Reflectie Inleiding Zo’n reflectie na het afstuderen, dat is nogal wat. Zo’n hele periode is in zijn volledigheid anders dan iedere andere CMD-periode die ik eerder heb meegemaakt. Dat komt in de eerste plaats door de opdracht die we op de hals hebben genomen. Ik spreek over we, want afstuderen heb ik niet alleen gedaan. Dat afstuderen, die laatste stap, heb ik gedaan met een groep. Twee derde van die groep bestond uit de mannen Sander Ettema en Nando de Haan. Ik maakte de groep compleet. Terugkomend op die opdracht, dat is eigenlijk een verkeerde benaming. Het ging namelijk om opdrachten, meervoud. Het idee, in beginsel, was om drie opdrachten aan te trekken en dat we dan ieder een eigen project zouden leiden. Uiteindelijk is dit iets anders verlopen. Waarom, dat leest u verder in dit stuk. Over dit stuk gesproken, dat is op een vrij logische wijs opgebouwd. Allereerst zal ik beginnen met een inleiding, en ik kan u verklappen dat u dat op dit moment aan het lezen bent. Wat volgt is een algemene reflectie, hierin zal ik globaal mijn startsituatie schetsen en in een ruime blik terugkijken op de periode. Daarna zal ik per competentie terugblikken op hoe ik in die specifieke competentie ben gegroeid. Voor dat terugblikken heb ik in een eerder stadium een eigen reflectiemethode ontwikkeld. Het gaat bij deze methode om wat ik wil leren. Op basis van die leerpunten kijk ik wat mijn activiteiten kunnen zijn, en na die activiteiten kan ik mijn leerdoelen specificeren. Daarna zal ik mijn acties opstellen en uitvoeren. Op die uitvoering reflecteer ik dan weer. Wat was mijn startsituatie, wat heb ik gedaan en wat is het resultaat daarvan? Op basis van die resultaten kan ik mijn specifieke leerpunten aangeven, wat heb ik geleerd? Uiteindelijk zal ik per leerpunt aangeven wat ik daar specifiek mee kan in de toekomst. Dit geldt zowel op een professioneel, als op een persoonlijk niveau. Als laatst zal ik terugblikken op de gehele studieperiode en vooruitblikken op de toekomst.
Algemene reflectie De periode waarin ik ging afstuderen zag er anders uit dan de voorgaande CMD-periodes. Ik heb ook deze periode weer samengewerkt met Nando de Haan en Sander Ettema. Na een gesprek met Robert Keun leek het handig om met z’n drieën, drie verschillende opdrachten te doen. Dit zou niet het enige verschil zijn met de voorgaande periodes, we zouden nu namelijk gebruik gaan maken van design thinking in plaats van de gebruikelijke onderzoeksmethoden. Met design thinking gebruik je bestaande kennis om tot nieuwe inzichten en oplossingen te komen. Bij de gebruikelijke onderzoeksmethodes gaat het vooral om het vergaren van nieuwe informatie om een product te ontwikkelen. Het gebruiken van design thinking is me erg bevallen en is erg leerzaam geweest. Het onderzoeken ging nu op een veel organischere en vrijere manier waardoor het minder verplicht voelt en prettiger is om te doen. Door de vele verschillende methodes die er zijn kan het in de toekomst ook zéér bruikbaar zijn, ook al zou ik mijn loopbaan niet in de multimedia voortzetten; er zijn zó veel methodes dat er altijd wel eentje te vinden is die toepasbaar is op een probleem. De opdrachten waar we design thinking op hebben toegepast hebben we zelf aangetrokken. In eerste instantie hebben we een lijst van lokale bedrijven opgesteld die aan enkele zelf opgestelde eisen moesten voldoen. De bedrijven moesten bij voorkeur geen ketens zijn en wij moesten er een mogelijkheid tot innovatie in zien. Deze innovatie zou dan plaatsvinden op het gebied van storytelling, experience en/of interactie. Uit deze lijst van bedrijven zijn er drie gekozen waarvan wij dachten dat we er een goed en leuk creatief concept voor konden ontwikkelen. De bedrijven die we hebben gekozen zijn; de schoenspeciaalzaak de Schoenenfabriek (Leeuwarden), DJ-collectief Nokturné en koffiebar Andere Koffie. Door middel van design thinking zijn er voor alle drie de bedrijven enkele eerste concepten gepresenteerd. Bij de opdracht voor Andere Koffie liep het eigenlijk al direct mis; de eigenaar was zelf al bezig met enkele nieuwe campagnes en had in principe geen tijd voor nieuwe ideeën, campagnes en producten. Voor de schoenenfabriek wilde we een interactief lookbook maken. We dachten dat dit een goede aanvulling zou zijn voor de winkel, en meer klanten naar de winkel zou kunnen trekken. Met dit idee zijn we dan ook naar de winkel gestapt. De eigenaar van de schoenenwinkel, Stijn, reageerde positief verrast en zag wel wat in het product, hij kon zich er echter weinig bij voorstellen. Om het concept een gezicht te geven hebben we een prototype gemaakt. Dit prototype hebben we in de winkel laten zien en Stijn was direct enthousiast. Het enige probleem dat de eigenaar had is dat het bedrijf al een verbonden was aan een reclamebureau. Daarbij kwam dat hun campagnes, website en reclameuitingen in principe via het hoofdkantoor in Groningen worden geregeld. Na een kostenplaatje te hebben gemaakt en te hebben aangeboden, zou Stijn het gehele plan voorleggen tijdens een vergadering met het hoofdkantoor. Hier is het plan stukgelopen op de kosten. Wat ik hiervan heb geleerd is dat ondanks dat iemand heel enthousiast kan zijn over een concept, er altijd van bovenaf iemand kan zijn die het plan afkeurt op het financiële aspect.
Voor Nokturné leek het ons een goed idee om een transmediale campagne op te zetten om één van hun feesten te promoten. We hebben verschillende verhalen bedacht en gepitcht bij een afvaardiging van het gehele collectief. Een probleem dat we hierbij ondervonden is dat er geen duidelijke contactpersoon was. Er was afgesproken dat we met één persoon contact zouden onderhouden en dat die het dan weer aan de rest van Nokturné doorsprak. In de praktijk kwam het er op neer dat we zelf steeds achter de communicatie aan moesten gaan. Eigenlijk was dit al een signaal dat we niet verder moesten met de opdracht, dit hebben we echter niet tijdig ingezien. Uiteindelijk hebben we te veel tijd en energie gestoken in een dood project. We hadden eerder moeten opmerken dat het project nooit tot een einde had kunnen worden gebracht. Een ander signaal dat ons al had moeten wijzen op een onwerkbare situatie is dat Nokturné zelf ook de touwtjes in handen wou hebben. Ze hebben ons nooit écht de vrijheid gegeven om een concept te ontwikkelen waardoor we een te grote lijst aan eisen hadden. Hierover hadden we direct een standpunt in moeten nemen. Het proces is wel leerzaam geweest om dergelijke projecten in de toekomst te kunnen vermijden. Het is door deze ervaring gemakkelijker om dit soort praktijken te herkennen, te erkennen en af te blazen. Ook zijn er verschillende personages en settings bedacht die in de toekomst bruikbaar kunnen zijn voor andere projecten. Toen het duidelijk werd dat sommige van de projecten niet door zouden gaan werden er nieuwe projecten bedacht en geacquireerd. Eén van die projecten was Welcome to the Village(WttV). Hiervoor hebben we contact gezocht en diverse gesprekken gehad. Vooraf zijn er verschillende concepten bedacht en op papier uitgewerkt en doorgecommuniceerd naar het team van WttV. Tijdens het proces werd het vanuit het WttV-team duidelijk dat het niet meer mogelijk was om voor Welcome to the Village zelf iets te produceren, het was te kort tijd en het budget was nagenoeg op. Ze deden het voorstel om een kijkje te nemen op het festival, op basis daarvan een concept te bedenken, en dat te testen op het Explore the North(EtN) festival dat door hetzelfde team wordt georganiseerd. Na Welcome to the Village zijn er nieuwe concepten bedacht en gecommuniceerd naar het WttV/EtN-team. Hier is echter nooit duidelijk antwoord op gekomen. Na nog enkele pogingen om contact te zoeken is ook dit project niet doorgegaan. Wat is hier wel uit voortgekomen is in mijn ogen een goed project met betrekking tot storytelling en interactie én ervaring. Het uiteindelijk bedacht concept is namelijk een reizend museum. In dit museum zouden verschillende objecten te vinden zijn geweest die zijn verzameld op de plaatsen waar het langs is getrokken. Door deze objecten op verschillende manieren te presenteren zou de bezoeker zicht kijken op wat er zich af zou hebben kunnen gespeeld. Hierbij kun je denken aan een kast met verschillende lades, een vitrine waarin verschillende objecten liggen of verschillende soorten kijkdozen waarin verschillende objecten liggen. Een project dat op dit moment onzeker is, is een komedieserie voor Omrop Fryslan. Deze serie is ontstaan uit het verlangen om een vernieuwende Friese serie te maken. Als pioniers in de omroepwereld wilden we een serie maken, die zowel grappig is als educatief, en een brede doelgroep aanspreekt. In samenwerking met Tresoar is een pilotaflevering geschreven. Deze is samen met een pitchdossier bij de Omrop aangeboden. Hierop hebben zij de vraag gesteld hoe de financiën rond zouden komen, aangezien zij zelf eigenlijk geen geld hebben. We hebben gevraagd of ze hierbij hulp zouden kunnen bieden. Voor het schrijven van dialoog en karakters is het schrijven van de pilot voornamelijk heel erg leerzaam geweest. Daarnaast is er door middel van design thinking
aandacht besteed aan wat de inhoud en opbouw is van een goed verhaal. Omrop Fryslan heeft zich wel positief uitgesproken over een vorm van samenwerking. Het laatste project is een eigen project, dat tevens volledig is afgerond. Het gaat om een interactief, fictief en transmediaal verhaal. Dit verhaal is ontstaan uit de behoefte om een longread te maken. Robert Keun liet zo’n longread zien en ik was onder de indruk van wat zo’n longread teweeg kan brengen. Wat mij ook heeft geïnspireerd om een longread te maken is becausetheinter.net (http://becausetheinter.net). Becausetheinter.net is een website waarop verschillende media samenkomen om één verhaal te vertellen. Ik vond het persoonlijk heel bijzonder hoe het geluid en het beeld te tekst versterken. Het idee van een longread is na verloop van tijd door middel van design thinking geëvolueerd naar een interactieve website. Wat ik heb geleerd van het toepassen van design thinking tijdens dit project, is dat het heel erg makkelijk is om met verschillende prototypes achter verschillende dingen te komen. Zo hebben we verschillende prototypes gemaakt voor het testen van onder andere de verhaalstructuur, de interactiviteit, de filmstijl en context, en de manier van navigeren. Tijdens dit project is er veel goed gegaan. Wat wel voor kopzorgen zorgde waren productionele problemen. Zo werden er locaties geregeld die last-minute niet doorgingen, en moesten schema’s overhoop worden gegooid door veranderende werktijden. Door de ervaring die ik eerder echter heb opgedaan tijdens het filmen van Dorp(Sander Ettema, 2014) heb ik dat nu in de praktijk kunnen brengen, en heb ik oplossingen gezocht en gevonden voor deze problemen. Zo heb ik een andere hoofdlocatie geregeld en de productie in orde gebracht. Mijn algemene leerdoel deze periode was vooral om er achter te komen hoe design thinking invloed kan hebben, en toepasbaar is, bij het ontwikkelen van concepten en producten. Ik wilde mezelf ook zo volledig mogelijk klaarstomen voor het bedrijfsleven in deze branche. Ik denk dat het laatste gelukt is door; de verschillende ervaringen met opdrachtgevers, bezig- en werkzaamheden, communicatieproblemen, conceptontwikkelingen, maken van de prototypes en vooral door het reflecteren op die gebeurtenissen. Al deze gebeurtenissen zijn namelijk leermomenten, en deze gebeurtenissen zorgen er voor dat ik als professional wordt gevormd. Ze vormen een houvast voor de toekomst. Ze zorgen er voor dat ik verschillende signalen eerder herken. Ze zorgen er voor dat ik in de toekomst problemen of gebeurtenissen op een andere, of juist op dezelfde manier aan kan pakken.
Research & Innovation 6 EC expert. Wat is het voordeel geweest van Design Thinking itt reguliere research en wat heb ik hier van geleerd, niet alleen om een product te maken maar ook om achter het antwoord te komen op deelvraag hoe een transmediaal concept ontwikkeld kan worden met behulp van design thinking. Specifieke Leerdoel Ik wil design thinking de rode draad in mijn afstuderen laten zijn. Ik wil leren hoe ik dit gebruik tijdens de researchfase en hoe ik dit toepas in tegenstelling tot conventionele researchmethoden. Acties Om design thinking onder de knie te krijgen ga ik het boek Design Thinking: process and methods manual(R. Curedale, 2013) lezen. Uit dit boek ga ik verschillende methodes gebruiken om antwoord te kunnen krijgen op mijn hoofd- en deelvraag.
Startsituatie In voorgaande perioden en bij voorgaande projecten werd de competentie Research & Innovation vaak beschouwd als noodzakelijk kwaad. Bij aanvang van het afstuderen vond er echter een kleine omslag plaats binnen de opleiding. Design thinking kreeg de overhand, en paste ook veel beter bij de studie dan de gebruikelijke onderzoeksmethoden. Voorheen heb ik vooral onderzoek gedaan door middel van enquêtes en interviews, en het opzoeken van relevante informatie via het internet. Acties en resultaat Hoe ik tijdens deze periode heb onderzocht is op een heel andere manier dan voorheen. Eerder werd er gekeken naar wat de consument/gebruiker wil of nodig heeft, en hoe dat probleem het beste kan worden opgelost. Nu is er gekeken naar wat wij wilde maken, hoe wij dat het beste in de markt kunnen zetten en hoe de gebruiker hier op reageert. Het gaat er hierbij niet om dat de gebruiker pas aan het eind van de productiefase wordt betrokken bij het testen van het product, maar juist dat de gebruiker gedurende het gehele proces aanwezig is voor feedback. Dit geldt voor zowel het idee, als het concept en de producten. Allereerst heb ik het Design Thinking (R. Curedale, 2013) gelezen. Dit is een verzameling informatie over design thinking. Hierin staan verschillende methodes en manieren om design thinking toe te passen op heel veel verschillende soorten projecten. Om tot de concepten te komen voor de opdrachten die we hebben samengesteld is er gebruikt gemaakt van deze methodes. Om gebruik te maken van deze methodes is erg leerzaam geweest. Het is een nieuwe manier, en een andere kijk op onderzoeken. Het is leerzaam geweest omdat ik nu op een heel intuïtieve manier te werk kan gaan. Ik denk na over wat ik wil onderzoeken, wat ik wil bereiken, wat ik wil maken, en zoek daarbij een passende methode. Door dan zo’n methode toe te passen vormt een idee zich heel organisch. Zo wordt het onderzoeken een makkelijkere en gevoelsmatig een minder verplichte taak. Voorheen was er toch wel de ‘druk’ om te moeten onderzoeken, wat vaak droog onderzoeks- en typewerk inhield, terwijl het nu op een natuurlijke en vrije manier verloopt. Na iedere iteratie van
een concept of product heb ik gekeken naar de best toepasbare design thinking methodes om het concept of product te verbeteren. Leerpunten -Ik weet wat design thinking is en hoe ik het toe moet passen -Ik weet dat design thinking een goede oplossing is om het onderzoeken aangenamer te maken -Ik weet dat design thinking méér is dan alleen onderzoeken Toekomst Door dat ik weet wat design thinking is en weet ik hoe ik het toe moet passen, kan ik in de toekomst gebruik maken van design thinking. Als ik als professional in de industrie te werk ga dan kan ik van de verschillende methodes gebruik maken om bijvoorbeeld tot een nieuw product of idee te komen. Ik ben er echter nog niet. Eerlijk geschied te zeggen dat zo’n boek niet in een korte periode volledig uit het hoofd kan worden geleerd. Door in de toekomst steeds meer gebruik te maken van design thinking zullen methodes steeds gemakkelijker kunnen worden toegepast en worden onthouden. Ik ben van mening dat dit in één periode niet lukt. Dit zal een proces van gewenning door toepassing worden. Op persoonlijk vlak ben ik ook gegroeid door het gebruiken van design thinking. Het heeft er voor gezorgd dat ik minder opkijk tegen de research, hierdoor zie ik er ook meer het nut van in om dit in de toekomst te blijven gebruiken voor andere doeleinden dan school. Hierdoor heb ik meer zin in het vervolgen van mijn loopbaan in deze branche, wat meer rust geeft.
Growth & Reflection Specifieke leerdoel Wat ik wil, is niet alleen op mijn acties en resultaten reflecteren, maar ook naar de toekomst kunnen kijken wat betreft mijn kennis op zowel persoonlijk als professioneel vlak. Ik wil ook mijn reflectie op een leuke manier presenteren. Acties Wat ik hiervoor ga doen is per competentie mijn leerpunten opschrijven. Daarna zal ik een kopje toekomst maken en wat ik van die competentie heb geleerd en hoe ik daar in de toekomst me om zal kunnen gaan, wat ik er an heb of wat het mij nog op kan leveren. De actie voor het presenteren blijft nog een geheimpje. Het wordt in ieder geval een video dat moet dienen als samenvatting van de reflectie. Startsituatie In de periode hiervoor heb ik mijn reflecteren puur gebruikt om mijn professionele leerpunten aan te geven. Ik heb daar een eigen reflectiemethode voor ontwikkelt. Deze methode zal ik nu weer gebruiken met aan het eind de toevoeging van het persoonlijke gedeelte. Hoe ben ik gegroeid als persoon? Acties en resultaat Wat ik hiervoor heb gedaan is reflecteren op wat ik heb gedaan en wat ik kan. Daar heb ik mijn eigen ontwikkelde reflectiemethode voor gebruikt. Om mijn resultaten en leerpunten te presenteren heb ik een video gemaakt met een aanstaande kunstenaar. Het resultaat hiervan is een boeiende en interessante video waarbij het duidelijk wordt wat ik allemaal heb geleerd op zowel professioneel, als persoonlijk vlak. Leerpunten -Ik weet nu dat het vrij lastig is om voor mezelf om te bepalen hoe ik persoonlijk ben gegroeid. Ik heb er echter wel veel aan. Zo kom ik achter dingen die ik eigenlijk wel van mezelf wist, maar niet compleet realiseerde. Toekomst In dit stuk zal ik een samenvatting zetten van alle persoonlijke leerpunten die ik heb doorgemaakt die niet per se gelinkt zijn aan een competentie die van invloed zijn op mijn toekomst. Wat voor mij persoonlijk heel belangrijk is geweest, is dat sinds de afgelopen periode meer zelfvertrouwen heb gekregen. Dit komt doordat ik beter in m’n vel zet en lichamelijk veel gezonder ben in vergelijking met vorige periode. Ook ben ik recent overgestapt naar een andere voetbalvereniging waar ik sportief veel beter pas dan bij mijn oude ploeg, waardoor ik daar minder mee zit. Deze dingen zorgen voor meer mentale en innerlijke rust. Ook ben ik natuurlijk weer wat volwassener(in ieder geval ouder) geworden en heb ik nieuwe vrienden gemaakt. Dit zorgt er denk ik voor dat ik minder stress heb en me daardoor beter voel. Waar ik nog steeds wel aan kan werken is het nemen van initiatief. Ik vind het nog steeds niet heel gemakkelijk om op mensen af te stappen of om vragen te stellen, al gaat dit wel steeds beter.
Concepting Specifieke leerdoel Ik wil design thinking toepassen om een concept te ontwikkelen. Ik wil er achter komen hoe dit in zijn werk gaat. Ik wil weten hoe de onderzoeksfase en de conceptingfase in elkaar overlopen. Acties Om het design thinking toe te passen tijdens de conceptingfase zal ik het boek Design Thinking: process and methods manual(R. Curedale, 2013) lezen. Op advies van Jurrien Perdok zal ik tevens Transmedia(D. Hassler-Forest, 2013) lezen om er achter te komen hoe transmedia in elkaar zit. Vervolgens zal ik design thinking methodes gebruiken om mijn concepten vorm te geven, en zal ik de informatie uit Transmedia(D. Hassler-Forest, 2013) gebruiken om mijn transmediale verhaal mede te vormen. Startsituatie In de voorgaande periode ben ik bezig geweest met het maken van een korte film. Hierbij lag er al een concept klaar. De periode daarvoor ben ik op stage geweest. Het doen van daadwerkelijke concepting was bij aanvang dus alweer een tijdje geleden. Door er zo lang uit te zijn geweest op gebied van concepting, keek ik er eigenlijk tegen op. Echter door het gebruik van design thinking wil ik het gevoel van verplichting óók bij concepting wegnemen. Want door uit te gaan van eigen inzichten, in plaats van compleet nieuwe informatie wordt het ontwikkelen van concepten een stuk vrijer, en fijner. Acties en resultaat Allereerst hebben we voor de eerste drie bedrijven verschillende concepten bedacht. Dit onder meer uit eigen wens, maar ook kijken naar welk innovatief aspect (storytelling, experience en/of interactie) we zouden kunnen toepassen voor het specifieke bedrijf. Bij de Schoenenfabriek zou het gaan om storytelling en experience, bij Nokturné om interactie, storytelling en experience en bij Andere Koffie om interactie en experience. Om tot een concept voor bedrijven te komen hebben we eerst de context bepaald (R. Curedale, 2013, pp.121,195-196); wie, wat ,waar, wanneer en waarom. Daarna zijn we gaan brainstormen (R. Curedale, 2013, pp.142-144, 313) om voor de bedrijven concepten te bedenken. Na ieder concept is er gekeken of het haalbaar zou zijn of niet door middel van een reality check (R. Curedale, 2013 p.153). Het resultaat van deze methodes is dat er in beginsel een haalbaar concept aan de bedrijven kunnen worden gepresenteerd. Voor de Schoenenfabriek is in eerste instantie een interactief lookbook bedacht. Door middel van dark horse prototyping (R. Curedale, 2013, p.361) is het creatiefste idee tot een prototype gemaakt. Door het prototype intern te checken is er een tweede versie uitgekomen, dat gepresenteerd is. Dit project is uiteindelijk niet doorgegaan. Het resultaat van deze manier van concepten en het bouwen van een prototype, is dat het vooral erg duidelijk is dat het een gemakkelijke manier is om een idee of concept aan de opdrachtgever/klant te communiceren.
Bij Nokturné heb ik gebruik gemaakt van Brainwriting (R. Curedale, 2013, p.321) om de verschillende beginconcepten te bedenken. Door de punten na te gaan in Design Thinking (R. Curedale, 2013, p.126) er verschillende verhaallijnen en personages bedacht. Deze verhaallijnen en personages vonden we zelf erg sterk, en grappig. Enkele leden van Nokturné vonden dit ook. Uiteindelijk is het echter niet doorgegaan. Het resultaat van deze manier van concepten is dat er nu een duidelijke manier is om personages en verhaallijnen te ontwikkelen Bij Andere Koffie is het iets anders gegaan. Daar zijn we aanvankelijk van een jong publiek uitgegaan. Dit kwam mede door de Facebookpagina van Andere Koffie. Voor Andere Koffie zijn verschillende concepten geschreven. Echter bij het maken van een afspraak werd al duidelijk dat het publiek veel diverser was dan werd aangenomen. Ook is er nooit iets van een vervolgafspraak gekomen. Leerzaam hiervan is geweest dat, wanneer de context wordt uitgezocht, dit niet altijd voor 100% juist is. Er zat in dit specifieke geval een duidelijk verschil tussen de online en de offline context. Bij de andere opdracht is op een zelfde manier te werk gegaan. Eerst is de context bepaald, vervolgens zijn er startconcepten bedacht en zijn de bedrijven benaderd. Voor Welcome to the Village kwamen er al snel ideeën volgens de brainstorming methode (R. Curedale, 2013, p.142-144, 313). Door deskresearch werd het namelijk duidelijk wat Welcome to the Village precies is en wat hun idee is van het festival. Na contact met een contactpersoon bij Welcome to the Village zijn de concepten verder uitgewerkt. Na verdere uitwerking is er opnieuw een afspraak geweest met de creatieve leiding van Welcome to the Village. Hierin bleek interesse in één van de ideeën. Dat idee hebben we volgens de brainstorming methode (R. Curedale, 2013, pp.142-144, 313) verder uitgewerkt tot concepten. Door middel van convergent thinking (R. Curedale, 2013, p.75) is hier een uiteindelijk concept naar voren gekomen. Binnen dit concept spelen zich verschillende verhalen af die deels volgens de punten voor een goed verhaal (R. Curedale, 2013, p.126) zijn opgesteld. Dit concept ligt nu op de plank, omdat WttV niks meer van zich heeft laten horen. Het resultaat van dit gehele proces op gebied van concepting is dat ik nu verschillende (gerelateerde) concepten tot één concept kan maken Het script voor een komedieserie is even iets anders. Daarbij zijn de personages en verhaallijn wel volgens design thinking (R. Curedale, 2013, pp.321, 126) ontwikkeld alleen is de “opdrachtgever” er pas later bijgekomen. Het ontwikkelen van het script is gedaan in samenwerking met Tresoar. Zij zijn geraadpleegd op het gebied van de Friese geschiedenis. Zo ben ik er achter gekomen wat leuke anekdotes en gebeurtenissen zijn, en wat minder bekende elementen en gebeurtenissen zijn van de Friese geschiedenis. Deze kennis heb ik weer mee kunnen nemen in het ontwikkelen van het concept en het produceren van het eindproduct. Op dit moment heeft Omrop Fryslan zijn interesse uitgesproken in een samenwerking. Het laatste concept is dat voor een interactieve, fictieve documentaire. Hierbij is gebruik gemaakt van verschillende iteraties (R. Curedale, 2013, p.38) om het uiteindelijke concept te versterken. In de beginfase van het concept heb ik wireframe prototyping (R. Curedale, 2013, p.366) en low fidelity prototyping (R. Curedale, 2013, p.362) gebruikt. Het resultaat hiervan is dat het snel bekend werd dat de structuur van de website niet ideaal was en dat de inhoud zoals wij die hebben bedacht aanslaat bij het beoogde publiek. Het uiteindelijke concept is via verschillende iteraties (R. Curedale, 2013, p.38) getest binnen de
productiegroep en de testgroep om zo snel aanpassingen te kunnen testen en het uiteindelijke concept in een product om te zetten. Het resultaat van het doen van deze iteraties is dat ik er op deze manier achter kom hoe mijn product moet worden aangepast om ideaal te werken en of de gebruiker überhaupt gebruik kan maken van mijn product. Leerpunten -Ik weet nu hoe ik design thinking niet alleen voor de onderzoeksfase, maar ook voor de conceptingfase kan gebruiken. De overlap zit hem in het vergaren van informatie. Door constant m’n eigen aannames te testen met behulp van design thinking kom ik dingen te weten. -Ik weet hoe ik design thinking toe kan passen om voor verschillende opdrachten, projecten of bedrijven concepten te ontwikkelen. -Ik weet nu hoe ik boeiende of interessante personages en verhaallijnen schrijf voor een concept. Ook weet ik dat het maken van snelle prototypes erg handig is om een concept aan een klant te kunnen presenteren. Toekomst Door in de toekomst bezig te blijven met design thinking wordt het steeds natuurlijker om er mee bezig te gaan. Gedurende de periode werd het al steeds makkelijker om bepaalde methodes te vinden of zelfs uit te voeren en te gebruiken. Conceptueel geeft het naar mijn gevoel een goede toevoeging voor het uitbouwen of bedenken van ideeën. Vooral als er even vast wordt gelopen is het alleen even het zoeken van een juiste methode en je kunt weer verder. Vooral het maken van prototypes en het doen van iteraties vind ik heel erg handig voor de toekomst. Zo is het namelijk heel erg snel duidelijk wat wél, en wat niét werkt.
Multimedia Production Specifieke leerdoel Ik wil door middel van design thinking een product of verschillende producten ontwikkelen. Met welke methodes kan ik dit het beste doen bij een specifiek project? Acties Doordat ik met design thinking bezig ben lopen de research-, concepting- en productiefase op sommige punten in elkaar over. Om tot een goed product te komen maak ik gebruik van iteraties (R. Curedale, 2013, p.38). Iets wat ik ook wil doen, wat niet per se bij mijn leerdoelen staat, is het automatiseren van productie in een filmscript door middel van Celtx (www.celtx.com). Startsituatie Op het gebied van productie ben ik eigenlijk best gevorderd. Ik kan een pre-productie voor een standaard fictieproject eigenlijk in z’n geheel doen. Ik heb ervaring met filmen, met editen, met photoshop en op nog veel meer gebieden. Ik kan best veel. Wat ik echter nog niet goed kan is het creëren van een cross- en transmediaal product, dat is dan ook iets wat ik deze periode wil gaan doen. Acties en resultaat Het eerste project waar daadwerkelijk iets voor moest worden geproduceerd is de Schoenenfabriek. Hier moest een prototype voor komen om een concept zo duidelijk mogelijk uit te leggen. Dit prototype is gemaakt volgens dark horse Prototyping (R. Curedale, 2013, p.361) is het creatiefste idee tot een prototype gemaakt. Dit prototype heb ik gemaakt in het relatief nieuwe programma Adobe Edge Animate (voorheen Adobe Edge). Adobe Edge Animate is een programma waarbij je simpel een html5 website kunt maken met visuele elementen. Het was voor mij de eerste keer dat ik dit gebruikte. Het resultaat van het maken van dit prototype in Adobe Edge Animate is gewenning met het programma. Hierdoor kan ik in de toekomst ook gebruik maken van Adobe Edge Animate om bijvoorbeeld prototypes of zelfs volledige producten te maken. Voor de Friese komedieserie heb ik weer de rol als producent op me genomen. In het vorige project kreeg ik het commentaar dat ik alles met de hand heb gedaan, in plaats van dat ik een productieprogramma heb gebruikt. Deze keer heb ik, nadat ik samen met mijn teamgenoten het script heb geschreven, wél een productieprogramma(Celtx) gebruikt. Hierdoor heb ik een heel handig overzicht van verschillende personages, props, locaties en andere benodigdheden. Nu ik dit heb gebruikt, denk ik niet dat ik het handig vind om nog op m’n oude methode terug te vallen. Al heb ik het nog niet in de praktijk kunnen brengen, omdat er nog niks gedraaid of gepland staat. Ook hebben we een pitch-dossier gemaakt voor de serie waarin de verschillende details over de serie staan. Hierbij moet je denken aan de premisse, de logline, de visie, unique selling points, personages en meer. Het maken hiervan heeft geresulteerd in een erg handig overzicht dat gemakkelijk aan een partij kan worden aangeboden. Dan is er nog het project van onze eigen interactieve, fictieve documentaire. Hiervoor heb ik heel veel aan multimedia production gedaan, en veel over multimedia production geleerd. Ook tijdens dit project heb ik de rol van producent op me genomen. Ook was ik front end developer voor het
uiteindelijke product. In mijn rol als producent heb ik o.a. de callsheets gemaakt op basis van de scenes en op welke dag die het beste zouden kunnen worden gedraaid. Ook heb ik een draaiboek en een infosheet gemaakt met de belangrijkste telefoonnummers, namen, locaties, draaidagen en globale scenes. De vorige keer heb ik een productieboekje gemaakt, geheel met routebeschrijving. Deze keer heb ik het productieboekje vervangen door de infosheet. De routebeschrijving heb ik alleen op de callsheet gezet. Tegenwoordig heeft eigenlijk iedereen een navigatiesysteem, en anders kunnen zij zelf de route opzoeken op internet mocht de route op het callsheet nog niet genoeg zijn. Ik heb ook de catering voor mijn rekening genomen. Een probleem dat optrad tijdens de productie was het vinden van een locatie. Aanvankelijk was er een flat in Leeuwarden geregeld, dit ging echter enkele dagen voor het filmen ineens niet meer door. Toen heb ik wat kunnen regelen met mijn ouders, die midden in een verbouwing zitten, dat er bij mij thuis kon worden gefilmd. Een ander probleem dat ik ondervond was dat één (belangrijke) figurant plots moest overwerken, en pas enkele uren later beschikbaar was. Hierop heb ik het schema aangepast, en de scenes opnieuw ingedeeld. Wat ik van deze situatie heb geleerd is dat sommige zaken nou eenmaal lastig in de hand te hebben zijn en ineens kunnen veranderen. Door vaker dit soort problemen of momenten tegen te komen wordt het steeds makkelijker om te anticiperen en alternatieven te regelen. Als front end developer heb ik vooral gebruik gemaakt van design thinking. In het begin van het project heb ik gebruik gemaakt van Creatavist om verschillende prototypes te maken. Ik heb hier gebruik gemaakt van low fidelity prototyping (R. Curedale, 2013, p.362). Naderhand testte ik steeds op verschillende manieren de prototypes. Op een gegeven moment kwamen we erachter dat het gebruiken van Creatavist te veel restricties opleverde. Het eerste prototype dat zonder Creatavist is gemaakt heb ik in Adobe Photoshop vormgegeven en opgeslagen voor web. Door in Adobe Dreamweaver daarna aan de html te sleutelen heb ik vier werkende prototypes gemaakt. Ik wist wat ik aan de html moest veranderen door w3schools (http://www.w3schools.com/) te raadplegen. Hier zijn vier prototypes uit voortgekomen. Deze prototypes zijn ontwikkeld omdat Chris Mostert de vraag had wat de context en vormgeving van een video en website voor de ervaring zou betekenen. Het resultaat hiervan was dat ik weer een stapje heb gemaakt in het leren van html. Omdat we zelf vonden dat het aanvankelijke idee te veel sturend was op de manier waarop de gebruiker het verhaal ervaart, is er een nieuw prototype gemaakt. Dit prototype is gemaakt op papier, eveneens volgen de low fidelity prototyping methode (R. Curedale, 2013, p.362). Dit idee is mede voorgelegd aan Robert Keun en Chris Mostert. Zij vonden het concept vrij levenloos. Ze waren bang dat het een zoekplaatje zou zijn met klikbare elementen. Hij gaf de tip om de ruimte uitnodigend maken tot interageren. Het resultaat van dit prototype is dat er nu een duidelijk concept is dat ontwikkelt kan worden zodat we verder kunnen. Het volgende prototype is gemaakt door gebruik te maken van een combinatie van low fidelity prototyping (R. Curedale, 2013, p.362) en dark horse prototyping (R. Curedale, 2013, p.361). Ik heb een ruw prototype gemaakt van ons creatiefste idee om het concept te testen bij de testgroep. Dit prototype heb ik gemaakt in Adobe Photoshop en daarna heb ik de html weer aangepast in Adobe Dreamweaver. Na dat bleek dat dit zou kunnen werken hebben we al het materiaal opgenomen, geschoten, geschreven en uitgewerkt. Hiermee kunnen we aan de slag om het uiteindelijke product in elkaar te zetten. Allereerst heb ik een appearance prototype (R. Curedale, 2013, p.360) gemaakt voor mijn teamgenoten om ze te kunnen laten zien hoe de website er uit zou zijn. Om het uiteindelijke product
te kunnen maken heb ik gebruik gemaakt van verschillende websites en tutorials. Het eerste probleem waar ik tegenaan liep was het maken van een responsive image map. De website is zo opgebouwd dat er een transparant plaatje over de video heen ligt. Op dit plaatje zitten de links verstopt die naar de verschillende hoofdstukken wijzen. Het probleem hiermee was dat het de klikzones niet meebewogen met het plaatje, wanneer het scherm van grootte veranderde. Hiervoor heb ik een voorbeeldpagina gebruikt (Stu Nicholls, 2013, http://www.cssplay.co.uk/menu/cssplayresponsive-image-map.html ). Deze heb ik uit elkaar gepluisd om zo mijn concept er op te kunnen draaien. Via gtagaming.com (Casey Mongillo, http://www.gtagaming.com) ben ik in contact gekomen met Alec Ananian (http://www.alecananian.com/info). Alec is webdeveloper bij Warner Bros. en hij heeft mij geholpen met het uitleggen van javascript zodat ik onder andere pop-ups werkend kon krijgen waarin de video’s en de fotogalerijen zijn weergegeven. Om de pop-ups überhaupt te maken heb ik gebruik gemaakt van een tutorial (mjdwebdesign, 26 mei 2014: HTML, CSS & JS : Creating quick, simple, popup boxes [video]. Van http://www.youtube.com/watch?v=VnHvVz_bFKo) op Youtube. Het resultaat van deze acties is dat ik de code van mijn website snap en dat ik een site in elkaar kan zetten. Het is nog niet zo ver dat ik uit mijn hoofd alle codes precies weet, maar met een beetje hulp van het internet kan ik een redelijke site in elkaar zetten. Nadat ik de site werkend heb gekregen heb ik nog verschillende iteraties gemaakt. Het ging hierbij onder andere om het testen van de bruikbaarheid, of elementen gevonden konden worden, hoe het geluid werd ervaren en of knoppen wel duidelijk waren. Het resultaat hiervan is dat er een eindproduct is. Leerpunten -Ik weet nu dat Adobe Edge Animate een handig programma is om snel prototypes te maken. Ik weet ook hoe ik het moet gebruiken. -Op het gebied van productie weet ik nu dat een productieprogramma erg handig is om verschillende elementen te inventariseren. Zo verloopt de productie vloeiender. -Ik weet dat ik door ervaring op te doen steeds beter kan anticiperen op problemen of voorvallen, waardoor ik kan groeien in mijn rol als producent. Ik ben van mening dat ik nu ook beter kan anticiperen dan pakweg een jaar geleden (rond de productie van Ivan (S. Ettema, 2014)). -Ik heb nu kennis van html, javascript en css om een website te maken. -Ik weet dat ik door het maken van verschillende iteraties ik mijn product op een simpele en duidelijke manier kan finetunen. Toekomst De ervaring die ik op heb gedaan door opnieuw de rol van producent op te nemen kan ik in de toekomst gebruiken om opnieuw te produceren. Ik vind het fijn om de voorbereidingen te doen en door hier telkens opnieuw mee bezig te gaan kan ik alleen maar groeien. Ieder project is weer anders wat zorgt voor een leuke afwisseling. De manier waarop ik design thinking heb toegepast tijdens de productiefase is ook zeer bruikbaar voor de toekomst. Door op verschillende manier prototypes te maken en de verschillende iteraties te testen is het maken van een afgestemd product een stuk gemakkelijker. De kennis van javascript, css en html is bruikbaar voor de toekomst omdat ik in de toekomst dan ook weer websites zou kunnen maken. Ik ben als persoon gegroeid door de tegenslagen die we hebben gehad in de productie. Het anticiperingsvermogen bij het produceren is niet alleen handig voor de productie maar ook voor
andere dingen. Problemen doen zich op allerlei fronten voor, het vermogen om die problemen op te lossen worden door dit soort dingen alleen maar vergroot.
Quality Monitoring & Implementation Specifieke leerdoel Ik wil design thinking gebruiken om een product te vormgeven. Inherent aan design science is het maken van iteraties en blijven testen van je product. Ik wil leren hoe ik deze manier toe kan passen in de QM&I-fase. Bovendien wil ik een testgroep hebben die uit professionals en potentiele gebruikers bestaat. Acties Ook voor QM&I zal ik Design Thinking (R. Curedale, 2013) lezen. Door iedere iteratie en prototype testen, hetzij intern of bij de testgroep, zal ik het eindproduct of concept zo goed mogelijk kunnen vormgeven. Ik zal een testgroep samenstellen die bestaat uit professionals (mensen met verstand van multimedia) en (potentiële) gebruikers. De groep professionals zal o.a. bestaan uit (ex)CMD’ers, leerlingen MBO-Multimedia, mensen uit het werkveld en docenten. De groep potentiële gebruikers zal bestaan uit kennissen, vrienden en meer. Startsituatie Quality Monitoring is wel iets wat ik vaker heb gedaan, al viel dat de afgelopen periodes heel erg mee. Wat dat betreft ben ik ook hier een tijdje uit geweest. Voorheen heb ik QM&I vooral gebruikt voor het maken van video en het bepalen van de inhoud hiervan. Nu wil ik QM&I ook gebruiken voor het concept en de ontwikkeling en verbeelding hiervan. Acties en resultaat Als ik kijk naar de projecten die we hebben gedaan dan springt vooral het interactieve, fictieve verhaal er uit qua QM&I. Hiervoor hebben we ieder prototype getest. In de beginfase heb ik gebruik gemaakt van interviews via e-mail (R. Curedale, 2013, p.237). Deze manier van testen zorgt er voor dat ik niet voor een centraal testmoment hoef te zorgen waarbij iedere gebruiker of professional aanwezig is. Het zorgt er voor dat degene die geïnterviewd wordt de vragen op z’n gemak kan beantwoorden wanneer het diegene uitkomt. Het resultaat van deze testmomenten zijn uitgebreide antwoorden waarvoor de testpersoon zijn tijd heeft genomen om het prototype te testen. Deze resultaten hebben niet alleen betrekking op de bruikbaarheid maar ook op de inhoud, de verhaalstructuur en de humor. In een later stadium heb ik de direct observation methode (R. Curedale, 2013, p.253) gebruikt. Naarmate het concept steeds duidelijkere vormen aannam qua uiterlijk was het ook nodig om te kijken hoe de gebruiker zich zou gedragen op de website. Hiervoor heb ik samen met een selectie van testpersonen gekeken naar hoe zij de website gebruiken. Het resultaat hiervan is geweest dat ik precies wist wat ik nog aan moest passen om zo een ideaal product te krijgen. Al is in je eigen ogen een product nooit écht af. Leerpunten -Wat ik heb geleerd, en heb meegemaakt, is dat er door het gebruik van design thinking er veel overlap is tussen research, concepting, production en quality monitoring. -Ik weet dat door het gebruik van quality monitoring in verschillende fases, het eindproduct steviger staat dan wanneer ik alleen het eindproduct test.
Toekomst Net als bij de andere competenties weet ik zeker dat ik voor het testen van de kwaliteit van mijn product het erg bruikbaar ga vinden om design thinking te gebruiken in de toekomst. Zoals ik bij eerdere competenties al aangaf gaat het gehele proces op een veel natuurlijkere en prettigere manier waardoor een project als geheel minder als verplichting voelt. Dit geeft persoonlijk toch, wat ik eerder ook al zei, meer rust. Het zorgt er voor dat er minder stress is en ik lekkerder in m’n vel zit.
Nawoord Afsluitend is het een heel erg leerzame periode geweest. Door het gebruik van design thinking is de periode heel erg organisch verlopen. Ook de diverse problemen met opdrachtgevers en onszelf hebben er voor gezorgd dat ik sterker in mijn schoenen sta en meer ervaring heb opgedaan binnen de sector. Ik vind het prettig dat ik een transmediaal project heb gedaan. Dit komt omdat ik het maken van alléén video misschien toch wel iets te saai vind. Ik vind het leuk om mensen de illusie voor te schotelen dat een karakter méér is dan alleen een karakter, en wellicht echt zou kunnen zijn. Het toepassen van de design thinking methodes wordt steeds gemakkelijker, en de juiste methode vinden bij een project is ook steeds gemakkelijker. Er staan natuurlijk nog tientallen methodes in het boek die we niet hebben toegepast, terwijl ze voor ander soort projecten wel erg nuttig lijken. Hier zou ik dan in de toekomst ook graag gebruik van willen maken, om design thinking nog verder te ontdekken en wellicht hiervoor ook eigen methodes te ontwikkelen. Wat compleet nieuw voor me was, was het ontwikkelen van een website. Ik heb voorheen wel eens wat in Photoshop gekloot, maar dat hield nooit écht wat in. We waren bang dat we de website zouden moeten uitbesteden. Het leek mij niet handig om dit te doen omdat je dan ook weer met tijd en geld zit. Ik vind het bijzonder dat er vanuit allemaal verschillende codes en talen er dan toch weer iets op je beeldscherm verschijnt. Persoonlijk ben ik ook erg gegroeid tijdens deze periode. Zoals ik bij growth & reflection ook al heb aangegeven heeft deze periode me veel rust opgeleverd. Eén van die factoren die daar voor heeft gezorgd is design thinking. Aan de andere kant heeft m’n gezondheid een boost gekregen. Als ik kijk naar de toekomst, dan weet ik nog niet precies wat ik wil. Enerzijds wil ik graag verder gaan met het maken van transmediale campagnes en het maken van video en crossmediale oplossingen. Anderzijds weet ik niet of ik de industrie en de markt een leuke plek vind. Als ik een kritische blik werp over de industrie in het noorden van Nederland dan zie ik toch vooral dezelfde dingetjes. Het lijkt hier vooral te draaien om aftermovies en bedrijfsfilms, en ik dat zie ik mezelf écht niet doen. Ik zie daar voor mezelf te weinig uitdaging en creativiteit in. Zoals het nu staat komt er binnenkort een afspraak met Omrop Fryslân over ons script. Ze hebben wel al aangegeven dat ze waarschijnlijk geen geld en ruimte hebben om het te produceren, maar ze zouden toch graag eens met ons om de tafel gaan. Dat is dan wel weer een wereld die me aanspreekt, de TV-wereld. Ik vind het veel interessanter om dingen te maken die voor een groot publiek te zien zijn dan een bedrijfsfilm of een aftermovie. Wat we dan wel weer leuk lijkt is het maken van kunstprojecten en eigen werken voor bijvoorbeeld festivals, of het maken van documentaires. Of hier geld mee te verdienen valt, weet ik echter niet. Ik ga kijken wat de toekomst brengt, peace out, A-town down, Eli Richard Rosenau.