Regionale VTV 2011 Sociale Veiligheid
Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 – Hart voor Brabant Deelrapport Sociale Veiligheid Auteurs: Drs. E.T.M. Anzion, GGD Hart voor Brabant Dr. M.A.M. Jacobs-van der Bruggen, GGD Hart voor Brabant Dr. A. Eugster, GGD Brabant Zuidoost © GGD Hart voor Brabant, ’s-Hertogenbosch, 2011
REGIONALE VTV 2011
2
SAMENVATITING
Samenvatting
Onveiligheid of het gevoel hebben dat het onveilig is in de buurt, kan ervoor zorgen dat mensen worden belemmerd in hun sociale bezigheden. Van de inwoners van Hart voor Brabant (19+) voelt een op de vijf zich weleens onveilig. Van de jongeren (1218) bijna één op de drie. Gemeenten voeren de regie over het lokale veiligheidsbeleid in de regio. Een integrale aanpak is van belang om de lokale veiligheid te vergroten. Om tot deze aanpak te komen kunnen gemeenten gebruik maken van een aantal instrumenten zoals de handreiking ‘veiligheid in ontwikkeling’ en ‘de lokale veiligheidsplanner’. Gemeenten kunnen hun beleid vastleggen in een integraal veiligheidsplan. Ook de veiligheid op en rond scholen is van belang. In de afgelopen jaren zijn meer jongeren in Hart voor Brabant zich onveilig gaan voelen op school. Scholen zijn wettelijk verplicht een veilige omgeving te bieden voor iedereen binnen de school. Ze kunnen hierbij ondersteund worden door de GGD (Gezonde en Veilige School) en het Centrum School en Veiligheid.
3
REGIONALE VTV 2011
4
INHOUDSOPGAVE
Inhoudsopgave
Samenvatting........................................................................................... 3 Inhoudsopgave......................................................................................... 5 1. Sociale Onveiligheid............................................................................... 7 Literatuur...........................................................................................11 Overzicht Deelrapporten regionale VTV 2011 Hart voor Brabant ................12
5
REGIONALE VTV 2011
6
SOCIALE ONVEILIGHEID
1.
Sociale Onveiligheid
Sociale Onveiligheid Het begrip sociale onveiligheid wordt gebruikt voor de ervaring van onveiligheid van een individu, veroorzaakt door menselijk handelen. We maken daarbij onderscheid tussen objectieve sociale onveiligheid (daadwerkelijk slachtofferschap als gevolg van handelingen van anderen), en subjectieve sociale onveiligheid (zorgen over of angst voor slachtofferschap). Onveiligheid of het gevoel hebben dat het onveilig is in de buurt, kan ervoor zorgen dat mensen worden belemmerd in hun sociale bezigheden. (bron: Regionaal Kompas HvB)
Volgens de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) 2009 (CBS, 2010) voelt iets meer dan een kwart van de Nederlandse bevolking (26%) van 15 jaar en ouder zich wel eens onveilig en voelt ruim 2% van hen zich vaak onveilig. Plekken waar jongeren hangen worden als meest onveilig ervaren: 46% van alle inwoners van 15 jaar en ouder geeft aan zich daar wel eens onveilig te voelen (CBS, 2010). Iets meer dan een kwart (26%) voelt zich wel eens onveilig bij een treinstation, 25% rondom uitgaansgelegenheden en 23% in het centrum van de eigen woongemeente. Als mensen bepaalde situaties vermijden vanwege een gevoel van onveiligheid, zoals ’s avonds niet open doen, omrijden of omlopen om bepaalde plekken in de woonplaats te mijden vanwege onveiligheid, wordt dat vermijdingsgedrag genoemd (CBS, 2010). Uit de IVM 2009 blijkt dat 10% van alle inwoners van 15 jaar en ouder ’s avonds of ’s nachts vaak niet open doet omdat men het niet veilig vindt. Eén op de 25 inwoners (4%) rijdt of loopt om met het doel onveilige plekken te mijden. Ook zegt vier procent dat zij hun kinderen vaak niet toestaan bepaalde plaatsen te bezoeken omdat zij die te onveilig vinden (CBS, 2010). Vier procent van alle inwoners van 15 jaar en ouder voelt zich ’s avonds op straat, in de buurt, vaak onveilig.
Gevoelens van onveiligheid in Hart voor Brabant Uit de GGD Gezondheidsmonitors 2009 blijkt dat 22% van de volwassenen en 20% van de ouderen zich ’s avonds of ’s nachts wel eens onveilig voelen. Vooral onder de ouderen in Hart voor Brabant passen veel mensen hun uitgaansgedrag aan om te voorkomen dat zij slachtoffer worden van een misdrijf (38%). Onder vrouwen (65+) en oudere ouderen (75+) is dat zelfs 50%. Volwassenen in Hart voor Brabant passen hun gedrag minder vaak aan (13%). Overdag voelt 8% van de volwassenen en 9%
7
REGIONALE VTV 2011
van de ouderen zich weleens onveilig. Vrouwen voelen zich vaker onveilig dan mannen. Ook veel jongeren in Hart voor Brabant voelen zich weleens onveilig. Uit de jeugdmonitor blijkt dat 29% van de jongeren zich weleens onveilig voelt. Dertien procent heeft een onveilig gevoel op straat in de eigen woonbuurt, 13% bij uitgaansgelegenheden en 7% heeft een onveilig gevoel op school. Gevoelens van onveiligheid op school komen daarmee in 2007 vaker voor dan in 2004, toen 3% van de jongeren zich weleens onveilig voelde op school. Beleidsdeel Met het project Veiligheid begint bij Voorkomen, is sinds het najaar van 2007 een stevige impuls gegeven aan de terugdringing van de criminaliteit in Nederland. Hoewel het project niet de hele beoogde looptijd heeft kunnen volmaken, zijn er in de afgelopen drie jaar goede resultaten geboekt. De criminaliteit is afgenomen, in de recidive onder exgedetineerden en jeugdige daders is een kentering ten goede gekomen en het aantal zeer actieve volwassen veelplegers is afgenomen. Echter de bestrijding van (herhalings)criminaliteit en overlast en verloedering vereisen een lange adem en continuering van de gekozen aanpak. http://www.huiselijkgeweld.nl/doc/beleid/verantwoording_veiligheid_begint_bij voorkomen_2010_tcm34-273233.pdf Het lokale bestuur wordt, naast het Openbaar Ministerie (OM) en politie, bij de integrale aanpak een belangrijke rol toegekend. Samen met de maatschappelijke organisaties als woningcorporaties, arbeidsmarkt-organisaties, onderwijs en zorg. De gemeente voert over het lokale veiligheidsbeleid de regie. Verreweg de meeste gemeenten leggen hun beleid vast in een integraal veiligheidsplan (Factsheet regierol veiligheid, 2009). http://www.regionaalkompas.nl/object_binary/o8693_20090911_factsheet_veiligheid. pdf Opstellen van een integraal veiligheidsplan Bij het opstellen van een integraal veiligheidsplan kunnen verschillende hulpmiddelen gebruikt worden:
Handreiking 'Veiligheid in ontwikkeling'
De overheid heeft in 2007 een vernieuwde handreiking 'Veiligheid in ontwikkeling', uitgegeven, waarin een overzicht wordt gegeven van rijksbeleid, instrumenten en wettelijke bevoegdheden op het gebied van veiligheid (Veiligheid in ontwikkeling, 2007). Deze handreiking is bedoeld voor gemeenteambtenaren, gemeentebestuurders, lokale politieke partijen en al hun veiligheidspartners.
8
SOCIALE ONVEILIGHEID
Kernbeleid veiligheid
Ruim 2 van de 3 gemeenten in Nederland gebruiken de methode Kernbeleid Veiligheid bij de totstandkoming van het lokaal integraal veiligheidsbeleid, een methodiek opgesteld door het SGBO/VNG (Kernbeleid veiligheid). In aansluiting op de methode Kernbeleid Veiligheid is het diagnose-instrument integrale veiligheid ontwikkeld. Met het diagnose-instrument integrale veiligheid kunnen gemeenten nagaan hoe hun veiligheidsbeleid ervoor staat en op welke punten versterking nodig is. http://www.vng.nl/kernbeleidveiligheid
Veiligheidsplanner voor lokale overheid
De Lokale Veiligheidsplanner helpt gemeenten en projectgroepen die een lokaal veiligheidsprobleem willen aanpakken om gestructureerd te werken. De planner maakt het mogelijk dat verschillende partijen gezamenlijk en gelijktijdig werken aan het ontwikkelen van een lokale aanpak. Met de Lokale Veiligheidsplanner heeft iedere partij een volwaardige inbreng. De aanpak kan zich richten op tal van veiligheidsvraagstukken, variërend van overlastsituaties in de openbare ruimte (stations, pleinen, winkelgebieden) tot de aanpak van overlast door jongeren. http://www.veiligheidsplanner.nl Veiligheidshuizen voorbeeld van integrale aanpak sociale veiligheid De integrale aanpak van de sociale veiligheid krijgt gestalte door de totstandkoming van Veiligheidshuizen, waarin onder andere gemeente, justitie, politie en jeugdinstellingen participeren. Het Veiligheidshuis is ontstaan uit een initiatief van de justitiële keten en gaandeweg is het gewicht van de gemeente daarin steeds belangrijker geworden (Factsheet regierol veiligheid, 2009). Een Veiligheidshuis is een samenwerkingsverband van verschillende organisaties, dat zich richt op het vergroten van de sociale veiligheid door het terugdringen van overlast en criminaliteit. De regio Hart voor Brabant kent momenteel drie Veiligheidshuizen, te weten Maas en Leijgraaf, Den Bosch en Tilburg. Aanpak problematische jeugdgroepen Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de gemeenschappelijke aanpak van problematische jeugdgroepen. In deze handreiking wordt stapsgewijs aangegeven hoe de gemeente het best invulling kan geven aan haar regierol, welke hulpmiddelen en tips er zijn en, niet onbelangrijk, hoe er onder regie van de gemeente een plan van aanpak voor een problematische jeugdgroep gemaakt kan worden. (Aanpak Problematische Jeugdgroepen, Handreiking voor gemeenten. Ministerie BiZa en Koninkrijksrelaties) Op http://www.vng.nl vindt u onder het beleidsveld Veiligheid de genoemde publicaties en informatie over diverse onderwerpen op het terrein van veiligheid. Voor meer
9
REGIONALE VTV 2011
informatie over de genoemde publicaties kunt u ook contact opnemen met het VNG Informatiecentrum: telefoon 070-3738020, e-mail:
[email protected]. Veiligheid op school In opdracht van het Ministerie van OC en W is het Centrum School en Veiligheid (CSV) opgericht. Het CSV verzamelt en verspreidt informatie en deskundigheid op het gebied van schoolveiligheid en adviseert onderwijspersoneel. Het concentreert zich hierbij op sociale veiligheid. Op de website http://www.schoolenveiligheid.nl zijn lesmaterialen, scholingsaanbod en voorlichtingsmaterialen, met betrekking tot sociale veiligheid, te vinden. Scholen zijn wettelijk verplicht een veilige omgeving te bieden voor iedereen binnen de school: leerkrachten, leerlingen, onderwijs ondersteunend personeel, etc. (www.schoolenveiligheid.nl). De sociale schoolveiligheid ligt in een aantal wetten verankerd. Zo bieden de Arbowet en de Kwaliteitswet kaders voor een goed veiligheidsbeleid. Verder zijn in de cao's afspraken vastgelegd over de veiligheid. Sinds 2006 zijn alle scholen voor primair en voortgezet onderwijs wettelijk verplicht om over een veiligheidsplan te beschikken. De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht. In de regio Hart voor Brabant wordt onder de naam Gezonde en Veilige School (GVS) gewerkt met de Gezonde School Methode, een manier van werken die scholen helpt om structureel aan de slag te gaan met gezondheid en veiligheid.
10
SOCIALE ONVEILIGHEID
Literatuur Venemans, A. & Enthoven, C. (2010). Wat is sociale veiligheid? In: Regionale VTV, Regionaal Kompas Volksgezondheid Hart voor Brabant. 's-Hertogenbosch: GGD Hart voor Brabant. Op 18 oktober 2010 ontleend aan http://www.regionaalkompas.nl/hartvoor-brabant/gezondheidsdeterminanten/omgeving/sociale-veiligheid/wat-is-socialeveiligheid/ Centraal Bureau voor de Statistiek (2010). Integrale Veiligheidsmonitor 2009; landelijke rapportage. [Electronic version]. Den Haag/Heerlen: CBS. Gezondheidsmonitors GGD Hart voor Brabant
11
REGIONALE VTV 2011
Overzicht Deelrapporten regionale VTV 2011 – Hart voor Brabant
12
1.
Ambulancezorg
2.
Bevolking
3.
Eerstelijns gezondheidszorg
4.
Fysieke omgeving
5.
Geestelijk Hulp bij Ongevallen en Rampen
6.
Genotmiddelen
7.
Gezondheidsachterstanden
8.
Gezondheidsbeleid
9.
Huiselijk geweld
10.
Integrale aanpak
11.
Jeugd
12.
Kwetsbare burgers
13.
Levensverwachting en sterftecijfers
14.
Overgewicht en diabetes
15.
Psychische gezondheid - Depressie
16.
Roken
17.
Seksueel gedrag
18.
Sociale omgeving en participatie
19.
Sociale Veiligheid
20.
WPG en Ouderen
21.
Ziekte
22.
Ziekten in de toekomst
23.
Ziektepreventie
24.
Zoönosen
25.
Zorg