Jaarverslag
Rijnstad Jaarverslag 2014
Rijnstad Jaarverslag 2014
1
Inhoudsopgave 1. Profiel en structuur van de organisatie 2. Ontwikkelingen 3. Samenwerking 4. Financiën en Bedrijfsvoering
5 9 13 15
5.
19 19 19 20 20 22 23 25 28
Personeel en organisatie 5.1 CAO en Arbeidsvoorwaarden 5.2 Organisatie 5.3 Arbeidsomstandigheden 5.4 Opleidingen en deskundigheidsbevordering 5.5 Verzuim 5.6 Personeelsinformatie 5.7 Kwaliteit 5.8 Ondernemingsraad
6. Cliëntenraad
31
7. Beleid & prestatie per product
33
I.
Voorschoolse ontwikkeling en Ouderprogramma’s 547 VVE-kindcentra 548 LOGO 3000 548 Spel aan Huis 548 Stap In 549 Home-Start
35 35 39 41 43 45
II. Samenlevingsopbouw 615 Opbouwwerk en participatiewerk/actief in de wijk 640 Stedelijk Vrouwencentrum Oase 650 Arnhemse Uitdaging 660 Volare 613 Vrijwillige Inzet Arnhem
47 47 52 54 56 58
III. Jeugdprogramma’s 541 Kinderwerk 545 Tiener- en Jongerenwerk / 555 Stedelijk Jongerenwerk
63 63 69
IV. Coördinatie Brede School 610 Coördinatie Brede School
75 75
V.
Maatschappelijk Werk & Sociaal Raadslieden Begroting 2014 - realisatie 2014 400 Algemeen Maatschappelijk Werk 401 Sociaal Raadsliedenwerk 402 Hulpverlening bij schulden 406 Jeugdteam / 408 Samen Starten / 411 CJG Vindplaatsgericht aanbod 437 Bemiddeling bij Scheiding en Omgang (CJG) 430 Formulierenbrigade 451 Activerend Beheer (inclusief schulphulpverlening aan zwerfjongeren) 429 Outreachend Maatschappelijk Werk (voorheen Bemoeizorg AMW geheten) 433 Zorgcoördinatie (waaronder 412 Zorgcoördinatie Het Broek)
Bijlage 1: Jaarverslag 2014 ter vaststelling
2
79 79 83 87 89 92 95 96 99 102 103
Rijnstad Jaarverslag 2014
Rijnstad Jaarverslag 2014
3
Uitgangspunten van verslaglegging Voor u ligt het jaarverslag van Rijnstad, organisatie voor welzijn en hulpverlening. In dit jaarverslag kijken wij uitgebreid terug op de uitvoering van activiteiten in 2014. Door het verslag krijgt u een helder beeld van de prestaties in 2014 en de wijze waarop wij dit organiseren. Onze dienstverlening wordt per product geëvalueerd. Hierbij wordt in elk geval aandacht besteed aan de geleverde prestaties in vergelijk met de geplande prestaties, resultaten, ontwikkelingen en signalen. Samen met de jaarrekening vormt dit verslag de verantwoording naar de gemeente Arnhem. Wij zien zo veel als mogelijk af van separate verslagen. Wij blijven conform afspraak apart rapporteren over: • Overlast- en Zorgcoördinatie; • De Arnhemse Uitdaging; • Buurtbemiddeling; • Kwartiermaken. Daarnaast is en blijft het natuurlijk mogelijk om, als dit gewenst is, meer informatie te verstrekken over beleid, dienstverlening en organisatie. U kunt onze website www.rijnstad.nl raadplegen of contact met ons opnemen.
4
Rijnstad Jaarverslag 2014
1. Profiel en structuur van de organisatie Missie, visie en doelstellingen Onze missie Rijnstad draagt bij aan het bevorderen van een actieve deelname aan de samenleving. Wij doen dit door mensen te versterken in hun kwaliteiten, te ondersteunen bij hun problemen en ontwikkeling en aan te spreken op eigen mogelijkheden en verantwoordelijkheden. Wij doen dit samen met deze mensen. En samen met opdrachtgevers en partners. Wij gaan voor een duurzame aanpak, een aanpak waarin mensen groeien. Wij bieden dienstverlening op maat en dicht bij de mensen. Rijnstad heeft daarbij een preventieve functie en curatieve functie in de eerste lijn. Onze dienstverlening is bijvoorkeur degelijk en beproefd, met daarnaast aandacht voor innovatie en ontwikkeling. Onze visie Rijnstad is de maatschappelijke organisatie op het gebied van welzijn en maatschappelijke dienstverlening in Arnhem en omgeving. In deze markt zijn wij de vaste partner bij en uitvoerder van opdrachten. Wij zijn sterk verankerd in de samenleving. Onze opdrachtgevers nemen structureel producten en diensten van ons af, omdat wij concurrerend zijn op het gebied van: kwaliteit (professionaliteit), netwerken in de wijk, vrijwilligers, accommodaties, innovatie, kosten en resultaatgerichtheid. Wij zijn een meedenkende, pro-actieve en betrouwbare partner. Naast het verbeteren van bestaande dienstverlening ontwikkelen wij vraaggericht nieuwe dienstverlening, waarmee wij nieuwe opdrachtgevers aan ons binden en bestaande opdrachtgevers blijven interesseren. Onze doelstellingen • Bevorderen van (gelijke) kansen; • Tegengaan van isolement; • Stimuleren van participatie; • Bijdragen aan een maatschappelijk vangnet; • Bevorderen van veiligheid.
Rijnstad Jaarverslag 2014
5
De organisatiestructuur Raad van Toezicht
Bestuur/Directie Luciënne van den Brand
Bedrijfsvoering & Controlling Gera Hendriks
Ondernemingsraad
Cliëntenraad
Cluster Jeugd Mariëlle Peeters
Kind & Ouder Ans Lips & Arianne de Bruin Jeugd & Jongeren Sjaak van Horssen (Noord) Wim Bilo (Zuid)
Cluster Samenleving Ronald Klok
Stedelijke Projecten Ronald Klok Brede Schoolcoördinatie Ans Lips Participatie & Vrijwillige Inzet Stef Visser
Cluster Hulpverlening Anja Geritz
Maatschappelijk Werk & Jeugdhulpverlening Wilda Driesse Hans van Heijningen Sociaal Raadslieden & Schuldhulpverlening André Moerman
In 2009 is de huidige hoofdstructuur van onze organisatie ingevoerd. Deze hoofdstructuur voldoet nog steeds. In de jaren 2010, 2011, 2012, 2013 en 2014 zijn beperkte aanpassingen doorgevoerd.
6
Rijnstad Jaarverslag 2014
Toezichthouders Voor Rijnstad is 2014 een bijzonder jaar geweest. Net als voor gemeenten en collega-organisaties was dit het jaar waarin de voorbereidingen op de komst van de decentralisaties in het sociale domein afgerond dienden te worden. Vanuit haar positie en rol is ook de raad van toezicht daarbij betrokken geweest. Vergaderingen en bijeenkomsten • In 2014 is de raad van toezicht zeven maal met de directeur-bestuurder bijeengekomen. Naast de reguliere onderwerpen en de voortgang van het concern hebben daarbij de voorbereidingen op de decentralisaties centraal gestaan. Regulier was de jaarlijkse evaluatie van de raad van toezicht zelf, met als referentiepunt de Governance Code Welzijn en Maatschappelijk Werk. • De raad van toezicht is één keer bijeen gekomen met de ondernemingsraad in aanwezigheid van de directeur-bestuurder. • Er heeft een jaarlijkse overleg met de cliëntenraad en met het managementteam van Rijnstad plaatsgevonden. • De raad van toezicht heeft deelgenomen aan een werkschouw rond het thema opbouwwerk. De bijeenkomsten van de raad van toezicht zijn voorbereid door de directeur-bestuurder en de voorzitter van de raad van toezicht. Alle informatie is conform de geldende afspraken tijdig en in goede orde ontvangen. Alle besluiten zijn rechtsgeldig genomen, conform het in de statuten van Stichting Rijnstad daartoe gestelde. In 2014 besproken en goedgekeurde onderwerpen • Jaarverslag 2013; • Jaarrekening 2013, inclusief accountantsverklaring en decharge bestuurder; • Concern- en Productbegroting 2015; • Opdrachtbrief accountant; • Meerjaren onderhoud- en investeringsbegroting 2015-2024; • Resultaat en resultaatbestemming; • Beoordeling functioneren directeur-bestuurder; • Reglement Raad van Bestuur en Reglement Raad van Toezicht; • Jaarrekening 2013 van VIA; • Jaarverslag 2013 van VIA; • Scenario’s peuterwerk; • Verkoop pand Arnhem West; • Verkoop pand De Overkant; • Aanbestedingen. In 2014 besproken onderwerpen • Evaluatie functioneren Raad van Toezicht en samenwerking met directeur-bestuurder; • Evaluatie Governance Code; • Kwartaal- en halfjaarrapportages; • Verzuimcijfers; • Toekomstvisie Rijnstad; • Voortgang herinrichting sociaal domein Arnhem en rol en positie van Rijnstad daar bij; • Diverse aanbestedingen • Er is afscheid genomen van het lid van de Raad van Toezicht Mevrouw P.F. Heuff (benoemingsdatum 2007). Rijnstad Jaarverslag 2014
7
Samenstelling raad van toezicht in 2014 • De heer J.G. Kruithof, voorzitter, benoemingsdatum 2009; • De heer A.W.F. Brits, lid, benoemingsdatum 2012; • De heer E.J.C. Derksen, lid, benoemingsdatum 2010; • Mevrouw R.A.V. Hendriksen, lid, benoemingsdatum 2013; • Mevrouw T.A.F. Kraal, lid, benoemingsdatum 2012; • De heer W.R. Uithof, lid, benoemingsdatum 2010. Voor de leden van de raad van toezicht is een algemene profielschets opgesteld en voor de voorzitter een specifiek profielschets. De profielschetsen zijn geëvalueerd en daar waar nodig bijgesteld. De profielschetsen liggen ter inzage op het hoofdkantoor van Rijnstad. De leden zijn onafhankelijk, worden voor vier jaren benoemd, zijn één keer herkiesbaar en ontvangen een vergoeding conform de regeling vacatiegelden.
8
Rijnstad Jaarverslag 2014
2. Ontwikkelingen Voor de ontwikkelingen en signalen per product wordt verwezen naar de uitgebreide informatie per product. De meer overkoepelende ontwikkelingen uit 2014 worden hier beschreven. Focus op resultaten en prestaties, noodzaak vanuit maatschappelijke opgave In de afgelopen jaren is steeds meer gefocust op prestaties en resultaten. Per product staat, met name in de begroting, ook vaak verwoord aan welke maatschappelijke opgave deze producten een bijdrage leveren. In 2014 is voor twee producten onderzocht of wij deze opgave kunnen omzetten in een maatschappelijk rendement. Een voorbeeld: Wijkgericht kwartiermaken loont! Na 5 jaar kwartiermaken was het tijd om de balans op te maken. Onderzoeksbureau Timeslab heeft begin 2014 onderzocht wat de maatschappelijke meerwaarde is van het kwartiermaken. Oftewel wat levert het kwartiermaken op voor de cliënt en de samenleving, minus de kosten die gemaakt moeten worden om dit te realiseren. Uit de kwantificering in euro’s blijkt dat wijkgericht kwartiermaken in de wijken Schuytgraaf en Malburgen per jaar een besparing oplevert van ongeveer 190.000 euro. Bij een investering van ongeveer 50.000 euro op jaarbasis liggen de baten op ruim 140.000 euro. In 2014 hebben de producten van Rijnstad, naast de prestaties, resultaten en doelstellingen die al gemeten en afgesproken waren, zeker nog extra meerwaarde opgeleverd. Niet naar alle producten is onderzoek gedaan. Kwantificering is daarom niet mogelijk. Veronderstellen is wel verantwoord. Zo weten wij dat ons jongerenwerk van maatschappelijke waarde is bij de opgave om radicalisering te verminderen en te voorkomen. Schuldhulpverlening is van betekenis in het verminderen van de kosten op de bijzondere bijstand en bij het voorkomen van (onnodige) inzet op beschermingsbewind.
De wijkteams Dienstverlening van Rijnstad in de wijkteams Gemeenten in Nederland nemen de regie bij de herinrichting van het sociaal domein. In een groot aantal gemeenten worden, voor de toegang tot zorg en voorzieningen en regie op de uitvoering van deze zorg, wijkteams ingericht. In de gemeenten Arnhem en Lingewaard, de gemeenten waar wij in 2014 het algemeen maatschappelijk werk uitvoerden, zijn wij intensief betrokken geweest bij de ontwikkeling van deze teams. De herinrichting raakt het cluster Hulpverlening het meest direct. In Arnhem gaan twee van onze (basis)producten: het algemeen maatschappelijk werk en het schoolmaatschappelijk werk (jeugdteam), volledig op in de wijkteams. Dit betekent dat zowel de financiering als de dienstverlening onderdeel worden van de financiering en dienstverlening van de wijkteams. Medewerkers in de wijkteams blijven (voorlopig) in dienst van de moederorganisatie. Medewerkers die dit werk uitvoeren gaan niet automatisch over. Deze medewerkers moesten solliciteren. Wij hebben goede maatschappelijk werkers in dienst. Een goede maatschappelijk werker is niet automatisch een goede sollicitant. 2014 was een spannend jaar voor deze medewerkers. Wij hebben deze medewerkers meegenomen in de ontwikkelingen en ondersteund bij de sollicitatie. Alle maatschappelijk werkers hebben een sollicitatietraining gevolgd en hebben ondersteuning gekregen bij het maken van Curricula Vitae en sollicitatiebrief. In 2014 werd duidelijk dat (op één uitzondering na), al onze maatschappelijk werkers “aangenomen” zijn. Een uitkomst waar wij als organisatie trots op mogen zijn. Rijnstad Jaarverslag 2014
9
Het opgaan van het product maatschappelijk werk in de wijkteams was een keuze van de gemeente Arnhem en Rijnstad. Wij zijn het hierover eens, zeker vanuit het perspectief van de klant. Dienstverlening rond en tegen de wijkteams Voor andere producten van het cluster Hulpverlening geldt dat dienstverlening dicht tegen of dwars door de wijkteams loopt. Tijdens de lopende sollicitatieprocedure voor de wijkteams, werd besloten dat ook een aanzienlijk deel (meer dan de helft in financiering en formatie) van schulddienstverlening binnen de wijkteams uitgevoerd gaat worden. Met een inhaalrace hebben wij ook deze medewerkers ondersteund. Eveneens met een bevredigend resultaat! Vanuit de klant geredeneerd is dit een spannende keuze. Het werkproces wordt hierdoor in twee of soms drie delen geknipt. Juist vanuit de keuze voor de methodiek van activerende schulddienstverlening, is de keuze die de gemeente Arnhem heeft gemaakt, een spannende. De methodiek van activerende schulddienstverlening, is vanuit Arnhem (samenwerking gemeente Arnhem en Rijnstad) ontstaan en blijkt een effectieve aanpak bij de burgers met problematische schulden. Voor andere producten is gekozen dat ze niet binnen, maar buiten het wijkteam plaatsvinden. Bijvoorbeeld voor sociaal raadsliedenwerk, jongeren- en opbouwwerk is vanuit Rijnstad veel aandacht geweest en besteed aan het goed vormgeven van de relatie en het werkproces bij de invoering en doorontwikkeling van de wijkteams. Afronding reorganisatie beheer In 2013 is de besluitvorming rond het stopzetten van beheer afgerond. Rijnstad heeft gekozen voor kerntaken. Beheer van accommodaties is er geen van. In 2014 is deze reorganisatie doorgevoerd. Vijf medewerkers zijn intern herplaatst. Anderen zijn ondersteund bij sollicitaties en scholing. Nieuwe vormgeving van ontmoeting en laagdrempelig werken in de wijk blijven belangrijke uitgangspunten voor onze organisatie. Op een aantal plekken wordt een accommodatiegebonden agoog ingezet. Deze medewerker ondersteunt bewoners en vrijwilligers bij “zelfbeheer” en maakt ruimte voor nieuwe bewoners en groepen. De opstart van de nieuwe manier van werken gaat met horten en stoten. Het gewend zijn aan het hebben van beheer zit nog nadrukkelijk in het gedragspatroon. Opening de Nieuwe Hommel Vanaf 1 september 2014 is de Nieuwe Hommel in gebruik. Hier wordt gewerkt aan een nieuwe toekomst. Een toekomst waarin buurtbewoners, buurtondernemers en diverse dienstverleners samen wonen en werken in één en hetzelfde gebouw. Een mooie samenwerking tussen Rijnstad, Siza en RIBW. In 2014 is de Hommel met ondersteuning van de gemeente Arnhem, provincie Gelderland en Arnhemse en nationale fondsen verbouwd. Bij het proces van wording, inrichting en verbouwing zijn buurtbewoners, buurtondernemers en partners nadrukkelijk betrokken. De opening was een druk bezocht feest; een prachtige start. De Nieuwe Hommel is een innovatieve aanpak gericht op de geest van de WMO; iedereen doet mee. En meedoen wordt letterlijk bedoeld: niet consumeren maar mee aanpakken.
10
Rijnstad Jaarverslag 2014
Van peuterspeelzaal naar kindcentrum In 2014 zijn er ingrijpende veranderingen doorgevoerd op de speelzalen van Rijnstad. De speelzalen van Rijnstad voldoen met ingang van 1 juni 2014 aan alle eisen uit de Wet Kinderopvang. Deze operatie is voor de leidsters en het management van Rijnstad positief verlopen. Per 1 september 2014 wordt in de financiering onderscheid gemaakt in gesubsidieerde plaatsen en toeslagplaatsen. Inmiddels is de peuteradministratie hierop aangepast. De peuterspeelzalen (inmiddels kindcentra genoemd) hebben tijdens deze veranderingen en terwijl het werk gewoon door is gegaan, opnieuw het HKZ-certificaat (kwaliteitskeurmerk) behaald. Vrijwilligers belangrijker dan ooit Naast de grote inzet van vrijwilligers die Rijnstad al kent (tussen de 1.000 en 1.200 structurele vrijwilligers), is vrijwillige inzet uitgebreid binnen onder andere schuldhulpverlening. De juiste koppeling tussen beroepskracht en vrijwilliger is een belangrijk punt van aandacht. Inzetten van vrijwilligers mag, wat onze organisatie betreft, nooit een “makkelijke” oplossing voor bezuiniging of een tekort aan middelen zijn. De inzet moet altijd meerwaarde hebben, bij voorkeur op meerdere terreinen. Rijnstad heeft de afgelopen jaren en ook in 2014, aandacht besteed aan ondersteuning en begeleiding van vrijwilligers. Vrijwillige Inzet Arnhem onderdeel van Rijnstad Per 1 januari 2014 is Vrijwillige Inzet Arnhem (voorheen Vrijwilligerscentrale) onderdeel van Rijnstad. Er is nadrukkelijk voor gekozen om Vrijwillige Inzet Arnhem als label te blijven hanteren. De integratie is voor klanten, medewerkers en partners vlekkeloos verlopen. Exploitatie 2014 Het resultaat over het boekjaar 2014 is 275.000 euro positief. Dit resultaat wordt voor een groot deel bepaald door de overname van het eigen vermogen van VIA. Dit eigen vermogen moet omwille van regelgeving, via het resultaat lopen. Resultaat van “normale” bedrijfsvoering is 30.000 euro. Het resultaat over het boekjaar 2014 is ten gunste van het eigen vermogen gebracht. Verdere toelichting over de financiële positie is te lezen in de jaarrekening.
Verwachtingen voor de toekomst Een aantal toekomstige ontwikkelingen: • Eind 2014 heeft de gemeente Arnhem besloten de activerende schuldhulpverlening enkelvoudig onderhands aan te besteden aan Rijnstad. Ten tijde van het maken van het jaarverslag zijn de onderhandelingen niet afgerond. • Gemeente Rheden heeft in 2014 besloten een aantal welzijnsdiensten waaronder het maatschappelijk werk en sociaal raadsliedenwerk aan te besteden. Deze dienstverlening is gegund aan Rijnstad per 2015. • Gemeente Arnhem heeft via de beschikking 2015 aangekondigd per 1 juli 2016 te willen stoppen met de inzet van de Coördinatoren Brede School. • Rijnstad heeft gekozen het product Kinderopvang niet aan te gaan bieden, als gevolg daarvan wordt gezocht naar een geschikte organisatie om de huidige peuterspeelzalen/kindcentra onder te brengen.
Rijnstad Jaarverslag 2014
11
• De wijkteams ontwikkelen door. Gezien de aard van de dienstverlening in de wijkteams, de kerndoelstellingen en missie van onze organisatie, hebben wij de ambitie hier een rol van betekenis in te spelen en toegevoegde waarde in te leveren. • Druk op inkomsten terwijl kosten stijgen. Onze kostprijs voor maatschappelijk werk ligt onder het landelijke gemiddelde. De gemeente heeft aangekondigd dat de financiering voor wijkteams (waaronder onze maatschappelijk werkers) in de komende jaren omlaag zal gaan. In tegenstelling tot een aantal andere organisaties, die in dit kader concurrent zijn, kunnen wij de kosten van bijvoorbeeld overhead niet ten laste van andere financiering brengen. Er lijkt concurrentie met focus op prijs te ontstaan.
12
Rijnstad Jaarverslag 2014
3. Samenwerking Het werk wat wij doen maakt samenwerken eigenlijk altijd noodzakelijk. Maatschappelijke vraagstukken pak je niet alleen aan, dat doe je samen. Wij blijven ondanks deze noodzaak, net als in 2013, kritisch kijken naar de effectiviteit en noodzaak van overlegsituaties. In 2014 hebben wij onder andere samengewerkt met:
• wijkbewoners, wijkplatforms en andere georganiseerde verbanden van wijkbewoners; • de gemeente Arnhem en de gemeente Lingewaard, waarvoor wij basisdiensten • • • • • • • • • • • • • • • •
uitvoeren maar ook samenwerken in de ontwikkeling van nieuwe vormen van dienstverlening voor de toekomst; de regiogemeenten Liemers, Rheden, Rozendaal, Doesburg (Buurtbemiddeling); proeftuinen wijkteams; woningcorporaties zoals Volkshuisvesting, Vivare en Portaal (opbouwwerk, Buurtbemiddeling en Meldpunt Ontruimingen); primair onderwijs (Brede School, IKC, VVE, School Maatschappelijk Werk); Politie (onder meer bij jongerenwerk, Buurtbemiddeling, ambulant jongerenwerk, zorgcoördinatie); Instellingen in de zorg zoals RIBW, Siza, Lindenhout, Philadelphia, Driestroom, IrisZorg, Pro Persona, Pactum; STMG (in samenwerking met Stap In, Jeugdteam en peuterwerk); Voedselbank; Kunstbedrijf (kinderwerk, jongerenwerk en peuterwerk); Sportbedrijf; 2GetThere; VGGM (maatschappelijk werk en sociaal raadsliedenwerk, schuldhulpverlening en peuterwerk); Bureau Jeugdzorg (jeugdteam); het Arnhemse bedrijfsleven (Arnhemse Uitdaging en Volare); vele vrijwilligers, stagiaires en buurtinitiatieven; collega- brede welzijnsinstellingen in de omgeving Stuw, Stichting Welzijn Lingewaard, Solidez, Mikado, stichting Welzijn Rijnwaarden en Caleidoz.
Naast subsidies en opdrachten van gemeente(n) en woningcorporaties hebben een aantal fondsen in 2014 een financiële bijdrage geleverd: • Stichting Sint Nicolai Broederschap; • Het Burger en Nieuwe Weeshuis; • De Dullertstichting; • Het Oranjefonds; • Skanfonds.
Rijnstad Jaarverslag 2014
13
14
Rijnstad Jaarverslag 2014
4. Financiën en Bedrijfsvoering Staat van baten en lasten over 2014 (bedragen x € 1.000) Baten
Begroting 2014
Exploitatie 2014
Exploitatie 2013
13.865
13.614
13.770
2. Horeca-opbrengsten
19
22
44
3. Deelnemersbijdragen
150
144
155
4. Verhuur panden
103
106
110
5. Bijdragen fondsen
150
241
268
20
14
27
14.307
14.141
14.374
Begroting 2014
Exploitatie 2014
Exploitatie 2013
10.194
10.484
10.519
462
398
394
1.986
1.665
1.763
10. Organisatielasten
901
725
687
11. Activiteitenlasten
713
830
956
0
7
6
14.256
14.109
14.325
0
-243
5
14.256
13.866
14.330
51
275
44
1. Subsidiebaten en projectopbrengsten
6. Overige opbrengsten Totaal baten Lasten 7. Personeelslasten 8. Kapitaallasten 9. Huisvestingslasten
12. Diverse lasten Totaal lasten 13. Bijzondere baten en lasten Totaal Resultaat
Rijnstad Jaarverslag 2014
15
Liquiditeit op korte termijn 2,50 2,00
norm
1,50 1,00 0,50 0,00 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Liquiditeit is de mate waarin de organisatie in staat is op tijd te voldoen aan haar financiële verplichtingen. De liquiditeit op korte termijn geeft de mate aan waarin uit de vlottende activa (liquide middelen, vorderingen op korte termijn en voorraden) aan de vlottende schulden (kortlopende schulden) kan worden voldaan. Rijnstad heeft in 2014 een liquiditeitsratio van 1,58 (2013 liquiditeitsratio 1,27). Formule
(vlottende activa + liquide middelen) : kortlopende schulden
Uitkomst <1,2 De organisatie loopt financieel risico. De liquiditeit is te laag, wat tot betalingsproblemen kan leiden. Uitkomst 1,2-1,5 De organisatie zit in de tussenzone. Verbeteren is noodzakelijk. Uitkomst 1,5-2 De organisatie is voldoende liquide. Uitkomst >2 Liquiditeit is te hoog. Daarmee worden (rente)opbrengsten gemist.
(bron: onderzoek ‘handreiking financiën’ uit 2011, gedaan door adviesbureau Berenschot in opdracht van MOgroep, er zijn geen recentere gegevens beschikbaar)
16
Rijnstad Jaarverslag 2014
Continuïteit op langere termijn 40,00% 35,00% 30,00% 25,00% norm
20,00% 15,00% 10,00% 5,00% 0,00%
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bij de continuïteit op langere termijn speelt het eigen vermogen een grote rol. Deze indicator geeft aan in welke mate de lasten in een jaar opgevangen kunnen worden door het eigen vermogen. Als het eigen vermogen relatief laag is in vergelijking met de totale lasten, dan loopt de organisatie risico. Tegenvallende inkomsten kunnen niet worden opgevangen. Rijnstad zit met een ratio van 22,65% (2013 ratio 20,39%) net boven de norm. Verbeteren blijft noodzakelijk. Formule
(eigen vermogen : totale lasten) x 100%
Uitkomst <15% Uitkomst 15-20% Uitkomst >20%
De organisatie loopt risico. Er is niet genoeg eigen vermogen om eventuele tegenvallende baten op te vangen. De organisatie zit in de tussenzone. Verbeteren is noodzakelijk. De organisatie zit goed. Meer dan 20% van de lasten wordt gedekt door het eigen vermogen. Er blijft vermogen over voor de langere termijn.
(bron: onderzoek ‘handreiking financiën’ uit 2011, gedaan door adviesbureau Berenschot in opdracht van MOgroep, er zijn geen recentere gegevens beschikbaar)
Rijnstad Jaarverslag 2014
17
Solvabiliteit (lange termijn) 75,00% 60,00% 45,00% 30,00% 15,00% 0,00% 2009 2010 2011 2012 2013 2014
De solvabiliteit van een organisatie geeft aan in welke mate de organisatie in staat is op lange termijn aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Rijnstad heeft in 2014 een solvabiliteitsratio van 49,10% (2013 solvabiliteitsratio 42,42%). Formule
(eigen vermogen : totaal vermogen) x 100%
Uitkomst
hoe hoger de uitkomst, hoe beter de organisatie aan haar verplichtingen op lange termijn kan voldoen.
(bron: onderzoek ‘handreiking financiën’ uit 2011, gedaan door adviesbureau Berenschot in opdracht van MOgroep, er zijn geen recentere gegevens beschikbaar)
18
Rijnstad Jaarverslag 2014
5. Personeel en Organisatie Achtereenvolgens worden de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van personeel en organisatie beschreven.
5.1. CAO en arbeidsvoorwaarden
Op 1 januari 2014 is een nieuwe CAO in werking getreden. Deze CAO is in december 2014 tot stand gekomen. De CAO loopt door tot 1 april 2016. De belangrijkste wijzigingen zijn: Loonaanpassingen • per 1 december 2014: 1,0% salarisstijging; • januari 2015: eenmalige uitkering van 300 euro bruto, naar rato van de omvang van het dienstverband; • per 1 januari 2015: salarisstijging van 250 euro op jaarbasis, naar rato van de omvang van het dienstverband; • per 1 oktober 2015: 1,0% salarisstijging. Vernieuwing • Afspraken zijn gemaakt over de vernieuwing van de CAO. Zo wordt per 1 juli 2015 het loopbaanbudget geïntroduceerd. Dit budget geeft medewerkers de mogelijkheid te investeren in de eigen duurzame inzetbaarheid (loopbaanontwikkeling, persoonlijke ontwikkeling). • Per 1 januari 2016 wordt het individueel keuzebudget ingevoerd. Medewerkers krijgen hierbij meer mogelijkheden om de arbeidsvoorwaarden beter af stemmen op de persoonlijke wensen en behoeften. • De wachtgeldregeling is versoberd en nog alleen van kracht voor de groep die op 1 januari 2009 55 jaar of ouder was en die op 1 mei 2007 al in dienst was. De hoogte van deze uitkering is verminderd. • De regeling onregelmatigheidstoeslag is aangepast.
5.2. Organisatie Reorganisatie beheer Per 1 januari 2014 is het beheer van de Multi Functionele Centra (MFC) beëindigd, nadat de subsidie hiervoor door de gemeente Arnhem is opgezegd. In de loop van het jaar is ook het beheer van de jongerencentra en de wijkcentra gestopt. Hiervoor in de plaats zijn de accommodatie gebonden jongerenwerkers gekomen. Dit heeft geleid tot het ontslag van elf beheerders. Vijf medewerkers zijn herplaatst en hebben binnen de organisatie een andere functie gekregen. VIA Op 1 januari 2014 is Vrijwillige Inzet Arnhem (VIA) onderdeel geworden van Rijnstad. VIA vormt samen met Volare en het opbouw- en participatiewerk de nieuwe afdeling Participatie en Vrijwillige Inzet. De afdeling maakt onderdeel uit van het cluster Samenleving. Hulpverlening Het jaar 2014 stond voor een groot deel in het teken van de ontwikkeling van het wijkteam. Op diverse niveaus heeft Rijnstad met netwerkpartners en gemeente meegedacht over de opzet en inrichting hiervan. Alle maatschappelijk werkers van Rijnstad Jaarverslag 2014
19
Rijnstad die in 2014 de gemeente Arnhem tot werkgebied hadden, zijn voorgedragen als wijkteamcoach en zijn via de selectieprocedure van de gemeente aangenomen als wijkteamcoach. In totaal zijn er inmiddels twintig medewerkers aan de slag in het wijkteam, zij blijven allen in dienst van Rijnstad. Wij ervaren deze mooie uitkomst zowel als compliment aan onze medewerkers als aan ons als organisatie.
5.3 Arbeidsomstandigheden Risico-inventarisatie & Evaluatie (RI&E) In 2013 en 2014 is de RI&E uitgevoerd. De verbeterpunten zijn verwerkt en beschreven in het plan van aanpak. De meeste punten zijn conform het meerjarenonderhoudsplan en reeds uitgevoerd. Voorgenomen beleid is, de veiligheid en het veilig voelen van medewerkers op het werk, te verbeteren. Een onderdeel daarvan is het omgaan met ongewenst gedrag en stress. Met een pilot binnen het cluster Hulpverlening is een training ontwikkeld. Deze training zal in 2015 organisatiebreed worden ingezet via het RijnLAB. Bedrijfsvertrouwenspersoon De bedrijfsvertrouwenspersoon is drie keer ingeschakeld. Het aantal meldingen is gelijk gebleven met vorig jaar. De aard van de meldingen was dit jaar divers. Er is geen formele klacht ingediend.
5.4. Opleidingen en deskundigheidsbevordering
Een groot aantal medewerkers heeft individueel opleidingen en/of functiegebonden congressen en workshops gevolgd. Maar ook coachingstrajecten, werkbegeleiding, casuïstiekbespreking en themabesprekingen zijn belangrijke instrumenten voor deskundigheidsbevordering. Opleiden en deskundigheidsbevordering doen wij niet alleen, maar ook samen met andere welzijnsorganisaties. Een mooi voorbeeld hiervan is de samenwerking met Solidez, welzijnsinstelling in Wageningen en Renkum. Met het oog op de transities binnen het sociale domein konden medewerkers van beide organisaties gezamenlijk vier trainingen volgen in het kader van Welzijn Nieuwe Stijl: Vraaggericht werken en Eigen Kracht, Erop af, Resultaatgericht werken en Integraal werken. Trainingen per cluster of afdeling Samenleving: • training ‘Profilering en Coachingsvaardigheden voor projectmedewerkers’; • een ontwikkeltraject om de inhoud en de uitvoering van het werk te vernieuwen voor opbouw- en participatiewerkers; • training ‘Omgaan met ongewenst (telefoon-)gedrag’ voor medewerkers Buurtbemiddeling; • nieuwe koers & productontwikkeling voor medewerkers VIA/Volare; • cultuurtraject voor coördinatoren Brede Scholen; • trainingen ‘Welzijn Nieuwe Stijl’ voor projectmedewerkers (Proeftuin); • een aantal individuele opleidingen.
20
Rijnstad Jaarverslag 2014
Cluster Jeugd: Jeugd en Jongeren: • vervolg op algemene training jongerenwerk; • vervolg op training kinderwerk; • Intervisie Vakgroep kinderwerk; • opleiding Coachingsvaardigheden richting jongeren; Kind en Ouder: • PC training Outlook en Word; • ouderbetrokkenheid; • opbrengstgericht werken; • video interactie begeleiding volwassene - kind interactie; • Kaleidoscoop instroomtraining voor nieuwe leidsters/invalleidsters; • vakgroepbijeenkomsten en intervisie; • training ‘Omgaan met onaangepast gedrag’; • nascholingsmodule ‘Spelend leren - spel’ begeleiden. Cluster Hulpverlening: • training ‘Omgaan met ongewenst gedrag en stress’ (Pilot); • trainingen ‘Welzijn Nieuwe Stijl’ (Proeftuin); • sollicitatietraining medewerkers wijkteams (maatschappelijk werkers); • scholing Participatiewet; • jaarlijkse SR-dag, diverse worshops en trainingen (alle Sociaal Raadslieden). Ondersteunende Diensten: Diverse individuele opleidingen. RijnLAB Ook in 2014 heeft RijnLAB diverse workshops, trainingen en Studium Generale bijeenkomsten voor medewerkers georganiseerd. De Studium Generale bijeenkomsten zijn zeer succesvol en druk bezocht door zowel door interne medewerkers als externe introducés. Daarnaast zijn er nieuwe initiatieven opgezet, zoals de afdeling F&C als vraagbaak voor hulp bij Excel, lerende collega ’s en het ‘train je collega principe’. Naast trainingen Word- en Excel voor peuterspeelzaalleidsters, wisten medewerkers de weg naar het RijnLAB te vinden voor organisatiebrede trainingen over Social Media, Huiselijk geweld, Meldcode Kindermishandeling en het werven van fondsenwerving.
Rijnstad Jaarverslag 2014
21
5.5. Verzuim
Ook dit jaar is het verzuim opnieuw gedaald en wel van 5,1% naar 3,1%. De doelstelling om het verzuim te verlagen naar een gemiddeld verzuimpercentage van 4,5% is daarmee ruimschoots gehaald. Niet alleen is de verzuimfrequentie afgenomen, ook het langdurend en extra langdurend verzuim is gedaald. De vermindering van het verzuim is door alle clusters gerealiseerd, vooral bij Ondersteunende Diensten. Het verzuimpercentage binnen het Peuterwerk is hoog (6,6%) in vergelijking met de overige onderdelen. In 2015 worden nieuwe acties uitgezet die vooral gericht zijn op het omgaan met psychosociaal verzuim. Het meeste middellang en langdurend verzuim is vooral niet-fysiek van aard. De inzetbaarheidscoach is vaker geconsulteerd, terwijl de bedrijfsarts minder is ingezet. In het najaar van 2014 hebben 20 medewerkers wederom meegedaan aan de competitie van ‘de Fitste Organisatie van Gelderland’. De teams zijn 5e en 7e geworden van de 17 deelnemende teams. Verzuimpercentage per cluster Cluster
2014
2013
Jeugd
4,6%
6.3%
Samenleving
2,2%
3.5%
Hulpverlening
2,4%
3.6%
Ondersteunende Diensten
2,9%
7.6%
Gemiddeld verzuim
3,1%
5.1%
Verzuimduur
2014
2013
Kortdurend verzuim (0 t/m 7 kalenderdagen)
0,6%
0.8%
Middelkort (8 t/m 14 dagen)
0,3%
0,3%
Middellang verzuim (15 t/m 42 kalenderdagen)
0,6%
0,6%
Langdurend verzuim (43 t/m 365 kalenderdagen)
1,5%
2.3%
Extra langdurend verzuim (vanaf 365 kalenderdagen)
0,1%
1.1%
Totaal
3,1%
5.1%
Verzuimpercentage naar verzuimduur
Verzuimfrequentie De verzuimfrequentie (aantal verzuimmeldingen per medewerker) is gedaald van 0,96 naar 0,80.
22
Rijnstad Jaarverslag 2014
5.6. Personeelsformatie Aantal medewerkers en formatieplaatsen Ultimo 2014 heeft Rijnstad 252 medewerkers in dienst. Het aantal medewerkers is met 17 medewerkers afgenomen ten opzichte van 2013. Het aantal fulltime equivalenten (fte) is met 14 verminderd. Deze daling wordt vooral veroorzaakt door de beëindiging van het beheer. De gemiddelde omvang per dienstverband is gedaald met 0,3 uur naar 24,6 uur per week (0,68 fte). De totale personeelsformatie Formatie
2014
2013
2012
2011
2010
Aantal medewerkers
252
269
278
293
311
Fte’s (fulltime equivalent)
172
186
198
219
227
Aantal medewerkers per cluster
2014
Cluster
2013
Aantal
fte
aantal
fte
104
54
113
65
Samenleving
45
35
39
29
Hulpverlening
73
61
79
64
Ondersteunende Diensten
29
22
37
27
1
1
1
1
252
172
269
186
Jeugd
Directie Totaal
Percentage aantal medewerkers per cluster Ondersteunende diensten
8% 40% Hulpverlening
Jeugd
29%
19% Samenleving
Rijnstad Jaarverslag 2014
23
In- en uitstroom
2014
2013
Instroom aantal
49
46
Uitstroom aantal
66
55
2014
2013
Verhouding man/vrouw aantal
fte
aantal
fte
Mannen
65
54
72
58
Vrouwen
187
118
197
128
Gemiddelde leeftijd
2014
2013
Mannen
44 jaar
48 jaar
Vrouwen
43 jaar
44 jaar
Gemiddeld
43 jaar
45 jaar
2014
2013
Leeftijdsopbouw aantal
percentage
aantal
percentage
tot en met 24 jaar
11
4%
12
4%
25 - 34 jaar
59
23%
62
23%
35 - 44 jaar
67
27%
66
25%
45 - 54 jaar
62
25%
69
26%
55 - 59 jaar
24
10%
28
10%
60 - 65 jaar
29
12%
31
12%
0%
1
0%
100%
269
100%
66 + Totaal
252
Dienstverband
2014
2013
aantal
percentage
aantal
percentage
Parttime
185
73 %
205
76%
Fulltime
41
16 %
44
16%
Oproep
26
10 %
20
8%
Flex-vast ratio De flex-vast ratio is de verhouding tussen medewerkers met een contract voor bepaalde tijd en medewerkers met een contract voor onbepaalde tijd (in fte). De norm is dat minimaal 30% van de totale formatie aangesteld is op basis van een tijdelijke aanstelling.
24
Rijnstad Jaarverslag 2014
Cluster
Contract onbepaalde tijd in fte
Contract bepaalde tijd in fte
Percentage tijdelijke aanstelling
Hulpverlening
42,3
18,3
30%
Samenleving
27,9
6,8
20%
Jeugd
42,8
11,0
20%
Ondersteunende diensten en Directie
12,7
9,8
44%
125,7
45,9
27%
Totaal
Dit betekent dat de totale tijdelijke formatie 3% onder de norm is.
5.8. Kwaliteit Certificering In juli en oktober 2014 heeft er een HKZ-audit plaatsgevonden, uitgevoerd door het Keurmerkinstituut. Hierbij is getoetst of werd voldaan aan de eisen van het HKZcertificatieschema. De volgende schema’s zijn voor Rijnstad van toepassing: deelschema Welzijn: Maatschappelijke Hulp en Dienstverlening versie 2009, het deelschema Peuterspeelzaalwerk versie 2009 en het HKZ Algemeen Organisatiedeel versie 2009. Het betrof een herbeoordeling met als doel het vorige certificaat dat tot 17 november 2014 geldig was, wederom te verlengen met drie jaar. Het HKZ-certificaat is voor het eerst verleend op 9 december 2011 en is nu weer verlengd tot 17 november 2017. Interne onderzoeken Interne audits In maart 2014 is door het intern auditteam van Rijnstad een interne audit uitgevoerd. Het intern auditteam bestond in 2014 uit de volgende leden: • • • • •
Inge Schmeink (afdeling Kind & Ouder); Dianne ter Vrugt (cluster Hulpverlening); Hezel de Grood (cluster Samenleving); Rudi Oorlog (Ondersteunende Diensten); Saskia Brands (Kwaliteit).
De volgende onderwerpen zijn getoetst: • Implementatie vrijwilligerswerk bij de clusters Hulpverlening, Jeugd (Afdeling Jeugd & Jongeren) en Samenleving en check op de uitvoering van het beleid vrijwilligersvergoeding bij afdeling F&C (onderwerp op verzoek van MT). • Smart formuleren van doelen bij cluster Hulpverlening (onderwerp op verzoek van clustermanager Hulpverlening). • Kinddossiers bij afdeling Kind & Ouder (onderwerp op verzoek van clustermanager Jeugd). • VOG’s medewerkers (onderwerp conform meerjarenplanning interne audits).
Rijnstad Jaarverslag 2014
25
Per onderwerp zijn (in overleg met betreffende leidinggevenden) criteria bepaald waaraan voldaan moet worden. Tijdens de gesprekken is getoetst of aan deze criteria werd voldaan. Daarnaast werden opmerkingen van auditees en zaken die de interne auditoren opvielen, genoteerd als ‘bijvangst’. Hiervoor zijn gesprekken gevoerd met leidinggevenden, uitvoerend medewerkers en medewerkers van P&O en F&C. Er zijn ook enkele peuterspeelzalen bezocht. De resultaten van de interne audit zijn samengevat in het auditrapport 2014 Bevindingen en Aanbevelingen. Dit rapport en de daarin gedane aanbevelingen zijn besproken met de betrokken leidinggevenden en het MT. Daarbij is vastgesteld welke aanbevelingen al dan niet worden opgevolgd en wie verantwoordelijk is voor de voortgang. Cliënttevredenheidsonderzoek (CTO) Het cluster Hulpverlening voert sinds 2012 een continu cliënttevredenheidsonderzoek uit middels welzijn.tevreden.nl. Cliënten die langdurige hulpverlening geboden is, krijgen bij afsluiting een brief met verzoek om digitaal een cliënttevredenheidsonderzoek in te vullen. Dit kunnen zij thuis doen of zij kunnen gebruik maken van een stand-alone computer in de wachtruimte van de locatie. De respons was steeds erg laag. In 2013 is onderzoek gedaan naar de oorzaak van de lage respons. Naar aanleiding van dit onderzoek zijn verbeteracties uitgezet om de respons te verhogen. Zo is per locatie een CTO-aanspreekpersoon aangesteld. Deze aanspreekpersonen komen periodiek bij elkaar om ideeën uit te wisselen hoe het aantal afgenomen CTO’s verhoogd kunnen worden. Locaties worden positief gestimuleerd om tot hoge respons te komen. Verder is de brief die aan cliënten meegegeven wordt, aangepast. In 2014 is dit doorgezet. Helaas heeft dit niet tot een zodanige verhoging van de respons geleid dat wij hieruit conclusies kunnen trekken. Inmiddels is besloten om vanaf 2015 het CTO op een andere manier af te nemen. Hoewel de lage respons maakt dat wij geen conclusies kunnen trekken uit de reacties, geven wij voor de volledigheid toch de gemiddelde scores weer (in relatie tot de landelijke scores van welzijn.tevreden.nl) Product
Rijnstad score
Landelijke score
Algemeen maatschappelijk werk
8,4
8,0
Sociaal raadsliedenwerk
8,6
8,6
Schoolgericht maatschappelijk werk
8,0
7,8
Medewerkerstevredenheidsonderzoek In 2014 heeft geen medewerkerstevredenheidsonderzoek plaatsgevonden. Het volgende onderzoek staat gepland voor 2016.
26
Rijnstad Jaarverslag 2014
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Sinds 1 juli 2013 is de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling verplicht gesteld. Rijnstad heeft deze meldcode voor alle onderdelen van de organisatie vertaald in een stappenplan. Dit stappenplan en verschillende ondersteunende documenten zijn voor alle medewerkers beschikbaar via de Rijnbieb. In april en mei 2014 is er een training, “Werken met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling”, Rijnstad-breed aangeboden. Hier hebben 140 medewerkers van verschillende disciplines aan deelgenomen: algemeen maatschappelijk werkers, opbouwwerkers, jongerenwerkers, kinderwerkers, jeugdhulpverleners, schuldhulpverleners, sociaal raadslieden, medewerkers ouderprogramma’s, brede school-coördinatoren en een aantal stagiaires. Het peuterspeelzaalwerk heeft een andere training gevolgd en valt buiten dit trainingsaanbod. De training heeft zich vooral gericht op het signaleren van een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld. Aantal geregistreerde meldingen huiselijk geweld en kindermishandeling in 2014: Dit is gemeten door controle van het aantal gestarte casussen in 2014 in Arnhem waarbij het formulier ‘huiselijk geweld / kindermishandeling’, is aangevinkt. • Maatschappelijk werk: 321 waarvan 73 gevallen zijn aangemeld bij het AMK; • Jeugdteam: 78 waarvan 33 gevallen zijn aangemeld bij het AMK; • Zorgcoördinatie: 43. Hiervan is niet geregistreerd hoeveel keer dit heeft geleid tot een AMK-melding. Meldingen incidenten In 2014 zijn er 28 meldingen binnengekomen, ten opzichte van 36 meldingen in 2013. Soort incident
2014
2013
fout
3
0
ongeval
8
8
bijna ongeval
5
2
agressie-incident
8
16
calamiteit
0
4
informele klacht / uiting van ongenoegen
4
5
niet geclassificeerd Totaal
1 28
36
Het aantal meldingen van agressie-incidenten is gehalveerd. In alle gevallen gaat het om verbale agressie en daarbij soms ook om dreigende lichaamstaal. Alle 13 meldingen van (bijna) ongevallen komen van de afdeling Kind & Ouder. Hiervan zijn 5 meldingen afkomstig uit een accommodatie (uitglijden op een te gladde vloer).
Rijnstad Jaarverslag 2014
27
Het aantal meldingen per cluster en afdeling is als volgt verdeeld:
25
20
20 15 10
1
3 0
0
0 Part & VI
2
Brede Sch.
2
Sted. Proj.
5
0
Hulpverlening
Jeugd
pw
jj zuid
jj noord
MW & JHV
SR/SHV
0
Samenleving
OD
Klachten Informele klachten, dat wil zeggen klachten die geuit worden door medewerkers of cliënten/klanten/deelnemers van Rijnstad maar die niet leiden tot een formele klacht die ingediend wordt bij de Regionale Klachtencommissie, moeten middels het formulier ‘Melden incidenten’ worden gemeld. Er zijn vier klachten op deze wijze gemeld die allemaal intern zijn opgelost. Vergeleken met 2013 is er één klacht minder gemeld. Twee klachten die intern werden opgelost hebben zich voorgedaan bij de afdeling Kind & Ouder, één bij Sociaal Raadslieden & Schuldhulpverlening en één bij Jeugd & Jongeren Zuid. Er zijn geen klachten ingediend bij de regionale klachtencommissie.
5.8 Ondernemingsraad
De ondernemingsraad is in 2014 gestart met 6 leden. Marieke van Roden en Marcel van der Heijden zijn in januari 2014 afgetreden. Leden De ondernemingsraad bestond in 2014 uit de volgende leden: • Irfan Mohammedamin (voorzitter), sociaal raadsman; • Diana Ruiz (vervangend voorzitter), sociaal raadsvrouw; • Annemieke de Boer (secretaris), sociaal raadsvrouw; • Manuela Schel (vervangend secretaris), kinderwerker; • Gerdy Thijssen (lid), maatschappelijk werker; • Marjon Bussink (lid), opbouw-/participatiewerk; • Marieke Pasman (lid vanaf 30 januari 2014), sociaal raadsvrouw; • Karien Knoester (lid vanaf 20 februari 2014), kinderwerker; • Rudi Oorlog (lid vanaf 4 december 2014), medewerker ICT; • Ilse Lensen (lid vanaf 18 december 2014), jongerenwerker. 28
Rijnstad Jaarverslag 2014
Vergaderingen en bijeenkomsten • De ondernemingsraad heeft dit jaar drie keer per vier weken vergaderd. Twee van de drie overleggen waren or-vergaderingen en het andere overleg was een gezamenlijk overleg met de directeur-bestuurder van Rijnstad. • Eenmaal in de vier weken is er een werkgroepochtend geweest, waarin de werkgroepen bij elkaar zijn gekomen. De werkgroepen binnen de ondernemingsraad zijn Arbo en Achterban. • In het voorjaar heeft de ondernemingsraad gesproken met de bedrijfsarts en inzetbaarheidcoach • De ondernemingsraad overlegt één keer per jaar met de raad van toezicht van Rijnstad. In september 2014 heeft de ondernemingsraad een overleg gehad waarin van gedachten is gewisseld over actuele zaken, zoals het formeren van de wijkteams en de toekomst van Rijnstad. Contact met de achterban De ondernemingsraad onderhoudt contact met de achterban door aanwezig te zijn op informatiebijeenkomsten voor nieuwe medewerkers, intranet en persoonlijk contact. De ondernemingsraad heeft dit jaar zes keer een nieuwsbrief uitgebracht om de achterban op de hoogte te houden van de besproken onderwerpen, deze nieuwsbrieven worden weer per e-mail verspreid onder alle medewerkers. Scholing en trainingen Om haar werk zo goed mogelijk te kunnen doen en zich te blijven ontwikkelen, gaat de ondernemingsraad jaarlijks op training. Daarnaast volgt elk lid een individuele cursus of training, specifiek gericht op zijn of haar kwaliteiten en behoeften. Het scholingsplan van de ondernemingsraad is hierbij leidend. In het voorjaar van 2014 heeft de ondernemingsraad een tweedaagse training gevolgd; waarin voornamelijk aandacht was voor: • Prioriteiten stellen als ondernemingsraad wanneer veel grote onderwerpen tegelijk spelen. • Voorbereiden van ongevraagd advies naar aanleiding van het onderzoek werkdruk onder medewerkers. • Verkiezingen. Inhoudelijke resultaten De ondernemingsraad heeft: • ingesproken in de gemeenteraad van Arnhem over de aanbestedingen rond schuldhulpverlening; • een gesprek gehad met de ondernemingsraad van de gemeente Arnhem over schuldhulpverlening; • een onderzoek gedaan naar werkdruk onder medewerkers met een respons van 28%; • een ongevraagd advies gegeven over hoe de organisatie met werkdruk om dient te gaan; • als speerpunt voor het omgaan met werkdruk de schijf van 6 aangegeven; basisbehoeften, samenwerking, erkenning, resultaten boeken, ontwikkeling en passie en plezier; • op verzoek van de bestuurder haar verkiezingen uitgesteld. De zittingstermijn van deze ondernemingsraad is verlengd tot 1 augustus 2015. Hiertoe is besloten door het aantal grote en belangrijke onderwerpen op de agenda of die begin 2015 verwacht worden op de agenda. Rijnstad Jaarverslag 2014
29
De ondernemingsraad heeft advies (adviesrecht) gegeven over: • inrichting afdeling facilitair; • reorganisatie beheer. De ondernemingsraad heeft ongevraagd advies (initiatiefrecht) gegeven over: • omgaan met werkdruk; • schijf van 6 als speerpunt met betrekking tot werkdruk; • jaarurensystematiek.
30
Rijnstad Jaarverslag 2014
6. Cliëntenraad Binnen de cliëntenraad is de focus gericht op het behartigen van de belangen van cliënten en vrijwilligers. In het afgelopen jaar heeft de cliëntenraad zich met name beziggehouden met de hieronder beschreven onderdelen waarin zowel gevraagd als ongevraagd advies is gegeven. Privacy Op verzoek van de cliëntenraad is het privacybeleid rondom e-mailverkeer tussen medewerkers en vrijwilligers aangepast. Een nieuw protocol moet er voor zorgen dat de privacy van cliënten (nog) beter gewaarborgd blijft. Beheerders wijkcentra en veiligheid Als cliëntenraad zijn wij nauw betrokken geweest met de wijze waarop de reorganisatie van de verschillende wijkcentra, en dan met name het saneren van de beheerdersfunctie, heeft plaatsgevonden. Ook hier stond veiligheid centraal. De cliëntenraad is akkoord gegaan met het voorgestelde plan onder voorwaarde dat de veiligheid gewaarborgd blijft. In het komende jaar zal dit nauwlettend worden gevolgd. In een eerste overleg met de sociaal cultureel werkers van De Symfonie is gebleken dat er vanuit Rijnstad veel aandacht wordt besteed aan deze veiligheid. Begroting Drie leden van de cliëntenraad hebben zich in het afgelopen jaar verdiept in de financiële aspecten van Rijnstad. Op regelmatige basis vindt overleg plaats met de financiële afdeling van Rijnstad. Deskundigheidsbevordering De leden van de cliëntenraad hebben aan verschillende cursussen deelgenomen. Er is met name aandacht gegeven aan de vergroting van juridische kennis. Maar ook (ongevraagde) advisering van organisaties, onderlinge samenwerking, vergaderen, omgaan met weerstand en feedback geven/ontvangen waren belangrijke onderwerpen. Communicatieplan De cliëntenraad heeft het afgelopen jaar een begin gemaakt met het schrijven van een nieuw communicatieplan. In dit plan worden de missie en de visie van de raad beschreven en wordt stil gestaan bij de wijze waarop de communicatie, zowel intern als extern, plaats zal vinden. Te denken valt onder andere aan een eigen Facebookpagina en een eigen Twitteraccount. Vergaderingen en activiteiten De cliëntenraad is maandelijks bijeengekomen en heeft vier vergaderingen met de bestuurder belegd. Daarnaast heeft de cliëntenraad contacten onderhouden met onder andere de ondernemingsraad en de raad van toezicht. Eveneens heeft de cliëntenraad gesproken met cliënten en vrijwilligers binnen de verschillende locaties van Rijnstad. Ten slotte zijn verschillende raadsvergaderingen van de gemeente Arnhem bezocht en is actief deelgenomen aan de Klantenraad gemeente Arnhem.
Rijnstad Jaarverslag 2014
31
Samenstelling cliëntenraad Gedurende het jaar hebben zich enkele wijzigingen voorgedaan binnen de cliëntenraad, waarbij de huidige samenstelling tot stand is gekomen: • • • • • • • •
32
Diana Kummeling (voorzitter); Sanneke Kop (secretaris); Frank Hengeveld; Gerdo Groot Roessink; Harrie Versteegen; Mark Goldman; Mirjam Profijt; Yeter Sevil.
Rijnstad Jaarverslag 2014
7. Beleid en prestatie per product
Rijnstad Jaarverslag 2014
33
34
Rijnstad Jaarverslag 2014
I. Voorschoolse ontwikkeling en Ouderprogramma’s 547 VVE-kindcentra De zeven kindcentra (voormalig peuterspeelzalen) van Rijnstad hebben in 2014 gewerkt met activiteiten in het kader van Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Het ontwikkelingsprogramma Kaleidoscoop, het Ontwikkelingsvolgmodel Zeer Jonge Kinderen (OVMZJK) en het taalstimuleringsprogramma LOGO 3000 vallen hieronder. Met deze programma’s is gewerkt aan een doorgaande ontwikkelingslijn richting het basisonderwijs. Prestaties Deelproduct
Begroot 2014
Gerealiseerd 2014
134 ldd
Tot 15 mei: 134 ldd Tot 1 september: 128 ldd Vanaf 1 september: 116 ldd (en 6 uur extra ten behoeve van de startgroepen)
24 uur per week
24 uur per week
Deelnemen aan overleggen binnen de Brede School
Op alle kindcentra is binnen de Brede School deelgenomen aan de genoemde overleggen
Ontwikkelingsvolgmodel Zeer Jonge Kinderen (OVMZJK)
Op alle kindcentra wordt de ontwikkeling gevolgd met het OVMZJK. Het OVMZJK wordt digitaal overgedragen naar het basisonderwijs
Het OVMZJK is door alle leidsters ingevuld. Tijdens de uitschrijving van een kind is dit digitaal overgedragen naar de betreffende basisschool
Bespreken van ontwikkelings verloop met ouders
Het voeren van (tussentijdse) gesprekken met ouders/ verzorgers over het ontwikkelingsverloop van hun kind vindt structureel plaats
Op alle kindcentra zijn (tussentijdse) gesprekken gevoerd
Bereik- en bezettingscijfers gemiddeld 95%
De bereik- en bezettingsgegevens zijn per kwartaal achteraf conform door Stichting Pas vastgesteld format overlegd
1e kwartaal 93% 2e kwartaal 93% 3e kwartaal 89% 4e kwartaal 95% Gemiddeld: 93%
Jaarverslag
Jaarverslag
De ouderbijdrage wordt geïncasseerd conform de ouderbijdrage die door de gemeente is voorgeschreven.
De ouderbijdrage is geïncasseerd conform de ouderbijdrage die door de gemeente is voorgeschreven. Daarbij is er als gevolg van de financiële harmonisatie met ingang van 1 september 2014 een onderscheid gemaakt in gesubsidieerde ouders en Toeslagouders
Leidsterdagdelen (ldd) VVE
Zorgcoördinatie Relevante wijkoverleggen
Jaarlijkse rapportage gemeente Ouderbijdrage
Rijnstad Jaarverslag 2014
35
Toelichting op prestaties: Bezetting
Wachtlijst ˃ 2,5 jaar
Wachtlijst ˃ 2 jaar
1e kwartaal: 93% = 270 peuters
24 peuters
60 peuters
2e kwartaal: 93% = 259 peuters
34 peuters
64 peuters
3e kwartaal: 89% = 216 peuters
24 peuters
53 peuters
4e kwartaal: 95% = 244 peuters
16 peuters
65 peuters
Er is een aantal verklaringen voor de absolute en relatieve daling van de bezetting: • Rijnstad diende, in het kader van de harmonisatie, te voldoen aan alle eisen uit de wet Kinderopvang. Als gevolg daarvan is medio 2014 de leidster-kind ratio veranderd van 1:8 naar 1:7. Met eenzelfde inzet en openstelling, konden hierdoor minder peuters opgevangen worden. • Daarnaast wordt er, als gevolg van de financiële harmonisatie, met ingang van 1 september 2014 een onderscheid gemaakt in gesubsidieerde plaatsen en toeslagplaatsen. Hier moest de peuteradministratie voor worden aangepast. Dit heeft in het derde kwartaal geleid tot opstartproblemen. • Er is (tijdelijk) sprake (geweest) van een minder grote wachtlijst. Hierdoor konden niet altijd meteen kinderen geplaatst worden op het moment dat een plek vrij kwam. Overigens lijkt de daling (absoluut en relatief) van tijdelijke aard. Zo is het aantal geplaatste peuters begin 2015 toegenomen naar 252 en lijkt ook de wachtlijst weer toe te nemen. In 2015 zal helder worden hoe de bezetting zich verder gaat ontwikkelen. Resultaten • De kindcentra van Rijnstad voldoen met ingang van 1 juni 2014 aan alle eisen uit de Wet Kinderopvang. Deze operatie is voor de leidsters en het management van Rijnstad positief verlopen. • Rijnstad is, samen met de Basis, initiator van de Stuurgroep IKC. In 2014 heeft dit geleid tot het uitvoeren van drie pilots IKC op locatie. Bij twee pilots is Rijnstad (en vooral de kindcentra van Rijnstad) actief betrokken. • Het gemiddelde bezettingspercentage over 2014 bedraagt 93%. Bij de berekening van de bezetting, hebben wij rekening gehouden met de inzet van de leerkrachten op de Startgroepen. Onderwerp van gesprek is wat ons betreft hoe wij in de stad de inzet van leerkrachten op de startgroepen eenduidig verwerken in de kwartaalcijfers. • Mede vanwege de gewijzigde financiering hebben wij vanaf medio 2014 minder kinderen opgevangen en is de wachtlijst minder groot (al lijkt de wachtlijst langzaam weer aan te trekken, gezien de groei van het aantal kinderen op de wachtlijst van twee jaar en ouder). Nog niet alle ouders/verzorgers weten meteen de juiste weg te vinden om hun toeslag aan te vragen en/of hadden moeite met het invullen van de formulieren. • In Presikhaven wordt de pilot Startgroepen uitgevoerd. Op twee van de drie groepen komen doelgroeppeuters vijf dagdelen. • Gemiddeld heeft 33% gebruik gemaakt van de Gelrepas. Dat is nagenoeg hetzelfde percentage als in 2013. • Op de Grenspost en de Overkant hebben wij op 1 september 2014 één dagdeel gesloten. Daarnaast is op de Malburcht één groep dicht gegaan. Klarendal is juist meer dagdelen geopend.
36
Rijnstad Jaarverslag 2014
• De zorgcoördinator heeft een actieve rol vervuld bij de VVE-indicering van kinderen. Er is sprake geweest van een regelmatig contact tussen de wijkverpleegkundige van STMG en de zorgcoördinator. • De zorgcoördinator is aandachtsfunctionaris voor de afdeling Kind & Ouder en de ouderprogramma’s in het kader van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. • De zorgcoördinator heeft, samen met de logopedisten van Stichting Pas, de video-interactie begeleiding (VIB) voortgezet. Deze was gericht op het onderdeel volwassene-kindinteractie. • In 2014 is het peuterwerk opnieuw HKZ gecertificeerd. Aanwezige gewichten- en risicokinderen Aantal kinderen
Gewichtenkinderen
Risicokinderen
Totaal percentage doelgroepkinderen
1e kwartaal: 270 peuters
39%
34%
73%
2e kwartaal: 259 peuters
34%
36%
70%
3e kwartaal: 216 peuters
39%
40%
80%
4e kwartaal: 244 peuters
34%
35%
70%
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015 VGGM inspecties en Inspectie van Onderwijs In 2014 hebben de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden (VGGM) en de Inspectie van Onderwijs inspecties uitgevoerd bij onze kindcentra. De rapporten van beide instanties zijn, met een aantal aandachtspunten, positief. Voorbereiden harmonisatie In 2014 heeft Rijnstad een aantal belangrijke stappen gezet richting verdere harmonisatie van het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang. Naast het hiervoor genoemde traject om met ingang van 1 juni 2014 te voldoen aan alle eisen uit de wet Kinderopvang, zijn er belangrijke stappen gezet. • Met ingang van 1 september 2014 is de financiële harmonisatie een feit. Vanaf dat moment hebben ouders/verzorgers die beiden werken (of een alleenstaande ouder die werkt), geen recht meer op een gesubsidieerde plaats. Zij betalen aan Rijnstad het volledige bedrag en kunnen via de Belastingdienst kinderopvangtoeslag aanvragen. De overige ouders blijven wel recht houden op een gesubsidieerde plaats. Zij betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. Deze wijziging in beleid, vroeg om een andere bedrijfsvoering. In het derde kwartaal heeft deze wijziging ook geleid tot een ‘dip’ in de bezetting. In het vierde kwartaal is de bezetting weer beduidend hoger. • Met ingang van 2015 wordt Rijnstad niet meer per leidsterdagdeel gefinancierd, maar per geplaatst kind. Over het bedrag per kind, frictiekosten en afbouwregeling heeft Rijnstad in 2014 onderhandeld met de gemeente Arnhem. Ook deze verandering vraagt om een andere bedrijfsvoering. Het derde en vierde kwartaal is daarom veel tijd hierin geïnvesteerd.
Rijnstad Jaarverslag 2014
37
Integraal Kind Centrum (IKC) Rijnstad is, samen met de Basis, initiatiefnemer van de Stuurgroep IKC. In deze stuurgroep is een aantal kernpartners actief. Zij willen onderzoeken op welke manieren de functies opvang, opvoeding, ontwikkeling en educatie samen gebracht kunnen worden op een manier die past bij de behoeften van de kinderen en hun ouders. Om dit te onderzoeken zijn in 2014 drie pilots gestart. Rijnstad is actief betrokken bij twee van deze pilotlocaties, MFC Klarendal en MFC Presikhaven. Taaltraject peuterleidsters In 2016 moeten leidsters aan taalniveau 3F voldoen. Om die reden is in 2014 het taalniveau van alle peuterleidsters op VVE-locaties getoetst. Leidsters die deze toets niet gehaald hebben, volgen inmiddels een opleidingstraject. Daarna volgt opnieuw een taaltoets. VVE-scholing Alle medewerkers hebben in 2014 scholing gevolgd op diverse terreinen: cursussen, workshops, teamleren, begeleiding op de werkvloer, intervisie, video-interactie begeleiding. Ook in 2015 zullen medewerkers blijvend geschoold worden, zoals op het gebied van OVM, EHBO en Opbrengst Gericht Werken (OGW). Ouderbetrokkenheid Een speerpunt in 2014 was het opstarten van ouderbijeenkomsten op het terrein van LOGO 3000. Deze zijn op diverse kindcentra opgezet. Enkele kindcentra zullen begin 2015 starten met dit onderdeel. Tevens is Rijnstad in 2014 gestart met het opzetten van een oudercommissie per kindcentrum. Inmiddels is een aantal oudercommissies actief.
38
Rijnstad Jaarverslag 2014
548 LOGO 3000 Bij de oudercomponent van LOGO 3000 ligt de nadruk op intensieve taalverwerving voor jonge kinderen samen met hun ouders. In wekelijkse ouderbijeenkomsten maken ouders kennis met de woorden, die daarna in de groep aan de kinderen worden aangeboden. Het doel is om ook thuis bewuster en uitgebreider taal te gebruiken. In 2014 is de oudercomponent van LOGO 3000 uitgevoerd op twee locaties in het Broek (de Paulusschool en Kindcentrum Symfonie I), op drie locaties in MFC Presikhaven (de Lourdesschool, de AMG Schmidtschool en de Startgroepen in Presikhaven). Daarnaast is LOGO 3000 aangeboden aan de ouders van kindcentrum de Malburcht en de Willem Dreesschool. Prestaties Deelproduct LOGO 3000
Begroot 2014
Gerealiseerd 2014
Wekelijkse oudergroepen op vier basisscholen. Wekelijkse oudergroepen op drie kindcentra.
Bereik zeven oudergroepen: • Lourdesschool: 16 ouders • A.M.G. Schmidt: 12 ouders • Dreesschool: 11 ouders • Paulusschool: 22 ouders • Kindcentrum Symfonie I: 10 ouders • Kindcentrum de Malburcht: 10 ouders • Startgroepen Presikhaven: 11 ouders
Toelichting op prestaties: • Leidsters en leerkrachten stimuleren ouders om zoveel mogelijk naar de wekelijkse ouderbijeenkomsten te komen. De gemiddelde groepsgrootte bedraagt dertien ouders. De oudergroep in kindcentrum de Malburcht is in het najaar van 2014 gestart. Hierdoor nemen verhoudingsgewijs nog niet zoveel ouders deel aan de ouderbijeenkomsten. De zeven oudergroepen worden begeleid door twee medewerkers van Rijnstad. Resultaten • In totaal werden wekelijks 92 ouders bereikt. • Gemiddeld nemen per groep 13 ouders wekelijks deel aan de ouderbijeenkomsten. • Op de locaties krijgen ouders die niet kunnen deelnemen door werk, opleiding of taalles, de woorden mee naar huis. • Leidsters en leerkrachten ervaren dat kinderen de woorden herkennen die de ouders in de thuissituatie toepassen, waardoor ze ‘gewoon’ worden. • Ouders zijn enthousiast en zien het belang ervan voor de taalontwikkeling van hun peuter/kleuter en versterken hun eigen beheersing van de Nederlandse taal.
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015 LOGO 3000 uitgebreid Alle kindcentra van Rijnstad werken vanaf 2014 met het programma LOGO 3000. Uitbreiding van de wekelijkse bijeenkomsten van LOGO 3000 heeft plaatsgevonden bij kindcentrum de Malburcht.
Rijnstad Jaarverslag 2014
39
In 2015 zullen wekelijkse bijeenkomsten van LOGO 3000 ook starten op kindcentrum Klarendal. Voor kindcentrum de Overkant en de Symfonie I, wordt onderzocht in welke vorm de ouderbijeenkomsten worden aangeboden. Materiaal Voor ouders bestaat de mogelijkheid om met een computerprogramma thuis de woorden te oefenen met hun kind. Er wordt onderzocht of dit in 2015 aan alle ouders aangeboden kan worden. Ouderbijeenkomsten In 2015 wordt op de kindcentra gedurende het schooljaar vier ouderbijeenkomsten LOGO 3000 georganiseerd. Tijdens deze ouderbijeenkomsten worden ouders geïnformeerd over de werkwijze en krijgen zij tips voor thuis.
40
Rijnstad Jaarverslag 2014
548 Spel aan Huis Binnen het ouder- en kindprogramma Spel aan Huis, vormen spel- en taalstimulering voor kinderen, lichte opvoedingsondersteuning voor ouders en het goede voorbeeld geven, de basis. Wekelijks bieden hbo-stagiaires spelbegeleiding aan gezinnen thuis. Gezinnen kunnen het project één jaar lang volgen. Prestaties Deelproduct
Begroot 2014
Gerealiseerd 2014
Spel aan Huis
Het project werkt in schooljaren: • januari t/m zomervakantie • september t/m december
30 gezinnen 30 gezinnen
Toelichting op prestaties: • Gezinnen kennen een diverse etnische herkomst: Turks: 11 , Kosovo: 1, Chinees: 5, Marokkaans: 7, Bangladesh: 1, Afghaans: 4, Sierra Leone: 1. • Deelnemende gezinnen worden begeleid door tien hbo-studenten. • De gezinnen zijn via verschillende kanalen aangemeld: via leerkrachten, IB-ers, schoolmaatschappelijk werkers, maatschappelijk werk, consultatiebureaus, orthopedagogen, logopedistes, speciaal basisonderwijs en via het ouderprogramma Stap In. Daarnaast zijn er ook gezinnen die zichzelf hebben aangemeld. • Kenmerken van de deelnemende gezinnen zijn: woonachtig in de aanpakwijken, laag inkomen, laag geschoold, leven in sociaal isolement en hebben vaak beperkte opvoedingsvaardigheden. Bovendien kennen deze gezinnen problemen op verschillende leefgebieden. Resultaten • Het spelniveau van de kinderen is toegenomen. • Diverse ontwikkelingsgebieden van de kinderen zijn gestimuleerd. • Kinderen kunnen meer geconcentreerd spelen. • De kinderen hebben meer rust en structuur in hun spel. • De taalontwikkeling van de kinderen is bevorderd. • Door de spelbegeleiding zijn ouders ondersteund en vaardiger geworden in hun opvoedingsvaardigheden. • Ouders hebben adviezen gekregen op gebied van opvoeding zoals: samen spelen, toepassen van regels, consequent handelen, straffen en belonen, speelgoedkeus, omgaan met sociale media en het stimuleren van de taal. • Ouders zijn gestimuleerd om deel te nemen aan activiteiten buitenshuis voor hen zelf en voor hun kinderen: buurthuisactiviteiten, speelmorgens, peuterspeelzaal, kinderinstuif, sportactiviteiten, bibliotheek, speeltuinen, kinderboerderij en voorleesexpres. • Ouders met maatschappelijke en sociale problemen zijn doorverwezen naar hulpverlenende instanties: maatschappelijk werk, consultatiebureau, jeugdzorg en Pgo.
Rijnstad Jaarverslag 2014
41
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015 Toenemende vraag Eind 2014 is er een wachtlijst van vijftien gezinnen. Aandacht voor kwaliteit methodiek Vanaf september 2014 is er geleidelijk een nieuwe methodiek ingevoerd. De belangrijkste kenmerken van de nieuwe methodiek zijn: één uur spelbegeleiding en het geven van informatie gedurende een half uur. Daarnaast is er een adviesgesprek per deelnemend gezin over verschillende onderwerpen, maar met name over opvoeding. Training stagiaires Stagiaires worden getraind en geadviseerd over verschillende culturen, opvoedingen en taalondersteuning.
42
Rijnstad Jaarverslag 2014
548 Stap In Stap In leidt ouders van jonge kinderen toe naar ontwikkelingsgerichte activiteiten voor henzelf en voor hun kinderen. Vraaggericht werken en informeren zijn kerntaken. De informatie die Stap In geeft omvat een breed scala aan activiteiten in wijk en stad. De jongste kinderen worden toegeleid naar ontwikkelingsstimulerende activiteiten in het kader van VVE. De ouders van iets oudere kinderen worden geïnformeerd over andere ontwikkelingsstimulerende activiteiten. Ouders worden gestimuleerd mee te doen aan opvoedingsondersteuning. Sommige gezinnen hebben een extra duwtje nodig. Deze gezinnen worden begeleid naar een activiteit of instelling en zo nodig worden ze geholpen bij het aanmelden voor een activiteit. Gemiddeld zijn er drie contacten per gezin. Prestaties Deelproduct
Begroot 2014
Gerealiseerd 2014
Stap In
150 gezinnen
146 gezinnen
Toelichting op prestaties: • 2 Turkse en 1 Marokkaanse contactmedewerker bezoeken 6 consultatiebureaus en leggen huisbezoeken af. In 2014 zijn er in totaal 101 gezinnen afgerond en met 45 gezinnen is eind 2014 nog contact. • Van de in totaal 146 bereikte gezinnen zijn er 46 van Nederlandse afkomst (= 32%). 15 Gezinnen (= 10%) zijn van Turkse afkomst en 13 gezinnen (= 9%) zijn van Marokkaanse afkomst. In totaal is sprake van 26 nationaliteiten. • Nagenoeg alle gezinnen worden door de medewerkers van Stap In tijdens het spreekuur van het consultatiebureau geworven. Ook wijkverpleegkundigen attenderen medewerkers van Stap In om contact te leggen met ouders. Resultaten Gezinnen hebben actief belangstelling voor de volgende activiteiten: • 50 gezinnen hebben belangstelling voor deelname aan de Speelmorgen. • 41 gezinnen hebben belangstelling voor ouder- en kindzwemmen. • 31 ouders hebben belangstelling voor een peuterspeelzaal/kindcentrum. • 23 gezinnen hebben belangstelling om lid te worden van de bibliotheek. • 14 gezinnen hebben belangstelling voor de Wandelwagensoos/Babybabbels. • Naast bovenstaande VVE-activiteiten zijn ouder-peutergym, de jonge moedergroep, de Voorleesexpress, Spel aan Huis, Muziek op Schoot, Home-Start, sport- en kinderclubs in trek. • Ouders willen ook geholpen worden met hun financiële situatie. De medewerkers van Stap In geven informatie en verwijzen naar Gelrepas, Formulierenbrigade, Stichting Leergeld en Bijzondere bijstand. • Ook verwijzen de medewerkers naar een fietscursus, taalles en zwemles voor ouders. • Van 45 gezinnen is nog niet duidelijk wat ze gaan doen. Dit zijn vooral gezinnen die in november en december benaderd zijn. Daarnaast gaat het hier om gezinnen die meer tijd vragen in contactlegging en benadering.
Rijnstad Jaarverslag 2014
43
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015 In 2015 onderzoekt Rijnstad of het product Stap In kan worden doorontwikkeld.
44
Rijnstad Jaarverslag 2014
549 Home-Start Home-Start is een programma voor opvoedingsondersteuning. Ervaren en getrainde vrijwilligers bieden ondersteuning, praktische hulp en betrokkenheid aan ouders met ten minste een kind van zes jaar of jonger. De ouders/gezinnen geven zelf aan op welke gebieden zij steun wensen: hun vragen staan centraal. Door de ondersteuning streeft Home-Start ernaar: • te voorkomen dat alledaagse problemen uitgroeien tot ernstige en langdurige problemen; • het zelfvertrouwen van ouders te vergroten; • de sociale relaties van ouders te versterken; • gezinnen aan te moedigen om efficiënt gebruik te maken van beschikbare diensten, voorzieningen en regelingen. Prestaties Deelproduct Bereikt
Begroot 2014
Gerealiseerd 2014
50 gezinnen
50 gezinnen
Afgesloten
35 gezinnen
Nieuw
43 gezinnen
Wachtlijst
30 gezinnen
Vrijwilligers
35 vrijwilligers
Nieuw aangemelde vrijwilligers
19 vrijwilligers
Toelichting op prestaties: • Er zijn in totaal 43 nieuwe gezinnen en 19 vrijwilligers die zich dit jaar hebben aangemeld. De meeste aangemelde gezinnen zijn gekoppeld, maar de vraag is nog steeds (veel) groter dan ons aanbod. Een coördinator kan immers maar een beperkt aantal vrijwilligers (en indirect) gezinnen begeleiden. Hierdoor komt een groot aantal van de nieuwe gezinnen op de wachtlijst. Resultaten De problematiek is niet anders dan vorig jaar. Opvallend is dat de gezinnen steeds meer hulp van de vrijwilligers vragen. Doelgroepmoeders verwachten dat de vrijwilligers als hulpverlener functioneren. Dit komt omdat de vrijwilligers wekelijks contact onderhouden en daardoor laagdrempelig zijn en voldoende tijd en aandacht aan de moeders kunnen besteden. Dit schept een vertrouwensband. Deze verwachting van moeders is belastend voor de vrijwilligers. Dit is enerzijds positief voor Home-Start. Er is veel vertrouwen en de moeders voelen zich veilig bij de vrijwilligers. Maar anderzijds kan het succes van het programma hieraan ten onder gaan. De coördinator bewaakt de hulpvragen van doelgroepmoeders en stimuleert vrijwilligers om actief door te verwijzen. In dit kader heeft de Home-Start coördinator contact op genomen met de bestaande wijkteams. Zij heeft een contact persoon binnen het wijkteam Klarendal. Op deze manier kan ze sneller en effectiever communiceren en eenvoudiger doorverwijzen.
Rijnstad Jaarverslag 2014
45
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015 Contact met wijkteams In 2015 neemt de Home-Start coördinator contact op met de nieuwe wijkteams. Zij zorgt ervoor dat zij in ieder wijkteam een contactpersoon heeft. Home-Start regiobijeenkomsten In 2014 hebben zich een aantal nieuwe ontwikkelingen voorgedaan binnen het landelijke steunpunt van Home-Start. De coördinator heeft deze ontwikkelingen van dichtbij gevolgd. Een van de nieuwe ontwikkelingen is dat de regiobijeenkomsten (coördinatorenoverleg) niet meer door de ondersteuners maar door de coördinatoren zelf georganiseerd gaan worden. De eerstvolgende regiobijeenkomst wordt door Home-Start Arnhem georganiseerd. Voor de deskundigheidsbevordering neemt de coördinator deel aan een intervisiegroep. Deze groep bestaat uit Home-Start coördinatoren uit Elst, Nijmegen, de Achterhoek en Duiven. Uitbreiding noodzakelijk Zoals bij de prestaties al aangegeven, is er een wachtlijst voor Home-Start. Om deze gezinnen sneller te laten starten, is uitbreiding van het project noodzakelijk.
46
Rijnstad Jaarverslag 2014
II. Samenlevingsopbouw 615 Opbouwwerk en participatiewerk/ actief in de wijk Opbouwwerk geeft vorm aan samenlevingsopbouw. Dit omvat alle activiteiten waarvoor mensen zich organiseren of sociale verbanden aangaan om hun belangen te behartigen of hun interesses vorm te geven. Opbouwwerk heeft als doel participatie van alle bewoners in de wijk, waarbij het proces om te komen tot zelfontplooiing van groep en individu centraal staat. In onze analyse van wat een bewoner, buurt of wijk nodig heeft en aan aandacht verdient, maken wij de verbinding tussen de cijfers en de wijkbeleving, behoeften en signalen. Dit is het uitgangspunt van onze werkwijze. Daarbij zijn de bewoners de coproducent van leefbaarheid in de wijk en zien wij hun als partner bij oplossingen, verbeteringen en activiteiten. Als meedenker en als actief burger! Het opbouwwerk draagt zorg voor een basisinfrastructuur in de wijk, die vanuit een neutrale positie zorgt voor ondersteuning en activering van initiatieven van bewoners en bewonersgroepen. De participatiemedewerker van Rijnstad wordt ingezet als ondersteuner van en dienstenmakelaar tussen wijkbewoners en aanbieders (partners), op het terrein van vrije tijd, leren en ontwikkelen en werk en opvoeding. Participatiewerkers zijn geworteld in de wijken, zijn goed op de hoogte van wat er leeft bij bewoners en wat er speelt in de buurt. De kracht van participatiewerkers ligt in het combineren van vragen van bewoners met de mogelijkheden van maatschappelijke partnerorganisaties. Het resultaat is een levendige en lerende wijk. Bewoners worden gestimuleerd om verantwoordelijkheid te nemen en bewoners die iets willen voor hun buurt of wijk, worden serieus genomen, ondersteund, gefaciliteerd en gewaardeerd. Bewoners die een steuntje in de rug nodig hebben, worden op weg geholpen. Achterliggende gedachte daarbij is dat bewoners (uiteindelijk) op eigen kracht activiteiten voorbereiden, organiseren en uitvoeren. In 2014 heeft het team (flexibel) opbouwwerk en participatiewerk in eerste instantie invulling gegeven aan de nieuwe vorm van werken. De belangrijkste uitdaging daarbij was tweeledig. Het bleek als opbouw-/participatiewerker (als ‘éénpitter’) steeds moeilijker flexibel te reageren op signalen uit het werkveld, zonder afbreuk te doen aan de continuïteit. Zeker in combinatie met een toenemende vraag in tijdelijke ondersteuning. De vragen uit de wijk zijn meer divers geworden, waardoor de opbouwen participatiewerker een ‘schaap met 5 poten’ dreigde te worden. Om hier passend antwoord op te geven, is in eerste instantie het team van opbouwwerk en participatiewerk samengevoegd. Door ontwikkelingen bij de gemeente Arnhem, is Rijnstad gevraagd deze werksoorten weer uit elkaar te halen. De opbouwwerker richt zich voornamelijk op de formelere vorm van participatie en op de bewonersoverleggen, wijkactieplannen (WAP’s) en daaraan gelieerde werkgroepen. Het participatiewerk richt zich meer op laagdrempelige ontmoeting, activering op wijkniveau en empowerment.
Rijnstad Jaarverslag 2014
47
Prestaties Deelproduct
Begroot 2014
Gerealiseerd 2014
Groepen Arnhemse wijkaanpak
Niet begroot
148
Groepen gericht op o/e/r*
Niet begroot
134
300
977
Niet begroot
304
Vrijwilligers Arnhemse wijkaanpak Vrijwilligers o/e/r*
*Ontmoeting, educatie, recreatie (voormalige DVO’s en GO’s) Uitsplitsing prestaties per gebied: Groepen Arnhemse wijkaanpak (opbouwwerk). Wijk
Vaste groepen
Vrijwilligers
CSA
12
74
Presikhaaf
10
133
Noord Oost
6
54
Noord West
18
101
Malburgen
24
82
VKR
35
237
Elden/de Laar
14
84
Schuytgraaf Elderveld
29
212
Uitsplitsing prestaties per gebied: Groepen gericht op ontmoeting, educatie en recreatie (voormalige DVO’s en GO’s) (participatiewerk). Wijk
Vaste groepen
Vrijwilligers
CSA
21
46
Presikhaaf
28
40
Noord Oost
23
40
Noord West
16
37
Malburgen
42
106
4
35
VKR Elden/de Laar Schuytgraaf Elderveld
Toelichting op prestaties: • Vrijwilligers in de Arnhemse wijkaanpak werden voorheen niet geregistreerd. • De vrijwilligers in groepen gericht op ontmoeting, educatie en recreatie, zijn zowel de vrijwilligers van Rijnstad (200) als de ‘niet’ Rijnstad vrijwilligers, die actief zijn in de wijk maar wel ondersteuning van ons krijgen.
48
Rijnstad Jaarverslag 2014
Resultaten • Het opbouwwerk begeleidt bijna 1.000 vrijwilligers in de Arnhemse wijkaanpak. Daarbij moet worden opgemerkt dat er door deelname aan verschillende werkgroepen dubbelingen kunnen voorkomen. Hoewel hier wel op is gescreend, is dat in deze cijfers nog niet helemaal uit te sluiten. Daarnaast zijn er vrijwilligers die op wekelijkse of soms zelfs op dagelijkse basis actief zijn, maar er zijn echter ook vrijwilligers die zich maar een paar keer per jaar inzetten. • Het participatiewerk ondersteunde in 2014 ruim 300 vrijwilligers. Ongeveer 200 daarvan zijn vrijwilligers van Rijnstad (deze hebben een vrijwilligersovereenkomst met Rijnstad). Vrijwilligers zijn grofweg onder te verdeling in drie groepen: vrijwilligers gekoppeld aan een vaste (wekelijkse/maandelijkse) activiteit, vrijwilligers die zich inzetten rond bewonerszelfbeheer en vrijwilligers die ondersteunen bij de uitvoer van grotere activiteiten. • Opbouwwerk en participatiewerk levert per wijk een DNA-scan van elk gebied. ◦◦ In 2014 is voor het eerst gewerkt met een DNA-scan. In afstemming met de wijkregisseurs is afgesproken dat deze eens per twee jaar worden uitgevoerd voor de acht verschillende gebieden. Met deze DNA’s wordt samen met een SWOT-analyse van het gebied, een omschrijving gegeven van de belangrijkste ontwikkelingen op sociaal gebied bij de twee meest aanwezige groepen bewoners in dat gebied. • Opbouwwerk ondersteunt op wijkniveau X groepen bewoners bij het verbeteren van hun eigen leef- en woonomgeving en legt daar aan de wijkregisseur verantwoording over af. Ter illustratie volgen hier een aantal voorbeelden op wijkniveau. ◦◦ Geitenkamp: Er heeft een omschakeling van bewonersgroep en wijkplatform naar bewonersoverleg plaatsgevonden. Dit is in de wijk niet altijd gemakkelijk gegaan. Met ondersteuning van het opbouwwerk wordt het bewonersoverleg nu zelf voorbereid door twee leden. Hierdoor wordt ook het eigenaarschap vergroot. ◦◦ VKR: Na het succesvolle project rond de oprichting van de Volkstuinvereniging de Tuinmaat en de komst van de volkstuinen heeft het opbouwwerk ondersteund bij het opzetten en uitvoeren van een nieuw vrijwilligersbeleid in de Korenmaat. Deze voorziening is van groot belang voor de ontmoeting in de wijk. Het opbouwwerk pakt hier niet alleen de vraag op, maar kijkt ook of er nog andere koppelingen gemaakt kunnen worden, met als doel meer te bereiken dan in eerste instantie gedacht werd. ◦◦ Elderveld: In opdracht van het wijkplatform in Elderveld heeft een werkgroep met ondersteuning van het opbouwwerk, onderzoek gedaan naar eenzaamheid en isolement in de wijk. De resultaten en aanbevelingen zijn besproken met bewoners. Het opbouwwerk heeft een grote rol gehad in de ondersteuning bij de uitvoer van de aanbevelingen. De inzet van het opbouwwerk heeft in die zin, naast de ondersteuning bij het onderzoek zelf, ook geleid tot een vervolg op het onderzoek. Dit is in samenwerking gebeurd met bewoners, het BOOT-project van de HAN, wijkteam en andere organisaties. ◦◦ Malburgen: Het opbouwwerk heeft in 2013 een grote bijdrage geleverd aan het verbeteren van het ‘onaangename’ klimaat rond de overleggroepen en het wijkplatform. In 2014 is voor beide delen van Malburgen een apart wijkplatform opgericht met ieder een eigen werkstructuur (passend binnen de spelregels van de Arnhemse wijkaanpak). De oprichting van de twee verschillende platforms heeft geleid tot een verder normalisering van de werkklimaat. Het centraal overleg Malburgen kreeg zo ook meer ruimte voor inhoudelijke interventies.
Rijnstad Jaarverslag 2014
49
◦◦ St. Marten: Het opbouwwerk heeft een grote rol gespeeld in de
bewonersbetrokkenheid van de totstandkoming van De Nieuwe Hommel. Een proces waar een mooie verbinding is gemaakt tussen professionele organisaties en burgers die gezamenlijk hebben gewerkt aan de realisatie van het wijkcentrum van de toekomst. De inzet van het opbouwwerk was voornamelijk gericht op het enthousiast maken, informeren en daar waar nodig bewoners ondersteunen bij het verwoorden van de wensen en behoeftes van de wijk. ◦◦ Presikhaaf: In het voorjaar van 2014 is in Presikhaaf 1 een speel/trapveld gerealiseerd. Het opbouwwerk heeft een groep bewoners geworven vanuit verschillende delen van de wijk met verschillende achtergronden en leeftijden. Hoewel deze groep het spannend vond om met elkaar samen te werken, werkten zij, met ondersteuning van opbouwwerk, toe naar een zeer geslaagde opening, die meteen werd gekoppeld aan andere initiatieven in de wijk. Op basis van deze hoopvolle start, blijft deze groep bewoners zonder verdere ondersteuning actief als toezichthouder op deze speelplaats. • Participatiewerk ondersteunt op wijkniveau X groepen bewoners bij activiteiten gericht op ontmoeting, ondersteuning en recreatie en legt daar aan de wijkregisseur verantwoording aan af. ◦◦ Stadsbreed: Mede ingegeven door de nieuwe organisatiestructuur van de MFC’s en de eigen wijkcentra, zijn veel bewonersgroepen gedwongen om in 2014, meer zelfstandig te gaan draaien. Voornamelijk groepen die al lange tijd gebruik maken van de MFC’s en wijkcentra, hebben moeten wennen aan het functioneren met (veel) minder of geen ondersteuning. Als pilot is met de bewonersgroepen in de Spil een nieuwe overeenkomst gemaakt. Daarin is de toegevoegde waarde van de groep en de mate van ondersteuning vastgelegd. Op die manier wordt met elke groep een plan van aanpak gemaakt naar verdere zelfstandigheid. Deze afspraken worden in 2015 met alle groepen opnieuw vastgelegd in een ondersteuningsovereenkomst. ◦◦ Stadsbreed: In drie MFC’s en twee wijkcentra zijn vrijwilligers geworven, getraind en ondersteund in het uitvoeren van vrijwillig beheer, gastheer/gastvrouwschap en samenwerkingsvaardigheden. Dit heeft geleid tot 50 vrijwilligers die actief zijn in het bewonerszelfbeheer in deze centra. Hierbij worden bewoners ingezet als gastvrouw/heer, die ondersteunend zijn bij activiteiten en bij klein onderhoud. ◦◦ Immerloo: Het tuinproject in Immerloo is in 2014 verder ondersteund in haar ontwikkeling naar zelfstandigheid. Vrijwilligers zijn ondersteund in het zelf organiseren van activiteiten en werven van nieuwe leden. Een uiting van dat succes was het winnen van de wijkprijs in mei 2014. ◦◦ Geitenkamp: In de Geitenkamp is het project ‘Coach van het alledaagse’ afgerond. Dit project komt voort uit de Droomfabriek en het activeringsteam in de Geitenkamp. In 2014 hebben alle deelnemers, na een intensieve werving en selectie, een training gevolgd bij Volare en zijn ze geschoold in het coachen van medebewoners bij het omgaan met alledaagse problemen. De coaches beschikken over een breed netwerk in de wijk en kunnen bewoners op die manier letterlijk en figuurlijk wegwijs maken in de wijk. Aanmeldingen vinden met name plaats tussen bewoners onderling. Een groot succes is het feit dat maatschappelijk werkers, sociaal raadslieden en het professionele steunteam (en in 2015 ook het wijkteam), burgers met lichte ondersteuningsvragen doorverwijzen naar deze coaches. De link tussen professionele hulpverlening en de inzet van burgers bij (informele) hulp, is hier heel concreet gelegd. ◦◦ Er zijn ook successen op individueel niveau. Ter illustratie een voorbeeld van een bewoner uit Malburgen. Deze bewoner wilde, via het maatschappelijk werk doorverwezen, naast zijn hulpverleningstraject ook ‘iets’ doen in zijn directe 50
Rijnstad Jaarverslag 2014
omgeving. Voor een deel kwam dit vanuit eigen motivatie en voor een ander deel vanuit het hulpverleningstraject. Het was voor deze persoon in kwestie goed om een netwerk in de directe omgeving op te bouwen. Met steun van de participatiewerker is deze bewoner begonnen met het organiseren van een paar kleinschalige wijkactiviteiten. Uiteindelijk is de begeleiding gestopt omdat de bewoner zelfstandig genoeg was om op eigen kracht door te gaan met deze activiteiten. Deze aanpak laat nogmaals de kracht van tijdelijke ondersteuning zien.
Ontwikkelingen 2015 en signalen 2015 Opbouwwerk krijgt grotere rol in ondersteuning tussen uitvoerende professionals en burgers en gemeente In de sterk veranderende omgeving, blijft de positie van de burger als adviseur van de gemeente van groot belang. Daarnaast krijgt de bewoner een grotere rol als coproducent van haar eigen leefomgeving. Dat zal echter moeten gebeuren in een domein waarbij de overheid zich verder terugtrekt uit die leefwereld. Daardoor is de opbouwwerker een belangrijke ondersteuner van de bewoner bij het verbeteren van de eigen leefomgeving. Daar waar in het verleden de wijkmanager dicht op de wijk en haar bewoners stond, zal de wijkregisseur zowel fysiek (er zijn bijvoorbeeld geen wijkwinkels meer), maar ook relatief gezien, verder van de bewoner komen te staan. Opbouwwerk verbindende rol Het opbouwwerk zal meer dan ooit worden gepositioneerd in een verbindende rol tussen bewoners en uitvoerende professionals enerzijds en gemeente anderzijds. In deze nieuwe positie neemt de opbouwwerker een deel van de rol van de voormalige wijkmanager over. De opbouwwerker blijft wel in staat te opereren met een grootschalig bewustzijn en een groot abstractieniveau, vanuit een neutrale positie. De opbouwwerker krijgt in die rol ook een adviserende rol naar de wijkregisseur en de wijkteams. Daarnaast zal de opbouwwerker een rol krijgen in het wijkteam leefomgeving. Participatiewerk portal voor wijkteam De participatiewerker is naast de ondersteuner bij participatie in de eigen leefomgeving, een belangrijke portal voor het wijkteam. De participatiewerker kan hulpvragers doorverwijzen en kan het wijkteam ondersteunen bij vragen gericht op participatie. Daarnaast zal het participatiewerk een rol krijgen in het organiseren van informele hulp in de wijk en het oppakken van participatievragen van bewoners. Dit gebeurt in nauw overleg met andere organisaties in de wijk en met Vrijwillige Inzet Arnhem, als het gaat om stedelijke kennis van vrijwilligersvacatures en vrijwilligerswerk.
Rijnstad Jaarverslag 2014
51
640 Stedelijk Vrouwencentrum Oase Stedelijk Vrouwencentrum Oase biedt een stedelijk activiteitenaanbod op maat voor (allochtone) vrouwen in isolement. Dit aanbod is gericht op de persoonlijke ontwikkeling en op versterking van de positie van de deelnemers in de Nederlandse samenleving. Vrouwen (vrijwilligsters en bezoeksters) worden gestimuleerd om hun competenties te ontdekken en in te zetten in het meedenken, organiseren en uitvoeren van activiteiten. Het aanbod is gericht op ontmoeting, ontplooiing en/of begeleiding en doorgeleiding van vrouwen naar onder andere vrijwilligerswerk, scholing en arbeidsparticipatie. Prestaties Deelproduct
Begroot 2014
Gerealiseerd 2014
Individuele deelnemers
wekelijks 150 tot 175 vrouwen
150 tot 175 vrouwen en 50 vrouwen incidenteel
Doorgeleiding vrouwen
30 tot 50 %
40%
2 groepen gestart Uitstroom 80%
2 groepen gestart Uitstroom van 80 %
Inzet leerwerkplaatsen De Nieuwe Hommel
5 vrouwen
6 vrouwen die als vrijwilliger ondersteunen
Vertrouwenspersonen Huiselijk geweld
8 vertrouwenspersonen behouden en voortzetting werkwijze
8 vertrouwenspersonen behouden en voortzetting werkwijze
Loopbaanproject Vrouwenpower/Amandla
Toelichting op prestaties/resultaten: • 150 tot 175 vrouwen zijn individueel bereikt en hebben regelmatig deelgenomen aan de verschillende activiteiten binnen Oase. 50 vrouwen zijn bereikt met incidentele activiteiten. • 55 van het bereikte aantal vrouwen stromen door naar andere reguliere activiteiten. Zoals het taalaanbod van het ROC Rijn IJssel en/of vrijwilligerswerk in Oase en andere organisaties (SWOA, MVT Arnhem en activeringsteams). • 6 vrijwilligers zijn ondersteunend en/of actief in het horecaonderdeel van wijkcentrum De Nieuwe Hommel. • De vertrouwenspersonen Huiselijk geweld hebben dit jaar minder mensen bereikt met het aanbod van voorlichting en presentaties. Vrijwilligers die lang functioneren, stromen uit naar andere activiteiten en/of werk. Er is een start gemaakt met het zelfsturend maken van het bestaande kader van vertrouwenspersonen. • 19 cateringopdrachten zijn uitgevoerd voor diverse organisaties. • Aan 8 taallessen hebben in totaal 112 vrouwen deelgenomen. De deelname neemt toe doordat voor veel deelnemers de eigen financiering van de inburgering moeilijk te bekostigen is. • Vooruitlopend op de participatiewet, het wijkgericht werken en werken met de wijkteams heeft Oase actief contact gezocht met diverse organisaties zoals Pro Persona, RIBW, Siza, Moviera, gemeente Arnhem en Rijnstad (maatschappelijk werk, Taalmaatjesproject, participatiemedewerkers). Er zijn circa 100 cliënten doorverwezen naar activiteiten van Oase met als doel activering, toeleiding naar vrijwilligerswerk, scholing en werk op verschillend niveau. • Er zijn 7 verschillende workshops uitgevoerd door vrouwen, die hun competenties en ondernemerschap wilden oefenen. 52
Rijnstad Jaarverslag 2014
• 3 ervaringsdeskundigen van Vitale Verbindingen zetten zich als vrijwilligers in voor de vrouwen van Oase door het aanbieden van diensten op maat zoals Skypeles, creatieve taallessen en catering. • 25 vrouwen hebben deelgenomen aan 2 taboebesprekingen over seksueel misbruik bij kinderen. • 50 vrouwen hebben deelgenomen aan de toneelvoorstelling Gaia over homosexualiteit. • 8 Mantelzorgtheesalon bijeenkomsten zijn uitgevoerd door 45 vrouwen in samenwerking met MVT Arnhem en Stichting Mantelzorg. • 14 vrouwen hebben deelgenomen aan 2 mantelzorgcursussen. • Oase neemt structureel deel aan de Kwartiertafel van het gebied Klarendal/ St. Marten.
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015. Samenwerking Vitale Verbindingen verstevigd De samenwerking met Vitale Verbindingen is verstevigd. Een aantal vrijwilligers is ook actief als vrijwilliger binnen Oase. Zij ondersteunen en ontwikkelen diverse activiteiten. Actieve deelname participantenoverleg De Nieuwe Hommel Oase neemt actief deel aan het participantenoverleg in De Nieuwe Hommel. De verschillende partijen werken verder aan het ontwikkelen van een buurtcentrum met en voor de wijk. Samenwerking wijkbewoners uitbreiden In samenwerking met een wijkbewoonster zijn drie activiteiten ontwikkeld. Een gezamenlijk bezoek aan het Wintercircus, een rondleiding in de schouwburg en een skypecursus. Voor 2015 ligt er een plan om de samenwerking met wijkbewoners verder te ontwikkelen. Toename deelname taallessen Meer vrouwen maken in 2014 gebruik van het taalaanbod. De taallessen van Oase zijn laagdrempelig en er zijn veel verwijzingen door andere organisaties. Dit geldt vooral voor vrouwen die in isolement zitten of een beperking hebben. Opvangen bezuinigingen Door de bezuinigingen die Oase opgelegd krijgt in 2015, zal de ureninzet drastisch verminderen. Hierdoor zullen de vrijwilligers veel minder begeleiding/ondersteuning krijgen. Gekeken wordt of door verzelfstandiging van bepaalde onderdelen, het opleiden van gastvrouwen en verstevigen van de samenwerking met diverse organisaties de gevolgen opgevangen kunnen worden.
Rijnstad Jaarverslag 2014
53
650 Arnhemse Uitdaging De Arnhemse Uitdaging bouwt bruggen tussen het bedrijfsleven en de samenleving met als doel het verbeteren van de leefkwaliteit van mensen in Arnhem. Door het stimuleren en organiseren van maatschappelijk betrokken ondernemen in Arnhem, het ondersteunen en versterken van maatschappelijke organisaties bij hun werk en het tot stand brengen van verbinding en samenwerking tussen bedrijven en maatschappelijke organisaties, dragen wij bij aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. De Arnhemse Uitdaging is een ondernemersnetwerk dat bestaat uit oude rotten en jonge honden die maatschappelijk betrokken ondernemen uitdragen vanuit het eigen bedrijf. Dit netwerk wordt ondersteund door twee medewerkers van Rijnstad. Het ondernemersnetwerk is georganiseerd in twee matchgroepen en een stuurgroep. Via de matchgroepen worden matches tot stand gebracht. Daarnaast heeft de Arnhemse Uitdaging een aantal banken, zoals de Spullenbank en de Klussenbank, om nog meer te kunnen matchen. De banken worden waar mogelijk gecoördineerd door jonge honden in samenwerking met het operationeel team. Ook organiseert de Arnhemse Uitdaging (mede) jaarlijks terugkerende evenementen zoals de Management Games en NL Doet. De Arnhemse Uitdaging reikt jaarlijks tijdens de Ondernemersavond van de gemeente Arnhem het ‘Arnhems Compliment’ uit (een onderscheiding voor twee bedrijven die zich in het bijzonder hebben ingezet voor de lokale samenleving). Gemiddeld zijn circa 50 vrijwilligers (vooral) uit het bedrijfsleven actief binnen de Arnhemse Uitdaging. Prestaties Deelproduct Realiseren van concrete verbindingen tussen het bedrijfsleven en de maatschappelijke organisaties
Begroot 2014
Gerealiseerd 2014
Minimaal 300 matches
Ruim 400 matches
Resultaten • In 2014 zijn ruim 400 matches gerealiseerd via de matchgroepen en de diverse banken. In de vorm van middelen, menskracht (kennis, kunde of handjes) en materialen. Een uitgebreid inhoudelijk verslag van betrokken personen, bedrijven en gerealiseerde projecten zal eind april 2015 beschikbaar zijn.
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015 Jubileum 2014 was voor de Arnhemse Uitdaging een jubileumjaar: wij vierden ons 15-jarig bestaan. Om onze successen te vieren en om het relatienetwerk te bestendigen, hebben wij op 6 november een (zeer succesvol) lustrumfeest gehad waarover ook uitgebreid in de krant is bericht. Van tafelgroepen naar matchgroepen en stuurgroep Tot eind 2013 waren er vier tafelgroepen actief: drie wijkgerichte en één bovenwijkse tafelgroep. 54
Rijnstad Jaarverslag 2014
Sinds 1 januari 2014 zijn de drie tafelgroepen gewijzigd in twee wat grotere matchgroepen die Arnhem-breed opereren. Hierdoor kunnen vragen sneller in behandeling worden genomen en zijn er meer matchmogelijkheden onstaan. De bovenwijkse groep is gewijzigd in een stuurgroep waarin vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, gemeente Arnhem en Rijnstad zitten. Van creatievenbank naar creatieve denktank In 2012 zijn wij gestart met een apart soort matchgroep op creatief gebied, de creatievenbank. Hoewel dit op zich goed loopt, is de toegevoegde waarde om creatieve aanvragen (logo’s, inrichtingsadvies e.d.) los te trekken van de matchgroepen niet groot. De creatieven zelf willen hun energie liever steken in het creatieve proces dan in het matchmaken. De creatievenbank als zodanig houdt daarom op te bestaan en wordt omgevormd naar een creatieve denktank die brainstormsessies gaat verzorgen voor maatschappelijke organisaties met een ‘brede’ communicatievraag. Eventuele concrete vervolgvragen worden aan de matchgroepen voorgelegd. Profielenbank In 2014 zijn wij begonnen met een profielenbank (gekoppeld aan de website van de Arnhemse Uitdaging). Arnhemse maatschappelijke organisaties kunnen hier hun wensen rondom (kortdurende of duurzame) samenwerking met het bedrijfsleven presenteren. Op deze wijze blijven organisaties ook beter onder onze aandacht op die momenten dat er geen acute vraagstukken zijn. Ook kunnen er meer duurzame verbindingen met het bedrijfsleven tot stand worden gebracht. Per eind 2014 zijn er van 30 organisaties profielen beschikbaar. In 2015 zal de profielenbank verder uitgebouwd worden. Meer bedrijven betrekken met onder andere maatschappelijk buddyschap Een van de speerpunten voor 2015 is het verder vergroten van het aantal bedrijven dat zich inzet via de Arnhemse Uitdaging. Wij gaan meer inzetten op de betrokkenheid van zzp’ers. Ook gaan wij ondernemers die aangesloten zijn bij de Turkse Ondernemers Vereniging in Arnhem meer betrekken bij onze activiteiten, onder meer door de deze vereniging actief te betrekken bij het Arnhems Compliment. Daarnaast gaan wij in 2015 het ‘maatschappelijk buddyschap’ introduceren: bedrijven voor een langere periode koppelen als ‘buddy’ aan een maatschappelijke organisatie waarbij het buddyschap afhankelijk van behoefte van beide partijen op maat kan worden ingevuld, maar in ieder geval (ook) in natura wordt vormgegeven. Meet & Match evenement Tot en met 2010 is jaarlijks een ‘maatschappelijke beursvloer’ georganiseerd door de Arnhemse Uitdaging samen met Vrijwillige Inzet Arnhem. Omdat het aantal matches via de beursvloer in de jaren daarvoor terugliep, onder meer door wijzigingen in de formule, is er voor gekozen om de ontmoetingsmarkt tijdelijk te stoppen. In 2015 pakken wij het weer op, met een nieuwe aanpak. In de tweede helft zal een Meet & Match evenement worden georganiseerd waar bedrijfsleven en het maatschappelijke veld elkaar fysiek kunnen ontmoeten.
Rijnstad Jaarverslag 2014
55
660 Volare Volare biedt kortlopende trainingen aan voor vrijwilligers en potentiële vrijwilligers die zich inzetten voor de Arnhemse samenleving. Dit gebeurt middels een open cursusaanbod en middels maatwerk. De trainingen zijn laagdrempelig en praktijkgericht, maar kwalitatief goed en toegespitst op het niveau en de vragen van de deelnemers. Daarnaast zijn de trainingen primair gericht op competenties die nodig zijn om het vrijwilligerswerk bij hun organisatie goed te kunnen uitvoeren. Trainingen zijn inhoudelijk gekoppeld aan doelstellingen van sociale activering en participatiebevordering. Daarbij wordt creatief en buiten de gebaande paden gekeken naar passend aanbod. Volare werkt daarbij proactief en vraaggericht aan het concretiseren van latente trainingsvragen bij vrijwilligersorganisaties. Volare heeft daarbij de rol van mede-ontwikkelaar van de training, evenals het afstemmen van vraag en aanbod in het trainingsdomein. Daarnaast vervult Volare taken als contact onderhouden met vrijwilligerscoördinatoren, PR-activiteiten, trainingsevaluaties en het coachen van vrijwilligers. Prestaties Deelproduct Maatwerktrainingen Deelnemers maatwerktrainingen Regulier aanbod Deelnemers regulier aanbod
Begroot 2014
Gerealiseerd 2014
40
31
500
490
24
26
250
448
Toelichting op prestaties: • Opvallend is de stijging van het aantal deelnemers aan reguliere trainingen. Veel trainingen worden dusdanig aangepast, dat ze kunnen worden aangeboden voor grotere groepen (meer deelnemers per training). Dit om de wachtlijsten, die in 2013 ontstonden, in te korten. Resultaten • In 2014 hebben 938 deelnemers gebruik gemaakt van het trainingsaanbod van Volare. • De deelnemers hebben na afloop van de trainingen een enquête ingevuld. De algemene waardering van de trainingen krijgt gemiddeld een cijfer 8. Een veel gemaakte opmerking is dat deelnemers nog meer verdieping zoeken in het aanbod. • Volare ontwikkelt haar reguliere aanbod op basis van vragen van vrijwilligersorganisaties. Organisaties krijgen de ruimte om aan te geven welke thema’s en vragen er leven onder hun eigen vrijwilligers. Het maatwerk wordt uiteraard helemaal toegespitst op de specifieke vraag van de organisatie. • Door middel van netwerkgesprekken en de verschillende overleggen met vrijwilligerscoördinatoren, stemt Volare haar aanbod en invulling van haar programma af met haar omgeving. Volare heeft in 2014 met tenminste 60 organisaties gesproken en afgestemd.
56
Rijnstad Jaarverslag 2014
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015 Intensieve samenwerking Vrijwillige Inzet Arnhem De fusie met Vrijwillige Inzet Arnhem heeft de samenwerking geïntensiveerd. Dit heeft er toe geleid dat organisatievragen steeds vaker en makkelijker vertaald kunnen worden naar een (maatwerk)training. Toenemende vraag De toenemende vraag naar trainingen vertaalt zich in de vorming van wachtlijsten. In 2014 is de wachtlijst opgelopen tot 62 vrijwilligers. Verbinding met Rijn IJssel In 2015 bestaat er weer de mogelijkheid om een aantal trainingen aan te laten bieden door het Rijn IJssel. Deze zijn gericht op specifieke thema’s. Volare breidt hiermee haar netwerk uit en de van oudsher warme band tussen het Rijn IJssel en Volare wordt weer versterkt. Opleidingstrajecten vrijwilligers Rijn IJssel Daarnaast komen er in 2015 ook weer mogelijkheden voor opleidingstrajecten voor vrijwilligers bij het Rijn IJssel. Hierdoor kunnen vrijwilligers zonder startkwalificatie de mogelijkheid krijgen om een studie te volgen. Meten is weten Vrijwillige Inzet Arnhem en Volare willen in 2015 vier van hun trainingen, kwalitatief en op resultaat laten meten. Die rapporten worden aangeboden aan de opdrachtgever.
Rijnstad Jaarverslag 2014
57
613 Vrijwillige Inzet Arnhem In de gemeentelijke visie moet de kracht van de Arnhemse civil society veel meer aangesproken worden. In het kader van die opdracht hebben Vrijwillige Inzet Arnhem en Rijnstad per 1 januari 2014 de handen ineen geslagen en zijn onder een organisatie verder gegaan. Het team van Vrijwillige Inzet Arnhem functioneert binnen een nieuwe afdeling van Rijnstad. Deze samenvoeging leidt tot een betere en effectievere ondersteuning van lokale overheden, de Arnhemse vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. Dit is nodig door de gevolgen van de ontwikkelingen op het gebied van de Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo) en de terugtrekkende beweging van de overheid. Daarnaast zijn de lijnen met het opbouwwerk en de wijk korter geworden. De kracht van Vrijwillige Inzet Arnhem (zij heeft een sterke positie in de systeemwereld) komt hierdoor dicht bij de kracht van het wijkwerk (vrijwillige inzet ontstaat vaak juist in de leefwereld, waar de kracht van het opbouwwerk ligt) te liggen. Prestaties Er was geen feitelijke opdracht voor Vrijwillige Inzet Arnhem aangeleverd. In het verleden schreef Vrijwillige Inzet Arnhem een werkprogramma als basis voor de subsidie van het daaropvolgende jaar. Voor de verantwoording van 2014 gaan wij uit van het werkprogramma van 2014. Innovatie Aan het eind van 2014 staat In de Weerd bekend als dé plek waar burgers en organisaties met vragen over vrijwillige inzet en participatie terecht kunnen. De fusie met Rijnstad leidt tot een afdeling die reageert met nieuwe diensten die voorzien in ondersteuning van vragen vanuit zowel de systeem- als de leefwereld. Gerealiseerd: • Het idee van een ‘transitieacademie’ is ontwikkeld en bij verschillende gelegenheden in de praktijk gebracht onder andere tijdens Zorgdag II (26 november 2014) en in het project ‘Provinciale Consultaties’. • Er is een bijdrage geleverd aan twee debatten in In de Weerd over participatie en vrijwillige inzet en er zijn twee volgende debatten (‘participatie in de sport’ en ‘participatie & werk’) voorbereid. • Er is draagvlak voor een online marktplaats voor ‘samenredzaamheid’ gecreëerd. • Het project ‘vrijwillige coaches’ is ontwikkeld in het kader van de Zomerschool van het Oranjefonds, om meer begeleidingscapaciteit te creëren voor organisaties waar vrijwilligers met beperkingen werken. De middelen om deze pilot in 2015/2016 uit te kunnen voeren, zijn ook geworven. Visie- en beleidsontwikkeling ten aanzien van vrijwillige inzet Er zijn 20 (on)gevraagde adviezen gegeven aan gemeenten, maatschappelijke instellingen en andere instanties bij de ontwikkeling van visie en beleid met betrekking tot vrijwillige inzet. Daarnaast zijn er vier presentaties verzorgd over dit thema. Gerealiseerd: • Er is inhoudelijk bijgedragen aan de bijeenkomsten van Platform Veerkrachtig Arnhem. • Op uitnodiging van de burgemeester is er zitting genomen in de Strategische begeleidingscommissie voor de Arnhem Agenda. 58
Rijnstad Jaarverslag 2014
• Er zijn adviesgesprekken gevoerd met beleidsmedewerkers bij onder andere STMG, Pleyade, Gelders Archief, Kunstbedrijf, Vilente, Kinder- en Zorgboerderij Overbetuwe, Rijnstad, Leger des Heils, GUIDO, Power of the World, Wij Yone Women, Stichting Eenzame Dood, Stichting Stap In, Gemeente Arnhem, Provincie Gelderland, SpectrumElan, UWV, Rabobank, VGZ, SIZA, Vluchtelingenwerk, Jeugdcultuurfonds en de HAN. Vacaturebank Er zijn 1.400 digitale bemiddelingen gerealiseerd. Gerealiseerd: • Er zijn in totaal 1.972 bemiddelingen gerealiseerd. Persoonlijke advies Er zijn 200 burgers bemiddeld naar een passende vrijwilligersplek. Gerealiseerd: • Er zijn in totaal 345 bemiddelingen gerealiseerd naar een passende vrijwilligersplek. Bijzonder Werkt Er zijn 25 mensen met een beperking bemiddeld naar een passende vrijwilligersplek. Er is beter zicht gekregen op de factoren die de deelname aan vrijwilligerswerk van mensen met beperking tot een succes maken. De randvoorwaarden voor deelname zijn verbeterd. Er is besluitvorming geweest over structurele financiering. Gerealiseerd: In de eerste vijf maanden van 2014 is de ambitie voor het hele jaar gerealiseerd. Vrijwillige Inzet Arnhem heeft in de werkwijze van het project drie lijnen ontwikkeld: • Wij helpen klant en werkcoach om hun eigen netwerken beter in beeld te krijgen en inspireren hen om de mogelijkheden in die netwerken zelf aan te spreken. • Wij hebben een intake met klant en werkcoach en bieden de klant op grond van dat gesprek een aantal passende vrijwilligersfuncties aan. • Om binnen organisaties meer mogelijkheden te creëren voor mensen met een beperking die vrijwilligerswerk willen doen, is het project ‘Vrijwillige coaches’ (zie 1.1) ontwikkeld. Met ingang van 2015, integreren wij de methodiek die wij de afgelopen twee jaar in een pilot ontwikkeld hebben, in onze reguliere dienstverlening. Banenbeurs Minimaal 25 organisaties hebben hun vrijwilligersfunctie gepresenteerd. Minimaal 200 Arnhemmers bezochten deze beurs. Gerealiseerd: • 45 organisaties hebben zich gepresenteerd tijdens een banenbeurs. Stedelijk makelaarschap maatschappelijke stages (MaS) Er zijn 30 groepsvoorlichtingen gegeven aan leerlingen, docenten en ouders. Verschillende stagecoördinatoren zijn gefaciliteerd. De website is gevuld en geactualiseerd. Het aantal stagemogelijkheden is uitgebreid. Gerealiseerd: • 22 klassen op verschillende scholen zijn voorgelicht. De website www.Mas-xpress.nl Rijnstad Jaarverslag 2014
59
is bijgehouden en er is een bijgedrage geleverd aan de bijeenkomst voor MaS-schoolcoördinatoren. • Er is met diverse scholen meegedacht over een nieuwe invulling van de MaS, nu de verplichting gaat vervallen. Het nieuwe college van B&W besloot om de maatschappelijke stages in Arnhem te blijven ondersteunen. Samen met de middelbare scholen heeft Vrijwillige Inzet Arnhem een plan voorgelegd aan de wethouder, waarin het accent ligt op het realiseren van stageplekken en projecten in de directe omgeving van de school. Nu Vrijwillige Inzet Arnhem onderdeel is van Rijnstad, is deze wijkgerichte benadering gemakkelijker te realiseren. NL Doet Minimaal 30 teams hebben met in totaal 350 vrijwilligers een klus uitgevoerd bij een Arnhemse maatschappelijke organisatie. Gerealiseerd: • Meer dan 50 projecten zijn gerealiseerd met in totaal zeker 650 deelnemers. Taalmaatjes Er zijn minimaal 40 taalkoppels gevormd. Gerealiseerd: • De belangstelling en het enthousiasme voor dit project blijft onverminderd groot. In totaal zijn er dit jaar meer dan 100 taalkoppels gevormd. Er is drie keer een themaavond gehouden (deskundigheidsbevordering). Ondersteuning bij werving vrijwilligers en uitvoering vrijwilligersbeleid Er zijn 100 organisaties bezocht, 100 telefonische gesprekken gevoerd, 25 standaard- en 5 maatwerkadviezen verstrekt en 20 doorverwijzingen geweest. Gerealiseerd: • Het bovengenoemde is behaald. Het afgelopen half jaar lag het accent bij werkbezoeken ter kennismaking met het wijkgebonden vrijwilligerswerk. Er is contact gelegd met alle opbouwwerkteams in de wijken en met de wijkteams. Daarnaast zijn de nodige vrijwilligersorganisaties bezocht om het project ‘Vrijwillige coaches’ te kunnen ontwikkelen. Deskundigheidsbevordering & kennisdeling Er zijn 8 eigen workshops georganiseerd met 10/30 deelnemers. Het format van een Arnhemse vrijwilligersacademie samen met Volare is uitgewerkt. Er is een werkconferentie georganiseerd voor minimaal 80 deelnemers. Gerealiseerd: • Er is een organisatorische bijdrage geleverd aan 6 Studium Generales. • Samen met de partners in In de Weerd organiseerde Vrijwillige Inzet Arnhem twee debatten over de participatiewet en over factoren die op dit moment vrijwilligerswerk stimuleren, dan wel frustreren. Aan beide debatten namen meer dan 250 mensen deel. • Vrijwillige Inzet Arnhem ondersteunt en faciliteert het initiatief ‘Train je Collega’ met ondersteuning bij 10 workshops.
60
Rijnstad Jaarverslag 2014
Versterking informele zorg Er zijn drie bijeenkomsten van het Buurtplatform georganiseerd en voorbereid. Er zijn twee netwerkbijeenkomsten rond het thema informele zorg georganiseerd en er is ondersteuningsaanbod voor burgerinitiatieven in de wijk. Gerealiseerd: • Er zijn vier bijeenkomsten georganiseerd voor het Platform Buurtprojecten. • Er is onderzoek uitgevoerd naar draagvlak voor en haalbaarheid van een online marktplaats voor ‘samenredzaamheid’ (samen met MVT, SWOA, enkele wijkprojecten, gemeenten Rheden en Arnhem). • Er is geïnvesteerd in de relatie met opbouwwerkers en wijkteams. Belangenbehartiging Er zijn vragen en verzoeken van burgers en organisaties om belangenbehartiging beantwoord. Gerealiseerd: • Een groeiend aantal werkzoekenden met WW-uitkering meldde bij Vrijwillige Inzet Arnhem dat zij van het UWV geen toestemming kregen om (regulier) vrijwilligerswerk te doen. Op grond van die signalen heeft Vrijwillige Inzet Arnhem vrijwilligersorganisaties om casussen gevraagd. Op verzoek van Vrijwillige Inzet Arnhem heeft het UWV een bijdrage geleverd aan een door ons georganiseerd debat op 2 juli. Ook heeft zij voorlichting gegeven op twee bijeenkomsten die wij organiseerden in mei en juni voor werkzoekenden. Communicatie & PR Er zijn drie nieuwsbrieven verstuurd naar 500 e-mailadressen en Nieuwsflitsen bij actualiteiten. Wekelijks is er informatie over vrijwilligerswerk te vinden op Facebook en via Twitter. Gerealiseerd: • Er zijn drie digitale nieuwsbrieven uitgegeven. • Er is een aantal nieuwsflitsen verspreid over de knelpunten bij het UWV rond de toestemming aan werkzoekenden om vrijwilligerswerk te mogen doen. • Vrijwillige Inzet Arnhem is actief op Facebook (180 volgers) en Twitter (504 volgers). Waardering van vrijwillige inzet Vrijwillige Inzet Arnhem heeft het bestuur van de Stadsprijs geadviseerd bij het bepalen van een jaarthema. De wervingscampagne en prijsuitreiking zijn georganiseerd. De prijstoekenning is inhoudelijk onderbouwd en de communicatie is geregeld. Gerealiseerd: • Burgemeester Kaiser reikte de prijzen op 28 november 2014 uit. Het thema was: ‘Oog voor Talent’. Binnen elk van de drie categorieën (individuele prijs, groepsprijs, Jeugdlintje) waren drie nominaties vastgesteld. Het prijzengeld werd beschikbaar gesteld door Zorgcoöperatie VGZ. De uitreiking in de Burgerzaal werd door meer dan 150 mensen bijgewoond. Daarnaast heeft Vrijwillige Inzet Arnhem ondersteuning geboden aan de organisatie van de Wijkprijs.
Rijnstad Jaarverslag 2014
61
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015 Verbindende rol nog belangrijker De grote uitdaging van 2015 is de ondersteuning bieden aan (potentiële) vrijwilligers, vrijwilligersorganisaties en gemeentelijke instanties in een omgeving waarin de overheid zich verder terugtrekt en meer verantwoordelijkheid legt bij de bewoners. Vrijwillige Inzet Arnhem zal haar rol als verbinder en makelaar tussen de systeem- en leefwereld verder kunnen en moeten inzetten. De digitale ondersteuning (marktplaats voor informele zorg, online vrijwilligersvacaturebank) kan daar een belangrijke rol in hebben. Focus op de wijk uitbreiden Verder zal de focus op de wijk (8 gebieden) betekenen dat Vrijwillige Inzet Arnhem zich zowel op gebiedsniveau als op stedelijk niveau moet profileren. Vrijwillige Inzet Arnhem blijft als stedelijke ondersteuner werken, maar per gebied wordt een aandachtsfunctionaris benoemd die voor de wijk (opbouwwerk en participatiewerk, wijkregisseur, wijkteam) het eerste aanspreekpunt is voor informatie, ondersteuning of doorverwijzing. Op die manier maakt Vrijwillige Inzet Arnhem een koppeling met de wijk, zonder haar stedelijke oriëntatie kwijt te raken.
62
Rijnstad Jaarverslag 2014
III. Jeugdprogramma’s 541 Kinderwerk Het kinderwerk ondersteunt en begeleidt kinderen in hun ontwikkeling, zodat zij later beter toegerust zijn om te kunnen deelnemen aan de maatschappij. In het handelen van de kinderwerker staan het leren van wederzijds respect en het leren nemen van verantwoordelijkheid centraal. Het kinderwerk werkt aan het bevorderen van sociale vaardigheden, het vergroten van eigenwaarde, het opbouwen van zelfvertrouwen en het ontwikkelen van creativiteit. Vier elementen vormen daarbij de basis van het kinderwerk: • het overbrengen van waarden en normen; • het bieden van emotionele veiligheid; • het ontwikkelen van persoonlijke competenties (veerkracht, zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit); • het ontwikkelen van sociale competenties, (kennis en vaardigheden op het gebied van samen spelen, anderen helpen, omgaan met conflictsituaties en rekening houden met elkaar). Het kinderwerk van Rijnstad werkt vanuit negen locaties in de Arnhem. En werkt daarbij, samen met kinderen, ouders en betrokken partners, aan sociale ontwikkeling en vrijetijdsbesteding. Dit doet zij in de leefomgeving van kinderen van vier tot twaalf jaar met specifieke aandacht voor kwetsbare kinderen. Vanuit de locatie in Arnhem Midden en -Nieuw Zuid geeft het kinderwerk ook (tweedelijns)ondersteuning aan vrijwilligers en organisaties die met kinderen werken. Naast het werken op of vanuit locaties, besteedt het kinderwerk extra aandacht aan de ontwikkeling van kinderen in het buitenspelen. In Presikhaaf 1 en op de Malburcht via een spelcontainer en in Presikhaaf 2/3, in de Geitenkamp en in Malburgen West via een bakfiets. Samenwerking Belangrijke partners voor het kinderwerk zijn het basisonderwijs, Jeugdland, Kunstbedrijf en Sportbedrijf. Daarnaast werkt het kinderwerk samen met partners op wijkniveau, bijvoorbeeld de Leuke Linde in Klarendal, Leerbedrijf Diagonaal in Presikhaaf en het Diaconaal centrum in St. Marten.
Rijnstad Jaarverslag 2014
63
Prestaties Deelproduct
Begroot 2014
Gerealiseerd 2014
Personele inzet
Inzet 7,17 fte waarvan 5,17 op hbo-niveau en 2,0 op mbo-niveau (spelcontainers / buitenspelen)
Inzet 7,17 fte waarvan 5,17 op hbo-niveau en 2,0 op mbo-niveau (spelcontainers / buitenspelen)
Bijeenkomsten
2.650, waarvan 1.250 specifiek gericht op het voorkomen van overgewicht, sport en spel, cultuur en actuele thema’s
2.730, waarvan 1.108 specifiek gericht op het voorkomen van overgewicht, sport en spel, cultuur en actuele thema’s
60.000
62.163
Te bereiken unieke deelnemers
3.350 waarvan 1.150 regelmatig en 2.200 incidenteel
3.645 waarvan 1.120 regelmatig en 2.525 incidenteel
Aantal vrijwilligers
100
94
Participatietrajecten bij (her) inrichten van speelplekken
3
4
Open dagdeel voor ouders en kinderen
7
17
12
15
Bezoeken
Kinderwerkgroepen
Toelichting op prestaties: • Het is een tendens dat kinderen steeds meer tijd zittend besteden, dat meer kinderen overgewicht hebben en dat ze minder bewegen. Met internet op hun computer of mobiele telefoon halen kinderen de hele wereld in huis. Om in contact te blijven met hun sociaal netwerk, hoeven ze de deur niet meer uit. Daarom is (en blijft) aandacht voor sport, spel en bewegen een belangrijk onderdeel van het kinderwerk. Het kinderwerk leidt toe naar sport en spelactiviteiten. Daarnaast zet Rijnstad medewerkers buitenspelen in. Leuke voorbeelden van activiteiten zijn de succesvolle Nationale Buitenspeeldagen en de Run 4 Fun-loop. Sportbedrijf Arnhem en de wijkclubs in verschillende wijken zijn belangrijke samenwerkingspartners als het gaat om sport en bewegen. • In 2014 heeft het kinderwerk (wederom) veel aandacht besteed aan gezonde voeding en het ontwikkelen van een gezonde leefstijl. In Malburgen heeft de samenwerking met de programmagroep Obesitas (gestart in 2013) een vervolg en intensivering gekregen na de officiële start van het project GO, Gezond Onderweg. Het kinderwerk heeft binnen het project een signalerende rol en is vindplaats. Daarnaast worden er kinderen vanuit het project verwezen naar kinderwerkactiviteiten. In Klarendal is de succesvolle activiteit ‘Kids in Balans’ in samenwerking met de wijkclub Klarendal/ St. Marten voortgezet en in het Arnhemse Broek is gestart met het project ‘Kids in de Keuken’ voor zeven- tot negenjarigen. • Kinderen ondersteunen in het opgroeien tot volwaardige burgers vormt een belangrijke taak van het kinderwerk. Op allerlei (speelse) manieren komen kinderen onder begeleiding met elkaar in contact en in gesprek over actuele maatschappelijke thema’s die voor hen van belang zijn. In dit kader heeft een veelvoud aan activiteiten en projecten het afgelopen jaar plaatsgevonden. Belangrijke thema’s waren pesten, discriminatie, zelfredzaamheid/weerbaarheid omgaan met sociale media, omgaan 64
Rijnstad Jaarverslag 2014
•
•
•
•
•
•
met conflicten en omgaan met je omgeving. In Presikhaaf heeft het kinderwerk een cyclus van zes bijeenkomsten rond het thema discriminatie georganiseerd. Daarnaast zijn er themaweken rond levensbeschouwing gehouden. In Arnhem Midden en -Nieuw Zuid hebben kinderen in het project ‘Over de streep’ (afgeleid van het gelijknamige programma) allerlei (gevoelige) onderwerpen met elkaar besproken. Binnen Malburgen heeft het kinderwerk ingezet op het thema conflicthantering in het kader van het respectvol omgaan met elkaar en met je omgeving. Het aantal bezoeken van kinderen aan activiteiten van het kinderwerk is in 2014 hoger geweest dan vooraf begroot. Dit komt vooral doordat meer kinderen in Presikhaaf, het Arnhemse Broek en Malburgen aan de festiviteiten hebben deelgenomen. In Presikhaaf en het Arnhemse Broek hebben daarnaast meer kinderen meegedaan aan vakantieactiviteiten. Verder heeft de kinderhuiskamer in Presikhaaf meer deelnemers getrokken in 2014. Vrijwilligers vormen een belangrijke schakel in het werk van het kinderwerk. Zonder hun inzet en betrokkenheid zouden veel activiteiten niet uitgevoerd kunnen worden. Begeleiding en ondersteuning van deze vrijwilligers zijn belangrijke taken van de kinderwerkers. Het aantal vaste vrijwilligers binnen het kinderwerk is ten opzichte van 2013 nagenoeg gelijk gebleven. Nog steeds geldt de trend die ook vorig jaar al zichtbaar was: het is makkelijker om vrijwilligers te vinden voor kortdurende activiteiten en projecten dan voor langdurige inzet. In 2014 heeft het kinderwerk vier participatietrajecten voor het (her) inrichten van speelplekken begeleid. In Malburgen West heeft het kinderwerk een bijdrage geleverd aan het ‘Speelbuurt-project’ van Jantje Beton. In Malburgen West zijn kinderen actief betrokken bij de aanleg van de Groene rivier rond MFC de Spil. In Geitenkamp zijn kinderen actief betrokken geweest bij buitenspeelplekken en in Immerloo heeft in samenwerking met het opbouwwerk een project plaatsgevonden gericht op het Immerloopark. Kinderen actief betrekken, een rol geven en de mogelijkheid geven om hun eigen talenten te ontdekken en in te zetten, is (in toenemende mate) belangrijk in het kinderwerk. Oefenen in verantwoordelijkheid nemen en het ontwikkelen van burgerschap. Dit zie je terug in de kinderwerkgroepen. In Presikhaaf, Klarendal/ St. Marten, Geitenkamp en Malburgen zijn kinderwijkteams actief met hun leefomgeving bezig geweest. In Arnhem Midden en -Nieuw Zuid, Presikhaaf en Geitenkamp hebben kinderen hun talenten in kinderkranten en kinderredacties kunnen tonen. Kinderparticipatie is tot stand gekomen via kinderraden in Malburgen West, Presikhaaf en Klarendal. Een mooi voorbeeld is de kinderraad in Malburgen West. Zij hebben een zelfgekozen speerpunt, Zwerfafval op schoolplein en in de wijk, omgezet in een actie. Na het opruimen van ruim 30 kilo zwerfvuil uit het park en de schoolomgeving, gingen de deelnemende kinderen aan de slag met het maken van posters en stripverhalen over (het belang van opruimen van) afval. De posters zijn opgehangen bij diverse winkels in de wijk. Actieve participatie van ouders is niet vanzelfsprekend. Dit vraagt doorlopend aandacht en inzet van de kinderwerker. De betrokkenheid van ouders verschilt per wijk. Het kinderwerk probeert het contact met ouders onder andere tot stand te brengen door het organiseren van presentaties van projecten en activiteiten van en door kinderen voor hun ouders, door het organiseren van open dagen, ouder kindactiviteiten zoals ‘Kids in Balans’ in Klarendal, ‘Ko&Co’ in het Arnhemse Broek en ouderactiviteiten in Malburgen en Arnhem Midden en -Nieuw Zuid, door individuele contacten met ouders en door ouders te vragen als vrijwilliger bij activiteiten. Het kinderwerk kent ook een aantal reguliere activiteiten zoals open instuiven, inlopen (als veilige ontmoetingsplek van kinderen), vakantieactiviteiten en vakantiekampen
Rijnstad Jaarverslag 2014
65
(voor kinderen met weinig of geen mogelijkheden daartoe). Deze activiteiten hebben in 2014 in de verschillende wijken plaatsgevonden. Resultaten • Minimaal 15 kinderen en hun ouders hebben advies kunnen geven/mee kunnen denken over het (her)inrichten van speelplekken in de (Buiten Gewoon Beter) BGB-wijken. Met de vier (hiervoor beschreven) participatietrajecten zijn direct 30 kinderen en 12 ouders bereikt. • 25% van de kinderen in een wijk wordt bereikt met activiteiten gericht op sport en spel, het voorkomen van overgewicht, cultuur en andere actuele thema’s. De helft van de bereikte kinderen doet minimaal één keer per maand mee aan een activiteit. Er is specifieke aandacht voor verschillende vormen van spelen en bewegen (zoals buitenspelen) en acceptatie van en respect voor elkaar. ◦◦ In de wijken waar Rijnstad kinderwerk aanbiedt (het Arnhemse Broek, Presikhaaf West, Presikaaf Oost, St. Marten, Klarendal, Geitenkamp, Malburgen West, Malburgen Oost (Noord), Malburgen Oost (Zuid) en Arnhem Midden en -Nieuw Zuid), wonen 5.164 kinderen in de leeftijd 4-11 jaar (bron GBA, gemeente Arnhem). Het kinderwerk heeft in 2014 in totaal 3.645 (70,85%) unieke kinderen bereikt. Hiervan zijn 1.120 (21,7%) unieke kinderen regelmatig bereikt met activiteiten. 2.525 (48,89%) kinderen zijn incidenteel bereikt. ◦◦ Van de 1.120 bereikte unieke kinderen die regelmatig zijn bereikt, zijn 685 kinderen van allochtone afkomst (61,16%). Deelname van het aantal allochtone kinderen in 2014 is procentueel op hetzelfde niveau gebleven als in 2013. ◦◦ In totaal is het bereik van het aantal uniek bereikte kinderen (3.645) gestegen ten opzichte van 2013. Dit komt vooral door een toename van het aantal kinderen dat incidenteel is bereikt. • In 2014 zijn door het kinderwerk 45 kinderen ‘warm’ overgedragen naar een vorm van hulpverlening.
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015 Werkwijze meer outreachend De omgeving waarin kinderwerk plaatsvindt verandert en kinderen nemen ook een andere plaats in. Naast het accommodatiegerichte kinderwerk werkt het kinderwerk steeds meer outreachend. De kinderwerker zoekt de kinderen op in hun directe leefomgeving. Op die manier maakt de kinderwerker een verbinding met de kinderen en hun omgeving. In het buitenspelen gebeurt dit in een aantal wijken door het gebruik van de bakfiets. Een ander voorbeeld van deze veranderende werkwijze is een project van het kinderwerk in Presikhaaf Oost samen met RIBW. Hier hebben kinderen een leuke attentie gemaakt die werd meegegeven aan mensen die een voedselpakket ontvangen van een vrijwilliger uit de wijk. De workshops die hiervoor zijn georganiseerd door het kinderwerk, waren ook opengesteld voor andere wijkbewoners en cliënten van het RIBW. Hier ontstond een erg leuke wisselwerking. Komend jaar gaan een paar cliënten van het RIBW ook meehelpen in de organisatie. Projectmatig werken In toenemende mate wordt ook projectmatig gewerkt. Een mooi voorbeeld hiervan is het project Amazing Magazines. Een project in samenwerking met het Kunstbedrijf, 66
Rijnstad Jaarverslag 2014
waarbij kinderen zelf een tijdschrift hebben gemaakt. Het tijdschrift is ook nog tentoongesteld op een festival. Een ander goed voorbeeld is het project ‘Eco ritmische band’. Workshops waarbij kinderen onder begeleiding van een theatermaker muziekinstrumenten maken van straatafval. Met de muziekinstrumenten vormden de kinderen een band, waarmee als afsluiting van het project een optreden werd gegeven tijdens de nationale buitenspeeldag. Tijdens het project was er aandacht voor ritme, samenspel en creatieve manieren van muziek maken, maar ook voor milieuvervuiling. Veranderingen in accommodaties In 2014 hebben zowel in Klarendal als St. Marten veranderingen plaatsgevonden op het terrein van accommodaties. Wijkcentrum Klarendal is eind 2013 gesloten. In 2014 is MFC Klarendal operationeel geworden. Hierin heeft het kinderwerk een plek. Het heeft even geduurd voordat kinderen en ouders de loop naar de nieuwe accommodatie hadden gevonden. Inmiddels heeft het MFC zich ontwikkeld als nieuwe speelplek in de wijk. De doelgroep kinderen krijgen hiermee nieuwe kansen om zich in een rijke leeromgeving te ontwikkelen. Intensivering van de samenwerking met het basisonderwijs en overige partners in het MFC dragen daaraan positief bij. Medio 2014 is de Nieuwe Hommel in St. Marten geopend met een nieuw concept. Het kinderwerk werkt vanuit de Nieuwe Hommel. Na wat aanloopproblemen, heeft het kinderwerk inmiddels haar plek gevonden in het nieuwe gebouw. Ook deze locatie biedt mooie nieuwe kansen op het gebied van samenwerking en heeft hier onder andere al geleid tot nauwere samenwerking met de buitenschoolse opvang (BSO de Sterren) in de Nieuwe Hommel. In het kader van de ontwikkeling van jeugdplein de Hobbit in Malburgen, is de samenwerking met het Sportbedrijf (nog steeds) het belangrijkste. Wijkteams In 2014 is in de wijken Klarendal en St. Marten een pilot wijkteam jeugd gestart. De ervaringen van de kinderwerkers met het wijkteam jeugd zijn positief. Het heeft er voor gezorgd dat de lijnen tussen kinderwerk en hulpverlening nog korter zijn geworden. Het blijkt dat het kinderwerk een belangrijke vindplaats is voor hulpverlening en dat veel kinderen die met hulpverlening te maken hebben ook bekend en in beeld zijn bij het kinderwerk en deelnemen aan kinderwerkactiviteiten. In 2015 wil het kinderwerk ook in andere wijken de relatie met de wijkteams leggen en versterken om daarmee haar rol als vindplaats en toeleider goed in beeld te brengen en te houden. Maar ook om zichtbaar te zijn als plek waar kinderen preventief ondersteund en opgevangen kunnen worden. Taal Nog steeds blijkt taal(achterstand) voor kinderen een belemmering in hun ontwikkeling. In afstemming met het onderwijs levert het kinderwerk in naschoolse activiteiten spelenderwijs een bijdrage aan de taalontwikkeling van kinderen. Voorbeelden van activiteiten die in 2014 hieraan hebben bijgedragen zijn, het project Kinderwerk Leeskids in samenwerking met de bibliobus in Klarendal, een traject rond woordenschat in samenwerking met basisschool Kunstrijk in Klarendal, een project op de Malburcht gericht op het vergroten van de woordenschat en de extra aandacht voor taal binnen de VSD-activiteiten in Presikhaaf. Integrale Kindcentra In het werkgebied van het kinderwerk zijn in 2014 twee pilots rond de ontwikkeling van Integrale Kindcentra gestart: op MFC Presikhaven en op MFC Klarendal. Deze pilots zijn een opmaat naar een toekomst waarin integraal een totaalpakket van educatie, Rijnstad Jaarverslag 2014
67
opvang en ontwikkeling, aan kinderen van nul tot dertien jaar aangeboden gaat worden. Vooralsnog wordt in beide pilots onderzocht welke kansen deze integrale aanpak biedt en wat ontwikkeld moet worden om op termijn tot een sluitende integrale aanpak op maat te komen. In Presikhaaf maakt het kinderwerk op verzoek van de overige partners deel uit van de IKC ontwikkelgroep. Reden voor deze deelname is de belangrijke rol die het kinderwerk op MFC Presikhaven vervult in de verlengde schooldag en naschoolse activiteiten in afstemming met de basisscholen. Partners willen in de ontwikkeling van IKC Presikhaven onderzoeken op welke wijze de rol van het kinderwerk ondergebracht zou kunnen worden in het IKC. Digitalisering van de samenleving Voor opgroeiende kinderen vormt de digitale wereld een vanzelfsprekend onderdeel van hun leefwereld. Deze digitalisering van de samenleving heeft gevolgen voor de wijze waarop kinderen met elkaar en met hun omgeving omgaan. Communicatie verandert van directe communicatie naar communicatie via sociale media. Dit geeft kinderen toegang tot een veel grotere wereld, maar het brengt ook gevaren of gedrag met zich mee dat kinderen vaak nog onvoldoende kunnen inschatten. Denk aan cyberpesten, onheuse bejegening via facebook, webcam enzovoort. Het kinderwerk signaleert een verarming in de directe communicatie. Dit heeft gevolgen voor de wijze waarop kinderen met elkaar omgaan. Tegelijkertijd is de digitalisering van de samenleving niet tegen te houden. Dit betekent dat het kinderwerk binnen haar werkterrein zoveel mogelijk probeert kinderen te leren omgaan met de gevolgen van deze digitalisering. Zij ondersteunt kinderen in het kennen en herkennen van de gevaren en ze stimuleert kinderen om sociale media op een positieve manier te gebruiken. Doorlopende signalen In de jaarverslagen van 2012 en 2013 is onder andere aangeven dat het kinderwerk regelmatig geconfronteerd wordt met financiële problemen bij gezinnen, waardoor de deelname van kinderen aan activiteiten wordt bemoeilijkt. Ook in 2014 is dit het geval. Sommige van deze kinderen dreigen hierdoor in een sociaal isolement raken. Het kinderwerk wil deze kinderen toch proberen te bereiken en houdt daarom de drempel voor deelname zo laag mogelijk. Indien mogelijk worden afspraken op maat gemaakt met ouders en worden vormen bedacht waardoor deelname zo goedkoop mogelijk wordt. Naast financiële problematiek blijft gedrag van kinderen nog steeds om heel veel aandacht vragen. In een maatschappij die neigt te verharden en waarin tegenstellingen regelmatig de kop opsteken, is het voor kinderen die opgroeien niet altijd makkelijk om hun weg te vinden. Dit leidt in de praktijk regelmatig tot ongewenst en ongepast gedrag. Kinderwerk probeert waar mogelijk in afstemming en in samenwerking met het basisonderwijs binnen haar programma’s veel aandacht te besteden aan gedrag van kinderen. Stadsbreed is onder andere de werkwijze ‘Veilige wijk, Vreedzame school’ een manier waarop dit gestalte krijgt. Dit zal ook de komende jaren een punt van aandacht blijven.
68
Rijnstad Jaarverslag 2014
545 Tiener- en Jongerenwerk / 555 Stedelijk Jongerenwerk Het tiener- en jongerenwerk van Rijnstad richt zich vooral op 10-20 jarigen. Het jongerenwerk bereikt de jongeren op straat (ambulant), op verschillende plekken in de buurt (outreachend) en in en vanuit jongerencentra. Ook verzorgt het jongerenwerk een aanbod voor bijzondere (bovenwijkse) doelgroepen (onder andere tienermoeders en jonge vluchtelingen). Voor de tieners is er vaak een aanbod in en vanuit de verschillende wijkcentra en MFC’s. Het jongerenwerk investeert op (ped)agogische wijze in jongeren zodat zij op kunnen groeien tot mondige en zelfstandige burgers. Het jongerenwerk heeft daarbij extra aandacht voor de meest kwetsbare jongeren en zet zich ten aanzien van die doelgroep vooral in op preventie van problemen en overlast. De jongerenwerker fungeert in zijn hoedanigheid als jongerenpedagoog vaak als coach en begeleider. Door vroegtijdig signaleren en (indien nodig) tijdig doorverwijzen naar hulpverlening, worden grotere problemen voorkomen. Een deel van het jongerenwerk bestaat uit het stimuleren van talenten op het gebied van muziek, zang, dans en sport. Jongerenparticipatie is in het jongerenwerk een belangrijk uitgangspunt in de manier van werken. De vraag van jongeren en de inzet van jongeren zélf staan centraal. Het Jongeren Informatie Punt (JIP) in jongerencentrum de Madser fungeert als vraagbaak voor jongeren en faciliteert jongerenwerkers in de wijken door overdracht van kennis en kunde, ten behoeve van het geven van informatie en advies op actuele thema’s. Prestaties Deelproduct
Begroot 2014
Gerealiseerd 2014
20,3 fte
20,3 fte
Aantal activiteiten tieners en jongeren specifiek gericht op voeding/bewegen, houding en gedrag
1.370
1.673
Aantal unieke tieners en jongeren op reguliere basis
1.275
1.241
Aantal unieke tieners en jongeren op incidentele basis
1.800
2.010
205 (inclusief Willemeen)
250 (inclusief Willemeen) En aantal maatschappelijk stagiaires: 96
18
36
Inzet fte
Aantal vrijwilligers
Aantal werkgroepen die meebeslissen over activiteiten
Rijnstad Jaarverslag 2014
69
Aantal participatietrajecten gericht op herinrichten van speel- en ontmoetingsplekken waarbij tieners en jongeren actief betrokken zijn
4
9
Aantal tieners en jongeren die ‘warm’ overgedragen zijn naar instellingen
80
70
Aantal tieners en jongeren dat gebruik gemaakt heeft van het JIP
150
297
360, waarvan 225 regelmatig
521, waarvan 220 regelmatig
6
10
Gerealiseerd 2013: 204
273 (inclusief Willemeen)
Gerealiseerd 2013: 1.964 bijeenkomsten (groepscontacten)
1.829 bijeenkomsten (groepscontacten)
Gerealiseerd 2013: 420 unieke jongeren regelmatig bereikt in 47 gevolgde groepen
432 unieke jongeren regelmatig bereikt in 41 gevolgde groepen
Gerealiseerd 2013: 61.909
85.620, waaraan 20.275 bezoekers Willemeen
Aantal jongeren uit specifieke doelgroepen die bereikt worden Projecten talentontwikkeling Coachingtrajecten Bijeenkomsten ambulant Jongerenwerk
Te bereiken uniek jongeren ambulant jongerenwerk
Bezoeken accommodatiegebonden
Toelichting op prestaties: • Het totaal aantal bereikte unieke jongeren (incidenteel en regelmatig) in en vanuit de accommodaties is (exclusief Willemeen) hoger uitgekomen dan begroot (3.251 in plaats van 3.075). • Het aantal vrijwilligers is met 250 in 2014 hoger dan de 205 die in de begroting waren opgenomen. Dit komt onder andere door sluiting van jongerencentra en het opheffen van beheer op de jongerencentra. Hierdoor worden jongeren in toenemende mate gestimuleerd om zelf actief te worden. In 2014 liepen daarnaast 96 jongeren een maatschappelijke stage (2013: 109). In alle gevallen betrof dat doelgroepjongeren. • Projecten op het gebied van talentontwikkeling zijn toegenomen. Successen als Mixtape ‘Living Colours’ en ‘Freaks’ zijn gebleven. Door de komst van talentenburo Propz in Klarendal en meer aandacht voor talentontwikkeling in het algemeen, is het totale volume toegenomen. • Het ambulant jongerenwerk heeft in het afgelopen jaar 1.829 keer, actief inhoudelijk contact gelegd met groepen jongeren op straat. Dit is minder dan in 2013. Het verschil wordt veroorzaakt doordat het ambulant jongerenwerk meer heeft ingezet op iets langduriger individuele coaching en begeleiding. Het totaal aantal contactmomenten met individuele jongeren bedroeg 10.655 (gemiddelde groepsgrootte was zes personen). De ambulante werkers hebben in 2014 een regelmatig (inhoudelijk) contact gehad met 432 unieke jongeren, ongeveer gelijk aan 2013 (420). • Het totaal aantal bezoeken (deelnemingen) aan jongerenactiviteiten (exclusief Willemeen) is met 65.345 in 2014 hoger geweest dan gerealiseerd in 2013. Deze stijging is onder andere ontstaan door de sluiting van drie jongerencentra in Arnhem Zuid (per 1 juli 2014), met als gevolg een uitbreiding van het bereik door outreachend werken. Door deze andere manier van werken, zijn meer jongeren bereikt in de openbare ruimte dan voorheen in de accommodaties. 70
Rijnstad Jaarverslag 2014
• In Willemeen is het aantal bezoeken juist lager uitgevallen. Oorzaak hiervan was de grootschalige renovatie van het pand van Willemeen. Deze renovatie heeft een flinke weerslag gehad op de exploitatie in de eerste 8 maanden van 2014. Hierdoor zijn er 30% minder activiteiten in Willemeen gerealiseerd en minder bezoekers bereikt dan 2013. • Het percentage allochtonen onder de regelmatig bereikte jongeren wisselt sterk per wijk en per jongerencentrum. In Immerloo en Malburgen 90%, Schuytgraaf 70%, Rijkerswoerd 15%, Elderveld 55%, De Laar Bus 25%, Arnhem Midden en -Nieuw Zuid ambulant 15%, Zuid Madser 75%, Presikhaaf 70%, Broek 40%, Klarendal 75%, Geitenkamp 15%. Resultaten • Minimaal tien tieners, jongeren en hun ouders hebben mee kunnen denken en advies kunnen geven over het herinrichten van speel- en ontmoetingsplekken in hun wijk. In 2014 zijn in totaal 52 jongeren in negen verschillende groepen actief geweest bij het inrichten van de buitenruimte. ◦◦ In Klarendal zijn jongeren betrokken geweest bij de totstandkoming van een voetbalplek om jongerenoverlast te voorkomen. ◦◦ In het Arnhemse Broek hebben jongeren samen met het jongerenwerk de mogelijkheden onderzocht voor een crossbaan in en nabij de wijk. ◦◦ In Elderveld hebben jongeren in samenwerking met het ambulant jongerenwerk onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor de realisatie van een JOP. • Minimaal 25% van de tieners en jongeren in een wijk, wordt bereikt met activiteiten onder andere gericht op het voorkomen van overgewicht, het stimuleren van beweging, aandacht voor seksualiteit en andere thema’s. De helft van de bereikte tieners en jongeren bezoekt één keer per maand de accommodatie: ◦◦ Het totale bereik van de verschillende centra varieert van 5% (Rijkerswoerd) tot 70% (Presikhaaf). Hierbij zijn de regelmatige en incidentele bezoekers opgeteld. ◦◦ Als het gaat om regelmatige terugkerende bezoekers scoren de wijken in Arnhem Midden en -Nieuw Zuid percentueel laag (tussen 4% en 12%). Hierbij moet in acht worden genomen dat het in deze wijken gaat om grote populaties jongeren. ◦◦ De centra in de oude wijken hebben een bereik van regelmatige bezoekers tussen 13% (Klarendal) en 38% (Geitenkamp). ◦◦ Van de in totaal 2.996 unieke jongeren die zijn bereikt, bezochten 1.191 jongeren de centra regelmatig (40%). ◦◦ Ook in 2014 ligt de focus nog steeds op bewegen, sport en spel, outdooractiviteiten, verdedigingssporten en dans. Daarnaast is er aandacht geweest voor thema’s die betrekking hadden op houding en gedrag van jongeren. Ook zijn in de diverse centra actuele thema’s besproken als schulden, overgewicht, omgaan met social media, radicalisering, seksualiteit, vuurwerkvoorlichting, beroepskeuze en gameverslaving. • Minimaal 25% van de bezoekende tieners en 40% van de bezoekende jongeren denkt en beslist mee over te organiseren activiteiten: ◦◦ Er zijn 36 jongerengroepen met in totaal 210 jongeren (134 in 2013), die hebben meegedacht en meebeslist. Een aantal groepen heeft zich vooral gericht op het zelfstandig en onder begeleiding van het jongerenwerk leren bedenken en uitvoeren van activiteiten. De toename van het aantal jongerenwerkgroepen en de daarbij betrokken jongeren, wordt met name verklaard door het vergroten van de eigen verantwoordelijkheid van jongeren die gebruik maken van de activiteiten. De sluiting van jongerencentra in Arnhem Zuid en het opheffen van het jongerenbeheer heeft daartoe ook bijgedragen. Specifieke voorbeelden van Rijnstad Jaarverslag 2014
71
•
•
•
•
72
jongerenwerkgroepen zijn: We4you in Presikhaaf, Be-connected in Malburgen, Color Creations en College Kidz in De Madser en buro Propz in Klarendal. Naast participatie in specifieke werk- of projectgroepen worden jongeren(groepen) betrokken bij voorbereiding en uitvoering van activiteiten. Het aantal tieners en jongeren dat ‘warm’ is overgedragen naar hulpverlening: ◦◦ In 2014 heeft er 70 keer een warme overdracht plaatsgevonden naar hulpverlening. Dit is lager dan hetgeen is begroot voor 2014. Dit wordt verklaard door het feit dat het jongerenwerk meer inzet heeft gepleegd op coaching en begeleiding, waardoor jongeren minder snel doorverwezen hoeven te worden naar vormen van hulpverlening. Warme overdracht vond vooral plaats naar Pactum, IrisZorg en het algemeen maatschappelijk werk van Rijnstad. ◦◦ Het aantal jongeren dat is doorverwezen naar de domeinen sport, opleiding, scholing, werk, vrije tijd en hulpverlening bedraagt in totaal 357. Naast hulpverleninginstanties ging het hier vooral om doorverwijzingen richting het voortgezet onderwijs, sportverenigingen, Sportbedrijf, uitzendbureaus en 2GetThere. Het aantal tieners/jongeren dat gebruik heeft gemaakt van het JIP: ◦◦ Door het Jongeren Informatie Punt zijn 297 jongeren bereikt. In de meeste gevallen betrof het contact het geven van kortdurende informatie en advies. Met 25 van hen is een langer traject doorlopen, veelal resulterend in een verwijzing naar gespecialiseerde dienst- of hulpverlening. Het bereik van aantal jongeren, gespecificeerd naar een aantal bijzondere doelgroepen: ◦◦ Het totaal aantal bereikte jongeren (exclusief Willemeen) bedroeg 2.996. Hiervan werden er 1.191 regelmatig bereikt. Het bereik onder specifieke doelgroepen in 2014 bedraagt 521. Het gaat daarbij om jonge tienermoeders, jonge asielzoekers en meiden en jongeren met een beperking. Binnen de specifieke doelgroepen is vooral sprake van een toename van het aantal jonge asielzoekers dat incidenteel deelneemt aan activiteiten. Bereik ambulant jongerenwerk in 2014: ◦◦ Door het ambulant jongerenwerk zijn 432 (420 in 2013) unieke jongeren regelmatig bereikt in 41 (47 in 2013) gevolgde groepen. Dit betreft jongeren die in min of meer vast samengestelde groepen opereren. Het aantal incidentele contacten met jongeren ligt (uiteraard) hoger.
Rijnstad Jaarverslag 2014
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015 Sluiting jongerencentra en outreachend werken In de door het college van Burgemeester en Wethouders vastgestelde notitie tieneren jongerenwerk is richting gegeven aan de inhoud van het jongerenwerk. Onderdeel van de vastgestelde notitie was de sluiting van drie jongerencentra in Arnhem Zuid, te weten De Base in Rijkerswoerd, De Joy in Elderveld en De Remixx in Immerloo. Dit heeft een grote impact gehad op de uitvoering van het jongerenwerk in deze gebieden. Als gevolg van de sluiting van de jongerencentra is de nadruk vanuit het jongerenwerk nog meer komen te liggen op het outreachend werken: op die plekken werken met jongeren waar zij zich laten zien. Waar nodig, is gebruik gemaakt van het incidenteel huren van ruimten. Daarnaast zetten wij op onze jongerencentra geen beheerder meer in, maar accommodatiejongerenwerkers. De belangrijkste taak van deze werker is jongeren motiveren om zelf meer verantwoordelijkheid te nemen voor de invulling en uitvoering van activiteiten. Positionering tiener- en jongerenwerk ten opzichte van de wijkteams Als antwoord op de komst van de sociale wijkteams in Arnhem per 1 januari 2015, is het tiener- en jongerenwerk en het kinderwerk begin 2014 samengevoegd in compacte jeugdteams. Op deze manier kan er nog beter aangesloten worden op de transitie Jeugdzorg die per 1 januari 2015 van kracht zal zijn. De teams bestaande uit jongerenwerkers en kinderwerkers zijn voorbereid op het signaleren en preventief inzetten van coaching en begeleiding om verder afglijden van kinderen en jongeren te voorkomen, waardoor er minder aanspraak hoeft te worden gemaakt op hulpverlening. Medewerkersbijeenkomst Rijnstad, Pactum/Rijnside, 2GetThere en team VSV De samenwerking met Pactum/Rijnside, 2GetThere en team VSV heeft in 2014 verder gestalte gekregen in een gezamenlijk georganiseerde bijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst bespreken alle uitvoerend medewerkers van de drie organisaties met elkaar de overeenkomsten en verschillen, om tot een nog betere samenwerking te komen. Samenwerking Talenthouse zonder Kunstbedrijf verder als Propz Rijnstad Het kunstbedrijf heeft zich door reorganisaties noodgedwongen moeten terugtrekken uit het samenwerkingsverband Talenthouse Klarendal. Een deel van de betrokken jongeren is verdergegaan met de jongerenwerkers van Rijnstad onder de noemer Buro Propz. Dit project richt zich nog altijd op talentontwikkeling in de wijk Klarendal. Radicalisering versus tolerantie Een jongerenwerker is een echte ‘frontline’ werker. Radicalisering en (in)tolerantie zijn om die reden buitengewoon belangrijke thema’s voor het jongerenwerk. De werker probeert het gesprek met de jongeren aan te gaan als signalen zichtbaar worden en in gesprek te blijven. Voor een aantal jongeren geldt dat een jongerenwerker een van de weinige, soms zelfs de enige, professional is die ze nog vertrouwen. Dat brengt onze jongerenwerkers soms in een lastige positie. Daarnaast is het jongerenwerk erop gericht een gezonde bijdrage te leveren bij individuele vragen op het gebied van geloof, tolerantie en op zoek zijn naar je plek in de samenleving.
Rijnstad Jaarverslag 2014
73
Inzet op coaching en begeleiding Wij signaleren een stijgende behoefte naar de inzet op coaching en begeleiding. De jongerenwerker van Rijnstad zal daarbij altijd vanuit de groep, de focus richten op het individu. Inzet op coaching en begeleiding vraagt om keuzes en de ontwikkeling van een methodiek van waaruit gewerkt wordt. Schooluitval en jeugdwerkeloosheid Jongeren die zich beklagen over het niet kunnen vinden van passend werk blijft een actueel thema. Jongeren geven aan dat het vaak al op school misgaat bij het niet kunnen vinden van geschikte stageplekken. Dit leidt bij sommige jongeren tot schooluitval. Extra aandacht is er op het voorkomen van schooluitval middels coaching. Om de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten, worden jongeren gecoacht op sollicitatie- en presentatievaardigheden. Shishagebruik Het bezoek onder jongeren van shisha lounges, voor het roken van waterpijpen is verder toegenomen het afgelopen jaar. Daarnaast is de populariteit van shisha-pennen, vergelijkbaar met de elektrische sigaret, onder jongeren ook verder toegenomen. Het jongerenwerk heeft zich specifiek op deze groep jongeren gericht om ze zo meer uit de shisha lounges te houden.
74
Rijnstad Jaarverslag 2014
IV. Coördinatie Brede School 610 Coördinatie Brede School Om te voorzien in een maatschappelijke behoefte aan een pedagogisch-didactisch concept van leren en opvoeden, is door de gemeente Arnhem gekozen voor het Brede School-concept. Dit is een netwerk van onderwijs, welzijn, sport, opvang en zorg voor kinderen van 0 tot 14 jaar en hun ouders. Om dit netwerk te realiseren heeft Rijnstad medewerkers aangesteld, die de inhoudelijke coördinatie binnen de samenwerkingsverbanden van Brede Scholen gestalte geven. Een Brede School is een netwerkorganisatie; de partners zijn autonoom en gelijkwaardig, maar niet gelijk. Ze komen in overleg met elkaar tot consensus over de doelen, speerpunten en activiteiten. De Brede Scholen worden hierbij ondersteund door een coördinator Brede School. Zij hebben de beschikking over een budget voor activiteiten en communicatie. Prestaties Deelproduct
Begroot 2014
Gerealiseerd 2014
Rijnstad levert gekwalificeerde coördinatoren Brede School
7 Brede School- coördinatoren
6 Brede School-coördinatoren
Rijnstad heeft met Stichting Pas afspraken over rol- en taakverdeling
-
• Stichting PAS was verantwoordelijk voor de inhoudelijke aansturing • Rijnstad vervulde de werkgeversrol • In gezamenlijkheid is de aansturing vormgegeven
13 Brede School-verbanden
13 Brede School-verbanden
-
De coördinatoren hebben de samenwerkende partners van benodigde informatie voorzien
De coördinatoren Brede School realiseren inhoudelijk beleid per samenwerkingsverband met daarop afgestemde werkplannen De coördinatoren Brede School voorzien betrokken besturen van stuur- en regelinformatie
Toelichting op prestaties: In het schooljaarverslag 2013-2014, ‘Afstemmen en samenwerken’ van de Arnhemse Brede Scholen, is beschreven welke resultaten zijn behaald en welke nieuwe concepten en activiteiten per Brede School zijn uitgevoerd. • In 2014 zijn 13 Brede Scholen in hun ontwikkeling begeleid door 6 coördinatoren in de volgende wijken: Malburgen West, Malburgen Oost, Malburgen Zuid/Immerloo, Presikhaaf Oost en Presikhaaf West, Klarendal/St. Marten, het Arnhemse Broek, de Geitenkamp, Schuytgraaf West en Schuytgraaf Centrum, Rijkerswoerd, De Laar Oost en De Laar West. • Alle basisscholen in de ‘Krachtwijken’ hebben een Brede School-samenwerkings verband. De coördinatoren voorzien de samenwerkingspartners van informatie en ondersteunen de speerpunten en activiteiten. Rijnstad Jaarverslag 2014
75
• In het kader van deskundigheidsbevordering hebben alle coördinatoren geparticipeerd in het drie wekelijkse coördinatorenoverleg. Voor dit overleg hebben de coördinatoren de inhoudelijke themabijeenkomsten voorbereid en uitgevoerd. Alle coördinatoren hebben deelgenomen aan de landelijke conferentie Brede School. Er zijn door Rijnstad begeleide intervisiebijeenkomsten voor de coördinatoren georganiseerd. Resultaten • Uit de jaarlijkse evaluatie van de Brede Schoolpartners blijkt dat de samenwerkings partners de inzet en deskundigheid van de coördinatoren hoog waarderen (gemiddeld 4,2 op een schaal van 5). De partners vinden het belangrijk dat de coördinatoren er zijn. • Uit diezelfde evaluatie blijkt dat een goede heldere overlegstructuur belangrijk is, net als faciliteiten om activiteiten te kunnen uitvoeren. • Alle coördinatoren zijn ook in 2014 gevraagd voor activiteiten in het kader van ‘hart van de wijk’ en locatiemanagement. Ter illustratie een aantal voorbeelden: ◦◦ In alle wijken zijn zij betrokken bij overleg/afstemming/inhoud en werving voor de netwerkbijeenkomsten van het Centrum voor Jeugd en Gezin; ◦◦ Op initiatief van de coördinator Brede School is er een professionele sociale zorgkaart ontwikkeld. Het CJG heeft dit initiatief en product overgenomen voor de andere wijken. ◦◦ In de Geitenkamp is de coördinator betrokken geweest bij ‘Kracht op de bult’. ◦◦ In de Spil (Malburgen) had de coördinator Brede School een spilfunctie tussen partners in en om de Brede School en wijkbewoners betreffende de ontwikkelingen rondom de ‘groene rivier’. • In samenspraak tussen gebruikers in MFC Presikhaven, gemeente (afdeling Vastgoed en Facilitaire Dienst), locatiemanager en Brede School-coördinator, is gezamenlijk gezocht naar oplossingen voor de ontstane problemen rond het beheer in het MFC Presikhaven. Dit heeft geleid tot de inzet van een vrijwilligerscoördinator per 1 januari 2015. Deze coördinator zal gedurende een aantal maanden verschillende soorten (vrijwillige) werkzaamheden in het MFC gaat coördineren, zoals gastheer/vrouwschap, receptietaken en het gereedmaken van de zalen. • Muziekproject ‘Met de muziek mee’ Presikhaaf: op initiatief van de Brede Schoolcoördinator is in het schooljaar 2013-2014 een groot tweejarig muziekproject gestart, waarin kinderen van de vier Presikhaafse basisscholen muzieklessen in schooltijd en na schooltijd krijgen en muzikanten in de wijk betrokken zijn als docenten. Het project wordt gefinancierd door het Oranje Fonds en de projectleiding is in handen van Kunstbedrijf, afdeling muziekschool. • Taalplan Presikhaaf is een speerpunt in het wijkactieplan van Presikhaaf. De Brede School-coördinator werkt samen met andere betrokken organisaties om een goed op elkaar afgestemd aanbod in Presikhaaf te realiseren, zodat taalactiviteiten in het kader van VVE en onderwijs aansluiten bij de wijkinitiatieven. • Verbeteren van de speelvoorziening rond MFC Presikhaven. De Brede School en het opbouwwerk hebben in samenwerking de speelvoorziening rond het MFC uitgebreid, aantrekkelijker en veiliger gemaakt. • In Klarendal/St. Marten is samen met de Brede School partners die in MFC Klarendal gehuisvest zijn, vorm gegeven aan een ‘Gezamenlijk pedagogisch klimaat’ in MFC Klarendal. Er wordt gezamenlijk gezorgd voor een veilige, positieve en prettige omgeving voor kinderen en ouders. Dat vraagt om afstemming, verbinding en gezamenlijke verantwoordelijkheid. • In Rijkerswoerd zijn mede op initiatief van de coördinator Brede School twee zogenaamde ‘Witte boekenkasten’ in basisschool Het Klinket en basisschool Pieter de 76
Rijnstad Jaarverslag 2014
Jong geplaatst. Via de Witte Boekenkasten kunnen kinderen en ouders in Brede school De Kempenaer boeken delen.
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015 Ontwikkelingen Integraal Kind Centrum (IKC) In 2013 is een initiatiefgroep IKC-ontwikkeling gestart met overleg om in 2014 te komen tot pilots met IKC’s in Arnhem. De initiatiefgroep bestond uit directie/bestuurders vanuit het basisonderwijs, SPA, SKAR, PAS en Rijnstad. Gesproken is over de missie, visie en werkwijze van een IKC. Het overleg heeft geresulteerd in een notitie ‘Arnhem op weg naar Kindcentra 0-13’en een plan van aanpak IKC-ontwikkeling in Arnhem (november 2013). Vanaf januari 2014 zijn drie locaties benaderd of zij in de periode 2014 tot en met 2016 een pilot IKC willen vormgeven: Presikhaven, de Salamander en Klarendal. In juni 2014 zijn de pilots aan de slag gegaan met hun oriëntatie op het IKC. De pilots worden inhoudelijk en organisatorisch ondersteund door de Brede School-coördinator van de wijk. Het IKC wordt landelijk en stedelijk gezien als een doorontwikkeling van de Brede school. Verbindende factor wijkteams Jeugd De Brede School, en daarmee de Brede School-coördinatoren, zijn bij uitstek de verbindende factor tussen kinderen, hun ouders en de wijk waarin zij wonen en leven. Zij kunnen vanuit hun functie en expertise een verbindende factor zijn bij de startende wijkteams Jeugd. Afbouwen Coördinatie Brede School Eind 2014 heeft de gemeente Arnhem met een voorgenomen besluit er voor gekozen om de functie van Brede School-coördinator en daarbij de opdracht aan Rijnstad medio 2016 te stoppen. In 2015 wordt gekeken hoe deze functie kan worden afgebouwd en welke ondersteuning daarbij nodig is. Per wijk zal bekeken worden hoe taken en activiteiten belegd kunnen worden.
Rijnstad Jaarverslag 2014
77
78
Rijnstad Jaarverslag 2014
V. Maatschappelijk Werk & Sociaal Raadslieden Begroting 2014 - realisatie 2014 Begroting
Realisatie
2.138
3.163
694
1.104
60
23
6
10
Spreekuurcontacten
7.031
7.431
SR hulpverlening op afstand
1.000
967
Procesmatige hulpverlening SR
834
943
Hulpverlening bij schulden
416
547
Activerend Beheer OGGZ
160
160
Formulierenbrigade
425
443
20
19
n.n.b.
419
15
13
Basisproducten AMW Spreekuurcontacten AMW Kortdurende hulpverlening AMW Langdurende hulpverlening Groepswerk AMW Basisproducten SR
Overige producten
Bemiddeling bij scheiding en omgang Zorgcoördinatie Outreachend maatschappelijk werk
Toelichting: Deze rapportage betreft de dienstverlening die (geheel of gedeeltelijk) door de gemeente Arnhem gefinancierd wordt. Naast de vormen van dienstverlening die in het productieoverzicht opgenomen staan, hebben wij vormen van dienstverlening waar geen productieafspraken voor gelden. Het gaat hier om de inzet op Front Office CJG. Hieronder volgen de productiecijfers van de dienstverlening waar geen kwantitatieve productieafspraken voor gemaakt zijn, maar waar wel informatie voor handen is. Product
Realisatie
Thuisadministratie
130
Klapperproject
107
Hulp Online
443
Jeugdteam Schoolgericht maatschappelijk werk Samen Starten Vindplaatsgericht werken CJG
167 62 106
Rijnstad Jaarverslag 2014
79
Hulpvraag SR Overig
Gezondheid 3%
7%
Juridische kwesties
10% 32%
Huisvesting 4%
Belastingen/Toeslagen
20% 14%
Consumentenzaken
10%
Uitkeringen
Voorzieningen
Hulpvraag MW Overig
21% 40%
Familierelatie 4%
Financiën
Partnerrelatie 4%
6%
Werk
14%
7%
11%
Echtscheiding
Gezondheid/ Psychosociale problematiek
Huisvesting
Hulpvraag Jeugdteam
Gezondheid/ Psychosociale problemen
7%
Overig
27%
Huisvesting
5% 5%
Omgangsregeling
35%
6% 6%
Verwerking
80
Opvoeding
11% Financiën
Echtscheiding
Rijnstad Jaarverslag 2014
Doel behaald? Maatschappelijk Werk
Sociaal Raadsliedenwerk
Jeugdteam
Ja
50,20%
Deels
29,10%
Nee
20,70%
Ja
68,9%
Deels
19,5%
Nee
11,6%
Ja
47,1%
Deels
39,4%
Nee
13,5%
Cliëntgegevens Geslacht
perc.
Vrouw
52,0%
Man
48,0%
Totaal Samenlevingsverband
100,0% perc.
Eenpersoonshuishouden
35,3%
Samenwonend paar met kind(eren)
20,8%
Eenouderhuishouden
19,3%
Samenwonend paar zonder kind
8,8%
Overige huishoudvormen
8,4%
Onbekend
7,4%
Totaal Bron van gezinsinkomen
100,0% perc.
Bijstand - WWB
30,6%
Loondienst, inkomsten uit
19,9%
Arbeidsongeschiktheidsuitkering
10,0%
AOW
5,5%
Werkloosheidsuitkering
5,6%
Overig
14,2%
Onbekend
14,3%
Totaal
Rijnstad Jaarverslag 2014
100,0%
81
Hoogte gezinsinkomen
perc.
Onder WWB-norm
7,1%
WWB-norm
43,0%
Tot 120% WWB-norm
9,4%
Meer dan 120% WWB-norm
7,1%
6 Onbekend Totaal Leeftijdscategorie
33,3% 100,0% perc.
Tot 25 jaar
14,8%
25 t/m 34 jaar
19,9%
35 t/m 54 jaar
44,9%
55 t/m 64 jaar
13,0%
65 t/m 74 jaar
5,5%
75+
1,9%
Totaal
100,0%
Etnische achtergrond
perc.
Nederlands
50,5%
Niet-Westers allochtoon
31,0%
Westers allochtoon Onbekend Totaal
82
2,7% 15,7% 100,0%
Rijnstad Jaarverslag 2014
400 Algemeen Maatschappelijk Werk Het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) van Rijnstad biedt spreekuurcontacten voor eenvoudige vragen, hulp en advies. Procesmatige hulpverlening wordt ingezet bij meervoudige problemen. Procesmatige hulpverlening wordt onderverdeeld in kortdurende en langerdurende hulpverlening. Daarnaast vallen de volgende producten onder het AMW: • Hulp Online; • Klapperproject; • Thuisadministratie; • Groepsmaatschappelijk werk. Prestaties Deelproduct Spreekuurcontacten Kortdurende hulpverlening Langerdurende hulpverlening
Begroot 2014
Gerealiseerd 2014
2.138
3.163
694
1104
60
23
Toelichting op prestaties: • Er zijn opnieuw meer spreekuurcontacten gerealiseerd door het Algemeen Maatschappelijk Werk dan begroot. Het aanbod vanuit de locaties van hulpverlening Rijnstad, voorziet duidelijk in een behoefte en de mensen weten de weg naar het spreekuur goed te vinden. De hulpverleningstrajecten worden zo kortdurend en efficiënt mogelijk ingezet, waarbij de zelfredzaamheid van de cliënt voorop staat. Door het werken met SMART-doelen zijn onze maatschappelijk werkers steeds meer in staat deze vorm van hulpverlening te bieden. • Wij spreken van kortdurende hulpverlening indien er maximaal vijf gesprekken zijn geweest. Bij langerdurende hulpverlening is sprake van meer dan vijf gesprekken. • Langerdurende hulpverlening omvat ook de hulp in multi-problem situaties. Het aantal trajecten dat op deze manier wordt gerealiseerd in de achterstandswijken, is niet terug te zien in de resultaten van het Algemeen Maatschappelijk Werk. Deze trajecten worden vooral door de outreachende Algemeen Maatschappelijk Werk-projecten van Rijnstad opgepakt, zoals de Achter de Voordeur-projecten en Zorgcoördinatie (ZOCO). Problemen van cliënten in de wijk worden via deze projecten, of via het OZO en de zorgcoördinator gesignaleerd, opgepakt en afgerond. Voor aanvullende gegevens wordt verwezen naar de jaarverslagen 2014 van de Zorgcoördinatie en de Achter de Voordeur-projecten. Hulp Online Het aanbod van Hulp Online voorziet in een belangrijke behoefte: 443 keer heeft de Arnhemse burger dit jaar zijn vraag via Hulp Online gesteld. In 46 gevallen was het contact ‘anoniem’. De bereikbaarheid van het Algemeen Maatschappelijk Werk wordt hierdoor vergroot. Met name voor de groep ‘werkenden’ wordt hiermee de mogelijkheid vergroot om hulpvragen te stellen. Het team bestaat uit twee algemeen maatschappelijk werkers, een maatschappelijk werker uit het team Schuldhulpverlening, een maatschappelijk werker uit het Jeugdteam en een sociaal raadsman. Het concept wat wij nu al jaren hanteren is simpel en efficiënt. Eind 2013 hebben twee leden een Masterclass gevolgd via de MOgroep. Met de opgedane kennis, is in 2014 een herijking verricht van Rijnstad Jaarverslag 2014
83
het product. De herijking heeft niet tot grote wijzigingen in de aanpak geleid. In al zijn eenvoud voldoet de aanpak precies aan het beoogde doel. Project Thuisadministratie & Klapperproject In dit project gaat het om ondersteuning van cliënten bij het ordenen en bijhouden van hun administratie. De ondersteuning wordt geboden door vrijwilligers en tweedejaars studenten van de HAN. Zij komen bij de cliënt thuis, ondersteunen bij het ordenen van de administratie in een klapper en leren de cliënt vervolgens hoe hij dit zelf kan bijhouden. De cliënten die ondersteuning bij Thuisadministratie krijgen, zijn niet zo leerbaar. Het Klapperproject en Thuisadministratie wordt door dezelfde vrijwilliger uitgevoerd. Voor de cliënt is dit plezierig omdat er geen overdracht nodig is. Voor de vrijwilliger is het werken op twee projecten fijn omdat er meer variatie in werkzaamheden bestaat: kortdurende en langdurige contacten kunnen meer afgewisseld worden. Het ‘klapperen’ en de thuisadministratie zijn op zichzelf staand van meerwaarde, maar zijn bovendien erg ondersteunend aan bijvoorbeeld de schuldhulpverlening. De vraag naar het project Thuisadministratie is en blijft groot. In 2014 zijn er 201 trajecten aangemeld. Groepsmaatschappelijk werk cursus ‘Bepaal je eigen toekomst’ De cursus is bestemd voor mensen (meestal vrouwen), die in een situatie van huiselijk geweld leven of hebben geleefd. De vrouwen krijgen door deelname aan de bijeenkomsten bagage en zelfvertrouwen om hun weg te kunnen vervolgen. Dit jaar zijn er twee cursussen van elk tien bijeenkomsten geboden. In totaal waren er dertien deelnemers. In de cursus werken wij al jaren samen met de Politie, Veilig Thuis (voorheen AMHK) en Kairos. Zij nemen als gastspreker ieder één bijeenkomst voor hun rekening. Vanwege de inhoud en de doelgroep, is het belangrijk dat deze cursus door twee personen gegeven wordt. In het verleden werd de cursus gegeven door zowel de maatschappelijk werker van Rijnstad als een professional van Moviera. De professional van Moviera is echter per 2013 niet meer beschikbaar. In dat jaar hebben wij het gat opgevangen vanuit het algemeen maatschappelijk werk. Omdat daardoor de werkdruk op het AMW te hoog werd, is in 2014 onderzocht en uitgeprobeerd of een ervaringsdeskundige uit voorgaande groepen of vanuit de groep Vertrouwenspersonen Huiselijk Geweld, aan de cursus gekoppeld kan worden. Op deze manier wordt gevolg gegeven aan de gemeentelijke algemene vraag om inzet van ervaringsdeskundigen in de hulpverlening. Tevens wordt voorkomen dat deze inzet ten koste gaat van de inzet op het AMW. De eerste vrijwilliger heeft, vanwege het vinden van een baan, plaatsgemaakt voor een tweede vrijwilliger. Ook deze is inmiddels gestopt omdat de taak moeilijk te combineren was met andere werkzaamheden. In 2015 zoeken wij een nieuwe oplossing. Groepsmaatschappelijk werk cursus ‘Uitkomen met inkomen’ Deze cursus bestaat uit vier bijeenkomsten en wordt gegeven in samenwerking met het Budget Advies Centrum. Evenals in 2013, was er ook in 2014 een grote belangstelling voor deze cursus. In 2013 was de cursus twee keer gepland en is hij vier keer gegeven. In 2014 is hij vier keer gepland en begroot en vanwege het hoge aantal aanmeldingen acht keer gegeven. In totaal namen hier 122 mensen aan deel. De vier extra cursussen zijn in 2014 niet gefinancierd. Groepsmaatschappelijk werk voor vrouwen met een niet-Nederlandse achtergrond Naast het reguliere aanbod heeft het groepswerk van het AMW sinds 2013 een 84
Rijnstad Jaarverslag 2014
extra groep voor vrouwen met een niet-Nederlandse achtergrond (onder andere Marokkaans en Turks). Deze groep is uit de doelgroep zelf ontstaan en voldoet zodanig in een behoefte, dat wij er ook in 2014 mee door zijn gegaan. Met relatief weinig tijdsinvestering wordt een groep van gemiddeld 20 vrouwen geholpen. Onze Marokkaanse maatschappelijk werker biedt maandelijks, samen met een participatiemedewerker van de Hobbit, een themabijeenkomst aan deze groep vrouwen. Thema’s zijn: gemengde huwelijken, opvoeden van tieners, ronselen van jongeren voor oorlogsgebieden, financiën, remigratie, etcetera. De vrouwen geven aan waar ze het met elkaar over willen hebben. De groep is een groot succes. In andere wijken en bij andere instellingen is grote belangstelling om in de andere wijken van Arnhem een soortgelijke groep te starten en men wil daarin graag samenwerken. Resultaten • Het jaar 2014 stond voor een groot deel in het teken van de ontwikkeling van het wijkteam. Op diverse niveaus heeft Rijnstad met netwerkpartners en gemeente meegedacht over de opzet en inrichting hiervan. Het maatschappelijk werk heeft in Arnhem een goede plek gekregen. De gemeente en Rijnstad zijn het erover eens dat het maatschappelijk werk een belangrijk onderdeel is van de sociale wijkteams zoals die vanaf 1 januari 2015 over de hele stad zijn ingesteld. • Alle maatschappelijk werkers van Rijnstad die in 2014 de gemeente Arnhem tot werkgebied hadden, zijn door ons voorgedragen als wijkteamcoach en zijn via de selectieprocedure van de gemeente aangenomen als wijkteamcoach. Wij ervaren deze mooie uitkomst zowel als compliment aan onze medewerkers als aan ons als organisatie. • Door deelname aan bestaande overleggen in Arnhem zijn zowel de nulde-, eerste- als tweedelijns zorgaanbieders op de hoogte van het aanbod van het Algemeen Maatschappelijk Werk. Zorgaanbieders nemen regelmatig deel aan de Algemeen Maatschappelijk Werk vergaderingen. Dit zorgt voor intensivering van de samenwerking en kennisoverdracht. In 2014 zijn met name zorgaanbieders van de nulde lijn uitgenodigd, te denken valt aan Mantelzorg, Jonge Mantelzorgers, Kledingbank en ook Buurtbemiddeling van Rijnstad. Regelmatig wordt foldermateriaal naar de samenwerkingspartners gestuurd. • De verwijzingen door huisartsen blijft goed lopen door de digitale verwijsmogelijkheid van de huisartsen naar het Algemeen Maatschappelijk Werk. De hulpverleners vragen bij de aanmelding specifiek door, om helder te krijgen of cliënten door de huisarts verwezen zijn. • Samen met andere zorgaanbieders neemt Rijnstad deel aan de proeftuinen die in 2013 zijn gestart. Het professionele aanbod, al jarenlang op vijf locaties in de gebieden van Arnhem, en het werken volgens Welzijn Nieuwe Stijl, is door deelname opnieuw onder de aandacht gebracht.
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015 Kwaliteitsverbetering zet door In 2014 heeft de kwaliteitsverbetering van de medewerkers zich doorgezet. De medewerkers zijn inmiddels ervaren in het werken met SMART-doelen die samen met de cliënt worden opgesteld. Zij werken vanuit empowerment en laten de cliënt eerder los. Dit laatste gebeurt niet alleen vanuit een inhoudelijke visie, maar ook vanuit het doel tot efficiënter werken. De cliënt komt meer in de “eigen kracht” en wachtlijsten blijven ook Rijnstad Jaarverslag 2014
85
in 2014 onverminderd laag: ze zijn niet langer dan een maand geweest. In 2014 is ons HKZ-certificaat na een externe audit weer met een jaar verlengd. Het is onze ambitie om deze certificering ook in 2015 te behouden. Voor het onderdeel algemeen maatschappelijk werk brengt dit een extra inspanning met zich mee, nu de werkzaamheden verricht worden binnen de generalistische aanpak van de sociale wijkteams. Zorgvragen naar wijkteams Voor burgers uit de gemeente Arnhem geldt dat Hulp Online in 2015 enkel verder zal gaan voor vragen op het gebied van financiën en sociaal raadsliedenwerk. Burgers met vragen op het gebied van maatschappelijk werk, oftewel ‘zorgvragen’, kunnen vanaf 1 januari 2015 terecht bij het klantcontactcentrum van de gemeente en/of bij de wijkteams.
86
Rijnstad Jaarverslag 2014
401 Sociaal Raadsliedenwerk Sociaal raadsliedenwerk biedt hulpverlening aan individuele cliënten op materieel vlak en is primair gericht op: • het informeren van cliënten over hun rechten en plichten met betrekking tot de voor hen geldende wet- en regelgeving (sociale zekerheid, belasting en toeslagen, consumentenzaken, schulden, en dergelijke); • het helpen van cliënten optimaal gebruik te maken van de regelingen en voorzieningen waarop zij recht hebben; • het bevorderen van de zelfredzaamheid en het probleemoplossend vermogen in de omgang met uiteenlopende instanties en de door deze instanties verstrekte specifieke informatie. De sociaal raadslieden bieden spreekuurcontacten, procesmatige hulpverlening en hulpverlening op afstand. Prestaties Deelproduct
Begroot 2014
Gerealiseerd 2014
Spreekuur
7.031
7.431
Hulpverlening op afstand
1.000
967
834
943
Procesmatig hulpverlening
Resultaten • Een deel van de hulpvragen kan direct op het spreekuur worden afgehandeld of kort daarna. In 2014 betrof dit 7.431 hulpvragen. De eenvoudige hulpvragen worden door de front office-medewerkers (mbo) afgehandeld en de meer ingewikkelde door de sociaal raadslieden (hbo). • Wanneer de hulpvraag meer dan een uur in beslag neemt, valt de vraag onder het product ‘Procesmatige hulpverlening’. In 2014 was dit het geval bij 943 hulpvragen. Bij 68,9% van deze trajecten is het doel van de hulpverlening geheel en in 19,5% deels behaald. • Naast persoonlijk contact is het ook mogelijk om telefonisch of per e-mail een hulpvraag te stellen. Dit betrof in 2014 967 hulpvragen.
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015 Werken aan zelfredzaamheid Het jaar 2014 heeft in het teken gestaan van de verdere doorontwikkeling van het verandertraject ‘SR-nieuwe stijl’. In 2013 heeft het sociaal raadsliedenwerk samen met de formulierenbrigade een intensief verandertraject doorlopen om meer aandacht te kunnen besteden aan het werken aan zelfredzaamheid. Medewerkers zijn getraind in motiverende gespreksvoering en hebben experimenten uitgevoerd om te Rijnstad Jaarverslag 2014
++ leerbaar
Adviseren
Begeleiden --
++ complex
Netwerk versterken
Overnemen
--
87
onderzoeken op welke wijze het werken aan zelfredzaamheid goed ingepast kan worden in het dagelijkse werk. De nieuwe werkwijze behoeft voorlopig blijvende aandacht tot dit een tweede natuur is geworden. Financiën en Formulieren In 2015 starten in Arnhem de sociale wijkteams. Het sociaal raadsliedenwerk zal nauw samenwerken met de sociale wijkteams, maar maakt geen deel uit van de sociale wijkteams. Zij blijft als algemene laagdrempelige voorziening in de wijk bestaan. Burgers kunnen op het spreekuur terecht met hun vragen. Het sociaal raadsliedenwerk en het maatschappelijk werk zijn altijd in nauwe relatie met elkaar georganiseerd. Zo bestond er een gemeenschappelijk inloopspreekuur voor vragen op beide gebieden. Met de komst van het sociaal wijkteam worden deze werkzaamheden van elkaar gescheiden. Omwille van de herkenbaarheid voor de burger en het zichtbaar maken van de ingang, hebben wij een nieuwe naam gekozen. Eind 2014 is hiervoor een campagne gestart. Sociaal raadsliedenwerk zal samen met de formulierenbrigade, thuisadministratie en schuldhulpverlening gebiedsgericht worden aangeboden onder de naam Financiën en Formulieren. Dicht bij de burger, met extra inzet van vrijwilligers en stagiaires en korte lijnen naar de sociale wijkteams. Dit proces zal in 2015 verder vorm krijgen. Signaleringsrapporten Veel problemen waarvoor inwoners bij sociaal raadslieden om hulp vragen hebben een ‘individuoverstijgend’ karakter. Ze hangen samen met tekorten in wet- en regeling of de uitvoering daarvan. Sociaal raadslieden zorgen er dan tevens voor dat naast het bieden van de individuele hulp, de structurele problemen worden aangekaart. Via de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR)/MOgroep is naast een aantal kleinere signalen aandacht gevraagd voor de volgende twee onderwerpen: 1. Wetswijziging beslagvrije voet. Door een wetswijziging, samenhangend met de invoering van de kostendelersnorm, wordt de hoogte van de beslagvrije voet (het bestaansminimum bij de invordering van schulden) van veel meer factoren afhankelijk. Als gevolg hiervan zal de beslagvrije voet nog vaker dan nu het geval is, te laag worden vastgesteld. In het rapport ‘Beter ten hele gekeerd’, worden de gevolgen beschreven en verbetervoorstellen geformuleerd. 2. Sociaal raadslieden krijgen erg veel te maken met de wijze waarop de belastingdienst belasting- en toeslagschulden int. Hierdoor komen veel inwoners langdurig onder het bestaansminimum terecht. In het rapport ‘Belastingdienst, bron van armoede?’ worden de gevolgen van de wijze van invordering beschreven en worden 25 aanbevelingen geformuleerd. Bovenstaande rapporten hebben beide geleid tot Kamervragen.
88
Rijnstad Jaarverslag 2014
402 Hulpverlening bij schulden Een deel van de maatschappelijk werkers en sociaal raadslieden is gespecialiseerd in hulpverlening bij schulden. Volgens het Arnhemse model van de activerende schulddienstverlening worden cliënten, die veel begeleiding op gedrag nodig hebben, bij Rijnstad begeleid bij het doorlopen van de schulddienstverleningsladder. Afhankelijk van de persoonlijke situatie, start de cliënt op een bepaalde trede. De begeleiding is er op gericht om de verschillende treden te doorlopen. Motivatie en vaardigheden zijn uiteindelijk bepalend voor de hoogst haalbare trede. Wanneer alle treden succesvol zijn doorlopen, zal de cliënt voor een schuldregeling naar het BAC worden verwezen. Prestaties Deelproduct
Begroot 2014
Gerealiseerd 2014
416
547
Hulpverlening bij schulden
Resultaten • Het aantal gerealiseerde trajecten is veel hoger dan begroot. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het versneld afsluiten van dossiers eind 2014 vanwege de overgang van een aantal medewerkers naar de sociale wijkteams. • De instroom van het aantal nieuwe hulpvragen is in 2014 gedaald naar 449. Ter vergelijking: in 2013 was er sprake van een instroom van 559. Dit was een enorme stijging ten opzichte van voorgaande jaren. In 2014 lijkt de situatie zich weer te normaliseren. • De wachtlijst medio december 2014 bedroeg drie maanden. Wanneer er sprake is van een spoedeisende hulpvraag, dan wordt de cliënt uiteraard direct geholpen. De cliënten op de wachtlijst zijn overgedragen aan de sociale wijkteams.
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015 Uitbesteding schuldhulpverlening In het jaar 2014 is veel aandacht geweest voor de uitbesteding van de schuldhulp verlening. Een onzekere periode met veel impact voor de medewerkers. Het oorspronkelijke plan om de schuldhulpverlening uitgevoerd door het BAC en Rijnstad in zijn geheel openbaar aan te besteden, is door de nieuwe coalitie ingetrokken. De gemeenteraad heeft er nu voor gekozen om het voortraject onderhands aan Rijnstad te gunnen. Op verzoek van de raad zal in 2015 worden onderzocht of het technisch traject (schuldregeling en inkomensbeheer) niet eveneens onderhands aan Rijnstad kan worden gegund. Eind 2014 is er tussen Rijnstad en de gemeente Arnhem op hoofdlijnen een akkoord gesloten over de overname. Screeningsinstrument Mesis In 2014 zijn wij gestart met de inzet van het screeningsinstrument Mesis. Na beantwoording van een vragenlijst door de cliënt geeft het instrument Mesis zicht op het gedrag en de vaardigheden van de cliënt rondom zijn schulden, de bereidheid tot gedragsverandering en de aanwezige omgevingsrisicofactoren. Op basis hiervan worden klantprofielen opgesteld die richting geven voor het vervolgtraject. Het instrument Mesis is Nibud gevalideerd. Een voorbeeld van een klantprofiel is hieronder weergegeven. Rijnstad Jaarverslag 2014
89
Gedrag
Zelfregie
Bereidheid
Overtuiging
De ervaringen zijn positief. Werken met Mesis heeft meerwaarde op inhoud en op efficiëntie: • De cliënt doet voorwerk en komt in de juiste modus (door het invullen van de vragenlijst moet de cliënt nadenken over zijn/haar situatie, de cliënt wordt geactiveerd, de hulpverlening is al gestart). • Er is tijdwinst door eenduidige werkwijze, dit is relevant voor een efficiënt ingericht werkproces. • Er is tijdwinst door een juiste ‘voorsortering’: ◦◦ een sneller (minder intensief) traject bij de zelfredzame cliënten; ◦◦ intensieve begeleiding bieden aan die cliënten bij wie verwacht kan worden dat daarmee vooruitgang wordt geboekt; ◦◦ een beperkt traject bieden, gericht op stabiliseren, voor die cliënten bij wie een schuldregeling niet haalbaar is; ◦◦ geen traject bieden wanneer de cliënt de afgelopen twee jaar een traject schulddienstverlening heeft gehad (zo nodig gebruik maken van losse interventies vanuit het sociaal raadsliedenwerk om te voorkomen dat een cliënt onder het bestaansminimum terecht komt). Inzet vrijwillige budgetcoaches Cliënten die meer intensieve begeleiding nodig hebben om te leren omgaan met zijn/ haar budget worden ondersteund door een vrijwillige budgetcoach. Om een goede kwaliteit te kunnen waarborgen, gebeurt dit onder regie van de hulpverlener. Het aantal vrijwilligers dat ingezet wordt als budgetcoach is in 2014 verder uitgebreid. Op 31 december 2013 waren er 20 vrijwillige budgetcoaches en op 31 december 2014 waren dit er 24. De bedoeling is om het verder uit te breiden. Er is eind 2014 echter even een pas op de plaats gemaakt vanwege de verschuiving van medewerkers door de overname van het voortraject schuldhulpverlening en de inzet van medewerkers in de sociale wijkteams. In 2014 is tevens een stagiaire als budgetcoach gestart vanuit de opleiding ‘Howie the Harp’ (een project van het RIBW). De stagiaire volgt de opleiding om als ervaringsdeskundige vanuit de psychiatrie ingezet te kunnen worden in de hulpverlening. Voorlichting in de wijk In december 2013 zijn wij, met financiering van de Arnhemse fondsen, gestart met een voorlichter schuldhulpverlening in de wijk. De voorlichter legt contact met en 90
Rijnstad Jaarverslag 2014
verwerft bekendheid bij sleutelfiguren en organisaties in de wijk. Door bekendheid aan de schuldhulpverlening te geven willen wij in een vroeg stadium in contact komen met mensen met schulden. Bovendien kunnen wij er voor zorgen dat intermediairs goed geïnformeerd zijn over onze werkwijze, zodat zij hun cliënten goed kunnen informeren en er geen verkeerde verwachtingen worden gewekt (zoals “wil je van je schulden af dan moet je naar Rijnstad”). In 2014 heeft de voorlichter zich vooral gericht op de doelgroep Turkse ouderen. Zo is er voorlichting gegeven bij diverse organisaties die werken met cliënten met een Turkse achtergrond, te weten: Thuiszorg Mimoza (voor Turkse ouderen), SWOA (bijeenkomst voor Turkse vrouwen in verschillende leeftijdscategorieën), Thuiszorg Tugra, Thuiszorg Derman en Thuiszorg Evital. Bij de presentaties is gebruik gemaakt van voorlichtingsmateriaal in zowel het Turks als het Nederlands. Bij de moskeeën was het lastig om een goede ingang te krijgen. Zij zijn gewend om (onder andere financiële) problemen binnen de gemeenschap op te lossen. Het is niet gelukt om daar voorlichting te organiseren. Naar aanleiding van de bovenstaande voorlichtingen is er verschillende keren contact opgenomen met de Voorlichter in de Wijk om specifieke situaties te bespreken. Een aantal mensen is via deze route ook doorgeleid naar schuldhulpverlening of een ander hulpverleningsaanbod. Naast het aanbod voor Turkse inwoners zijn er nog diverse andere voorlichtingen geweest. Zo werd de Reclassering bezocht, project JAM (Jonge Alleenstaande Moeders), Vluchtelingenwerk Arnhem, de vrijwilligers van de thuisadministratie van SWOA, Rijnstad en OHRA, de jongerenwerkers van 2GetThere en de Sinterklaasbank/Rotary. Deze voorlichtingen zijn allemaal gegeven op initiatief van de Voorlichter in de Wijk.
Rijnstad Jaarverslag 2014
91
406 Jeugdteam / 408 Samen Starten / 411 CJG Vindplaatsgericht aanbod Het Jeugdteam biedt Schoolgericht Maatschappelijk Werk (SGMW) aan 21 scholen in Arnhem. Schoolgericht Maatschappelijk Werk heeft een intermediaire functie tussen scholen en hulpverlening. Het Jeugdteam is een veel gevraagde hulpverlenende participant in overleggen en ketensamenwerking. De maatschappelijk werkers worden om hun deskundigheid in het systeemgericht werken gewaardeerd. Het Jeugdteam biedt: • Schoolgericht Maatschappelijk Werk (dit zijn trajecten procesmatige hulpverlening); • Toeleidings- en motivatietrajecten, verwijzing/casusregie activiteiten, voorlichting en consultatie; • Vindplaatsgericht werken op de scholen van Primair Onderwijs (PO) vanuit het CJG; • Participatie en samenwerking in de nieuw te formeren wijkteams Jeugd, door deelname in de proeftuin. • Deelname aan Preventienetwerken als voorbereiding op het wijkteam Jeugd. Het Jeugdteam neemt deel aan overlegvormen zoals: Zorgteam 4 tot 12 jaar van het PO, bovenschools Zorg Advies Team + (ZAT+) van het PO, casuïstiekbespreking van beide CJG’s Noord en Zuid en de Preventienetwerken in de gebieden van Arnhem. Prestaties Deelproduct Schoolgericht maatschappelijk werk Samen Starten CJG Vindplaatsgericht werken
2014
Vindplaatsen
167
21 scholen van PO
62
Consultatiebureaus (STMG)
106
De wijk waar het kind woont
Toelichting op prestaties: • Aanmeldingen van de scholen zijn binnengekomen via de Zorgteams en het Zorg Advies Team +. De 21 scholen van het PO worden en de jeugd maatschappelijk werkers bereiken elkaar op deze manier goed. • De 167 afgeronde trajecten schoolgericht maatschappelijk werk, zijn onder te verdelen in 12 zaken ‘langerdurende hulpverlening’ en 155 zaken ‘kortdurende hulpverlening’. Dit laatste houdt in dat met maximaal vijf gesprekken, een probleem al verholpen is en de cliënt weer verder kan. • Daarnaast zijn er aanmeldingen gekomen via het CJG en door het vindplaatsgerichte aanbod van het CJG. Hieronder vallen tevens de aanmeldingen van netwerkpartijen en van Rijnstad collega’s zoals de jongerenwerkers, kinderwerkers en peuterspeelzaalleidsters. Zie voor de verantwoording van het vindplaatsgerichte aanbod, het rapport van de CJG-coördinator (VGGM). Deze coördinator heeft de regie over het vindplaatsgerichte aanbod. De coördinator heeft een maandelijks CJG casusoverleg in Arnhem Noord en Arnhem Zuid georganiseerd. Dit loopt goed.
92
Rijnstad Jaarverslag 2014
Resultaten • Door de intensieve samenwerking met de scholen van het primair onderwijs zijn alle leerkrachten op de hoogte van het aanbod van het Schoolgericht Maatschappelijk Werk. De maatschappelijk werkers hebben het onderwijs zo veel mogelijk geïnformeerd over de op handen zijnde ontwikkelingen in de transformatie naar de wijkteams Jeugd. Zij hebben daadwerkelijk de wijk naar de school gebracht. • Door participatie in werkgroepen voor het Zorgteam en Zorg Advies Team +, onder leiding van Marant, hebben de maatschappelijk werkers contact met leerkrachten, Intern Begeleiders en contactpersonen van scholen. • Per kwartaal is er overleg met het Schoolgericht Maatschappelijk Werk van het Samenwerkingsverband om de invulling van de taken op elkaar af te stemmen. • Op de 21 scholen zijn 167 trajecten uitgevoerd. De inhoud hiervan is 100% inzichtelijk door registratie in het systeem. Hier is te zien hoe het verloop van elk traject is geweest. • Het Jeugdteam is gericht op samenwerking met andere organisaties die werkzaam zijn in de wijken, zoals het WIG van Lindenhout, Zichtbare Schakel en de intensieve thuishulp (PGB) van de STMG. • Het Jeugdteam maakt onderdeel uit van Rijnstad als brede welzijnsorganisatie. Hierdoor zijn zij in de gelegenheid om heel makkelijk signalen uit de wijk te ontvangen en door te geleiden naar de scholen. Signalen komen binnen via de algemeen maatschappelijk werkers van de diverse locaties, de zorgcoördinatoren, de medewerkers van de Achter de Voordeur-projecten, de kinderwerkers, jongerenwerkers en Brede School-coördinatoren. Casussen die op deze manier bij het Jeugdteam binnenkomen, worden door de schoolgericht maatschappelijk werker op de school besproken of worden doorgeleid naar de schoolgericht maatschappelijk werkers van het samenwerkingsverband van de schoolbesturen. Het Jeugdteam is hiermee een even eenvoudige als waardevolle verbinding tussen welzijn en onderwijs. • Het Jeugdteam is als kernpartner CJG nauw betrokken geweest bij de pilot Drempelloze toegang ambulante jeugdhulp. Zij kunnen door middel van een aanmeldformulier intensieve ambulante jeugdhulp (2e lijnaanbod) inzetten en indien nodig verlengen. Deze opgedane ervaring is van meerwaarde voor de werkzaamheden die zij in het wijkteam zullen verrichten. • In 2014 hebben twee jeugd maatschappelijk werkers actief deelgenomen aan de proeftuin wijkteam Jeugd Klarendal/St. Marten en Schuytgraaf. Voor de medewerkers is het een doorontwikkeling op het CJG aanbod.
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015 Preventienetwerken opzetten In 2014 hebben de maatschappelijk werkers van het Jeugdteam samen met de CJGcoördinator geholpen met het tot stand brengen van de Preventienetwerken in de wijken waar in 2015 wijkteams Jeugd worden geformeerd. Proeftuin wijkteam Jeugd In 2014 is samengewerkt en meegedacht in de ontwikkeling van de proeftuin wijkteam Jeugd. Jeugd maatschappelijk werkers naar wijkteams Gelijk aan de algemeen maatschappelijk werkers, geldt voor de medewerkers van het Rijnstad Jaarverslag 2014
93
jeugdteam dat hun competenties goed aansluiten bij de taken en competenties die in het wijkteam Jeugd gevraagd worden. De wijkteams van Arnhem zijn per 1 januari 2015 van start gegaan en alle jeugd maatschappelijk werkers van Rijnstad zijn aangenomen in de wijkteams. Dit ondersteunt onze verwachting dat het schoolgericht maatschappelijk werk door de jarenlange samenwerking met het primair onderwijs een grote professionele bijdrage kan leveren aan de wijkteams. Zij zijn een verbindende schakel tussen scholen en de wijk en tussen scholen en de zorg. Een schakel die nodig is, voor het effectief inzetten van de wijkteams Jeugd.
94
Rijnstad Jaarverslag 2014
437 Bemiddeling bij Scheiding en Omgang (CJG) Bemiddeling bij Scheiding en Omgang biedt mediation gericht op de verbetering van communicatie tussen gescheiden ouders. Dit ter bevordering van een goede omgang van beide ouders met de kinderen. Het bemiddelingstraject maakt onderdeel uit van een breder aanbod van het CJG op het gebied van Scheiding en Omgang. Prestaties Deelproduct
Begroot 2014
Gerealiseerd 2014
20
19
Bemiddeling bij Scheiding en Omgang
Toelichting op prestaties: • In 2014 zijn wij met 8 cliëntsystemen gestart, deze zijn meegenomen uit 2014. In 2014 zijn er 12 cliëntsystemen bijgekomen en zijn 19 cliëntsystemen afgesloten. Er gaat 1 lopend traject mee naar 2015. • Met de rechtbanken is afgesproken dat zij 20 zaken per jaar aanmelden. Het aantal verwijzingen van de rechtbank is in 2014 afgenomen (8). Daarnaast komen de aanmeldingen binnen via interne verwijzing van Algemeen Maatschappelijk Werk van Rijnstad (4). • De rechters kunnen voor geïndiceerde omgangsbemiddeling naar Lindenhout verwijzen en voor de niet-geïndiceerde bemiddeling naar Rijnstad. • In het BOR-overleg (Begeleide Omgangsregeling) waarin Lindenhout, Bureau Jeugdzorg, Humanitas, de Rechters en Rijnstad participeren, worden afspraken gemaakt over aanmeldingen vanuit de rechtbank en wordt de samenwerking afgestemd.
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015 Samenwerking met Humanitas en Lindenhout De samenwerking met Humanitas en Lindenhout is goed. Er is een gezamenlijke folder (‘drieluik’) voor verwijzers (rechters) waarin het onderscheid in de ketensamenwerking duidelijk wordt weergegeven. Opgeleide mediators Bij de ontwikkeling van dit product een aantal jaren geleden, hebben drie medewerkers een officiële opleiding tot mediator gevolgd. De uren van het project zijn over deze maatschappelijk werkers (mediators) verdeeld. In 2015 wordt deze groep uitgebreid en worden twee extra medewerkers hierin geschoold. De kwaliteit van de mediation is hoog en de tevredenheidreacties van de cliënten zijn positief. Aangegeven wordt dat dit met name te maken heeft met de goed ontwikkelde communicatieve vaardigheden die onze mediators hebben vanuit hun achtergrond als maatschappelijk werker. Vrijwillige inzet In 2014 is een start gemaakt met de introductie van vrijwillige inzet op dit product. De vrijwilliger vervult de rol van ‘tweede mediator’ bij, met name, moeilijke trajecten. Deze tweede mediator heeft uiteraard de benodigde opleiding gevolgd. De vrijwilliger valt onder de verantwoordelijkheid van de beroepskracht. Rijnstad Jaarverslag 2014
95
430 Formulierenbrigade De Formulierenbrigade Arnhem richt zich op het opsporen, terugdringen en inzichtelijk maken van het niet-gebruik van zowel lokale als landelijke regelingen en voorzieningen. Daarnaast biedt de Formulierenbrigade werkervaringsplaatsen voor mensen die langdurig zijn aangewezen op een bijstandsuitkering, om zo hun arbeidskansen te vergroten. Zij biedt ook stageplaatsen aan mbo-studenten van het ROC Rijn IJssel. Prestaties Deelproduct Voorzieningenchecks Huisbezoeken zonder VC
Begroot 2014
Gerealiseerd 2014
425
443 143
Groep invullen formulieren
3
Toelichting op prestaties: • De Formulierenbrigade heeft in 2014 in totaal 443 voorzieningenchecks afgenomen (begroot 425). Dit heeft geresulteerd in een totale opbrengst van € 412.502,65. • Er hebben zich 143 huishoudens aangemeld waar voor een deel ook een huisbezoek is geweest, maar waar geen voorzieningencheck heeft plaatsgevonden. Dit relatief grote aantal wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het Vitens-project (zie hieronder voor een toelichting op dit project). • Met minder formatie evenveel blijven doen is het uitgangspunt. Dit is gerealiseerd door verhoging van de inzet van vrijwilligers en stagiaires. Om dit verantwoord te kunnen doen, is het werkproces aangepast. Bij aanmelding wordt nu een inschatting gemaakt of er sprake is van een eenvoudige voorzieningencheck. De vrijwilliger/ stagiaire handelt eenvoudige zaken zoveel mogelijk zelf af. Met deze werkwijze zijn wij vanaf het tweede kwartaal 2014 gestart. Uit de cijfers blijkt dat 20% van de voorzieningenchecks aangemerkt kan worden als ‘relatief eenvoudig’. Resultaten • Van de 443 huishoudens bij wie een voorzieningencheck is afgenomen, was bij 335 huishoudens sprake van ‘niet-gebruik’ van regelingen en voorzieningen. De volgende tabellen geven een totaaloverzicht van het opgespoorde ‘niet-gebruik’. Opbrengst voorzieningenchecks 2014 (in euro’s) Recht op hoger inkomen
64.085
Heffingskortingen
22.063
Recht op toeslagen e.d.
104.950
Langdurigheidstoeslag
33.171
Bijzondere Bijstand
24.933
CZG
5.850
Kwijtschelding
48.167
Belastingteruggaaf
95.655
Overig
13.628
Totaal
412.502
96
Rijnstad Jaarverslag 2014
Overige voorzieningen (aantal) Gelrepas
119
CAZ- verzekering
34
Helpen bij aanvragen Digi-D
22
Gemiddelde opbrengst per huishouden (in euro’s) Alle afgehandelde huishoudens Alle huishoudens met opbrengst
931 1.231
• Leerbanen/stagiaires/vrijwilligers In 2014 hebben acht personen het hele jaar of een deel daarvan in het kader van een leerbaan bij de Formulierenbrigade gewerkt. Drie personen volgen naast dit werk een opleiding SMD-niveau 4. Eén medewerker is uitgestroomd naar betaald werk. In 2014 hebben vier stagiaires van de voltijd opleiding SMD bij de Formulierenbrigade stage gelopen en zijn er drie vrijwilligers actief geweest binnen de Formulierenbrigade.
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015 Cursus formulieren invullen In de eerste helft van 2014 heeft de Formulierenbrigade aan drie groepen (twee in Arnhem Noord en één in Arnhem Zuid) de cursus ‘Zelf leren formulieren invullen’ gegeven. De cursus bestaat uit twee dagdelen van 1,5 uur en is gegeven aan 31 deelnemers. Naast algemene informatie wordt het geleerde met name in praktijk gebracht met het invullen van de kwijtscheldingsformulieren. Een combinatie van kennis, maar vooral ook het verkrijgen van zelfvertrouwen, heeft er voor gezorgd dat het merendeel van de deelnemers in staat is in het vervolg eenvoudige formulieren zelf in te vullen. Pilot Vitens In september 2013 is de pilot gestart met Vitens om in een vroeg stadium inwoners met een achterstand bij de betaling van drinkwater, hulp aan te bieden. Eind 2013 werd geconstateerd dat er te weinig aanmeldingen binnen kwamen. De afspraak is gemaakt dat er 10 huishoudens per week worden gedaan. In 2014 heeft Vitens 114 klanten aangemeld bij de Formulierenbrigade. De volgende werkwijze is gehanteerd: 1. Alle huishoudens worden bezocht. Wanneer men niet thuis is, wordt een brief en een folder in de bus gedaan. In de brief staat uitleg over het bezoek met een verzoek tot contact. 2. Bij geen reactie volgt er nog een tweede bezoek, bij dit tweede bezoek wordt een handgeschreven brief achtergelaten als de klant niet thuis is. 3. Het derde bezoek vindt plaats in de avonduren of in het weekend. 4. Is er dan nog geen reactie geweest dan krijgt de klant een laatste brief, waarin onder andere staat dat klant niet gereageerd heeft en dat Vitens op de hoogte wordt gesteld van het feit dat er geen contact is geweest. Bij alle klanten is een vervolgactie uitgezet. Bij klanten waar geen voorzieningencheck is afgenomen vanwege de hoogte van het inkomen, is bijvoorbeeld een betalingsregeling getroffen of is doorverwezen naar schuldhulpverlening.
Rijnstad Jaarverslag 2014
97
Zelfredzaamheid Bij alle cliënten waarbij een voorzieningencheck is uitgevoerd, heeft de zelfredzaamheid grote aandacht. Alle cliënten worden gestimuleerd de aanvraagformulieren (papier en digitaal) zelf in te vullen, al of niet onder begeleiding. Indien nodig wordt de cliënt geholpen bij het aanvragen van de DigiD. Samenwerking seniorenadviseurs In mei 2014 zijn de seniorenadviseurs van de gemeente gezamenlijk met de Formulierenbrigade, geschoold over de veranderingen in de verschillende gemeentelijke regelingen en voorzieningen.
98
Rijnstad Jaarverslag 2014
451 Activerend Beheer (inclusief schuldhulpverlening aan zwerfjongeren) Gedurende een jaar, ook wel tussenjaar genoemd, wordt de cliënt begeleid op zijn financiële gedrag. De cliënt leert zo veel mogelijk zijn eigen financiën te regelen, waarbij de financiële situatie wordt gestabiliseerd. Tegen het eind van het jaar wordt vastgesteld of en zo ja, welke vorm van langdurig financieel beheer er nodig is. Dit is een keuze tussen een lichte en intensievere vormen. De begeleiding bij het activerend beheer wordt bij de volgende organisaties op locatie uitgevoerd: IrisZorg, Leger des Heils, RIBW, FACT en Lindenhout. Het project Activerend Beheer kent een tweeledige doelstelling: 1. De activerende schulddienstverlening, zoals deze in Arnhem is ingevoerd, is nog een stap te ver voor de OGGZ-doelgroep. Ze zijn niet in staat om stappen te zetten op de schulddienstverleningsladder. Het project heeft hierin een brugfunctie door de cliënt eerst te stabiliseren. 2. In de praktijk wordt de OGGZ-doelgroep vaak direct onder bewind gesteld. Veelal een te ingrijpende maatregel (alles wordt door een bewindvoerder overgenomen) waarbij de kosten door de gemeente uit de bijzondere bijstand moet worden vergoed, met overschrijding van de budgetten tot gevolg. In het project Activerend Beheer leert de cliënt zoveel als mogelijk zijn eigen financiën te regelen. Prestaties Deelproduct
Oud
Instroom
afgerond
over
IrisZorg
49
36
53
32
RIBW
36
25
51
10
FACT
17
6
23
0
Leger des Heils
10
8
13
5
IAZ*
14
17
20
11
126
92
160
58
Totaal
* IAZ = Integrale Aanpak Zwerfjongeren Resultaten • In 2014 zijn 160 trajecten afgerond, precies het aantal dat is begroot. De nieuwe instroom in 2014 is veel lager dan het begrootte aantal trajecten. Hier is bewust voor gekozen omdat het niet zeker is dat het project vanaf 1 januari 2015 wordt verlengd. De begeleidingstrajecten die een jaar duren, kunnen anders niet worden afgerond.
Rijnstad Jaarverslag 2014
99
Over de periode januari 2013 t/m juni 2014 zijn de volgende resultaten geboekt: • Hoger op de schulddienstverleningsladder Een belangrijk resultaat is dat cliënten minimale stabiliteit bereiken en tenminste op trede drie van de schulddienstverleningsladder terechtkomen. Uit de evaluatie komt naar voren dat bij aanvang slechts 19% en bij uitstroom maar liefst 63% van de cliënten op trede drie of hoger staan. Dit is gezien de doelgroep een goede score. Bij trede drie of hoger spreken wij van ‘minimaal stabiel’. De volgende tabel geeft hiervan de resultaten weer per organisatie. Minimaal stabiel 100% 90% 80% 70% 60% 50%
Instroom
40%
Uitstroom
30% 20% 10% 0%
FACT
IrisZorg
IAZ
LdH
RIBW
Totaal
• Meer financiële zelfstandigheid Tijdens het traject Activerend Beheer worden mensen begeleid bij het beheren van hun financiën. De wijze waarop dit gebeurt, verschilt per cliënt en hangt af van zijn of haar mogelijkheden. Indien mogelijk verzorgt de cliënt zelf, onder begeleiding, alle betalingen. Voor sommige cliënten is dit te hoog gegrepen en worden ondersteunende instrumenten ingezet. De resultaten uit de evaluatie laten een duidelijke verschuiving zien van zwaardere naar lichtere vormen van financieel beheer. Bijna de helft van de cliënten blijkt in staat te zijn om na begeleiding de financiën zelfstandig te beheren. Zonder Activerend Beheer zouden waarschijnlijk 37 cliënten onder bewind zijn geplaatst. Bij uitstroom uit het project is dit teruggebracht tot 13 cliënten. In een aantal gevallen wordt gebruik gemaakt van derdebetalingen door de sociale dienst of basisbeheer door het BAC. Afgezet tegen de zwaarte van de doelgroep zijn dit goede resultaten.
100
Rijnstad Jaarverslag 2014
• Beter gebruik maken van voorzieningen Als onderdeel van de hulpverlening vindt standaard een voorzieningencheck plaats. De hulpverlener beoordeelt systematisch alle regelingen en voorzieningen om te beoordelen of betrokkene hiervoor in aanmerking kan komen. Mocht er sprake zijn van ‘niet-gebruik’ van regelingen en voorzieningen dan helpt de hulpverlener de cliënt bij het indienen van de aanvraag. De volgende tabel geeft een overzicht van het nietgebruik. Opbrengst voorzieningencheck (in euro’s) Recht op hoger inkomen
8.409
Recht op heffingskortingen
5.351
Recht op (hogere) toeslagen
80.661
Recht op kwijtschelding e.d.
16.237
Recht langdurigheidstoeslag
10.131
Recht op bijzondere bijstand
16.103
Belastingteruggaaf
30.767
Aanpassing beslagvrije voet
27.011
Overig
23.866
Totaal
218.536
Bij de voorzieningen die maandelijks worden uitbetaald, wordt een opbrengst op jaarbasis geregistreerd. De totale ‘opbrengst’ aan opgespoord niet-gebruik van regelingen en voorzieningen bedroeg over de periode januari 2013 tot en met juni 2014 218.536 euro op een totaal van 213 cliënten. • Besparingen Naast concrete resultaten voor de betrokken cliënten levert het project Activerend Beheer voor de gemeente ook besparingen op, namelijk: • een soepelere doorstroming uit de maatschappelijke opvang; • minder uitgaven op bijzondere bijstand beschermingsbewind.
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015 Eindevaluatie In november 2014 is de eindevaluatie verschenen. Aan de hand van de evaluatie zal worden beslist of en zo ja, op welke wijze het project wordt verlengd. Uit de evaluatie komt naar voren dat het project in een grote behoefte voorziet en dat er goede resultaten worden bereikt. Zie het evaluatieverslag voor meer informatie over de resultaten en de aanbevelingen die gedaan zijn.
Rijnstad Jaarverslag 2014
101
429 Outreachend Maatschappelijk Werk (voorheen Bemoeizorg AMW geheten) Outreachend Maatschappelijk Werk wordt geboden aan cliënten die langdurigere zorg nodig hebben, zonder dat er prominente psychiatrische en/of verslavingsproblematiek speelt. De doelgroep wordt vooral aangemeld vanuit de AMW-locaties, Achter de voordeurprojecten en vanuit Zorgcoördinatie. Het betreft langdurige ondersteuning/monitoring op meerdere leefgebieden. Omdat er geen prominente psychiatrische en/of verslavingsproblematiek speelt, is deze bemoeizorg niet gericht op toeleiding naar een zorginstelling. Deze vorm van zorg is dus het eindpunt voor mensen bij wie de problematiek te licht is voor zwaardere zorg en te zwaar om te kunnen volstaan met regulier Algemeen Maatschappelijk Werk. Ter illustratie: het reguliere AMW biedt in meer dan 1.000 trajecten hulp, bij Outreachend MW gaat het om maximaal 15 trajecten per jaar. Trajecten worden geopend wanneer een zorgsituatie opspeelt en afgesloten wanneer de zorgsituatie weer ingekapseld is. De term ‘afgesloten’ is voor deze doelgroep echter relatief, het is vrijwel zeker dat een zorgsituatie weer op zal spelen. Soms na twee jaar, soms al na twee maanden. Het onderdeel ‘monitoring’ is bij deze vorm van hulp dan ook niet in doorlooptijdnormen uit te drukken. Prestaties Deelproduct Outreachend MW
Begroot 2014
Gerealiseerd 2014
15 aangemelde trajecten
13 afgesloten trajecten
Resultaten • Het jaar is gestart met 7 trajecten die voortkwamen uit 2013. • In 2014 zijn er 5 nieuwe trajecten opgestart. • 13 trajecten zijn in 2014 afgesloten. • 0 trajecten lopen door in 2015.
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015 Naar wijkteams Door de komst van de sociale wijkteams verdwijnt dit product in deze vorm. Deze taak wordt overgenomen door de sociale wijkteams vanaf 2015.
102
Rijnstad Jaarverslag 2014
433 Zorgcoördinatie (waaronder 412 Zorgcoördinatie Het Broek) Doel van de combinatie Zorgcoördinatie en het Overleg Zorg en Overlast (OZO), is de wijk leefbaar te maken en te houden. In het OZO worden alle huishoudens waar ‘zorgen en of overlastsignalen’ over zijn, gemeld en besproken. Er wordt bij zorgwekkende signalen niet gewacht tot de cliënt zich zelf meldt, maar de zorgcoördinator gaat (ongevraagd) er op af en legt contact om de situaties te inventariseren. Relevante informatie wordt opgevraagd als er al partijen actief zijn in het huishouden. Daar waar nog geen hulpverlening in beeld is, zal dit door de zorgcoördinator georganiseerd worden. Daar waar al partijen actief zijn, zal de zorgcoördinator de regie nemen zodat iedere betrokken instelling werkt vanuit eenzelfde plan van aanpak (afstemming in een Multi Disciplinair Overleg op casusniveau). Belangrijkste aanmelders zijn de woningbouwcorporaties, de politie en netwerkpartners in de wijk. Prestaties • inzet van 172 uur (4,77 fte) Zorgcoördinatie verdeeld over de stad Arnhem; • 26 uur Malburgen West, -Oost, Eimersweide, Duifje; • 30 uur Klarendal, St. Marten, Hoogkamp, Burgemeesterwijk, Heijenoord, Lombok, Schaarsbergen; • 12 uur Elden, de Laar; • 12 uur Elderveld, Schuytgraaf • 22 uur Presikhaaf West en -Oost; • 18 uur Vredenburg, Kronenburg, Rijkerswoerd; • 18 uur Geitenkamp, Monnikenhuizen, Alteveer, Cranenveld, Velperweg en omgeving; • 34 uur Arnhemse Broek, Spijkerkwartier, Centrum (16 uur tijdelijk gefinancierd vanuit wijkplatform). Deelproduct Zorgcoördinatie
Begroot 2014
Gerealiseerd 2014
n.n.b.
419
Resultaten • Het concept OZO en Zorgcoördinatie is in 2014 uitgerold over de hele stad. • Signalen worden snel opgepakt en situaties worden sneller duidelijk door het vooronderzoek van de zorgcoördinator. • Zorgcoördinatie richt zich vooral op zorgmijders, sociaal kwetsbaren en overlastveroorzakers. • Meeste zorg-/overlastsignalen gaan over gedrag, huisvesting, financiën, opvoeding en het omgaan met verslaving/psychiatrische klachten. • Met ingang van 2014 is de aansluiting op de Centrale Toegang en het CVS (Cliënt volgsysteem) gerealiseerd. • Eind 2013 is een MKBA (kosten-baten analyse) gemaakt over het OZO. Hieruit blijkt dat elke geïnvesteerde euro, 1,40 euro oplevert! Dit is vooral het gevolg van het snel en preventief optreden van Zorgcoördinatie, waarmee zwaardere inzet later wordt voorkomen.
Rijnstad Jaarverslag 2014
103
Ontwikkelingen 2014 en signalen 2015 Groeiend aantal aanmeldingen vanuit instanties en instellingen Corporaties, politie en hulpverlening leveren de meeste casussen aan. Daarnaast is er inmiddels een groeiend aantal instanties/instellingen die ook aanmelden. Zorgcoördinator wordt overlastcoördinator In 2015 starten de Sociale Wijkteams. Om het verschil in focus duidelijk te maken, zal de functiebenaming in 2015 van Zorgcoördinator wijzigen in Overlastcoördinator.
104
Rijnstad Jaarverslag 2014
Rijnstad Jaarverslag 2014
105
106
Rijnstad Jaarverslag 2014
Bijlage 1 Jaarverslag 2014 ter vaststelling Arnhem, 24 maart 2015 Mevrouw L.M. van den Brand
- directeur-bestuurder
w.g.
De heer J.G. Kruithof
- voorzitter
w.g.
De heer A.W.F. Brits
- lid raad van toezicht
w.g.
De heer E.J.C. Derksen
- lid raad van toezicht
w.g.
Mevrouw R.A.V. Hendriksen
- lid raad van toezicht
w.g.
Mevrouw T.A.F. Kraal
- lid raad van toezicht
w.g.
De heer W.R. Uithof
- lid raad van toezicht
w.g.
Mevrouw P.F. Heuff
- lid raad van toezicht
28-01-2014
Raad van Toezicht:
Rijnstad Roermondsplein 20 6811 JN Arnhem
Rijnstad Jaarverslag 2014
107
108
Rijnstad Jaarverslag 2014
Roermondsplein 20 6811 JN Arnhem T (026) 312 77 00 www.rijnstad.nl