Rijksmonume
Verkennend onderzoek
herbestemming Muntentoren Deventer
Verkennend onderzoek herbestemming Muntentoren Deventer Datum Projectnummer
: 24-06-2013 : K120397
Opdrachtgever
: Gemeente Deventer Mevrouw Jorien Kranendijk Leeuwenbrug 85 7411 TH, Deventer T (0570) 69 35 85
[email protected]
Uitgevoerd door
: ir. W.P.G. ter Horst, architect Korfker Architecten Sportlaan 12, Emmeloord Postbus 110, 8300 AC Emmeloord T (0527) 69 99 99 F (0527) 61 29 82
[email protected] www.korfker.nl KvK 52049744
Met bijdrage van
: ir. Y.L.A. de Jong-Groeneboer YoungGreen Hendrik Kraemerlaan 20 3972 SM Driebergen-Rijssenburg
Pagina 2
Inhoudsopgave 1. Locatie en zichtbaarheid .................................................................................................................................................... 4 2. Het complex en zijn geschiedenis ..................................................................................................................................... 4 3. Objectomschrijving ............................................................................................................................................................. 5 3.1. De woning .................................................................................................................................................................... 5 3.2. De Muntentoren .......................................................................................................................................................... 5 4. Monumentenstatus ............................................................................................................................................................. 5 5. Bestemmingsplan................................................................................................................................................................ 6 6. Functioneel en markttechnisch onderzoek ...................................................................................................................... 6 6.1. SWOT analyse .............................................................................................................................................................. 6 6.2. Inventarisatie opties ................................................................................................................................................... 6 6.2.1. Verkoop van bestaande pand ............................................................................................................................. 6 6.2.2. Renovatie t.b.v. verhuur in huidige functie ........................................................................................................ 7 6.2.3. Ontwikkelen ......................................................................................................................................................... 7 6.3. Herbestemmingsopties .............................................................................................................................................. 7 6.3.1. Lichte horecabestemming ................................................................................................................................... 7 6.3.2. Huurwoningen voor starters/studenten ............................................................................................................. 7 6.3.3. Kleine werkplekken of ateliers ............................................................................................................................. 8 6.3.4. Zorgfunctie ........................................................................................................................................................... 8 6.3.5. Wooneenheden .................................................................................................................................................... 8 6.3.6. Hotel of hostel ...................................................................................................................................................... 8 Bijlage 1 - bouwkundig inspectierapport Bijlage 2 – tekeningen Bijlage 3 - uittreksel rijksmonumentendata Bijlage 4 – bestemmingsplan
Pagina 3
1. Locatie en zichtbaarheid Het complex de Muntentoren ligt in de binnenstad van Deventer, direct achter de oude stadsmuur, welke je daar ook beleeft. In toeristische uitingen wordt de Muntentoren met zijn binnenpleintje veel genoemd. Ondanks de hemelsbreed korte afstand tot de kern van de binnenstad is het pand enigszins moeilijk te vinden, aangezien het alleen via smalle straten te bereiken is. Het pand met zijn binnenpleintje vormt een soort hofje en ligt niet in de automatische looplijnen van de gemiddelde stadsbezoeker. Door toeristen wordt het wel gevonden. Direct rond het bouwwerk zijn alleen een aantal vergunninghoudersparkeerplaatsen. Een grote parkeergarage ligt op ca. 150m. Parkeren op eigen terrein is niet mogelijk en ook niet te creëren d.m.v. kelders o.i.d.
2. Het complex en zijn geschiedenis Het complex bestaat uit een kleine woning, een binnenplaats (eigen terrein), het gebouw de Muntentoren en een kleine tuin omsloten door een tuinmuur. In de 17e en 18e eeuw was de muntentoren een werkplaats waar, gezamenlijk met de steden Zwolle en Kampen, de muntmeester provinciale en stedelijke munten sloeg. Dit uiteraard tegen de zin van de landelijke regering, die haar eigen munt wilde invoeren. Dit oude muntgebouw verkeerde aan het begin van de eeuw in zo’n bouwvallige toestand dat het in 1913 voor afbraak verkocht dreigde te worden. De met hart en ziel aan de stad verknochte kooplieden H.H. Lugard jr. en G.J. Lugard kochten het toen aan en bekostigden uit eigen middelen een restauratie. De sluitsteen met daarin gebeiteld ’Die Munte’ werd bij de restauratie van 1913-1914 aangebracht en is dus niet erg oud.1 In februari 1945 werd bij een geallieerde bomaanval het Muntentorencomplex bijzonder zwaar beschadigd. G.J. Lugard jr., één van de bestuurders van de Stichting (red: de Lugard stichting die zorg droeg voor het beheer van de Muntentoren) en zoon van H.H. Lugard jr., beijverde zich om het complex met gebruikmaking van rijkssubsidie en van particuliere gelden te restaureren. Deze restauratie kwam in 1951 gereed. Tevens werd het complex uitgebreid, onder meer door de aankoop van drie aangrenzende woningen die tot atelierruimten ten behoeve van Deventer kunstenaars verbouwd werden. Van 1952-1965 organiseerde G.J. Lugard jr. exposities in het complex, dat daarnaast verhuurd werd voor andere, doch voornamelijk culturele doeleinden. Van 1966-1973 kwam de organisatie van de exposities in handen te liggen van tentoonstellingscommissies, ingesteld door de Culturele Raad van Deventer. Begin 1974 nam de Vereniging Kabelomroep Deventer het gehele complex voor de tijd van twee jaar in gebruik. Het "Huisje van de Weduwe", in gebruik als conciërgewoning behield echter zijn bestemming, evenals de schildersateliers.2 Vanaf ca. 1976 richtte de heer Straus, die tot aan zijn overlijden in het huisje van de weduwe heeft gewoond, een permanente ruimtevaartexpositie in op de bovenste verdieping van het pand. De grote zaal beneden werd nog wisselend gebruikt.
1
bron website geocoaching
2 bron stadsarchief Deventer
Pagina 4
De nieuw apostolische gemeente in Deventer was gehuisvest in het oud FNV kantoortje aan de graaf van Burenstraat en kon daar niet langer blijven. Er werd dus naarstig gezocht naar een goed onderkomen. De Muntentoren bood uitkomst met mogelijkheid van het huren van de begane grond. Toen de Lugard stichting rond 1989 echter in financiële moeilijkheden kwam is besloten het gebouw over te nemen. Sinds die tijd is het eigendom van de Nieuw Apostolische Kerk in Nederland. Echter, sinds januari 2012 is de kerkelijke gemeenschap van Zutphen en Deventer gefuseerd en sindsdien is het gebouw niet meer in functie.
3. Objectomschrijving 3.1. De woning Het is een kleine woning die aan alle zijden door openbare ruimte omsloten wordt. inhoud ca. 300 m³ oppervlakte begane grond 46 m² (bvo) verdieping 46 m² (bvo) met kleine vliering.
3.2. De Muntentoren Het is een gebouw met een grote zaal op de begane grond en een grote zaal op de verdieping. Er zijn enkele toiletten aanwezig en een pantry. In de entreevleugel zit het trappenhuis, wat door de trap zelf en glas in lood ramen bijzonder is. Er is ook een grote zolder, die op dit moment moeilijk bereikbaar is. Hier is geen verblijfsgebied mogelijk. Tevens is er een lage kelder met vochtproblemen. inhoud ca. 2330 m³ oppervlak begane grond 194 m² (bvo) oppervlak verdieping 179 m² (bvo) oppervlak zolder 106 m² (bvo) oppervlak kelder 32 m² (bvo) oppervlak tuin 43 m² (bvo) Voor meer informatie zie ‘bijlage 1, bouwkundig inspectierapport’ en ‘bijlage 2, tekeningen’.
4. Monumentenstatus De bebouwing valt onder typering beschermd stadsgezicht. Zowel de woning als de Muntentoren zijn bestempeld als rijksmonument. Echter, de monumentendatabase heeft de huisnummers door elkaar gehaald. De Monumentenbeschrijving voor nr. 2 en 4 luidt als volgt: Complex rond klein binnenpleintje. In het huis aan de oostzijde werden in de zeventiende eeuw stedelijke munten geslagen. De muur langs de plaats in hoofdzaak wellicht middeleeuws; torentje van omstreeks 1600. Een verdere benoeming van bijzonderheden is er niet en maakt aannemelijk dat we vrij zijn tot het opnieuw indelen en toekennen van programma voor de panden. Wel hebben we dus een beperking in het aanpassen van de buitenzijde, ik schat in dat de zijde naar de parkeerplaatsen het meest geschikt is voor een eventuele ingreep. De binnenplaats met pomp moet grotendeels onaangetast blijven. Zie verder ‘bijlage 3, uittreksel rijksmonumentendata’
Pagina 5
5. Bestemmingsplan Er ligt een bestemming maatschappelijk op het totaal en binnen de bestemming maatschappelijk is het mogelijk wooneenheden te maken. Voorwaarde is echter wel dat deze op de verdieping worden gerealiseerd. Gezien de eerdere overleggen met de gemeente begrijp ik dat er over kansrijke plannen die buiten de bestemming vallen te praten valt. Zodoende is er met het oog op het bestemmingsplan geen reden om functies uit te sluiten (behoudens een bestemming als industrie). Zie verder bijlage 4, bestemmingsplan
6. Functioneel en markttechnisch onderzoek 6.1. SWOT analyse Kracht -
Liggend in het bergkwartier; veel bezoekers vanwege historische panden. Dichtbij grote parkeergarage en de Brink. Zeer herkenbaar en onderdeel promotie VVV. Eigen binnenterrein, hetgeen mogelijkheden biedt. Grote zalen met goede ontsluiting geeft veel mogelijkheden in ruimte gebruik Goede Bouwkundige staat (buitenzijde en binnenzijde)
Zwakte -
Gebrek aan parkeerplaatsen, er zijn slechts enkele vergunninghouders-parkeerplekken dichtbij. Buiten de looplijnen van gemiddelde bezoeker stad. Isolatiewaarden Beperkte buitenruimten
Kansen -
Het complex is gelegen op slechts enkele minuten lopen vanaf de Brink, het centrale en levendige plein in de Deventer binnenstad. Deventer is een stad met ook veel kleine ondernemers Gemeente is meewerkend in opstelling
Bedreigingen -
Rijksmonument, aanpassingen in gevel zeer beperkt Veranderingen zijn kostbaar (weinig voorzieningen aanwezig)
6.2. Inventarisatie opties 6.2.1. Verkoop van bestaande pand De markt is niet gunstig voor een direct verkoop. Indien er een koper is, is dit het meest gunstig voor de kerk. Wel dient er rekening gehouden te worden met het herstel van dak. Aan drie zijden zijn er dakpanplaten toegepast en moet de oude pan weer teruggebracht worden. Het dakbeschot lijkt in orde. De kosten hiervan worden nader onderzocht. Middels een taxatie is de waarde van het pand vastgesteld.
Pagina 6
6.2.2. Renovatie t.b.v. verhuur in huidige functie Het renoveren van het pand t.b.v. verhuur vergt een aanzienlijke investering. Het dak en de stoffering zou vernieuwd moeten worden en de verwarmingsinstallatie zou vernieuwd dan wel verbeterd moeten worden. Ondanks het achterliggende Logegebouw Deventer is er blijkbaar nog steeds vraag naar ruimten voor vergaderingen, voordrachten, tentoonstellingen, muziek, workshops enz. Er komen nu reeds aanvragen voor het huren van het gebouw binnen. Het is echter een goede vraag of het complex rendabel geëxploiteerd kan worden. Het is echter wel te overwegen in ieder geval ruimte te reserveren voor dergelijke activiteiten. Bekeken moet worden wat hierin wenselijke m2 zijn, door analyse van de huidige vraag. Deze functie zou ook goed in lijn zijn met de visie van de dhr. Lugard, de drijvende kracht bij het destijds renoveren en opbouwen van het complex. 6.2.3. Ontwikkelen Een ontwikkeling van het pand zou op verschillende manieren vorm kunnen krijgen. De NAK zou een ontwikkelaar kunnen betrekken, de ontwikkeling zelf kunnen financieren en vervolgens het complex kunnen exploiteren of verkopen aan een investeerder of gebruiker. Een andere mogelijkheid is het uitwerken van het plan om op deze manier het pand tegen her-ontwikkelwaarde te kunnen verkopen. Door deze aanpak is er de garantie dat er goed onderzoek is gedaan naar de mogelijkheden en dat bij verkoop het pand ook daadwerkelijk een goede nieuwe bestemming krijgt.
6.3. Herbestemmingsopties In de brainstorm m.b.t. ontwikkeling komen een aantal mogelijke bestemmingen naar voren. Deze zijn in een aantal bijlagen ook in beeld gebracht. 6.3.1. Lichte horecabestemming Redenerend vanuit de sterke punten – inspelend op het hofje en de ontdekkende stadsbezoeker is een lichte horecabestemming op de begane grond zeer wel denkbaar. Ruimten erboven t.b.v. verhuur als genoemd bij punt 6.2.2. 6.3.2. Huurwoningen voor starters/studenten Redenerend vanuit de marktvraag kan gedacht worden aan huurwoningen voor starters/studenten, die niet vast zitten aan de auto voor de deur en die graag in het centrum willen wonen. Hier is wel overleg met de gemeente nodig mbt een eventuele parkeernorm. In de toekomst zouden – als de markt gunstiger is – de starterswoningen verkocht kunnen worden. Een specifieke doelgroep kan hier ook nog voor gezocht worden, mogelijk vanuit de behoeften vanuit NAK internationaal, bijvoorbeeld woonruimte om te studeren (past binnen maatschappelijke functie). Of via de IO, een organisatie in Deventer dat buitenlanders helpt met het studeren in o.a. Deventer aan de hoge school. Mogelijk hebben zij ook wel een huisvestingsprobleem en kan een soort klein campus een oplossing zijn.
Pagina 7
6.3.3. Kleine werkplekken of ateliers Een andere mogelijkheid is het aanbieden van kleine werkplekken of ateliers voor studenten en startende ondernemers. Dit kunnen allerlei verschillende bedrijven zijn die elkaar mogelijk kunnen versterken. 6.3.4. Zorgfunctie Redenerend vanuit het bestemmingsplan maatschappelijke betrokkenheid kan gedacht worden aan een zorgfunctie, bijvoorbeeld als vakantieverblijf voor gehandicapten of aan studio’s voor begeleid wonen. Hier zal een partij voor gevonden moeten worden die deze ontwikkeling zou willen trekken. 6.3.5. Wooneenheden Vanwege de parkeerbeperking is het waarschijnlijk niet mogelijk wooneenheden te maken, ook senioren zullen snel een aantal nadelen ondervinden; buitenruimtes zijn bijna niet te creëren afgezien van een gezamenlijke buitenruimte op begane grond. 6.3.6. Hotel of hostel Een hotel of hostel, waarbij de laatste waarschijnlijk meer exploitabel is vanwege de minder hoge kwaliteitseisen. De historische plek en karaktervolle gebouw zal hier aantrekkelijk zijn. Met de input vanuit YoungGreen kan in het vervolg van dit onderzoek voor een aantal varianten een schetsopzet gemaakt worden.
Pagina 8
Bijlage 1 - bouwkundig inspectierapport
Pagina 9
Rijksmonume
Bouwkundig inspectierapport
Muntengang 2 en 4, Deventer
Bouwkundig inspectierapport Straat Postcode Plaats
: Muntengang 2 en 4 : 7411 GD : Deventer
Type opstal Bouwjaar : Datum inspectie Projectnummer Inspecteur Inspectiebureau
: : : : : :
Rijksmonument Middeleeuws omstreeks 1600 11-07-2012 K120397 B.F.A. Viskaal Korfker Architecten Sportlaan 12, Emmeloord Postbus 110, 8300 AC Emmeloord T (0527) 69 99 99 F (0527) 61 29 82
[email protected] www.korfker.nl KvK 52049744
Pagina 2 van 41
Inhoudsopgave 1. Algemene gegevens.................................................................................................................................................4 1.1 Inspectiegegevens ............................................................................................................................................4 1.2 Opdrachtgever ...................................................................................................................................................4 1.3 Gegevens van het pand ....................................................................................................................................4 2. Bouwkundige inspectie ...........................................................................................................................................5 2.1 Doel bouwkundige inspectie...........................................................................................................................5 2.2 Het bouwtechnische rapport ..........................................................................................................................5 2.3 Beoordeling van het object .............................................................................................................................6 2.4 Werkwijze ...........................................................................................................................................................6 2.5 Raming van kosten ............................................................................................................................................7 2.5.1 Informatieplicht verkopers ........................................................................................................................7 2.5.2 Onderzoeksplicht kopers ............................................................................................................................8 3. Technische staat........................................................................................................................................................9 3.1 Toelichting ..........................................................................................................................................................9 3.1.1 Omschrijving waardering ..........................................................................................................................9 4. Rapportage ............................................................................................................................................................. 10 4.1 Fundering ......................................................................................................................................................... 10 4.2 Onderbouw ...................................................................................................................................................... 10 4.3 Gevelconstructie ............................................................................................................................................. 10 4.4 Geveluitrusting ............................................................................................................................................... 11 4.5 Dakconstructie ................................................................................................................................................ 14 4.6 Dakuitrusting................................................................................................................................................... 14 4.7 Hemelwaterafvoer.......................................................................................................................................... 14 4.8 Dakbedekking ................................................................................................................................................. 15 4.9 Interieurconstructie........................................................................................................................................ 15 4.10 Interieurafwerking ....................................................................................................................................... 17 4.11 Waterinstallatie ............................................................................................................................................ 18 4.12 Gasinstallatie ................................................................................................................................................. 18 4.13 Elektra-installatie ......................................................................................................................................... 19 4.14 Verwarmingsinstallatie ............................................................................................................................... 19 4.15 Overig interieur............................................................................................................................................. 20 Bijlagen ........................................................................................................................................................................ 21 A. Uitvergrote foto’s bij gebreken en opmerkingen ....................................................................................... 21
Pagina 3 van 41
1. Algemene gegevens 1.1 Inspectiegegevens Soort inspectie Inspecteur Datum aanvraag Datum inspectie
: visuele inspectie : B.F.A. Viskaal : 19 november 2008 : 9 juli 2012
1.2 Opdrachtgever Bedrijfsnaam Naam Adres Postcode Woonplaats Telefoonnummer E-Mail
: Gemeente Deventer : Mevrouw Jorien Kranendijk : Leeuwenbrug 85 : 7411 TH : Deventer : (0570) 69 35 85 :
[email protected]
1.3 Gegevens van het pand Type Straat Postcode Plaats Bouwjaar Verbouwingsjaar Aantal bouwlagen Bruto oppervlakte Muntentoren in m² Bruto oppervlakte woning in m²
: Rijksmonument nummer 12685 en 46565 : Muntengang 2 en 4 : 7411 GD : Deventer : Middeleeuws, omstreeks 1600 : 1949/51 : 2 lagen onder zadeldak tussen topgevels : 519 m² : 92 m²
Pagina 4 van 41
2. Bouwkundige inspectie 2.1 Doel bouwkundige inspectie Een bouwkundige inspectie geeft een duidelijk, onafhankelijk beeld van de staat en kwaliteit van het aan te kopen pand. Daarbij wordt (indien van toepassing) een raming gemaakt van noodzakelijke verbeteringsmaatregelen op korte termijn. Het doel van de inspectie is het verkrijgen van inzicht in de onderhoudstoestand van het object en de eventueel voorkomende gebreken en/of tekortkomingen door middel van een visuele inspectie, dit in relatie tot de in het bouwjaar geldende eisen, bouwaard en bouwwijze. Voornoemde visuele inspectie is een momentopname. Uitsluitend zichtbare gebreken of tekortkomingen worden gesignaleerd en gerapporteerd. Verborgen gebreken worden tijdens deze inspectie niet geconstateerd een vermoeden hiervan zal worden aangegeven. Het rapport heeft niet de bedoeling anders en/of meer te zijn dan een indicatie voor eventueel te verwachten kosten zoals aangegeven, hetgeen niet uitsluit dat zich met betrekking tot het geïnspecteerde object gebreken kunnen voordoen, met de daar bijbehorende kosten van reparatie en/of onderhoud welke niet gesignaleerd zijn. Het rapport dient niet te worden gezien als een garantie m.b.t. het te verwachten onderhoud en de daarmee gemoeid zijnde kosten. Het doel evenals de aard en wijze van de visuele inspectie brengt met zich mee dat specialistische onderzoeken niet worden uitgevoerd, er geen metingen worden verricht, er geen berekeningen worden uitgevoerd en er geen onderdelen worden verwijderd, verschoven, opgetild, opgegraven etc. om achterliggende constructies en of installaties te kunnen beoordelen. Kortom er vinden geen destructieve onderzoeken plaats. Het is binnen de inspectie niet mogelijk een asbestonderzoek uit te voeren. Er wordt niet specifiek gezocht naar mogelijk asbesthoudend materiaal in/aan een object. Indien de inspecteur tijdens de inspectie een asbestverdacht materiaal tegenkomt, zal hiervan melding worden gemaakt in het inspectierapport. Er kunnen geen rechten ontleend worden indien er asbesthoudende materialen over het hoofd gezien worden en/of niet in het rapport opgenomen zijn.
2.2 Het bouwtechnische rapport In het bouwtechnische rapport worden de volgende zaken weergegeven: waardering staat van onderhoud per onderdeel; waarneembaarheid van het element; constateringen en opmerkingen m.b.t. de conditie van een onderdeel; Evt. kostenraming voor herstelkosten c.q. vervangingswerkzaamheden welke op korte termijn noodzakelijk zijn omdat de functievervulling niet meer gewaarborgd is of de kans op (vervolg)schade bestaat. Evt. adviezen voor het (laten) uitvoeren van nadere (specialistische) onderzoeken. o.a. - onderzoek naar houtborende insecten, - onderzoek naar houtaantastende schimmels (zwam), - constructief onderzoek (sterkteberekeningen), - onderzoek naar betonrot, - onderzoek naar asbest.
Pagina 5 van 41
2.3 Beoordeling van het object De beoordeling van de bouwkundige staat van het object heeft betrekking op twee zaken: 1. De kwaliteit van het object en de samenstellende onderdelen. Hierbij wordt nagegaan of er aan de bouwdelen gebreken of uitvoeringsfouten zijn te constateren. 2. De mate waarin de kwaliteit van de onderdelen is verminderd door het verouderingsproces, onjuiste uitvoering of calamiteiten. Het is nimmer exact vast te stellen hoe en in welke mate de onderhoudstoestand van een onderdeel gedurende de geldigheidsduur van het rapport kan verslechteren. In het bouwtechnische rapport worden dan ook geen indicaties gegeven over de resterende levensduur en/of het in de toekomst te verwachten tijdstip van vervanging van een onderdeel. Het rapport dient niet gezien te worden als een garantie m.b.t. het te verwachten onderhoud en de daarmee gemoeide kosten. In die gevallen dat er in het inspectierapport staat vermeld dat een onderdeel niet of deels geïnspecteerd kan worden wordt een inschatting gemaakt, gebaseerd op eventuele (niet) geconstateerde relevante gebreken aan aanverwante onderdelen in combinatie met de kennis en ervaring van de inspecteur. Indien de opdrachtgever zekerheid wenst over een niet of deels inspecteerbaar onderdeel, dient de opdrachtgever een nader/destructief/specialistisch onderzoek uit te laten voeren naar de kwaliteit van het betreffende onderdeel.
2.4 Werkwijze Ruimtes onder en tussen vloeren, wanden, achter plafondconstructies en dakbalken worden geïnspecteerd voor zover bereikbaar onder normale omstandigheden. Indien tijdens een inspectie blijkt dat bepaalde onderdelen c.q. gedeelten van een object niet kunnen worden geïnspecteerd, zal dit in het rapport worden weergegeven. Indien tijdens inspectie blijkt dat bepaalde objecten en/of gedeelten daarvan zeer moeilijk en niet zonder gevaar bereikbaar zijn, dat uitsluitend ter beoordeling door de inspecteur, zullen deze objecten/gedeelten niet worden gekeurd en zal hier in de rapportage melding van worden gemaakt. Voor woningen en appartementen wordt een visuele inspectie verricht naar functionaliteit en kwaliteit van de aan- en in de woning aanwezige onderdelen. Voor onderdelen die niet visueel zijn te inspecteren zal een afgeleid oordeel worden gegeven op basis van de vermoedelijke kwaliteit op grond van de staat dan wel zichtbare, samengestelde en met dit onderdeel verband houdende onderdelen. De inspectie is een momentopname. Dit betekent dat omstandigheden ten tijde van de inspectie sterk bepalend kunnen zijn voor de beoordeling. Dit heeft betrekking op weersomstandigheden, maar ook de mate waarin onderdelen zijn te beoordelen, zoals zicht en bereikbaarheid. Het kan voorkomen dat een schade of gebrek wordt geconstateerd waarvan de oorzaak of ernst zonder aanvullend onderzoek niet goed kan worden vastgesteld. In voorkomende gevallen wordt hierover bij de onderzoeksresultaten een opmerking gemaakt. De beoordeling wordt weergegeven met een algehele kwaliteitsaanduiding verduidelijkt door een toelichtende tekst per gebouwonderdeel.
Pagina 6 van 41
2.5 Raming van kosten In zoverre binnen de verstrekte opdracht ramingen van herstelkosten en/of onderhoudskosten worden gegeven zijn deze gebaseerd op algemeen geaccepteerde eenheidsprijzen van materialen en normen voor arbeid en materiaalinzet door professionele bedrijven. De prijzen zijn exclusief BTW. Deze kosten hebben betrekking op herstel van gebreken en technisch noodzakelijk onderhoud ten einde het pand terug te brengen tot een redelijke staat. Verbeteringen of verfraaiingen zijn niet opgenomen. De kostenramingen dienen uitsluitend als zodanig te worden gehanteerd bij de beoordeling van een pand en zijn niet bedoeld als een aannemersbegroting. Hoewel wordt getracht een zo nauwkeurig mogelijke raming te geven, kunnen aan de in het rapport genoemde prijzen geen rechten worden ontleend. Lokale omstandigheden kunnen aanleiding zijn tot afwijkingen ten opzichte van de kostenramingen. PM-posten (pro memorie) en/of stelposten worden opgenomen indien het niet mogelijk is een exacte inschatting van noodzakelijk herstel of vervanging vast te stellen: de omvang van de schade is niet vast te stellen (lekkage van verweerde dakbedekking kan leiden tot aantasting van de nietzichtbare draagconstructie), de herstelkosten hangen sterk af van de gekozen oplossing (afwerking wanden, vervangen van vloer), pas na het vaststellen van de exacte oorzaak kunnen herstelkosten worden vastgesteld (fundering, vocht in kruipruimte), te vernieuwen onderdelen in het interieur zijn sterk afhankelijk van kwaliteit en uitvoering. Van een aantal van deze posten kan binnen ruime marges een schatting worden gemaakt. 2.5.1 Informatieplicht verkopers Conform artikel 17 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek waaronder de informatie en onderzoeksplicht valt, stelt dat verkopers een informatieplicht hebben omtrent het normaal en bijzonder gebruik dat kopers voor ogen staat met betrekking tot ingebruikname van de onroerende zaak. De verkopers hebben dan ook een informatieplicht als zij weet of zouden moeten weten dat de onroerende zaak voor dit normaleof bijzondere gebruik ongeschikt is. Wat betekent deze informatieplicht voor verkopers: Verkopers hebben informatieplicht voor de door haar gekende onzichtbare gebreken, voor zover door deze gebreken het pand de eigenschappen mist die koper op grond van de overeenkomst mag verwachten. Verkopers zijn voor de door haar onbekende onzichtbare gebreken slechts aansprakelijk als die gebreken een normaal gebruik van het pand in de weg staan. Voor zichtbare gebreken zijn verkopers niet aansprakelijk. Indien er geen ingevuld en ondertekend inlichtingenformulier voorafgaand aan de bouwkundige inspectie aan de inspecteur van Korfker Architecten is afgegeven, kunnen er geen rechten aan de inhoud van het inspectierapport worden ontleend.
Pagina 7 van 41
2.5.2 Onderzoeksplicht kopers De koper op zijn beurt mag alleen die eigenschappen verwachten waarvan hij de eigenschappen niet behoeft te betwijfelen. Waar hij twijfelt of moet twijfelen, dient hij de verkoper vragen te stellen, of zelf onderzoek te verrichten. Wat betekent deze onderzoeksplicht voor kopers: Kopers dienen actief navraag te doen naar onzichtbare (mogelijk bij verkopers bekende) gebreken wanneer verkopers hieromtrent geen mededeling doen. Hiervoor is het door verkopers ingevulde informatieformulier (vaak in bezit van verkopend makelaar) zeer bruikbaar. Op basis van het informatieformulier, informatie uit de visuele inspectie, daadwerkelijke bezichtiging(en) en eventueel specialistisch onderzoek (indien aanbevolen door het inspectiebureau, of op eigen initiatief) kan verkoper aantonen zijn onderzoeksplicht serieus te hebben genomen. Omdat verkopers voor zichtbare gebreken dus niet aansprakelijk gehouden worden dient koper dus actief onderzoek en navraag te doen bij derden wat de herstelkosten voor deze onderdelen zullen bedragen. De visuele inspectie van inspectiebureaus geven slechts een indicatie gebaseerd op eenheidsprijzen welke zijn uitgegeven door erkende bedrijven.
Pagina 8 van 41
3. Technische staat 3.1 Toelichting De beoordeling van de technische staat, waarin het pand verkeert, heeft betrekking op de volgende aspecten: a. De kwaliteit van de samenstellende onderdelen en van het pand als geheel. Hierbij wordt nagegaan of er in de bouwdelen gebreken of constructiefouten zijn te constateren en in hoeverre de kwaliteit van de bouwdelen is verminderd door het verouderingsproces. b. De onderhoudstoestand van het pand en de samenstellende onderdelen. Bij de beoordeling zijn de volgende criteria aangehouden: 3.1.1 Omschrijving waardering Uitstekend : Het element verkeert in nieuwstaat. Goed : Het element vertoont geen gebreken en/of verouderingsverschijnselen. Redelijk : Het verouderingsproces van het element is op gang gekomen. Incidenteel kan een storing in de functie van het element optreden. Matig : Het verouderingsproces heeft het element duidelijk in zijn greep. Storingen komen plaatselijk voor en/of zijn reeds voorgekomen. Slecht : De functievervulling van het element is niet meer gewaarborgd. Het einde van de technische levensduur is vrijwel bereikt. Regelmatig komen ernstige gebreken voor. Zeer slecht : De functievervulling van het element is niet meer gewaarborgd. Het einde van de technische levensduur is bereikt.
Pagina 9 van 41
4. Rapportage 4.1 Fundering Waardering Waarneembaar Gebrek Advies Herstelkosten Opmerking
: : : : : :
n.v.t. Niet n.v.t. n.v.t. n.v.t. Niet geïnspecteerd
: : : : : :
n.v.t. Niet n.v.t. n.v.t. n.v.t. Niet geïnspecteerd
4.2 Onderbouw Kruipruimte Waardering Waarneembaar Gebrek Advies Herstelkosten Opmerking
4.3 Gevelconstructie Metselwerk met aanhelingen, gevelsteen Kloostermoppen Waardering : Uitstekend Waarneembaar : Geheel Gebrek : Kleine scheurvorming / zetting op enkele plaatsen Advies : n.v.t. Herstelkosten : n.v.t. Opmerking : Geen
Pagina 10 van 41
Foto 1
4.4 Geveluitrusting Buitenkozijnen: gedeeltelijk staal + houten + natuursteen kozijnen / muurankers Waardering : Goed Waarneembaar : Geheel Gebrek : n.v.t. Advies : n.v.t. Herstelkosten : n.v.t. Opmerking : Geen Foto 2
Foto 3
Buitenramen: Stalen + houten ramen + buitenluiken Waardering : Goed Waarneembaar : Geheel Gebrek : n.v.t. Advies : n.v.t. Herstelkosten : n.v.t. Opmerking : Nadeel enkelglas Foto 4
Foto 5
Buitendeuren: entreedeur eiken Waardering : Goed Waarneembaar : Geheel Gebrek : n.v.t. Advies : n.v.t. Herstelkosten : n.v.t. Opmerking : Geen
Pagina 11 van 41
Hang- en sluitwerk deuren Waardering : Goed Waarneembaar : Geheel Gebrek : n.v.t. Advies : n.v.t. Herstelkosten : n.v.t. Opmerking : Muurankers staal “goed” Spijlen getordeerd staal “goed”
Foto 6
Hang- en sluitwerk ramen Waardering : Goed Waarneembaar : Geheel Gebrek : n.v.t. Advies : n.v.t. Herstelkosten : n.v.t. Opmerking : Geen
Foto 7
Foto 8
Beglazing: enkelglas en glas in lood + gebrandschilderd glas Waardering : Goed Waarneembaar : Geheel Gebrek : n.v.t. Advies : n.v.t. Herstelkosten : n.v.t. Opmerking : Voorzetglas aan binnenzijde aan te bevelen.
Foto 9
Foto 10
Pagina 12 van 41
Ventilatieroosters: Waardering Waarneembaar Gebrek Advies Herstelkosten Opmerking
: : : : : :
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Lekdorpels: natuursteen Waardering : Goed Waarneembaar : Geheel Gebrek : n.v.t. Advies : n.v.t. Herstelkosten : n.v.t. Opmerking : Geen
Schilderwerk Waardering Waarneembaar Gebrek Advies Herstelkosten Opmerking
: : : : : :
Goed Geheel n.v.t. n.v.t. n.v.t. Geen
Pagina 13 van 41
4.5 Dakconstructie Houten spanten met Waardering : Waarneembaar : Gebrek :
Advies Herstelkosten Opmerking
gordingen en asbestdakbeschot Goed Geheel Gedeelte kilgoot aangetast door houtrot. Lekkage is zichtbaar verholpen. Verkeerde dakconstructie toegepast door gedeeltelijk aangebrachte stalen dakpanelementen. Risico op condens afzetting wegens te weinig ventilatie. : Herstellen met bijpassende oorspronkelijk gebruikte dakpannen. : Niet bepaald. : Houten spanten en gordingen in goede staat. Gehele zolderruimte is geïsoleerd met glaswol dekens.
Foto 11
Foto 12
Foto 13
Foto 14
4.6 Dakuitrusting Torentje voorzien van leien en windvaan / topgevels Waardering : Goed Waarneembaar : Geheel Gebrek : n.v.t. Advies : n.v.t. Herstelkosten : n.v.t. Opmerking : Topgevels afgedekt met rollaag en natuursteen. Risico: inwateren en losvriezen. Foto 15
Pagina 14 van 41
4.7 Hemelwaterafvoer HWA staal tot ca. 2,5 meter , verder pvc Waardering : Goed Waarneembaar : Geheel Gebrek : n.v.t. Advies : n.v.t. Herstelkosten : n.v.t. Opmerking : Geen Foto 16
4.8 Dakbedekking Dakbedekking bestaat uit dakpanelementen en keramische pannen Waardering : Goed Waarneembaar : Geheel Gebrek : n.v.t. Advies : Zie punt 4.5 Herstelkosten : n.v.t. Opmerking : Geen Foto 17
Foto 18
4.9 Interieurconstructie Vloer hal: marmer Waardering Waarneembaar Gebrek Advies Herstelkosten Opmerking
: : : : : :
Wanden: metselwerk Waardering : Waarneembaar : Gebrek : Advies : Herstelkosten : Opmerking :
Goed Geheel n.v.t. n.v.t. n.v.t. Schoonmaakbeurt vereist
Goed Geheel n.v.t. n.v.t. n.v.t. Geen
Pagina 15 van 41
Foto 19
Trappen: eikenhout incl. balustrade monumentaal Waardering : Goed Waarneembaar : Geheel Gebrek : n.v.t. Advies : n.v.t. Herstelkosten : n.v.t. Opmerking : Geen Foto 20
Keukenblok Waardering Waarneembaar Gebrek Advies Herstelkosten Opmerking
: : : : : :
Redelijk Geheel n.v.t. n.v.t. n.v.t. gedateerd
Sanitair Waardering Waarneembaar Gebrek Advies Herstelkosten Opmerking
: : : : : :
Redelijk Geheel Hier en daar achterstallig onderhoud n.v.t. n.v.t. Vernieuwen
Foto 21
Foto 22
Foto 23
Foto 24
Foto 25
Pagina 16 van 41
Binnendeurkozijnen Waardering : Waarneembaar : Gebrek : Advies : Herstelkosten : Opmerking :
Goed Geheel n.v.t. n.v.t. n.v.t. Geen
Binnendeuren: Diverse paneel deuren geschilderd + glas in lood deuren Waardering : Goed Waarneembaar : Geheel Gebrek : n.v.t. Advies : n.v.t. Herstelkosten : n.v.t. Opmerking : Geen
Foto 27
Foto 26
Foto 28
4.10 Interieurafwerking Plafond: gipsplaat, balkenrooster houten visgraadmotief in hal Waardering : Redelijk Waarneembaar : Geheel Gebrek : n.v.t. Advies : n.v.t. Herstelkosten
: n.v.t.
Opmerking
: Geen
Foto 29
Foto 30
Foto 31
Pagina 17 van 41
Wandafwerking: sauswerk Waardering : Redelijk Waarneembaar : Geheel Gebrek : n.v.t. Advies : n.v.t. Herstelkosten : n.v.t. Opmerking : Geen
4.11 Waterinstallatie Zichtbare waterleidingen Waardering : Redelijk Waarneembaar : Gedeeltelijk Gebrek : n.v.t. Advies : n.v.t. Herstelkosten : n.v.t. Opmerking : Geen Zichtbare riolering/vuilwater afvoerleidingen Waardering : Redelijk Waarneembaar : Gedeeltelijk Gebrek : n.v.t. Advies : n.v.t. Herstelkosten : n.v.t. Opmerking : Geen Foto 32
4.12 Gasinstallatie Zichtbare gasleidingen Waardering : Goed Waarneembaar : Gedeeltelijk Gebrek : n.v.t. Advies : n.v.t. Herstelkosten : n.v.t. Opmerking : Geen
Pagina 18 van 41
4.13 Elektra-installatie Meterkast, elektraleidingen, stopcontacten en schakelaars Waardering : Goed Waarneembaar : Gedeeltelijk Gebrek : n.v.t. Advies : n.v.t. Herstelkosten : n.v.t. Opmerking : Geen
Foto 33
4.14 Verwarmingsinstallatie C.V. installatie: Ketel Remeha Waardering : Goed Waarneembaar : Geheel Gebrek : n.v.t. Advies : n.v.t. Herstelkosten : n.v.t. Opmerking : Geen
C.V. leidingen Waardering Waarneembaar Gebrek Advies Herstelkosten Opmerking
: : : : : :
Goed Geheel n.v.t. n.v.t. n.v.t. geen
Radiatoren en kranen Waardering : Waarneembaar : Gebrek : Advies : Herstelkosten : Opmerking :
Goed Geheel n.v.t. n.v.t. n.v.t. Geen
Foto 34
Pagina 19 van 41
4.15 Overig interieur Mechanische ventilatie Waardering : n.v.t. Waarneembaar : n.v.t. Gebrek : n.v.t. Advies : n.v.t. Herstelkosten : n.v.t. Opmerking : n.v.t.
Airconditioning Waardering Waarneembaar Gebrek Advies Herstelkosten Opmerking
: : : : : :
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Pagina 20 van 41
Bijlagen A. Uitvergrote foto’s bij gebreken en opmerkingen
Foto 1: metselwerk met aanhelingen
Pagina 21 van 41
Foto 2: buitenkozijnen gedeeltelijk staal + houten kozijnen, natuursteen omkadering.
Pagina 22 van 41
Foto 3: buitenkozijnen gedeeltelijk staal + houten kozijnen, natuursteen omkadering.
Pagina 23 van 41
Foto 4: stalen en houten ramen + buitenluiken.
Foto 5: stalen en houten ramen + buitenluiken.
Pagina 24 van 41
Foto 6: spijlen getordeerd staal.
Pagina 25 van 41
Foto 7: muurankers staal.
Pagina 26 van 41
Foto 8: hang- en sluitwerk ramen.
Foto 9: Enkel glas en glas in lood.
Pagina 27 van 41
Foto 10: Enkel glas en glas in lood.
Foto 11: dakconstructie.
Pagina 28 van 41
Foto 12: dakconstructie.
Foto 13: dakconstructie.
Pagina 29 van 41
Foto 14: dakconstructie.
Pagina 30 van 41
Foto 15: torentje bedekt met leien en windvaan.
Pagina 31 van 41
Foto 16: hemelwaterafvoer.
Pagina 32 van 41
Foto 17: dakbedekking.
Foto 18: dakbedekking.
Pagina 33 van 41
Foto 19: vloer in de hal.
Foto 20: trappen hout/staal.
Pagina 34 van 41
Foto 21: trappen hout/staal.
Foto 22: gedateerd keukenblok.
Pagina 35 van 41
Foto 23: sanitair.
Foto 24 en 26: sanitair en binnendeur
Pagina 36 van 41
Foto 25: sanitair
Foto 27: binnendeur glas in lood
Pagina 37 van 41
Foto 28: binnendeuren.
Foto 29: plafond, visgraat motief in de hal.
Pagina 38 van 41
Foto 30: balkenlaag.
Foto 31: balkenlaag met gipsplaat plafond
Pagina 39 van 41
Foto 32: c.v. leidingen.
Pagina 40 van 41
Foto 33: de meterkast
Foto 34: CV installatie, ketel Remaha bouwjaar 1987
Pagina 41 van 41
Bijlage 2 – tekeningen
Pagina 10
Bijlage 3 - uittreksel rijksmonumentendata
Pagina 11
Smallepad 5 3811 MG Amersfoort Postbus 1600 3800 BP Amersfoort www.cultureelerfgoed.nl
Monumentnummer: 12685
T 033 421 74 21 F 033 421 77 99 E
[email protected]
Status Aanwijzingsbesluit Inschrijving register Kadaster deel/nummer
: : : :
Beschermd 02-07-1968 1799/39
__________________________________________________________________________________________________ Gemeente:
Provincie:
Deventer
Overijssel
Plaatselijke aanduiding:
Muntengang 2
7411 GD Deventer
Muntengang 4
7411 GD Deventer
Kadastrale gemeente:
Sectie:
Kad.object:
Deventer
E
11806
App:
Grondperceel:
Omschrijving:
Complex rond klein binnenplein. In het huis aan de oostzijde werden in de zeventiende eeuw stedelijke munten geslagen. De muur langs de plaats in hoofdzaak wellicht middeleeuws; torentje van omstreeks 1600.
Actualiteit gegevens: 06-07-2012
Pagina 1/1
Bijlage 4 – bestemmingsplan
Pagina 12
Binnenstad: Artikel 17 Maatschappelijk
Artikel 17 Maatschappelijk 17.1 Bestemmingsomschrijving
pagina 1 van 4
Plan: Status: Plantype: IMRO-idn:
Binnenstad ontwerp bestemmingsplan NL.IMRO.0150.D111-OW01
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. maatschappelijke voorzieningen; b. cultuur en ontspanning; c. woningen, al dan niet in combinatie met een beroep of bedrijf aan huis conform het gestelde in artikel 34.2, waarbij deze functie alleen is toegestaan in de tweede en hogere bouwlaag van een gebouw, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen' deze functie ook in de onderbouw en eerste bouwlaag is toegestaan; d. ambachtelijke bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende Bijlage 2 zijn aangeduid als categorie A of B, waarbij deze functie alleen is toegestaan: ■ in de onderbouw en eerste bouwlaag van een gebouw; ■ indien met toepassing van artikel 17.5 sub a met omgevingsvergunning is afgeweken;
e. alsmede ter plaatse van de aanduiding: 1. 'dienstverlening' bestemd voor dienstverlening; 2. 'specifieke vorm van 'dienstverlening - veilinghuis' bestemd voor veilinghuizen; 3. 'horeca van categorie 2b bestemd voor horecabedrijven die in de van deze planregels deel uitmakende Bijlage 3 Categorie-indeling Horeca zijn aangeduid als categorie 2b of 3a, waarbij: ■ indien van toepassing het aantal horecabedrijven per horecagebied het in Bijlage 4 genoemde maximum aantal niet mag overschrijden; ■ deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en de eerste bouwlaag van een gebouw, maar in de onderbouw alleen ondergeschikte functies zijn toegestaan zoals toiletten, garderobe, keuken; 4. 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 3', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 7' bestemd voor horecabedrijven, waarbij: ■ het aantal horecabedrijven per horecagebied het in Bijlage 4 genoemde maximum aantal niet mag overschrijden, maar in de onderbouw alleen ondergeschikte functies zijn toegestaan zoals toiletten, garderobe, keuken; ■ de horecacategorie per horecagebied overeenkomt met de in Bijlage 4toegestane horecacategorieën; 5. 'sportcentrum' bestemd voor sportscholen waarbij deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en de eerste bouwlaag van een gebouw; 6. 'specifieke vorm van verkeer - toegang parkeergarage': een toegang voor een parkeergarage, die gelegen is binnen de gronden van een aangrenzende bestemming; 7. 'zorgwoning' bestemd voor 'zorgwoningen;
f. (semi)-openbare parkeervoorzieningen en stallingen al dan niet ten behoeve van de bestemmingen als bedoeld onder a tot en met e waarbij: 1. deze functie niet is toegestaan in de bouwlagen van een gebouw; 2. deze functie niet is toegestaan ter plaatse van de aanduiding ''specifieke vorm van tuin - waardevolle binnentuin'.
en de daarbij behorende: g. tuinen, erven en terreinen; h. groenvoorzieningen;
http://ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0150.D111-OW01/r_NL.IMRO.015... 25-7-2012
Binnenstad: Artikel 17 Maatschappelijk
pagina 2 van 4
i. wegen en paden; j. ontsluitingsvoorzieningen en toegangen.
17.2 Bouwregels 17.2.1 Algemeen a. Op de tot 'Maatschappelijk' bestemde gronden mogen alleen worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming. b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - waardevolle binnentuin' mag niet worden gebouwd.
17.2.2 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen mogen alleen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd; b. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' mag tot een bouwhoogte van ten minste 3 m niet worden gebouwd; c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid; d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mogen de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid; e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - invullocatie 1', gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van de gebouwen dient te passen in het patroon van de wisselende bebouwingshoogte van de betreffende straatwand; 2. bij de situering van de achtergevel van het gebouw dient rekening te worden gehouden met het zicht op waardevolle achtergevels, voldoende lichttoetreding en gebruiksmogelijkheden voor de woonfunctie;
f. in afwijking van het gestelde onder a mogen gebouwen buiten het bouwvlak worden opgericht, waarbij: 1. de oppervlakte per bouwperceel niet meer dan 20 m2 bedraagt; 2. de goothoogte niet meer dan 3 m bedraagt; 3. de bouwhoogte niet meer dan 5 m bedraagt.
17.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1 m bedragen, waarbij de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2 m mag bedragen; a. de bouwhoogte van speelvoorzieningen mag ten hoogste 4 m bedragen; b. de bouwhoogte van palen en masten mag ten hoogste 8 m bedragen; c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5 m bedragen.
17.3 Afwijken van de bouwregels 17.3.1 Afwijking Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a. lid 17.2.1 sub b in die zin gebouwen worden gebouwd, mits: 1. de oppervlakte van een gebouw ten hoogste 20 m² bedraagt; 2. de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 4 m bedraagt.
http://ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0150.D111-OW01/r_NL.IMRO.015... 25-7-2012
Binnenstad: Artikel 17 Maatschappelijk
pagina 3 van 4
b. het bepaalde in lid 17.2.2 sub a in die zin dat gebouwen in één bouwlaag als uitbreiding van de bestaande bebouwing buiten de ter plaatse aangegeven aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd, mits: 1. de uitbreiding alleen aan de achterzijde plaatsvindt; 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van waardevolle achtergevels van monumenten en cultuurhistorisch waardevolle panden; 3. de uitbreiding een goed functioneren van de in het pand aanwezige functies niet in de weg staat; 4. de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 4 m bedraagt; c. het bepaalde in lid 17.2.2 sub a in die zin dat gebouwen in meerdere bouwlagen buiten de ter plaatse aangegeven aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd, mits: 1. de uitbreiding alleen aan de achterzijde plaatsvindt waar reeds sprake is van een gebouw in meerdere bouwlagen; 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van waardevolle achtergevels van monumenten en cultuurhistorisch waardevolle panden; 3. de uitbreiding bijdraagt aan de mogelijkheid om de hogere bouwla(a)g(en) tot woonruimte in te richten of daartoe bereikbaar te maken; 4. de bouw- en goothoogte van een gebouw ten hoogste de hoogte bedraagt van het gebouw waaraan de uitbreiding plaatsvindt.
17.3.2 Toepassingsvoorwaarden Het bepaalde in het vorige lid kan slechts worden toegepast, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de in hoofdstuk 2 en 4 en bijlage 1 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht; c. de verkeersveiligheid; d. de milieusituatie; e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; f. de parkeersituatie.
17.4 Specifieke gebruiksregels Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor een ander gebruik dan in lid 17.1 is toegestaan, tenzij in de bestaande situatie een andere gebruik aanwezig is, in welk geval de bestaande situatie van toepassing is; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle bedrijven en vuurwerkbedrijven;
17.5 Afwijken van de gebruiksregels 17.5.1 Afwijking Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken a. als bedoeld in lid 17.1 sub d in die zin dat gebouwen tevens mogen worden gebruikt voor ambachtelijke bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende Bijlage 2 zijn aangeduid als categorie A of B, waarbij deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en eerste bouwlaag van een gebouw; b. van het bepaalde in lid 17.1 sub d in die zin dat gebouwen tevens worden gebruikt voor ambachtelijke bedrijven anders dan die in de van deze regels deel uitmakende Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging zijn aangeduid als milieucategorie A of B dan wel naar de aard en de invloed daarmee gelijk te stellen ambachtelijke bedrijven, mits: 1. het gaat om ambachtelijke bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de ambachtelijke bedrijven die wel worden genoemd of
http://ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0150.D111-OW01/r_NL.IMRO.015... 25-7-2012
Binnenstad: Artikel 17 Maatschappelijk
pagina 4 van 4
ambachtelijke bedrijven die wel zijn genoemd in Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging onder een hogere categorie dan B, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben; 2. het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven betreft; c. van het bepaalde in lid 17.4 sub b in die zin dat de tweede en hogere bouwlaag van een gebouw mag worden gebruikt voor de in lid 17.1 sub d genoemde functies, waarbij 1. deze bouwla(a)g(en) wat betreft bouwstructuur of constructief gezien onvoldoende mogelijkheden bieden om de woonfunctie te handhaven; 2. ten behoeve van horecabedrijven niet mag worden afgeweken.
17.5.2 Toetsingscriteria Van het bepaalde in lid 5.5.1 kan alleen worden afgeweken, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. de in hoofdstuk 2 en 4 en bijlage 1 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
http://ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0150.D111-OW01/r_NL.IMRO.015... 25-7-2012
Binnenstad: Artikel 25 Waarde - Archeologisch verwachtingsgebied grote informa... pagina 1 van 2
Artikel 25 Waarde - Archeologisch verwachtingsgebied grote informatiedichtheid
Plan: Status: Plantype: IMRO-idn:
Binnenstad ontwerp bestemmingsplan NL.IMRO.0150.D111-OW01
25.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Archeologisch verwachtingsgebied grote informatiedichtheid' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische verwachtingswaarden.
25.2 Bouwregels 25.2.1 Archeologisch rapport Onverminderd de bouwregels bij de andere in lid 25.1 bedoelde bestemmingen, is de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk of bouwwerken: • met een oppervlakte groter dan 10 m2; • waarbij benodigde grondingrepen, zoals graafwerkzaamheden en heiwerkzaamheden, dieper zijn dan 0,3 m onder maaiveld, en • die worden gebouwd op en/of in de gronden als bedoeld in lid 25.1, verplicht een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het bestuursorgaan dat bevoegd is die vergunning te verlenen in voldoende mate is vastgesteld, tenzij: • het bouwen alleen betrekking heeft op de vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering, of • de archeologische waarde van het terrein naar het oordeel van het bestuursorgaan dat bevoegd is die vergunning te verlenen al voldoende vaststaat.
25.2.2 Koppelen voorschriften Indien uit het in het vorige lid genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord, kunnen een of meerdere van de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning worden verbonden: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische monumenten of waarden in de bodem kunnen worden behouden; b. de verplichting tot het doen van opgravingen in de zin van artikel 1, onder h, van de Monumentenwet 1988; c. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan bij die voorschriften te stellen kwalificaties.
25.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 25.3.1 Vergunningplicht Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, op en in de gronden als bedoeld in lid 25.1 over een oppervlakte van meer dan 10 m2, de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren: a. het ophogen, egaliseren en ontginnen van gronden dieper dan 0,3 m onder maaiveld; b. het bodem verlagen of afgraven van gronden dieper dan 0,3 m onder maaiveld; c. het uitvoeren van graafwerkzaamheden en grondbewerkingen dieper dan 0,3 m onder maaiveld; d. het aanbrengen van diepwortelende beplanting;
http://ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0150.D111-OW01/r_NL.IMRO.015... 25-7-2012
Binnenstad: Artikel 25 Waarde - Archeologisch verwachtingsgebied grote informa... pagina 2 van 2
e. het aanleggen of verharden van wegen, rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, die een bodemingreep dieper dan 0,3 m tot gevolg hebben; f. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies dieper dan 0,3 m onder maaiveld; g. het graven of anderszins aanbrengen van watergangen en waterpartijen dieper dan 0,3 m onder maaiveld.
25.3.2 Uitzonderingen Het bepaalde in lid 25.3.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden: a. in het kader van het normale beheer en onderhoud; b. in het kader van archeologisch onderzoek en/of het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige; c. indien op basis van door een deskundige uitgevoerd bureauonderzoek of inventariserend veldonderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen behoudenswaardige archeologische monumenten of waarden aanwezig zijn; d. die noodzakelijk zijn met het oog op het realiseren van een bouwwerk, waarvoor een omgevingsvergunning is verleend; e. waarmee is begonnen ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan indien daarvoor geen vergunning vereist was; f. waarmee op grond van een omgevingsvergunning of ontgrondingvergunning is of mag worden begonnen ten tijde van de inwerkingtreding worden van het plan.
25.3.3 Archeologisch rapport De aanvrager van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 25.3.1 is verplicht een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bestuursorgaan dat bevoegd is die vergunning te verlenen in voldoende mate is vastgesteld, tenzij de archeologische waarde van het terrein naar het oordeel van het bestuursorgaan dat bevoegd is die vergunning te verlenen al voldoende vaststaat.
25.3.4 Toepassingsvoorwaarden De in lid 25.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien de betrokken archeologische waarden door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voorschriften te verbinden.
25.4 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemmingsvlakken Waarde - Archeologisch verwachtingsgebied grote informatiedichtheidnaar ligging te verschuiven of naar omvang te vergroten of verkleinen en in voorkomend geval uit het plan te verwijderen, indien als gevolg van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden al dan niet behoudenswaardig zijn of al dan niet langer aanwezig zijn.
http://ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0150.D111-OW01/r_NL.IMRO.015... 25-7-2012
Binnenstad: Artikel 29 Waarde - Beschermd stadsgezicht
Artikel 29 Waarde - Beschermd stadsgezicht 29.1 Bestemmingsomschrijving
pagina 1 van 2
Plan: Status: Plantype: IMRO-idn:
Binnenstad ontwerp bestemmingsplan NL.IMRO.0150.D111-OW01
De voor 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, herstel en het versterken van de in hoofdstuk 2 en 4 en bijlage 1 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing.
29.2 Bouwregels In aanvulling op het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen gelden voor het bouwen van gebouwen de volgende regels: a. ter plaatse van aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - beschermde gevelwand 1', 'specifieke bouwaanduiding beschermde gevelwand 2' en 'specifieke bouwaanduiding - beschermde gevelwand 3' geldt voor gebouwen de volgende regel: 1. een gevel van een gebouw dient in de ter plaatse aangegeven aanduiding 'gevellijn' te worden gebouwd; b. ter plaatse van aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - beschermde gevelwand 1' en 'specifieke bouwaanduiding beschermde gevelwand 2' gelden voor gebouwen de volgende regels: 1. een gebouw dient vrijstaand dan wel individueel aaneen te worden gebouwd; 2. de voorgevelbreedte van een gebouw mag ten hoogste 8 m bedragen, tenzij de bestaande voorgevelbreedte meer bedraagt, in welk geval de bestaande voorgevelbreedte als maximum geldt; 3. de onderlinge goothoogte en bouwhoogte van naast elkaar gelegen gebouwen dient ten minste 0,40 m van elkaar te verschillen, tenzij de bestaande onderlinge goot- en bouwhoogte minder bedraagt dan wel gelijk is aan elkaar, in welk geval de bestaande bouwhoogte toegepast mag worden; 4. de goot- en/of bouwhoogte mag ten hoogste 1 m lager of hoger zijn dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' of 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven maximale goot- en/of bouwhoogte; 5. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' dient een gebouw te zijn voorzien van een traditionele kapvorm dan wel samengestelde delen hiervan, met inachtneming van de volgende regels: ■ de dakhelling dient ten minste 40° te bedragen; ■ de dakhelling dient ten hoogste 60° te bedragen; ■ de nokrichting dient haaks op de voorgevel van het gebouw te liggen; 6. indien de bestaande kap afwijkt van het bepaalde onder 5, mag de bestaande dakhelling en nokrichting van de kap worden toegepast; c. ter plaatse van aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - beschermde gevelwand 1' geldt voor gebouwen de volgende regel: 1. de gevel van de in de ter plaatse aangegeven aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - beschermde gevelwand 1', dient een verticale gevelindeling te hebben.
29.3 Afwijken van de bouwregels 29.3.1 Afwijking Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a. het bepaalde in lid 29.2 sub b onder 5 in die zin dat wordt afgeweken van de aangegeven kapvorm dan wel dat van een gebouw een ondergeschikt gedeelte van het dak wordt voorzien van een plat dak.
29.3.2 Toepassingsvoorwaarden Het bepaalde in het vorige lid kan slechts worden toegepast, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in hoofdstuk 2 en 4 en bijlage 1 aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht.
29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
http://ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0150.D111-OW01/r_NL.IMRO.015... 25-7-2012
Binnenstad: Artikel 29 Waarde - Beschermd stadsgezicht
pagina 2 van 2
29.4.1 Vergunningplichtige werken en werkzaamheden Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist: • het aanbrengen van oppervlakteverhardingen in de openbare ruimte c.q. in (particuliere) voortuinen, tenzij het gaat om een ondergeschikte oppervlakte aan sierbestrating in (particuliere) voortuinen.
29.4.2 Uitzonderingen Het bepaalde in lid 29.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
29.4.3 Toepassingsvoorwaarden De omgevingsvergunning mag alleen worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in hoofdstuk 2 en 4 en bijlage 1 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht.
http://ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0150.D111-OW01/r_NL.IMRO.015... 25-7-2012