RAPPORTAGE WERK & INKOMEN 20*13 AFDELING INWONERSZAKEN GEMEENTE BUREN

RAPPORTAGE WERK & INKOMEN 20*13

AFDELING INWONERSZAKEN G E M E E N T E BUREN

Rapportage Werk & Inkomen 2013

INHOUDSOPGAVE 1 2

INLEIDING 2 UiTKERINGEN INKOMENSVOORZIENING 2 2.1 Inleiding 2 2.2 De wet werk en bijstand ( W W B ) 2 2.3 D e wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) 2 2.4 D e wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte g e w e z e n zelfstandigen (IOAZ) 2 2.5 Het besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) 3 2.6 Financiering uitkeringen inkomensvoorziening 3 2.7 Instroom en uitstroom uitkeringen 3 2.8 Aantal en uitkeringsduur lopende uitkeringen 4 3 HET PARTICIPATIEBUDGET 5 3.1 Inleiding 5 3.2 Financiering Participatiebudget 6 3.3 Actuele situatie en ontwikkelingen 6 4 HET MINIMABELEID 7 4.1 Inleiding 7 4.2 Bijzondere Bijstand 8 4.3 Langdurigheidstoeslag 8 4.4 Maatschappelijke participate 8 4.5 Regeling chronisch zieken, gehandicapten e n ouderen 8 4.6 Subjectsubsidie 9 4.7 Financiering minimabeleid 9 4.8 Doelgroep en omvang minimabeleid 9 5 SCHULDHULPVERLENING 10 5.1 Inleiding 10 5.2 A a n m e l d i n g e n schuidhulpverlening 10 5.3 A a n v r a g e n schuidhulpverlening 11 5.4 Trajecten schuidhulpverlening 11 5.4.1 De minnelijke schuldenregelingen 11 5.4.2 Het moratorium 12 5.4.3 V o r m e n budgetbeheer 12 5.4.4 W s n p verklaringen 13

Gemeente Buren, afdeling Inwonerszaken

1


1

INLEIDING

leder jaar maken we voor de gemeenteraad een verslag van de resultaten van Werk & Inkomen In het voorgaande jaar. Deze 'Rapportage Werk & Inkomen 2013' geeft inzicht in zowel de historie, de actuele situatie als de te verwachten (financiele) ontwikkeling(en) van de regelingen die door Werk & Inkomen worden uitgevoerd.

2

UITKERINGEN INKOMENSVOORZIENING

2.1

INLEIDING

Als mensen niet in nun levensonderhoud kunnen voorzien, kunnen zij een beroep doen op de gemeente. De gemeente is dan verplicht hun inkomen aan te vullen tot het sociaal minimum. Het sociaal minimum is het bedrag dat iemand nodig heeft om in het bestaan te kunnen voorzien. De hoogte van het sociaal minimum is afgeleid van het minimumloon. Gemeenten zijn wettelijk verplicht de volgende uitkeringswetten uit te voeren: • De Wet werk en bijstand (WWB) • De Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) i n k o m e n s v o o r z i e n i n g

o

u

d

e

r

e

e

n

•

OOAzf

•

Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz)

2.2

gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

DE WET WERK EN BIJSTAND (WWB)

ledere Nederlander moet zoveel mogelijk door te werken in zijn levensonderhoud voorzien. Dat Is het uitgangspunt van de wet Werk en bijstand (WWB). Als dit niet mogelijk is, moet de gemeente hem / haar helpen werk te zoeken. Zolang dat werk niet is gevonden, is er bijstand. Wie een bijstaridsuitkenng ontvangt, is verplicht om werk te zoeken of een re-integratie traject te volgen. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de WWB.

2.3

DE WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE WERKLOZE WERKNEMERS (IOAW)

De wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) is er voor oudere werknemers van wie hun Werkloosheidswet (WW) is afgelopen. De lOAW-uitkering is een aanvulling op het (gezins)inkomen tot het sociaal minimum. Dit onder een aantal voorwaarden. Het vermogen en de inkomsten die niet te maken hebben met werk, hebben geen invloed op deze uitkering. Dit is een belangrljk verschil met de Wet werk & bijstand (WWB).

2.4

DE WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE GEWEZEN ZELFSTANDIGEN (IOAZ)

De wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) is er voor oudere zelfstandigen die zijn gestopt met hun werk. De lOAZ-uitkering is een aanvulling op het (gezins)inkomen tot het sociaal minimum. Dit onder een aantal voorwaarden.

Gemeente Buren, afdeilng Inwonerszaken

2


2.5

HET BESLUIT BIJSTANDSVERLENING ZELFSTANDIGEN (BBZ)

Het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) regelt de financiele bijstand die gemeenten kunnen geven aan zelfstandigen. Verschillende groepen zelfstandigen kunnen hiervoor in aanmerking komen. Er kan een (aanvullende) uitkering worden verstrekt voor de kosten van levensonderhoud en / of bedrijfskapitaal. De vorm van de financiele ondersteuning verschilt per situatie.

2.6

FINANCIERING UITKERINGEN INKOMENSVOORZIENING

Gemeenten zijn volledig financieel verantwoordelijk voor de uitvoering van de uitkeringen inkomensvoorziening. Het Rijk geeft gemeenten daarvoor een budget, De hoogte van dit budget is afhankelijk van het macrobudget van het Rijk. De verdeling van het budget over de gemeenten Is gebaseerd op een speciale en ingewikkelde rekenmethode. Bij een budgettekort zal de gemeente zelf moeten zoeken naar een oplossing voor het financiele tekort. Een budgetoverschot is door de gemeente vrij besteedbaar.

2009 2010 2011 2012 2013 2014*

Ontvangsten debiteuren

Ontvangen Rijks budget

Feitelijke kosten

€ 1.451.425 -

€ 1.684.970,- €

66.626,-

€ 1.659.416,--

€ 1.692.978,-

€

67.194,--

€ 1.595.366,-

€ 1.932.440,--

€

76.049,-

€ 1.792.097-

€ 1.963.724,--

€

€2.151.751-

€ 2.445.973,-

€

Overschot rijksbudget

Tekort rijksbudget €

166.919,-

€

261.025,-

131.838,--

€

39.789,-

76.435,--

€

217.787,--

€

33.632,-

€2.396.513,-*

* Betreft het vooriopig toegekende budget aan de gemeente voor 2014. Het Rijk maakt pas in de maand oktoberhet definitleve budget voor datzelfde jaarbekend. De periode daarvoor wljzigt het Rijk herhaaldelijk het vooriopig toegekende budget. De bijstellingen van het vooriopige budget zijn het gevolg van de wljzigingen in het macrobudget We melden in de Bestuursrapportage(s) steeds de wijzigingen en schommelingen in de vooriopige budgetten die door het Rijk aan Buren worden toegekend.

NB: Bovenstaand overschot of tekort op het rijksbudget vindt u niet in deze vorm terug in de begroting of jaarrekening van Buren. In de begroting staat hoeveel geld we nodig denken te hebben voor de uitkeringen. Dat kan meer of minder zijn dan het budget dat we van het Rijk krijgen. In de categorie 'kleine gemeenten' hebben kleine schommelingen in het uitkeringsbestand een relatief groot financieel gevolg, Voorbeelden hiervan zijn de vestlging van een asielzoekerscentrum binnen de gemeente of een forse instroom in de bijstand als gevolg van een eerder massaontslag. Dit maakt het lastig om ruim van te voren de kosten van de uitkeringen voor een jaar later te begroten.

2.7

INSTROOM EN UITSTROOM UITKERINGEN

In het jaar 2013 werden in totaal 198 aanvragen ingediend voor een uitkering inkomensvoorziening. In 156 gevallen leidde dit tot een (tijdelijke) uitkering inkomensvoorziening, In 42 gevallen leidde dit niet tot een uitkering vanwege: directe bemiddeling naar werk in aansluiting op de vraag om een uitkering


3


afwijzing i.v.m. het niet verstrekken van inlichtingen / geen gehoor op oproep(en) afwijzing i.v.m. het (bewust) verstrekken van onjuiste inlichtingen (na aanvullend of intensief onderzoek bleek dat er geen recht op uitkering bestond).

Toegekende aanvragen uitkeringen inkomensvoorziening van 01-01-2009 tot 01-01-2014 2009 64

2010 87

2011 78

2012 74

2013 156

Beeindigde uitkeringen inkomensvoorziening van 01-01-2009 tot 01-01-2014 2009 56

2010 79

2011 64

2012 69

2013 116

Instroom en uitstroom uitkeringen in 2013 Uitkeringen op 01-01-2013 143 7 2 2 154

WWB IOAW IOAZ Bbz Totaal

2.8

Instroom uitkeringen 2013 136 9 5 6 156

Uitstroom uitkeringen 2013 106 2 1 7 116

Uitkeringen op 31-12-2013 173 14 6 1 194

AANTAL EN UITKERINGSDUUR LOPENDE UITKERINGEN

Aantal en uitkeringsduur lopende uitkeringen per 01-01-2014

Uitkedngsduur Korter dan 1 jaar 1 jaar <> 2jaar 2jaar <> 3jaar 3jaar <> 5jaar 5jaar <> 7jaar 7jaar < >10jaar Langerdan 10 jaar Totaal

Gemeente Buren, afdellng Inwonerszaken

WWB

IOAW

IOAZ

Bbz

Totaal

79 31 17 18 6 10 12 173

8 3 2

5

1

1

1

14

6

93 34 19 18 8 10 12 194

1

4


Omvang uitkeringen en historie van 01-01-2004 tot 01-01-2014

Aantal uitkeringen op:

WIJ*

WWB

IOAW

IOAZ

Bbz

Totaal

-01-01-2004 -01-01-2005 -01-01-2006 -01-01-2007 -01-01-2008 -01-01-2009 -01-01-2010 -01-01-2011 -01-01-2012 -01-01-2013 -01-01-2014

nvt nvt nvt nvt nvt nvt 2 16 n.v.t. n.v.t. n.v.t.

133 136 121 131 114 111 114 114 141 143 173

21 17 14 11 8 6' 10 4 5 7 14

5 5 3 2 1 1 1 1 2 2 6

1 3 1 0 0 0 0 0 1 2 1

160 161 139 144 123 118 127 135 149 154 194

* De Wet investeren in jongeren (WIJ) ging in op 1 oktoher 2009. Deze wet moest ervoor zorgen dat alle Jongeren van 16 tot 27 jaar een opleiding volgden en/of werkten. Gemeenten waren verplicht om jongeren die zich meldden voor werk en/of een uitkering, een leerwerkaanbod te doen. Doorde jongeren te stimuleren hun school afte maken, werken en leren te combineren of te werken, hoopte de overheid dat zij aan het werk bleven. Deze regels golden niet voor jongeren die dit (tijdelijk) niet konden door een beperking. Deze jongeren kregen een WIJ uitkering. De WIJ werd op 1 januari 2012 afgeschaft. De jongeren met een WU-uitkering werden toen omgezet naar een uitkering WWB.

3

HET PARTICIPATIEBUDGET 3.1

INLEIDING

De gemeente moet maximale mogelijkheden / stimulansen bieden aan inwoners voor re-integratie en participate. Dit geldt ook voor de mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Zowel het zittende bestand als de nleuwe instroom moet zo snel mogelijk op het goede spoor worden gezet. Daarvoor is het wenselijk dat de gemeente alle denkbare instrumenten kan Inzetten. De gemeenten beschikken daarvoor over een vrij besteedbaar participatiebudget. Met het participatiebudget biedt de gemeente maatwerk aan inwoners voor re-integratie, inburgering, scholing, of een combinatie hiervan, Tot 2009 werd het budget voor de re-integratie en participatie het werkdeel Wet werk en bijstand (WWB) genoemd. Dat budget was verdeeld in drie aandachtsgroepen: Voormalige regeling In- en Doorstroombanen ((ID-banen) Voormalige Wet Inschakeling Werkzoekende (WIW) Re-integratietrajecten Vanaf 2009 is het budget 'werkdeel W W B ' vervallen en is onderdeel geworden van het zogeheten participatiebudget. Met het participatiebudget heeft het Rijk de schotten weggenomen tussen de verschillende vormen van re-integratie en participatie. Het voordeel voor de gemeenten is een eenvoudiger regelgeving en een administratie. Het participatiebudget is een samenvoeging van de voormalige budgetten voor: werkdeel W W B inburgeringsvoorzieningen volwasseneneducatie


5


3.2

FINANCIERING PARTICIPATIEBUDGET

De hoogte van het participatiebudget is: 1) afhankelijk van het macrobudget van het Rijk; 2) gebaseerd op het aantal inwoners dat in aanmerking komt voor ondersteuning bij het vinden van (reguliere of gesubsidieerde) arbeid. Het gaat hierbij zowel om uitkeringsgerechtigden als niet-uitkeringsgerechtigden (bijvoorbeeld personen die een partner hebben met een minimuminkomen, personen met alleen inkomsten uit alimentatie, personen met een Algemene Nabestaandenwet uitkering, inburgeringsplichtigen, etc.).

Overzicht van het door het Rijk toegekende deel t.b.v. re-integratie in het participatiebudget, de werkelijke uitgaven, inkomsten en de overschotten/ tekorten. Rijks budget 2009 2010 2011 2012 2013 2014

€ € € € € €

481.943,-480.157.412.014,-212.689,-223.614,-247.503-

Feitelijke kosten € € € € €

481.845,-376.379,399.888,-422.563,378.570,--

Overschot € € €

Tekort

98,103.778,12.126,€ €

209.874," 154.967,--

Meeneemregeling participatiebudget: het geld van het rijksbudget wat na 3 jaar door de gemeente (nog) niet is gebruikt voor re-integratie en participatie, moet aan het Rijk worden terugbetaald. Meerkosten of tekorten op het rijksbudget kunnen zo worden opgevangen uit eventuele overschotten van eerdere jaren. Buren heeft geen budgetoverschot uit eerdere jaren meer. NB; Bovenstaand overschot of tekort op het rijksbudget vindt u niet in deze vorm terug in de begroting of jaarrekeni.ng van Buren. In de begroting staat hoeveel geld we nodig denken te hebben voor reintegratietrajecten. W e zoeken daarbij de balans tussen zuinig omgaan met middelen & investeren In activiteiten die leiden tot beeindiging van de uitkering.

3.3

ACTUELE SITUATIE EN ONTWIKKELINGEN

Bij de invoering van de Wet Werk & Bijstand (WWB) op 01-01-2004 zijn de ID-banen en de WIW opgeheven. De inwoners die hiervan gebruik maakten werken op basis van minimumloon in een beschermde werkomgeving. De meerjarige financiele verplichtingen hiervoor (de loonsom en de begeleidingskosten) zijn onderdeel van het participatiebudget, Bij de gemeente Buren maken 5 personen op 01-01-2013 gebruik van deze regelingen. Voor de re-integratietrajecten van uitkeringsgerechtigden bepalen we per client (en partner) wat nodig is om zo snel mogelijk te kunnen uitstromen naar betaald werk, Als dit in eerste aanleg niet mogelijk is, proberen we met het re-integratietraject de sociale en maatschappelijke participatie te stimuleren, Dit op de weg naar betaald werk op (langere) termijn. De gemeente Buren geeft (waar mogelijk) clienten bij voorkeur een traject op basis van loonkostensubsidie, Hierbij krijgt de client de gelegenheid om maximaal twee jaar bij een bedrijf werkzaam te zijn op basis van subsidie (maximaal de voiledige loonsom inciusief begeleidingskosten). Dit leidt veelal tot een vast dienstverband. Loonkostensubsidies hebben een langdurig beslag op het budget van het participatiebudget (gemiddeld worden er ca. 3 trajecten op jaarbasis afgesloten voor de duur van 2 jaar).


6


We besteden veel aandacht aan relevante kennisverwerving om zo snel mogelijk toetreding tot de arbeidsmarkt te realiseren. Voor opleidingen en begeleiding naar werk sluiten we veel kortlopende trajecten af (maximaal 1 jaar). Ook hierbij zijn door de samenstelling van het huidige uitkeringsbestand de mogelijkheden beperkt. Daarnaast is bij een relatief groot aantal clienten (zonder dlrecte arbeidsmogelijkheden) een traject ingezet gericht op sociale activering. De duur van deze trajecten is sterk afhankelijk van de persoonlijke situatie van de client en in het bijzonder gericht op een actieve(re) rol van de client in de maatschappij.

Beeindigde uitkeringen inkomensvoorziening van 01-01-2009 tot 01-01-2014 2009 56

2010 79

2011 64

2012 69

2013 116

Actieve Reintegrate- of Parttcipatietrajecten in 2013

Soort Traject WlWdienstbetrekking Gesubsidieerde arbeid ID dienstbetrekking Werkervaringsplaats Stage Directe werkbemiddellng (Beroeps)opleidlng Inburgering Psychische hulpverlening Arbeidsdeskundig onderzoek Vrijwilligerswerk Totaal aantal actieve trajecten in 2013

4 4.1

Aantal 4 3 0 20 2 60 7 11 5 5 11 128

HET MINIMABELEID INLEIDING

Voor inwoners van de gemeente Buren met een laag inkomen is er geld beschikbaar om hen een steuntje in de rug te geven. Inwoners kunnen in aanmerking komen voor het minimabeleid als zij een inkomen hebben tot of 110% of 120% van een bijstandsuitkering. Daarnaast mag er geen sprake zijn van (veel) eigen vermogen. De gemeente Buren heeft verschillende regelingen binnen het minimabeleid, t.w.: • Bijzondere Bijstand « Langdurigheldstoeslag • Maatschappelijke participatie » Regeling voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen boven 65 jaar • Subjectsubsidie Clienten van het onderdeel Werk & Inkomen worden minimaal een keer per jaar persoonlijk voorgelicht over het minimabeleid. De andere inwoners van de gemeente Buren informeren we regelmatig over het minimabeleid via een folder en de bestaande huis-aan-huis bladen.


7


4.2

BIJZONDERE BIJSTAND

Soms heeft iemand bijzondere kosten die noodzakelijk zijn. Als iemand met een minimuminkomen deze kosten niet kan betalen, kan hiervoor bijzondere bijstand worden verstrekt. Per inwoner kijken we of de kosten ook daadwerkelijk noodzakelijk - en gemaakt zijn. Inwoners kunnen in aanmerking komen voor het minimabeleid als zij een inkomen hebben tot 120% van een bijstandsuitkering De Bijzondere Bijstand is een wettelijke verplichting van de gemeente.

4.3

LANGDURIGHEIDSTOESLAG

Inwoners die langer dan 5 jaar een minimum uitkering hebben, kunnen ieder jaar een aanvuliende toeslag krijgen. Dit is de langdurigheidstoeslag. De wet gaat ervan uit iemand die jarenlang geen inkomen uit werk heeft gehad, niet op korte termijn een hoger inkomen zai hebben. Inwoners kunnen in aanmerking komen voor het minimabeleid als zij een inkomen hebben tot 110% van een bijstandsuitkering. Het verstrekken van de langdurigheidstoeslag is een wettelijke verplichting. De meeste huishoudens die langdurigheidstoeslag ontvangen, zijn al bekend bij de gemeente Zij ontvangen namelijk een uitkering of hebben eerder een aanvraag minimabeleid gedaan. De hoogte van de langdurigheidstoeslag is afhankelijk van de gezinssituatie en ligt tussen de € 3 7 0 , - en € 530 per huishouden. Clienten van het onderdeel Werk & Inkomen (en andere inwoners die hiervoor in aanmerking komen en bekend zijn) ontvangen in de maand oktober een (ingevuld) aanvraagformulier voor de langdurigheidstoeslag. We betalen de langdurigheidstoeslag daarna uit In de maand november/ december.

4.4

MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE

Schoolgaande kinderen, die door het minimale inkomen van hun ouders in een sociaal isolement dreigen te komen, kunnen een vergoeding voor maatschappelijk participatie krijgen. Kinderen kunnen in aanmerking komen voor deze vergoeding als hun ouders een inkomen hebben tot 110% van een bijstandsuitkering. Het verstrekken van maatschappelijke participatie is sinds 1 januari 2012 een wettelijke verplichting. Daarvoor was deze vergoeding voor schoolgaande kinderen al gemeentelijk beleid van de gemeente Buren (en was toen onderdeel van de regeling 'Subjectsubsidie'). Om te kunnen deelnemen aan sociale, culturele en sportactiviteiten kan € 2 5 0 , - per kind in het basisonderwijs en € 3 0 0 , - per kind in het voortgezet onderwijs worden verstrekt. Hierbij wordt gedacht aan de kosten van contributie van (sport)vereniging, club, cursusgelden, bezoek aan culturele activiteiten, abonnementen, kosten voor schoolreisjes, werkweken, excursies etc.

4.5

REGELING CHRONISCH ZIEKEN, GEHANDICAPTEN EN OUDEREN

De inwoner met een minimuminkomen die chronisch ziek, gehandicapt en/of ouder is dan 65 jaar kan in aanmerking komen voor een vergoeding. Deze vergoeding bedraagt € 2 0 0 , - per persoon per jaar Wanneer de inwoner ouder is dan 65 jaar en er geen sprake is van een handicap of chronische ziekte is de vergoeding € 100,- per jaar. Inwoners kunnen in aanmerking komen voor het minimabeleid als ' zij een inkomen hebben tot 110% van een bijstandsuitkering. Het verstrekken van een vergoeding aan chronisch zieken, gehandicapten en ouderen Is geen wettelijke verplichting. Het betreft gemeentelijk beleid van de gemeente Buren voor specifieke doelgroep(en) inwoners.


8


4.6

SUBJECTSUBSIDIE

Inwoners van 18 jaar of ouder die door hun minimale inkomen in een maatschappelijk isolement zitten of dreigen te komen, kunnen subjectsubsidie krijgen. De inwoner kan deze subsidie aanvragen voor zichzelf en partner. Inwoners kunnen in aanmerking komen voor het minimabeleid ais zij een inkomen hebben tot 110% van een bijstandsuitkering. Het verstrekken van subjectsubsidie is geen wettelijke verplichting. Het betreft gemeentelijk beleid van de gemeente Buren voor specifieke doelgroep(en) inwoners, De raad heeft vanaf 2009 de subjectsubsidie verruimd. Bezuiniging(en) op o.a. sport en cultuur (i.h.k.v. Robuust Buren) mocht(en) geen belemmering zijn voor de minima om te kunnen (blijven) deelnemen aan sport en cultuur. Om te kunnen deelnemen aan sociale, culturele en sportactiviteiten kan € 150,-- per inwoner worden verstrekt. Hierbij wordt gedacht aan de kosten van contributie van (sport)vereniging, club, cursusgelden, bezoek aan culturele activiteiten, abonnementen etc..

4.7

FINANCIERING MINIMABELEID

De uitgaven bijzondere bijstand en langdurigheidstoeslag worden bekostigd vanuit het gemeentefonds. Vroeger gaf het Rijk geen informatie over het deelbudget minimabeleid wat in het gemeentefonds was opgenomen. Vanaf 2008 geeft het Rijk wel aan hoe gemeenten het fictieve budget minimabeleid kunnen berekenen in het gemeentefonds.

Overzicht van de kosten van het wettelijk verplichte Minimabeleid

2009 2010 2011 2012 2013

€ € € € €

Bijzondere bijstand 86.367,81.397,89,342,87.908,-168.336-

Langdurigheids -toeslag € 21.393," € 19.486,-€ 24.020,-€ 14.880,-€ 17.170,--

Maatschapp. Participatie n.v.t. n.v.t. n.v.t. € 21.250,€ 30.996,--

Totale kosten € € € € €

107.760,-100.883,-113.362,124.038,-216.502,--

Fictieve budget gem. fonds € 131.921,79 € 102.218,13 € 115.579,36 € 115.120,71 € 128.938,43

Overzicht van de kosten van het lokale Minimabeleid

2009 2010 2011 2012 2013

4.8

Zieken, ouderen, gehandicapten € 12.500,€ 12.800,-€ 15.355,-€ 9.500,€ 10.250,--

Subjectsubsidle

Totale kosten

€ € € € €

€ € € € €

21.193,28.506,31.455,16.911,14.118,-

33.693,41.306,-46.810,26.411,-24.368,--

DOELGROEP EN OMVANG MINIMABELEID

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hebben ca, 750 huishoudens in de gemeente Buren een kostwinner met een inkomen tot 120% van de bijstandsuitkering. Deze huishoudens kunnen niet allemaal gebruik maken van het minimabeleid van de gemeente Buren.


9


Bij deze huishoudens is namelijk geen rekening gehouden met (mogelijk) het inkomen van de partner / medebewoner. Het aantal huishoudens In de gemeente Buren dat in aanmerking komt voor het minimabeleid ligt daarom (aanzienlijk) lager dan het aantal van 750. Overigens hebben van deze ca. 750 huishoudens ca. 100 huishoudens een kostwinner die Ianger dan 3 jaar een minimuminkomen heeft (ook bij deze huishoudens is het mogelijke inkomen van partner / medebewoners niet meegeteld).

Aantal (toegekende) aanvragen Minimabeleid in 2013 Bijzondere bijstand Langdurigheidstoeslag Maatschappelijke participatie Chronisch zieken, gehandicapten en ouderen Subjectsubsidie

139 32 69 46 74

Totaal

360

5 5.1

SCHULDHULPVERLENING INLEIDING

Op 1 juli 2012 ging de (nleuwe) Wet gemeentelijke schuidhulpverlening (WGS) in. Sindsdien is het helpen van inwoners met schulden een verplichting van de gemeente. Schulden kunnen een belemmering zijn om te (gaan) werken. Daarom Is het van groot belang dat (problematische) schulden worden opgeiost. Uitgangspunt is dat schulden de participatie van burgers niet mogen bemoeilijken. We informeren inwoners van Buren meerdere keren per jaar over dat zij hulp kunnen krijgen bij het oplossen van schulden. Dit gebeurt met onze folder schuidhulpverlening en via de bestaande huisaan-huis bladen.

5.2

AANMELDINGEN SCHULDHULPVERLENING

ledere inwoner met schuld(en) kan zlch melden. Er worden ook inwoners met schulden aangemeid door anderen. Dit zijn bijvoorbeeld woningbouwcooperaties, nutsbedrijven, maatschappelijk werkers, praktijkondersteuners, W W B casemanagers, Wmo consulenten, de leerplichtambtenaar, etc.. Na de melding versturen we de inwoner een uitnodiging voor een persoonlijk gesprek. Het gesprek vindt plaats binnen (uiterlijk) 4 weken na de melddatum. We inventariseren de schuld(en) en bieden hulp. Dit kan zijn met een advies, een doorverwijzing of een aanbod voor een (intensief) traject. W e adviseren de inwoner dan ook of het zinvol is om een aanvraag schuidhulpverlening te doen. In de praktijk leidt niet iedere melding dus tot een aanvraag schuidhulpverlening.

Aantal gevoerde (eerste) adviesgesprekken schuidhulpverlening

van 01-01-2013 tot 01-01-2014


59

10


De doorlooptijd tussen de datum van melding en het adviesgesprek bedroeg gemiddeld 14 dagen.

5.3

AANVRAGEN SCHULDHULPVERLENING

W e vinden het belangrijk dat onze Inspanning schuidhulpverlening succes heeft. Daarom bieden we alleen schuidhulpverlening aan inwoners die we ook echt kunnen helpen. Pas dan adviseren we de inwoner om een aanvraag schuidhulpverlening te doen. Een van de voorwaarden is dat de inwoner meewerkt en gemotiveerd is.

Aantal aanvragen schuidhulpverlening In behandeling genomen (zowel toegekend als niet-toegekend)

46

Van 01-01-2013 tot 01-01-2014

Van 01-01-2013 tot 01-01-2014 De omvang van de gemlddelde schuld van 29 toegekende aanvragen bedroeg De omvang van de gemiddelde schuld van 3 toegekende aanvragen bedroeg

5.4

€ 35.017,€ 359.841,-

TRAJECTEN SCHULDHULPVERLENING

We lossen schulden op door te bemiddelen tussen de burger met schulden en zijn schuldeisers. De eigenlijke schuidhulpverlening kan bestaan uit (een combinatie) van: • De minnelijke schuldenregellngen • Het moratorium « Budgetbeheer • W S N P verklaring

5.4.1

DE MINNELIJKE SCHULDENREGELINGEN

De consulent schuidhulpverlening maakt een overzicht van de schuldeisers en het totaal aan schulden. De financiele situatie wordt heel gedetaiileerd in kaart gebracht. Samen met alle schuldeisers kijken we naar mogelijkheden om tot een oplossing te komen. De schuldenregeling is vrijwillig. De consulent schuidhulpverlening doet een betalingsvoorstel aan alle schuldeisers. Hierbij zijn er twee varianten: 1)

Schuldbemiddeling In principe wordt de hele schuld afgelost. De bemiddeling slaagt alleen als alle schuldeisers akkoord gaan met het voorstel. De regeling is vrijwillig, zowel voor de schuldeiser als voor de schuldenaar.

Aantal geslaagde schuldbemiddellngen

van 01-01-2013 tot 01-01-2014


0

II


2)

Schuldsanering De schuldeisers krijgen niet de voiledige schuld afbetaald. Een deel van de schulden wordt kwijtgescholden door een deel van de schuld te betalen. Alle schuldeisers gaan akkoord met het betalingsvoorstel.

Aantal geslaagde (succesvol afgerond) schuldsaneringen

van 01-01-2013 tot 01-01-2014

5.4.2

8

HET MORATORIUM

Soms raakt iemand met schulden in een bedreigende situatie. Dit kan zijn een aangekondigde huisuitzetting, een afsluiting van gas, water en elektra of opzegging van de zorgverzekering. In dat geval dient de consulent schuidhulpverlening met spoed een verzoekschrift in bij de rechtbank voor een moratorium. Als de rechtbank een moratorium aan belanghebbende afgeeft, betekent dit dat: a. b. c.

de woning niet gedwongen ontruimd kan worden; de levering van gas, water en elektra niet mag worden stopgezet de zorgverzekering niet kan worden opgezegd of ontbonden.

De rechter roept de klant op voor de behandeling van het verzoekschrift. Tijdens de zitting bij de rechter kan de klant het verzoek toelichten. Binnen acht dagen na de zitting beslist de rechter of het moratorium (voor maximaal zes maanden) wordt afgegeven. Bij de beoordeling daarvan houdt de rechter rekening met de belangen van de klant en de belangen van de schuldeiser.

Aantal opgemaakte verzoekschriften Moratorium (via S H V Buren)

van 01-01-2013 tot 01-01-2014

5.4.3

5

VORMEN BUDGETBEHEER

Bij budgetbeheer gaat iemand anders het geld beheren voor de schuldenaar. De beheerder zorgt ervoor dat er niet meer geld wordt uitgegeven dan er binnenkomt. Er zijn twee vormen van budgetbeheer: 1) Vrijwillig budgetbeheer De budgetbeheerder betaalt alle vaste lasten, alle andere rekenlngen en afgesproken aflossing(en). De schuldenaar werkt hier vrijwillig aan mee en zorgt ervoor dat er geen nieuwe schulden ontstaan.

Aantal huishoudens in vrijwillig budgetbeheer (via S H V Buren)

Per 01-01-2014


23

12


2)

Beschermingsbewind Door de lichamelijke of geestelijke toestand kan iemand niet zelf de financien beheren. Een kantonrechter wijst een bewindvoerder aan om die taak (en de andere administratie) over te nemen. Dit is om (verdere) problemen te voorkomen. Dit is niet vrijwillig. Om (verdere) problemen te voorkomen, verplicht een kantonrechter dat een bewindvoerder die taak op zich neemt. De budgetbeheerder betaalt alleen de huur / hypotheek, kosten gas, water en elektriciteit en ziektekosten

Aantal huishoudens onder beschermingsbewind (via S H V Buren)

Per 01-01-2014

5.4.4

14

WSNP V E R K L A R I N G E N

Soms lukt het niet om - ondanks alle inspanningen - om tot een akkoord met alle schuldeisers te komen. Dan is het mogelijk via de Wet schuidsanering natuurlijke personen (Wsnp) toch nog te werken aan een schuldenvrije toekomst. Hierbij beslist de rechtbank over het saneren van de schulden en niet de schuldeisers. Om in aanmerking te komen voor de Wsnp stuurt de consulent schuidhulpverlening een verzoekschrift naar de rechtbank. Daarbij zit een verklaring van schuidsanering waarin de persooniijke en financiele situatie van de belanghebbende wordt beschreven. De rechtbank beslist vervolgens of belanghebbende wordt toegelaten tot de Wsnp. Bij de start van de wettelijke schuidsanering benoemt de rechtbank een bewindvoerder en een rechter-commissaris. De bewindvoerder ziet erop toe dat iemand de regels van de Wsnp volgt. De rechter-commissaris is namens de rechtbank verantwoordelljk voor toezicht op de bewindvoerder en beslist over onder andere over het inkomen, de aflossing en de duur van de schuidsanering. Verloopt alles volgens de regels, dan verstrekt de rechtbank na afloop van de schuidsanering een zgn. 'schone lei'. De belanghebbende hoeft dan niet meer het restant van de schulden terug te betalen. Wanneer iemand zich niet aan de regels houdt wordt de Wsnp stopgezet. Belanghebbende wordt dan of failliet verklaard, of de schuldeisers kunnen weer beslag leggen op het inkomen en bezittingen van de schuldenaar.

Aantal afgegeven Wsnp verklaringen (via S H V Buren)

van 01-01-2013 tot 01-01-2014


22

13

RAPPORTAGE WERK & INKOMEN 20*13 AFDELING INWONERSZAKEN GEMEENTE BUREN

Recommend Documents