Regionale Scholengemeenschap 'PANTARIJN' LOCATIE MHV WAGENINGEN

Regionale Scholengemeenschap 'PANTARIJN' LOCATIE MHV WAGENINGEN

STUDIEGIDS EERSTE KLAS MAVO / HAVO / VWO /GYMNASIUM 2015 - 2016

Inhoud

pag.

Voorwoord

3

De mentoren

4

Onderwijs in de eerste klassen

5

Studie- en mentorlessen

6

Niveau-advies

6

Schoolregels

7

Codelijst docenten

10

Begeleiding

11

Schooltijden, roosterzaken

13

Bibliotheek

14

Pasjes en kastjes

15

Leefbaarheid

15

Klassenouders

15

Rapporten

16

Rechten en plichten van de leerling

16

Overgangsnormen

17

Bevorderingsnormen

18

Bijzondere bepalingen voor alle leerjaren

21

Belangrijke data

22

De vakken

23

Studiegids Eerste Klas MH 2015-2016

2

VOORWOORD In deze Studiegids Eerste Klas MHVG vind je veel informatie die je kunt gebruiken om je weg te vinden op je nieuwe school: locatie MHV van RSG Pantarijn. Je leest over de gang van zaken op school, over rapporten, overgangsnormen en klassenlijsten. Het is belangrijk dat jij en je ouders hiervan op de hoogte zijn dus kun je deze Studiegids ook aan je ouders laten lezen. De studiegids staat ook op www.pantarijn.nl , waar je ook meer algemene informatie over de school vindt. Wij hopen dat je je dit jaar thuis zult gaan voelen op Pantarijn en met veel succes en plezier de brugklas zult doorlopen. Namens de mentoren van de eerste klassen, Marian Heetvelt Teamleider M/H Gabriel Enkelaar Teamleider H/V Klaas Huijsman Teamleider Het Nieuwe Gymnasium Ank Hendricks Tijdelijk teamleider Het Nieuwe Gymnasium


3

De mentoren 1mh1: 1mh2: 1mh3: 1hv1: 1hv2: 1hv3: 1hv4: 1hv5: 1g1: 1g2: 1g3:

mevrouw Sophie Gleim de heer Jacob Buitenhuis de heer Juan Derksen de heer Mike Louwman de heer Jeroen Moormans de heer Frits Cornelissen mevrouw Femke Proost mevrouw Liesbeth van der Werf mevrouw Jessica Vlastuin mevrouw Beppie Eijkmans de heer Ruud Verwaal

[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]

Bereikbaarheid van de mentoren De mentoren zullen aan hun klas en op de ouderavond doorgeven op welk nummer en op welke tijdstippen zij bereikbaar zijn. Daarnaast zijn de mentoren telefonisch op school bereikbaar (0317 - 465855). Het is handig om tijdens de pauzes te bellen (09.40 - 09.55 uur en 11.45 - 12.15 uur); ook kun je aan de receptie vragen een boodschap door te geven zodat de mentoren terug kunnen bellen. Verder zijn ze op hun eigen e-mailadres bereikbaar. Teamleiders De teamleiders zijn te vinden op hun kamers. In ieder geval aan het begin van elke pauze en vaak ook op andere tijdstippen. Overdag zijn zij telefonisch op school bereikbaar. (0317 - 465855). Het is handig om tijdens de pauzes te bellen (09.40 - 09.55 uur en 11.45 - 12.15 uur) Via e-mail kan ook: [email protected] kamer 2.14 [email protected] kamer 2.22 [email protected] kamer 3.15 [email protected] kamer 3.15


4

ONDERWIJS IN DE EERSTE KLASSEN Zelfstandig werken en zelfstandig leren Op Pantarijn besteden we veel aandacht aan zelfstandig werken en zelfstandig leren. De docenten helpen en begeleiden je daarbij en er zijn hulpmiddelen. Hieronder worden de belangrijkste zaken daarover uitgelegd. Itslearning Onze elektronische leeromgeving Itslearning, het digitale leerplatform, wordt door alle docenten gebruikt om met leerlingen te communiceren, om er opdrachten in te plaatsen, leerlingen in te laten samenwerken, werk digitaal in te laten leveren, enz. Het gebruik van Itslearning is niet vrijblijvend maar verplicht. Je moet regelmatig je “Berichten” in Itslearning controleren. Het is handig om die berichten vanuit Itslearning te laten doorsturen naar je eigen mailadres. Hoe je dat regelt, leer je aan het begin van het schooljaar. Werkwijzers Per vak krijg je van je docent een werkwijzer waarop uitgelegd staat hoe je in de lessen aan de slag gaat. Op de werkwijzer staat wat je voor een bepaalde periode moet doen. Je moet de werkwijzers bewaren en ordenen, ze staan ook op Itslearning. Iedere docent legt in het begin van het jaar uit hoe je daarmee moet werken. Keuze Werk Tijd In je rooster is elke dag Keuze Werk Tijd (KWT) opgenomen. Aan het begin van elke week schrijf je je via Magister in voor de daaropvolgende week. In deze KWT-uren kies je zelf aan welk vak je werkt. Als er een wijziging in het KWT-rooster komt, wordt dat bekend gemaakt via de monitor. Op het rooster is aangeven welke docenten speciale activiteiten aanbieden tijdens KWT. Bijvoorbeeld extra uitleg over spelling, rekenen, werken aan opdrachten op de computer etc. KWT-opdracht Misschien vindt je docent dat je in KWT aan zijn of haar vak moet werken omdat je achter loopt of omdat je moeite hebt met dat vak. Hij/zij kan je dan een KWT-advies geven. Dan overleg je met je docent hoe zo’n advies in je planning past. Krijg je van meerdere docenten KWT-adviezen dan maak je samen met je mentor een planning.


5

Studie- en mentorlessen Studie- en mentorlessen worden door je mentor gegeven. Je leert allerlei dingen die met studeren te maken hebben (huiswerk maken: woordjes leren, lessen leren, een proefwerk voorbereiden én nakijken als je het terugkrijgt, een foutenanalyse maken enz.). Over deze zaken kun je oefeningen maken. Tijdens deze lessen worden de schoolregels besproken, de lessen, de sfeer in de klas, de leraren, de school, de proefwerken, de cijfers, de rapporten. Verder praat je regelmatig over de keuze die je na het eerste leerjaar moet maken voor je vervolgopleiding: Mavo, Havo, Vwo of Gymnasium. Voor studielessen krijg je geen cijfers maar er worden soms wel scores gegeven voor de oefeningen.

Niveau-advies Leerlingen van de eerste klas M/H gaan in de tweede klas naar Mavo-2 of Havo-2 in een HV klas. Leerlingen van de eerste klas HV gaan in principe naar Havo-2 of Vwo-2 (waarbij Vwo en Havo leerlingen in één klas geplaatst worden). Leerlingen van de eerste klas Gymnasium gaan in principe door naar Gymnasium-2. Dit keuzeproces wordt begeleid door de mentor. De behaalde resultaten en de werkhouding van de leerling zijn mede bepalend voor plaatsing in leerjaar twee.


6

SCHOOLREGELS

1. Leerlingen gaan respectvol met elkaar en met de medewerkers van de school om. 2. De leerlingen volgen alle lessen van hun klas of groep en zijn daarbij op tijd aanwezig. 3. Leerlingen dragen in de les bij aan een goede werksfeer. 4. Een mobiele telefoon staat tijdens de les uit. 5. In de klas wordt niet gegeten of gedronken. 6. Jassen worden buiten het lokaal opgehangen of opgeborgen in kluisjes. 7. Als een leerling door een docent uit de les wordt gestuurd, meldt hij zich direct bij de teamleider of, als de teamleider niet aanwezig is, bij de receptie. 8. Op school is het rustig. Wie een tussenuur heeft gaat in de hal, de bibliotheek, het studiehuis, de Stilteruimte of op één van de daarvoor bestemde werkplekken zitten werken. 9. Roken is niet toegestaan op het schoolterrein. 10. Leerlingen hebben geen wapens of gevaarlijke voorwerpen bij zich. 11. Leerlingen hebben op school geen alcohol of drugs bij zich en gebruiken dat ook niet op school. 12. Leerlingen helpen mee de school schoon en leefbaar te houden.


7

In de klas:

•

Heb oog voor elkaar: Geef elkaar de ruimte om te werken en help elkaar.

• o o o o

Zorg voor een goede werksfeer en rust: Lestijd is werktijd. Wie op zijn beurt wacht, werkt. Overleg alleen zachtjes (fluisterend). Loop niet onnodig door het lokaal (of tijdens KWT door de gangen).

• o o o o

Wees zuinig op de omgeving en het materiaal: Werk netjes. Help het lokaal, het meubilair en de gangen schoon te houden. Wees zuinig met de leermiddelen: de boeken, de nakijkbladen, de schriften en agenda's van jou én die van je klasgenoten. Aan het einde van de les ruimt iedereen het materiaal netjes op.

• o o

Kom afspraken na, kom op tijd: In de lessen, in KWT, als je een afspraak hebt met een docent. Maak een planning van je werk in je agenda.


8

Codelijst docenten


10

BEGELEIDING Er is een aantal mensen dat voor je klaar staat om je op je nieuwe school te helpen en te begeleiden. Mentor In de eerste plaats is dat natuurlijk je mentor. Hij/zij heeft als taak om de leerlingen van zijn/haar klas te begeleiden. Hij/zij is aanwezig op introductiedagen en bespreekt eventuele problemen die de kop op steken. Behalve zijn/haar vaklessen geeft hij/zij de mentoren studielessen. Dan leer je bijvoorbeeld hoe je het beste kunt studeren, je huiswerk kunt maken, je werk organiseren, wat zijn je sterke en zwakke punten enz. Je mentor is de eerste contactpersoon tussen school en thuis. De teamleider Er kan soms een probleem zijn dat je niet met je mentor kunt oplossen. Bijvoorbeeld als je een dag verlof wilt vragen of als je een conflict met een docent hebt. Je krijgt dan te maken met je teamleider. Dat gebeurt in ieder geval wanneer een docent je uit de les verwijderd heeft. Je zoekt dan direct contact met je teamleider. In overleg met hem of haar wordt het probleem besproken en naar een oplossing gezocht. De gemiste lestijd moet na school worden ingehaald. Je krijgt ook met hen te maken als je je niet aan de schoolregels houdt. Leerlingbegeleider Sommige leerlingen worden vanwege leerproblemen begeleid door een leerlingbegeleider. Deze begeleider neemt contact met jou op en maakt afspraken met je. Remedial teacher en orthopedagoog Aan het begin van het schooljaar maak je een toets voor RT of je hebt een drempeltoets gemaakt in mei. Als blijkt dat je extra hulp nodig hebt, kun je begeleid worden door een Remedial Teacher of ingedeeld in speciale kwt-uren. Het kan ook zijn dat er meer onderzoek nodig is. Je ouders worden dan hiervan op de hoogte gesteld. Zorgteam Als je problemen hebt waar je samen met je mentor niet uitkomt, kan hij/zij je aanmelden bij het zorgteam, een groepje mensen dat samen bespreekt hoe we jou het beste met je probleem kunnen helpen. Dat kan een gesprek zijn met een van onze leerlingbegeleiders voor kortdurende zorg of een gesprek met een counselor of de schoolmaatschappelijk werker. Het kan ook zijn dat je wordt doorverwezen naar hulpverleners buiten school, zoals Bureau Jeugdzorg. Alles wordt vertrouwelijk behandeld. Als je om één of andere reden niet wil dat je mentor daarin een rol speelt, kun je ook aan je teamleider vragen of hij/zij je aanmeldt bij het zorgteam. In de schoolgids lees je een uitgebreide omschrijving van de zorg.


11

Contactpersoon bij seksuele intimidatie De contactpersoon seksuele intimidatie vangt leerlingen op die te maken hebben met seksuele intimidatie door medeleerlingen en/of medewerkers. Het bedreigde gevoel kan ontstaan door opmerkingen, blikken en/of lichamelijk contact. Hoewel seksuele intimidatie gelukkig niet vaak voorkomt, is het een uitermate vervelende zaak. Maar praten helpt! Ook probeert de contactpersoon seksuele intimidatie te voorkomen door bijvoorbeeld gedragsregels op dit gebied te ontwikkelen. Via je mentor kun je een afspraak maken.

De decaan De decaan helpt je samen met je mentor bij het maken van keuzes op school: je niveau en je studierichting. De decaan die zich speciaal richt op de onderbouw is Wendy de Jager. Je vindt haar in kamer 2.23


12

Schooltijden: Lestijden

- 70-minutenrooster

Blok 1: Pauze: Blok 2: Blok 3: Pauze: Blok 4: Blok 5: Pauze: Blok 6: Blok 7:

08.30 09.40 09.55 11.05 11.45 12.15 13.25 14.35 14.50 16.00

- 09.40 uur - 09.55 uur - 11.05 uur - 11.45 uur (KWT/VO) - 12.15 uur - 13.25 uur - 14.35 uur - 14.50 uur - 16.00 uur - 17.10 uur

Te laat komen Wie het eerste uur te laat op school komt, krijgt bij de deur een briefje waarop staat dat je je de volgende dag voor 8.00 uur bij de conciërges moet melden. Ook de docent vermeldt dit op Magister. Wanneer je je niet op tijd meldt, moet je nablijven. Roosterwijzigingen Soms kan het voorkomen dat je dagrooster er anders uitziet dan normaal. Een docent kan afwezig zijn door ziekte, vergaderingen, tentamens of andere activiteiten. De school probeert zoveel mogelijk te voorkomen dat er lessen uitvallen. Toch kan het gebeuren. Daarom is het belangrijk om ‘s ochtends goed op de monitor te kijken. Daarop staat aangegeven voor welke lessen er een roosterwijziging is. We proberen zoveel mogelijk te voorkomen dat er tussenuren ontstaan. De monitor bij de uitgang van de school geeft de roosterwijzigingen voor de volgende dag aan. Kijk daar goed op voor je de school uitgaat. Ook kun je op de website kijken. Opvang-uren In de eerste klassen wordt uitval van lesuren zoveel mogelijk voorkomen. Leerlingen werken aan de hand van de werkwijzer verder aan het vak. Vier onderwijsassistenten begeleiden dit proces: Yono Severs, John Heemskerk, Johan Oltmans en Hans Altena. Stilteruimte Soms heb je het nodig om de drukte van alledag te ontvluchten. Om in alle rust te leren, huiswerk te maken, je voor te bereiden op een toets of een examen. Zonder gestoord te worden door gepraat of gelach van medeleerlingen. Daarvoor is op de derde verdieping gelegenheid in de Stilteruimte, bijgenaamd De Oase. Er staan 30 tweepersoons tafeltjes en er is toezicht om de rust te waarborgen.


13

Speciale roosters In repetitieweken en herkansingsweken examenperiodes, kan er lessen uitvallen. Voor deze periodes wordt een speciaal rooster gemaakt. Je zult dit op tijd te horen krijgen. Als je ziek bent Dan belt een van je ouders/verzorgers naar school (voor 08.30 uur) om te melden dat je ziek bent. Wanneer je weer op school komt, meld je je beter bij de conciërges met een briefje van thuis waarop staat welke dagen je precies afwezig was. Word je op school ziek, dan haal je een briefje bij de receptie voor je naar huis gaat. Dat briefje laat je thuis ondertekenen door je ouders en lever je als je weer beter bent bij de receptie in. Soms zal vanuit school naar huis gebeld worden om er zeker van te zijn dat je goed aangekomen bent. Zorg ervoor dat je zelf bij je klasgenoten navraagt wat je gemist hebt en gebruik Itslearning om bij te blijven. Maak - zo nodig in overleg met je docenten - een planning om je eventuele achterstand in te halen. Absentieregeling • Leerlingen en ouders moeten afwezigheid ook (ziekte etc.) via de receptie regelen. Dus niet alleen via de mentor of de docent. •

Ziekmelden liefst zoveel mogelijk per mail bij de receptie: [email protected] .

•

Bij ziekte langer dan één dag s.v.p. ook een betermelding naar dit emailadres.

•

Leerlingen kunnen wekelijks het absentieoverzicht in Magister controleren. Zo kunnen misverstanden op tijd worden rechtgezet

•

Na 3 ongeoorloofde absenties gaat er een brief naar de ouders.

•

Op de Pantarijnsite is over iedere absentiebrief een uitgebreide toelichting. Hierin staan de antwoorden op de meest gestelde vragen.

•

Leerlingen moeten absentiezaken zo snel mogelijk regelen. De uiterste deadline is een week.

•

Verlof-aanvragen verlopen altijd via de betreffende teamleider.

Bibliotheek Je kunt in de bibliotheek terecht om te werken of boeken te lenen. De openingstijden zijn dinsdag en donderdag van 9.30 tot 12.30 uur. De volgende bibliotheekregels zijn belangrijk en moet iedereen kennen: • Boeken lenen kan alleen met je pasje; je mag geen ander pasje gebruiken en je pasje dus niet uitlenen. Neem altijd je pasje mee. • Het lenen van boeken is gratis maar als je je boeken te laat inlevert moet je een boete betalen. • Je mag 6 boeken op je pasje hebben. In de grote vakantie mag je meer boeken lenen. • Op twee sta-computers kun je zoeken welke boeken er in de bibliotheek zijn. Studiegids Eerste Klas MH 2015-2016

14

• De catalogus is ook via de Pantarijn-site en via Itslearning te bekijken. • In de bibliotheek wordt rustig gewerkt, ook daar mag je niet eten of drinken. Behalve boeken en luisterboeken lenen en tijdschriften lezen worden in de bibliotheek verkocht: Insteekhoezen, pennen, snelhechters, 2e hands snelhechters, schriften (lijntjes), wiskundeschriften, grote schriften en usb sticks. Pasjes en kastjes Iedere leerling krijgt tijdens de eerste schoolweken een eigen schoolpasje. Dat pasje heb je nodig voor de bibliotheek of als je naar een schoolfeest wil. . Eerst wordt er een foto gemaakt door de schoolfotograaf, die hiermee een pasje maakt. Op je pasje zit een persoonlijke barcode. Ook zit hier tegoed op om te kunnen printen en/of kopiëren. Bewaar je pasje goed. Laat geen waardevolle spullen slingeren of met gym je portemonnee in je broekzak zitten. Tijdens die lessen kun je je waardevolle spullen in een koffer van de docent doen. Iedere leerling kan - soms samen met een andere leerling - een eigen opbergkastje huren bij de conciërges. Daar moet je huur en statiegeld voor betalen . Dit wordt in de mentorles geregeld. Als je geen kluisje meer wilt hebben, lever je je sleutel in en ontvang je het statiegeld terug. Leefbaarheid We dragen allemaal bij aan een schone, leefbare school! Dus: Afval in de afvalbakken en jassen aan de kapstok of in je kluisje. In ieder lokaal is een bezem, stoffer en blik om voor het verlaten van het lokaal eventuele rommel direct op te ruimen. Er is een milieudienst: twee à drie keer per jaar heeft een deel van de klas na elke grote pauze de taak de gemeenschappelijke ruimten te vegen en op te ruimen. Wanneer je ziet dat er iets kapot of ernstig vervuild is, meld het dan bij de conciërges of je teamleider. Wie zelf iets kapot maakt of vervuilt moet de kosten van reparatie of schoonmaken zelf betalen. Klassenouders Het meedenken van de ouders met het wel en wee van onze eersteklassers wordt zeer op prijs gesteld en verhoogt de kwaliteit van het onderwijs. Voor algemene zaken kunnen ouders contact opnemen met een van de klassenouders. De klassenouders van de onderbouw komen enkele malen per jaar bijeen om samen over de gang van zaken op school en in de klas te praten. Hierbij is een lid van de ouderraad aanwezig en ook een vertegenwoordiger van de schoolleiding. De meningen en aangedragen suggesties van de ouders komen terecht bij de ouderraad en de mentoren.


15

RAPPORTEN 1. Algemeen onderbouw Driemaal per jaar ontvang je een rapport / of rapportage over je vorderingen . Rapportcijfers zijn op 1 decimaal afgerond. De rapportage wordt per vak door de betrokken docent met de leerling besproken. Naar aanleiding van het tweede rapport is er voor de ouders/verzorgers gelegenheid om met de docenten van hun kind te spreken op de docentenspreekavond. Ook de leerling zelf is op deze avonden van harte welkom! Ouders/verzorgers kunnen ook zelf initiatief nemen tot contact met een vakdocent of de mentor. RECHTEN EN PLICHTEN VAN DE LEERLING 1.1

Indien het maken van een werkstuk - van wat voor soort dan ook - meetelt voor de bepaling van een rapportcijfer, dient van te voren aan de leerlingen duidelijk gemaakt te worden aan welke normen, criteria en eisen het werkstuk dient te voldoen, wanneer het gereed moet zijn en wat er gebeurt bij niet of te laat inleveren.

1.2

Van een overhoring, proefwerk en werkstuk moet van tevoren duidelijk zijn hoe het cijfer geteld wordt bij het vaststellen van het rapportcijfer.

1.3

Een leerling zal per dag niet meer dan één proefwerk en één s.o. maken. In uitzonderingsgevallen zal het aantal proefwerken maximaal twee mogen bedragen. Het aantal klassikale proefwerken mag niet meer dan vijf per week bedragen.

1.4

Een proefwerk wordt minimaal vijf schooldagen vóór afname mondeling in de klas aangekondigd. Dan wordt ook verteld op welke oefenstof het proefwerk betrekking heeft. Deze aankondigingen noteert de docent in Itslearning op de datum en het lesuur waarop het proefwerk wordt afgenomen. De behandeling van de te toetsen stof is afgerond vóórdat het proefwerk wordt afgenomen. Ook is dan het huiswerk besproken dat door de leerlingen over te bevragen leerstof is gemaakt/ bestudeerd .

1.5

De leerling heeft het recht het gecorrigeerde en beoordeelde werk binnen tien werkdagen na de toetsing ter informatie/inzage terug te ontvangen. Indien de opgaven door de toets schriftelijk werden verstrekt, ontvangt de leerling desgewenst ook deze opgaven. Ook de ouders hebben het recht het gecorrigeerde en beoordeelde werk in te zien, alsmede de daarbij schriftelijk verstrekte toetsopgaven . Indien het gecorrigeerde werk en de bijbehorende toetsopgaven niet aan de leerlingen worden meegegeven naar huis, hebben de ouders het recht dit werk op school ter inzage te vragen.


16

1.6

Leerlingen hebben de plicht het aan hen opgegeven huiswerk uit te voeren. Na een periode van afwezigheid dient de leerling zich op de hoogte te stellen van het werk dat tijdens zijn/haar afwezigheid aan zijn/haar klas/groep werd opgegeven. Indien tijdens zijn/haar absentie toetsen werden afgenomen, dient de leerling binnen een week na terugkomst op school met de desbetreffende docent(en) af te spreken wanneer hij/zij de gemiste toets alsnog zal maken. De docent kan een 0 toekennen wanneer de toets (nog) niet is ingehaald. De leerlingen hebben - mits de in de voorgaande alinea beschreven regeling is nageleefd - recht op het maken van het aantal toetsen dat per afdeling is vastgesteld.

1.7

Bij het op heterdaad betrappen van fraude tijdens het uitwerken van een toetsopdracht of andere onregelmatigheden, kan de leerling voor de desbetreffende toets het cijfer 1 worden toebedeeld (zonder recht op herkansing), zulks ter beoordeling van de locatiedirecteur.

1.8

Wie het niet eens is met de beoordeling van een toetsing tekent eerst bezwaar aan bij de docent. Is de reactie van de docent in de ogen van de leerling niet bevredigend, dan kan deze zich tot zijn/haar mentor wenden. Levert ook de bemiddeling van de mentor een naar het oordeel van de leerling onbevredigend resultaat op, dan kan de leerling zich wenden tot de teamleider. Deze reageert binnen tien werkdagen op het verzoek van de leerling.

Herkansingsregeling eerste en tweede leerjaar 1. Op twee momenten in het schooljaar mogen de leerlingen drie toetsen van de voorafgaande roosterperiode herkansen, maximaal één toets per vak. Het eerste herkansingsmoment is aan het eind van de roosterperiode 1, in januari, het tweede herkansingmoment is aan het eind van roosterperiode 2, aan het einde van het schooljaar. 2. Alle schriftelijke toetsen kunnen worden herkanst. SO’s kunnen niet worden herkanst. Per vak is vastgesteld welke ingeleverde/uitgevoerde opdrachten waaraan een cijfer gekoppeld is herkanst kunnen worden. Opdrachten die niet ingeleverd of uitgevoerd zijn, kunnen niet herkanst worden. Indien een leerling gebruik maakt van de mogelijkheid om een praktische opdracht te herkansen, verliest de leerling daarmee het recht op een herkansing voor een toets van dat vak. 3. De leerling kiest in overleg met ouders/verzorgers en de mentor welk vak herkanst zal worden, en heeft contact met de vakdocent. Vervolgens vult de leerling over de betreffende toets een toetsevaluatie-formulier in om de kans op een serieuze verbetering te vergroten. 4. Als het resultaat van de herkansing beter is dan dat van de oorspronkelijke toets vervangt het herkansingscijfer het oorspronkelijke cijfer met behoud van weging. Is het resultaat lager, dan blijft het oorspronkelijke cijfer staan. Studiegids Eerste Klas MH 2015-2016

17

5. De herkansingen worden volgens een nader vast te stellen rooster afgenomen. 6. In geval van een buitensporig aantal ongeoorloofde absenties (Ao’s) kan de betreffende teamleider beslissen dat een leerling het herkansingsrecht in een periode verliest. 7. Afwezigheid zonder geldige reden bij herkansingen (schriftelijk of mondeling) wordt beschouwd als onregelmatigheid en heeft het cijfer 1,0 voor deze herkansing tot gevolg. Bovendien verliest de leerling in de volgende periode één herkansingsmogelijkheid. 8. In gevallen waarin deze herkansingsregeling niet voorziet beslist de betreffende team-

leider.

2. BEVORDERINGSNORMEN ONDERBOUW BEVORDERINGSNORMEN ONDERBOUW – ALGEMEEN De leerlingen ontvangen in de onderbouw drie keer per jaar een rapport. Op elk rapport worden per vak de prestaties van de leerling afgerond in cijfers tot op één decimaal: 0,50 en hoger wordt naar boven afgerond wordt; 0,49 en lager wordt naar beneden afgerond. Aan het eind van de derde periode ontvangt de leerling zijn/haar eindrapport. Het eindrapport bestaat uit twee kolommen: - de eerste kolom geeft het gemiddelde weer; dat wordt berekend door middel van onafgeronde cijfers; - de tweede kolom geeft de cijfers die gelden voor de overgang en dient voor het berekenen van de tekortpunten. Dit cijfer wordt per vak berekend als het gewogen gemiddelde van alle gegeven cijfers. Dit is het afgeronde cijfer. Het eindrapport wordt in een van de volgende drie categorieën ondergebracht: A bevorderd B ter discussie C niet bevorderd Om de categorie te bepalen wordt allereerst wordt gekeken naar het aantal tekortpunten. Hiervoor gelden de volgende afspraken: cijfer 5 4 3

tekort 1 2 3

Vervolgens wordt gekeken of de leerling aan eventueel extra gestelde voorwaarden voldoet. ‐ Het cijfer 3 is het laagst gegeven cijfer op het rapport in de onderbouw. ‐ Het cijfer 3 op het overgangsrapport betekent dat een leerling in de C‐categorie zit en dus Studiegids Eerste Klas MH 2015-2016

18

niet bevorderd kan worden. ‐ De docentenvergadering beslist over de bevordering van een leerling in categorie B. Het uitgebrachte advies voor het vervolg van de schoolloopbaan speelt hierbij een belangrijke rol. De overgangsvergadering kan een leerling gericht naar een bepaalde opleiding/leerlaag bevorderen. Een uitzondering op deze regel zijn de leerlingen in klas 3 die vanwege een profielwisseling of een negatief advies in de B-categorie zijn gekomen.

BEVORDERINGSNORMEN EERSTE KLASSEN 1. VANUIT LEERJAAR 1 MH In klas 1MH kan en leerling deelnemen aan het leertraject Mavo of het leertraject Havo. Dit zal op de rapporten zichtbaar zijn. 1 MH NAAR 2M aantal tekortpunten

voorwaarde

0, 1 of 2 3 (niet bij 1 vak) 3 bij 1 vak overige

2e helft jaar Mavo-niveau 2e helft jaar Mavo-niveau 2e helft jaar Mavo-niveau 2e helft jaar Mavo-niveau

resultaat A = bevorderd B = ter discussie C = niet bevorderd A B C C

1MH NAAR 2H aantal tekortpunten

voorwaarde


2e helft jaar Havo-niveau 2e helft jaar Havo-niveau 2e helft jaar Havo-niveau 2e helft jaar Havo-niveau


2. VANUIT LEERJAAR 1HV In de eerste klas moet een keuze van richting (Havo, Vwo of Gymnasium) worden gemaakt voor de tweede klas. Gedurende het jaar worden hiertoe zowel klassikaal als individueel diverse activiteiten ondernomen. Studiegids Eerste Klas MH 2015-2016

19

1HV NAAR 2HV - HAVO aantal tekortpunten


resultaat A = bevorderd B= ter discussie C = niet bevorderd A B C C

1 HV NAAR 2HV-VWO OF 2G aantal tekortpunten

voorwaarde

resultaat A = bevorderd B = ter discussie C = niet bevorderd 0, 1 of 2 gemiddeld minimaal 7,0 A maximaal 3 (niet bij 1 vak) gemiddeld minimaal 6,0 B 3 bij 1 vak C overige C • Voor bevordering naar gymnasium gelden als voorwaarden: een rapport in de Acategorie; een gymnasiumadvies van de overgangsvergadering. Daarnaast speelt de cito-score een rol en komt er een vorm van intake (schriftelijk of mondeling). 3. VANUIT LEERJAAR 1G 1G NAAR 2G aantal tekortpunten

voorwaarde

0 of 1 maximaal 2 3 bij 1 vak overige

gemiddeld minimaal 7,0 gemiddeld minimaal 6,0


C-categorie: een leerling in de C-categorie in 1G kan door de rapportvergadering bevorderd worden naar 2HV (Havo of Vwo-niveau) als de rapportvergadering van mening is dat de leerling wel over Vwo capaciteiten beschikt maar door de verzwarende elementen van het Gymnasiumprogramma in de C-categorie is beland.


20

BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR ALLE LEERJAREN 3.1 Onvolledige rapporten Leerlingen van wie door ongeoorloofde absentie voor een bepaald vak onvoldoende gegevens beschikbaar zijn, krijgen op hun rapport geen cijfer voor het desbetreffende vak. Doet zich deze onvolledigheid voor op het eindrapport, dan neemt de docentenvergadering een dergelijk rapport niet eerder in behandeling dan dat het rapport alsnog volledig is geworden. De locatiedirecteur kan een leerling in dat geval een extra opdracht opleggen. 3.2 Taken Voor taken krijgen de leerlingen een duidelijke schriftelijke instructie zodat ze zonder directe begeleiding en hulp zich in hun vakantie kunnen bezighouden met de taak of het herexamen. Bij voorkeur vindt ook mondelinge instructie plaats in de periode rondom de overgangsvergadering. Voor de controle na de zomervakantie van de opgegeven taken geldt het volgende: 1. Op de vastgestelde dag (de eerste maandag van het nieuwe schooljaar) en tijdstip (op het takenbriefje vermeld) wordt de taak overhoord en/of gecontroleerd. 2. Wanneer de taak naar behoren is verricht, wordt dat de leerling meegedeeld; een eventuele cijferwaardering kan genoemd worden. Het waarderingscijfer dat voor een taak gegeven wordt, maakt geen deel uit van de reeks cijfers die in de loop van het nieuwe schooljaar bepalend zijn voor rapportcijfers. 3. Wanneer de taak niet naar behoren is verricht en/of de betoonde inzet ver is achtergebleven bij het vereiste niveau, meldt de docent dit aan de locatiedirecteur . Deze beslist in overleg met de betrokken docent over de vraag op welke wijze de taak alsnog in orde gebracht kan worden. Dit dient in de eerste twee weken van het nieuwe schooljaar te gebeuren, bij voorkeur op school als de leerling geen les heeft. De ouders/verzorgers worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Uiteindelijk bepaalt de locatiedirecteur na zich van de beoordeling in tweede instantie van de docent vergewist te hebben, het tijdstip waarop de werkzaamheden aan de taak beëindigd kunnen worden.


21

BELANGRIJKE DATA KLAS 1 25 augustus 25 t/m 28 augustus 1 september

ontvangst eerste klassen introductieprogramma ouderavond

ma 19 t/m vr-23 oktober

herfstvakantie

24 november 6 november 26 november 3 december 14 t/m 18 december 18 december

mentorspreekavond 1HVG Bergrace rapport 1 Sinterklaas v.a. 12.00 uur Pantarijnweek kerstlunch leerlingen 11.05 uur, vanaf 12.00 uur vrij

ma 21 dec t/m vr 01 januari

kerstvakantie

14 ( en evt. 19) januari 29 januari 25 t/m 27 jan 28 en 29 januari 1 februari 18 februari

docentenspreekavond Open Huis herkansingen talentdagen 6,7 nieuw rooster mentorspreekavond 1MH

ma 22 t/m vr 26 februari

voorjaarsvakantie

10 maart 25 t/m 28 maart 11 april

rapport 2 Paasweekend talentdag 8

ma 25 april t/m vr 6 mei

meivakantie

10

mentorspreekavond op uitnodiging

mei

16 mei

Pinkstermaandag

17 t/m 21 juni 27 juni t/m 1 juli 7 juli 7 juli

repetitieweek herkansingen boeken inleveren rapport ophalen

8 juli

start zomervakantie (t/m vr 19 augustus)


22

VAKKEN Sectie:

Aardrijkskunde MH-1

Jaarprogramma

P1: H1 Canada: dichtbij en veraf H2 Landschapzones op aarde H3 Zuidoost-Azie: cultuur en ontwikkeling P2: H4 Je eigen omgeving in beeld H5 Klimaat en natuurlandschap op aarde P3: H6 Spanje: Land en bevolking

Differentiatie

In de toetsen zal er verschil gemaakt worden tussen Mavo en Havo.

Huiswerkaanpak

In de lessen en tijdens het kwt- uur krijgen leerlingen de tijd om alvast aan hun huiswerk te beginnen. Leerlingen moeten aan het einde van het hoofdstuk zelf het gemaakte werk nakijken via Itslearning.

Itslearning- internet

Het huiswerk staat altijd in de werkwijzer op Itslearning vermeld. De leerling weet precies wat er welke les af moet zijn. Opdrachten die leerlingen krijgen zullen ook op Itslearning gezet worden, net als de nakijkbladen.

Repetities

Elke repetitie wordt besproken in de les. SO telt 1x Werkboek telt 0,5x Toets telt 2x

Wat je altijd bij je Het volgende moeten de leerlingen altijd bij zich hebben: moet hebben Lesboek, werkboek en de basisboekstencils die de leerlingen van ons ontvangen. Overige opmerkingen Grote Bosatlas 54edruk voor thuis. Dit is noodzakelijk. Als de leerlingen het huiswerk niet af krijgen, moeten zij dit thuis kunnen maken.


23

Sectie:

Biologie

Jaarprogramma

P1: Wat is biologie Planten

MH-1

P2: Organen en cellen Ordening P3: Stevigheid en beweging Waarnemen Bloemen vruchten en zaden Schoolomgeving

Differentiatie

Door middel van toetsen.

Huiswerkaanpak

Huiswerkcontrole. Werkboekcontrole. Bij de methode horen cd-roms die thuis te gebruiken zijn. Hier staan antwoorden en oefentoetsen op


De weektaken zullen op Itslearning komen te staan en wekelijks worden aangepast. Mailverkeer docenten is mogelijk.

Repetities

Digitale toetsmogelijkheden zijn aanwezig en staan op de bij de methode behorende cd-rom. S.o. telt 1 keer mee. Hoofdstuktoets telt 3 keer mee. Practicumverslag telt 2 keer mee.

Wat je altijd bij je Agenda, pen, potloden, kleurpotloden (geen stiften), passer, geodriehoek, lijm, moet hebben plakband

Overige


24

Sectie:

Engels MH-1

Jaarprogramma

P1: Bridging The Gap (instaphoofdstuk groep 8 naar klas 1), Theme 1 (Family & Friends) + Theme 2 (School Life) P2: Theme 3 (Body Talk) + Theme 4 (Out and about) P3: Theme 5 (House and home) + Theme 6 (In the city) + grammatica van Theme 8 Iedere periode wordt er aandacht besteed aan vocabulaire, leesvaardigheid, schrijfvaardigheid, spreekvaardigheid en luistervaardigheid. De leerlingen lezen een aantal boekjes per jaar en maken zelfstandig een aantal opdrachten voor het mediadossier.

Differentiatie

De stof is hetzelfde voor M en H. Er is wel verschil in leerwerk en moeilijkheidsgraad van grammatica. H-leerlingen leren bijvoorbeeld meer woorden en onderdelen en meer uitzonderingen en combinaties van grammatica. SO’s woorden en zinnen worden op niveau (M of H) gegeven. Bij de SO’s vaardigheden wordet een cijfer op M en H gegeven d.m.v. een andere normering. Hoofdstuk-toetsen bestaan uit een aantal M-opdrachten en een aantal H-opdrachten. De leerlingen kunnen alle opdrachten doen, ongeacht niveau. Hierdoor is het mogelijk een M-leerling, die ernaar streeft H-niveau te doen, een accuraat H-cijfer te geven, en vice versa. Voor het mediadossier lezen H-leerlingen iedere periode één boekje extra.

Huiswerkaanpak

Leerlingen zijn zelf verantwoordelijk voor het maken en leren van huiswerk. De leesboekjes en de opdrachten voor het mediadossier worden thuis gedaan. De titels van de gelezen boekjes worden door de leerling op de leeskaart genoteerd. De opdrachten worden digitaal via Itslearning ingeleverd.

Itslearning-internet

Op Itslearning kunnen de studiewijzers worden gevonden. Hier wordt per week aangegeven wat er gemaakt en geleerd dient te worden. Ook huiswerk, SO’s, toetsen en data van inleveren worden hierin aangegeven. Leerlingen leveren de opdrachten voor hun mediadossier via de studiewijzer van Itslearning in. Hier vinden ze een ‘digitaal bakje’ waar ze op kunnen klikken. Via een bijlage kunnen de leerlingen dan hun opdrachten inleveren.

Repetities

SO’s woorden en zinnen tellen 1 keer mee. SO’s vaardigheden (lezen, luisteren, schrijven) tellen 2 keer mee. Hoofdstuk-toetsen (woorden, zinnen, grammatica, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid) tellen 3 keer mee. De opdrachten voor het mediadossier en de gelezen boekjes krijgen een OVG-beoordeling. De SO’s en toetsen worden besproken in de les. Hierbij worden veelgemaakte fouten besproken. Hierdoor kan de lesstof worden aangepast aan de behoeftes van de leerling(en). Er zijn drie periodes. Aan het einde van het jaar worden de eindcijfers van alle periodes gemiddeld. Dit wordt het eindcijfer. Iedere periode telt even zwaar mee.

Wat je altijd bij je moet hebben

Werkboek (krijg je van de docent) en tekstboek.

Overige opmerkingen Deeltoetsen en opdrachten voor het mediadossier kunnen niet worden herkanst. Verder is de algemene herkansingsregeling van Pantarijn van kracht.


25

Sectie:

Frans

MH-1

Jaarprogramma

We werken in klas 1MH bij Frans aan de hand van de methode Grandes Lignes, met daarnaast af en toe extra taken zoals een boekverslag, praktische opdrachten of het Taaldorp in de laatste periode. Periode 1: Chapitres 1 / 2 Periode 2: Chapitres 3 / (delen uit) 4 (je révise) Periode 3: Chapitres 5 / 6 / Taaldorp

Differentiatie

Mavo- en Havo-leerlingen krijgen dezelfde stof, alleen zijn in de toetsen en overhoringen sommige oefeningen anders. Ook worden sommige onderdelen voor de Mavo-leerlingen anders berekend dan voor de Havo-leerlingen.

Huiswerkaanpak

Huiswerk wordt zowel in de klas opgegeven als via de vaksite Frans op Itslearning. Het huiswerk wordt regelmatig, meestal wekelijks, gecontroleerd. Het nakijken van het gemaakte huiswerk doen we soms samen, soms zal dit zelfstandig worden gedaan. Er wordt gecontroleerd of dit goed gebeurt. Nakijken kan zowel in de klas als via Itslearning.


De studiewijzers komen op Itslearning te staan; hier kun je ook extra materiaal, extra uitleg of oefeningen vinden. Ook de nakijkbladen zullen hier beschikbaar worden gesteld. Natuurlijk kun je altijd een berichtje aan een docent sturen, maar alleen als het belangrijk genoeg is. Er zullen op de vaksite ook links naar belangrijke of handige sites komen te staan.

Repetities

Alle repetities tellen drie keer mee, de S.O.’s eenmaal. Af en toe kan een toets, lees- of luistertoets, twee maal worden meegeteld. Dit zal door de docent altijd van tevoren worden verteld. De repetities mag je niet mee naar huis nemen, maar ze worden wel in de klas besproken. Het eindcijfer is het gemiddelde van alle cijfers op jaarbasis.

Herkansingen

Zie herkansingsregeling.

Wat je altijd bij je Tekstboek en werkboek, een schrift voor eventuele aantekeningen of grotere oefeningen. moet hebben Overige opmerkingen Buiten het lesprogramma kun je af en toe nog andere opdrachten krijgen, een project, een boekverslag of iets dergelijks. De regels hiervoor worden door de docent uitgelegd.


26

Sectie:

Geschiedenis MH-1

Jaarprogramma

P1: H1 Jagers en boeren P2: H2 De Grieken H3 De Romeinen P3: H4 Monniken en ridders H5 Steden en staten

Differentiatie

In de lesstof en toetsen zal er verschil gemaakt worden tussen Mavo en Havo.

Huiswerkaanpak

In de lessen en tijdens het kwt- uur krijgen leerlingen de tijd om aan hun huiswerk te werken. Op de toetsdag moet het werkboek ingeleverd worden. Leerlingen moeten aan het einde van het hoofdstuk zelf het gemaakte werk nakijken aan de hand van nakijkbladen. Elke repetitie wordt besproken in de les.


Het huiswerk staat altijd in de werkwijzer op Itslearning vermeld. De leerling weet precies wat er welke les af moet zijn.

Repetities

SO telt 1x Werkboek telt 1x (periode 3) Toetsen telt 3x Werkstukken/projecten 2x

Wat je altijd bij je Het volgende moeten de leerlingen altijd bij zich hebben: moet hebben Lesboek en werkboek. Mapje met snelhechter voor werkboek (zelf aanschaffen), opdrachten en papier voor aantekeningen.

Overige opmerkingen -


27

Sectie:

Lichamelijke Opvoeding

MH-1

Jaarprogramma (globaal)

Periode 1 Spelen – voetbal (techniek), hockey, basketbal, badminton Turnen – bijv. koprol, handstand, ringzwaaien Atletiek – speerwerpen, verspringen Hindernisbaan, touwtje springen Periode 2 Spelen – volleybal, hockey Turnen – bijv. borstwaarts om, balanceren/acrogym, trampoline springen strek, hurk, spreid Atletiek – hoogspringen Intervaltraining, SRT test Periode 3 Spelen – softbal, voetbal (samenspelen) Turnen – bijv. trampoline springen salto, hurk wend, vouwhang, trapeze Atletiek – Coopertest Atletiek – kogelstoten, sprint, speerwerpen en 400 meter (afsluiting in repetitieweek) Conditiecircuit

Differentiatie

In de les indien nodig.

Huiswerk

Periode 1: Zelftoets voetbal, basketbal en badminton Periode 2: Zelftoets volleybal en turnen Periode 3: Zelftoets atletiek. Het theorieboek Startschot! Is beschikbaar in de bibliotheek van de school.

Itslearning - internet

LO Itslearning vaksite voor leerjaar 1

Repetities

Geen

Herkansingen

Herkansingen vinden plaats tijdens de les L.O.. De docent bekijkt per leerling of er een herkansing nodig is. Het is niet mogelijk om voor ieder onderdeel een herkansing te doen, dit vanwege de beschikbare tijd en de organisatie in de les.


Binnen: zaal schoenen, sportkleding en handdoek. Buiten: (kunst-)gras- of loop schoenen, sportkleding en handdoek.

Overige opmerkingen Naast de receptie hangt een bord waarop is te zien of de L.O. docent binnen of buiten les geeft. De leerling dient vlak voor de les zelf te controleren waar er les gegeven wordt. Becijfering: ieder rapport is een gemiddelde van de resultaten die tot dan toe zijn gehaald. De (sport-)prestaties van de leerling tellen voor de helft mee. De andere helft beslaat de werkhouding van de leerling (let goed op, kan goed samenwerken, helpt bij opbouwen en opruimen, toont initiatief, is zelfstandig, zet door etc.) .


28

Sectie:

Muziek

Jaarprogramma

P1: Motief en Herhaling

MH-1

P2: Variatie en contrast P3: Vorm en maatsoort

Differentiatie

Afhankelijk van musiceerniveau. E.v.t. In de toetsen.

Huiswerkaanpak

Opdrachten en musiceermateriaal in leerwerkboek. Speelstukjes en opdrachten thuis voorbereiden m.b.v. methodewebsite.


Werkwijzers en extra lesmateriaal staan op Itslearning. Zie Itslearning voor handige websites.

Repetities

Toets in periode 2 en 3. Praktische cijfers per periode.

Wat je altijd bij je Leerwerkboek, e.v.t. eigen instrument bij musiceerlessen. moet hebben Zie Itslearning.


29

Sectie:

Nederlands

MH-1

Jaarprogramma

P1: hoofdstuk 1 + 2 P2: hoofdstuk 3 + 4 (en herhalen H1+2) P3: hoofdstuk 5 + 6 (en herhalen H3+4) -Eindtoets Bepaalde vakonderdelen worden extra en/of apart getoetst. Voor fictie behandelen we minimaal drie werken.

Differentiatie

Er is oog voor de individuele leerling en de individuele prestaties. Daar waar nodig kan extra hulp worden geboden in de les of in KWT. Ook kwaliteiten verdienen de aandacht. Toetsen worden genivelleerd (mavo of havo) aangeboden en beoordeeld.

Huiswerkaanpak

Er wordt gebruik gemaakt van een werkwijzer per periode met een wekelijkse instructie. Er kan deels in de les gewerkt worden aan het huiswerk, werk dat niet af is moet thuis worden afgerond. Docenten kunnen huiswerk controleren.


Studiewijzers op itslearning. Handige links op Itslearning.

Repetities

Toetsen en s.o.’s worden nabesproken in de les. Alle perioden tellen even zwaar mee. Het eindcijfer bestaat dus uit het gemiddelde van de drie perioden.

Wat je altijd bij je Nieuw Nederlands (leer- en oefenboek), schrift of map, leesboek, pennen (minimaal twee moet hebben kleuren) en spellingskaart. Overige opmerkingen -


30

Sectie:

Science MH-1

Jaarprogramma

P1: Inleiding tot de natuurkundige vakken (reader) Natuur en scheikunde Werken met stoffen P2: Water en lucht Warmte Elektriciteit P3: Drinkwater Licht Geluid

Differentiatie

Door middel van toetsen.

Huiswerkaanpak

Huiswerkcontrole. Werkboekcontrole. Bij de methode horen cd-roms die thuis te gebruiken zijn. Hier staan antwoorden en oefentoetsen op.


De weektaken zullen op Itslearning komen te staan en wekelijks worden aangepast. Mailverkeer docenten is mogelijk. Digitale toetsmogelijkheden zijn aanwezig en staan op de bij de methode behorende cd-rom.

Repetities

S.o. telt 1 keer mee hoofdstuktoets telt 3 keer mee practicumverslag telt 2 keer mee

Wat je altijd bij je Agenda, pen, potloden, kleurpotloden (geen stiften), passer, geodriehoek, lijm, plakband moet hebben

Overige


31

Sectie:

Techniek MH-1

Jaarprogramma

In 3 perioden worden de 4 hoofdstukken van het boek behandeld. H1: Wat is techniek? H2: Materialen en bewerkingen H3: Krachten en hefbomen H4: Overbrengingen

Differentiatie

Leerlingen worden zoveel mogelijk op hun eigen niveau uitgedaagd en beoordeeld.

Huiswerkaanpak

Het huiswerk wordt zoveel mogelijk thuis gemaakt. Op school maken de leerlingen verwerkingsopdrachten.


Op Itslearning vinden leerlingen werkwijzers, opdrachten, antwoordenbladen, enz.

Repetities

De leerlingen krijgen cijfers voor repetities en werkstukken en soms ook voor het werkboek en verslagen. Afhankelijk van omvang en moeilijkheidsgraad kan het cijfer tot 2 keer meetellen voor het rapport. Na de beoordeling worden de repetities klassikaal besproken. De repetities mogen niet mee naar huis worden genomen. Inzage door ouders kan alleen op school plaatsvinden.


Boeken en een goed gevulde etui.

Overige

De werkwijzers zijn bedoeld als leidraad. Het is echter geenszins een keurslijf. Er zijn vele redenen waardoor er mogelijk wordt afgeweken van de planning, bijvoorbeeld, het inspelen op actualiteit, lesuitval, veranderingen in het jaarrooster, de noodzaak om extra tijd te besteden aan theorie e.d.


32

Sectie:

Verzorging

Jaarprogramma

Verzorging werkt met een roulerend practicum. De thema’s zijn: Thema Thema Thema Thema Thema Thema Thema Thema

1 2 3 4 5 6 7 8

MH-1

Verzorging Hygiëne Veiligheid Voeding Gezondheid Consument Relaties Genotmiddelen.

Differentiatie

De toetsen zijn gedifferentieerd

Huiswerkaanpak

Voor verzorging wordt geen werkboek gebruikt. De leerlingen maken de opdrachten in hun map. De huiswerkopdrachten worden iedere les gecontroleerd. Wanneer een thema niet getoetst wordt, krijgen de leerlingen een cijfer voor alle gemaakte opdrachten die zij inleveren in een snelhechter.


Op de vaksite verzorging staan de studiewijzer en toelichting en bij de opdrachten.

Repetities

Toetsen worden niet klassikaal besproken, maar leerlingen kunnen wel inzage krijgen in hun toetsen. Herkansingen volgens de herkansingsregeling.


Agenda Leerboek Map met schrijfblaadjes Alle opdrachten behorend bij het thema dat behandeld wordt Schrijfbenodigdheden.


33

Sectie:

Wiskunde

MH-1

Jaarprogramma

P1: MW1 H1 Ruimtefiguren, MW H2 Verhoudingen, MW H3 Grafieken, MW H 4 P2: MW H 4 Getallen, H5 Lijnen en hoeken, MW H6 Pijlenkettingen, P3: Mavo-leerlingen: MW H7 Lengte omtrek en oppervlakte, MW H8 Negatieve getallen. MW H9 Formules, MW H10 Inhoud, MW H11 Vlakke figuren (onder voorbehoud), MW H12 Vergelijkingen (onder voorbehoud) P3: Havo-leerlingen: WM2 H6 Roosterdam, WM H7 Breuken, WM H8 Hoeken, WM H9 getallen. Indien er tijd is, zal er in de periode ook een project gedaan worden al dan niet voor een cijfer. Vanwege dat er in de klas verschillende boeken worden gebruikt kan de volgorde van hoofdstukken afwijken van de periodes.

Differentiatie

De Mavo-leerlingen krijgen een Mavo-toets en de Havo-leerlingen een Havo-toets. Over elk hoofdstuk wordt er een toets gegeven. In periode 1 en 2 krijgt elke leerling over MW H3 en MW H6 zowel een M- als een H-toets, indien niet aan H6 wordt toegekomen dan wordt MW H4 hiervoor genomen. Differentiëren van de leerlingen naar niveau. In periode 3 stappen de H-leerlingen over naar het boek: Wageningse Methode.

Huiswerkaanpak

Moderne Wiskunde: het MW werkboek wordt uitgeknipt en geplakt in een A4 ruitjes schrift. In het werkboek van MW staan voorbeelden van toetsen die leerlingen tijdens de les voor de toets gaan maken. Wageningse Methode: bij het WM boek worden knipbladen uitgedeeld en geplakt in een A4 ruitjes schrift. Voor de WM zijn er zelftoetsen die tijdens de les worden uitgedeeld. Antwoorden krijgen ze dan mee.


Studiewijzers staan op Itslearning. Minimaal 1 hoofdstuk vooruit.

Repetities

Inzage tijdens teruggave van de toetsen, wordt klassikaal besproken. Alle toetsen tellen 2x. Eventuele projecten met cijfer tellen 1x

Wat je altijd bij je Rekenmachine, geodriehoek, passer, gevulde etui (schaar, lijm, enz.), tekstboek, moet hebben werkboek + A4 ruitjesschrift Overige

1) Moderne Wiskunde (MW) 2) Wageningse Methode (WM).


34

Aantekeningen:


35

Regionale Scholengemeenschap 'PANTARIJN' LOCATIE MHV WAGENINGEN

Recommend Documents