Dyslexieprotocol Locatie MHV RSG Pantarijn Januari 2012
Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 1
Inhoud
1. Inleiding 2. Uitgangspunten dyslexiebeleid MHV Pantarijn 3. Screenen en testen op dyslexie 4. Dyslexieverklaring 5. Dyslexiepas 6. Faciliteiten bij dyslexie in de onderboouw 7. Faciliteiten bij dyslexie in de bovenbouw van HAVO VWO 8. Faciliteiten bij dyslexie in de bovenbouw van MAVO 9. Faciliteiten bij dyslexie op het examen 10. Vrijstellingen 11. Bijlagen
Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
blz.
3 3 5 6 6 7 8 9 10 11 13
Pagina 2
1. Inleiding In dit dyslexieprotocol wordt het beleid rond dyslexie op de locatie MHV van Pantarijn uiteengezet. De afspraken rond testen en begeleiden en de faciliteiten voor leerlingen worden op een rijtje gezet, evenals de verplichtingen voor zowel leerlingen als docenten. Het protocol heeft als doel duidelijkheid te verschaffen aan alle betrokkenen: leerlingen, docenten, ouders en leerlingbegeleiders. Het protocol wordt vastgesteld door de locatieleiding en zal in ieder geval iedere 3 jaar, maar vaker als dat nodig is, worden geactualiseerd.
2. Uitgangspunten dyslexiebeleid Pantarijn MHV Pantarijn heeft als missie: ontdek(t) je talent. Toegepast op dyslexiebeleid betekent dit twee zaken: Leerlingen worden gestimuleerd hun talenten te ontdekken, het beste uit zichzelf te halen, zo goed mogelijk te presteren. Dat betekent dat er een verantwoordelijkheid bij de leerling is om zich in te spannen ook op het moment dat er sprake is van beperkingen. De school begeleidt en ondersteunt de leerling bij het ontdekken van hun talenten en helpt als beperkingen verhinderen dat leerlingen zich maximaal ontwikkelen. Onder dyslexie wordt verstaan: ‘Een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau.’ Dyslexie is een beperking waar leerlingen die dyslectisch zijn hun hele schoolloopbaan en ook daarna last van hebben. Dyslexie gaat niet ‘over’ en wordt niet minder. Wel kunnen leerlingen leren beter met hun beperking om te gaan. Daarbij kan de school een ondersteunende rol spelen, maar het betekent ook altijd extra tijd, werk en ondersteuning voor de leerling, de ouders en soms ook begeleiders buiten school. Leerlingen en ouders moeten hiervan doordrongen zijn. De school kan met faciliteiten en voorzieningen de leerling ondersteunen. Omgaan met dyslexie kost de leerling immers extra tijd en energie. Docenten moeten zich realiseren wat dyslexie betekent voor de leerlingen en op wat voor manier zij de leerling kunnen ondersteunen. In bijlage 1 is daarvan een overzicht opgenomen. Bij de begeleiding moet altijd in het oog gehouden worden dat de leerling geholpen moet worden ‘om het zelf te doen’, het heeft geen zin de leerling te helpen door zaken van hem of haar over te nemen. Bovendien moet de ondersteuning uitvoerbaar zijn op school. In bijlage 2 is een aantal suggesties en tips voor leerlingen opgenomen . In de begeleiding van de leerlingen op Pantarijn MHV zit een ontwikkeling. In de brugklas en de onderbouw staat het ondersteunen en leren omgaan met dyslexie centraal. Dat moet ertoe leiden dat leerlingen in de bovenbouw zelfstandig (maar dat is iets anders dan alleen) gebruik kunnen maken van de geboden faciliteiten. De mate waarin en de manier waarop dyslectische leerlingen last hebben van hun beperking verschilt van leerling tot leerling. De faciliteiten waarvan de leerlingen gebruikt kunnen en mogen maken zijn dus niet voor iedereen gelijk. Uitgangspunt daarbij is dat de dyslectische leerlingen zoveel mogelijk op de normale manier aan lessen en toetsen deelnemen. Per leerling wordt vastgelegd, in dyslexiepas onderbouw of PTA bovenbouw, bij welke vakken welke faciliteiten gebruikt worden. Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 3
Niet alleen bij Nederlands heeft een dyslectische leerling last van zijn of haar handicap. Bij alle vakken speelt taal (lezen, begrijpen, schrijven of spreken) een meer of minder belangrijke rol. Bij alle vakken speelt de dyslexie van de leerling dus een (zij het wisselende) rol. Dyslexiebeleid gaat dus niet alleen over Nederlands of over de talen maar over alle vakken. Het is belangrijk dat op school bij alle vakken dezelfde uitgangspunten en afspraken gehanteerd worden, die zijn bij talen wat specifieker en uitgebreider dan bij andere vakken.
Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 4
3. Screenen en testen op dyslexie en taalproblemen Alle leerlingen doen in leerjaar 1 een spellingstest en een test begrijpend lezen. Het doel hiervan is niet vast te stellen of een leerling dyslectisch is of niet, maar om te beoordelen of er sprake is van achterstanden. Mochten er uit deze bovengenoemde testen aanwijzingen naar voren komen dat een leerling wellicht dyslectisch is, dan worden de leerling en de ouders daarvan op de hoogte gesteld en kan verwezen worden naar instanties buiten school voor verder onderzoek. Op school zelf vindt geen dyslexieonderzoek plaats. De ervaring van de laatste jaren is dat als er sprake is van dyslexie dat meestal al op de basisschool gediagnosticeerd wordt. Die leerlingen komen dan met een dyslexieverklaring op school en krijgen dan een dyslexiepas uitgereikt. Toch komt het met enige regelmaat voor dat pas in de bovenbouw van het VWO dyslexie wordt geconstateerd. Het gaat dan om goede leerlingen die hun beperking zo goed hebben compenseren dat die niet eerder opgemerkt is. In de bovenbouw van het VWO lukt het compenseren dan niet meer en zijn ondersteunende faciliteiten nodig. Het is belangrijk aandacht voor deze groep te blijven houden. Spelling In alle leerjaren wordt er in de lessen Nederlands jaarlijks een spellingsdictee afgenomen. Aan de hand van deze toets wordt in de les extra aandacht aan spelling besteed of worden leerlingen verwezen naar spellingsondersteuning bij KWT en vakondersteuning. Het spellingsdictee wordt door de docent Nederlands met de leerlingen (klassikaal) besproken. De mentor wordt geïnformeerd over de resultaten. In de eerste klassen HV en G wordt een spellingsdictee en snelleestoets door de docent Nederlands afgenomen en nagekeken. Als leerlingen daarop slecht scoren worden ze ingedeeld voor KWT‐uren spelling (verzorgd door docenten Nederlands) of voor extra lessen verzorgd door RT docenten. De ouders en de mentor worden geïnformeerd over de resultaten en over de uitnodiging voor de extra lessen. Begrijpend lezen en woordenschat De toets begrijpend lezen en woordenschat wordt door de RT‐coördinatoren in het eerste half jaar van het eerste leerjaar afgenomen bij HV en G leerlingen. Leerlingen die laag scoren worden uitgenodigd voor een ondersteuningsprogramma van ongeveer 6 extra lessen. Deze lessen vinden niet onder reguliere lessen plaats. De lessen worden verzorgd door de RT coördinatoren. De ouders worden geïnformeerd over de uitslag van de toets begrijpend lezen en de uitnodiging aan de leerlingen voor de extra lessen. Ook de mentor krijgt deze informatie MH leerlingen en LWOO indicatie De MH leerlingen nemen allemaal deel aan de drempeltoets voordat ze toegelaten worden, in die drempeltoets komen spelling, technisch lezen en begrijpend lezen aan bod. Het doel van de drempeltoets is de achterhalen of leerlingen in aanmerking komen voor Leer Weg Ondersteunend Onderwijs. Als MH‐ leerlingen een LWOO‐ indicatie krijgen op (onder meer) achterstanden bij taal op het gebied van lezen of spelling, worden ze ingedeeld in verplichte KWT ‐ ondersteuning. Dit gebeurt door de LWOO‐ coördinator. Voor LWOO leerlingen wordt een individueel handelingsplan opgesteld. Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 5
4. Dyslexieverklaring Een dyslexieverklaring moet aan de volgende voorwaarden voldoen wil hij geldig zijn:
Afgegeven door externe orthopedagoog Omschrijven op welke manier dyslexie is vastgesteld Adviezen voor ondersteuning zijn opgenomen Tijdstip waarop dyslexie is vastgesteld
Als een leerling bij binnenkomst een dyslexieverklaring heeft, wordt dit door de administratie opgenomen in het LVS van Magister (bij ‘kenmerken leerling’), de dyslexieverklaring wordt bewaard in het leerling dossier (groene map). We streven ernaar ook een pdf‐kopie van de verklaring in het LVS van Magister op te nemen. De LVS‐ werkgroep van Magister zal gevraagd worden dit uit te werken. Als bij een leerling tijdens de schoolloopbaan op Pantarijn dyslexie wordt vastgesteld melden de ouders dit bij de betreffende teamleider. Die draagt zorg voor het opnemen van de verklaring in Magister. Vaak, maar niet altijd, gaat een dyslexieverklaring vergezeld van een dyslexierapport. In dit rapport worden aanbevelingen voor ondersteuning en faciliteiten gedaan. Het rapport wordt ook bewaard in de leerlingen dossier.
5. Dyslexiepas onderbouw Leerlingen in de onderbouw van MHV met een dyslexieverklaring krijgen een dyslexiepas uitgereikt. Dit is een persoonlijk document, hierop staan de faciliteiten waarop een specifieke leerling een beroep kan doen opgenomen. Voor docenten is dan ook duidelijk dat deze leerling recht heeft op de genoemde faciliteiten. De dyslexiepas wordt afgegeven en ondertekend door de locatiedirecteur, op voorstel van de RT coördinatoren. Zij geven aan, eventueel in overleg met de orthopedagoog, op welke faciliteiten de leerling recht heeft. De pas wordt aan de leerlingen uitgereikt door de RT‐ coördinatoren. Zij informeren dan de leerlingen over de rechten en de plichten. Als een dyslexiepas is uitgereikt worden de ouders daarvan per (standaard) brief op de hoogte gesteld. Tevens wordt dit opgenomen in het LVS van Magister. Daarin wordt ook opgenomen als er afspraken zijn gemaakt over speciale faciliteiten. De dyslexiepas wordt steeds als het protocol wordt geactualiseerd ook bijgesteld. De dyslexiepas is opgenomen in bijlage 6.
Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 6
6. Faciliteiten in de onderbouw Leerlingen kunnen een beroep doen op de volgende faciliteiten. In de dyslexiepas is opgenomen welke faciliteiten voor een leerling van toepassing zijn. a. Toetstijdverlenging: leerlingen hebben recht op 20% meer tijd voor een toets of op een kleinere toets in vergelijking met ander leerlingen. De toetsen duren als regel 50 minuten, in lessen van 70 minuten kunnen de docenten dit zelf regelen. b. Andere vormen van toetsen: het gaat dan vooral om toetsvormen (bijvoorbeeld mondelinge toetsen) die de reguliere schriftelijke toetsen vervangen. Dit is alleen mogelijk indien leerlingen niet in staat zijn bij schriftelijke toetsen (met hulpmiddelen) overeenkomstig hun niveau te presteren. c. Taalfouten en dyslectische fouten. Taal en spelfouten worden bij de talen direct beoordeeld en hebben invloed op het cijfer. Voor dyslectische leerlingen wordt een bovengrens ingesteld aan het aantal spelfouten dat meegeteld mag worden. Ook wordt vastgelegd welke fouten wel en welke fouten niet worden geteld. In overleg met de talensecties is hiervoor een regeling opgesteld (zie bijlage 3), die geldt voor de hele locatie MHV. Bij ander vakken dan talen telt spelling soms indirect mee (bijvoorbeeld in een waardering voor ‘verzorging’ bij een werkstuk of verslag). Bij leerlingen met een dyslexiepas wordt ook bij deze vakken rekening gehouden met hun beperking. d. Gebruik laptop met spellingscorrectie. Indien van toepassing mag een leerling een eigen laptop gebruiken. De leerling is er bij toetsen voor verantwoordelijk dat het werk op een goede manier digitaal (bijvoorbeeld via USB stick) wordt ingeleverd. Tevens is het de verantwoordelijkheid van de leerling dat er alleen die programma’s die toegestaan zijn op de laptop staan. Een docent kan dit (laten) controleren. e. De school heeft een licentie voor het programma Claroread dat leerlingen kan ondersteunen bij het lezen van teksten. Ouders kunnen hierdoor goedkoper een versie van dit programma kopen. Leerlingen moeten voor dit programma in principe gebruik maken van een eigen laptop. Afgelopen jaar is op bescheiden schaal ervaring met dit programma opgedaan. Dit jaar zullen we gebruiken om op basis van die ervaringen een Protocol Claroread op te stellen waarin is opgenomen welke leerlingen gebruik kunnen maken van Claroread, wat dat betekent aan rechten en plichten voor de leerling, welke verantwoordelijkheden bij de docenten liggen en op welke manier docenten en leerlingen (technisch) ondersteund kunnen worden. Dit protocol is opgenomen in bijlage 4.. f. In KWT worden ondersteuningsuren voor leerlingen met een dyslexiepas opgenomen. Het gaat om RT voor Frans, Duits en Engels. Alleen leerlingen met een dyslexiepas kunnen deze uren volgen. Docenten of de mentor kunnen de leerlingen ook naar deze uren verwijzen. Deze uren zijn vooral bedoeld voor 2e en 3e klas leerlingen. g. Cursus Dyslexie de Baas. In het schooljaar 2009‐2010 is een pilot uitgevoerd van de cursus Dyslexie de Baas, daaraan hebben 6 leerlingen deelgenomen van 2e en 3e klassen. Deze cursus is bedoeld voor leerlingen die als gevolg van dyslexie problemen met bijvoorbeeld zelfvertrouwen ondervinden. Op grond van de ervaringen van vorig jaar is de cursus bijgesteld en zal hij dit jaar weer aangeboden worden. Daarna zullen we evalueren of er voldoende animo is om de cursus jaarlijks aan te bieden en ook onderzoeken of de leerlingen voldoende positief effect van de cursus ondervinden.
Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 7
7. Faciliteiten in de bovenbouw HAVO en VWO In de bovenbouw zijn alle toetsen centraal en maken sommige toetsen deel uit van het schoolexamen. Dat maakt het nodig bij het begin van de bovenbouw in klas 4 de faciliteiten opnieuw vast te stellen en wel door de examencommissie. Het kan gaan om algemene faciliteiten, die voor alle vakken gelden, of specifieke faciliteiten per vak. Het beleid van de school is erop gericht dat faciliteiten die in de onderbouw gegeven zijn ook doorlopen in de bovenbouw. Maar omdat leerlingen in de bovenbouw vakken kunnen laten vallen, nieuwe vakken kunnen opnemen en er verschillen kunnen zijn in inhoud en vaardigheden bij verschillende vakken is het nodig de faciliteiten opnieuw vast te stellen. Leerlingen met een dyslexiepas kunnen al aan het eind van de onderbouw in klas 3 laten weten dat ze voor faciliteiten in aanmerking komen. De richtlijnen voor de examencommissie zijn: 1. Voor kandidaten met een andere moedertaal en voor kandidaten met een beperking (zoals dyslexie) zijn er op beperkte schaal aanpassingen bij toetsen en centrale examens mogelijk. 2. De examencommissie stelt de aanpassingen vast. Zij doet dit uitsluitend op grond van een extern psychologisch, orthopedagogisch of medisch rapport (dyslexie verklaring). 3. De aanvraag dient plaats te vinden aan het begin van de vierde klas, ook indien er in de onderbouw al extra faciliteiten waren. Als de handicap in de loop van de bovenbouw geconstateerd wordt, kan bij de examencommissie een aanvraag ingediend worden, zodra aanpassingen gewenst zijn. 4. Een dyslexieverklaring geeft de leerling recht op 20% minuten extra toetstijd en daarnaast de mogelijkheid de toets in een vergroot lettertype te ontvangen. 5. Mogelijke faciliteiten zijn: andere vorm van toetsing, toetsen op laptop maken, gebruik maken van ondersteunende ICT (tekstverwerkingsprogramma, reading‐pen, Claroread).
Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 8
8. Faciliteiten in de bovenbouw van de MAVO In de bovenbouw van de MAVO zijn er geen of weinig centrale toetsen, maar maken de toetsen wel deel uit van het schoolexamen. Dat maakt het nodig bij het begin van de bovenbouw in klas 3 de faciliteiten opnieuw vast te stellen en wel door de examencommissie. Het kan gaan om algemene faciliteiten, die voor alle vakken gelden, of specifieke faciliteiten per vak. Het beleid van de school is erop gericht dat faciliteiten die in de onderbouw gegeven zijn ook doorlopen in de bovenbouw. Maar omdat leerlingen in de bovenbouw vakken kunnen laten vallen, nieuwe vakken kunnen opnemen en er verschillen kunnen zijn in inhoud en vaardigheden bij verschillende vakken is het nodig de faciliteiten opnieuw vast te stellen. Leerlingen met een dyslexiepas kunnen al aan het eind van de onderbouw in klas 2 laten weten dat ze voor faciliteiten in aanmerking komen. De richtlijnen voor de examencommissie zijn: 1. Voor kandidaten met een andere moedertaal en voor kandidaten met een beperking (zoals dyslexie) zijn er op beperkte schaal aanpassingen bij toetsen en centrale examens mogelijk. 2. De examencommissie stelt de aanpassingen vast. Zij doet dit uitsluitend op grond van een extern psychologisch, orthopedagogisch of medisch rapport (dyslexie verklaring). 3. De aanvraag dient plaats te vinden aan het begin van de derde klas, ook indien er in de onderbouw al extra faciliteiten waren. Als de handicap in de loop van de bovenbouw geconstateerd wordt, kan bij de examencommissie een aanvraag ingediend worden, zodra aanpassingen gewenst zijn. 4. Een dyslexieverklaring geeft de leerling recht op 20% minuten extra toetstijd en daarnaast de mogelijkheid de toets in een vergroot lettertype te ontvangen. 5. Mogelijke faciliteiten zijn: andere vorm van toetsing, toetsen op laptop maken, gebruik maken van ondersteunende ICT (tekstverwerkingsprogramma, reading‐pen, Claroread).
Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 9
9. Faciliteiten bij het centraal examen De extra faciliteiten voor dyslectische leerlingen tijdens de centrale examens: -
-
de examencommissie bepaalt op welke afwijkende wijze het examen afgelegd mag worden bij de vakken waarvoor dat door de directeur nodig wordt gevonden. Voor afwijkingen in de wijze van examineren is een deskundigenverklaring nodig. de duur van de toetstijd kan met ten hoogste dertig minuten worden verlengd. Andere aanpassingen kunnen alleen worden toegestaan voor zover daarvoor door een deskundige (psycholoog of orthopedagoog) een voorstel is gedaan, of als de aanpassing aansluit bij de begeleidingsadviezen van diezelfde deskundige. Zo een aanpassing is bijvoorbeeld het gebruik van een computer/ laptop met spellingscontrole of met een tekstverklanking of een reading‐pen. Ook een vergroting is mogelijk als het lettertype van het examen (punt 11) niet toereikend is.
Het op grotere schaal inzetten van deze faciliteiten bij toetsen en examens is niet te realiseren met de huidige middelen in menskracht en apparatuur. Dit schooljaar zal onderzocht worden welke ondersteuning er nodig is om de leerlingen die dat nodig hebben op een goede manier met ondersteunende apparatuur toetsen en examens te laten maken en er wordt onderzocht hoe die ondersteuning gerealiseerd kan worden. Een voorstel daartoe is opgenomen in bijlage 5.
Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 10
10.Vrijstellingen en ontheffingen Er is een verschil tussen vrijstelling en ontheffing van een vak. Bij een vrijstelling van een vak hoeft daarvoor in de plaats geen ander vak gekozen te worden, bij een ontheffing voor een vak moet daarvoor in de plaats wel een ander vak gekozen worden. In de onderbouw HV mag geen vrijstelling worden gegeven voor een taal op grond van dyslexie. Wel kan de afspraak gemaakt worden dat de leerling een aangepast programma volgt. Zo’n afspraak wordt voorgelegd aan de onderbouw staf en bekrachtigd door de locatiedirecteur. Bij overgang naar de bovenbouw draagt de betrokken teamleider zorg voor de overdracht van de informatie. In de onderbouw van het VMBO mag wel vrijstelling gegeven worden voor Frans of Duits op grond van dyslexie. In de bovenbouw van het VMBO is vrijstelling voor Frans of Duits niet aan de orde omdat deze vakken geen verplichte vakken in één van de sectoren zijn. Hetzelfde geldt voor de bovenbouw van de HAVO. Ontheffing voor de tweede moderne vreemde taal voor dyslectische leerlingen kan in de bovenbouw van het Atheneum door de examencommissie worden verleend op een van de volgende gronden: ‐ de leerling heeft een stoornis die specifiek betrekking heeft op taal of een zintuiglijke stoornis die betrekking heeft op taal en die het naar verwachting succesvol afronden van de opleiding verhindert. ‐ de leerling volgt onderwijs in het profiel Natuur en Techniek of Natuur en Gezondheid en het onderwijs in de taal verhindert naar verwachting een succesvolle afronding van de opleiding. Deze Atheneumleerlingen volgen in plaats van een tweede moderne vreemde taal een ander vak met ten minste een studielast van 440 uur. In welke bijzondere situatie verleent Pantarijn een ontheffing? Voordat er ontheffing verleend wordt, moet vastgesteld zijn, dat het leveren van individueel maatwerk niet mogelijk is. Tevens moet de school ervan overtuigd zijn, dat de leerling aantoonbaar wordt belemmerd door het vak waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd. De betreffende leerling moet over voldoende capaciteiten beschikken om het eindniveau van de betreffende afdeling binnen de gestelde tijd te halen. Om aantoonbare belemmering en voldoende capaciteiten te kunnen vaststellen vraagt de examencommissie advies aan: - de docenten van de vakken Frans en Duits over de mate van inzet, huiswerk en capaciteiten op basis van de afgelopen drie jaar. Twee docenten per vak (1 onderbouwdocent en 1 bovenbouwdocent) geven aan of een 6 voor hun vak op het diploma naar verwachting haalbaar is bij voldoende inspanning. - de mentor en de teamleider over de geschiedenis van de leerling: inzet, doorzettingsvermogen en andere relevante informatie. - de overige lesgevende docenten over het totale niveau van de leerling en de verwachting voor het behalen van een diploma in de betreffende afdeling. Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 11
De teamleider onderbouw draagt er zorg voor dat deze adviezen tijdig bekend zijn, zodat de examencommissie (ruim voor de laatste toetsweek) een besluit kan nemen over het verzoek tot ontheffing. Procedure voor het verlenen van ontheffing op grond van dyslexie 1. de leerling moet beschikken over een officiële dyslexieverklaring. 2. het verzoek tot ontheffing wordt officieel door de ouders bij de teamleider onderbouw ingediend. 3. de school moet er van overtuigd zijn dat de leerling aantoonbaar wordt belemmerd door het vak waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd. 4. de leerling moet over voldoende capaciteiten beschikken om het eindniveau van de betreffende afdeling binnen de gestelde tijd te halen. 5. De teamleider onderbouw van de betrokken leerling organiseert na de toetsweek in april een speciale docentenvergadering waarop een advies aan de examencommissie wordt uitgebracht. 6. Uiteindelijk beslist de examencommissie met in acht neming van de adviezen, bevordering‐ en profieleisen. 7. Indien ontheffing verleend wordt kiest de leerling een vervangend examenvak. De school geeft aan uit welke vakken daarvoor gekozen kan worden. Locatieleiding MHV 12 mei 2011. Aangepast 25 januari 2012.
Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 12
11. Bijlagen Bijlage 1: WAT IEDERE DOCENT OVER DYSLEXIE ZOU MOETEN WETEN
Fundamenteel is de acceptatie van het probleem; het is niet tijdelijk, maar blijvend. Leerlingen met hardnekkige lees‐ en schrijfproblemen worden nooit leerlingen zonder lees‐ en schrijfproblemen, ongeacht de maatregelen die genomen worden. Deze leerlingen zijn niet ongeconcentreerd of niet ongemotiveerd, maar zijn veelal in de loop van de jaren gedemotiveerd geraakt. Deze leerlingen hebben vaak meer tijd nodig om informatie te verwerken, maar zijn niet dom. Deze leerlingen leren moeilijk informatie zonder samenhang uit hun hoofd. Er bestaat niet een type dyslectische leerling. Dyslexie is geen modeverschijnsel. Dyslectische leerlingen reageren vaak langzamer dan leeftijdgenoten op klassikaal gestelde vragen. Deze leerlingen hebben soms moeite met het onder woorden brengen van wat ze precies bedoelen: woordvindings problemen; accepteer eenvoudig taalgebruik. Dyslectische leerlingen maken ook wel eens hun huiswerk niet. Deze leerlingen kunnen moeite hebben met het overschrijven van aantekeningen van het bord of het maken van goede dictaten.
TIPS VOOR DOCENTEN Controleer het gemaakte huiswerk, vooral moderne vreemde talen. Leg het accent op wat dyslectische leerlingen wel kunnen. Belangrijk is dat er tijdens de les gebruikgemaakt wordt van de verschillende zintuigen: horen, zien en doen. Gelijktijdig gebruik van de verschillende zintuigen is vanuit de wereld van de remedial teaching al lang het devies. Wijs de leerlingen op de mogelijkheid om gebruik te maken van ingesproken boeken en andere hulpmiddelen specifiek voor het betreffende vak. Gebruik concrete bewoordingen bij voorkeur met praktische voorbeelden. Zeg of schrijf nooit: ‘Je hebt zeker niet geleerd’, maar vraag aan de leerling hoe hij het heeft gedaan. Bespreek welke spellingfouten worden meegeteld in de beoordeling; maak een verschil tussen inzichtfouten en andere fouten. Kortom, wat aan algemene maatregelen (duidelijkheid, structuur in de opbouw van de les) voor dyslectische leerlingen belangrijk is, komt ook aan niet‐dyslectische leerlingen ten goede. Als deze leerlingen geen steun ondervinden, lopen ze het risico de school voortijdig zonder diploma te verlaten of een lager type onderwijs te volgen. Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 13
Bijlage 2: HANDREIKING VOOR DYSLECTISCHE LEERLINGEN
Zelfstandigheid 1. Werk zelf aan je dyslexie Met dyslexie heb je meer tijd voor je huiswerk nodig dan je klasgenoten. Richt je zoveel mogelijk op het leggen van verbanden, concentreer je niet op de feitjes, maar probeer de grote lijn van de tekst te begrijpen. Dyslexie is geen excuus om minder te doen, zoek wat voor jou de beste manier van leren is. Vraag als het nodig is om hulp. Effectief studeren 2. Neem voor het studeren de tijd Probeer uit hoe je het beste kunt leren. 3. Studeer en werk op een zo rustig mogelijke plek Ga in de klas vooraan zitten. Leer thuis niet met muziek. Studeer in de stilste kamer. Doe desnoods oordoppen in. 4. Neem lessen op verschillende manieren op Lees, spreek uit, schrijf op en stel je iets voor, bijvoorbeeld bij het leren van nieuwe woorden. Lees, spreek uit en luister naar jezelf. Schrijf het woord op en fantaseer over de betekenis. 5. Vat lessen samen en leer je eigen samenvatting In teksten staan veel onnodige woorden. Maak een schema of samenvatting met kernwoorden. Met die eigen samenvatting ken je de les al bijna. Vertel daarna bij elk geschreven kernwoord wat je weet. Van de samenvatting van een ander leer je weinig. Niet‐talige vakken 6. Raak niet in paniek als je iets net snel begrijpt Je bent goed in vakken met weinig taal, maar een instructie met veel informatie gaat soms te snel. Geen paniek: kijk er nog eens naar, lees opnieuw. Vraag om herhaling. Laat het bezinken. Na een paar dagen begrijp je het vanzelf. 7. Oefen extra Sommige dingen, zoals sommen, worden door oefening geleerd. Dyslectici krijgen wat langzaam de nodige routine. Maak bijvoorbeeld wat meer oefensommen dan de anderen. Later kun je de sommen beter gebruiken dan veel anderen. Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 14
8. Probeer vooruit te werken Vraag om een lijst met te verwachten moeilijke woorden. Leer proefwerken en toetsen zo lang mogelijk van tevoren. Herhaal ze nog een keer tussendoor. Vraag om het huiswerk ruim van tevoren op te geven. Lezen 9. Lees zo veel mogelijk Mensen lezen steeds gemakkelijker als zij ouder worden. Dat geldt ook voor jou. Ga het weer eens echt proberen. Lees iedere dag voor jezelf serieus een half uur hardop. Over één jaar kun je dan veel beter lezen en schrijven. 10. Lees een tekst opnieuw als je niet begrijpt wat er staat Lees rustig, herlees, regel na regel, alinea na alinea. Vraag je af wat je gelezen hebt en wat de kern is. Streep trefwoorden aan als je de inhoud te snel vergeet. Schrijven 11. Maak een schema voordat je gaat schrijven Schrijf in een schema de belangrijkste onderwerpen. Maak daarna een uitgebreid schema met trefwoorden. Schrijf daarna pas je verhaal. 12. Verbeter je spelling Vraag een overzicht van spellingregels. Controleer steeds wat je geschreven hebt. Gebruik daarbij een woordenboek en spellingregels. Ieder schoolvak heeft zijn eigen ‘vakwoorden’. Vraag de docent een lijst te maken. Leer die vooruit. Je toekomst 13. Keuze van je beroeps‐ of vervolgstudie Misschien is het nu niet belangrijk, maar houd rekening met dyslexie. Zowel voor je vakkenpakket als voor je toekomstplannen. Bijna alle soorten werk kun je aan; er zijn een paar minder geschikte beroepen. Bespreek dat met je mentor. 14. Op het werk Als je een (mondelinge) instructie niet kunt volgen, zeg het. Je bent pas dom als je doet of je iets wel begrijpt. Namen, adressen en nummers gaan vaak te snel. Kun je het niet volgen? Vraag om een langzame herhaling. Vertel je baas voer dyslexie: langzamer, zodat je het beter begrijpt.
Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 15
Bijlage 3:
Afspraken beoordelen spelfouten voor dyslectische leerlingen
Afspraken voor dyslectische leerlingen bij het vak Nederlands Bij alle toetsen en ander becijferd werk Nederlands wordt er per spelfout/interpunctiefout/formuleringsfout 0,2 punt afgetrokken met een maximum van 1,0. Bij de MAVO geldt een aftrek van 0,1 per gemaakte fout (met een maximum van 1,0). Bij dyslectische leerlingen worden alleen leerbare fouten fout gerekend (bijvoorbeeld werkwoordspelling). Ook bij dyslectische leerlingen is er een maximum aftrek van 1,0. Bij toetsen spelling worden alleen de leerbare fouten gerekend, maar is er geen maximum aftrek. Bij schrijfopdrachten (betoog schrijven) geldt wel de maximum aftrek voor spelling en interpunctie, maar niet voor (leerbare) formuleringsfouten. Afspraken voor dyslectische leerlingen bij de moderne vreemde talen Alleen spelfouten in de doeltaal tellen, spelfouten in het Nederlands niet. Alleen leerbare spelfouten meetellen (grammatica, werkwoordsvormen) . Afspraken voor dyslectische leerlingen bij overige vakken Spelfouten worden bij dyslectische leerlingen niet meegeteld.
Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 16
Bijlage 4:
Afspraken rond Claroread
Doel: De school geeft leerlingen met dyslexie een middel in handen om geschreven tekst anders en beter toegankelijk voor hen te maken. Dit betekent dat deze leerlingen mogelijk met meer succes kunnen deelnemen aan het onderwijs. Toegang: Op basis van een dyslexie verklaring kunnen leerlingen de beschikking krijgen over een dyslexiepas (onderbouw) of over faciliteiten bij toetsen en eindexamens (Bovenbouw). In de dyslexie pas of in de faciliteiten kan vast gelegd worden dat de leerling het programma Claroread mag gebruiken. Op school kunnen leerlingen in de bibliotheek gebruik maken van een tweetal laptops en met een scanner om met het ClaroRead te kunnen werken. Voor thuis en voor gebruik op school met een eigen laptop kunnen ouders en leerlingen ClaroRead tegen gereduceerd tarief aanschaffen. ClaroRead operationeel Onderbouw:
Toegang verlenen op basis van de dyslexieverklaring.
RT coördinatoren
Bepalen van gebruik:
Bovenbouw: Examencommissie
Ondersteuning met ClaroRead voor het leerproces.
Bibliotheek en studiehuis
Uitleen laptops en scanners.
Ondersteuning met ClaroRead bij toetsing.
Scannen van leerstof in de bibliotheek. Uitleen naar vaklokalen voor ondersteuning bij toetsen. Instructie leerlingen. Reserveringen in Aura.
RT docenten
Instructie leerlingen over gebruik claroread
ICT‐co
Informatie naar leerlingen, ouders en personeel Coördinatie. Aanschaf van ClaroRead door ouders tegen gereduceerd tarief.
Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 17
Informatie: Op de site van Optodidakt, onze leverancier, is aanvullende informatie te vinden. (http://www.opdidaktsupplies.nl/) Gebruik op school: In de bibliotheek kun je gebruik maken van ClaroRead. In het voorjaar van 2010 kunnen leerlingen ondersteuning aanvragen bij het 1e gebruik van het programma. Overleg dit met de medewerkers van het studiecentrum (1.04 en 2.20)
Bij de baliemedewerkers van de bibliotheek kun je een werkstation reserveren. Doe dit tijdig. Dit voorkomt teleurstellingen. Een werkstation staat vast opgesteld, een tweede werkstation kan extra ingezet worden. Overleg dit met de baliemedewerker(s). Een werkstation bestaat uit een laptop, een scanner en een headset. Breng een USB‐stick mee om de bestanden op te slaan.
Handleiding voor het gebruik van Claroread: 1. Klik om het programma te openen op het icoontje ClaroRead Plus V5. er wordt een werkblak geplaatst op het bureaublad, hier kan je alles laten uitvoeren. 2. Het opslaan van je bestanden gaat via het lokaal Station genaamd ClaroRead, (dat kan je vinden via deze computer) klik daarop en je ziet een map staan met de naam claroread bestanden, maak een submap aan met jou naam, in deze map ga je submappen aanmaken voor je bestanden…. 3. Je moet niets opslaan op de c:/schijf, ook niet in de map mijn documenten. Een programma zorgt er namelijk voor dat als de laptop opnieuw wordt opgestart de C:/ wordt schoongemaakt, dus de bestanden die je daar hebt opgeslagen zijn verdwenen. 4. Het scannen: Zorg ervoor dat je geen dikke boeken gaat scannen het moeten dunne exemplaren zijn, gebruik ook geen extra kracht om de klep van de scanner dicht te doen als je een te dik boek heb geplaatst, vraag aan de beheerder hoe het wel moet… 5. Inloggen laptop: Je logt in met het account Leerling, zorg dat Workstation only is aangevinkt in het inlogvenster Het wachtwoord is ook tevens leerling maar dan zonder de hoofdletter L. 6. Na het gebruik van de laptop netjes afsluiten. Maak vooraf een afspraak of het werkstation op de plek mag blijven staan of dat je de werkplek moet opruimen en inleveren. Vraag de beheerder om de werkplek te controleren voor dat je weg gaat.
Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 18
ClaroRead product informatie: Leverancier:
Opdidakt Supplies Schoonstraat 23 5384 AK Heesch T: 0412‐450577 F: 0412‐450285
[email protected] www.opdidaktsupplies.nl
Versie: Kosten:
Claroread USB stick 2009 V5
Licentie op USB stick Gereduceerd tarief € 97,50 (Normaal tarief € 180,‐) + € 4,‐ verzendkosten.
Bestellen:
De USB stick van Claroread kun je bestellen op www.opdidaktsupplies.nl. Ga op deze website naar “onze producten” > “Claroread” >”Claroread USB stick (Speciale voorwaarden)” en bestel de USB stick. Vul vervolgens bij schoolnaam Het Pantarijn en je leerlingennummer in. Vul vervolgens je eigen gegevens in en het adres waar de USB stick heen gestuurd moet worden. Opdidakt Supplies vraag een vooruitbetaling. Dit kan via IDEAL of per bankoverschrijving.
Wat kan ClaroRead? Claroread is Software voor mensen die moeite hebben met lezen en schrijven. ClaroRead is ontwikkeld om pc gebruikers van alle leeftijden te helpen bij het maken, lezen, controleren en corrigeren van teksten. Bekijk op internet de mogelijkheden van ClaroRead. Werkt met Microsoft Word 2003 & 2007 ClaroRead V5 werkt perfect samen met Word 2003 en 2007. De werkbalk van Claroread zal automatisch koppelen. ClaroRead product informatie:
Systeemeisen: Windows Vista, XP geluidskaart 512 MB RAM of meer 250MB vrije ruimte op de Hard Disk Scanner die met een TWAIN of WIA interface werkt. Microsoft Word 2000, XP, 2003 of 2007 Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 19
Bijlage 5:
ICT Faciliteiten bij toetsen en examens
Er is één lokaal met ICT voorzieningen tijdens toetsen en examens beschikbaar. Dat betekent dat er maximaal 20 leerlingen tegelijk een toets of examen op een laptop kunnen doen.
De school zorgt dat er voldoende laptops beschikbaar zijn. Deze laptops hebben een algemene inlog , hebben geen verbinding met internet en zijn voorzien van Microsoft Office. Als de leerling daarvoor toestemming heeft moet ook het programma claroread beschikbaar zijn en moet het werk digitaal aangeleverd worden.
Tijdens de toetsen is er ICT ondersteuning aanwezig .
De leerling slaat het werk op, op de laptop. Na afloop van de toets of examen zet de leerling, onder toezicht van een surveillant het werk op een USB stick. Na de toets wordt het werk zo spoedig mogelijk uitgeprint.
Er is één functionaris binnen de school die verantwoordelijk is voor het organiseren en beheren van de ICT faciliteiten bij toetsen en examens
Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 20
Bijlage 6:
Dyslexiepas onderbouw
DYSLEXIEPAS Onderbouw
Pantarijn MHV Naam:
Datum:
Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 21
Verplichtingen leerling :
o o o o o
o
Gespreid leren van leerstof voor de talen. Dagelijks min. 15 minuten. Inzet bij alle lessen, juist de lessen die vanwege je dyslexie erg moeilijk zijn Bij misbruik van ondersteunde software tijdens toetsen vervalt het recht op gebruik. Volgen van de KWT-uren voor dyslectische leerlingen. Als er twee toetsen van de talen op één dag vallen, meld je dit van tevoren aan de vakdocent. Ook maak je zelf een andere afspraak met je docent. Gebruik van overhoorprogramma’s bij het leerwerk voor de talen. Gebruik hierbij bijvoorbeeld de volgende sites: - www.teach.nl - www.efkasoft.nl - www.woordenhaai.nl - www.wrts.nl
Tip: Haal eens een luisterboek in de bibliotheek.
Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 22
In de les:
o o o o
De docent zorgt voor antwoorden op schrift, zodat je je werk kunt nakijken. Als je het lastig vindt om hardop voor te lezen tijdens de les, dan houdt de docent hier rekening mee. Het is toegestaan om in de les gebruik te maken van ondersteunende software. Voor het gebruiken van ondersteunende software bij toetsen is toestemming van de onderbouwstaf nodig.
Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 23
Voorzieningen :
Toetsen:
o o o
o o
o o
o
o
Toetsen worden minstens 5 dagen van tevoren opgegeven. Maximaal één taaltoets op een dag. Toetsing vindt plaats op papier met een duidelijke, overzichtelijke lay-out en een goed leesbaar lettertype, bijv. Arial of Verdana. Toetsen worden indien gewenst vergroot aangeleverd door docent. Je krijgt 20% extra tijd bij toetsen. Indien dit niet mogelijk is, moet een andere oplossing geboden worden, bijv. het verminderen van het aantal vragen. Alleen leerbare spelfouten in de doeltaal worden geteld. Niet leerbare spelfouten in het Nederlands tellen alleen bij het vak Nederlands, tot een maximum van 1 punt aftrek. Luistertoetsen worden in een aangepast tempo afgenomen of je krijgt vooraf de tijd om de vragen te kunnen lezen. Als je inzet goed is, kan er eventueel (aanvullend) mondeling worden getoetst.
Dyslexieprotocol Pantarijn MHV
Pagina 24