defecten of tekortkomingen worden adequaat opgeheven. 2 Alle leerkrachten die gymles geven zijn daarvoor bevoegd. 3 De leerkrachten zijn geïnstrueerd over maatregelen bij brand. 4 Er is een telefoon aanwezig (bij niet-inpandige gymnastieklokalen), waarmee de 112 alarmcentrale gebeld kan worden. 5 Indien de gymzaal niet op het schoolterrein is: vindt het vervoer van de leerlingen van en naar de gymzaal veilig plaats. Inrichting 1 Jaarlijks vindt er een veiligheidscontrole plaats van het gymnastieklokaal en de gymnastiektoestellen. 2 Het onderste gedeelte van de wanden is glad of is afgeschermd. Korven en roosters staan op minimaal 3 cm van glas. 3 De beglazing bestaat uit veiligheidsglas. 4 Er is een EHBO-trommel met eenvoudige inhoud aanwezig. 5 De leerlingen zijn geïnstrueerd over maatregelen bij brand. 6 Verlichtingsarmaturen, klok en dergelijke zijn beschermd tegen beschadigingen. 7 Alle verplaatsbare toestellen kunnen in de toestellenberging. 8 De vloer van de wasruimte is stroef en onbeschadigd. 9 De doucheruimte kan geventileerd worden. 10 Het warme water is door de beheerder ingesteld op maximaal 38 graden. 11 Kleedlokalen, doucheruimten, toiletten en wastafels: − Zijn voldoende aanwezig; − Worden regelmatig schoongemaakt; − De vloerafwerking is stroef en bestendig tegen mechanische beschadigingen. 12 De risico's van legionella-besmetting door (warm)waterinstallaties zijn afwezig. Klimtouwen 1 De wagens waaraan de touwen zijn bevestigd lopen soepel in de verrolinrichting. 2 De kettingen tussen de wagens en het touw om de wagens te verplaatsen vertonen geen gebreken. 3 De klimtouwen verkeren in goede staat. Zichtbare beschadigingen en knopen zijn niet aanwezig. Ringen 1 De (houten) ringen, ringtouwen, leren riemen en kettingen verkeren in goede staat. 2 De disloqueerwartels zijn geborgd. 3 Het losgaan van de kettingbevestiging is tijdens het gebruik van de ringen niet mogelijk. 4 De (houten) ringen worden niet belast over een vlak kleiner dan circa 10 cm. (bijvoorbeeld door er toestellen in te hangen). 5 De ringenhaak is aan de achterzijde beschermd om verwondingen en vloerbeschadigingen te voorkomen. Rekstokken © 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
√ in orde Χ niet in orde - n.v.t. √
√ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √
√ √ √ √ √ √ √ √ √
26
1 De rekstokken kunnen rammelvrij worden vastgezet. 2 De rekstokken zijn gezekerd tegen losgaan. Wandrek 1 De sporten zitten goed vast en kunnen niet meedraaien. 2 De sporten zijn niet beschadigd en vrij van splinters. 3 Spankabels, kettingen en lieren verkeren in veilige staat. Zweedse banken 1 Het houtwerk van de banken vertonen geen splinters. 2 Er is geen kiervorming tussen houtwerk en draagconstructie waarin de vingers kunnen beknellen. 3 De omklapbare dragers zijn stevig bevestigd aan de bank. Turnbrug 1 De staanders zijn gemakkelijk in de stijlen te verstellen. 2 De vastzetinrichtingen van de staanders werken naar behoren. 3 In de berging worden de vastzetinrichtingen enigszins ontspannen. De liggers kunnen in dit geval niet ongewild zakken. 4 De houten liggers zijn onbeschadigd en goed bevestigd aan de staanders. 5 In de berging staat een brug niet op wielen. Afzettrampoline 1 De verstelbare poten zijn goed vergrendeld (voor iedere les te controleren). 2 Tijdens het gebruik mag de hoek, die gevormd wordt door het raam en de achterste poot, niet groter zijn dan 80°. 3 De antislip vloerbeschermers verkeren in goede staat. 4 Het metalen raam en de veren zijn volledig beschermd door een gepolsterd dek. Dit dek is aan de voorzijde van het raam elastisch bevestigd. 5 De spanning in het springdoek is minimaal zodanig dat, bij het inspringen in de laagste stand, de grond in geen geval geraakt wordt (geen veren toevoegen of weglaten). 6 De veren of elastieken spanners verkeren in goede staat. 7 De afzettrampoline wordt gebruikt in combinatie met een landingsmat. 8 Het toestel is in een afsluitbare ruimte opgeborgen of is verticaal geplaatst en vergrendeld met een slot. 9 De docent is opgeleid in het veilig omgaan met de trampoline. Bok, paard en springkast 1 De antislip-hoeven van bok en paard zijn intact. 2 De verstelbare poten van bok en paard zijn goed te verschuiven. 3 De houten onderdelen van de springkast passen stevig in elkaar en zijn onbeschadigd. 4 De springkast staat in de berging niet op wielen en de bedieningshendel is, indien mogelijk, ingeschoven. Matten 1 De valmat is, met name ter plaatse van de stiksels, onbeschadigd. 2 De vulling is in goede staat en geeft voldoende schokdemping (de hoes moet in onbelaste toestand strak staan). 3 De valmat wordt niet over de vloer gesleept. 4 De turnmatten hebben voldoende schokdemping en zijn onbeschadigd.
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
√ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √
27
6
Literatuurlijst
1.
Handboek Arbeidsomstandigheden Wetgeving, Uitgeverij Samson
2.
Arbo-informatieblad nummer 1 Arbo- en verzuimbeleid, Sdu Uitgeverij
3.
Arbo-informatieblad nummer 2 Werken met beeldschermen, Sdu Uitgeverij
4.
Arbo-informatieblad nummer 7 Kantoren, Sdu Uitgeverij
5.
Arbo-informatieblad nummer 8 Zittend en staand werk, Sdu Uitgeverij
6.
Arbo-informatieblad nummer 9 Biologische agentia, Sdu Uitgeverij
7.
Praktijkgids Arbeidsveiligheid, A.W. Zwaard e.a. Samson Bedrijfsinformatie
8.
Arbomeester, Vervangingsfonds
9.
De meeste gestelde vragen over taakbeleid, Vervangingsfonds
10. Leeftijdsbewust personeelsbeleid, Vervangingsfonds 11. Handboek beleid Agressie en geweld op scholen, Vervangingsfonds 12. Bedrijfshulpverlening in het Onderwijs, TNO Arbeid 13. Schoolgezondheidmeter, Vervangingsfonds 14. Naar een betere atmosfeer ... ‘Hoe verbeteren we de kwaliteit van de binnenlucht in onze school’, Vervangingsfonds
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
28
Bijlagen
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
29
Bijlage 1
Verantwoording van het onderzoek
Methode van inventariseren De methodiek die voor het uitvoeren van de risico-inventarisatie en –evaluatie is gebruikt is gebaseerd op de Inspectiemethode Arbeidsomstandigheden. Daarbij is rekening gehouden met de meest recente inzichten en met branche specifieke knelpunten, arbo-convenanten en de CAO. Methode van evalueren In dit rapport wordt aan de geconstateerde knelpunten een klassering gegeven in de vorm van een prioriteitsstelling. Deze is gebaseerd op wettelijke, veiligheids, gezondheids- en welzijnsaspecten. Aan het klasseren van knelpunten (het evalueren van risico’s) dient bij voorkeur een methode ten grondslag te liggen om een reproduceerbaar resultaat te krijgen. In dit rapport genoemde knelpunten zijn volgens de volgende systematiek geëvalueerd. Evalueren van veiligheids-, gezondheids- en welzijnsrisico’s Onder een risico verstaat men het product van kans en effect. De kans is hierbij opgesplitst in de waarschijnlijkheid (W) en de duur van de blootstelling (B). Het effect is beschreven als de grootte van het mogelijk letsel (E). Hierbij ontstaat de volgende formule: B x E x W = Risico. Blootstelling 0,5 Zeer zelden (minder dan 1 maal per jaar 1 Zelden (jaarlijks 2 Soms (maandelijks) 3 Af en toe (wekelijks) 6 Regelmatig (dagelijks) 10 Voortdurend Effect 1 Gering Gering letsel of hinder 3 Belangrijk Belangrijk, maar reversibel letsel 7 Ernstig Invaliditeit, onomkeerbaar letsel 15 Zeer ernstig 1 dode (acuut of op termijn) 40 Ramp Meerdere doden (acuut of op termijn) Waarschijnlijkheid 0,1 Bijna niet denkbaar 0,2 Praktisch onmogelijk 0,5 Denkbaar, maar onwaarschijnlijk 1 Mogelijk, maar onwaarschijnlijk 3 Waarschijnlijk 6 Zeer goed mogelijk 10 Zo goed als zeker Risico R ≤ 20 20 < R ≤ 70 70 < R ≤ 200 200 < R ≤ 400 R > 400
Risicoklasse V IV III II I
Omschrijving van het risico Zeer beperkt risico – aanvaardbaar Aandacht nodig Maatregelen vereist Direct verbetering vereist Werkzaamheden stoppen !
Plan van aanpak De aanbevelingen op basis van de risico-inventarisatie en –evaluatie staan vermeld in het plan van aanpak onder punt 1.1. In het plan van aanpak staan de maatregelen vermeld om de aanwezige risico's te voorkomen of te beperken. Het plan van aanpak is een belangrijke voorwaarde voor een gestructureerde aanpak van arbeidsomstandigheden. De startdatum is afhankelijk van de categorie die door de deskundige is aangebracht. U kunt afwijken van de geadviseerde termijn in het plan van aanpak, indien u daar goede onderbouwde redenen voor aan kunt geven. Indien ertussen u als opdrachtgever en de deskundige van de arbodienst geen consensus bestaat over de termijn, vermeld de adviseur dit in de status (bijlage 3) van het rapport.
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
30
Jaarlijks dient u (schriftelijk) te rapporteren over de uitvoering van het plan van aanpak. Voor deze jaarlijkse rapportage dient er overleg gepleegd te zijn met de medewerkers(vertegenwoordiging). Een goede evaluatie geeft ten minste antwoord op de volgende vragen: • Zijn de voornemens uit het plan van aanpak volgens de afspraken uitgevoerd ? • Hebben de genomen maatregelen de gewenste effecten gehad ? • Zo nee, wat is daarvan de oorzaak geweest ? (onduidelijke toedeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, onvoldoende middelen, onduidelijke werkvoorschriften, onvoldoende controle en toezicht) • Bestaat er aanleiding (gewijzigde omstandigheden, nieuwe productieprocessen, nieuwe inzichten, nieuwe regelgeving) om een nieuwe RI&E op te (laten) stellen ? • Is er deskundigheid ingeroepen bij de aanwezige risico’s ? Dit zijn vragen die u uzelf periodiek moet stellen. Het zijn vragen die aan de orde komen in het overleg tussen de werkgever en de medewerkers(vertegenwoordiging) en in het werkoverleg. Met name de medewerkers kunnen een belangrijk aandeel leveren in dit ‘waakproces’. Zij ondervinden immers aan den lijve of er daadwerkelijk iets ten goede is veranderd. Adviseren De adviezen in het rapport zijn altijd volgens de arbeidshygiënische strategie tot stand gekomen. Dit houdt in dat bij het zoeken van beheersmaatregelen ter preventie van blootstelling aan risico's, een hiërarchische volgorde is aangebracht. Deze volgorde is: 1. Elimineren van de bron (bijvoorbeeld door een andere bewerkingswijze of een minder schadelijk alternatief) of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, 2. Maatregelen aan de bron (stillere motor kiezen, granulaat gebruiken in plaats van poeder) of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, 3. Maatregelen direct om de bron (afzuigen, omkasten, afschermen); of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, 4. Maatregelen in de omgeving (algemene ventilatie, geluidsabsorberende plafonds) of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, 5. Organisatorische maatregelen (zoals de duur van de blootstelling en/of het aantal blootgestelde personen beperken) of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, 6. Verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen. Het kan noodzakelijk zijn om een maatregel van een lagere orde eerst toe te passen alvorens andere beheersmaatregelen worden toegepast. Nadere voorschriften voor risico-inventarisatie & -evaluatie De onderstaande tabel geeft zicht op de noodzakelijke nadere voorschriften voor risico-inventarisatie en –evaluatie. De onderwerpen zijn: Onderwerp Jeugdigen Zwangere Gevaarlijke stoffen in het algemeen Thuiswerken met gevaarlijke stoffen Voor de voortplanting gevaarlijke stoffen Kankerverwekkende stoffen en processen Vinylchloridemonomeer Asbest Lood Biologische agentia Fysieke belasting Beeldschermen Geluid Persoonlijke bescherming
√ aanwezig Χ ontbreekt 0n.v.t. 0 √ √ 0 0 0 0 √ 0 √ √ √ √ √
De nadere voorschriften zijn niet voor iedere organisatie relevant. De voorschriften zijn op een organisatie van toepassing bij de aanwezigheid van bepaalde gevaren.
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
31
Bijlage 2
Toetsingsresultaten gecertificeerde kerndeskundige
Opdrachtgever Organisatie: Directeur: Bezoekadres: Postcode + vestigingsplaats: Telefoonnummer: Faxnummer: De RI&E is uitgevoerd door:
Datum:
Prinses Marijkeschool Dhr. H. Landman Abraham van Beyerenstraat 1 C 2525 TA Den Haag 070-3884035 070-3887899 Human-Invest B.V. Dhr. M. (Mark) Smakman, Organisatieadviseur/Veiligheidskundige 06-52643756
[email protected] 14 december 2010 en 4 februari 2011
Toetsing inhoud Beoordelingskader: Actueel: Volledig: Werkvorm: Diepgang: Draagvlak:
Beoordeling Het inventarisatie-instrument is voldoende branche specifiek De RI&E is voldoende actueel De RI&E is voldoende volledig De inventarisatie heeft plaats gevonden door het houden van inspecties en interviews Nadere inventarisaties zijn conform bijlage 1 zijn niet noodzakelijk Medewerkers zijn voldoende betrokken
√ √ √ √ √ √
Advies over het plan van aanpak Haalbaarheid:
De termijnen in het plan van aanpak zijn voldoende concreet, praktisch en uitvoerbaar. Maatregelen: De maatregelen zijn tot stand gekomen volgens de arbeidshygiëne strategie (bronaanpak) Termijnen: De planning van de maatregelen is een overeenstemming met de ernst van de geconstateerde risico’s Uitvoerder/Verantwoordelijke: De uitvoerder c.q. verantwoordelijke heeft voldoende niveau binnen de organisatie om de maatregel tot uitvoer te brengen
√ √ √ √
Deze RI&E is getoetst door een gecertificeerde kerndeskundige Datum:
4 februari 2011
4 februari 2011
Naam arbodienst:
Tredin B.V.
Human-Invest B.V.
Naam verantwoordelijke:
Dhr. T. Albertsma (Bedrijfsarts)
Dhr. M. Smakman (Veiligheidskundige)
Handtekening:
© 2011 RI&E Prinses Marijkeschool, onderdeel van Stichting De Haagse Scholen
32