Regionale VTV 2011 Psychische gezondheid - Depressie
Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 – Hart voor Brabant Deelrapport Psychische gezondheid - Depressie Auteurs: Drs. A. Gietman, GGD Brabant Zuidoost Dr. A. Eugster, GGD Brabant Zuidoost Drs. M.J.A. de Beer, GGD West-Brabant Drs. E.T.M. Anzion, GGD Hart voor Brabant Dr. M.A.M. Jacobs-van der Bruggen, GGD Hart voor Brabant Referent: C. Wildeboer-Schut, GGz Breburg © GGD West-Brabant Breda, GGD Hart voor Brabant ’s-Hertogenbosch, GGD Brabant-Zuidoost Helmond; mei 2011
REGIONALE VTV 2011
2
INHOUDSOPGAVE
Inhoudsopgave Samenvatting............................................................................ 5 1. Psychische gezondheid / Depressie ...................................... 7 Literatuur ............................................................................ 14 Overzicht Deelrapporten regionale VTV 2011 Hart voor Brabant ............................................................... 16
3
REGIONALE VTV 2011
4
SAMENVATTING
Samenvatting
Psychische klachten leiden tot veel verlies aan gezondheid Ruim een op de zes volwassenen (19+) in Hart voor Brabant voelt zich psychisch ongezond en een op de tien wordt door psychische klachten gehinderd in het functioneren. Ook bij de jeugd komen psychische klachten regelmatig voor: 13% vindt de eigen psychische gezondheid slecht en maar liefst 9% heeft ‘in het afgelopen jaar’ zelfdoding overwogen. Op basis van bij de huisartsen geregistreerde gegevens wordt het aantal patiënten met een depressie in Hart voor Brabant geschat op 17.000. Dit is vergelijkbaar met het aantal patiënten met bijvoorbeeld chronisch obstructieve longziekten (COPD) of eczeem. Daarnaast zijn er ook nog ruim 7000 patiënten met angststoornissen. Veel psychische klachten (zoals angst- of depressieklachten) zijn echter niet bij huisartsen bekend. Een verminderde psychische gezondheid kan leiden tot beperkingen in sociaal, emotioneel en lichamelijk functioneren en tot voortijdig overlijden. Depressie staat op vier in de top-10 van ziekten met de hoogste ziektelast en is een van de speerpunten in het landelijke preventiebeleid. Gezondheidsbeleid zou zich meer moeten richten op geestelijke gezondheidsbevordering en preventie van psychische problemen en verbonden moeten worden met het bevorderen van een gezonde leefstijl (fysiek en mentaal). Met name het Wmo-beleid biedt de mogelijkheden om raakvlakken tussen preventie en andere (lokale) beleidsterreinen te onderzoeken en verbindingen tot stand te brengen.
5
REGIONALE VTV 2011
6
PSHYCHISCHE GEZONDHEID - DEPRESSIE
1.
Psychische gezondheid / Depressie
Psychische gezondheid Volgens de WHO voelen psychisch gezonde personen zich goed, autonoom en competent. Ze voelen zich in staat om hun eigen intellectuele en emotionele mogelijkheden te verwezenlijken. Een verminderde psychische gezondheid kan leiden tot zichtbaar leed, een (gedeeltelijk) onvermogen tot functioneren en een verhoogd risico op sterfte, pijn en beperkingen (Schoemaker C (RIVM), 2010). Psychische aandoeningen (waaronder angststoornissen en depressies) veroorzaakten in 2007 (met 22% van de totale ziektelast), het meeste verlies aan gezondheid in Nederland (VTV, Deelrapport gezondheid en determinanten, Hoeymans, 2010). Angststoornissen en depressies stonden (met respectievelijk 7% en 6% van de ziektelast door afzonderlijke ziekten) op plaats 3 en 4 in de ziektelast-top 5. Depressie Een depressie ontstaat door een combinatie van factoren die op elkaar inwerken, zoals individuele kwetsbaarheid, sociale omgevingsfactoren en levensgebeurtenissen. Een depressie heeft grote gevolgen voor het welbevinden. Het leidt tot belangrijke beperkingen in sociaal, emotioneel en lichamelijk functioneren. Met de ernst en de duur van de depressie neemt de kwaliteit van leven af. Depressie verdubbelt de kans op voortijdig overlijden, onder andere door suïcidegedrag en een ongezonde leefstijl (Trimbos-instituut, 2010a). De belangrijkste symptomen van een depressie zijn een aanhoudende neerslachtige stemming en een ernstig verlies van interesse in bijna alle dagelijkse activiteiten (DSM-IV (APA)).
Situatie in Hart voor Brabant vergelijkbaar met Nederland Bijna een op de tien inwoners van Hart voor Brabant van 12 jaar en ouder heeft psychische klachten (gemeten met de RAND Mental Health Inventory (MHI-5)), en dat is vergelijkbaar met het voorkomen van psychische klachten in Nederland (periode 2005-2008 op basis van CBS gegevens, www.zorgatlas.nl).
7
REGIONALE VTV 2011
Risicogroepen voor psychische klachten: vrouwen, ouderen en lagere SES Vrouwen in Hart voor Brabant voelen zich vaker ‘psychisch ongezond’ dan mannen (figuur 1). Psychische ongezondheid komt het meeste voor bij ouderen. In 2009 voelde 18% van de 65-plussers in Hart voor Brabant zich psychisch ongezond. Binnen deze groep was er een verschil te zien in psychische ongezondheid tussen de 65-74 jarigen (15%) en de 75-plussers (24%). Daarnaast blijkt de psychische gezondheid samen te hangen met SES en burgerlijke staat. Personen met een lage SES, uitgedrukt in opleidingsniveau, rapporteren aanzienlijk meer psychische klachten dan mensen met een hoge SES; volwassenen met een laag opleidingsniveau voelen zich vaker psychisch ongezond dan volwassenen met een hoger opleidingsniveau. De verschillen in psychische gezondheid zijn de afgelopen jaren eerder toe dan afgenomen (figuur 2).
totaal, 12-18 jaar totaal, 19-64 jaar totaal, 65 jaar en ouder mannen, 12-18 mannen, 19-64 mannen, 65+ vrouwen, 12-18 vrouwen, 19-64 vrouwen, 65+ 0
5
10
15
20
25
Figuur 1: percentage ‘psychisch ongezond’ naar leeftijd en geslacht in Hart voor Brabant; Bron: Gezondheidsmonitor Hart voor Brabant, jeugd 2007, volwassenen en ouderen 2009)
8
PSHYCHISCHE GEZONDHEID - DEPRESSIE
45 40 35 30 opleiding laag (max. LO) 25
laag / midden
20
midden / hoog opleiding hoog (HBO/ WO)
15 10 5 0 2005
2009
psychisch ongezond
2005
2009
hoog risico op angststoornis / depressie
Figuur 2: Psychische gezondheid naar opleiding voor volwassenen in Hart voor Brabant; Bron: Gezondheidsmonitor Hart voor Brabant, volwassenen 2005 en 2009) Verschillende factoren spelen een rol bij ontstaan depressie Depressie komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen en komt vaak voor in de leeftijdsgroep van 25 tot 45 jaar. Risicofactoren zijn een neurotische persoonlijkheid, een internaliserende copingstijl, een chronische lichamelijke ziekte, andere psychische stoornissen en een homoseksuele voorkeur. Sociale en omgevingsfactoren die bij kunnen dragen aan een depressie zijn werkloosheid of het verliezen van een baan, weinig sociale steun en een laag opleidingsniveau. Daarnaast verhogen stressvolle levensgebeurtenissen het risico op een depressie. Depressie heeft ook een erfelijk component. Kinderen van ouders met depressie hebben bijna 3 maal zoveel kans op een depressie (Trimbos Instituut, 2010; Schoemaker C (RIVM), Spijker J (Trimbosinstituut), 2010). Situatie in Nederland en in Hart voor Brabant Jaarlijks hebben ruim 1,5 miljoen mensen in Nederland te maken met depressieklachten of een depressie (Trimbos-instituut, 2010b). Exacte cijfers over het daadwerkelijke voorkomen van depressie in de regio zijn niet beschikbaar. Een schatting van het aantal inwoners in Hart voor Brabant met een depressie is 17.000 (puntprevalentie per 1 januari 2007). Een schatting van het aantal inwoners met een angststoornis is 7000 (puntprevalentie per 1 januari 2007) (Bron VTV-2010, gegevens bewerkt door RIVM).
9
REGIONALE VTV 2011
Een op de twintig ouderen heeft hoog risico op angststoornis of depressie In de gezondheidsenquêtes van de volwassenen en ouderen in 2009 is het risico op een angststoornis of een depressie gemeten met de Kessler Psychological Distress Scale (K10). In de regio Hart voor Brabant heeft 32% van de volwassenen en 40% van de 65-plussers een matig tot hoog risico op een angststoornis of een depressie (hoog risico 4% respectievelijk 5%). Een matig / hoog risico komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen en vaker bij 75-plussers dan bij ouderen van 65 tot 75 jaar. Bij de jongeren tussen 12 en 18 jaar is in de gezondheidsenquête navraag gedaan over het overwegen van suïcide in de afgelopen 12 maanden. Negen procent van de jongeren in Hart voor Brabant gaf aan dit te hebben overwogen (Bron: GGD gezondheidsmonitor Jeugd 2007). In de toekomst meer inwoners met (hoog risico op) depressie Er zijn geen aanwijzingen dat het aantal mensen met depressie of depressieve gevoelens in Nederland de laatste dertig jaar is toe- of afgenomen. Het aantal mensen waarvan de huisarts weet dat ze lijden aan depressie is de laatste tien jaar wel sterk toegenomen. Dit heeft mogelijk te maken met een betere herkenning en een vroege opsporing van depressie door de huisarts. Op basis van demografische projecties (dus rekening houdend met bevolkingsgroei en vergrijzing) stijgt het aantal mensen in Hart voor Brabant met een depressie van 17.000 in 2007 tot ruim 18000 in 2020. Het aantal mensen met angststoornissen stijgt van 7000 in 2007 tot ongeveer 8000 in 2020. Door de vergrijzing zal vermoedelijk ook het aantal mensen met een hoog risico op angststoornissen of depressie toenemen. Bron http://www.trimbos.nl/onderwerpen/preventienieuw/netwerken/partnershipdepressiepreventie Bredere benadering vergroten psychische gezondheid Het Trimbos-instituut pleit voor een bredere benadering van de psychische gezondheid. Er moet niet alleen aandacht uitgaan naar de preventie van stoornissen of problemen (bijvoorbeeld depressie), maar ook naar de bevordering van de geestelijke gezondheid door het psychisch welbevinden te versterken. Met de toenemende vraag naar bewezen effectieve interventies, riskeert men preventie gericht op specifieke stoornissen of problemen te ‘verengen’ tot geïndiceerde preventie, die zich richt op de doelgroep waarbij al sprake is van klachten. Een voorbeeld van de brede benadering is Mentaal Vitaal, een initiatief van het Trimbosinstituut en het Fonds Psychische Gezondheid. Met financiering van VWS hebben ze o.a. de website www.mentaalvitaal.nl ontwikkeld. Deze website is er voor iedereen die meer wil weten over mentale gezondheid en daar zelf mee aan de slag wil.
10
PSHYCHISCHE GEZONDHEID - DEPRESSIE
Deze brede benadering en focus op het psychisch welbevinden past beter bij het lokaal gezondheidsbeleid. Door het beleid gericht op geestelijke gezondheidsbevordering te combineren met preventie van psychische problemen, kan het ook worden verbonden met het bevorderen van een gezonde leefstijl. Dit geldt zowel voor de fysieke leefstijlcomponenten (voldoende bewegen, evenwichtige voeding) als de mentale competenties om gezond te leven (coping, veerkracht, zelfkennis, zelfwaardering, zelfacceptatie, sociale vaardigheden en productiviteit). Met name het Wmo-beleid biedt de mogelijkheden om raakvlakken tussen preventie en andere (lokale) beleidsterreinen te onderzoeken en verbindingen tot stand te brengen. (Uit: Visie op lokale depressiepreventie. Naar een integrale visie op preventie en gezondheidsbevordering, leefstijl en psychisch welbevinden (2010)).
Zorg Uit de cijfers van Nemesis 2 blijkt dat van de mensen met een psychische stoornis (tenminste een aandoening) een op de drie enigerlei zorg zoekt. Slechts een op de vijf mensen met een psychische stoornis komt in de geestelijke gezondheidszorg terecht. Slechts 1% van het aantal mensen dat jaarlijks voor het eerst een depressie doormaakt zoekt en vindt hulp om de depressie te bestrijden of een nieuwe depressie te voorkomen. Hierdoor blijft veel leed onopgemerkt en onopgelost. Dat is ten nadele van deze mensen, maar ook van hun omgeving en de maatschappij. Het Partnership Depressiepreventie (PDP), waarin een groot aantal organisaties op landelijk niveau deelneemt, werkt aan agendasetting van depressiepreventie bij lokaal beleid, professionals en publiek. Doel is om mensen met depressieve klachten of een depressie beter en sneller te bereiken, en hen weer nieuw perspectief te bieden. Integrale aanpak depressiepreventie Depressiepreventie is in de preventienota van VWS 2007-2010 benoemd als een van de landelijke speerpunten. Deze vierjaarlijks benoemde speerpunten zijn ook leidend voor de prioriteiten in gemeenten. Het Trimbos-instituut adviseert gemeenten een Basispakket depressiepreventie met de volgende onderdelen:
voorlichting en bewustwording;
signalering en advies;
preventieve ondersteuning cq preventie-interventies;
maatregelen gericht op de omgeving.
Een integrale aanpak van depressiepreventie, die een mix aan interventies bij elkaar brengt, die ook evenwichtig over de verschillende vormen van preventie is verdeeld, vergoot de doelmatigheid en de effectiviteit. Door zo’n aanpak kunnen de belangrijkste doelgroepen in een gemeente/regio worden bereikt en worden determinanten tegelijk en in samenhang aangepakt. Goede samenwerking tussen relevante partijen is dan 11
REGIONALE VTV 2011
cruciaal. Organisaties die betrokken kunnen zijn bij een integrale aanpak zijn: maatschappelijk werk, thuiszorg, welzijnswerk, GGZ en GGD. De gemeente heeft met name een taak als het gaat om universele en selectieve preventie (zie figuur hieronder). De GGD kan de gemeente daarbij ondersteunen, bijvoorbeeld door de uitvoeringsregie op zich nemen. De gemeente heeft echter ook een taak vanuit de Wmo voor de (sociaal) kwetsbare groepen (de OGGZ) en aan de kant van de care.
(uit: Visie op lokale depressiepreventie. Naar een integrale visie op preventie en gezondheidsbevordering, leefstijl en psychisch welbevinden (2010)).
Visie op lokale depressiepreventie Het Partnership Depressiepreventie heeft een visie opgesteld op lokale depressiepreventie, waarbij een integrale visie wordt aanbevolen op preventie en gezondheidsbevordering, leefstijl en psychisch welbevinden. De visie pleit voor een natuurlijk verbinding tussen (depressie)preventie en lokaal beleid op andere terreinen, zoals het Wmo-beleid. Er is nu te weinig samenhang tussen de speerpunten voor preventie en tussen depressiepreventie en het dagelijkse doen en laten van mensen in hun omgeving. Er dreigt een versmalling naar het gebied van de geïndiceerde preventie, waar “bewezen effectieve” interventies ingezet kunnen worden. De visie op een bredere invulling van de depressiepreventie is gebaseerd op een door de positieve psychologie gesteunde integrale bevordering van psychisch welbevinden. Het sluit aan op het model van Barry (2001), zie hieronder, waarin de bevordering van geestelijke gezondheid, ziektepreventie en (langetermijn)behandeling in een doorlopend spectrum verbonden worden. Met name op populatieniveau en op het terrein van maatregelen gericht op de sociale en fysieke omgeving liggen kansen voor gemeenten om een bijdrage te leveren aan het bevorderen van de geestelijke gezondheid.
12
PSHYCHISCHE GEZONDHEID - DEPRESSIE
Uit: Visie op lokale depressiepreventie. Naar een integrale visie op preventie en gezondheidsbevordering, leefstijl en psychisch welbevinden (2010)).
Producten PDP Het Parnership Depressiepreventie heeft een aantal producten ontwikkeld die gemeenten ondersteunen bij de beleidsontwikkeling, -uitvoering en -evaluatie op dit terrein. Er is onder andere een Stappenplan lokaal beleid depressiepreventie beschikbaar. Dit stappenplan volgt de structurering van de beleidscyclus (beleidsvoorbereiding, beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van beleid) voor het aandachtsgebied depressiepreventie met het oog op lokale beleidsvorming. http://www.trimbos.nl/projecten-en-onderzoek/projecten/61/0/61-013-partnershipdepressiepreventie Voor psychische gezondheid: zie ook de werkdocumenten Ziekte; Seksueel Gedrag; Sociale participatie; Huiselijk Geweld; Wmo/kwetsbare mensen; Jeugd.
13
REGIONALE VTV 2011
Literatuur
Schoemaker C (RIVM). Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM,
Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheid en ziekte\Functioneren en kwaliteit van leven\Psychisch functioneren\Psychische gezondheid volwassenen\, 22 maart 2010.
Surgeon General. Mental health: A Report of the Surgeon General. < http: //www.surgeongeneral.gov/library/mentalhealth/home.html> (oktober 2002). 1999.
Brabantse Jeugdmonitor 12 t/m 18 jaar, 2007
Volwassenenmonitor 19 t/m 64 jaar, 2009
Ouderenmonitor 65-plus, 2009
Meijer S (RIVM). Wat wordt er met preventie van depressie beoogd? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid\Preventie\Van ziekten en aandoeningen\Psychische stoornissen\Depressie, 29 mei 2007
Trimbos-instituut. http://www.trimbos.nl/onderwerpen/psychischegezondheid/depressie, 2010a (bezocht op 27 april 2010)
Trimbos-Instituut. http://www.trimbos.nl/onderwerpen/preventienieuw/netwerken/partnership-depressiepreventie, 2010b (bezocht op 13 oktober 2010)
Schoemaker C (RIVM), Spijker J (Trimbos-instituut). Welke factoren beïnvloeden de kans op depressie? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheid en ziekte\Ziekten en aandoeningen\Psychische stoornissen\Depressie, 22 maart 2010
Schoemaker C (RIVM), Poos MJJC (RIVM), Spijker J (Trimbos-instituut), Gool CH van (RIVM). Hoe vaak komt depressie voor? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheid en ziekte\Ziekten en aandoeningen\Psychische stoornissen\Depressie, 17 juni 2010a
Schoemaker C (RIVM), Poos MJJC (RIVM), Spijker J (Trimbos-instituut), Gool CH van (RIVM). Neemt het aantal mensen met depressie toe of af? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheid en ziekte\Ziekten en aandoeningen\Psychische stoornissen\Depressie, 22 maart 2010b
Hoeymans N, Melse JM, Schoemaker CG. Gezondheid en determinanten. Deelrapport van de VTV 2010 Van gezond naar beter. Bilthoven: RIVM, 2010.
14
PSHYCHISCHE GEZONDHEID - DEPRESSIE
Provincie Noord-Brabant. De bevolkings- en woningbehoefteprognose NoordBrabant, actualisering 2008 (vastgesteld 18 nov. 2008)
1. Partnership Depressiepreventie (2010). Stappenplan lokaal beleid Depressiepreventie (versie 1.0). Trimbos-instituut, Utrecht; 2.
Partnership Depressiepreventie en GGD Nederland (2010). Visie op lokale depressiepreventie. Naar een integrale visie op preventie en gezondheidsbevordering, leefstijl en psychisch welbevinden. Discussienota versie 1.0. Trimbos-instituut, Utrecht
15
REGIONALE VTV 2011
Overzicht Deelrapporten regionale VTV 2011 – Hart voor Brabant
16
1.
Ambulancezorg
2.
Bevolking
3.
Eerstelijns gezondheidszorg
4.
Fysieke omgeving
5.
Geestelijk Hulp bij Ongevallen en Rampen
6.
Genotmiddelen
7.
Gezondheidsachterstanden
8.
Gezondheidsbeleid
9.
Huiselijk geweld
10.
Integrale aanpak
11.
Jeugd
12.
Kwetsbare burgers
13.
Levensverwachting en sterftecijfers
14.
Overgewicht en diabetes
15.
Psychische gezondheid - Depressie
16.
Roken
17.
Seksueel gedrag
18.
Sociale omgeving en participatie
19.
Sociale Veiligheid
20.
WPG en Ouderen
21.
Ziekte
22.
Ziekten in de toekomst
23.
Ziektepreventie
24.
Zoönosen
25.
Zorg