Hoofdstuk 4: wonen Paragraaf 1: op kamers Huurovereenkomst: de rechten en plichten van de huurder en de verhuurder zijn hierin vastgelegd. Deze overeenkomst kan mondeling, maar is meestal schriftelijk. Rechten huurder: ongestoord gebruik van de woning, woning moet in goede staat zijn…huurbedrag moet kloppen met de kwaliteit van de woning Rechten verhuurder: ontvangen van de huur, mag de huur in bijzondere gevallen opzeggen: 1. als de afgesproken huurperiode is verstreken 2. de verhuurder heeft de woning zelf dringend nodig (moet wel voor vervanging zorgen wat vergelijkbaar in kwaliteit is) 3. de huurder gedraagt zich niet als goed huurder (overlast, huurachterstand, slecht onderhoud) 4. de huurder weigert een redelijk voorstel voor wijziging huurovereenkomst 5. verandering door bestemmingsplan (renovatie of sloop) De plichten van de verhuurder zijn de rechten van de huurder en andersom De huurder die wil opzeggen moet zich houden aan de opzegtermijn. Koop breekt geen huur: huurbescherming, als de woning van eigenaar verwisselt, mag de huurder er gewoon blijven huren. De nieuwe eigenaar van de woning zit gewoon aan het huurcontract vast. Dood breekt geen huur: als de huurder overlijdt, mogen de medehuurders gewoon blijven huren.
Paragraaf 2: huur en onderhoud Veel huurders hebben te maken met woningbouwcoöperaties. Dat zijn bedrijven die heel veel huurwoningen verhuren. Soms kun je huurtoeslag krijgen als huurder, als de huurprijs te hoog is in verhouding tot je inkomen. Hier zijn allerlei regels voor opgesteld. Deze voorwaarden of regels kun je opvragen om te kijken of je in aanmerking komt voor een toeslag. De huurder moet zorgen voor klein onderhoud: verstoppingen, binnenverfwerk, behangen, vloerbedekking, schoonmaken De verhuurder moet zorgen voor groot onderhoud: dak, geen lekkages, buitenverfwerk, goede keuken en badgelegenheid. Als de huurder de woning verlaat moet hij de woning in oorspronkelijke staat achterlaten (de toestand van de woning toen hij de woning begon te huren) Behalve als het een algemene verbetering is (nieuwe badkamer, keuken) of als de volgende huurder schriftelijk toestemming geeft voor de verandering. 13
samenvatting economisch bekeken klas 3 KGT hfst 1 t/m 4
Paragraaf 3: een eigen huis Een eigen huis kopen doe je niet zomaar: Je laat je goed informeren door: bekenden, familie makelaars internet Belangrijk is natuurlijk ook voor hoeveel je een huis kan kopen. Behalve de vraagprijs staat er ook kk bij (kosten koper) Deze kosten moeten door de koper (door jou dus) betaald worden. Wat zit er allemaal in die kosten koper? Overdrachtsbelasting (gaat naar de overheid) Notariskosten (je moet naar de notaris om eigenaar te worden van een koophuis Makelaarskosten (behalve als je van een bekende zonder makelaar een huis koopt) Afsluitingskosten van een hypotheek…een soort provisie voor de geldgever Bij nieuwbouwhuizen is de verkoop niet met kosten koper maar Vrij op naam: Dat is een stuk goedkoper…het enige wat je betaalt is bouwrente (rente aan de bouwer voor het geld wat hij in jouw huis al heeft gestopt) Eerst heb je bij een overeenstemming tussen de koper en verkoper een voorlopig koopcontract: dan zit je al aan de koop of verkoop vast…behalve als je bijvoorbeeld de financiering niet voor elkaar krijgt. (dat noemen we dan een ontbindende voorwaarde= een feit waardoor de koop niet doorgaat zonder boetegevolg) Heb je een andere reden waarom je afziet van de koop of verkoop, dan moet je een boete betalen. De notaris maakt van de verkoop van een onroerend goed (grond of woning) een transportakte…Het huis of de grond wordt dan van de ene eigenaar naar de andere eigenaar getransporteerd… Een onroerend goed= alles wat aard-, nagel- of wortelvast met de grond verbonden is (alles wat dus vast zit aan het huis of de grond) De notaris schrijft vervolgens in het kadaster jouw naam ook bij het aangekochte huis Het kadaster is een lijst (register) van eigenaren van alle onroerende goederen in Nederland.
Paragraaf 4: de woningfinanciering Een woning koop je eigenlijk nooit volledig met eigen geld. Je zult dus op zoek moeten gaan naar een hypotheek. Een speciale lening voor een onroerend goed. De geldgever (vaak de bank) heeft het zogenaamde recht van hypotheek: dat betekent dat wanneer jij de schuld of de rente niet meer kan betalen, de bank het pand mag verkopen om het geleende geld terug te krijgen. De hoogte van de hypotheek die je kan krijgen is afhankelijk van: Je inkomen De waarde van je huis(onderpand) (wordt getaxeerd door een makelaar) De rente van dat moment Er zijn enorm veel verschillende hypotheken: de meeste hypotheken bestaan uit een stuk rentebetaling en een stuk aflossing van de schuld. Via de belasting kun je een gedeelte van de rente terugkrijgen. 14 4
samenvatting economisch bekeken klas 3 KGT hfst 1 t/m
De rente kun je variabel (wisselend) afspreken…risico! Maar ook vastzetten voor een bepaalde tijd. De waarde van je huis kan stijgen waardoor je vaak een 2e hypotheek kan nemen. (een tweede lening op je huis)
Paragraaf 5: huren of kopen Als je later op jezelf gaat wonen heb je de keuze uit twee soorten woningen: 1. Huurwoningen: elke maand betaal je huur aan een woningstichting of particulier of andere verhuurders. a. De voordelen van huren zijn: - groot onderhoud (dak, schilderwerk buiten, verwarmingsketel enz) is voor rekening van de verhuurder. - Je kan vrij eenvoudig van je woning af als je dat wilt (meestal een beperkte opzegtermijn van een maand) - Je betaalt geen onroerende zaak belasting (alleen de eigenaar betaalt dat) - Je bent minder geld kwijt aan verzekeringen voor je huis omdat het je eigendom niet is. - Als de huur in verhouding tot je inkomen te hoog is kun je huurtoeslag krijgen van de gemeente/overheid b. De nadelen van het huren van een woning: - ieder jaar stijgt de huur, soms veel soms weinig - het huis wordt nooit jouw eigendom, ook al betaal je 30 jaar huur - je mag niet doen en laten met de woning wat je wilt (regels van de woningstichting) 2. koopwoningen: iedere maand betaal je rente (en soms ook aflossing) van je hypotheek (de lening voor een woning) a. De voordelen van een koopwoning zijn: - de hypotheek sluit je meestal af voor een behoorlijk aantal jaren, de rentevastperiode kan soms wel 20 jaar zijn…dan stijgen 20 jaar lang de maandelijkse lasten niet voor een koopwoning - het huis wordt in de meeste gevallen na een aantal jaren jouw eigendom - het huis kan enorm in waarde stijgen, waardoor je rijker wordt - je mag bijna alles in de woning veranderen zoals je zelf wilt…jij bent immers de eigenaar. - Je kan soms, door de waardestijging van de woning, een tweede hypotheek nemen op de woning, waardoor je wat extra geld achter de hand hebt. b. De nadelen van een koopwoning: - de rente kan stijgen waardoor je ineens veel meer gaat betalen aan je hypotheek - de waarde van je huis kan ook dalen - als je je huis kwijt wil, moet je het voor een gunstige prijs zien te verkopen, dat lukt niet altijd - je betaalt onroerende zaak belasting (omdat je eigenaar van de woning bent) - je bent meer geld aan een verzekeringen kwijt (opstalverzekering= verzekering tegen brand, storm of waterschade) - al het onderhoud van de woning moet je zelf betalen - het is vaak moeilijk om een koopwoning te krijgen, zeker als je nog jong bent, de prijzen zijn hoog en je kan niet altijd een hypotheek krijgen bij de bank. 15
samenvatting economisch bekeken klas 3 KGT hfst 1 t/m 4
Voor kopen en huren geldt allebei: - de gas, water en elektriciteitskosten - eventueel tuinonderhoud - binnenschilderwerk - kleine reparaties in je huis
paragraaf 6: goed verzekerd Als je de spullen in je huis wilt verzekeren tegen brand, inbraak of andere schade dan sluit je een inboedelverzekering af. Elk jaar betaal je een bedrag aan de verzekeringsmaatschappij (premie) en aan de overheid (assurantiebelasting: 7% over de kosten van de verzekering, die je aan de maatschappij betaalt, maar de maatschappij moet dit bedrag doorgeven aan de overheid) De verzekeringsmaatschappij keert in geval van schade uit aan de verzekerde. Belangrijk is dat je de verzekerde waarde op het juiste pijl houdt: zorg ervoor dat je niet oververzekerd bent of onderverzekerd. Oververzekering = je verzekerd bedrag (waarover je premie betaalt) is hoger dan de werkelijke waarde van je spullen….je betaalt dus teveel Onderverzekering = je verzekerd bedrag (waarover je premie betaalt) is lager dan de werkelijke waarde van je spullen…als er schade is krijg je niet alles vergoed door de maatschappij: Voorbeeld: je bent verzekerd voor € 20.000,- de werkelijke waarde van je spullen is na jaren al € 30.000,- Als je schade hebt door bv brand en de schade is € 6000,- dan krijg je maar € 4.000,- vergoed (via de formule: verzekerd bedrag : werkelijke waarde x schade) € 20.000 : € 30.000 x € 6.000,- = € 4.000,Bovendien moet je altijd bij de polisvoorwaarden de kleine lettertjes lezen. Hierin staat vaak wat niet of gedeeltelijk door verzekering wordt vergoed. Voorbeelden zijn: geld, kunst, verzamelingen enz.
Paragraaf 7: verzekeren een noodzaak Vaak sluit je een verzekering af bij een tussenpersoon of verzekeringsagent of assuradeur. Deze zorgt dat de premie bij de maatschappij terecht komt en helpt bij het afhandelen van schades. De tussenpersonen krijgen geld van de verzekeraars voor het afsluiten van een verzekering, maar kunnen de klant laten kiezen uit meerdere verzekeringsmaatschappijen. Sommige maatschappijen werken zonder tussenpersoon (direct - writers), dat is goedkoper maar minder onafhankelijk. Eigen risico: je maandelijkse of jaarlijkse premie kan omlaag als je kiest voor een eigen risico, dat houdt in dat je bij schade een gedeelte zelf betaalt. Hoe hoger het eigen risico, hoe lager de premie. 16 samenvatting economisch bekeken klas 3 KGT hfst 1 t/m 4
Een AVP (aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren) = de schade die je aan anderen, of spullen van anderen toebrengt wordt door deze verzekering vergoed. Behalve als de schade met opzet is veroorzaakt. Wie 16 jaar of ouder is moet de schade die hij veroorzaakt vergoeden. Van 14 – 16 jaar zijn de ouders nog verantwoordelijk als hen verweten kan worden dat het kind schade heeft veroorzaakt. Vaak moet bij een schade melding een eigen risico betaald worden. Een AVP afsluiten is zeer handig. Je kan nooit inschatten hoeveel schade je gaat veroorzaken, dat kan soms een heel hoog bedrag zijn.
Een groot gevaar van verzekeringen is dat je soms te weinig verzekerd bent en soms teveel verzekerd of onnodig verzekerd.Houd dus de verzekeringen later goed in de gaten!!
17
samenvatting economisch bekeken klas 3 KGT hfst 1 t/m 4