LEDENBLAD NEDERLANDSE MELKVEEHOUDERS VAKBOND
NUMMER 139, APRIL 2009
Resultaat EU-landbouwministerraad teleurstellend De NMV is teleurgesteld in de uitkomst van de raad van landbouwministers in Brussel. Vooral de houding van EUlandbouwcommissaris Fischer Boel staat een oplossing van de crisis op de zuivelmarkt in de weg. Het is volstrekt helder dat het aanbod van melk zowel in Europa als ook op de wereldmarkt groter is dan de vraag. De melkprijs is inmiddels tot een historisch dieptepunt gedaald. Het is in deze situatie niet aan de orde om te stechelen over de vraag wat hiertoe het meest aan bijgedragen heeft, de afname van de vraag of de toename van het aanbod. Er is gewoon te veel melk en het is nu aan de politiek om oplossingen te zoeken.
Oplossingen kunnen enerzijds liggen in het vergroten van de vraag, door bijvoorbeeld het EU-schoolmelkprogramma en het ondersteunen van afzet van melkpoeder in veevoer. Alleen het eerste is op dit moment toegezegd. Onzinnige argumenten Duidelijk is dat dit onvoldoende is om
de markt weer in balans te brengen. Ook aan de aanbodzijde zal iets moeten gebeuren. Juist daar houdt Fischer Boel, en met haar een aantal ministers waaronder Verburg, krampachtig vast aan eerder gemaakte afspraken. De meest onzinnige argumenten worden daarvoor uit de kast gehaald en erger nog, er wordt onjuiste informatie gegeven. De 2,5% quotumverruiming van 2008 zou niets te maken hebben met het huidige overschot en de lage melkprijzen, want de melkproductie in de EU ligt ruim onder het totale EUquotum en de productie zou in 2008 met 0,4% zijn gedaald. Meer melk Uit de meest recente informatie van het PZ blijkt echter duidelijk dat er in 2008 0,6% meer melk geproduceerd is dan in 2007. Aangezien het EU-melkquotum niet afgestemd is op de vraag, zegt het onderschrijden van dit quotum met ongeveer 4% niets over het overschot op de zuivelmarkt. De huidige melkproductie is te ruim en zal
Rondetafelgesprek over melkprijs Op 15 april a.s. zal er een rondetafelgesprek met de Tweede Kamercommissie LNV worden gehouden over de ernstige financiële situatie op de melkveebedrijven. Het rondetafelgesprek dat door de DDB is aangevraagd naar aanleiding van de enquête ‘Zuivelbeleid en Melkveehouders’, biedt voor de NMV en de DDB een goede mogelijkheid om de crisisaanpak, zoals opgesteld binnen de European Milk Board, aan de politici voor te leggen. Er moeten zo snel mogelijk stappen worden ondernomen om de crisis in de melkveehouderij te beëindigen. Andere landen en werelddelen hebben al forse stappen genomen. Zo heeft Israël 18.000 koeien geslacht en werden in de VS 300.000 koeien geslacht om het aanbod te beperken. Dat Europa als marktleider geen stappen onderneemt, is afkeurenswaardig. De Europese melkveehouders eisen een beter beleid. De vaststaande afspraak is dat er zeker nog tot 2015 een melkquotering is, dat houdt in dat de Europese melkveehouders mogen eisen dat er ook daadwerkelijk aan volumebeheersing wordt gedaan. Beleidsmakers die dit negeren en door blijven gaan met hun afbraak van een wettelijk ingevoerd instrument, zijn onbetrouwbaar en handelen tegen eerder gemaakte afspraken in.
verminderd moeten worden. Het is ook volstrekt helder dat als er in 2008 geen quotumuitbreiding geweest was, de EU-melkproductie lager zou zijn geweest dan nu het geval is. Een groot aantal landen zoals Engeland en Zweden kampen al jaren met een dalende melkproductie. Zeker in Engeland is de situatie dramatisch met een onderschrijding van 12% van het quotum. Deze daling zou ook zonder verruiming plaatsgevonden hebben, waardoor de totale EU-melkproductie in 2008 gedaald zou zijn in plaats van gestegen met 0,6%. Doordat een aantal landen waaronder Nederland echter wel meer zijn gaan melken, is de daling van de productie in deze landen weer teniet gedaan en omgezet in een stijging van de totale EU-productie. Verantwoordelijkheid Daarmee heeft de verruiming van het melkquotum dus wel degelijk bijgedragen aan het huidige overschot op de EUzuivelmarkt en zullen ook de komende verruimingen hier verder aan bijdragen. De NMV betreurt het dan ook zeer dat de EU-ministerraad haar verantwoordelijkheid niet genomen heeft en niet ingegaan is op het voorstel van onder meer Duitsland om de voorgenomen verruimingen te bevriezen. Dit zou in ieder geval een mogelijk verdere verslechtering van de zuivelmarkt voorkomen hebben. Voor herstel van de zuivelmarkt zijn echter nog verdere stappen noodzakelijk.
ACTIE!!! NMV- en DDB-melkprijsactie in Den Haag op 15 april a.s. Lees meer op pagina 5.
Algemeen Overleg levert niets op Op 19 maart jl. werd in het Algemeen Overleg (AO) door de leden van de Tweede Kamer gesproken met minister Verburg over de crisis in de melkveehouderij.
De bezorgdheid van met name VVD, CDA en PvdA over de grote prijsval komt op de NMV over als hypocriet. Het zijn immers deze partijen die gepleit hebben voor de quotumverruiming van 2%. Een overschot aan melk op de markt veroorzaakt de sterke prijsval, dus is er sprake van oorzaak en gevolg. Desondanks blijven bovengenoemde partijen volhouden dat inkrimping niet aan de orde is. Zij blijven weigeren om te komen met oplossingen, terwijl wereldwijd wel met inkrimping wordt gereageerd op de melkprijscrisis. Integendeel, CDA, VVD en PvdA pleiten daarbij ook nog voor Europese Verevening zodat er nog meer melk op
de markt zal komen wat de problematiek zal verergeren. Hiermee onttrekken bovengenoemde partijen zich aan hun politieke verantwoordelijkheid die zij tegenover melkveehouders wel hebben. Hier tegenover stonden ChristenUnie (CU), SP en PvdD, die wel pleiten voor marktregulering en de productie willen verminderen om de markt in balans te brengen. Cramer (CU): ‘De grote partijen moeten niet zeuren; dit is wat ze zelf gewild hebben. Als VVD, PvdA en CDA een vrije markt willen, hoort het erbij dat boeren omvallen. Maar dan moet men ook accepteren dat er ook weer tekorten komen met hoge prijzen, want dat hoort ook bij een vrije markt. De CU wil dit niet, zij willen reguleren en een stabiele markt.’ De reactie van minister Verburg, die niets wil veranderen aan afspraken die gemaakt zijn in de Health Check over
verruiming omdat de marktvooruitzichten op lange termijn er goed uit zien, bereikte een dieptepunt met haar opmerking dat ze het verschrikkelijk vond dat er melk weggegooid werd. Melkveehouders moesten nadenken over andere oplossingen zoals het aanbieden van schoolmelk of huisverkoop, aldus Verburg. Deze opmerkingen typeert precies de betrokkenheid van deze minister bij de melkveesector: Het aanbieden van (superheffing)melk aan derden is namelijk verboden, zowel vanuit de Nederlandse en Europese wet als vanuit de voorwaarden van de Nederlandse coöperaties. Op aandrang van de hele Kamer was Verburg wel bereid om in Brussel te pleiten voor eerdere uitbetaling van de inkomenstoeslagen. Een randverschijnsel waar geen enkele oplossingsgerichtheid in zit.
NMV reageert op brief Verburg aan de Kamer Voorafgaand aan het AO op 19 maart jl, heeft de NMV aan minister Verburg een reactie geschreven op haar brief aan de Kamerleden van 9 maart jl.
De NMV heeft de minister er op gewezen dat de agrarische productie in sectoren met een quotum heel goed aan veranderende afzetmogelijkheden kan worden aangepast, omdat niet het
individu maar de overheid dit bepaalt. Dit voorkomt grote prijsschommelingen zoals we die de afgelopen jaren gezien hebben: in 2007 de prijsstijging en nu de dramatische prijsdaling. Om snel in te kunnen spelen op veranderende afzetmogelijkheden, heeft de NMV de minister er wederom op gewezen dat het noodzakelijk is dat de melkquotering verbeterd en geflexibiliseerd wordt. Dan
Crisisplan NMV naar Tweede Kamerleden De NMV heeft voorafgaand aan het Algemeen Overleg (AO) op 19 maart jl. de aandacht van de Tweede Kamerleden gevraagd voor de crisisaanpak van de NMV: - De komende uitbreidingen van het melkquotum met jaarlijks 1%, zoals besloten in de Health Check van november 2008, moeten in de nationale reserve ‘bevroren’ worden. - De extra verruiming door middel van de vetcorrectie moet in de nationale reserve ‘bevroren’ worden. - De verevening moet grotendeels ‘bevroren’ worden. - De verplichte regeling voor de verwerking van magere melkpoeder in kalvervoer moet in stand blijven en indien mogelijk zwaarder gesubsidieerd worden. - De bakkersboterregeling moet in stand worden gehouden. Al deze zaken kunnen leiden tot een verlichting van de zuivelmarkt en een verlaging van de zuivelproducten die in opslag liggen.
kan de productie continu aangepast worden aan de vraag, met als gevolg stabiele prijzen voor zowel de melkveehouder als de consument. De NMV heeft minister Verburg dan ook gevraagd zich in te zetten voor het realiseren van deze noodzakelijke verbeteringen. Minister Verburg noemt in haar brief aan de Kamerleden een melkprijsdaling van 25 tot 30%. De melkprijsdaling bevindt zich voor FrieslandCampina-leden echter al op 45% onder de melkprijs van maart 2008. Bij enkele andere fabrieken en op de vrije markt worden al maanden melkprijzen van 15 tot 24 cent betaald; meer dan 50% minder dan in 2008. De financiële situatie op deze bedrijven begint dan ook zeer nijpend te worden. Daarnaast, en dit is zeker een belangrijk punt, is Nederland als lidstaat van de EU zelfs verplicht om de landbouwbevolking een redelijke levensstandaard te verzekeren. Het Verdrag van Amsterdam is hierbij in hoofdstuk 2, Titel II, artikel 33, zeer helder in.
Natura 2000 onzeker- en onduidelijkheden Natura 2000 geeft veel onzekerheden en onduidelijkheden, doordat de Nederlandse overheid de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) anders geïnterpreteerd heeft in de Natuurbeschermingswet. Voor de NMV is dit al veel langer een doorn in het oog.
Hetzelfde is ook gebeurd bij het toetsingskader ammoniak, dat juridisch niet haalbaar bleek. Zo zal dat straks ook het geval zijn met de beheerplannen. De NMV heeft dit al verschillende keren aangeven bij de politiek, maar daar vinden wij weinig gehoor of lopen op tegen een muur van onwil! De maat is vol, de NMV gaat in samenwerking met INCAconsult een verzoek indienen bij de Europese Commissie. De NMV heeft al verschillende bijeenkomsten georganiseerd over Natura 2000. Op 25 maart jl. is samen met de NVV en NVP in Zegveld een bijeenkomst gehouden, waarvoor INCAconsult en leden van de Vaste Kamercommissie Landbouw waren uitgenodigd om uitleg te geven over de regelgeving. In bijna alle Natura 2000-gebieden worden beheerplannen opgemaakt met meer vogel- en habitatsoorten, dan er door de Nederlandse overheid zijn aangemeld bij de Europese Commissie. Hierdoor worden er veel meer maatregelen opgenomen in de beheerplannen dan noodzakelijk. Maar ook door de zonering van 3 km rond de
gebieden worden veel veebedrijven onnodig geconfronteerd met maatregelen. Zonering staat nergens beschreven in de VHR. Ammoniak is een beladen onderwerp. In de VHR staat het woord ammoniak niet. Ook is niet bewezen dat extra maatregelen met betrekking tot ammoniak, beter zouden zijn voor de habitatsoorten. Ammoniak kent een berekeningsmodel waarvan de onzekerheid tot 100% kan zijn! In alle Alterra-rapporten over ammoniak wordt altijd vermeld dat de berekening onzeker is en niet één op één gebruikt kan en mag worden. De NMV is tegenstander van het ‘salderen’ waar men nu over spreekt; het geeft concurrentievervalsing tussen veehouders in en bij de gebieden, en daar buiten. Want indien men salderen wil, zal dat per gebied moeten en het is dan maar de vraag of dat juridisch gezien kan. Bij de beheerplannen is het de vraag wie de maatregelen in de beheerplannen gaat of moet uitvoeren en hoe wordt dat gecommuniceerd en gefinancierd. Maatregelen opleggen tast het eigendomsrecht aan, beheerplannen kunnen wel doorgevoerd worden wanneer de overheid overeenkomsten met de grondeigenaren aan gaat. De NMV vindt dat grondeigenaren baas zijn en moeten blijven van hun eigen grond! De Tweede Kamerleden kregen op 25 maart jl. veel informatie over Natura 2000. INCAconsult belichtte de juridische kant, terwijl de veehouders in
De sprekers op een rij: T. de Groot, N. Gerrits, H. Waalkens, T. Sterk, J. Snijder, H. Maljaars, H. Polderman, H. Jager.
de zaal aangaven hoe zij Natura 2000 ervaren en zien. We hopen dat de Kamerleden deze informatie meenemen én zullen gebruiken bij het Algemeen Overleg van 22 april a.s. Voor video’s van deze bijeenkomst kunt u kijken op www.nmv.nu.
NMV doet een beroep op de Europese Commissie inzake Natura 2000 Ondanks het feit dat minister Verburg de Tweede Kamer herhaaldelijk verzekerd heeft dat Natura 2000 in Nederland correct omgezet zou zijn in de Natuurbeschermingswet, blijkt steeds weer dat de gevolgen voor de Nederlandse melkveebedrijven veel nadeliger uitpakken dan voor de veeteelt in andere EU-landen. Het kan volgens de NMV niet juist zijn dat uitvoering van dezelfde Europese Vogel- en Habitatrichtlijn zulke grote verschillen teweegbrengt, dat dit de concurrentiepositie tussen de lidstaten aantast. Natura 2000 is vastgelegd in Europese richtlijnen, die er juist voor dienen te zorgen dat de bescherming van de biodiversiteit in alle landen van Europa zo uniform mogelijk wordt toegepast. Daarom heeft de NMV het juridisch adviesbureau INCAconsult de opdracht gegeven te onderzoeken of deze richtlijnen in Nederland correct geïnterpreteerd zijn. De bevindingen zijn inmiddels uitgewerkt en zullen nog deze week worden ingediend bij de Europese Commissie. Met het verzoek nog eens kritisch te willen kijken naar de Nederlandse interpretatie, die momenteel de uitoefening van de Nederlandse landbouw in de nabijheid van Natura 2000-gebieden nagenoeg onmogelijk dreigt te maken, terwijl dit in andere lidstaten niet het geval is. De NMV maakt gebruik van deze mogelijkheid vanwege het grote belang voor de Nederlandse melkveehouders om eerlijk te kunnen blijven concurreren binnen Europa.
Nieuwe derogatie weer aan politieke invloed Het vierde actieprogramma Nitraatrichtlijn is aangeboden aan de Tweede Kamer. Belangenorganisaties zijn direct uitgenodigd door het ministerie van LNV voor een toelichting. Het doel van 50 mg nitraat per liter grondwater is bekend. Met de te nemen maatregelen wil de overheid dit doel bereiken, waarbij ze er vanuit gaan dat dit volledig afhankelijk is van de inspanning van de agrarische sector.
De berichten dat niet alleen de agrarische sector verantwoordelijk is, komen niet in het plan terug. Zelfs op plaatsen waar geen landbouw (meer) wordt uitgeoefend spreekt men van een naijlend effect van landbouwactiviteit. Bij LNV stelt men dat er genoeg ‘kennis’
in huis is om te waarborgen dat de geplande maatregelen effect zullen hebben. Grafieken werden getoond met daarin de dalende trend van de nitraatconcentraties waarbij op klei en veen de normen worden gehaald. Voor de melkveehouderij worden de stikstofnormen op klei en veen niet verlaagd (motie Koopmans – Cramer) en de werkingscoëfficiënten blijven gelijk. Op zand en löss worden de normen met 10 kg voor weidende bedrijven en 20 kg voor opstalbedrijven (motie Waalkens) verlaagd. De werkingscoëfficiënt voor varkensmest wordt verhoogd. Voor fosfaat wordt er een normdifferentiatie ingevoerd,
afhankelijk van de fosfaattoestand van de grond. Deze worden variërend van 85 tot 100 kg/ha vanaf 2012 in plaats van generiek 90 kg. Uitrijperiode in gekort Voor graasdierbedrijven komt er de mogelijkheid een fosfaatreparatiebemesting toe te passen met eigen dierlijke mest. Verder komt er onderzoek naar een fosfaatbalanssysteem (Minas) voor na 2013. De uitrijperiode wordt vanaf 2012 op zand 1 maand ingekort; augustus vervalt. Op klei en veen vervalt dan de eerste helft van februari. Wel blijft de mogelijkheid om vanwege weersomstandigheden de uitrijperiode met twee weken te verlengen. Hieruit
Faunafonds: schade, preventie en oplossingen? Een landelijke contact- en demodag over beschermde fauna werd op 10 maart jl. georganiseerd door Faunafonds en WUR. Een positief signaal vindt de NMV, omdat nu ook eens de praktijk rond schade en preventiemiddelen kon worden toegelicht.
In het ochtenddeel kregen verschillende sprekers uit de agrarische sector de gelegenheid om de problemen rond de preventie en schade van beschermde fauna aan te geven. Zo veroorzaken ganzen steeds meer overlast en schade terwijl de preventiemiddelen niet afdoende werken. Daarnaast worden bijvoorbeeld fruittelers geconfronteerd met preventiemiddelen die niet betaalbaar én niet werkbaar zijn. Na de lunch volgde een postercarrousel waar onderzoekers, uitvoerende instanties en toeleveringsbedrijven een korte presentatie hielden over preventie van faunaschade. Hierbij ging het uitsluitend over preventiemiddelen; dus hoe kun je beschermde dieren het beste verjagen.
In de discussie die volgde met de deelnemers in de zaal, stond vooral de vraag centraal op welke manier je het beste een beheersbare populatie in stand kan houden. Alleen verjagen biedt geen uitkomst want je verjaagd de dieren slechts van locatie A naar locatie B en weer terug. Volgens dagvoorzitter de heer Huys was de bijeenkomst niet bedoeld voor dergelijke vragen. De zaal nam met deze reactie geen genoegen en drong aan op een reactie. De heer Revoort, secretaris van het Faunafonds, beweerde dat uit onderzoek was gebleken dat er voldoende foerageergebieden voor ganzen zijn en dat de populatie zelfs nog kon groeien. De NMV is erg ontevreden over deze opstelling van het Faunafonds. Het Faunafonds wil niet onder ogen zien dat grondgebruikers steeds meer maatregelen moeten nemen om beschermde dieren te verjagen wanneer zij geen schade willen krijgen aan gewassen, terwijl de populatie steeds verder groeit en het probleem wordt verergerd.
Wanneer de schade elk jaar toeneemt, zoals blijkt uit de cijfers van het Faunafonds, kan men toch niet blijven beweren dat alleen met preventiemaatregelen als verjagen de schade te beperken is? Doordat we het gevoel hadden niet gehoord te worden als vertegenwoordigers van de agrarische sector, zijn we voor de afsluiting vertrokken, zoals vele anderen. De NMV zal een brief met haar standpunten over het faunabeheer en de voortvloeiende schade door overlast van dieren sturen aan het ministerie van LNV. De NMV vindt het té ver gaan dat de agrarische sector steeds meer maatregelen moet nemen om schade te voorkomen, zonder dat er door andere instanties gekeken wordt naar maatregelen om de populatie van beschermde dieren beheersbaar te houden. Schade door beschermde dieren moet op een eenvoudige manier en zonder teveel eisen vergoed worden. Dan hoort ook bij schade, preventie en oplossingen.
onderhevig volgt een grotere vereiste opslagcapaciteit. Innovatie Sleepvoetbemesters worden op zand en löss per 2010 verboden. De mestvrije zones van 5 meter in ‘hoog’ Nederland blijven bestaan. Versoepelingen zijn er op het gebied van groenbemesters, er mogen nu meer gewassen als vanggewas worden gezaaid. De periode voor graslandvernieuwing in het voorjaar wordt langer. Tenslotte wordt er geïnvesteerd in innovatie, waarbij gedacht wordt aan het aanpassen van diervoer, teelt en bemestingswijze, mestverwerking etc. om de mineralenbenutting te verhogen.
ACTIE!!! Op 15 april discussieert de Tweede Kamer met o.a. de NMV en DDB in een rondetafelgesprek over de melkprijs. De NMV en de DDB vinden dit een uitgelezen kans om actie te voeren voor de melkprijs. We nodigen alle leden en belangstellende melkveehouders uit om op deze dag met ons actie te voeren in Den Haag en aanwezig te zijn op de publieke tribune van de Tweede Kamer. Laat de politici zien dat het menens is met de melkprijs. Zie en hoor hoe uw belangenbehartigers strijden voor uw inkomen. Verdere informatie krijgt u binnenkort via e-mail of per post en via onze site. Wees er bij op 15 april! Vergeet niet uw identiteitsbewijs mee te nemen wanneer u plaats wilt nemen op de publieke tribune.
Kritiek NMV actieprogramma Nitraatrichtlijn De NMV heeft de volgende kritiek: Aanscherpen van stikstofnormen op zandgronden volgens motie Waalkens: niet uitvoeren. Deze motie is bedoeld voor behoud van weidegang en moet niet gebruikt worden voor onnodige aanscherpingen. Fosfaatdifferentiatie: differentiatie akkoord, maar de gestelde normen zijn (lang) niet in overeenstemming met de fosfaatonttrekking van productiegrasland. Daarbij zal een plus of min van 5 á 10 kg/ha nooit een duidelijk waarneembaar effect hebben. Dit blijkt ook al jarenlang uit de adviezen die o.a. BLGG geeft in geval van reparatiebemesting. Ook had men een fosfaatreparatiebemesting met dierlijke mest op bouwland moeten toestaan om ruimte op de mestmarkt te creëren, waardoor de mest uit de ‘fosfaatverzadigde’ gebieden makkelijker geplaatst kan worden. Met andere woorden: ‘aan de goede kant’ beginnen. Het herinvoeren van een fosfaatminas is, gezien de procedures met betrekking tot het rekenwerk en de bemonsteringsproblemen én de afwijzing van Brussel, een garantie voor de spreekwoordelijke ezel. De uitrijperiode inkorten is volstrekt zinloos. Op alle gangbare bedrijven wordt naast de dierlijke mest nog kunstmest gebruikt, men komt dus tekort met alleen maar dierlijke mest. Kunstmest moet betaald worden en is (te) duur. Daarom zal elke boer de mest zo toepassen, dat het op zijn bedrijf het hoogste rendement geeft. Verder kunnen ideale momenten om uit te rijden niet benut worden zoals in februari. Vaak staan op dergelijke percelen in april/mei het meeste gras. Daarbij wil de NMV graag van het touwtrekken af om verlenging te krijgen als de julimaand op zand, of de augustusmaand op klei en veen weinig of geen gelegenheid geeft om mest te rijden. Ook hoeft er dan geen overbodige opslag gebouwd te worden. De sleepvoetbemester moet toegelaten blijven, dit heeft niets met grond- of oppervlaktewaterbelasting te maken. Er zijn veel loonwerkers die recentelijk in dergelijke apparatuur hebben geïnvesteerd en in combinatie met een sleepslang is dit een zeer gewaardeerd systeem dat weinig structuurschade geeft. Daarbij is de vorming van gifstoffen zoals nitriet en sulfiet veel kleiner dan bij een systeem dat de mest diep(er) in de grond brengt, waarbij de omzetting meer zuurstofarm gebeurt. De ‘kennis’ in dit land. Dit bezorgt de boeren en de NMV de meeste beperkingen. Dit komt omdat men in de jaren 90 met het invoeren van Minas de theorie boven de praktijk heeft gesteld. In veel onderzoeksprojecten gebeurt dat helaas nog steeds. De NMV pleit al jaren voor een borging van de uitkomsten van rekenmodellen door er de uitkomsten van goed uitvoerbare meetonderzoeken naast te leggen. Dit komt nog niet echt van de grond. Onderzoekers staan blijkbaar niet te popelen en grote groepen boeren en belangenbehartigers hebben evenals LNV een (letterlijk) blind vertrouwen in het lopende onderzoek en nemen de uitkomsten zonder enige vorm van controle voor waarheid aan. De negatieve sfeer door termen zoals ‘verlies’, ‘uitspoeling’ en ‘uitstoot’ blijft zo bestaan. Dat de werkelijkheid anders is, heeft het bemestingstrappen onderzoek van 2007/08 wel bewezen en het zou goed zijn deze onderzoeksmethodiek (wegen en meten) toe te passen in bestaande en of komende onderzoeksprojecten. Verder heeft LNV bekend gemaakt dat er een ‘gegronde politieke reden’ bestaat om geen derogatie voor andere mestsoorten aan te vragen. Het Brusselse Nitraatcomité handelt dus niet uitsluitend op basis van de werkelijkheid, maar benadert onderzoek ook met politieke argumenten. Dat was ons al bekend. Ook dat dit in politieke kringen wel nooit aan de kaak gesteld zal worden vanwege het gebrek aan klokkenluiders.
Wist u dat 10 ganzen evenveel mest produceren dan 1 koe?
Nationale invulling Health Check-besluiten Tijdens de evaluatie van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in november 2008, de zogenaamde Health Check, zijn er een aantal besluiten genomen welke nog verder op nationaal niveau ingevuld moeten worden. De afgelopen weken heeft hierover overleg plaatsgevonden met belanghebbende partijen. Ook de NMV was hierbij aanwezig. Het gaat hierbij over de volgende onderwerpen.
Ontkoppeling Er zijn nog een aantal sectoren waar de steun nog ontkoppeld moet worden, uiterlijk 2012. Van belang voor de melkveehouderij is de slachtpremie. Besloten moet worden: - wanneer er ontkoppeld wordt: 2010, 2011 of 2012; - welke referentiejaren worden hiervoor gebruikt: keuze 2005 – 2008; - wordt er afgeroomd van de ontkoppelde premies: maximaal 25%. De NMV heeft de voorkeur om pas in 2012 te ontkoppelen, omdat dan de slachtpremie zolang mogelijk bij de
actieve melkveehouder terecht komt. Uit het oogpunt van kostenbesparing en vanwege het feit dat de referentiejaren 2005-2008 blijven, wordt waarschijnlijk echter al in 2010 ontkoppeld. De NMV heeft gepleit voor minimaal 3 referentiejaren. Dit om te voorkomen dat een veehouder die in een bepaald jaar door bijzondere omstandigheden weinig dieren geslacht heeft, daarop afgerekend wordt. Dit zou kunnen in geval van ziekte of bijvoorbeeld door blauwtong. Zeker gezien de slechte situatie in de melkveehouderij, dient de ontkoppelde premie volledig bij de veehouder terecht te komen. De NMV is daarom tegen elke vorm van afroming. Modulatie en plattelandsbeleid Modulatie is het overhevelen (afromen) van inkomenssteun naar het fonds voor plattelandsbeleid. Op dit moment wordt al 5% modulatie toegepast. Van 2009 t/m 2012 komt daar geleidelijk nog 5% bij, zodat in 2012 dus 10% afgeroomd wordt.
De nieuwe criteria voor de MDV Het nieuwe concept van de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV) zal vanaf 1 april in werking treden. Eén van de nieuwe criteria om voor de MDV in aanmerking te komen, is de eis dat een nieuw te bouwen stal plaats moet bieden aan 200 koeien. Het maximale aantal koeien dat een melkveebedrijf mag houden voordat zij een milieuvergunning behoeft is, volgens het Besluit Landbouw Milieubeheer (BLM), in 2006 vastgesteld op 200. De Stichting Milieukeur (SMK) heeft nu besloten om deze maximale eis om te zetten in een minimale eis voor de MDV. Een kromme situatie met serieuze negatieve consequenties. Zo zal een grote groep melkveehouders financieel ernstig benadeeld worden. In aanmerking genomen dat het gemiddelde aantal melkkoeien per melkveehouder 74 bedraagt, is het zeer onrealistisch om aan te nemen dat veel melkveehouders direct een stal zullen plaatsen voor 200 koeien. Bovendien zou een bedrijf van die grootte extra personeel vergen, wat nog een lastenverzwaring betekent bovenop de hoge kosten voor de nieuw te bouwen stal. Een stal voor 200 koeien zal in de meeste gevallen ook niet direct vol staan, waardoor nog een extra financieel nadeel opduikt. Voorstanders wijzen op de mogelijkheid om een maximaal aantal koeien op te laten nemen in de lokale uitvoering van de Wet geurhinder en veehouderij. Wanneer een melkveehouder dit echter doet, zet hij zijn bedrijf voor de toekomst op slot en belemmert hij zo zijn eigen bedrijfsvoering. De nieuwe eis schiet dan ook volledig het doel van de MDV en de praktijk voorbij en houdt niet in het minst rekening met de huidige economische realiteit in de melkveehouderijsector en wereldwijd. De NMV raadt de SMK dan ook sterk aan om deze eis te herzien of volledig te schrappen.
Dit geld moet besteed worden aan een aantal nieuwe uitdagingen betreffende plattelandsontwikkeling. De NMV vindt dat dit geld weer zoveel mogelijk bij melkveehouders terecht moet komen. Specifieke steunmaatregelen Met artikel 68 is het mogelijk om maximaal 10% van de inkomenssteun te herbestemmen voor vijf doelen. Dit heeft betrekking op kwetsbare gebieden, dierenwelzijn, milieumaatregelen, risicoverzekeringen en waarborgfondsen voor plant- en dierziekten. Behalve een extra afroming van de inkomenstoeslagen kunnen ook onbenutte middelen hiervoor gebruikt worden. Gelden die onder artikel 68 vallen zijn directe betalingen en dienen net als de inkomenstoeslagen alleen aan individuele boeren uitgekeerd te worden. Zij moeten daarvoor wel aan de gestelde doelen voldoen. De NMV heeft aangegeven tegen extra afroming voor artikel 68-maatregelen te zijn. De melkpremie, welke het grootste deel van de bedrijfstoeslagen bevat, is ingesteld om een deel van de te verwachten melkprijsdaling op te vangen. Nu door het desastreuze beleid van de EU de melkprijs tot een historisch dieptepunt is gedaald, hebben melkveehouders het geld van de bedrijfstoeslagen keihard nodig. Hier kan niet extra van afgeroomd worden! De NMV heeft wel een aantal voorstellen gedaan voor de besteding van modulatiegelden en gelden vanuit artikel 68, indien de overheid hier toch gebruik van wil maken. Dit zijn: een weidepremie, stalaanpassingen voor dierenwelzijn, een waarborgfonds of risicoverzekering voor plant- of dierziekten, bijvoorbeeld voor de bestrijding van de maïswortelkever en vergoedingen voor beperkingen als gevolg van KRW- en Natura 2000maatregelen. Op deze manier komen de gelden toch weer voor het grootste gedeelte bij melkveehouders terecht.
MAIN Energie nog altijd de goedkoopste Graag willen wij u informeren over uw voorschotbedrag. Vanaf 1 januari 2009 is uw voorschotbedrag verhoogd. Een vraag die logischerwijs naar voren komt: Hoe kan dit als ik een vast tarief heb afgesproken?
U heeft een vaste prijs met ons afgesproken voor elektriciteit, echter de gastarieven zijn halfjaarlijks variabel. De leveringstarieven voor gas zijn per
v
a
n
d
1 januari hoger dan de voorgaande tarieven. Deze verhoging wordt veroorzaakt doordat de marktprijzen in de gehele markt zijn gestegen als gevolg van de olieprijsontwikkelingen in 2008. De aardgasprijzen in Nederland zijn gekoppeld aan de olieprijzen, maar dan wel met een vertraging van 8 maanden. Dus de aardgasprijzen voor het eerste halfjaar van 2009 zijn gebaseerd op de hoge olieprijzen van een deel van 2008.
e
v
o
o
r
z
Het tweede halfjaar van 2009 zal uw gasprijs flink dalen. Uiteraard is het zo dat als u met ons een vaste prijsafspraak heeft voor elektriciteit, deze blijft gehandhaafd voor de afgesproken periode. Ten slotte is er nog het belastingplan 2009, zie hiervoor de tabel. Hier is ook een flinke stijging van voornamelijk de belasting op de elektriciteit waar te nemen. Ook deze stijging wordt doorgerekend in uw voorschotbedrag. Cijfers van eind maart hebben aangetoond dat, de speciale aanbieding die MAIN Energie voor NMV-leden heeft, de scherpste aanbieding in de markt blijft! Dit is niet alleen terug te zien in het leveringstarief, maar ook in de vaste kosten die doorwerken in uw maandelijkse kosten. Een onafhankelijke gebruikerssite heeft daarnaast uitge wezen dat MAIN Energie een ruime zeven scoort op het gebied van dienstverlening. Deze combinatie van bevindingen bevestigt dat uw keuze voor MAIN Energie de juiste is!
i
t
t
e
r
Als twee honden vechten om een been … Synergie’ was de bezweringsformule die Friesland Foods en Campina gebruikten als voordeel van de fusie. Het samengaan zou meer opleveren dan de beide coöperaties apart. Eén + één = drie. Dit laatste is inderdaad correct. Door de fusie is er inderdaad een derde partij bijgekomen. Als Arla Foods, Friesland Foods Fresh Nijkerk overneemt samen met de merken van o.a. Friesche Vlag, komt er een geduchte concurrent bij voor FrieslandCampina. Arla geeft op haar website aan dat ze Duitsland en Polen als een ‘home market’ beschouwt. Hier zal flink worden geïnvesteerd om te kunnen expanderen. Nederland ziet ze volgens de site als een ‘tactical market’. Waarin alleen sales plaatsvindt en geen investeringen zullen worden gedaan. Deze berichtgeving over de strategie op de site is achterhaald. Op haar homepage prijkt dat
Arla voornemens is om Nijkerk over te nemen. Blijkbaar wordt Nederland nu door Arla ook als home market behandeld. Dit zal betekenen dat op de Nederlandse zuivelmarkt een geduchte concurrent is binnengehaald met een forse expansie strategie. Arla Foods is dan ook geen kleine zuivelonderneming; ze heeft een fors investeringsvermogen om markten te kunnen gaan veroveren. Velen wijzen naar Neelie Kroes als schuldige voor deze constructie. Dit is niet geheel correct. Het zijn de bestuurders van Friesland Foods en Campina die de fusie onder deze voorwaarden hebben door laten gaan. Het is ook mogelijk om de ontwikkelingen rond Friesland Foods Fresh als positief te zien. De ‘synergie’ zou altijd bij de leden terecht komen. Het voordeel van de synergie wordt blijkbaar als groter gezien, dan het nadeel van het in
licentie verhuren van de merken van Friesche Vlag en het verkopen van deze productielocatie. Laat dan de overnamesom die Arla betaalt rechtstreeks terugvloeien via een bonus voor alle leden. Ze hebben altijd geïnvesteerd in merken met toegevoegde waarde door de inhouding op melkgeld/winst. Nu via Arla gecashed kan worden, hebben de leden het recht om hun hierin eerder geïnvesteerd vermogen weer terug te krijgen. Een dergelijke verkoop zou buiten de opbouw van de prestatiemelkprijs behoren te vallen. De verkoop valt niet te zien als een prestatie uit de zuivelmarkt. De lage melkprijs van FrieslandCampina noopt hier zeker toe. (Deze column van NMV-voorzitter Peter ten Hoeve heeft ook in het Agrarisch Dagblad gestaan.) Peter ten Hoeve, voorzitter NMV
Agenda - 20 april, Nijkerk, De Schakel, 20.00 uur, NMV-bestuursvergadering.
Rectificatie In de vorige Koebont stond per abuis dat de heer Bas van der Vlies Kamerlid voor de ChristenUnie is. Dat klopt natuurlijk niet, Bas van der Vlies is al sinds jaar en dag Tweede Kamerlid voor de SGP. Onze excuses voor deze vergissing.
Positieve balans: frisse up-date ‘De positieve balans van de melkveehouderij’ is een bekende folder van de NMV waarin de meerwaarde van onze waardevolle sector wordt geschetst. Onlangs is de folder vernieuwd en hebben alle cijfers en gegevens een ‘up-date’ gekregen, zodat de folder weer actueel en relevant is. Leest u hem opnieuw en verspreid hem daarna onder belangstellende collega’s. De melkveehouderij is mooi en verdient een oprechte positieve balans!
Melkveehouders VS praten over volumebeheersing In de VS zijn melkveehouderorganisaties uit heel Amerika in overleg over een supply management systeem: volumebeheersing dus. En dat is nieuws: de VS, symbool voor ‘de zegeningen van de vrije markt en ruimte aan de liberalen’, wil marktbeheersing omdat grote schommelingen in de melkprijs slechts zijn te voorkomen met een volume beheersingsplan. En terwijl de Europese overheid zichzelf kietelt met de gedachte dat de vrije markt mogelijkheden biedt, weten veel Amerikaanse melkveehouders inmiddels beter. Wat duidelijk wordt uit een artikel van Susan Harlow dat te lezen is op de internetsite van de DDB, blijkt dat het gedachtegoed van de Amerikaanse belangenbehartigers grote
overeenkomsten vertoont met die van de NMV en EMB. De NMV vindt dit een goede stap in de richting van wereldwijde volumeregulering door melkveehouders.
Ledenactie Bent u nog geen lid van de NMV? En wilt u lid zijn van een organisatie waarin u mee kan denken, praten en beslissen? Word dan lid van de NMV: de sectorale belangenbehartiger van en voor melkveehouders waar uw inkomen en belang centraal staan! Word nu lid en ontvang één van de prachtige De faire melk doeken gratis. Maak ook uw collega lid en u krijgt beiden een faire melk-doek. Meer informatie over De faire melk: www.defairemelk.nl. Geef u op bij het NMV-secretariaat, tel. 0344-655336 of via onze site www.nmv.nu.
Adressen NMV Secretariaat NMV Tabaksland 73, 4031 MH Ingen tel. 0344-655336 fax 0344-655221 email
[email protected] www.nmv.nu Contactpersonen NMV Groningen en Drenthe: Steef Pronk, De Wilp, 0594-642922 Friesland: Harm Wiegersma, Rinsumageest, 0511-421083 Flevoland: Laurens van Bavel, Zeewolde, 036-5228630 Noord-Overijssel: Erik Klunder, Balkbrug, 06-21853588 Oost-Nederland: Marion Logtenberg, Baak, 0575-441504 Rivierengebied: Peter van Beest, Lienden, 0344-662334 Gelderse Vallei/Utrecht-Oost: Kees Groenestein, Eemnes, 035-5313970 Noord-Holland Noord:
Vele NMV-ers hebben al via MAIN Energie geprofiteerd van de gunstige tarieven en besparen nu zo’n 10 tot 20% per jaar op hun energienota. Naast de financiële voordelen, bieden wij u ook persoonlijk contact. Bij MAIN Energie krijgt u direct een medewerker aan de lijn, die uw vragen kan beantwoorden. U heeft geen administratieve rompslomp en MAIN Energie zegt voor u uw huidige contract op. Voor meer informatie bel naar MAIN Energie, tel. 0206653267, en vermeldt duidelijk dat u lid bent van de NMV en van het NMVtarief gebruik wilt maken. Zijn er daarna nog vragen over het tarief of anderszins, bel dan met het NMV-secretariaat, dan zullen wij samen met u en MAIN Energie de onduidelijkheden wegnemen.
NMV T-shirt Wilt u ook aan iedereen laten zien, dat u lid bent van de NMV? De NMV heeft T-shirts met op de voorkant een mooie koeienkop en het NMV-motto: Inkomen, daar draait ’t om! In diverse kleuren en maten. Voor het bedrag van A 7,50, excl. de verzendkosten ad A 2,45 per stuk kunt u de trotse bezitter worden van dit exclusieve NMV-shirt.
Sjaak Ruyter, Schagen, 0224-297156 Gooi- en Vechtstreek: Jan Galesloot, Weesp, 0294-253447 De Ronde Venen: Rene Wahle, Zevenhoven, 06-10648997 Krimpenerwaard en Lopikerwaard: Marja Dijkshoorn, Nieuwerbrug, 06-51400596 Alblasserwaard en Vijfheerenlanden Teunis Sterk, Hei- en Boeicop, 0347-342132 Holland-West: Ard van der Harg, Pijnacker, 06-13433540 West-Brabant, Zeeland en Zuidhollandse Eilanden: M. Bouwmeester, Oudenbosch, 0165-313503 Langstraat e.o.: Frank van Pelt, Oosteind, 0162-437955 Midden-Brabant: Jos Klijs, Tilburg, 0161-451717 De Kempen: Peter Vingerhoets, Diessen, 013-5041373 Maaskant: Pieter Sommers, Elsendorp, 0492-359008 Zuidoost-Brabant en Midden-Limburg: Corné Reijrink, Ospel, 077-4661285 U kunt zich aanmelden als lid of informatie aanvragen via de contactpersonen of bij het NMV-secretariaat. NMV-meldpunt I&R: tel. 06 - 2732 8094
