RIS 291662
ONDERZOEKSOPZET OPVOLGINGSONDERZOEK SUBSIDIES
Februari 2016
REKENKAMER DEN HAAG ONDERZOEKSOPZET
INHOUDSOPGAVE
OPVOLGINGSONDERZOEK SUBSIDIES
1 Achtergrond en vraagstelling
3
1.1 Inleiding
3
1.2 Wet- en regelgeving, beleid en organisatie
4
1.3 Relevantie
7
1.4 Toegevoegde waarde van dit onderzoek
7
1.5 Doelstelling
8
1.6 Vraagstelling
8
1.7 Aanpak
8
1.8 Planning en organisatie
10
Bijlage 1: Raadsbesluit
12
Bijlage 2: Normenkader
13
Bijlage 3: Literatuurlijst
17
REKENKAMER DEN HAAG
1 ACHTERGROND EN VRAAGSTELLING
ONDERZOEKSOPZET OPVOLGINGSONDERZOEK SUBSIDIES
1.1 Inleiding In 2011 heeft de rekenkamer het onderzoek afgerond naar het functioneren van de gemeente Den Haag als subsidieverstrekker. Dit onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van forse bezuinigingen op het gemeentelijke subsidiebeleid en met het oog op de doeltreffendheid en doelmatigheid van gemeentelijke subsidies. Op basis van 1 het rapport ‘Van uitgaven naar uitkomsten’ heeft de gemeenteraad door middel van 2 een raadsbesluit het college verzocht de aanbevelingen uit te voeren met als doel subsidies doeltreffender en doelmatiger te verstrekken (zie bijlage 1 voor een kopie van dit raadsbesluit). De gemeente Den Haag heeft de afgelopen jaren verschillende stappen gezet op het gebied van de beheersing van subsidies. Zo wordt er sinds 2012 jaarlijks een openbaar 3 subsidieregister gepubliceerd , is er een centraal subsidiebureau in het leven 4 geroepen en is het aantal gebruikte subsidiearrangementen teruggebracht van zes 5 naar drie. Onderdeel van de meerjarenstrategie van de Rekenkamer Den Haag is om meer structureel na te gaan in hoeverre en op welke wijze het college invulling geeft aan raadbesluiten naar aanleiding van rekenkamerrapporten. Dit is voor de rekenkamer aanleiding om voor 2016 ruimte te reserveren om een opvolgingsonderzoek uit te voeren. De rekenkamer heeft de keuze gemaakt om van het onderzoek ‘Van uitgaven 6 naar uitkomsten’ de doorwerking te onderzoeken. Dit onderzoek is enkele jaren geleden afgerond (2011). Daarmee heeft de gemeente de tijd gehad om te werken aan de uitvoering van het raadsbesluit. Bovendien is subsidieverstrekking evenals in 2011 een actueel en relevant gemeentelijk instrument om gemeentelijke taken uit te voeren en/of beleid mee te realiseren. De Rekenkamer Den Haag heeft als doel met dit onderzoek opnieuw het door de gemeente gevoerde subsidiebeleid in kaart te brengen, waarbij zowel de opvolging ten aanzien van het raadsbesluit wordt gemonitord als de actuele stand van zaken ten aanzien van een doeltreffende en doelmatige subsidieverstrekking onderzocht wordt.
1
Van uitgaven naar uitkomsten. Onderzoek naar de gemeentelijke subsidieverstrekking in 2009 (2011, RIS 181562). 2
Raadsbesluit rv 61, 5 juli 2012. Voorstel van het presidium naar aanleiding van het rekenkameronderzoek 'Van uitgaven naar uitkomsten' (2012, RIS 247420). 3
Subsidieregister 2012 (2012, RIS 254776), Subsidieregister 2013 (2013, RIS 271587) en Subsidieregister 2014 (http://www.denhaag.nl/home/bewoners/to/Subsidieregister.htm) 4
Brief wethouder over de verbetering van het subsidieproces en de oprichting van het Centraal Subsidie Bureau (10-09-2013, RIS 263427) 5
Gewijzigd voorstel van het college inzake Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, pagina 1 en 2 (2014, RIS: 269133) 6
Van uitgaven naar uitkomsten. Onderzoek naar de gemeentelijke subsidieverstrekking in 2009 (2011, RIS 181562).
3
1.2 Wet- en regelgeving, beleid en organisatie REKENKAMER DEN HAAG ONDERZOEKSOPZET OPVOLGINGSONDERZOEK SUBSIDIES
Wet- en regelgeving Algemene wet bestuursrecht Op basis van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb), hoofdstuk 4 titel 4.2 heeft gemeente Den Haag de bevoegdheid subsidies toe te kennen. De wetgever omschrijft een subsidie als volgt: ”Onder subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde 7 goederen of diensten.” Deze wettelijke definitie is een zogenaamd materieel begrip. Dat betekent dat als voldaan wordt aan alle geformuleerde criteria er sprake is van een subsidie, ook als het niet wordt aangeduid als subsidie. Van het tegenovergestelde is ook sprake. Als iets subsidie wordt genoemd maar het voldoet niet aan alle criteria, dan is van een subsidie 8 geen sprake. Aanspraak op financiële middelen Subsidie wordt verstrekt door middel van een beschikking zoals bedoeld in artikel 1:3 van de Awb. Een begunstigende (positieve, toekennende) beschikking schept een voorwaardelijk recht op de uitbetaling van financiële middelen. In de beschikking voor de subsidieverlening dienen voorwaarden te worden opgenomen waar de aanvrager bij de uitvoering van zijn activiteiten aan moet voldoen. Door een bestuursorgaan verstrekt 9 Alleen bestuursorganen kunnen subsidies verstrekken. In het geval van een gemeente betekent dit dat de gemeenteraad en het college van Burgemeester en Wethouders bevoegd zijn tot het verstrekken van subsidies. Met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager Subsidie is een financiële bijdrage aan een prestatie die de subsidieontvanger levert, waarmee het één van de middelen is om gemeentelijke doelen te realiseren. In de memorie van toelichting bij de Awb stelt de wetgever dat het bij subsidiëring gaat om "het ten laste van de openbare middelen bijdragen in de kosten van door de overheid om redenen van algemeen belang wenselijk geachte activiteiten. Naar huidig inzicht betreft dit de uitvoering van een publieke taak, waarop publiekrecht van toepassing behoort te zijn. In veruit de meeste gevallen krijgt de subsidieverlening dan ook de 10 vorm van een publiekrechtelijke rechtshandeling, te weten een beschikking".
7
Algemene wet bestuursrecht, artikel 4:21 lid 1
8
VNG, dossier Subsidierecht (vng.nl/onderwerpenindex/recht/subsidierecht/vraag-en-antwoord/wanneer-iser-sprake-van-een-subsidie) 9
Algemene wet bestuursrecht, artikel 4:21 lid 1
10
PG Awb III, p. 162-183
4
REKENKAMER DEN HAAG ONDERZOEKSOPZET OPVOLGINGSONDERZOEK SUBSIDIES
Anders dan de betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen en diensten De Awb stelt hiermee dat de aanspraak op financiële middelen door een bestuursorgaan verstrekt ofwel een subsidie, ofwel de betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten is. De subsidieontvanger mag dus niet als gevolg van de ontvangen subsidie goederen of diensten aan het bestuursorgaan (in brede zin: de gemeentelijke organisatie) leveren. Dergelijke goederen of diensten kan de gemeente inkopen en daarvoor geldt andere wet- en regelgeving. Het proces van subsidiëring In de Awb wordt in afdeling 4.2.3 stilgestaan bij het proces van subsidiëring. De 11 memorie van toelichting stelt dat er wettelijk drie rechtsmomenten van elkaar worden onderscheiden, namelijk: 1.
2.
3.
Subsidieverlening: deze term is gereserveerd voor de beschikking waarbij een subsidie wordt toegekend voor een bepaalde activiteit, die meestal in de toekomst ligt. Hierdoor krijgt de aanvrager een aanspraak op financiële middelen. Hiervoor moeten wel de gesubsidieerde activiteiten worden verricht en moet de aanvrager zich aan de eventueel opgelegde verplichtingen houden. Subsidievaststelling: dit gaat over de afgegeven beschikking waarbij definitief beslist wordt dat de subsidieaanvrager een subsidie ontvangt. Hiervoor zal in de meeste gevallen vastgesteld moeten worden dat de gesubsidieerde activiteit heeft plaatsgevonden en dat de opgelegde verplichtingen zijn nageleefd. De uitbetaling van subsidie: de definitieve betaling vindt plaats nadat de subsidie is vastgesteld. Wel heeft de wetgever expliciet opgenomen dat er voorschotten betaald kunnen worden "indien redelijkerwijs kan worden 12 aangenomen dat een verplichting tot betaling zal worden vastgesteld […]" .
Algemene Subsidie Verordening Den Haag Op basis van artikel 4:23 lid 1 van de Awb verstrekt een bestuursorgaan alleen subsidie als daar een wettelijke grondslag voor bestaat. Met het door de gemeenteraad 13 vaststellen van de Algemene Subsidie Verordening Den Haag 2014 (ASV 2014) die 14 daarmee de Haagse Kaderverordening Subsidieverstrekking (HKS) vervangt , voldoet de gemeente Den Haag aan deze vereiste wettelijke basis. Met de vaststelling van de ASV 2014 is tevens een nieuwe hoofdstructuur voor het subsidieproces van kracht, met als doel hier meer stroomlijning en uniformering mee te bereiken. Beleidsinhoudelijke elementen zijn vervolgens uitgewerkt in subsidieregelingen, waarbij de vaststellingsbevoegdheid op grond van de ASV 2014 15 door de raad aan het college is gedelegeerd.
11 12 13 14 15
PG Awb III, p. 162-183. Algemene wet bestuursrecht, artikel 4:95 lid 1 Collegebesluit Invoering algemene subsidieverordening Den Haag 2014 (RIS 273752) Collegebesluit Modelsubsidieregeling 2015 (RIS 284261) Collegebesluit Model-Subsidieregeling Den Haag 2015 (RIS 284261)
5
REKENKAMER DEN HAAG ONDERZOEKSOPZET OPVOLGINGSONDERZOEK SUBSIDIES
In een subsidieregeling wordt vastgelegd welke activiteiten en doelgroepen in aanmerking komen voor een subsidie, op welke wijze de subsidie berekend wordt en bepalingen over de aan de subsidieverstrekking te verbinden voorschriften. Het college 16 heeft een Model Subsidieregeling opgesteld die als basis dient voor alle gemeentelijke subsidieregelingen, om de subsidievaststelling te uniformeren en het 17 aantal voorschriften te versoberen. Daarnaast wil het college inzetten op het verder ontwikkelen van de 18 resultaatgerichtheid en het meten van de effecten van subsidies. Naast de centralisatie van het subsidieproces, zal het college vanaf 2017 daarom het subsidieregister - dat sinds 2012 op grond van het raadsbesluit als gevolg van het 19 vorige rekenkameronderzoek wordt gepubliceerd - voorzien van gegevens over de uiteindelijke subsidievaststelling. Door een vergelijking te maken tussen subsidieverlening en subsidievaststelling kunnen er volgens het college conclusies getrokken worden over de doeltreffendheid van een verleende subsidie. Over het meten van de doeltreffendheid van het geheel van subsidies dat onder een bepaalde subsidieregeling is verstrekt doet het college geen specifieke uitspraken, behalve dat de verantwoording over de te behalen beleidsdoelen door middel van het subsidie20 instrument op de specifieke beleidsterreinen plaatsvindt.
Organisatie Sinds de publicatie van het vorige rekenkamerrapport is de organisatie van gemeentelijke subsidieverstrekking aanzienlijk veranderd. Werden subsidiebeschikkingen bij verleningen ten tijde van het vorige rekenkamerrapport nog 21 decentraal opgesteld , nu gebeurt dat centraal. In lijn met de interne ontwikkeling om in ondersteunende processen zoveel mogelijk samenwerking te organiseren en de in de organisatie aanwezige kennis te bundelen in zogenoemde experticecentra, is per 22 januari 2014 het Expertisecentrum Subsidies opgericht . Dit expertisecentrum had onder andere tot taak om de centrale uitvoering van alle gemeentelijke subsidies voor te bereiden. Dit heeft geresulteerd in de oprichting van het Centraal Subsidiebureau (CSb) dat per 1 januari 2015 formeel van start is gegaan. Het CSb heeft een tweeledige taak. Zo heeft het de uitvoerende rol in het hele subsidieproces, met uitzondering van de inhoudelijke beoordeling (dit blijft een decentrale afweging). Voor dit proces wordt
16
Model subsidieregeling Den Haag 2014 (RIS 273752) en Collegebesluit Model-Subsidieregeling Den Haag 2015 (RIS 284261) 17
Collegebesluit Model-Subsidieregeling Den Haag 2015 (RIS 284261)
18
Programmabegroting 2016-2019, september 2015, gemeente Den Haag en Brief college, onderwerp: Subsidieregister en doeltreffendheid subsidieverlening en tevens afdoening motie M79 (8 december 2015, RIS 289665) 19
Voorstel van het presidium naar aanleiding van het rekenkameronderzoek 'Van uitgaven naar uitkomsten' (2012, RIS 247420) 20
Brief college, onderwerp: Subsidieregister en doeltreffendheid subsidieverlening en tevens afdoening motie M79 (8 december 2015, RIS 289665) 21
Van uitgaven naar uitkomsten. Onderzoek naar de gemeentelijke subsidieverstrekking in 2009 (2011, RIS 181562). 22
Brief college, onderwerp: Doorontwikkeling bedrijfsvoering (29 maart 2013, RIS 257856)
6
REKENKAMER DEN HAAG ONDERZOEKSOPZET OPVOLGINGSONDERZOEK SUBSIDIES
gebruik gemaakt van een geautomatiseerd workflow- en 23 documentmanagementsysteem: ABBA. Daarnaast heeft het CSb een interne kennis24 en adviesfunctie.
1.3 Relevantie Financieel belang In totaal wordt er door de gemeente Den Haag jaarlijks ruim 300 miljoen euro aan subsidies verleend. Dit is ruim 13% van de totale gemeentelijke lasten (programmabegroting 2016-2019). De financiële omvang en het daarmee gepaarde financiële risico zijn daarom aanzienlijk. Het gemeentelijk subsidiebudget is de afgelopen jaren gedaald; in 2009 waren er nog ruim 400 miljoen euro aan subsidieuitgaven, in 2014 was dat gedaald naar 300 miljoen euro. Inzicht in de doeltreffende en doelmatige besteding van de subsidies blijft hierbij van belang.
Maatschappelijk belang Subsidies worden ingezet om gemeentelijk beleid te realiseren en taken uit te voeren. Het doel van een subsidie is daarmee om een zeker resultaat te realiseren dat het college van belang acht. Inzicht in de effecten van het subsidie-instrument is van belang om inzichtelijk te krijgen of de gewenste of noodzakelijke effecten zijn gerealiseerd. Hierin ligt ook het maatschappelijk belang; hebben subsidies de Haagse burgers het beoogde resultaat gebracht?
Politiek/bestuurlijk belang Een subsidie is een financiële bijdrage aan een prestatie die de subsidieontvanger levert, waarmee het één van de middelen is om gemeentelijke doelen te realiseren. Het politiek/bestuurlijk belang is erin gelegen dat er zicht moet zijn op de besteding van de beschikbaar gestelde middelen (financieel belang) en de daarmee gerealiseerde resultaten (maatschappelijk belang). Inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het subsidie instrument is noodzakelijk om als gemeente(raad) te kunnen sturen 25 en controleren. In het rekenkamerrapport uit 2011 werd geconstateerd dat zowel het college als de gemeenteraad beperkt inzicht had in het totaal aan afgegeven subsidies. De gemeente wist wel aan wie in welk kader welk bedrag werd afgegeven, maar het ontbrak hierbij aan een gemeentebreed, integraal overzicht.
1.4 Toegevoegde waarde van dit onderzoek De uitkomsten van dit onderzoek schetsen het beeld van de sinds 2011 door het college genomen stappen op het gebied van gemeentelijke subsidieverlening en de huidige stand van zaken met betrekking tot onder meer het subsidiebeleid en het subsidieverleningsproces. Op basis van deze uitkomsten worden conclusies getrokken en aanbevelingen geformuleerd.
23
Brief college, onderwerp: Subsidieregister en doeltreffendheid subsidieverlening en tevens afdoening motie M79 (8 december 2015, RIS 289665) 24
Brief college, onderwerp: Subsidieregister en afdoening motie 79 Subsidieregister (21 april 2015, RIS 282089) 25
Van uitgaven naar uitkomsten. Onderzoek naar de gemeentelijke subsidieverstrekking in 2009 (2011, RIS 181562).
7
1.5 Doelstelling REKENKAMER DEN HAAG ONDERZOEKSOPZET OPVOLGINGSONDERZOEK SUBSIDIES
De Rekenkamer Den Haag heeft voor dit onderzoek de volgende doelstelling geformuleerd: Voor de raad inzichtelijk maken in hoeverre de gemeente Den Haag ervoor zorgt dat de subsidies die ze verstrekt doeltreffend en doelmatig zijn. Hoewel de rechtmatigheid van subsidies in dit onderzoek niet als expliciete doelstelling is benoemd, zal de rekenkamer, indien relevant, op deelaspecten eveneens de rechtmatigheid beoordelen.
1.6 Vraagstelling Op basis van de genoemde doelstelling is de volgende centrale onderzoeksvraag geformuleerd: Zorgt de gemeente Den Haag ervoor dat de subsidies die ze verstrekt doeltreffend en doelmatig zijn? De centrale onderzoeksvraag is uitgewerkt in drie deelvragen: 1.
Heeft het college uitvoering gegeven aan het raadsbesluit?
2.
Zijn het subsidiebeleid en het subsidie-instrumentarium doeltreffend en doelmatig?
Voor een deelselectie: 3.
Heeft de gemeente in de praktijk inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van de subsidies?
Op basis van de drie deelvragen is het normenkader in bijlage 1: Normenkader ontwikkeld.
1.7 Aanpak Bij de uitvoering van het onderzoek zullen verschillende methoden toegepast worden. Naast documentstudies en bestudering van het subsidieregister en het registratiesysteem ABBA, zullen er interviews worden afgenomen met onder andere medewerkers van het Centraal Subsidiebureau, de subsidie-inspecteur en subsidieontvangers. Het onderzoek wordt conform de onderzoeksvraag in drie delen opgesplitst.
Heeft het college uitvoering gegeven aan het raadsbesluit? Bij de eerste deelvraag beoordeelt de rekenkamer of het college de verzoeken zoals in het raadsbesluit zijn geformuleerd heeft uitgevoerd. De beantwoording van deze deelvraag wordt in drie stappen uitgevoerd. Ten eerste zal bepaald worden op wat voor wijze het college aangeeft dat de aanbevelingen zijn opgevolgd. Hiervoor worden documentanalyses uitgevoerd van onder andere: De reactie van het college op het concept Raadsvoorstel (17-4-2012)
8
REKENKAMER DEN HAAG ONDERZOEKSOPZET OPVOLGINGSONDERZOEK SUBSIDIES
Een brief van het college over de doorontwikkeling van de bedrijfsvoering (29-32013) Brief college doelmatigheid subsidieverstrekkingsproces (11-4-2013) Collegebesluit instemming aanbevelingen uit evaluatie HKS (4-6-2013) Algemene subsidieverordening (20-2-2014) Collegebesluit invoering Algemene subsidieverordening 2014 (24-6-2014) Model subsidieregeling Den Haag 2014 (24-6-2014) Brief inwerkingtreding ASV en aanpassing subsidieregelingen (25-6-2014) Brief college subsidie grootschalige publieksevenementen 2015 (16-12-2014) Collegebesluit Modelsubsidieregeling 2015 (21-7-2015) Collegebesluit Richtlijnen verantwoording subsidies (21-7-2015) Ten tweede wordt vastgesteld of de door het college aan de raad teruggekoppelde opvolging ook daadwerkelijk in gemeentelijke procedures en processen zijn opgenomen. Ten derde zal de rekenkamer op basis van de gegenereerde informatie een antwoord geven op de eerste deelvraag en een oordeel geven over de uitvoering van het raadsbesluit door het college.
Zijn het subsidiebeleid en het subsidie-instrumentarium doeltreffend en doelmatig? Bij de tweede deelvraag beoordeelt de rekenkamer of het subsidiebeleid en het subsidie-instrumentarium met het oog op de beleidsdoelstellingen doeltreffend en doelmatig is. Als leidraad wordt hierbij een beleidscyclus zoals weergegeven in figuur 1 gehanteerd.
Figuur 1: Beleidscyclus
9
REKENKAMER DEN HAAG ONDERZOEKSOPZET OPVOLGINGSONDERZOEK SUBSIDIES
Voor het beantwoorden van deze deelvraag wordt het subsidiekader beoordeeld en gemeentebreed een beleidsanalyse gemaakt. Daarbij wordt gekeken hoe de gemeente subsidies toepast, in hoeverre de gemeente inzicht heeft in de doeltreffendheid van subsidies, of dit inzicht ook van invloed is op de inzet van subsidies en daarmee of het subsidiebeleid en het subsidie-instrumentarium doeltreffend en doelmatig zijn.
Voor een deelselectie: Heeft de gemeente in de praktijk inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van de subsidies? Op basis van de uitkomsten van de gemeentebrede beleidsanalyse wordt een beperkt aantal gevalsstudies uitgevoerd, waarbij wordt onderzocht wat de subsidieontvanger daadwerkelijk heeft bereikt met de verstrekte subsidie en in hoeverre de gemeente hier zicht op heeft. De raad zal betrokken worden bij de selectie van de gevalsstudies. De rekenkamer is voornemens om na de beantwoording van de eerste twee onderzoeksvragen een eerste onderzoeksrapport op te stellen en te publiceren. Na afloop van de gevalsstudies wordt een tweede onderzoeksrapport gepubliceerd.
1.8 Planning en organisatie Wanneer
Omschrijving
2016 Januari februari
Vaststellen onderzoeksopzet Organisatie van het onderzoek
Februari maart
Beoordelen algemene beleidskaders, beoordelen plan van aanpak college, beoordelen doorwerking hiervan in de procedures, verzamelen informatie over de doorwerking in interviews, analyse informatievoorziening aan de raad.
Maart – april
Analyse en toetsen: beoordelen subsidieverstrekking in de praktijk, beoordelen doelen bij de subsidieverstrekkingen, beoordelen wijze waarop aanvragen worden toegekend of afgewezen, beoordelen afspraken in de beschikkingen of regelingen, beoordelen verantwoordingsinformatie op doelmatigheid en doeltreffendheid, …
Mei – juni
Opstellen NvB 1e en 2e onderdeel
Medio mei – begin juni
Werkbespreking met de raad over de selectie van de gevalsstudie(s) e (3 onderdeel)
Juni
Opvragen gegevens bij subsidieontvangers (enquête / telefonische e interviews) (3 onderdeel)
Juli - augustus
Feitelijk wederhoor 1 en 2 onderdeel
Juli – augustus
Analyse gegevens, opstellen eerste bevindingen gevalsstudies (3 onderdeel)
e
e
e
10
e
e
Verwerken feitelijk wederhoor 1 en 2 onderdeel
REKENKAMER DEN HAAG
Augustus september
ONDERZOEKSOPZET OPVOLGINGSONDERZOEK SUBSIDIES
September
Verdiepende interviews en analyse van daadwerkelijk geleverde e prestaties (3 onderdeel)
September oktober
Bestuurlijk wederhoor 1 en 2 onderdeel
September oktober
Opstellen NvB gevalsstudies (3 onderdeel)
November
Publicatie onderzoeksrapport 1 en 2 onderdeel
November
Feitelijk wederhoor gevalsstudies incl. verwerking (3 onderdeel)
Decemberjanuari
Bestuurlijk wederhoor gevalsstudies (3 onderdeel)
e
e
e
e
e
e
e
2017 Februari
e
Publicatie onderzoeksrapport gevalsstudies (3 onderdeel)
11
REKENKAMER DEN HAAG
BIJLAGE 1: RAADSBESLUIT
ONDERZOEKSOPZET OPVOLGINGSONDERZOEK SUBSIDIES
12
REKENKAMER DEN HAAG
BIJLAGE 2: NORMENKADER
ONDERZOEKSOPZET OPVOLGINGSONDERZOEK SUBSIDIES
1.
Heeft het college uitvoering gegeven aan het raadsbesluit?
1
Het college heeft aan de raad teruggekoppeld hoe opvolging aan het raadsbesluit wordt gegeven.
2
De door het college teruggekoppelde opvolging sluit inhoudelijk aan bij het raadsbesluit en de achterliggende conclusies van de rekenkamer.
3
De door het college teruggekoppelde opvolging is procedureel geïmplementeerd.
4
De procedures betreffende de opvolging worden in de praktijk toegepast. 2.
Zijn het subsidiebeleid en het subsidie-instrumentarium doeltreffend en doelmatig?
5
De raad heeft algemene kaders vastgesteld waarin correct onderscheid tussen subsidies en andere aanspraken op financiële middelen wordt gemaakt en waarin de definities van subsidies en subsidieregelingen helder zijn vastgelegd.
6
De kaders omvatten een eenduidig onderscheid in de verschillende soorten subsidies.
7
De kaders bevatten afspraken over de wijze waarop de gemeente zicht wil houden op de doeltreffendheid en doelmatigheid en deze afspraken zijn in opzet voldoende om dit zicht te kunnen verkrijgen.
8
De gemeente formuleert in het subsidie-instrumentarium concrete doelen die gekoppeld zijn aan doelen uit een overkoepelend beleid of programma.
9
De beoogde doelen en prestaties van het beleid en het daaraan gekoppelde subsidie-instrument zijn SMART en samenhangend geformuleerd.
10
De gemeente heeft theoretisch of empirisch onderbouwd hoe het subsidieinstrumentarium bijdraagt aan de realisatie van de beoogde doelen uit een overkoepelend beleid of programma.
11
De gemeente heeft in het subsidie-instrumentarium de procedure om een subsidie aan te vragen vastgelegd en deze procedure omvat ten minste hoe subsidies bekend worden gemaakt, hoe deze kunnen worden aangevraagd en op welke wijze subsidieaanvragen worden geselecteerd.
12
De gemeente maakt vooraf ten minste bekend op welke wijze subsidieaanvragen worden geselecteerd, wat de beoordelingscriteria hierbij zijn, en welke (minimum)eisen aan de aanvraag worden gesteld.
13
De wijze van bekendmaking waarborgt dat de subsidieaanvraagprocedure in
13
gelijke mate voor alle potentiële subsidieontvangers openstaat. REKENKAMER DEN HAAG
14
De subsidieaanvraag- en de selectieprocedure voor het subsidieinstrumentarium zijn niet voor meerdere uitleg vatbaar.
15
De vastgestelde subsidieaanvraagprocedure wordt in de praktijk gevolgd.
16
De gemeente heeft in het subsidie-instrumentarium omschreven op basis van welke criteria subsidies worden verstrekt.
17
De criteria waarborgen een onafhankelijke en consequente beoordeling.
18
Subsidies worden op grond van de in het subsidie-instrumentarium omschreven criteria verstrekt.
19
De gemeente heeft in het subsidie-instrumentarium omschreven welke verantwoordingsinformatie subsidieontvangers moeten aanleveren.
20
Subsidieontvangers leveren de omschreven verantwoordingsinformatie aan.
21
De gemeente slaat de aangeleverde verantwoordingsinformatie op een uniforme, ontsluitbare wijze op zodat managementinformatie over de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het subsidie-instrumentarium gegenereerd kan worden.
22
De gemeente genereert beleidsverantwoordingsinformatie die het mogelijk maakt de concrete doelen uit het toegepaste subsidie-instrumentarium te toetsen.
23
De gemeente formuleert in het subsidie-instrumentarium concrete en toetsbare criteria voor het beoordelen van de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het subsidie-instrumentarium.
24
De gemeente gebruikt de gegenereerde beleidsverantwoordingsinformatie om de concrete doelen uit het toegepaste subsidie-instrumentarium te beoordelen.
25
De gemeente gebruikt de informatie over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het subsidie-instrumentarium om het overkoepelende beleid of programma te beoordelen en bij te stellen.
26
Het college verstrekt kerncijfers aan de gemeenteraad over het aantal subsidieaanvragen, subsidieverstrekkingen en subsidievaststellingen.
27
Het college verstrekt een verdieping van de kerncijfers aan de gemeenteraad met betrekking tot (o.a.) de verschillende subsidie-arrangementen, beleidsprogramma’s , subsidieregelingen en aanvragers.
28
De aan de gemeenteraad verstrekte informatie is juist, volledig en actueel.
ONDERZOEKSOPZET OPVOLGINGSONDERZOEK SUBSIDIES
14
29
De in de subsidiekaders vastgelegde afspraken over de wijze waarop de gemeente zicht houdt op de doeltreffendheid en doelmatigheid voldoen in de praktijk.
30
Informatie over de doeltreffendheid en doelmatigheid wordt gebruikt om de subsidiekaders te beoordelen en waar nodig bij te stellen.
REKENKAMER DEN HAAG ONDERZOEKSOPZET OPVOLGINGSONDERZOEK SUBSIDIES
3.
Voor een deelselectie: Heeft de gemeente in de praktijk inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van de subsidies?
31
De doelen/prestaties die gerealiseerd moeten worden met de subsidie aan de subsidieontvanger zijn SMART en staan in samenhang met de doelen/prestaties van het bovenliggende beleid en het subsidie-instrument op basis waarvan subsidie is verstrekt aan de subsidieontvanger.
32
De subsidie is aan de subsidieontvanger bekendgemaakt conform de vastgestelde procedure.
33
De subsidieaanvraag van de subsidieontvanger is door de gemeente conform de vastgestelde procedure behandeld.
34
De subsidie is conform de normen in het subsidiekader en de criteria uit het subsidie-instrument aan de subsidieontvanger verstrekt.
35
De subsidieverstrekking is het resultaat van een objectieve beoordeling aan de hand van de vastgestelde selectiecriteria en dit is aan de subsidieontvanger objectief onderbouwd.
36
Er zijn afspraken gemaakt tussen de gemeente en de subsidieontvanger over de besteding van de subsidie.
37
De subsidie is door de subsidieontvanger conform afspraak besteed.
38
De gemeente heeft er zicht op of de subsidie door de subsidieontvanger 1 conform afspraak is besteed.
39
Er zijn afspraken gemaakt tussen de gemeente en de subsidieontvanger over de (al dan niet) te leveren prestaties.
40
De subsidieontvanger heeft de prestaties conform afspraak geleverd.
41
De gemeente heeft zicht op de inhoudelijke prestaties van de 1 subsidieontvanger.
42
Het is aannemelijk dat de subsidieverstrekking aan de subsidieontvanger heeft bijgedragen aan het behalen van de beoogde doelen- en prestaties.
1
De rekenkamer is zich er van bewust dat in de vereisten van bepaalde kleinschalige subsidies is vastgelegd dat de gemeente niet altijd zicht hoeft te hebben op de specifieke besteding en de prestaties van individuele subsidieontvangers.
15
43 REKENKAMER DEN HAAG ONDERZOEKSOPZET OPVOLGINGSONDERZOEK SUBSIDIES
De door de subsidieontvanger te verstrekken verantwoordingsinformatie is niet buiten proportioneel in verhouding tot het subsidiebedrag en de inhoudelijke prestatie.
16
REKENKAMER DEN HAAG ONDERZOEKSOPZET OPVOLGINGSONDERZOEK SUBSIDIES
BIJLAGE 3: LITERATUURLIJST Algemene wet bestuursrecht, artikel 4:21 lid 1 Brief college, onderwerp: Doorontwikkeling bedrijfsvoering (29 maart 2013, RIS 257856) Brief college, onderwerp: Subsidieregister en afdoening motie 79 Subsidieregister (21 april 2015, RIS 282089) Brief college, onderwerp: Subsidieregister en doeltreffendheid subsidieverlening en tevens afdoening motie M79 (8 december 2015, RIS 289665) Brief wethouder over de verbetering van het subsidieproces en de oprichting van het Centraal Subsidie Bureau (10-09-2013, RIS 263427) Collegebesluit Invoering algemene subsidieverordening Den Haag 2014 (RIS 273752) Collegebesluit Modelsubsidieregeling 2015 (RIS 284261) Collegebesluit Model-Subsidieregeling Den Haag 2015 (RIS 284261) Gewijzigd voorstel van het college inzake Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, pagina 1 en 2 (2014, RIS: 269133) Model subsidieregeling Den Haag 2014 (RIS 273752) en Collegebesluit ModelSubsidieregeling Den Haag 2015 (RIS 284261) PG Awb III, p. 162-183 Programmabegroting 2016-2019, september 2015, gemeente Den Haag en Brief college, onderwerp: Subsidieregister en doeltreffendheid subsidieverlening en tevens afdoening motie M79 (8 december 2015, RIS 289665) Raadsbesluit RV 61, 5 juli 2012 Subsidieregister 2012 (2012, RIS 254776) Subsidieregister 2013 (2013, RIS 271587) Subsidieregister 2014 (http://www.denhaag.nl/home/bewoners/to/Subsidieregister.htm) Van uitgaven naar uitkomsten. Onderzoek naar de gemeentelijke subsidieverstrekking in 2009 (2011, RIS 181562) VNG, dossier Subsidierecht (vng.nl/onderwerpenindex/recht/subsidierecht/vraagen-antwoord/wanneer-is-er-sprake-van-een-subsidie) Voorstel van het presidium naar aanleiding van het rekenkameronderzoek 'Van uitgaven naar uitkomsten' (2012, RIS 247420)
17