Regionale VTV 2011 Huiselijk geweld
Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 – Hart voor Brabant Deelrapport Huiselijk Geweld Auteurs: Drs. E.T.M. Anzion, GGD Hart voor Brabant Dr. M.A.M. Jacobs-van der Bruggen, GGD Hart voor Brabant, Drs. I.H.F. van Veggel, GGD Hart voor Brabant, Drs. A. Eugster, GGD Brabant Zuidoost, Epidemioloog Drs. M.J.A. de Beer, GGD West-Brabant, Epidemioloog Referent: Drs. A.M. Gommer © GGD Hart voor Brabant ‘s-Hertogenbosch, GGD Brabant-Zuidoost Helmond, GGD West-Brabant Breda
REGIONALE VTV 2011
2
INHOUDSOPGAVE
Inhoudsopgave
SAMENVATTING ...................................................................................5
1. Huiselijk geweld............................................................. 7 Overzicht Deelrapporten regionale VTV 2011 – Hart voor Brabant ............................................................ 17
3
REGIONALE VTV 2011
4
SAMENVATITING
SAMENVATTING Huiselijk geweld is geweld dat gepleegd wordt door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. Huiselijk geweld heeft grote gevolgen voor slachtoffers. De (centrum)gemeente heeft de regierol in het huiselijk geweldbeleid. Voor een effectieve aanpak is aandacht nodig voor preventie, tijdige onderkenning, risicotaxatie, doeltreffende interventies en hulp voor slachtoffers en daders. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn in de meeste gevallen vrouwen en kinderen, maar het treft ook mannen, ouders en ouderen. Uit de GGD gezondheidsmonitors blijkt dat 1% van de volwassenen en 0,3% van de ouderen in Hart voor Brabant in het jaar voorafgaande aan het onderzoek (2009) slachtoffer is geweest van huiselijk geweld. Omgerekend naar de bevolkingsaantallen gaat het om ruim 6000 volwassenen en bijna 300 65-plussers. Omdat het zelfgerapporteerde gegevens zijn, betreft het waarschijnlijk een onderschatting. De (centrum)gemeente heeft de regierol in het huiselijk geweldbeleid. Er is inmiddels een en ander ontwikkeld in de aanpak van huiselijk geweld. Vooral de Advies- en steunpunten Huiselijk Geweld spelen hierin een belangrijke rol.
5
REGIONALE VTV 2011
6
HUISELIJK GEWELD
1.
Huiselijk geweld Definitie huiselijk geweld Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd. Geweld is de aantasting van de persoonlijke integriteit. Het kan daarbij gaan om lichamelijk geweld (mishandeling), psychisch of emotioneel geweld (uitschelden, treiteren, kleineren, bedreiging, stalking) en ongewenste seksuele toenadering of seksueel misbruik (Van Dijk et al., 1997). Onder huiselijke kring wordt verstaan: (ex)partners, gezinsleden, familieleden of huisvrienden. Huisvrienden zijn personen die een vriendschappelijke band onderhouden met het slachtoffer en personen uit de onmiddellijke omgeving die het slachtoffer in de huiselijke sfeer ontmoet (Ministerie van Justitie, 2010). Vormen van huiselijk geweld die onderscheiden worden, zijn: (ex)partnergeweld, kindermishandeling, ouderenmishandeling, eergerelateerd geweld en huwelijksdwang, mishandeling van ouders door hun kind(eren), genitale verminking, mishandeling van pubers en adolescenten door hun ouders of vriend(innen) (Movisie, 2009). Huiselijk geweld heeft ingrijpende gevolgen Huiselijk geweld heeft grote gevolgen voor slachtoffers, vaak nog vele jaren nadat de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Slachtoffers kunnen ernstige lichamelijke en/of psychische klachten hebben waaronder lichamelijk letsel, spier- en gewrichtspijnen, hoofdpijn, onverklaarbare chronische buikklachten, nervositeit, angst, slaapproblemen, minderwaardigheidsgevoelens, faalangst, depressie, suïcidale gedachten en posttraumatische stressstoornis. Ze leven vaak, mede door de (opgedrongen) geheimhouding, in een isolement. Per jaar sterven naar schatting tachtig vrouwen en vijftig kinderen als gevolg van het geweld. Huiselijk geweld brengt ook enorme verborgen kosten met zich mee door huisartsen- en specialistenbezoek, medicijngebruik, bezoeken aan de Spoedeisende Hulp, ziekenhuisopnamen en werkverzuim (Reijnders & Drijber, 2006; Drijber & Reijnders, 2006).
Huiselijk geweld bij volwassenen duurt drie tot zeven jaar Slachtoffers van huiselijk geweld zijn in de meeste gevallen vrouwen en kinderen, maar het treft ook mannen, ouders en ouderen. Op basis van verschillende Nederlandse onderzoeken wordt geschat dat ongeveer 14% van de Nederlanders ooit in zijn of haar leven slachtoffer is van huiselijk geweld. Bij de helft is dat tijdens de jeugd, bij de andere helft op volwassen leeftijd. Jaarlijks wordt circa 0,4% van de kinderen en 0,3% van de volwassenen voor het eerst slachtoffer. Bij kinderen duurt het geweld in totaal gemiddeld 3 tot 5 jaar, bij volwassen slachtoffers gemiddeld 3 tot 7 jaar. Het percentage kinderen dat in één jaar slachtoffer is van huiselijk geweld wordt geschat tussen 1,5 en 2,5%. Daarnaast is jaarlijks minstens 2% van de 7
REGIONALE VTV 2011
kinderen getuige en indirect slachtoffer van huiselijk geweld. Bij volwassenen (19+) is de 1-jaars-prevalentie naar schatting 2,3% (Oosterlee & Vink, 2006).
Aantal slachtoffers huiselijk geweld hoger dan cijfers laten zien Uit de GGD gezondheidsmonitors van 2009 komt naar voren dat in de regio Hart voor Brabant 1% van de 19- t/m 64-jarigen en 0,3% van de ouderen het jaar voorafgaande aan het onderzoek slachtoffer is geweest van huiselijk geweld. Omdat het om zelfgerapporteerde gegevens gaat, is hier waarschijnlijk sprake van een onderschatting (Oosterlee & Vink, 2006). Daarom is het opgetelde percentage vermoedelijk lager dan de eerder genoemde landelijke schatting van 2,3% bij volwassenen en ouderen samen. Omgerekend naar de bevolkingsaantallen van 2009 zouden volgens de gezondheidsmonitors ruim 6000 volwassenen en bijna 300 65-plussers in de regio Hart voor Brabant het afgelopen jaar slachtoffer zijn geweest van huiselijk geweld. Veel van deze slachtoffers komen niet in beeld bij het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG). In 2009 zijn er bij het SHG Midden-Brabant 1255 meldingen huiselijk geweld geregistreerd (SHG Midden-Brabant, 2010)1. Bij SHG regio Brabant Noord zijn in 2009 306 meldingen gedaan (Knaapen, 2010).
Vrouwen met slechte financiële situatie of overmatig alcoholgebruik vaker slachtoffer In de literatuur wordt een aantal risicofactoren om slachtoffer te worden van relationeel geweld benoemd (Van Schaik 2005; Mastenbroek 1995, in Movisie, 2009): -
een laag zelfbeeld of weinig zelfvertrouwen;
-
een laag economische status;
-
overmatig alcohol– en druggebruik;
-
relationele factoren, zoals snelle relatievorming;
-
opgegroeid in gezin met gebrek aan aandacht;
-
opgroeien in gezin waarin mishandeling en verwaarlozing spelen.
In de gegevens van de gezondheidsmonitors van 2009 (van de 3 Brabantse GGD’en samen) zien we dat vrouwen (in een gezin) met een slechtere financiële situatie significant vaker slachtoffer zijn van huiselijk geweld (figuur 1). Het is hierbij niet aan te geven wat oorzaak is en wat gevolg. Er lijkt geen verband te zijn tussen ‘slachtoffer zijn’ en het opleidingsniveau of het drinkgedrag van de vrouwen. Of er een verband is tussen ‘slachtoffer zijn’ en het opleidingsniveau of drinkgedrag van de dader is uit de gegevens van de gezondheidsmonitors niet te achterhalen.
1
Het hoge aantal meldingen heeft te maken met het feit dat in 2009 ook de zaken zijn geregistreerd die vanuit het Intaketeam direct zijn doorgezet naar de backoffice. Dit om meer zicht te krijgen op de recidive. 8
DEELRAPPORTEN
Figuur 1. Huiselijk geweld, korter dan 5 jaar geleden, bij vrouwen (19-64 jaar) naar risicogroep in de provincie Noord-Brabant2
*significant afwijkend BRON: GGD Gezondheidsmonitor volwassenen 2009, Hart voor Brabant, West Brabant en Brabant Zuid-Oost
Kindermishandeling Een landelijke schatting uit 2005 wijst uit dat in Nederland naar schatting bijna 3% van de kinderen wordt mishandeld. In de regio GGD Hart voor Brabant zou het dan gaan om ongeveer 7.300 kinderen (0 t/m 19 jaar). Kindermishandeling komt vaker voor in gezinnen met zeer laag opgeleide ouders, gezinnen waarin de ouders werkloos zijn, eenoudergezinnen, grotere gezinnen en in stiefgezinnen (Van IJzendoorn et al., 2007). Gegevens over kindermishandeling worden weergegeven in de publicatie ‘Kinderen in Tel 2010’ (Steketee et al., 2010). Bij deze indicator gaat het om het aantal mishandelde kinderen dat jaarlijks gemeld wordt bij de bureaus Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), afgezet tegen het totale aantal 0- tot en met 17jarigen dat in een gemeente woont. Het is niet per definitie slecht als een gemeente een hoge score heeft op deze indicator. Het gaat namelijk onder andere om de meldingsbereidheid van de betrokkenen en of ze de weg naar het meldpunt weten te vinden. Onduidelijk is nog steeds hoeveel kinderen daadwerkelijk slachtoffer zijn van huiselijk geweld of getuige zijn van geweld tussen de ouders. De schattingen liggen tussen 100.000 en 160.000 kinderen per jaar in Nederland. Het jaar 2008 telde bijna 2
Vanwege de kleine aantallen zijn de gegevens van de 3 Brabantse GGD’en samengenomen en is gekozen voor de 5- in plaats van de 1-jaars-prevalentie 9
REGIONALE VTV 2011
25.000 gemelde mishandelde kinderen, oftewel 0,7% van alle kinderen (Steketee et al., 2010). Aantal meldingen kindermishandeling in Tilburg hoog Van alle gemeenten in de regio Hart voor Brabant, komen de meeste meldingen kindermishandeling uit de gemeente Tilburg (29e van de in totaal 431 gemeenten in Nederland in 2008). Het percentage gemelde kinderen in Tilburg is 1,3% (Steketee et al., 2010). In de gemeente Sint-Anthonis en Maasdonk zijn in 2008 geen meldingen van kindermishandeling gedaan en hebben daarmee de laagste positie op de rangordelijst van Nederlandse gemeenten. Deze lage positie in de rangorde hoeven niet te worden beschouwd als een positieve uitslag. Hoe meer meldingen, des te zichtbaarder kindermishandeling wordt. Rol gemeente De (centrum)gemeente heeft de regierol in het huiselijk geweldbeleid. In het kader van de WMO heeft de gemeente een grotere rol gekregen in het organiseren en regisseren van het lokale zorg-, welzijns- en veiligheidsbeleid. De wijze waarop en de mate waarin de gemeente haar verantwoordelijkheid in deze neemt blijkt uit het lokale WMO-beleid, uit afspraken over taken en verantwoordelijkheden van zorg- en hulpverleningsinstellingen, politie en justitie en uit de uitvoering van de Wet Tijdelijk Huisverbod. Het Ministerie van Justitie heeft de “Modelaanpak huiselijk geweld: Elementen voor lokaal beleid” ontwikkeld (2010). (http://www.huiselijkgeweld.nl/beleid/modelaanpak_huiselijk_geweld)
10
DEELRAPPORTEN
Aanpak huiselijk geweld In de aanpak van huiselijk geweld is ketenaanpak een sleutelwoord. Voor een effectieve aanpak is aandacht nodig voor preventie, tijdige onderkenning, risicotaxatie, doeltreffende interventies en hulp voor slachtoffers, plegers en kinderen als getuige. Bron: Regionaal Kompas HvB en Website ASHG MB. In de regio Hart voor Brabant functioneren twee steunpunten voor huiselijk geweld: het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld Brabant Noord en het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld Midden Brabant. In het Advies en Steunpunt (ASHG) werken instellingen samen aan een integrale aanpak van huiselijk geweld door preventie, opvang, hulpverlening en nazorg. Ouderenmishandeling en aandacht voor loverboys vallen ook onder de ASHG’s. Het Maatschappelijk Werk levert de projectleider. De ASHG’s zijn voor alle betrokkenen bij huiselijk geweld het eerste aanspreekpunt. Zij bieden een luisterend oor, adviseren over mogelijke acties en verwijzen door naar professionele hulp. De hulp is in eerste instantie gericht op het stoppen van geweld. Welke professionele hulp geboden wordt is afhankelijk van de situatie en van de wensen van het slachtoffer. Hulp wordt o.a. geboden door Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW), GGZ, Bureau Slachtofferhulp en de Vrouwenopvang. Vanuit de Steunpunten wordt ook aandacht besteed aan preventie. Deze richt zich vooral op voorlichting (wat is huiselijk geweld en waar kun je terecht?) en verbetering van de signalering. Preventieve activiteiten die zich richten op het beter omgaan met elkaar en het leren aangeven van de grenzen daarin kunnen leiden tot een vermindering van huiselijk geweld. Hierin spelen scholen en jongerenwerk, al dan niet met ondersteuning van de GGD, een rol. Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) is ondergebracht bij Bureau Jeugdzorg. Het AMK geeft advies en onderzoekt (vermoedelijke) situaties van kindermishandeling en brengt zo nodig de juiste hulp op gang. Iedereen kan met vragen, zorgen of meldingen over kindermishandeling bij het AMK terecht. Elke provincie heeft een eigen AMK. www.amk-nederland.nl Kindermishandeling Kindermishandeling is een specifieke vorm van huiselijk geweld. Er zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd om de ernst van kindermishandeling in cijfers weer te geven. Deze onderzoeken komen met verschillende onderzoeksresultaten. Reden hiervoor is dat de onderzoeksgroep per onderzoek verschilt. Zo wordt soms onderzoek gedaan onder tieners, andere onderzoeken beschrijven alleen de situatie in Nederland en het onderzoek van The Lancet is bijvoorbeeld uitgevoerd in alleen rijke landen. Uit de onderzoeken kan geconcludeerd worden dat in Nederland minimaal 350.000 11
REGIONALE VTV 2011
kinderen worden mishandeld (onderzoek van The Lancet 2008). Dat zijn 3 kinderen per klas. Ook blijkt dat 1 op de 3 kinderen in Nederland onveilig is gehecht. Dat houdt in dat ze geen goede basis hebben meegekregen - feit uit onderzoek Universiteit Amsterdam 2005 (37 % onder scholieren onderzoek 2005 universiteit Amsterdam). Bron: www.no-kidding.nu/feiten_en_cijfers De ‘Modelaanpak huiselijk geweld’ sluit aan op de aanpak voor kindermishandeling die in de regio Hart voor Brabant is ontwikkeld, de Regionale Aanpak Kindermishandeling (RAK). Deze aanpak betreft het realiseren van een sluitende aanpak van kindermishandeling. Eén van de landelijke vereisten aan de RAK is dat er een regionaal handelingsprotocol wordt opgesteld. In dit protocol moet beschreven staan hoe verschillende organisaties in de regio samenwerken om een sluitende aanpak te realiseren. De GGD Hart voor Brabant is in 2010 overgegaan tot het aanstellen van aandachtsfunctionarissen kindermishandeling. Bij het vaststellen van het regionaal handelingsprotocol zullen zij het inbedden in de GGD-werkinstructie “Signaleren van en omgaan met vermoedens van kindermishandeling”. Wet Tijdelijk Huisverbod Op 1 januari 2009 is de Wet Tijdelijk Huisverbod van kracht geworden. Het huisverbod houdt in dat een pleger van huiselijk geweld in beginsel tien dagen zijn of haar woning niet meer in mag en in die periode ook geen contact mag opnemen met de partner of de kinderen. Het huisverbod kan ook worden opgelegd bij kindermishandeling of een ernstig vermoeden daarvan. De burgemeester is als hoofd van de politie bevoegd tot het opleggen van de maatregel. De maatregel is bedoeld om escalatie te voorkomen, zowel de dader als de achterblijvers op adem te laten komen en hulp te bieden (WODC, z.j.). In 2009 zijn in Nederland 2107 tijdelijke huisverboden opgelegd (Rijksoverheid, 2010). In regio Hart voor Brabant betrof het aantal opgelegde huisverboden 71 (R. Knaapen, 2010 en SHG Midden-Brabant, 2010). De website www.huisverbod.nl is een handig middel voor gemeentebestuurders, gemeenteambtenaren en medewerkers van hulpverleningsorganisaties bij het uitvoeren van de Wet Tijdelijk Huisverbod. Bron: factsheet Movisie Huiselijk Geweld en Regionaal Kompas HvB. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Vanaf 2011 gaat de verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in. Het betreft een wettelijk verplichting tot het hebben van een meldcode voor de sectoren (gezondheids)zorg, welzijn, onderwijs, politie en justitie. De meldcode is een stappenplan waarin staat hoe een professional moet omgaan met het signaleren en melden van huiselijk geweld en kindermishandeling.
12
DEELRAPPORTEN
De invoering van een meldcode houdt een verplichting in van scholing van de medewerkers van deze organisaties op het gebruik van de meldcode bij huiselijk geweld of kindermishandeling. Doel van de verplichte meldcode is dat in instellingen vaker, sneller en adequater wordt ingegrepen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Organisaties en professionals, die werken met een meldcode of protocol kindermishandeling, signaleren vaker kindermishandeling en handelen vaker om de kindermishandeling te stoppen. Hiermee is het verplicht stellen van een meldcode (in combinatie met een goede scholing en inbedding in de organisatie) een belangrijk middel om kindermishandeling en huiselijk geweld eerder op te sporen en te stoppen. De GGD Hart voor Brabant levert een pool van trainers, die een grote groep mensen in de regio gaat trainen in het gebruik van deze meldcode. Bron: factsheet Movisie Huiselijk Geweld en www.huiselijkgeweld.nl.
13
REGIONALE VTV 2011
Toekomst Bij Movisie is een publicatie verschenen over trends en ontwikkelingen in huiselijk geweld (Meintser, N. (2010). Wordt vervolgd: experts over trends en ontwikkelingen in huiselijk geweld. Utrecht: Movisie). Hieruit komt naar voren dat de omvang van huiselijk geweld, na een tijdelijke toename door de recessie, zal afnemen door betere preventie en een steeds effectievere aanpak. Door demografische ontwikkelingen zullen sommige vormen van huiselijk geweld toenemen (ouderenmishandeling) en andere afnemen (huiselijk geweld door en tegen kinderen en pubers). Door de toename van het aantal migranten en kinderen van migranten zal huiselijk geweld onder die groepen in absolute aantallen toenemen. Een zorgwekkende ontwikkeling is dat er steeds meer kinderen pleger zijn. De verwachting is dat het aantal meldingen van huiselijk geweld/kindermishandeling zal stijgen, onder andere door de invoering van de verplichte meldcode, maar het aantal aangiften en processen-verbaal weinig of niet. Men verwacht geen ingrijpende beleidswijziging. Wel zal de noodzaak om te investeren in kwaliteitsverbetering van de aanpak en preventie onder druk komen te staan door de financiële effecten van de economische crisis op de uitvoeringspraktijk. De ketenaanpak zal stap voor stap beter worden. De ontwikkeling naar een gedeelde visie van politie, justitie en hulpverlening op wat een effectieve aanpak is zal doorzetten. Zaken als casusoverleg, het Veiligheidshuis, het Tijdelijk Huisverbod, de groei van de Steunpunten Huiselijk Geweld in hun rol van zorgcoördinator en organisator van casusoverleg werken als katalysator voor een steeds betere aanpak. Preventie moet en zal meer aandacht krijgen van overheden, politie/justitie en hulpverlening. Van belang zijn: systematischer inspelen op risicofactoren voor huiselijk geweld en risicogezinnen eerder en beter begeleiden. http://www.huiselijkgeweld.nl/publicaties/trendrapport_wordt_vervolgd
14
DEELRAPPORTEN
Literatuur
Dijk, T. van, Flight, S., Oppenhuis, E., & Duesmann, B. (1997). Huiselijk geweld: aard, omvang en hulpverlening. Den Haag: Ministerie van Justitie, Dienst Preventie, Jeugdbescherming en Reclassering.
Drijber, B.C., & Reijnders, U.J.L. (2006). Huiselijk geweld (3): Klachten en signalen; Huisarts en geweld. Huisarts en wetenschap, 49, 88.
Gezondheidsmonitors GGD Hart voor Brabant
Van IJzendoorn, M.H., Prinzie, P., Euser, E.M., Groeneveld, M.G., BrilleslijperKater, S.N., van Noort-van der Linden, A.M.T., et. al. (2007). Kindermishandeling in Nederland Anno 2005: De Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van Kinderen en Jeugdigen (NPM-2005). Leiden: Algemene en Gezinspedagogiek – Datatheorie Universiteit Leiden.
Knaapen, R. (2010). Aanpak Huiselijk geweld en kindermishandeling Brabant Noord: Rapportage 2009 en werkplan 2010. ’s Hertogenbosch: Maatschappelijk werk en dienstverlening.
Ministerie van Justitie (2010). Huiselijk geweld. Justiële verkenningen 36, nr 8, december 2010
Movisie (2009). Huiselijk geweld: feiten en cijfers. Factsheet [Electronic version]. Utrecht: Movisie
Oosterlee, A., & Vink, R.M. (2006). De omvang van huiselijk geweld in Haarlem. Een schatting met de vangst-hervangst analysemethode, toegepast op de gegevens uit een registratieproject van acht ketenpartners binnen het Haarlemse project Geweld in het gezin. Haarlem: GGD Kennemerland.
Reijnders, U.J.L., & Drijber, B.C. (2006). Huiselijk geweld (1): Cijfers en herkenning; Huisarts en geweld. Huisarts en wetenschap, 49, 65-6.
Rijksoverheid (2010). Meer dan 2100 huisverboden in 2009; persbericht. Op 18 oktober 2010 ontleend aan http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/persberichten/2010/02/04/meer-dan-2100-huisverboden-in-2009.html
Steunpunt Huiselijk geweld Midden-Brabant (2010). 2009 Rapportage meldingen Steunpunt Huiselijk geweld Midden-Brabant (www.huiselijkgeweldbrabant.nl).
15
REGIONALE VTV 2011
Steketee, M.J., Mak, D.J., Tierolf, B., Roeleveld, W.S., (2010). Kinderen in Tel Databoek 2010. Utrecht: Verwey-Jonker instituut.
Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) (z.j.). Procesevaluatie van de Wet tijdelijk huisverbod. Op 29 maart 2010 ontleend aan http://www.wodc.nl/onderzoeksdatabase/procesevaluatie-van-de-wet-tijdelijkhuisverbod.aspx
16
DEELRAPPORTEN
Overzicht Deelrapporten regionale VTV 2011 – Hart voor Brabant 1.
Ambulancezorg
2.
Bevolking
3.
Eerstelijns gezondheidszorg
4.
Fysieke omgeving
5.
Geestelijk Hulp bij Ongevallen en Rampen
6.
Genotmiddelen
7.
Gezondheidsachterstanden
8.
Gezondheidsbeleid
9.
Huiselijk geweld
10.
Integrale aanpak
11.
Jeugd
12.
Kwetsbare burgers
13.
Levensverwachting en sterftecijfers
14.
Overgewicht en diabetes
15.
Psychische gezondheid - Depressie
16.
Roken
17.
Seksueel gedrag
18.
Sociale omgeving en participatie
19.
Sociale Veiligheid
20.
WPG en Ouderen
21.
Ziekte
22.
Ziekten in de toekomst
23.
Ziektepreventie
24.
Zoönosen
25.
Zorg
17