Richting de toekomst
Accountantsverslag 2011 voor Gemeente Opsterland 27 maart 2012
Aan de raad van de gemeente Opsterland t.a.v. de griffier, mevrouw I. Zwart Postbus 10.000 9244 ZP BEETSTERZWAAG 27 maart 2012 Referentie: CA/e0244864//30405250/gjs/ar
Geachte leden van de raad, U hebt ons de opdracht gegeven de jaarrekening van de gemeente Opsterland te controleren. De werkzaamheden voor de jaarrekening over boekjaar 2011 zijn nu afgerond. Dit verslag bevat onze belangrijkste bevindingen uit de controle van uw jaarrekening. Graag maken wij van deze gelegenheid gebruik u, het college van burgemeester en wethouders en de ambtelijke medewerkers te bedanken voor de prettige samenwerking en de constructieve houding tijdens onze controle. De samenwerking is naar onze mening goed verlopen.
Goedkeurende verklaring bij uw jaarrekening Wij hebben een goedkeurende goedkeurende controleverklaring, gedateerd 27 maart 2012, afgegeven bij de jaarrekening 2011 van uw gemeente. In dit accountantsverslag schetsen wij een beeld van onze bevindingen. We gaan dit verslag op 16 april 2012 met leden van de gemeenteraad van de gemeente Opsterland Opsterland bespreken. Als u nog aanvullende vragen hebt, dan kunt u vanzelfsprekend contact met ons opnemen. Met vriendelijke groet, PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
C.R. Alserda AA Director
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Badweg 2, 8934 AA Leeuwarden, Postbus 321, 8901 BC Leeuwarden T: 088 792 00 58, F: 088 792 94 27, www.pwc.nl ‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op le leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
Inhoudsopgave 1.
Onze belangrijkste bevindingen
5
2.
Uw jaarrekening geeft een getrouw en rechtmatig beeld
6
2.1.
Goedkeurende controleverklaring wordt verstrekt
6
2.2.
De dekking en de reikwijdte van de controle
6
2.3.
Onze bevindingen ten aanzien van het aspect getrouwheid
6
2.4.
Onze bevindingen ten aanzien van het aspect rechtmatigheid
7
2.4.1.
De organisatie heeft rechtmatig gehandeld
7
2.4.2.
Voldoende waarborgen tegen misbruik en oneigenlijk gebruik
7
2.4.3.
Begrotingscriterium
7
2.5.
Geen tekortkoming ten aanzien van uw SiSa-bijlage bij de jaarrekening
8
2.6.
Instemming over de schattingen van het college
8
2.7.
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling niet gewijzigd
8
2.8.
U hebt voldaan aan de Wet openbaarmaking uit publieke middelen financierde topinkomens
8
2.9.
Onze onafhankelijkheid is ook voor dit boekjaar gewaarborgd
8
3.
Financiële positie van gemeente Opsterland
10
3.1.
Financiële kengetallen laten gezonde financiële balanspositie zien
10
3.2.
Het college geeft niet aan of zij het weerstandsvermogen toereikend acht om geïdentificeerde risico’s af te dekken 10
3.3.
Het resultaat wordt sterk beïnvloed door enkele meevallers, welke deels eerder inzichtelijk gemaakt kunnen worden
12
3.4.
Externe ontwikkelingen zijn van invloed op meerjarig financieel beeld van uw gemeente
13
3.5.
Onze visie op uw grondbedrijf
13
3.5.1.
Grondexploitaties algemeen
13
3.5.2.
Niet in exploitatie genomen gronden
14
3.5.3.
Gronden in exploitatie
14
3.6.
Er zitten nog enkele overige bijzonderheden in de jaarrekening 2011
15
3.6.1.
Opbrengst verkoop Essent is juist en volledig verwerkt
15
3.6.2.
Exploitatietekort Caparis 2011
15
3.6.3.
Polderhoofdkanaal
15
3.6.4.
Onzekerheid omtrent toekenning Incidenteel Aanvullende Uitkering (IAU)
15
3.6.5.
Opsterland kent een groot aantal reserves
16
3.6.6.
Afsluitingsproces
16
Ons accountantsverslag is uitgegeven op grond van artikel 2:393 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek en uitsluitend opgesteld voor gebruik door de gemeenteraad van gemeente Opsterland. U mag deze zonder onze toestemming vooraf, niet aan derden verstrekken. Als gevolg hiervan accepteren wij geen aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid tegenover enige andere persoon die dit verslag in handen of ter inzage krijgt.
3.6.7.
APPA-voorziening
16
4.
Interne beheersing
17
4.1.
Uw interne beheersing is toereikend
17
4.2.
(niet) Naleven Europese aanbestedingsregels
18
4.3.
De samenwerking met andere gemeenten krijgt steeds meer vorm
18
4.4.
Monitoren financiële risico’s verbonden partijen (Caparis) en woningcorporaties
19
4.5.
Verbeteringen inzake uw IT-omgeving zijn mogelijk
19
4.6.
Geen aanwijzingen van fraude tijdens onze controle van de jaarrekening 2011
20
5.
Vooruitkijkend
21
5.1.
Jeugdzorg, AWBZ en WWNV vragen uw aandacht
21
5.1.1.
Decentralisatie van de jeugdzorg
21
5.1.2.
Wet werken naar vermogen
22
5.1.3.
Van AWBZ naar WMO
22
5.2.
Overige ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn
23
5.2.1.
Nieuwe wet houdbaarheid overheidsfinanciën (HOF)
23
5.2.2.
Digitalisering informatieketen
24
5.3.
Strategie implementeren vraagt meer
25
A.
Single information Single Audit (SiSa)
26
B.
Doel en gebruik van ons accountantsverslag
28
PwC
Pagina 4 van 28
1.
Onze belangrijkste bevindingen
Onze belangrijkste bevindingen en aanbevelingen zijn: 1.
Wij zijn voornemens een controleverklaring afgegeven met een goedkeurend oordeel op het gebied van getrouwheid en rechtmatigheid. Ook de SiSa bijlage bevat geen materiële onjuistheden of onzekerheden.
2. De interne beheersing van gemeente Opsterland is van goed niveau om tot een betrouwbare jaarrekening te komen. 3. Ten aanzien van uw SiSa-bijlage hebben wij geen tekortkomingen geconstateerd. 4. Er is sprake van financiële fouten (€ 373.577) op het gebied van Europese aanbestedingen. Naleving van Europese en interne regelgeving omtrent aanbestedingen blijft een aandachtspunt en dient procesmatig te worden geborgd. 5.
De uitgezette leningen aan woningcorporaties zijn afgenomen met € 7 miljoen. Hiermee is het risico ten aanzien van de financiële vaste activa afgenomen. Er resteert een saldo van € 24 miljoen aan leningen welke gemeente Opsterland heeft doorgeleend.
6. De winstnemingen (€ 928.000) op bouwgrondexploitaties zijn in overeenstemming met het gemeentelijk beleid. Voor het complex Loevestein fase 4 is in 2011 een voorziening getroffen ad € 256.000. 7.
Voor dekking van het verwachte tekort over 2011 van werkvoorzieningschap Caparis is voor het aandeel van de gemeente Opsterland reeds een bijdrage opgenomen van € 307.000 in de jaarrekening.
8. De uitvoering van de wet Buig laat bij Opsterland over 2011 een tekort zien van € 1.376.000. Bij het ministerie is op grond van de 10% regeling een Incidenteel Aanvullende Uitkering aangevraagd ad € 820.000. Het is niet geheel zeker of het totale bedrag wordt toegekend door naar verwachting een strakkere toetsing van de voorwaarden. Doordat Opsterland te maken heeft met een verstoorde arbeidsmarktverhouding wordt verwacht dat Opsterland voldoet aan de criteria.
PwC
Pagina 5 van 28
2. Uw jaarrekening geeft een getrouw en rechtmatig beeld 2.1. Goedkeurende controleverklaring wordt verstrekt Onder voorwaarde dat u de door het college opgestelde jaarrekening 2011 formeel vaststelt zonder wijzigingen hebben wij een goedkeurende controleverklaring afgegeven ten aanzien van de aspecten getrouwheid en rechtmatigheid. Deze verklaring is gedateerd op 27 maart 2012. Dit is de datum waarop wij onze controle hebben afgerond. Wij verzoeken u contact met ons op te nemen als de gemeenteraad de jaarrekening niet ongewijzigd vaststelt. In overleg kunnen we dan actie ondernemen.
2.2. De dekking en de reikwijdte van de controle Wij voeren de jaarrekeningcontrole uit om een oordeel over de getrouwheid en rechtmatigheid van de jaarrekening als geheel te vormen, zoals bedoeld in artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet. Het is niet de doelstelling van een jaarrekeningcontrole om zekerheid te verschaffen over de kwaliteit van de interne organisatie. De controle van de jaarrekening bestaat uit een combinatie van controlewerkzaamheden, waaronder risicoanalyse, cijferbeoordelingen, beoordeling van de administratieve procedures en het daarmee samenhangende systeem van interne beheersingsmaatregelen en gegevensgerichte controlewerkzaamheden. De samenstelling en omvang van die werkzaamheden zijn noodzakelijk voor het verkrijgen van dit oordeel over de getrouwheid en rechtmatigheid. Tijdens onze controlewerkzaamheden maken wij gebruik van de rapporterings- en goedkeuringstoleranties zoals opgenomen in het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden (‘BADO’), tenzij de raad in een controleprotocol ten behoeve van de accountant andere controle- of rapporteringstoleranties vaststelt. Dit houdt in dat wij een goedkeurende verklaring kunnen afgeven als de geconstateerde fouten minder zijn dan 1% (€ 677.000) en de onzekerheden minder zijn dan 3% (€ 2.031.000) van de totale werkelijke lasten en toevoegingen aan de reserves in de jaarrekening.
2.3. Onze bevindingen ten aanzien van het aspect getrouwheid Tijdens onze controlewerkzaamheden zijn geen ongecorrigeerde materiële controleverschillen geconstateerd. Onze werkzaamheden zijn erop gericht een redelijke mate van zekerheid te verschaffen dat kwantitatief of kwalitatief materiële fouten tijdens de accountantscontrole worden gesignaleerd. Wij hebben in het overzicht hieronder alle niet-gecorrigeerde verschillen gerapporteerd die wij tijdens onze controle hebben geconstateerd: Omschrijving
Fout in exploitatie
Terugbetalingsverplichting vooruit ontvangen gelden Wet Inburgering
€ 117.000
Onzekerheid in in de controle
Doordat informatie inzake deze regeling pas na het opmaken van de jaarrekening beschikbaar was, is deze post niet meegenomen bij het opstellen van de jaarrekening.
PwC
Pagina 6 van 28
2.4. Onze bevindingen ten aanzien van het aspect rechtmatigheid 2.4.1. De organisatie heeft rechtmatig gehandeld In 2011 zijn door de gemeente rechtmatigheidsonderzoeken uitgevoerd volgens een met PwC afgestemd controleplan. Op basis van deze onderzoeken en de werkzaamheden die wij zelf hebben uitgevoerd, concluderen wij dat de organisatie heeft gehandeld binnen het door de gemeenteraad gestelde normenkader en de wettelijke regels. Daarom geven wij op het aspect rechtmatigheid een goedkeurende controleverklaring af. Hieronder volgt een overzicht van de bevindingen ten aanzien van rechtmatigheid: Omschrijving
Fout in exploitatie (€)
Onzekerheid in de controle (€)
Fouten voor getrouwheid zijn ook fouten voor rechtmatigheid (zie tabel 2.3) Niet naleven Europese Aanbestedingsregels
117.000
Totaal
490.577
373.577
De omvang van deze fout blijft beneden de door u vastgestelde controletoleranties (zie paragraaf 2.2). Om deze reden heeft de geconstateerde fout geen gevolgen voor onze controleverklaring.
2.4.2. Voldoende waarborgen tegen misbruik en oneigenlijk gebruik Ten aanzien van M&O geldt dat gemeente Opsterland niet expliciet een integraal M&O-beleid heeft. Wel zijn op de desbetreffende beleidsmatige onderdelen de relevante M&O-aspecten opgenomen in beleid en beheer. In de jaarrekening 2011 wordt hier ook (beperkt) op ingegaan. Vanuit onze controle van de jaarrekening en de controle van specifieke verantwoordingen hebben wij geen tekortkomingen op dit punt geconstateerd.
2.4.3. Begrotingscriterium Als blijkt dat de gerealiseerde lasten zoals weergegeven in de programmarekening hoger zijn dan de geraamde bedragen met inbegrip van de laatste begrotingswijzigingen, kan er sprake zijn van onrechtmatige uitgaven. Voor een juiste oordeelsvorming is van belang in hoeverre de begrotingsoverschrijding past binnen het door de raad geformuleerde beleid en/of wordt gecompenseerd door hogere opbrengsten. Het bepalen of, respectievelijk welke begrotingsoverschrijdingen onrechtmatig zijn, is voorbehouden aan de raad. In onderstaande tabel hebben wij per programma een samenvatting gegeven van de begrotingsoverschrijdingen op de gemeentelijke lasten groter dan € 50.000. Daarbij is tevens aangegeven of de overschrijding wordt gecompenseerd door hogere baten. Een bedrag tussen haakjes betekent een begrotingsoverschrijding op de lasten of een onderrealisatie op de baten.
Programma Besturen
Totaal
PwC
Lasten
Baten
Totaal
(610.000)
38.000
(572.000)
(610.000)
38.000
(572.000)
Pagina 7 van 28
Het college heeft bij de toelichting op de programmarekening hier een nadere toelichting op gegeven. De overschrijding wordt vooral veroorzaakt door een dotatie aan de voorziening voor wethouderspensioenen. Indien de raad de jaarrekening vaststelt, worden de bestedingen alsnog geautoriseerd.
2.5. Geen tekortkoming ten aanzien van uw SiSa-bijlage bij de jaarrekening Wij hebben de bijlage bij de jaarrekening 2011 betreffende SiSa-regelgeving gecontroleerd. Wij hebben geen tekortkomingen geconstateerd ten aanzien van enkele gecontroleerde SiSa-regelingen. Voor een uiteenzetting van onze controlebevindingen per SiSa-regeling verwijzen wij naar bijlage B.
2.6. Instemming over de schattingen van het college Bij het opmaken van de jaarrekening maakt het college van burgemeester en wethouders schattingen. Omdat deze schattingen van subjectieve aard zijn, brengen wij onze bevindingen onder uw aandacht:
De grondexploitatieopzetten bevatten veel schattingselementen en vormen een belangrijke doorkijk naar de winstgevendheid en mogelijke verliesgevendheid van de gronden in exploitatie. Wij hebben deze grondexploitaties beoordeeld en zijn tot de conclusie gekomen dat wij ons kunnen vinden in de schattingen van het college. De gevormde verliesvoorziening van circa € 598.000 ultimo 2011 achten wij op basis van deze schattingen toereikend. De financiële verordening zoals door het college opgesteld hebben wij gebruikt bij de toetsing van de afschrijvingen in de jaarrekening 2011. Hierbij hebben wij geen bijzonderheden geconstateerd. Gemeente Opsterland stelt een analyse op ten aanzien van de oninbaarheid van debiteuren. Deze voorzieningen zijn in mindering gebracht op het saldo. Hierbij hebben wij geen bijzonderheden geconstateerd. Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s. Hierbij hebben wij geen bijzonderheden geconstateerd. Inschatting van de overige schulden. Hierbij hebben wij geen bijzonderheden geconstateerd.
Wij stemmen in met de toegepaste waarderingsgrondslagen en de door het college gemaakte afwegingen en schattingen.
2.7. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling niet gewijzigd De grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn in vergelijking met vorig boekjaar niet gewijzigd. De gehanteerde grondslagen zijn passend voor de financiële verslaggeving van gemeente Opsterland.
2.8. U hebt voldaan aan de Wet openbaarmaking uit publieke middelen financierde topinkomens Op grond van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (‘Wopt’) moeten beloningen, waaronder voorzieningen ten behoeve van toekomstige beloningen, zoals pensioen en ontslaguitkeringen, in de jaarrekening worden vermeld als deze de gemiddelde ministersbeloning (voor 2011 vastgesteld op € 193.000) te boven gaan. Bij onze controle hebben wij vastgesteld dat de Wopt wordt nageleefd door de gemeente Opsterland.
2.9. Onze onafhankelijkheid is ook voor dit boekjaar gewaarborgd De ‘International Federation of Accountants’ (IFAC) heeft per 1 juli 2009 enkele wijzigingen aangebracht in de ‘Code of Ethics for Professional Accountants’ (de Code). Deze vernieuwde Code is per 1 januari 2011 van kracht geworden en is per die datum volledig geïmplementeerd in de onafhankelijkheidsregels en -procedures van PwC wereldwijd. Implementatie van de Code in nationale regelgeving wordt in 2012 verwacht. De veranderingen zullen niet tot nauwelijks invloed hebben op de relatie van PwC met haar klanten.
PwC
Pagina 8 van 28
Wij hebben gedurende het jaar geen onafhankelijkheidsissues geconstateerd. Conform deze afspraken geven wij onderstaand de aanvullende werkzaamheden weer, welke wij naast de controle van de jaarrekening (inclusief de SiSa-bijlage) hebben verricht: Werkzaamheden in het kader van het verstrekken van een controleverklaring bij twee subsidieverantwoordingen (ISV Mjumsterwei en fietspad Wijnjewoude).
Tevens hebben wij uit hoofde van onze natuurlijke adviesfunctie met de gemeente Opsterland gesproken over de volgende zaken:
Bespreking van de uitkomsten van de interne controlewerkzaamheden op basis van het interne
controleplan gedurende onze interim- en jaareindecontrole. Tijdens deze gesprekken hebben wij aandacht besteed aan het doorontwikkelen van de interne controlefunctie. Wij adviseren de gemeente deze meer te richten op het doorontwikkelen van het proces. Besprekingen met afdelingen, concern controllers, adviseur interne controle en secretaris tijdens en na de interim controle. Bespreking van de voorlopige resultaten naar aanleiding van de jaarrekeningcontrole (inclusief SISA), met medewerkers van de afdeling Bedrijfsvoering. Versturen mailing naar aanleiding van recent uitgebrachte notities van de Commissie BBV.
Deze werkzaamheden hebben geen invloed op onze onafhankelijke positie als controlerend accountant ten behoeve van de raad van de gemeente Opsterland.
PwC
Pagina 9 van 28
3. Financiële positie van gemeente Opsterland 3.1. Financiële kengetallen laten gezonde financiële balanspositie zien Om een beeld te geven van de financiële positie, met name de balansverhoudingen, van de gemeente Opsterland hebben wij hieronder een aantal kengetallen opgenomen, welke het volgende beeld laten zien: Kengetal
2011
2010
Solvabiliteit Liquiditeit (current) Liquiditeit (quick)
43,9% 2,17 1,18
49,5% 0,96 0,51
De solvabiliteit geeft de mate aan waarin de gemeente aan haar langlopende verplichtingen kan blijven voldoen. Een graadmeter hiervoor betreft de solvabiliteitsratio (eigen vermogen/totaalvermogen). De solvabiliteitsratio voor de gemeente bedraagt op 31 december 2011 43,9% ten opzichte van 49,5% ultimo 2010. Bij bedrijven ligt dit een gezonde solvabiliteitsratio tussen de 20% - 25%, echter bij gemeenten zien wij vaak een ratio tussen de 30% en 40%. Dit komt met name door de bestemmingsreserves en financieringsfunctie van het eigen vermogen. De liquiditeit van de gemeente is bepaald aan de hand van twee ratio’s, te weten de current ratio (waarbij de vlottende activa gedeeld worden door de vlottende passiva) en de quick ratio (gelijk aan de current ratio, echter zonder bij de activa de grondexploitaties mee te rekenen). Met beide ratio’s wordt een beeld verkregen van het vermogen van de gemeente om te voldoen aan haar kortlopende verplichtingen. De current ratio is gezond te noemen boven de 2. In 2011 zien wij een forse verbetering van deze ratio ten opzichte van 2010. Deze verbetering is ondermeer het gevolg van een aflossing op de verstrekte lening aan woningbouwvereniging Elkien alsmede als gevolg van het aantrekken van langlopende gelden (Bank Nederlandse Gemeenten) die deels zijn aangewend voor aflossing van de kortlopende kasgeldleningen. De quick ratio is exclusief de grondexploitaties bij de activa, aangezien deze positie niet eenvoudig te gelde te maken is. Deze ratio laat ook een stijging zien van 0,51 naar 1,18. Deze toename wordt, naast de bovengenoemde oorzaken van de verbetering van de current ratio, veroorzaakt door de toegenomen omvang van de post grondvoorraad. Bij bovenstaande analyse dient wel opgemerkt te worden dat dit een momentopname betreft van de situatie ultimo 2011. In uw paragraaf Financiering zijn het kasgeldlimiet en de renterisiconorm opgenomen. Door het aantrekken van de eerder genoemde langlopende lening wordt aan het overeengekomen maximum van de kasgeldlimiet voldaan.
3.2. Het college geeft niet aan of zij het weerstandsvermogen toereikend acht om geïdentificeerde risico’s af te dekken Het weerstandsvermogen is een andere graadmeter in hoeverre de gemeente in staat is financiële tegenvallers op te vangen. In de paragraaf weerstandsvermogen is dit nader uiteengezet en uitgesplitst in de weerstandscapaciteit en risico’s waarvoor geen (dekking-)maatregelen voor zijn getroffen.
PwC
Pagina 10 van 28
(x € 1 mln.)
Totaal 2011
2010
A. Weerstandcapaciteit
43,7
46,6
B. Beleidsrisico’s en bedrijfsrisico’s
P.M.
P.M.
Resterend weerstandsvermogen (A-B)
P.M.
P.M.
De weerstandcapaciteit 2011 bestaat uit de structurele capaciteit binnen de begroting (€ 37.500) en de incidentele capaciteit binnen de reserves (€ 43,7 mln.). Zoals blijkt uit bovenstaande tabel is de weerstandscapaciteit ultimo 2011 afgenomen ten opzichte van de stand per eind 2010. Deze afname is per saldo het gevolg van onttrekkingen aan de algemene reserve en bestemmingsreserves. Het college heeft in de paragraaf weerstandsvermogen de door haar geïdentificeerde beleids- en bedrijfsrisico’s beschreven. Deze risico’s worden naar onze mening niet voldoende gekwantificeerd. Het college heeft in de paragraaf weerstandsvermogen dan ook geen conclusie getrokken of het aanwezige weerstandsvermogen voldoende is om tegenvallers vanuit de beschreven risico’s op te kunnen vangen. Naar onze mening kan het inzicht in het benodigde weerstandsvermogen worden verbeterd door het risicomanagement van de gemeente Opsterland verder door te ontwikkelen en expliciet een koppeling te maken tussen risico’s en benodigd weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen risico’s gekwantificeerd worden door de maximale (financiële) impact voor de gemeente te bepalen en deze te vermenigvuldigen met de kans dat dit risico zich bij de gemeente voordoet. We bevelen u aan deze risico-analyse in relatie tot het weerstandsvermogen mee te nemen in de reguliere P&C-cyclus. Doordat de gemeente Opsterland in een veranderende omgeving zit (er komt veel nieuwe wetgeving af op de gemeente) is het van belang de effecten hiervan periodiek te beoordelen en de raad hierover te informeren. Het document moet niet een doel op zich zijn, maar dient te worden gebruikt als tool om te kunnen beoordelen of de risico’s die gemeente Opsterland loopt kunnen worden opgevangen. Het college heeft aangegeven dat binnen de organisatie reeds een notitie risicomanagement in het MT is vastgesteld waarbij een tijdspad is opgenomen voor het opzetten van een organisatiebreed risicomanagement systeem. Wij hebben het college geadviseerd hier op een pragmatische wijze mee om te gaan. In de notitie reserves en voorzieningen wordt wel nader ingegaan op diverse aspecten rondom de functies van reserves en het rentebeleid. Ook wordt er kort ingegaan op de minimumpositie van de algemene reserve. Het college geeft aan dat het weerstandsvermogen circa € 7,5 mln. (€ 250 per inwoner) dient te zijn. Op basis van de hiervoor genoemde vuistregel van € 7,5 mln. is de weerstandscapaciteit als voldoende aan te merken. Dit blijven echter vuistregels en inschattingen.
PwC
Pagina 11 van 28
3.3. Het resultaat wordt sterk beïnvloed door enkele meevallers, welke deels eerder inzichtelijk gemaakt kunnen worden Om inzicht te geven in het voorspellend vermogen van de gemeente, geven wij in onderstaand overzicht weer wat de verschillen zijn tussen de primaire begroting, de aangepaste begroting en de programmarekening 2011. (x € 1.000)
Begroting voor wijzigingen
Begroting na wijzigingen
Realisatie
Verschil
Resultaat voor bestemming
1.281
-/- 7.837
-/- 1.497
6.340
Mutatie reserves
1.142
8.977
2.756
-/- 6.221
Resultaat na bestemming
2.423
1.140
1.259
119
2,03%
0,19%
In % van de omvangsbasis (totale lasten)
De belangrijkste afwijkingen tussen de bijgestelde begroting en de realisatie zijn in onderstaande tabel opgenomen. (bedragen in €)
Lagere vervoerskosten WMO Lagere lasten huishoudelijke hulp Voordelige afrekening re-integratiekosten (voorgaande jaren) Gemeentefonds voorgaande jaren Verkoop aandelen EPZ Extra dotatie pensioenverplichting wethouders Lagere opbrengst bouwleges Uitvoeringskosten sociale wetgeving Aanzuivering negatief vermogen Caparis Lagere opbrengst tegenvallende grondverkopen Stijgende rentelasten (a.g.v. toevoeging aan reserves)
Realisatie versus begroting na wijzigingen na bestemming (600.000) (700.000) (400.000) (300.000) (170.000) 560.000 160.000 400.000 160.000 290.000 460.000
De verschillen ten opzichte van de begroting na wijzigingen zijn door het college van burgemeester en wethouders in de jaarrekening afdoende toegelicht. Na vergelijking van de primaire begroting, de aangepaste begroting en de programmarekening 2011 concluderen wij dat gemeente Opsterland voorzichtig is in de raming van enkele specifieke lasten. Met name vertragingen in de uitvoering van het beleid leiden tot meevallers ten opzichte van de begroting na wijzigingen. In deze paragraaf willen wij u tevens op hoofdlijnen een indruk geven van de kwaliteit van het resultaat 2011. Hierbij gaat het met name om posten die het resultaat eenmalig beïnvloeden. Deze incidentele posten zijn namelijk geen goede graadmeter voor toekomstige resultaten van gemeente Opsterland.
PwC
Pagina 12 van 28
Om te komen tot een ‘genormaliseerd resultaat’ dient rekening te worden gehouden met de volgende incidentele posten: (x € 1.000)
Bedrag
Resultaat na bestemming rekening 2011 Resultaat grondbedrijf Incidentele voordelen Incidentele nadelen Genormaliseerd resultaat voor bestemming 2011
1.259 -/- 930 -/- 870 720 179
Op basis van bovenstaand overzicht blijkt dat het genormaliseerde resultaat van de gemeente Opsterland € 179.000 positief. Het college heeft in bijlage 6.1 bij de jaarrekening een overzicht van incidentele baten en lasten voor het jaar 2011 opgenomen.
3.4. Externe ontwikkelingen zijn van invloed op meerjarig financieel beeld van uw gemeente Door de huidige economische ontwikkelingen en de besluiten in het regeerakkoord komen er de komende jaren bezuinigingen en nieuwe taken op de gemeente af. Deze ontwikkelingen zijn van groot belang voor het financiële beeld van iedere gemeente. De meerjarenbegroting 2012-2015 laat een tekort zien van € 1,7 miljoen (excl. grondexploitaties) in 2015. In deze begroting is voor het jaar 2015 € 934.000 aan ombuigingen (bezuinigingen) opgenomen. Naast deze bezuinigingen zijn dus nog aanvullende maatregelen nodig om de meerjarenbegroting sluitend te krijgen. Dit zal in de komende tijd plaats moeten vinden. De exacte uitwerking van de genomen besluiten in het regeerakkoord is nog niet duidelijk, maar bekend is wel dat er macro-economisch bezuinigd gaat worden bij de decentralisatie van taken. Wij adviseren u de ontwikkelingen op de voet te volgen en (strategische) keuzes te maken in de kerntaken, Heroverweging van Taken (HOT) van de gemeente op deze gebieden. Deze keuzes dienen zo concreet mogelijk vertaald te worden naar het meerjarig financieel beeld van de gemeente.
3.5. Onze visie op uw grondbedrijf 3.5.1. Grondexploitaties algemeen De grondexploitatie legt een groot beslag op het vermogen van de gemeente en brengt diverse risico’s met zich mee. Om inzicht te verkrijgen in de financiële risico’s stelt de gemeente exploitatieoverzichten op waarin een schatting van de te maken kosten afgezet tegen verwachte opbrengsten is opgenomen. Aan deze schattingen liggen diverse parameters en uitgangspunten ten grondslag, zoals inflatiecijfers waartegen toekomstige kosten en opbrengsten gecorrigeerd worden, rentepercentages voor het toerekenen van financieringskosten, de looptijd van het project en uitgifteprijzen. De huidige economische situatie leidt tot een vermindering van de vraag naar nieuwbouw en is van invloed op de parameters en uitgangspunten voor de grondexploitaties. Hierdoor loopt de gemeente het risico dat grondexploitaties verliesgevend zullen zijn. De samenstelling van deze post ultimo 2011 is als volgt: Omschrijving
2011
2010
Niet in exploitatie genomen gronden
€ 7.926.054
€ 9.563.886
Bouwgronden in exploitatie
€ 2.493.441
€
Totaal
€ 10.419.495
€ 8.960.719
PwC
603.167 -/-
Pagina 13 van 28
3.5.2. Niet in exploitatie genomen gronden In 2011 is ten behoeve van Loevestein fase 4 de grond overgebracht naar de ‘bouwgronden in exploitatie’. Hiermee is de post met een bedrag van € 2,2 miljoen afgenomen. Daarentegen is er voor € 548.000 aan rente bijgeschreven. De totale boekwaarde van de ‘Niet in exploitatie genomen gronden’(NIEGG) bedraagt ultimo 2011 € 7,9 miljoen. Met een oppervlak van 70,7 hectare komt hiermee de gemiddelde vierkante meterprijs uit op € 11,21. Om het risico te verlagen dat de ‘inbrengwaarde’ van de gronden niet tot een winstgevende exploitatie leidt, geldt als intern beleid dat de prijs is gemaximeerd op € 15 per vierkante meter. Deze maximumprijs is afgestemd met de raad zoals ook blijkt uit de bestuursrapportage 2011. De voorraad gronden zijn allen bestemd voor de woningbouw in de komende jaren. Gebaseerd op de gemiddelde verkopen van de laatste vijf jaar heeft Opsterland voor 17,1 jaar aan beschikbare grond. Recentelijk is er een nieuwe notitie grondbeleid uitgekomen van de commissie BBV. Hierin zijn aangescherpte richtlijnen en aanbevelingen opgenomen die vanaf 2012 verplicht toegepast dienen te worden. De commissie BBV beveelt aan de nieuwe notitie voor 2011 toe te passen. Gezien het tijdstip van het samenstellen van de verantwoording 2011 heeft het college er voor gekozen de notitie niet meer toe te passen voor 2011 maar het grondbedrijf en de financiële verantwoording aan de hand van de nieuwe notitie grondbeleid in 2012 nader te beoordelen. Deze nieuwe notitie richt zich voornamelijk op de NIEGG waarbij nadere richtlijnen zijn geformuleerd inzake het stellige voornemen de gronden te ontwikkelen. Het college is van mening dat er ten aanzien van de boekwaarde van de NIEGG ultimo 2011 geen sprake is van een lagere marktwaarde en is van mening dat de reeds getroffen voorzieningen toereikend zijn. Hierbij is als uitgangspunt gehanteerd dat zodra de gronden worden overgebracht in een bouwgrondexploitatie deze winstgevend moeten zijn. Op basis van het verleden hebben wij geen aanwijzingen dat er sprake is van een lagere marktwaarde en kunnen derhalve voor 2011 instemmen met de gehanteerde handelswijze. Voor de jaarrekening 2012 hebben we het college geattendeerd op de nieuwe notitie en zullen bij de controle van de jaarrekening 2012 nagaan of de financiële verantwoording in lijn is met de nieuwe notitie grondbeleid van de commissie BBV.
3.5.3. Gronden in exploitatie De gronden in exploitatie zijn geactualiseerd en winstgevend. De totale verwachte winst voor deze complexen bedraagt € 7,3 miljoen, te realiseren in de jaren tot en met 2024. Vorig jaar bedroeg de winstprognose € 7,7 miljoen. Deze daling wordt veroorzaakt doordat er in 2011 op de bouwgrond in exploitatie voor € 928.000 (tussentijdse) winst genomen. We hebben vastgesteld dat deze winstneming in overeenstemming is met de door de raad geaccordeerde regels rondom tussentijdse winstneming. Voor één complex is op basis van de verwachte eindwaarde een verlies voorziening getroffen ad € 256.000. Dit betreft ‘Loevestein fase 4’. Verwachte eindwaarde van dit complex is € 115.000 negatief. Ultimo 2011 is er voorziening getroffen op basis van de door de raad vastgestelde prognose van dit complex. Aangezien het project net is opgezet, zullen de eerste verkopen en kosten worden gerealiseerd in 2012. Gezien de looptijd van dit project en de huidige economische fase zal derhalve gedurende 2012 meer inzicht worden verkregen omtrent het werkelijke verloop van de boekwaarde en bij behorende winstprognose. De exploitatie –opzetten zijn doorgaans winstgevend en derhalve is het risico op een lagere marktwaarde en daarbij het treffen van een noodzakelijke verliesvoorziening laag. Ondanks dat ervaringen uit het verleden geen aanleiding geven hier voorzichtiger mee om te gaan hebben we twee aanbevelingen:
Rekenrente Gemeente Opsterland rekent met een rentepercentage van 5,5%. In vergelijking met andere gemeenten en de huidige marktrente is dit percentage aan de hoge kant. Door het hanteren van een relatief hoge rekenrente heeft vertraging in de verkopen een nadelig effect op de winstgevendheid van de complexen. We hebben het college geadviseerd de rekenrente te heroverwegen.
PwC
Pagina 14 van 28
Gevoeligheidsanalyse / meerdere scenario’s In de geactualiseerde grondexploitaties wordt één berekening gemaakt. Voor de complexen die zich in een afsluitende fase bevinden kunnen wij ons daar in vinden. Echter ten aanzien van de complexen met een looptijd groter dan 5 jaar (Loevestein fase 4 en De Hege Kamp) adviseren wij het college het effect te laten berekenen van vertraging in de ontwikkeling van deze complexen. Met het doorrekenen van meerdere exploitatieopzetten kan worden beoordeeld wat het rente effect is indien de ontwikkeling wordt vertraagd. Gezien de winstverwachting op het complex ‘De Hege Kamp’ zal dit risico beperkt zijn, echter voor Loevestein fase 4 bestaat er wel een mogelijk risico op een negatievere eindwaarde indien de verkopen worden vertraagd. Hoewel er gezien de huidige economische fase onzekerheden bestaan ten aanzien van de NIEGG en de bouwgronden kunnen wij ons vinden in de gehanteerde parameters en uitgangspunten zoals gehanteerd door het college. Op basis van onze werkzaamheden hebben wij vastgesteld dat de gemeente zich bewust is van de risico’s binnen de grondexploitaties en dat deze zijn, voor zover te voorzien, meegenomen in de toekomstverwachtingen binnen de projecten.
3.6. Er zitten nog enkele overige bijzonderheden in de jaarrekening 2011 3.6.1. Opbrengst verkoop Essent is juist en volledig verwerkt In 2009 heeft de gemeente Opsterland haar aandelen Essent verkocht heeft en aandelen in 7 vennootschappen hiervoor terug kreeg. In 2011 zijn als gevolg van de verkoop van de Essent aandelen diverse bedragen beschikbaar gekomen. Het aandeel van de gemeente Opsterland hierin bedraagt in totaal € 253.000. Tijdens onze controle hebben wij vastgesteld dat de opbrengsten verkoop Essent juist en volledig zijn verwerkt in de jaarrekening 2011.
3.6.2. Exploitatietekort Caparis 2011 Voor het exploitatietekort over 2011 heeft Opsterland reeds een schuld opgenomen in de balans van € 307.000. Dit tekort is gebaseerd op een in oktober 2011 afgegeven ‘latestestimate’ door Caparis. Vorig jaar is gebleken dat de inschatting over het tekort over 2010 niet significant afweek van de gemaakte reservering. Derhalve kunnen wij instemmen met de getroffen reservering.
3.6.3. Polderhoofdkanaal Afgelopen zomer is door de gemeenteraad positief besloten over voortzetting van het project Polderhoofdkanaal. De gevolgen van deze besluitvorming zijn verwerkt in de jaarrekening van 2011. Voor het Polderhoofdkanaal is de bestemmingsreserve gehandhaafd op € 2,9 miljoen. Dit bedrag zal na realisatie van het Polderhoofdkanaal in 2015 ineens in mindering worden gebracht op de investering. In 2011 is er voor een bedrag van € 789.000 aan uitgaven geactiveerd onder de materiële vaste activa met maatschappelijk nut. Van de gemeente Smallingerland is voor de heropening van het Polderhoofdkanaal een bijdrage ontvangen ad € 1,6 miljoen. Dit bedrag is in 2011 in mindering gebracht op de investering. Ultimo 2011 bedraagt de totale investering reeds € 4,6 miljoen ten opzichte van het totaal van € 8,7 miljoen. Hiermee is het project reeds financieel voor 53% gevorderd. Het belang van de goede projectbeheersing is noodzakelijk om binnen het beschikbare krediet te blijven. We hebben van het college begrepen dat het project binnen de reguliere P&C-cyclus wordt meegenomen en derhalve adequate beheersings- maatregelen aanwezig zijn.
3.6.4. Onzekerheid omtrent toekenning Incidenteel Aanvullende Uitkering (IAU) De uitvoering van de wet Buig laat bij Opsterland over 2011 een tekort zien van € 1.376.000. Een tekort tot 10% van het jaarbudget (zijnde € 546.000) is voor rekening van de gemeente. Voor het meerdere wordt een aanvraag ingediend bij het ministerie van SZW in het kader van de Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU). Deze verwachte aanvullende uitkering (€ 820.000) is ultimo 2011 als vordering in de balans opgenomen.
PwC
Pagina 15 van 28
Gezien het landelijk beeld dat een groot percentage gemeenten een beroep gaat doen op de IAU en het feit dat het budget vanuit het rijk voor de IAU ten opzichte van 2010 niet verhoogd is, zijn wij van mening dat de inning van de vordering IAU niet geheel zeker is. Wij verwachten dat het ministerie de toetsingscriteria om in aanmerking te komen voor de IAU stringenter zal toepassen. Doordat Opsterland te maken heeft met een verstoorde arbeidsmarktverhouding wordt verwacht dat Opsterland voldoet aan de criteria.
3.6.5. Opsterland kent een groot aantal reserves Wat ons opvalt bij de gemeente Opsterland is dat er sprake is van een groot aantal reserves, waarvan een aantal een beperkt saldo heeft. Een voordeel van het aanhouden van diverse separate reserves is dat dit het inzicht van de raad in de besteding van diverse incidentele specifieke budgetten vergroot. Nadeel is dat het grote aantal de beheersing bemoeilijkt, gezien de grotere administratieve last (planning en sturing op uitgaven, relatie met de programmabegroting). Daarnaast is het van belang goed onderscheid te houden tussen incidentele lasten (welke uit reserves worden gedekt) en structurele lasten (welke niet uit reserves gedekt moeten worden). Intern is hier overigens veel aandacht voor. Daarnaast hebben wij tijdens besprekingen met management en College geen aanwijzingen aangetroffen van niet adequaat beheer van reserves. In 2012 zal de nota reserves en voorzieningen worden geactualiseerd. De uitkomsten uit het onderzoeksrapport van de rekenkamer en bovengenoemd aspect zal bij de actualisatie worden meegenomen.
3.6.6. Afsluitingsproces Ten aanzien van het afsluitingsproces hebben wij tijdens de jaarcontrole geconstateerd dat bij het opstellen van de jaarrekening een aantal posten abusievelijk niet waren beoordeeld. Naar aanleiding van onze controlebevinding en vragen zijn deze posten alsnog gecorrigeerd en verwerkt in de jaarrekening. Het betrof de volgende posten: -
Bijwerken debiteurenstand sociale zaken (€ 340.000 positief). Vrijval reservering gemeentefonds 2010 (€ 58.000 positief). Vrijval meeneemregeling participatiebudget 2010 (€ 234.000 positief).
Daarnaast heeft de gemeente Opsterland als gevolg van een afrekening die begin maart 2012 van de Hulpverleningsdienst Fryslân is ontvangen een schuld opgenomen inzake de afrekening van de BDU CJGgelden. Hiervoor is een schuld getroffen van € 217.000. Gezien de verwerkte correcties gedurende de jaarrekeningcontrole hebben we het college geadviseerd intern werkzaamheden uit te laten voeren na het opstellen van de jaarrekening. Hierbij denken wij aan het afwerken van een checklist of alle posten op een adequate wijze beoordeeld zijn, of bijvoorbeeld aan een interne review door de controllers. Hiermee wordt bewerkstelligd dat het afsluitingsproces adequaat verloopt en in een eerder stadium het definitieve rekeningsaldo bekend is.
3.6.7. APPA-voorziening Jaarlijks wordt door een extern bureau een actuariële berekening opgesteld voor de APPA-voorziening. Uit de meest recente berekening bleek dat een dotatie van € 563.000 noodzakelijk was. De omvang van de dotatie wordt naast de twee extra deelnemers verklaard door het hanteren van een lagere rekenrente. De verlaging van het rentepercentage sluit aan bij een recent uitgebrachte notitie van de commissie BBV waarin aandacht wordt gevraagd voor de te hanteren rekenrente. Vooruitlopend op deze notitie is reeds rekening gehouden met een rentepercentage van 3% in de actuariële berekening.
PwC
Pagina 16 van 28
4. Interne beheersing 4.1. Uw interne beheersing is toereikend Binnen het kader van de controleopdracht fungeren wij voor het college en het management als klankbord voor onder meer het verbeteren van de interne beheersing. Over het algemeen kan de interne beheersing als goed worden gekwalificeerd om tot een getrouwe jaarrekening te kunnen komen. Een stap waardoor de verbijzonderde interne controle een meer risicogerichte benadering krijgt en waarbij de uitkomsten als een tool-of-management ingezet kunnen worden om het zelfcontrolerende vermogen van de organisatie te vergroten. Welke concrete zaken kunt u oppakken? Om u concrete handvatten te geven ten aanzien van de doorontwikkeling van de verbijzonderde interne controle hebben wij onderstaand een aantal praktische aanbevelingen gedaan:
Het controleplan en de uitvoering van de verbijzonderde interne controle meer risicogericht benaderen. Hierbij kan dan meer aandacht worden besteed aan processen of transacties met een hoog risico en wellicht minder aandacht worden besteed aan processen met een laag risico;
Onderstaand hebben we dit grafisch weergegeven: Risico rechtmatigheid
Inspanning interne controle
Hoog
Hoog
Laag
Middel Hoog
Middel Middel
Middel
Hoog
Laag
**
Het integreren van de verbijzonderde interne controle met betrekking tot de specifieke uitkeringen Single information, Single audit in het interne controleplan. Periodiek (bijvoorbeeld eens in de vier jaar) het plan grondig te herzien op basis van de risico’s die gemoeid zijn met de betreffende processen. Het opzetten van een gemeentelijk M&O-beleid. Betrekken van de IT-omgeving/automatisering in de doorontwikkeling van de Interne Beheersing / interne controle werkzaamheden.
Naast de bovenstaande verbeterpunten inzake de opzet en uitvoering van de interne controle en interne beheersing hebben we onderstaand twee specifieke punten opgenomen.
Rechtmatigheid verstrekkingen Uit de uitvoering van de interne controle is gebleken dat dossiers niet altijd compleet zijn, waaronder subsidiedossiers. Dit is wel noodzakelijk voor het kunnen vaststellen van de subsidie. Omdat de gemeente Opsterland de subsidies pas vast stelt nadat alle stukken in het subsidiedossier aanwezig zijn, is het risico op onrechtmatig verstrekken laag. De naleving van termijnen en het opbouwen van dossiers behoeft echter wel de nodige aandacht. Daarnaast hebben wij kennis genomen van het rapport van de rekenkamer inzake het subsidiebeleid. De rechtmatigheid van de verstrekkingen wordt hierbij ter discussie gesteld aangezien de koppeling naar de
PwC
Pagina 17 van 28
wettelijk e grondslag ontbreekt. Echter voor lang niet alle subsidies is dit van toepassing waardoor naar verwachting de meeste subsidies rechtmatig zijn verstrekt. Het college zal de aanbevelingen van de rekenkamer meenemen bij het aanpassen van de Algemene Subsidie Verordening in 2012 en nadere regels vaststellen. Tevens wordt er bij de begroting een overzicht toegevoegd van de subsidieontvangers en de subsidiebedragen.
Waarborg volledigheid aantal WSW’ers Via de bijlage Single information, Single audit (SiSa) bij de jaarrekening legt u verantwoording af over de door u ontvangen specifieke uitkering in het kader van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW). U maakt voor de uitvoering van de WSW voornamelijk gebruik van het SW-bedrijf Caparis voor de plaatsing van geïndiceerde personen. Voor de verantwoording van de WSW in de SiSa-bijlage bij de jaarrekening maakt u daarom gebruik van een opgave van Caparis. Er is echter geen waarborg dat alle WSW-ers via Caparis gedetacheerd worden. Hierdoor bestaat het risico dat niet alle WSW-ers in de SiSa-bijlage verantwoord worden, waardoor mogelijk een deel van specifieke uitkering terugbetaald moet worden. Dit is een ontwikkeling die wij landelijk veel zien. Daarnaast kan sprake zijn van WSW-ers die mogelijk uit uw gemeente verhuisd zijn maar waarvoor een doorbetalingsverplichting geldt. U heeft aangegeven dat de verantwoorde aantallen in de SISA-bijlage een volledige opgave zijn van de WSW-ers die woonachtig zijn in uw gemeente naar de inzichten en informatie waarover u beschikt.
4.2. (niet) Naleven Europese aanbestedingsregels Naar aanleiding van de uitgevoerde werkzaamheden op het gebied van rechtmatigheid en de beoordeling van de interne beheersing hebben wij geconstateerd dat de Europese aanbestedingsregels ook in 2011 niet volledig zijn nageleefd. Voor een bedrag van € 373.577 is in 2011 betaald welke Europees aanbesteed had moeten zijn. De oorzaak van de onrechtmatige inkopen wordt voornamelijk veroorzaakt doordat opdrachten (onderhands) worden verlengd terwijl hiervoor een Europese aanbestedingstraject had moeten plaatsvinden. De naleving van de Europese aanbestedingsregelgeving dient procesmatig te worden aangescherpt. Hierbij denken wij aan het opzetten van een contractregister c.q. een verplichtingenadministratie. Door gebruik te maken van een dergelijke register kan in een tijdige stadium worden gesignaleerd dat een contract (weer) aanbesteed dient te worden.
4.3. De samenwerking met andere gemeenten krijgt steeds meer vorm Momenteel beraadt de gemeente Opsterland zich op meerdere gebieden op samenwerking met de gemeenten Ooststellingwerf en Weststellingwerf. Onder andere mogelijke samenwerking op het gebied van sociale zaken krijgt steeds meer vorm. Dit zou betekenen dat de uitvoering hiervan door Smallingerland zal worden beëindigd per eind 2012 (het contract is reeds opgezegd). De uitvoering van het verstrekken van uitkeringen wordt hiermee overgedragen van gemeente Smallingerland naar de gemeenten Ooststellingwerf en Weststellingwerf. De gemeente Opsterland blijft zelf verantwoordelijk voor de verantwoording richting het ministerie van Sociale Zaken als ook voor de rechtmatige verstrekking van de uitkeringen. Wij adviseren u een Service Level Agreement (SLA) op te stellen waarin de werkafspraken en het te leveren kwaliteitsniveau worden beschreven. Daarnaast dient bij de overdracht van uw uitkeringsadministratie van de gemeente Smallingerland aan de gemeenten Ooststellingwerf en Weststellingwerf de juiste en volledige gegevensoverdracht gewaarborgd te worden. In het bijzonder vragen wij hierbij uw aandacht voor de volgende aspecten:
Zijn alle uitkeringsgerechtigden opgenomen in de uitkeringsadministratie van gemeente Ooststellingwerf en Weststellingwerf?
Zijn alle stamgegevens (NAW-gegevens, rekeningnummers, enz.) juist en volledig opgenomen in de uitkeringsadministratie van gemeente Ooststellingwerf en Weststellingwerf?
Op welke wijze wordt periodiek management informatie verstrekt aan de gemeente Opsterland?
PwC
Pagina 18 van 28
Op welke wijze worden de IC-controles ingericht, uitgevoerd en hierover gerapporteerd teneinde de rechtmatigheid van de verstrekte uitkeringen aan te tonen?
Wij vragen u hierbij bovenstaande controles duidelijk te documenteren zodat achteraf kan worden vastgesteld dat de controles zijn uitgevoerd en welke bevindingen hieruit volgen. Indien het tot een verdere samenwerking komt, treden wij graag met u in overleg over de gevolgen voor de uitvoering van de interne controle en onze accountantscontrole daarop.
4.4. Monitoren financiële risico’s verbonden partijen (Caparis) en woningcorporaties In de jaarrekening heeft gemeente Opsterland een aantal balansposities ingenomen ten aanzien van verbonden partijen waaronder Caparis en leningen verstrekt aan woningcorporaties. Het is van belang om de ontwikkelingen bij deze partijen adequaat te monitoren teneinde de mogelijke financiële effecten tijdig te verwerken in de financiële rapportages. Monitoring wordt momenteel ingevuld door tussentijdse rapportages en de begroting te beoordelen, het voeren van gesprekken over de actuele (financiële) stand van zaken en het tijdig (voor het opstellen van de gemeentelijke rapportages) verkrijgen van inzicht in de actuele financiële ontwikkeling van de gemeenschappelijke regelingen en de woningcorporaties.
4.5. Verbeteringen inzake uw IT-omgeving zijn mogelijk De gemeente Opsterland maakt gebruik van diverse informatiesystemen, uiteenlopend van specialistisch/ondersteunend tot veelomvattend/organisatiekritisch. Voor onze jaarrekeningcontrole willen wij zoveel mogelijk gebruikmaken van de gegevens uit deze systemen. Als gevolg van onze controleaanpak en artikel 2:393 lid 4 BW besteden wij daarom aandacht aan de betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking die door middel van deze systemen plaatsvindt. We hebben één tekortkoming geconstateerd ten aanzien van de geautomatiseerde gegevensverwerking vanuit onze controle die in dit kader moeten worden gerapporteerd. Systeemtechnische functiescheiding binnen het digitaal factuurverwerkingsproces is niet gewaarborgd Tijdens onze controle hebben we vastgesteld dat er in Corsa 3 gebruikers uitgebreide rechten hebben binnen het pakket Corsa. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van een algemeen beheersaccount. Daarnaast hebben 6 gebruikers in het pakket meerdere rollen die de controletechnische functiescheiding zouden kunnen doorbreken. Voor de jaarrekeningcontrole 2011 hebben we middels handmatige controles vastgesteld dat de verantwoorde transacties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Verder hebben we van de IT-afdeling vernomen dat begin 2012 de eerste maatregelen zijn getroffen door het verwijderen van rollen. Hiermee wordt dit risico terug gebracht tot een aanvaardbaar niveau. Naast bovengenoemde tekortkoming hebben wij een aantal diverse kleine aanbevelingen gesignaleerd op het gebied van verdere formalisering en professionalisering van uw IT-omgeving:
Binnen de gemeente is geen geformaliseerd informatie beveiligingsbeleid aanwezig. (concept bestaat wel) Opsterland beschikt momenteel niet over een geformaliseerd IT-beleidsplan; IT-beleid is wel aanwezig echter wij adviseren u dit nader te formaliseren in de vorm van een beleidsplan. Een gedocumenteerde autorisatieprocedure voor het monitoren, toekennen, wijzigen of verwijderen van gebruikers in besturingssystemen, databases, applicaties is niet aanwezig. De huidige methodiek voor het gebruik van wachtwoorden en accounts (o.a. Key2Financien) is voor verbetering vatbaar (minimale lengte, complexiteitseisen, wachtwoordhistorie).
De gemeente is bezig haar IT organisatie te professionaliseren en wij hebben begrepen dat de gemeente op dit moment werkt aan de opvolging van een groot aantal aan van bovenstaande aanbevelingen. Deze punten worden naast de overige aanbevelingen van onze EDP-auditors meegenomen.
PwC
Pagina 19 van 28
4.6. Geen aanwijzingen van fraude tijdens onze controle van de jaarrekening 2011 De primaire verantwoordelijkheid voor het voorkomen en ontdekken van fraude en onjuistheden berust bij de het college van burgemeester en wethouders. De gemeenteraad ziet erop toe dat de het college van burgemeester en wethouders hiertoe adequate procedures volgt en actie onderneemt als daartoe aanleiding bestaat. Als uw accountant hebben wij de verantwoordelijkheid om risico’s van fraude te herkennen, voor zover deze risico’s kunnen leiden tot materiële fouten in de jaarrekening. Tijdens onze controle van de jaarrekening 2011 zijn ons geen aanwijzingen van fraude gebleken.
PwC
Pagina 20 van 28
5. Vooruitkijkend 5.1. Jeugdzorg, AWBZ en WWNV vragen uw aandacht De komende jaren krijgt de gemeente Opsterland als gevolg van landelijke ontwikkelingen en het nieuwe Regeerakkoord te maken met een aantal decentralisaties. De invoering van de Wet Werken naar Vermogen (WWNV) dient zich al aan per 1 januari 2013, waarbij aanvragen voor het herstructureringsfonds reeds begin 2012 ingediend moeten worden. U krijgt in 2013 en 2014 ook te maken met de uitvoering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Jeugdzorg. Deze drie decentralisaties, samen met andere ontwikkelingen zoals op het gebied van passend onderwijs of welzijnswerk en gecombineerd met de algehele bezuinigingen, stellen gemeenten voor een grote en complexe opgave. Al deze ontwikkelingen raken en versterken elkaar. Een keuze op één terrein kan consequenties hebben op een ander terrein. In onderstaand figuur is de samenhang binnen het sociaal domein gevisualiseerd.
Decentralisatie Jeugdzorg
Decentralisatie Begeleiding AWBZ
Decentralisatie WWNV
Invoering passend onderwijs
Lopend beleid in het Sociaal Domein en Jeugddomein: WMO: 5 taken jeugdbeleid, CJG, thuiszorg, welzijn, AMW (Gezondheids)zorg: JGZ, AWBZ, Verslavingszorg, OGGZ,WWB, Schuldhulpverlening Jeugd en veiligheid, overlast, Halt, veiligheidshuizen Onderwijs: Leerplicht, terugdringen verzuim, schoolmaatschappelijk werk
Hieronder geven wij kort een toelichting per decentralisatie:
5.1.1. Decentralisatie van de jeugdzorg Het kabinet wil de uitvoering van de gehele zorg voor kinderen, jongeren en hun opvoeders bij elkaar brengen onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Dit betekent dat alle jeugdzorg die nu nog valt onder het Rijk, de provincies, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en Zorgverzekeringswet (Zvw), alsmede de jeugdbescherming en jeugdreclassering gedecentraliseerd worden naar gemeenten. Hierdoor ontstaan in de uitvoering meer mogelijkheden voor preventie, integrale ondersteuning en afstemming met school en werk. De voorgenomen wijziging van het jeugdstelsel is mede gebaseerd op de evaluatie van de wet op de jeugdzorg, de bevindingen van het vorige kabinet en het rapport van de parlementaire werkgroep van voorjaar 2010. Het uitgangspunt is dat de nieuwe wet vanaf 2105 in werking treedt. Eind 2012 wordt de concept wet naar verwachting naar de Tweede Kamer gestuurd, in 2013 volgen uitwerkingen en in 2014 de implementatie. Een van de discussiepunten is of de jeugdzorg gefaseerd of in één keer zal plaatsvinden. De decentralisatie van de jeugdzorg is een tweeledige opgave voor gemeenten waarbij taken worden overgenomen en tegelijkertijd een stelselwijziging wordt doorgevoerd. Deze complexe transitie moet zowel een verbetering in effectiviteit als in efficiëntie bewerkstelligen. Een kernvraag is hoe de ondersteuning en hulp rondom kinderen en gezinnen op een meer integrale wijze kan worden georganiseerd. Daarbij is onder meer de aansluiting op het welzijnswerk en op het onderwijs van belang, maar bijvoorbeeld ook de relatie met schuldhulpverlening en veiligheid. En wat is daarin laagdrempelig en ondersteunend en hoe sluit zwaardere hulp en justitiële maatregelen daarop aan? Een gerelateerd vraagstuk is wat de rol en taakinvulling van het Centrum voor Jeugd en Gezin zou moeten zijn. Het overnemen van taken op het gebied van jeugdzorg brengt
PwC
Pagina 21 van 28
ook de vraag van intergemeentelijke samenwerking naar voren en hoe de specialistische jeugdzorg straks ingekocht moet worden. Tot slot speelt daarbij ook nog de samenhang met de veranderingen Passend Onderwijs en de andere twee decentralisaties.
5.1.2. Wet werken naar vermogen Met de Wet werken naar vermogen zorgt het kabinet voor één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt. De achtergrond is de gedachte dat veel mensen kunnen werken naar eigen vermogen. En dat mensen met een arbeidsbeperking, eventueel met ondersteuning vanuit de overheid, zoveel mogelijk aan de slag kunnen in een reguliere baan, met uitzondering van mensen die volledig en duurzaam arbeidsbeperkingen hebben. De Wet werken naar vermogen (WWNV) wordt een brede voorziening met zoveel mogelijk gelijke rechten, plichten en kansen voor mensen met arbeidsvermogen die nu nog gebruikmaken van de verschillende regimes van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong), Wet investeren in jongeren (WIJ) en Wet werk en bijstand (WWB). Voor jongeren die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, blijft de Wajong bestaan. Voor mensen die alleen in een beschutte omgeving kunnen werken, kan de indicatie beschut werken worden afgegeven. Een belangrijk instrument dat in het kader van de WWNV wordt ingezet is het principe van loondispensatie. Een werkgever betaalt alleen voor de ‘loonwaarde’ (productiviteit) van de werknemer en de rest van het inkomen wordt aangevuld door de overheid. De invoering van de Wet werken naar vermogen is een opgave voor gemeenten omdat het een hervorming van het stelsel betekent welke gepaard gaat met een forse bezuiniging. Dit vraagt van gemeenten een strategische heroriëntatie op hun re-integratiebeleid; welke re-integratieinstrumenten kan een gemeente nog aanbieden met de afgenomen middelen? De terugkerende vraag daarbij is welke instrumenten daadwerkelijk effectief zijn? Daarnaast moeten gemeenten besluiten op welke schaal zij hun dienstverlening zullen aanbieden. Gaan gemeenten regionaal samenwerken en zo ja, hoe ver reikt dat? Hoe lang moet een werkzoekende reizen om zich te melden bij het loket voor bemiddeling naar werk? Welke partners spelen in die samenwerking een rol?Wat betekent het bijvoorbeeld voor het bestaande SW-bedrijf? Of het ROC? Hoe worden werkgevers overgehaald om toch mensen een kans te geven die niet volledig inzetbaar zijn? Daarnaast behelst deze wet een financieel risico voor de gemeenten. Dit wordt onder meer veroorzaakt door een flinke korting op de Wsw en de Wwb en de toegenomen instroom als gevolg van de economische crisis. Verschillende gemeenten hebben nu al de grenzen van hun budget bereikt bij de uitvoering van de Wwb. Op 1 februari 2012 is de invoeringswet Wet werken naar vermogen naar de Tweede Kamer gestuurd. De WWNV gaat in op 1 januari 2013. Op dit moment werken veel gemeenten aan een plan voor een uitvoeringsorganisatie voor de WWNV, waarbij diverse aspecten van belang zijn, zoals de omvang van de rol van het SW-bedrijf en de omvang van de rol van marktpartijen. Verder zijn gemeenten bezig met het uitwerken van een aanvraag bij het herstructureringsfonds voor het ontvangen van transitiemiddelen. Deadline voor het indienen van deze aanvraag is eind april 2012.
5.1.3. Van AWBZ naar WMO Het kabinet heeft besloten om per 2014 de functie begeleiding uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) te schrappen en deze onder de compensatieplicht van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) te brengen. Vanaf 2013 zijn de gemeenten al verantwoordelijk voor de personen die voor het eerst of opnieuw begeleiding nodig hebben. Deze wijziging betekent dat er niet langer sprake is van een verzekerd recht, maar van compensatieplicht. Een belangrijke overweging voor deze decentralisatie is geweest dat dagbesteding en begeleiding het beste dichtbij de cliënt geregeld kunnen worden. De gemeente kent de mensen en hun situatie beter dan de zorgkantoren. Bovendien kunnen gemeenten naar verwachting gebruik maken van meer passende informele of collectieve voorzieningen en van verbinding met andere beleidsvelden. De decentralisatie van de AWBZ is een opgave voor de gemeenten omdat de taakuitvoering vertaald moet worden naar de Wmo en daarmee anders vormgegeven zal worden. Daarnaast is de aanbieder en klant (deels) nog onbekend voor gemeenten. Een aandachtspunt bij deze opgave zijn de onduidelijkheden, onder meer over de vraag voor welke doelgroepen specifieke maatregelen worden genomen, over de afbakening intramuraal en extramuraal en over de financiële kaders en consequenties (naast de 5% doelmatigheidskorting). Een tweede aandachtspunt is de samenhang met andere trajecten zoals afschaffing zorgkantoor, de IQ-maatregel, de kanteling van de Wmo en de andere twee decentralisaties.
PwC
Pagina 22 van 28
De gemeente zal zich in belangrijke mate in 2012 moeten voorbereiden door onder meer keuzes te maken in de aanpak, beleid vast te stellen en een verordening te maken. In onderstaand overzicht is het stappenplan van de transitie opgenomen (bron: vng website).
5.2. Overige ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn 5.2.1. Nieuwe wet houdbaarheid overheidsfinanciën (HOF) Nederland gaat de recente Europese afspraken ten aanzien van begrotingsdiscipline opnemen in de Wet houdbare overheidsfinanciën (HOF). Ook de belangrijkste uitgangspunten en randvoorwaarden van het Nederlandse budgettaire beleid – zoals de begrotingsregels – zijn onderdeel van het wetsvoorstel. Tijdens de bijeenkomsten van de Europese Raad op 26 oktober en op 8 en 9 december 2011 hebben de Europese regeringsleiders afspraken gemaakt om de financiële stabiliteit van de EU en in het bijzonder de eurozone te waarborgen. Lidstaten moeten de vereisten uit het aangescherpte Stabiliteits- en Groeipact voor het einde van 2012 vastleggen in nationale wetgeving. Voor Nederland was dat niet nieuw, aangezien de Wet HOF al maanden in voorbereiding was. De wettelijke verankering van de Europese afspraken werkt disciplinerend en laat zien dat Nederland overtuigd is van de noodzaak om de economische en monetaire unie op orde te brengen. De Europese eisen en afspraken over reductie van het begrotingstekort en de staatsschuld vormen de basis van de Wet HOF. Dat betekent een maximaal toegestaan structureel (d.w.z. na correctie voor de conjunctuur) tekort van de collectieve sector (EMU-saldo) van 0,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp). In Brussel staat dit bekend als de ‘golden rule’. De grens voor het feitelijk tekort blijft 3 procent bbp. Ook mag de overheidsschuld niet hoger zijn dan 60 procent bbp. Als gevolg van de kredietcrisis en de schuldencrisis voldoet Nederland momenteel – net als de meeste andere eurolanden – niet aan deze vereisten. Het beleid van het kabinet is er op gericht om zo snel mogelijk orde op zaken te stellen. De Wet HOF draagt hieraan bij. Naast de Europese eisen worden ook de uitgangspunten van het Nederlands trendmatig begrotingsbeleid in de nieuwe Wet HOF vastgelegd. Hiermee wordt invulling gegeven aan het verzoek van de Tweede Kamer om de begrotingsregels wettelijk te verankeren. Het gaat daarbij onder andere om de strikte scheiding tussen inkomsten en uitgaven, door middel van het hanteren van vaste uitgavenplafonds (kaders) en het principe van automatische stabilisatie aan de inkomstenkant van de begroting. Omdat ook gemeenten, provincies en waterschappen bijdragen aan het begrotingstekort van de collectieve sector, bepaalt het wetvoorstel dat niet alleen het Rijk maar ook de decentrale overheden zich moeten houden aan de doelstellingen uit het aangescherpte Stabiliteits- en Groeipact. Over de bijdrage van de decentrale overheden aan de Europese doelstellingen wordt bestuurlijk overleg gevoerd. Nu de ministerraad met het wetsvoorstel heeft ingestemd, wordt de Wet HOF ter consultatie voorgelegd aan de decentrale overheden. Dat gebeurt via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen (UvW). Vervolgens zal het wetsvoorstel voor advies worden
PwC
Pagina 23 van 28
aangeboden aan de Raad van State. Het kabinet verwacht het wetsvoorstel nog voor de zomer van 2012 aan de Tweede Kamer te sturen. De beoogde ingangsdatum van de Wet HOF is 1 januari 2013. De Wet HOF is een aangepaste en geactualiseerde uitgave van het wetsvoorstel Tekortreductie Rijk en Medeoverheden dat niet verder in procedure wordt gebracht.
5.2.2. Digitalisering informatieketen Digitalisering is een brede maatschappelijke ontwikkeling die in toenemend tempo in onze dagelijkse activiteiten naar voren komt. Ook in het economisch verkeer is een sterke toename van het aantal gedigitaliseerde handelingen en processen te zien. Bedrijven en organisaties merken dit door de veelheid aan digitale initiatieven waarmee zij worden geconfronteerd, zowel vanuit de overheid als private initiatieven. Al deze initiatieven zijn gebaseerd op een of meerdere digitale standaarden die het mogelijk maken dat registraties, (trans)acties en rapportages effectiever én efficiënter kunnen plaatsvinden. Deze standaarden zijn open en flexibel van aard, en vaak gebaseerd op eXtensible Markup Language (XML). De Nederlandse overheid is al sinds 2004 bezig met de toepassing van deze standaarden. Zij heeft daarbij het primaire doel de administratieve lasten voor bedrijven en organisaties te verlagen. Door de standaarden eXtensible Business Reporting Language (XBRL) en Universal Business Language (UBL) te gebruiken, moeten bedrijven en organisaties uiteindelijk gemakkelijker, beter en goedkoper hun facturen, verantwoordingen, aangiftes, specificaties en rapportages kunnen opstellen, versturen en verwerken. In het Standard Business Reporting-programma (SBR) van de Nederlandse overheid, werken organisaties uit de publieke en private sector samen aan het realiseren van deze voordelen. UBL wordt vooral toegepast voor handelsdocumenten zoals facturen, orders en orderbevestigingen. XBRL is bedoeld voor het digitaal rapporteren van zowel financiële als niet-financiële verantwoordingsinformatie. XBRL kent internationaal drie grote toepassingsgebieden: jaarrekeningen, toezicht (op beurzen en de financiële sector) en fiscale aangiftes. In de loop van 2011 is een groot aantal fiscale aangiftes in XBRL verplicht geworden in het Verenigd Koninkrijk, Japan, Ierland, België en Duitsland. In Nederland is in mei 2011 besloten om tot defacto verplichtstelling van SBR over te gaan met ingang van 1 januari 2013. Daarbij gaat het in eerste instantie om de aangifte Vennootschapsbelasting en Inkomstenbelasting. Met ingang van 1 januari 2014 zal dit ook gelden voor de aangifte Omzetbelasting, de deponering van de jaarrekening van kleine organisaties en diverse rapportages aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De overheid heeft (in overleg met de marktpartijen) het voornemen uitgesproken om met ingang van 2015, uiterlijk 2016, deze verplichting tot toepassing van SBR ook voor middelgrote en grote organisaties in te willen voeren. Aangezien deze organisaties controleplichtig zijn, zal er eerst een controleraamwerk moeten komen voor SBR. De NBA aan een dergelijk controleraamwerk gewerkt, waarbij het de verwachting is dat dit raamwerk voor eind 2012 klaar is. De verplichting in 2013 om de aangifte Vennootschapsbelasting en Inkomstenbelasting door middel van SBR aan te leveren zal voor veruit de meeste organisaties geen noemenswaardige gevolgen hebben voor hun financieel-administratieve systemen. Alleen die systemen die de uiteindelijke aangifte moeten produceren, zullen over XBRL-/SBR- functionaliteit moeten beschikken. En deze zullen vervolgens maar enkele keren per jaar gebruikt worden. Met ingang van 2014 zullen de gevolgen wel veel groter zijn. Door de verplichting om zowel de Omzetbelasting als de Jaarrekening door middel van SBR aan te leveren, zal nagenoeg alle financieel-administratieve software van organisaties daarvoor geschikt moeten zijn. We raden u dan ook aan om gedurende 2012 een inventarisatie te maken van die systemen die voor SBR geschikt gemaakt moeten worden en contact hierover op te nemen met de leveranciers. Daarbij zijn twee aspecten aan de orde; de datum van de beschikbaarheid van de SBRfunctionaliteit, en de benodigde doorlooptijd en expertise voor het implementeren van SBR in uw specifieke situatie. Vanuit zowel het SBR Programma van de rijksoverheid als vanuit PwC zult u het komend jaar nader geïnformeerd worden over de gevolgen van deze ontwikkelingen.
PwC
Pagina 24 van 28
5.3. Strategie implementeren vraagt meer Gemeenten staan voor complexe uitdagingen- veelal versterkt door de economische crisis. Vaak hebben gemeenten hun strategie al aangepast en hebben colleges hun collegeprogramma geformuleerd. Het realiseren van deze plannen is de uitdaging. De kredietcrises en de eurocrises hebben directe gevolgen voor de gemeenten1, en om deze het hoofd te bieden hebben gemeenten meer dan ooit behoefte aan daadkracht en realisatiekracht. PwC heeft onderzoek gedaan naar wat gemeenten moeten doen om succesvol te zijn in het realiseren van strategische doelstellingen. Dit onderzoek dat wij de titel ‘Making it happen’ hebben gegeven wijst uit dat leiderschap de belangrijkste succesfactor is, maar niet voldoende. Strategie tot een succes maken vraagt om meer; de volgende succesfactoren worden genoemd door de deelnemers aan het onderzoek2.
Leiderschap is cruciaal; Zorg voor een eenduidige, overkoepelende, strategische visie; Benut externe partners ook als doe-tank, niet alleen als denk-tank; Blijf oog houden voor behoeften van burgers en bedrijven; Koppel de strategie aan een sluitend financieel dekkingsplan; Werk met een gefaseerd en actiegericht implementatieplan; Voer de strategie uit als een veranderkundige transformatie.
Logischerwijs start de weg naar een krachtige gemeente met een duidelijke langetermijnvisie. Met een duidelijk implementatieplan moet men vervolgens op weg om de strategie te realiseren. Essentieel is dat de visie en het plan de verschillende beleidsvelden, diensten en sectoren overstijgen. Uit ons onderzoek blijkt dat maar een enkele gemeente zo’n adequaat implementatieplan heeft. Ook naar buiten toe blijkt dat bestuurskrachtige gemeenten in verschillende rollen kunnen samenwerken met verschillende partners. Dit betekent dus samenwerking op verschillende niveaus met andere overheden, regiogemeenten, bedrijven en maatschappelijke instellingen. De diversiteit aan partners betekent dat de lokale overheden een doeltreffend en daadkrachtig beheer op contracten moeten uitvoeren. Deze regierol wordt steeds belangrijker en vraagt om andere en nieuwe kwaliteiten en competenties van uw organisatie, medewerkers en uw ondersteunende systemen. En niet te vergeten adequaat financieel management. Wij adviseren nu halverwege deze gemeenteraadsperiode te evalueren wat uw realisatiekracht is en te bepalen op welke factoren u die realisatiekracht in de tweede helft wilt versterken.
1 2
Zie bijvoorbeeld de wet HOF in paragraaf 5.2.1 Op www.pwc.nl/gemeentevanmorgen vindt u desgewenst meer informatie over het internationale onderzoek.
PwC
Pagina 25 van 28
A. Single information Single Audit (SiSa) Wij hebben in onze controle specifieke werkzaamheden verricht om een oordeel te kunnen geven over de getrouwheid en rechtmatigheid van de financiële verantwoordingsinformatie in de bijlage inzake SiSa bij de jaarrekening 2011 van gemeente Opsterland. Onze werkzaamheden hebben gevarieerd tussen het beoordelen van de interne beheersing en het uitvoeren van detailcontroles. In de bijlage bij de jaarrekening zijn twee typen indicatoren opgenomen:
Indicatoren (bedragen en andere kwantitatieve gegevens, veelal prestatie-indicatoren), die van invloed zijn op de financiële vaststelling. Indicatoren, zonder invloed op de financiële vaststelling.
Voor de eerste indicator geldt dat er een relatie is tussen de jaarrekening en de bijlage. Wij hebben op deze indicatoren een reguliere rechtmatigheidscontrole uitgevoerd en indien specifiek gevraagd is de deugdelijke totstandkoming van de indicator beoordeeld. De tweede indicator heeft normaliter geen directe relatie met de gemeentelijke jaarrekening. Deze indicatoren zijn noodzakelijk voor het departementale jaarverslag. Bij deze indicatoren hebben wij alleen de deugdelijke totstandkoming van de indicator beoordeeld. Voor de bevindingen uit onze controle gelden op grond van het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden (‘BADO’) zwaardere rapporteringstoleranties dan voor andere onderdelen van de reguliere jaarrekening. In dit rapport van bevindingen hebben wij per specifieke uitkering fouten en onzekerheden, boven een vastgestelde financiële grens, opgenomen voor zover deze niet door de gemeente zijn gecorrigeerd. De financiële grens is afhankelijk gesteld van de omvangsbasis van de regeling. De omvangsbasis wordt gebaseerd op de gevraagde indicator. Bij een gevraagde indicator van “bestedingen gedurende het jaar” wordt de omvangsbasis bijvoorbeeld gevormd door de bestedingen in de regeling. De financiële grens is per specifieke uitkering:
€ 10.000 indien de omvangsbasis kleiner dan of gelijk is aan € 100.000; 10% indien de omvangsbasis groter dan € 100.000 en kleiner dan of gelijk aan € 1.000.000 is; € 100.000 indien de omvangsbasis groter dan € 1.000.000 is.
De rapporteringstolerantie heeft geen consequenties voor de omvang en aard van de controle van specifieke uitkeringen. Het gaat alleen om het rapporteren van de waargenomen fouten en onzekerheden voortkomende uit de accountantscontrole. Op basis van de nota verwachtingen accountantscontrole uitgegeven door het ministerie van Binnenlandse Zaken rapporteren wij middels onderstaande voorgeschreven tabel de geconstateerde fouten of onzekerheden per regeling.
PwC
Pagina 26 van 28
Nr
Naam specifieke uitkering of overige
C6
Wet inburgering (Wi)
Geen
0
nvt
Geen
0
nvt
C7C
Investering stedelijke vernieuwing (ISV) Projectgemeenten SiSa tussen medeoverheden Onderwijsachterstandenbeleid niet-GSB 2006-2010 (OAB)
Geen
0
nvt
D2
Onderwijsachterstandenbeleid 2011-2014 (OAB)
Geen
0
nvt
D9
Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden
Geen
0
nvt
E27B
Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Gemeentedeel 2011
Geen
0
nvt
G1C-1
Wet sociale werkvoorziening (Wsw) (Gemeenten (incl. WGR) Totaal 2010)
Geen
0
nvt
G1C-2
Geen
0
nvt
G2
Gebundelde uitkering (WWB+WIJ+IOAW+IOAZ+levensonderhoud beginnende zelfstandigen Bbz 2004+WWIK
Geen
0
nvt
G3
Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
G5
Wet Participatiebudget (WPB)
Geen
0
nvt
G6
Schuldhulpverlening
Geen
0
nvt
Brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin (BDU CJG)
Geen
0
nvt
H10
PwC
Totale fout of onzekerheid per specifieke uitkering
Totale omvang van de fout of de onzekerheid (in Euro’s)
Toelichting fout/onzekerheid
Pagina 27 van 28
B. Doel en gebruik van ons accountantsverslag Het accountantsverslag is uitsluitend opgesteld voor gebruik door de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en (vanuit SiSa) de Ministeries waarop de SiSa-regelingen zoals vermeld in de SiSa-bijlage betrekking hebben. PricewaterhouseCoopers geeft derde partijen niet het recht om op het rapport te mogen vertrouwen dan wel het rapport voor enig doel te gebruiken. PricewaterhouseCoopers wijst derhalve uitdrukkelijk enige verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid en/of zorgplicht jegens andere partijen dan de gemeenteraad van de gemeente Opsterland van het rapport af. Het doel van dit accountantsverslag is om u te informeren over onze bevindingen in het kader van de jaarrekeningcontrole 2011 van de gemeente Opsterland. Deze controle hebben wij in opdracht van de raad uitgevoerd. Wij hebben onze controle over 2011 inmiddels afgerond en zijn tot een goedkeurende controleverklaring gekomen, zowel ten aanzien van het getrouwe beeld van de jaarrekening als ook de rechtmatigheid daarvan. In de controleverklaring kunnen wij echter niet alle informatie kwijt die wij met u willen delen, daarom willen we deze informatie in dit accountantsverslag opsommen. Hierbij moet gezegd worden dat dit geen uitputtende opsomming is van de uitgevoerde werkzaamheden en de geconstateerde bevindingen. Mocht u hierover met ons willen spreken, dan staan wij daar natuurlijk voor open. Als onderdeel van de jaarrekeningcontrole hebben wij ook de SiSa bijlage gecontroleerd. Sinds 2006 maakt deze bijlage onderdeel uit van de reguliere jaarrekening van een gemeente en dienen wij als accountant een oordeel af te geven over de gegevens in deze bijlage. In bijlage A van dit verslag hebben wij een overzicht opgenomen van onze bevindingen ten aanzien van de SiSa bijlage in de jaarrekening 2011.
PwC
Pagina 28 van 28