Kinderen in armoede
Velsen, november 2013
1
Notitie Kinderen in armoede November 2013 Gemeente Velsen Afdeling Werk, Inkomen en Zorg
2
Ondersteuning kinderen in armoede 0. Samenvatting Op verzoek van de gemeenteraad is onderzoek gedaan naar de positie van kinderen die opgroeien in arme gezinnen. De conclusie is dat de huidige regelingen die kinderen redelijk bereiken, maar dat een groep buiten beeld blijft. Dat zijn vooral de kinderen uit gezinnen die geen directe (uitkerings)relatie met de gemeente hebben. Verder is nagegaan of het huidige voorzieningenpakket kan worden uitgebreid. Daar zijn goede ideeën voor en er is ook financiële dekking. 1. Aanleiding De gemeenteraad heeft op 4 juli 2013 een motie aangenomen, waarin het college wordt verzocht om te onderzoeken, of de huidige voorzieningen voor kinderen die in armoede leven, deze kinderen ook daadwerkelijk bereiken. Tevens verzoekt de raad na te gaan of het mogelijk is om met een aanvullend pakket maatregelen te komen voor die kinderen die nog extra ondersteuning nodig hebben. In de toelichting bij de motie verwijzen de indieners naar het onderzoek dat de Kinderombudsman recent over dit onderwerp heeft gedaan. Met deze notitie voldoen wij aan dit verzoek. 2. Onderzoek en aanbevelingen Kinderombudsman Op 25 juni 2013 werd een rapport van de Kinderombudsman gepubliceerd met de titel: “Kinderen in armoede in Nederland”. Aan de hand van onderzoek en door interviews is de armoede onder kinderen in kaart gebracht. Ook is gekeken op welke wijze gemeenten daar wat aan proberen te doen. Enkele conclusies: - Armoede heeft grote gevolgen voor kinderen - Het leidt tot sociaal isolement - Er rust nog een groot taboe op armoede - Kinderen komen zelf vaak met inventieve oplossingen Verder constateert de Kinderombudsman dat er bij gemeenten veelal specifiek beleid gericht op kinderen in armoede ontbreekt en dat de voorzieningen per gemeente sterk verschillen. Ook is er over het algemeen geen (voldoende) zicht op het gebruik van bestaande voorzieningen. Participatie van kinderen bij voorbereiden of uitvoeren van beleid komt nauwelijks voor. De Kinderombudsman heeft de volgende aanbevelingen. 1. Ontwikkel (armoede)beleid gericht op kinderen (integrale aanpak, verlaging drempels van voorzieningen, en betrek kinderen meer en eerder bij het beschikbaar maken van voorzieningen). 2. Hij beveelt gemeenten aan een kindpakket samen te stellen dat ook direct bij de kinderen terecht komt. Er wordt gedacht aan vouchers voor een set winter- en zomerkleren en een basis zwemdiploma, een (gratis) bibliotheekpas toegang tot lokaal openbaar vervoer en de mogelijkheid van wekelijkse deelname aan een activiteit ter ontspanning of sportieve / culturele ontwikkeling. 3. Organiseer een compleet aanbod voor kinderen in armoede en maakt gebruik van publiek-private samenwerking. 4. Ontwikkel een (jaarlijkse) monitor.
3
In het kader van de uitvoering van de motie hebben we ons vooral gericht op de inventarisatie van het gebruik van de huidige maatregelen en op de vraag of deze kunnen worden uitgebreid. Aanbeveling 2 van de ombudsman (een kindpakket) heeft daarbij centraal gestaan. 3. Bereiken we met de huidige (inkomensondersteunende) maatregelen de kinderen? Het gemeentelijke minimabeleid richt zich op alle inwoners met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm. Met het inkomen boven deze grens houden we volledig rekening. Als we het in deze notitie over kinderen hebben die opgroeien in arme gezinnen, dan hebben we het dus over deze groep. We moeten ons realiseren dat er dus ook gezinnen zijn met een iets hoger inkomen die hier buiten vallen. Ter illustratie: 110% van de bijstandsnorm netto en zonder vakantietoeslag is voor een - alleenstaande € 967 per maand - alleenstaande ouder € 1243 per maand - gehuwden (samenwonend € 1381 per maand
We richten ons op alle inwoners die aan deze inkomensnorm voldoen met een breed pakket aan ondersteunende maatregelen. Specifieke aandacht is er (in navolging van het landelijke beleid) voor gezinnen met kinderen, werkenden met een laag inkomen en ouderen met geen of een zeer bescheiden pensioen naast de AOW. In paragraaf 3.1 brengen we de omvang van de doelgroep in beeld. In 3.2 inventariseren we de bestaande inkomensondersteunende regelingen die (mede) gericht zijn op kinderen en in 3.3. trekken we conclusies over het bereik. 3.1 Omvang van de doelgroep We gaan uit van de volgende cijfers. Deze zijn deels ontleend aan de minimascan 2013 van Stimulansz. Verder is gebruik gemaakt van eigen gegevens en eerdere onderzoeken. • In Velsen zijn 2620 huishoudens met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm. Dat is 8,8% van de bevolking. Het landelijke percentage is 10,6 en het provinciale 11,6. • Van deze huishoudens zijn de gezinshoofden in 1740 gevallen jonger dan 65 jaar en in 600 gevallen gaat het om gezinnen met kinderen. • In deze gezinnen zijn bij elkaar 1000 kinderen die dus (mogelijk) in armoede opgroeien. In ruim 500 gevallen gaat het in gezinnen met een bijstandsuitkering. In de andere bijna 500 gevallen is er een ander inkomen (uit arbeid, andere uitkering, alimentatie etc..).
4
3.2 Inventarisatie (inkomensondersteunende) huidige voorzieningen voor kinderen Preventie en het benadrukken van de eigen verantwoordelijkheid staan in ons armoedebeleid voorop. Werk blijft de beste manier om aan schulden en armoede te ontsnappen. Waar mensen niet zelf in staat zijn die eigen verantwoordelijkheid te nemen, kunnen zij rekenen op steun van het college. Niemand mag door armoede buiten de boot vallen; dat geldt zeker voor kinderen. We hebben daarom een pakket maatregelen ontwikkeld om de positie van kinderen in arme gezinnen te versterken en sociaal isolement tegen te gaan. In het volgende overzicht laten we zien welke specifiek op kinderen gerichte regelingen er zijn in Velsen, wat het gebruik is en wat het kost. Aantallen en bedragen zijn afgeronde gemiddelden van de laatste twee jaar. Regeling Tegemoetkoming voor sociaal culturele activiteiten: voor elk gezinslid € 75 per jaar, zonder voorwaarden Tegemoetkoming actieve deelname sport/cultuur van € 100 per kind per jaar (4-18 jaar), op declaratiebasis Tegemoetkoming indirecte schoolkosten voorgezet onderwijs van € 270 per kind per jaar Computers leerlingen voortgezet onderwijs Weekje weg. Vakantieproject i.s.m. Cliëntenraad
Aantal kinderen
Bedrag
600
€ 45.000
320
€ 30.000
255 75 30
€ 67.500 € 31.000 € 10.000
3.3 Het bereik Kernvraag is of de lokale voorzieningen de kinderen ook daadwerkelijk bereiken. Dat staat vast bij de tegemoetkoming voor deelname sport en cultuur. Het bedrag wordt op declaratiebasis met overlegging van bewijsstuk verstrekt om zeker te stellen dat de kosten ten behoeve van het kind zijn gemaakt. Ook van de tegemoetkoming indirecte schoolkosten en de computers kan worden aangenomen dat deze het kind ten goede komen. Minder zeker is dat bij de tegemoetkoming sociaal-culturele activiteiten. Deze wordt ongeclausuleerd verstrekt in de verwachting dat ieder wel voor kosten op dit terrein staat. Er is een kleine steekproef ter controle van deze veronderstelling. Als we ervan uitgaan dat er in Velsen 1000 kinderen zijn die we tot de doelgroep van het minimabeleid rekenen, is het bereik als volgt. - sociaal culturele activiteiten 60% - deelname sport cultuur 32% - indirecte schoolkosten 65% - computer (op aanvraag) 100%
Welke conclusie kunnen we uit de cijfers trekken? Een deel van de doelgroep maakt gebruik van het huidige voorzieningenpakket. Als onderscheid wordt gemaakt tussen kinderen waarvan de ouders bijstand hebben en waar dat niet het geval is, kan wel een verschil worden geconstateerd. Het bereik van ‘eigen klanten’ is een stuk hoger dan van mensen met een ander inkomen. Het is een illusie te veronderstellen dat we een score van 100% halen, maar de ambitie is wel het gebruik te maximaliseren. Het is de kunst om de drempel voor de belanghebbenden zo laag mogelijk te houden. Administratieve procedures,
5
voorwaarden etc. werken belemmerend. Afdeling WIZ werkt al enkele jaren met een zeer laagdrempelig proces (landelijk voorbeeld!). Aan mensen die bekend zijn worden automatisch inkomensondersteunende voorzieningen toegekend. Voor nieuwe klanten geldt een eenvoudige aanvraagprocedure. Er wordt voldoende publiciteit aan de inkomensondersteunende regelingen gegeven (o.a. via de Formulieren brigade en Geldkompas). Hier is ons inziens slechts beperkte winst te boeken. 4. Kan het huidige voorzieningenpakket worden gewijzigd of uitgebreid? We richten ons bij de beantwoording van de vraag, of het huidige voorzieningenpakket zou moeten worden aangepast of uitgebreid, in eerste instantie op de aanbevelingen van de Kinderombudsman (kindpakket). •
•
•
•
Het halen van zwemdiploma A gratis voor de minima. Dit onderdeel is in Velsen al prima geregeld. De doelstelling is dat geen kind de basisschool verlaat zonder A-diploma. Hiertoe wordt elk kind jaarlijks gevolgd en als het in groep 6 nog geen zwemles volgt, wordt op grond van de vangnetregeling gratis zwemles buiten de schooluren aangeboden. Verder actie is niet nodig, hooguit in de sfeer van bekendmaking (WIZ nieuwsbrief, website sport). Een bibliotheekpas tot 18 jaar is in Velsen ook gratis. Deze voorziening is laagdrempelig: de scholen besteden hier veel aandacht aan en ook de bibliotheek zelf brengt dit product actie aan de man. Zgn. zwakke scholen worden extra ondersteund. Ook hier is alleen extra actie in de voorlichtende sfeer nodig. Actieve deelname aan sportieve en culturele activiteiten. Hiervoor kennen we in Velsen een tegemoetkoming van € 100 per kind per jaar. Het bedrag komt door het declaratiesysteem met overlegging van een bewijsstuk rechtstreeks ten goede van het kind. Het bedrag is niet kostendekkend. De Cliëntenraad geeft in overweging het te verhogen. Zie voor het advies van de Cliëntenraad ook hierna.` De ombudsman adviseert een kledingset (zomer en winter) te verstrekken. Wij zijn van mening dat dit naast financiële argumenten ook op praktische bezwaren stuit. De Cliëntenraad is van mening dat er in deze gemeente voldoende aanbod is van winkels waar tegen relatief lage prijzen kwalitatief goede en eigentijdse kleding kan worden gekocht. Ook kringloopwinkels hebben een ruim aanbod.
In aanvulling op het voorgaande heeft de Cliëntenraad nog een aantal adviezen gegeven. Daarbij ondersteunen ze de conclusie van de Kinderombudsman dat voor kinderen in arme gezinnen het gevaar van uitsluiting op de loer ligt en er meer kans is dat ze gepest worden. Concrete suggesties zijn de volgende: • Een fietsplan, waarbij kinderen tussen 6 en 18 in elke fase beschikken over een redelijke fiets. Combineer dat met een onderhoud- en reparatieservice. • Faciliteer zwemmen in de zomervakantie. Door met vriendjes mee kunnen gaan naar het zwembad, horen deze kinderen erbij. Bovendien is sporten goed voor iedereen. • Verhoog de huidige bijdrage voor actieve deelname aan sport en cultuur. • Bekijk of er iets kan worden gedaan met een zorgverzekering voor kinderen. Ouders maken nu de keus om zich niet (voldoende) aanvullend te verzekeren. Een nieuwe bril of gebitsregulatie zit er dan vaak niet in. • Organiseer een dag uit voor (ouders met) kinderen, bv naar een speeltuin.
6
• •
Ondersteun een initiatief vanuit de Cliëntenraad voor een kleding/speelgoedbank. Geef (nog) meer bekendheid aan de regelingen die er zijn om het gebruik te bevorderen.
Landelijke ontwikkelingen. We noemen er hier twee die bij de overwegingen moeten worden betrokken. De verwachting is dat de Wet werk en bijstand (per 1-7-2014) ingrijpend wordt gewijzigd. Eén van de aangekondigde veranderingen is het terugdringen van categoriale regelingen ten faveure van de individuele bijzonder bijstand (verdergaand maatwerk). Dat geldt ook voor de zgn. langdurigheidstoeslag. Verder verwachten we binnenkort de publicatie van een aantal ‘best practices’ na de armoede estafette van de staatssecretaris Klijnsma. Mogelijk leidt dat nog tot aanvullende ideeën en initiatieven. 5. Voorstel Voorgaande overwegingen en suggesties leiden tot de volgende voorstellen met betrekking tot armoedebeleid gericht op kinderen. a. Verhoging van de tegemoetkoming actieve deelname sport en cultuur tot € 200 per kind per jaar ingaande 1-1-2014. Geschatte meerkosten per jaar € 30.000. b. Tegemoetkoming geven voor fiets van kinderen (max. eens per 3 jaar en volgens de systematiek die nu al wordt gehanteerd bij de verstrekking van computers). De bedragen en categorieën in de Nibudgids zijn leidend. Geschatte kosten per jaar € 40.000. c. Verstrekking van 10 banenkaarten voor het zwembad 1x per jaar per kind. Geschatte kosten € 7.500. d. Uitzoeken wat er op het gebied van zorgverzekering kan worden gedaan. Kosten PM. e. Nadere uitwerking van suggesties m.b.t. dagje uit en kleding/speelgoedbank. Kosten PM. f. Actualiseren huidige voorlichting (Formulierenbrigade, Geldkompas, website, folders etc.)
6. Financieel kader Extra maatregelen vragen om extra dekking. Het rijk stelt via de algemene uitkering extra middelen beschikbaar voor armoedebestrijding en schuldhulpverlening. Landelijk gaat het om de volgende bedragen: 2013 19 miljoen
2014 80 miljoen
2015 e.v. 100 miljoen
NB. De bedragen vanaf 2014 gaat niet helemaal naar de algemene uitkering van het gemeentefonds. Een deel wordt ingezet voor landelijke initiatieven. Het bedrag van 2013 is feitelijk voorschot op dat van 2014. Op het moment van opstellen van deze notitie is nog steeds niet bekend om welke bedragen het voor Velsen gaat. In de septembercirculaire 2013 staat hierover: door middel van de Verzamelbrief van het ministerie van SZW en de decembercirculaire 2013 worden de gemeenten nader geïnformeerd over de uitwerking.
7
7. Uitwerking De bij punt 5 genoemde voorstellen a. b. en c. worden in december 2013 ter besluitvorming voorgelegd aan het college door opname in de Beleidsregels bijzondere bijstand 2014. De overige acties worden in de eerste helft van 2014 uitgewerkt. Dat geldt ook voor de herijking van het armoedebeleid dat niet direct betrekking heeft op kinderen. De beschikbare extra budgetten zijn daarbij randvoorwaarde.
8